minder dan die som. Integendeel, wie als
eigenaar zulk een woning verhuurt, zou hocger
huurprijs bedingen. Immers, ook hij zou als
eigenaar hebben te bet len rente en aflossing
van z[in opgenomen geld (wat licht reeds
meer is dan een coöperatieve vereeniging
heeft te betalen), grondlasten en buiten onder
houd, terwijl hij voor kosten van administratie
en beheer en voor huisjesmelkers winst het
noodigo zou berekenen. Men ziet dan ook in
die coöperatieve bouwverenigingen, die aan
haar leden het recht toekennen hun perceelen
te verhuren, dat de huurprijs geregeld hooger
is dan de bijdragen, die zjjzelven hebben te
betalsn.
De persoon, in 't bovenstaande stukje bedoeld,
sou dus, als bier van huurkiesrecht sprake
kan zijö, zeer zeker kiezer moeten worden.
Maar naar ons oordeel zou hij moeten
trachten langs anderen weg kiesrecht te
verkrijgen, wegens Iood, spaargeldon, groot
boek-inschrijving, examen. "Wij zouden echter
meenen, dat zoo iemand per se belastingkiezer
is. Immers, ia d& gegeven onderstelling hebbon
wij te doen met een gemeente, waarin f 2
het maximum van onbel -.stbaarheid is. Wordt
daar de personeele belasting juist toegepast,
dan moet do bedoelde persoon een aangifte
biljet ontvaDgen; dan moet hij de vraag, of
hij zijn woning in huur heeft, ontkennend
beantwoorden; dan moet de huurwaarde dier
woning, in verband met andere huurprijzen,
op minstens f 2.25 zjjn geschat, en moet dus
aanslag in het personeel volgen.
Bewoners van coöperatieve woningen, die
buiten de belastbaarheid vallen, zouden nog
op andere wijze te helpen zijn. nl. op grond
van betaalde grondbelasting. Dan zou echter
het beperkte art. 2 al. 3 der kieswet een
alleszins natuurlijke uitbreiding moeten onder
gaan. Daar staat: aanslagen in de grond-
belasting wegens onroerende goederen eener
onverdeelde nalatenschap gelden ook voor den
mede-eigenaar, wiens naam niet bij den-aansUg
in het kohier is vermeld, mits z\jn aandeel
in den aanslag ten minste één gulden bedraagt."
Er is geen enkele reden, waarom een gezamen
lijke aanslag de verschillende aangeslagenen
alleen ten goede moet komen, als het een
onverdeelde nalatenschap geldt. Dezelfde regel
behoorde te gelden, waar bet 't gemeen
schappelijk bezit van een rechtspersoon, een
vennootschap, een coöperatieve vereeniging
betreft.
Bij de technische herziening zij men hierop
indachtig."
Kijkjes in en om Leiden.
XVIII.
Wat thans in Frankrijk voorvalt, aebt De
Standaard wel geschikt aller aandacht te
vestigen op het gevaar, dat iD alle mili
taire rechtsbedoeling schuilt.
.Officieren zijn geen juristen. Ze kennen
het formeele recht Diet. Ea juist deze onbe
kendheid met de formeele eischen van alle
rechtsbedeling doet hen zoo menigmaal het
beginsel zelf van het recht schenden.
Ook ten onzent begint er eerst van liever
lee beterschap te dezen opzichte te komen;
en het is niet te zeggon hoe menig soldaat
ten onzent het slachtoffer van die onvoldoende
rechtsbedoeling geworden is. Een gevaar, te
ernstiger, als men bedenkt, dat bij afkondi
ging van den staat van beleg de rechtsbe
voegdheid der militaire rechtbanken zooveel
verder strekt.
Toch is het niet juist, wat sommigen wil
len, dat de militaire rechtbedeeling eenvoudig
zal worden afgeschaft. Eer neigt de tijd er
toe, om voor handelszaken, arbeidsaangelegen-
heden en zooveel meer tot specifieke rechts
bedoeling terug te keerep.
Maar wat wel mag geéischt is, dat aan het
oordeel van den gewonen rechter de beslis
sing ook ten deze over de formeele rechts-
quaestiên worde opgedragen, en dat het mili
taire element zich bepale tot de beoordeeling
van die feitelijke vragen, die alleen een man
van het vak beoordeelen kan".
De Standaard heeft bezwaar tegen alle spe
ciale rechtbanken, o. a. tegen de kerkelijke
rechtspraak. „Nog in 1886—1887 heeft men
het beleefd, hoe allerlei kerkelijke rechtbanken
In haar vonnissen de eerste eischen van het
formeele recht schondeD, gelijk dit dan ook des
tijds herhaaldelijk door juristen is uiteengezet".
Vreemd vindt De Standaard het, „dat de
liberale pers, die thans zoo hard roept, toen
niet alleen tegen die rechtsschending geen
enkel woord van protest deed hooren, maar
veeleer het gewicht van haar woord in de
schaal wierp, om do kerkelijke rechtbanken
in haar rechtsschendiog te sterken".
Het „Utr. Dbl." verleent aan onderstaande
versregelen een plaats:
ParUsche Tentoonstelling van ÏOOO.
In machtelooze woede zien wij de schanddaad aan
Van 't eervergeten volk, dat fier gaat op z'n schande,
Dat weigert elk redres van 't geen, met vuile
[handen,
Zijn Generale Staf uit moedwil heeft misdaan.
In machtelooze woede? Goddank! ons staat de
[macht
Ten dienste om dat volk, zóó dom, zóó wreed,
[zóó ijdel,
Dat recht en wet verguist, dat doorslaat zonder
[breidel,
Te toonen hoe men hier zijn euvcUaad veracht.
De Nederlandsche natie, zrj weig're kort en goed
Haar Nijverheid en Kunst in 't land ten toon te
[stollen,
Dat zóó bedreven is in 't schand'lijk oordeelvellen;
Zjj weig're 't officiëel endoe 't op staanden voetl
Rijsenbnrg, 24 Febr. '98.
HORA SICCAMA.
Van het duin, gelegen by de rustieke brug
een overbrugging van een door kunst ver
kregen kloof (geen rotskloof!) hebben wo
een prachtig duinpanorama aan onze voeten.
De duinen vormen hier als 1 ware een ketel
geen bollen er hnn tooi doen preken. Van
Haarlems St.-Bavo tot de torenspitsen van
Den Haag is de geheele streek bfl helder
weer af te zien. Waarlijk, nog eens gezegd:
een eenig plekje 1
Voor we van de duinen afscheid nemen,
mogen we niet in gebreke blijven melding
to maken van de Maatschappij tot exploitatie
van duiDgronden „Noord wyk", die den stoot
As.
De 'rustieke brug.
dal, terwijl de blik er landwaarts boven uit
steekt en een klein kijkje gunt in 't vlakke
land aan den voet der hoogteD. Achter ons
do uitgestrekte zoe! Waarlijk ean kostelijke
gedachte, juist hi6r oen bank te plaatsen 1
Dalen wo dit duin af en begeven we ons
over de genoemde brug weer in de richting
van Noordwijk-binnen,
dan betreden we weldra
een weg, die over de
helling der meeste naar
binnen gelegen duinen
voorby eenige villa's
vo rt, met name „Villa
Stirum", „Villa Lis-
beth" en „Villa Nova"
(de beide laatste res
pectievelijk bewoond
door mevr. de wed. prof.
Jan Van Vloten en
haar dochter, gehuwd
met dea heer Albert
Verwey. Op dezen
„villa-weg" genieten we
weer een ander pano
rama, doch even eenig.
Plaats u omstreeks
Paschen tusschen de
twee eerstgenoemde
villa's op den straatweg
ge ziet, waarde lezerf
uw gids beschikt naar
believen zoowel over
de reisgelegenheid als
over het jaargetijde
dan hebt ge het schoon
ste natuurlijk schaak
bord voor uw oogen,
zooals geen gouden
koningen of kasteelen
het u kunnen aanbieden.
Alle mogelijke kleur
schakeringen van hyacinten, tulpen en narcis
sen, die glorie der bloembollenstreek, boeien
van den Zeeweg af, en soms nog er over,
tot zoover het oog reikt, uw blik. Het ge
heele uitgestrekte veld is in kleinere vakken
verdeeld, meeat alle even groot, zoodat het
heeft gegeven tot het verkrijgen der vei
verbeteringen, aldaar aangebracht. Aan haar
is het te danken, dat hst waden door het
mulle zand vervangen werd door wandelingen
over straatwegen, aan haar het initiatief tot
het stichten van htt badhotel „Huis ter-Duin I"
Tevens eere de nagedachtenis van den oprichter
„Oud Holland," behoorende tot het wHuis ter-Duin.'
dier Maatschappij, burgemeester Pické, die
goed en bloéd, mag men wel zeggeD, nl. zjjn
vermogen en z|jn leven, ten offer bracht voor
den bloei van Noordwijk!
P. S. Terwijl deze beschrijving reeds in
ons bezit on gez?t was, is, ten gevolge van
>---*■
v ij-
Villa Oda'\ idem.
voorstellingsvermogen niet bijzonder groot
behoeft te zijn, om er het bord, gebruikt voor
het edelste der spelen, van te maken 1
Een wandeliog voorbij de villa's zal dan
ook steeds blijven bekoren en loont nog
evenzeer de meer „steile" moeite, wanneer
pogingen om de rustieke brug, die zeer
bouwvallig is, voor instorten te behoedoD, het
paalwerk losgeraakt en de brug gedeeltelijk
iDgcvallec,,waarna de jongste storm het overige
heeft gedahn, zoodat van dit schoone punt zoo
goed als niets is overgebleven.
TJit Transvaal.
IX.
Niet lang bleven we in het hotel. De
onderwijzer van de christ. nationale school,
door het Gouvernement van onze komst
verwittigd, noodigde ons uit, zoo lang by hem
te vertoeven, tot wy naar onze plaats van
bestemming zouden vertrekken. Zoo werd ons
verbiyf daar al dadelyk aangenamer, daar
we ons by die Hollandsche familie meer thuis
gevoelden dan in dat Engelsche hotel.
We maakten eenige uitstapjes in den omtrek
van het dorp, dat eigeniyk aan den voet van
een gebergte ligt. Het is dan ook wel de
moeite waard eens een tochtje te ondernemen
laDgs de rivier, die langs Zeerust stroomt.
Bevaarbaar is die rivier niet, zooals de meeste
stroomen hier, daarvoor heeft ze te veel verval
en is de bedding te ongeiyk en te rotsachtig.
Op sommige plaatsen he6ft ze zich een baan
gebroken door hooge steenriffen, op andere
plaatseD hebben de rotsen haar gedwongen
zich naar haar te voegen, doch niet zonder
het lydeiyk te moeten aanzien, dat het
ru8telooze water gestaag aan haar knaagt en
eindelijk toch het winnen zal. Ze schuift bier
en daar al onder die steengevaarten door, die
drelgvod over u heen hangen, als ge haar
loop ook daar wilt volgen. Honderden grootere
of kleinere watervalletjes vormt het stroompje,
oio menig fraai en schilderachtig plekje vormen,
maar het niet aan bruikbaarheid doen winnen.
Op een onzer tochtjes zouden we (we waren
met ons drieön Hollanders en hadden de dames
wyseiyk ditmaal by huis gelaten) een der
vele kransen (steile rotswanden) uitklimmen.
Het leek my vry gemakkelijk te zullen gaan.
Ik berekende al, hoe mooi ik daar boven van
de eene klip op de andere zon kunnen
stappen en moedig gingen we dus voorwaarts.
Eerst ging alles fluks; maar al spoedig zagen
we, dat het geraden was, niet precies achter
elkaar aan te klauteren, daar een door den
voorste losgewerkte steen licht den volgende
kon hinderen. Zoo week ik een weinig recht»
uit, waardoor ik op een oogenblik voor een
bijna loodrechten wand kwam te staan, dien
ik onvermydeiyk beklimmen moest, want aan
teruggaan viel niet te denken, daar zelfs om
zien niet van gevaar ontbloot was. Klim vlug 1
riepen de anderen. Ja, klim vlugl Waar
m'n voet te zetten. Ik waag eon stap, maar
de grond wykt onder my weg, enkele stukjes
van de weinige, die m'n teen ondersteunen,
rollen vrooiyk huppelend omlaag, als om me
te voorspellen: „baasje, zoo kom je aanstonds
ook naar beneden." Ademloos sta ik even
stil. De draagkracht van elk plantje en wortel
tje in m'n bereik onderzoek ik; eindelijk
waag ik den stouten stap, my vast
houdende aan een grasbosje, en gelukkig
bereikte ik een meer begaanbaar gedeelte.
Wat my gemakkolyke treden in de rotsen
toegeschenen hadden, waren rotsblokken
van respectabele hoogte.- Ons door nauwe
spleten heen werkende, kwamen we eindelyk
boven op een kleine vlakte, van waar we
een uitzicht genoten, dat wel de moeite loonde.
We keerden langs een ander pad terug, dat
mioder van onzen moed of liever vermetel
heid vergde, maar toch nog steil en klipperig
genoeg, om het ongeschikt to maken voor een
wielerrace-baan. Voor hooge heeren geologen
zou ik er nog by kunnen voegen, dat bet meest
leigesteenten zyn, hoewel het my in myn
govaarlyk oogenblikje tameiyk onverschillig
was.
Dankbaar en ik zóó voldaan, dat ik me
voornam nooit meer kransen uit te klimmen,
kwamen we thuis, waar een geurige^kop thee
ons verkwikte en schadeloos stelde voor de
geleden verliezen, want het was in Februari,
een van de heetste maanden in Transvaal.
We konden ons toen ook te goed doen aan
vorsch geplukte vygen, die een gezonde vrucht
moeten zijn. Ditmaal waren het Adamsvygen. Ik
heb daarvoor ook wel Aramsvygen hooren zeg-
goD, hetgeen wel de rechte naam kan zyn, daar
ik don voorstanders van de eerste benaming
zou kunnen tegenwerpen, dat het blad afwykt
van den vorm dier vygebladereD, die de Grieken
in bun beeldhouwwerken jgepast wisten aan
te brengen. Hoe dit ook zy, ze smaakten uit
muntend, beter dan de blauwe en roode vygen.
Als ik niet vreesde, dat ge al genoeg zoudt
krygen van die vrucht, zou ik u nog spreken
van de zoogenaamde Turksche vygen, eigen
iyk de vrucht van een reusachtigen cactus,
geheel met fijne stekels bezet en een zoete
kern bevattende. Het eischt heel wat handig
heid, om het eetbare gedeelte vry te maken
van het lastige omhulsel. York en mes doen
daarby goede oiensten. In de ettelyke dagen,
die we op Zeerust doorbrachten, had ik nog
gelegenheid een bijeenkomst (vergadering) by
te wonen, waarin eenige conceptwetten moesten
behandeld worden. Myn gastheer moest daar
als secretaris fungeeren en zoo kwam ik een
beetje in 't voorgestoelte te zitten. Toch was
't maar een nederig plekje, op den rand van
een platform, waarop de spreker stond. Die
plaats was me welwillend afgestaan door
eenige veld kornetten, commissarissen, enz.,
die het overige deel tot hun zitplaars hadden
gekozen uit gebrek aan stoelen of banken.
Aan de orde was de behandeling van een
wet, regelende de te verstrekken hulp door
middel van ezels aan de boeren, di-3 „door de
runderpest uitgeroeid waren". Kort en zakelijk
bracht elk zyn bezwaren to berde tegen de
door de regeering voorgestelde maatregelen.
Hier bleek ook weer, dat practjjk gaat boven
de leer, als die practyk op een goed beginsel
steunt.
Met een vrijmoedigheid en wol bespraaktheid,
die men by boeren niet altyd vindt, trad elke
spreker op. Hadden ze iets tegen elkander, dan
was het parlementair: „mynheer" en „dege
achte spreker," hoewel tegenover de oudereD
altyd eerbiedig van „oom" gesproken werd
en men algemeen een ouden grijzen man
zelfs „oü vader" noemde. Men was het in
hoofdzaak niet eens met de conceptwet en
zoo werd besloten, de regeering per telegraaf
van hun bezwaren kennis te geven. Gelukkig,
die wet was nog niet van kracht, „want,"
merkte een der aanwezigen op: „de koning
beeft nog niet gesproken." Ja, zoo voelt zich
daar bet volk, zy achten zich de koning, het
gouvernement bestaat uit hun vertegen
woordigers. De vergadering was vry spoe
dig afgeloopen, daar elk zich gaarne bytyds
naar huis begeven wilde en velen eenige uren te
paard van het dorp woonden. De meesten hun
ner moesten toch ook dien „rauwen Hollander"
eens zien. Sommigen toonden over goede
manieren te beschikken en te weten, hoe nun
met iemand kan kenDis maken, anderen waren
daar minder handig in en eenigen zelfs waren
vry ruw. Toch is dit laatste niet altyd een
bewys by hen van antipathie. Het zou anders
niot te verwonderen zyn, daar er onder de
boeren genoeg zyn, die onder den in vlo 3d
der Engelsche beschaving pure en speciale
Hollanderhaters zyn.
Ik vonl het indertyd aaa
van zekeren Afrikaanschen predikant, die eena
in Utrecht preekte, 1.03veel er toch gebeden
wordt in de kerken van Afrika voor de Hol
landers of juister Holland, z i by. 'tis moge
lijk, dat ze het stilletjes achter hun ho3d
doen, maar ik heb er nog niet veel van ge
hoord en blief het ook niet te gelooven, daar
elke Hollander, die nieuw inkomt, met de
meeste achterdocht behandeld wordt op
enkele uitzonderingen najen vooral een Ktap-
sche meneer ziet in hem een soort indringer,
die hem de kans minder maakt, om een of
andere betrekking te krygen in een land,
wat zy meest evenal» de Engelschen als hun
jachtterrein beschouwen. Nu neem ik dit een
Transvaler niet al te grootelyks kwaiyk, daar
hy ook ondervonden heeft, dat niet steeds de
elite uit Europa naar Afrika gaat en er ook
onder de Hollanders zyn, die hun natie schan
de aandoen. 't Beste is dus die achterdocht
weg te nemen door alleen degelyke menschen
naar Transvaal te laten gaan. Zoo is byv.
door een groot deel van het personeel der Z. -A,
S.-M. reeds veel gedaaD, om onzen naam goed
te maken. Nu, we zullen dus maar zeggen,
dat die predikant het goed gemeend heeft,
maar een beetje te mooi heeft gemaakt on
misschien niet weet, dat juist velen, die zoo
wat Kaapsch of Engolschgezind zyn, tusschen
hun tanden of overluid brommen: „di9 ver-
wenschte Hollander."
Om op onze kennismaking terug te komen:
Myn familie werd in eenige oogenblikken aan
zienlijk uitgebreid, 't Was tegen allen oom
neel 1 al viel het een beetje vreemd.
„Mynheer" zou niet in den smaak vallan
en aanleiding kunnen geven, dat ge van En
gelsche gezindheid of zoo Iets verdacht werdt.
Dat noemen van oom, neef, tante en nichtje
heefc ook weer zyn waarde. Men voelt zich
meer één groote familie en behandelt elkaar
niet met die onverschilligheid, waaraan men
in Europa al zoo gewoon is. Eenigen trachtten
my dadelyk „uit te vinden" zooals ze zeggen
en deden eenige vragen, die me tot een soort
geloofsbelydenis zouden moeten brengen. Een
geliefde vraag schynt dan ook te zyn: En
geloof jy dan ook, dat de aarde draait. Daar
ik een anguille sous roche vermoedde, gaf ik
ten antwoood: „Oom Andries, als je een
beetje ver genoeg bezyden de aarde gaat staan,
kun je zien ho9 hy maakt" Hy was niet te
vreden en vroeg weer: maar wat geloof jy
nou? Toen ik hem vroeg: of myn geloof hem
dan zou zalig maken, gaf hy het op.
Nu gaf ik hem 't verlangde antwoord en
zei, dat het myn vaste overtuiging was, dat
de aarde draait en dat bet daarom komt, dat
er zooveel nieuwe Hollanders in Transvaal
vallen, die het draaien daar ginds niet kun-
kun byhoudeD.
Ik heb, meen ik, nog geen volledige be
schrijving van Zeerust gegeven. Ik wildo n
eerst verwyzen naar een reproductie naar een
photograpbie, opgenomen in No. 51 van „de
Aarde en hare volken" en behoorende by het
stuk: de Zuid-Afr. Rep. haar volk, haar land.
Maar 200 het waar is, wat de scbryver daar
ergeDB zegt: „en die wei met hen omgaan
zyn geen bekwame hanteerdera der pen,
of willen om andere redenen liever niet
schryven," dan is hy toch zeker ook geer
bekwame handteerder der camera geweest-
toen hy Zeerust wildo opnemen, want met
behulp voor dit prentje zult ge zeker geeR
voorstelling krygen van dit schoon gelegen
dorp. Als er een der belangstellende laztn
er iets beters van zien wil, doet by 't bes.
met my een camera, liefst een verascoop, ter
geschenke te geven; dan hoop lk vele fraai,
gezichten over te zenden.
Gemengd Nieuws.
Hendrik De Jong. Aangaande
dezen De Jong heeft men zich meermalen
afgevraagd, of hy niet zou ïyden aan groot
heidswaanzin of althans met gekrenkte geest
vermogens behept zou zyn.
Zeer opraerk.elyk is, wat Dinsdag voor het
Hof te Arnhem door den verdediger van De
Jong werd meegedeeld. Mr. Aberson had nl.
in tweede instantie doen dagvaarden als g3-
tuige a décharge De Jong's broeder, te Arnhem
woonachtig. Deze kon echter niet verschyneD,
omdat hy juist voor eenige dagen naar het
krankzinnigengesticht te Zutfen was overge
bracht. Do verdediger vestigde hierop de aan
dacht van bet Hof. (Hbl)
Het „HbL" verneemt, dat naar
alle waarschyniykheid het Vondelpark te Am
sterdam spo3dig geheel voor de wiolrydera
zal worden opengesteld. Het bestuur van het
park is reeds eenigen tyd in onderhandeling
met de tien bondsleden, die tot heden wel
willend '8 morgens vóór twaalf uren toezicht
in het Vondelpark uitoefenden. Alle kanp
bestaat, dat deze besprekingen op de geheels
opening, uitgezonderd de avonden, dat er
concert is, en den Zondag-middag, zullen uit-
loopen.
De n aaim achinesfabriek „Singer-
Maatscbappy te Nieuw-York heeft een machine
in den handel gebracht, die er speciaal voor
bestemd is de pezen op elkaar te naaien, dio
gebruikt worden om de visschersnetten onder
ling te verbinden.
Zooals men weet, werden deze pezen tot
nog toe niet op elkaar gestikt, maar slechts
aan elkaar gebonden, waaraan intusschen het
nadeel verbonden was, dat de pezen konden
verschuiven en 2ich kinkels vormden, - wat
om verschillende redenen niet gewenscht was.
De machine verricht met veel gemak en
vlugheid haar taak, reden waarom op deze
nieuwe uitvinding de aandacht gevestigd wordt
van hen, die belang by de zeevisschery hebben.