Zaterdag 20 Februari» A*. 1698 Feuilleton. ROZEKATE. N*. 11660. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT; Voor Leiden per 3 maanden.f Uft Franco por post1.10. Afzonderlijke Nommors 0.05, dQoarant wordt dagelijks, met uitzondering van <§on- en feestdagen, uitgegeven. PRUS DER ADVERTENTIES; Van 1-4 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. - Voor bet incasseeren buten do stad wordt f 0.06 berekend. Tweede Blad. KOLONIËN. BATAVIA, 20 25 Januari Het „Soer. Hand." vernam, dat de heer Vriesman, die zich in ijlende koorts voor het fcoofd schoot, Dinsdag reeds bulten gevaar was. ATJEH. Omtrent bet bedrijf van Toekoe Oemar bevat de „Jav. Ct." van 21 Jan. het navol fende telegram van den gouverneur van Atjeb „Volgens zekere berichten uit Djantoi, pl. m. 6 K. M. ten zuidwesten van Selimoen aan de KroeDg Atjeh gelegen, is T. Oamar aldaar xnet een aanzienlijke macht aangekomen, met het dool zich met den pretendent sultan en paDglima Polim te vereenigen, en zijn kam pong Djantoi en de misaigit Woeh door hem bezet. „Den 19den dezer zjjn van Kotta-Radja naar Selimoen opgerukt zes brigades marechaussee, vier compagnieën infanterie en een peloton cavalerie. „Gisteren zouden deze troepen in vereeni- ging met twee compagnieën infanterie, een peloton cavalerie en een sectie artillerie van Selimoen onder bevel van overste Krull, T. Oemar in Djantoi krachtig aanvallen en vervolgen." Volgens een telegram aan de „Javabodo" zijn de benden van Toekoe Oemar ongeveer 1000 man sterk en nemen aan den vermoe delijk vierdaagschen tocht deel het 6de batal jon, de 1st* compagnie van het 3de bataljon artillerie, ecu peloton cavalerie met de noo- dige ambulance uit Kotta-Radja en verder uit alle te Selimoen on te Indrapoeri beschik bare troepen. „Wij verwachten niet, dat het tot een openlijk treffen zal komen. Toekoe Oemar kent ons te goed; hij weet, dat hij met zijn benden bij zulk een treffen het onderspit moet delven. „Met list is ongetwijfeld moer te bereiken, want in dat geval zijn 's mans verwachtingen natuurlijk niet groot; voor listig houdt hi) ons zoker niet." Aan uit Kotta-Radja ontvangen nadere tele grammen wordt in de „Jav. Ct." het volgende ontleend Do colonne onder bevel van den luitenant- kolonel Krull bracht den nacht van 20 op 21 dezer rustig door in de kampong Datar Tjoet en rukte don 21sten 's ochtends om 7 uur op naar Pantia, gelegen omstreeks acht kilo meters ten Zuidwesten van Reung-Reung, waarheen T. 0*mar was uitgeweken. Om halfnegeo werd de colonne licht bescho ten door oen bende van 15 man en later vielen op grooten afstand nog enkele schoten. Om halfzes in den namiddag werd Pantja be reikt, waar het bivouak betrokken werd. De bevolking was grootendeela gevlucht, doch van achtergebleven Atjehers werd vernomen, dat T. Oemar di6n ochtend om zes uur naar Padang Tidji (7 Moekima Pedir) waa afge trokken. De gezondheidstoestand der troepen was gunstig. Den volgenden ochtend om halfacht rukte de colonne tot aanvaarding van den terugmarsch naar Selimoen van Pantja op naar Roung- Reung, waarheen de civiele en militaire Gou verneur van uit Selimoen zich 's middags om halféóQ met een peloton cavalerie begaf tot opneming van den stand van zaken. De colonne werd op den terugmarsch nu en dan op grooten afstand beschoten; voorbij Reung-Reung, dat om halftwaalf bereikt werd, geraakte de colonne in gevecht met benden van Tengkoe Bep, die zich in de meeigit Beram genesteld hadden. De vjjand werd daaruit verdreven, waarby licht gewond werd de inlandsche luselier Artiman; de steenen muren der mesigib werden met dynamiet vernield. Wegens vermoeidheid der troepen en van den daarbij behoorenden trtin werd niet door gemarcheerd van Selimoen, maar om halfvijf in den namiddag het bivouak betrokken bij Empee TeDgah; de civiele en militaire Gou verneur koerde met zijn peloton cavalerie naar Selimoen en den volgenden dag naar Kotta-Radja terug. Volgens berichten van hoofden uit Djantoi, die naar Selimoen kwamen, heeft de vijand op 20 dezer bi) het verdrjjven van de benden van T. Oemar uit Djantoi, zware verliezen geleden; van onze zijde werden toen gewond: niet levensgevaarlijk: de Europeesche korpo raal der infanterie Melanus; zwaar: de Am- boineesche fuseliers Pa&t en Sabandar, en licht: de Ambeinessche fuselier Linkcng. Be ramp te Ambon. De „Loc." ontving het volgende uittreksel uit een met potlood geschreven brief van een dor landsdienaren te Ambon, welk schreven den 12den dezer met de „Arend" to Makassar is aangebracht. Het was 20 minuten over óénen gister middag, toen de aarde golfde en schudde, dat men niet kon bleven staan. Mijn vrouw was alleen thuis, in de achtergalerij. Zij wilde wegloopen naar het erf naast de achtergalerij, doch weci door het vallen van een balk bijna verhinderd; de bedienden kwamen baar helpen en trokken haar juist op het aller uiterste oegenblik nog weg, zoodat zy door het Vollen en door het in aanraking komen met steenen, balken, buffet, kast, enz. wel eenige flinke kneuzingen be9ft opgdoopeu, doch toch gelukkig gered is. Ik was op dat oogenblik op het bureau. Ik waa achter een schutsel, dat éón pas van de deur verwijderd was, maar kon List bij de deur komen. Ik lag op dat moment met mijn schrijvers op een hoop te sparULn, onder elkander en over stoelen, schutsel, e>nz. Naast my viel een kolossaal groote en zware archiefkast, gevuld met veel archiefstukken, omver. De muren en daken scheurden en kraakten, dat hooren en zien vorging. Doch eindelijk kwamen wij er met schrammen en blauwe plekken uit te voorschyn. De ramp is ontzettend en gaat alle be schrijvingen van vroegere aardbevingen, met weinige uitzonderingen, te boven. Gelukkig, dat er geen vloedgolf of aardspleten zijn ge weest. Daarvoor zyn wö echter nu het meesto bang. Vele huizen zijn ingestort en meest alle overige zóó zwaar beschadigd, dat zij on bewoonbaar zijn. Een massa inboedels zjjn vernield, ook in de huizen, die zyn biyven staan. Vole putten 'zyn inge-.tort of het water onbruikbaar. Toko's ingestort en magazynen of bergplaatsen van levensmiddelen ook in gevallen. Meubilair is by een ieder als het ware verbryz-ld. Wy zjjn nu zoo arm als Job en zyn m bivak gelegerd op den aloon aloon. Ons huisje is er nog vry goed afgekomeD, doch de inboedel lag over en door elkander als by iedereen. Gewone breede of platte kisten, dia op den vloer stonden, zyn omge vallen; sommige spiegels of schil Jeryeu zyn geheel omgekeerd, met bet glas naar den wand. Dit kan u een klein Idee geven van de beweging. De voorboden van den noodlottigen dag waren: drukkende warmte in de laatste dagen, zware rukwinden en gistermiddag omstreeks halftwaalf kleine schokken by vry lange tus- schenpoozen en regenbuien en daarop volgde om één uur twintig minuten de zw«re schok, op vele plaatsen met scheuringen in den grond. De beweging ging gepaard met zwaren regen. Myn vrouw was met de bedienden zoo bang, dat zy blootsvoets door den regen naar het bureau kwam, juist op het oogenblik, dat ik my er uit had gewerkt. Alles liep zoodra mog< iyk naar buiten, naar het open vd1. Met myn vrouw liep ik naar huis, maar kon er niet ii.komeD, zoo Jat wy evenals de anderen buiten in den regen bic ven staan afwachten de dingen, dia komen zeuden. Zoo zijn wy doornat liyven rondloopen zon:or eten of drinken, enz. Tegen dea avond kalmeerde alles wat. In dan afgeloopen nacht naluurlyk niets kunnen slepen; het regende en schudde af en toe fliuk. Veie menscben zyn dood onder het pui» gebleven. Het fort is oebewoonbaar en maat regelen worden genomen om dicht by het residentie-huis, namelijk in den tuin, een temporak kampement op te slaan. De commandant v&n den gouvernement* stoomer „Arend", Van der Ham, heelt veer ons een tent van z ilen laten opslaan en o«s aan wat eten en drieken geholpen. By Let groote ongeluk zyn wy er tot op ait oogenblik nog goed afgekomen. Alle officieren en kun gezien n zijn ongedeerd gebleven. Als er nu maar vivres komen tn tleodgolven en aard- scheuringen wegblijven. MsviojW Eng.Ismen hjeft aan den oenen arm twee breuken en aan den anderen srai een treuk m.t een zware kneuzing Gelukkig is heden alles gc-set en is er i i«t direct, gevaar. Haar man (kapitein van de „Camp buis") is op rtis. Wy zorgen nu voor ha r en ka*r drie kin^ert-n. Nog steeds word n dcolen te voorschijn gehaald. Het regent i.og al en toe. Doo4sche atilto wisselt af met zware windvlagen. Af en toe voelen wij nog bevingen; wi; w* t du3 wat wy neg ie wacht n hebben. Op de enveloppe stond geschreven: „Do nacht van 7 op 8 Januari goed voorby- gegaan. De „Arend" vertrekt straks. Niet de jonge mevrouw de weduwe Harmsen, maar de oude mevrouw Harmsen ie volgens het „Soer. Hand." te Ambon onder een invallenden muur verpletterd geworden. De oude dame was byna kreupel en nagenoeg blind en is vermoedeiyk in de verwarring door de medebewoners in den steek gelaten. De jonge mevrouw de weduwe Harmsen be vond zicb, tydens de ramp voorviel, te Menado. De „J.-B." van 25 Januari meldt: De commissie, welke zich gevormd heeft om in dit gewest giften in te zamelen ten behosve van de slachtoffers van de ramp op Amboina, heeft heden voorloopig /"4000 tele- graphisch overgemaakt aan den resident van het geteisterde gewest. Door de loge „De Ster in het Oosten", te Batavh, is een bedrag van f 500 voor hetzelfde doel beschikbaar gesteld. Door het ondersteuningsfonds van het Neder- laudsch-In jisch 0nderwyz6rs genootschap is f 100 geschonken ten behosve van de nood- lydenden by de ramp te Amboina. Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indië zi;n de volgende beschikkingen genomen. CIVIEL DEPARTEMENT Benoemd: Tot resident der Lampongsche districten, de resident van Timor en Onderhoorigbeden J. Van Wijk. Bij het Binnenlandsch Bestuur op Java en Madoera. Verplaatst: Van do residentie Preanger Regentschappen naar de residentie Rembang de controleur ede kl. W. B. P. H Stortenbeker. Bopaald: Dat geplaatst blijft ïu de residentie Preanger Regentschappen de benoemde controleur 2de kl. H. Th. Kal. Bij den post- en telegraafdienst. Ontheven: Van de verdere vervulling der betrekking van po8tagcat to Singapore de commies 2de kl. H. Wainsteker van bet beheer van het kantoor te Fort-do-Kock, uiu als postagent op te treden, do commies 2de kl. J. G. Tor Lindenvan het beheer van het kantoor te Ampenan en over geplaatst naar Weltevreden de commies 2de kl. D. J. W. Dijleveld; van bet beheer van het kantoor Telokbetong en overgeplaatst naar Weltovreden de commies 2de kl. J. W. Van der Sluijs. Benoemd: Tot cbof van het kantoor te Fort- de-Kock do commies 2de kl. J. J. Van Hemert te Padang; tot chef van het kantoor te Ampenan de commies 2de kl. J. Van Krieken te Cbenbon tot chef van bet kantoor to Telokbetong de com mies 2de kl. P. L. Kcijser te Weltevreden; tot adjunct-commies op f 50 's maands en geplaatst te Weltevreden F. W. Rbemrev. Overgeplaatst: Van Semarang naar Padang do commies 2de kl. J. H. F. Piekhaar; van het hoofdbureau naar Weitevreden de commies 2de kl. J. N. Van Loon; van Weltevreden naar het hoofd hui eau de commies .do kl. P. Neelmoijer; van Banjoemas naar Soek^buemi de commies 3do kl. H. F. E. Pool; van Soekaboemi naar Banjoenias de commies 3de kl. W. F. M. B. Vervloot; van Weltevreden naar Clieribun de commies 3do kl. F. A. Th. Rhemrer. lie vordord: 'l'ot adjunct-commies op 80 's maande F. O. M. Laprc te Rembang. Bij de exploitatie der Staatsspoorwegen op Java. Overgeplaatst: Van de Wester- naar do Oostorlijneu de onderopzichter lste kl. F. A. J. Van Os. Ontslagen: Met ingang van 2 Februari 1898, op verzoek, eervol uit 's landsdienst, de raadsheer in het Hooggerechtshof van Nederlandsch-lndië Mr. C'. S. Buys Ballot. Bij dc Algemcene Rekenkamer. Benoemd: Tot lsten commies, de 2de coni- mmies L. P. O. h'oger; tot 2den commies, do 3de commies A. J. Van Zon; tot 3den commies, de klerk K. E. Le Grau. D E PA RT E M ENT V AN OORLOG. O n t s 1 a g e n: Met ingang van 8 Februari 1898, op verzoek, we gens volbrachten diensttijd eervol en met behoud van recht op pensioen uit Hr. Ms. militairen dienst, de kapitein der infanterie C. J. Van Dort; met ingang van 3 Februari 1898, op verzoek, wegens volbrachten diensttijd, eervol en met be houd van recht op pensioen uit Hr. Ms. militairen dienst de majoor der genie J. G. C. Plaatenga; met ingang van 5 Februari 1898, op verzoek eervol uit 's lands dienst de 3de comnncs bij het Departement van Oorlog P. K. N. De Brussel Assó. O v e r g e p 1 a a t s tBii de lste comp. (lste veld- batterij) te Batavia, de 2de luit. bij de 21ste comp. art. (4de veldbatterij) te Banjoo Biroe, J J. F. A. Beunk; bij de 9de comp. (5de comp. vesting-art.) te Ba tavia, de lste luit. bij de 4de comp. art. (4de berg- battorij), geëv. van Atjeb naar Batavia, H. E. Visscher; by het garns -bat. der W.-afdeeling van Borneo als post-comdt. te Singkawaug, de kapt. bij bet 5de bat inf. le Semarang, J. G. B. Beiiauwf. Ingetrokken; Zijn overpl. naar Amboina als kwm. van het garn. en overgepl. als kwm. van het subs.-kader te Soerabaia, de lste luit. kwm., kwm. van het 18de bat. inf. te Soerabaia, J. W. Maronier; zijn overpl. als kwm. van het 13do bat. inf. te Soerabaia eu overgepl. naar Am boina als kwm. van bet garn. aldaar de 2de luit. kwm. o. b. bureau v d. kwm. van het subs.-kader te Soerabaia, J. Kuyper; zijn overpl. als kwm. van het subs.-kader te Soerabaia en overgepl. als kwm. van bet 13de bat. inf. aldaar de 2de luit. kwm. o. h. intendance bureau te Semarang, M. W. Scheltema. Benoemd: Tot adjudant bij een der corpsen in Atjeh t.n.i. de lste luit. bij het 6de bat. inf. F. C. Krnyt; bij den geniedienst te Fort-de-Kock, de kapt.der genie bij de triangulatie brigade te Batavia, L. EL F. V\ ackers. bij hot garn.-bat. der Z.- en O.-afd. van Borneo, de 2de luit. bij hot L.-H. lste bat. inf. te Banjo© Biroe, C. B. Dutry van Haeften bij bet garn.-but. der W.-afd. van Borneo, da lste luit. bij het R.-H. 4de bat. inf. te Djokjakarta, G. Van Greuningeu. Geplaatst: Bij aankomst by do troepenmacht in Atjoh Ln.i., de kapt. der inf. van verlof uit Nederland verwacht wordende, E. Koot; bij naukomst bij bot garn.-bat. v. d. Z-en O.-afd; van Borneo de 2de luit der inf. uit Nederland verwacht wordende als zijnde bestemd voor den dienst b. t.l. J. P. Weegewijs; bij het garn.-bat. van Celebes, Menado en Timor, de 2de luit. als boven L. Hansma. Overgeplaatst: By do genietroepen te Magelang, de lste luit. der genie te Atjeb geëv. van Atjeh naar Batavia, F. Tombrinknaar Padang, do kapt-, der genie te Kajoe Tanam, W. A. J. T. Zellenaar Kajoe Tanam, de lste luit. der genie te Fort-de-Kock, C. J. Do Bruyn. DEPARTEMENT VAN MARINE. Benoemd: Bij de Gouvernements-raarine, tot i sten stuurman, de ambtenaar op non-activiteit W. F. Berman, laatst die betrekking bekleed hebbende en geplaatst aan boord van het ss. Arend"; tot 'dden stuurman J. A. Wijcbers en J. C. Kruyt, daartoe ter beschikking gesteld van de Regeeriug en geplaatst respectievelijk aan boord van de .Reiger" en de „Glatik". Opgave van passagiers, van Batavia vertrokken per ss. .Burgemeester Den Tex" naar Genua en Amsterdam: commios 2de kl. P. en T. H. H. Jan.- sens en echtg., de beeren H. N. I.Koot en echtg., gep. kapt. der inf. W. C. Scbreyner, F. G. Insingr ner, gep. luit.-kolonol van den gen. staf H. D. li. Bosboom, G. F. J. Hamel en echtg., J. Broertjes met echtg. en kind, H, Kruze, G. C. Van Wachem, T. K. Zijdorveld, D Platz, C. Beyens, Kr. Mb. militairen en schepelingen. En dSted, Werklnr. ijji opgcaoaeit DATUM. DAGEN. Volw. pera. Stade- rem. Totaal 13 Febr. Zondag 98 24 12» H w Maandag. 124 20 14* 15 Dinsdag 122 26 148 16 Woenodag. 139 31 170 17 Donderdag 137 29 166 18 Vr{jdag 137 80 167 19 Zaterdap. 128 27 155 31) Het was weer als voor drie jaar, toen zy in het eenvoudige kamertje der predikants weduwe met elkander zaten te praten. Het waren ook nog dezelfde ouderwetsche meu beltjes van toen; de oude dame had er niet van willen scheiden en er ook in den vreemde haar gewoon, gezellig tehuis mede ingericht. Rozekate had haar eigen, ólógant ingericht salon, waar zy als de eerste artiste van den koninkiykon hofschouwburg kon recipiëeron. Maar gewoonlijk zat zy het liefst by groot moeder in het gezellige „nestje", zooals zy zich uitdrukte. „Maar ge moet ook myn appartementen eens gaan zien, ritmeester, en myn kunst schatten bewonderen," zeide zy, nadat zy ge- ruimen tyd hadden zitten praten. „Juweelen en dorgelyke sieraden neem ik uit beginsel nooit aan, maar kleine snuisteryen, schilde ryen, bronzen beeldjes, enz., daar heb ik er heel wat van. Gaat u maar eons met my mode; grootmama zal ons wel een oogenblik willen excuseersn." Toen zy Rozekate's élégant boudoir waren binnengetreden, wendde zy zich met een uit drukking van grooten ernst tot den ritmeester. „Het was maar een voorwendsel, ritmeester; al die dingen kunnen u niet erg interesseeren, Maar ik zou u wel een vraag willen doen, <iie ge my eerlyk en open moet beantwoor- deo. Waarom hebt ge, nu drie jaar geleóen, plotseling overplaatsing naar de koloniën aangevraagd en waarom stondt ge gisteren zoo koud en koel tegenover uw vriend, dat ge niet eens de hand wildst aannemen, die hy u bood?" De ritmeester bewaarde een oogenblik het stilzwygen; hy scheen door die vraag in ver legenheid ta zyn gebracht. „Wy hadden destyds meeningsverscbillen," zeide hy eindelyk. „Dia met de wapenen moesten worden uit gemaakt en my betroffen, ritmeester?" Hy wendde het gelaat af. „Nu ja, ik kon het hem niet vergeveD, dat ,by eerst uw rust verstoorde en u toen opgaf." „Dat wae toch bittere noodzakelijkheid, een gevolg van de omstandigheden, niet waar?" Zy zeide het kalm en bedaard, maar in haar oogen lag een bange vraag. „Laten wy er niet meer over spreken, Rezekate," zeide hy. „Je bent het nu geluk kig te boven." Zy glimlachte smartelyk. „Misschien ook niet. Maar als ik destyds geweten had, dat het geen Doodzakelykbeid was, doch eigenbaat en berekening, die hem zyn woord deden broken, dan zou ik de kwelliDgen van myn hart spoediger bedwongen hebben, dan zou myn trots my te hulp ziin gekomen." Zy ging plotseling vlak voor hem staan en legde haar beide handen op zyn schouders. „En als het nu voor den vrede van myn hart is, dat ik dit wil weten? Hy i9 weer in myn nabyheid en wellicht wellicht bezit hy nog de oude toovermacht over my. Ik wil niet, dat ge ten koste van uw vriend myn dwaas hart helpt ik wil slechts de waarheid weten." „Welnu dan, Rozokate - hy behoefde niet van je af te zien; hy had slechts een ge deelte van zyn kostbare liefhebberyen behoe ven op te offeren, rraar di« telde hy meer dan u. Hij was uwer niet waardig." Zy wendde zich af en trad voor het venster. Daar bleef z'ö geruimen tyd staan, in gedach ten verloren. Toen keerde zij weder ntar den ritmeester terug en reikte hem beide handen; haar gelaat was ble6k, maar kalm. „Ik dank u, myn vriend. Een oogenblik was het bittor, maar nu nu ben ik ook geheel en al genezon." Ferdinand Olpen had de belofte, welke hy zyn zuster had gedaaD, gehouden. Sedert de zes weken, die hy nu rteds be Müacken vertoefde, had hy zich veel moeito gegeven om by de jonge weduwe in gunst te komen, d. w. z. hy was Taak in haar nabijheid, be toonde zich een zeer galaDt ridder en trachtte op alle wyzen haar opmerkzaamheid op zich te vestigen. Dat viel hem eok niet erg moeilyk, want by wzooals by zelf irenisch zeide, een veelbereisd man, die avonturen had beleefd, boeken had geschreven en nu zelfs met zyn vriend Kempen aan het hof ont boden, was om daar ver6lag van zyn weder waardigheden te doen. Dit alles maakte hem tot een soort beroemd heid en verzekerde hem in het byzonder de gunst der dames. Hy had nu ook geleerd met haar om te gaan; by bad niets meer van de verlegenheid en de linksche manieren, die hem vroeger eig»>n waren. E^n voorname rust gin< thans van hem uit, vermengd met lichten spot. Op mrs. Eden maakte hy al ee i by londer-rT: indruk en hij was rrisschisn wel de eerate, dis dat van zichzelf zeggen kon. De?.ö vrouw van de wereld,-dj» spo;dig weder hwt oude terrein veroverd had en de ster der Münchener gezelschappen was, scheen in zyn tegenwoordigheid dikwyls eenigszlns ernsHg en bevangen; zij vracjde zyn ^pot. Zooveel was zeker, kokGtteeren deed zy met hem niet. Vond hy nu workeiyk behagen in haar betooverend wezen en haar pikanten omgang, of wilde by baar dlechts verhinderen haar metten weder uit te werpen naar een van haar vroegere bewonderaars? In elk geval was hem dit laatsto gelukt. Miss Ellen schonk Werner Antoni gsen opmerkzaamheid meer; sy giDg in gezelschap geheel onbevangen met hem om en niets duidde op wat er vroeger tusschen hon was voorgevallen. Margarets kon gerust zynhaar geluk zou niet gestoord worden door dö bekoorlijke weduwe, want ook Wc-rnc-r scbeen volstrekt geen belangstelling meer voer haar te ge voelen. Maar geheel en al gerust was Marga rets bog niet; er was iets, dat hiar kwelde en dat haar er zo* bleek en ïydend deed gaan uitzien, dat haar omgeving haar met bezorgdheid beschouwde. Maar alle vragen dienomtrent wees zy glimlachend af. Mevrouw Antoni was van eon voimame, edele natuur; z(j was niet spoeciig tot wan trouwen geneigd, maar zy had zich van af het begin van haar huwelyk reeds met de go- dachto gepynigd, dat zy niet by haar man paste, aat hy 2ich een jongere en mooiere vrouw had moeten kiezen. Het was ook geen vurig vorlangende liefdo geweest, die hy voor haar gevoelde, toen hy ha^r vroeg zyn vrouw te worden, doch slechts warme toegenegenheid, het verlangen naar kalme rust in haar sympathieke nabyheid. En hy had vrede en rust by haar gevonden; zy was hem zyn Muze geworden; haar hand had hem den juiaten weg gewezen voor de ontplooiing van zyn talent. Maar was dat genoeg voor een krachtige, vurige mannennatuur, voor een kunstenaar, die liefde behoefde om in geest drift te ontsteken? Eenmaal moest zyn hart ontwaken en dan dan was zy de boei, die hem knelde, zy, die hem Hefhad boven alles. Det was het aogetspook, hetwelk Margareli in haar echt vervolgde. Tot nog toj vras het slechts een schaduw geweest, maar nu had het e-n gedaaito aangenomen en deze ge daante beetto Diet Ellen, maar Rozek3te. Was het wonder? Deze beide menscben, beiden jong en schoon, bc-iden vereenigl in hot streven naar het ideale, beiden vel vuui;, en geestdrift, bel oerden niet te zamen ala door e^n n Tuurwet? Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 5