Zaterdag 20 Februari»
A*. 1698
Feuilleton.
ROZEKATE.
N*. 11660.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT;
Voor Leiden per 3 maanden.f Uft
Franco por post1.10.
Afzonderlijke Nommors 0.05,
dQoarant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§on- en feestdagen, uitgegeven.
PRUS DER ADVERTENTIES;
Van 1-4 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. - Voor bet incasseeren buten do stad
wordt f 0.06 berekend.
Tweede Blad.
KOLONIËN.
BATAVIA, 20 25 Januari
Het „Soer. Hand." vernam, dat de heer
Vriesman, die zich in ijlende koorts voor het
fcoofd schoot, Dinsdag reeds bulten gevaar was.
ATJEH.
Omtrent bet bedrijf van Toekoe Oemar
bevat de „Jav. Ct." van 21 Jan. het navol
fende telegram van den gouverneur van
Atjeb
„Volgens zekere berichten uit Djantoi, pl. m.
6 K. M. ten zuidwesten van Selimoen aan
de KroeDg Atjeh gelegen, is T. Oamar aldaar
xnet een aanzienlijke macht aangekomen, met
het dool zich met den pretendent sultan en
paDglima Polim te vereenigen, en zijn kam
pong Djantoi en de misaigit Woeh door hem
bezet.
„Den 19den dezer zjjn van Kotta-Radja naar
Selimoen opgerukt zes brigades marechaussee,
vier compagnieën infanterie en een peloton
cavalerie.
„Gisteren zouden deze troepen in vereeni-
ging met twee compagnieën infanterie, een
peloton cavalerie en een sectie artillerie van
Selimoen onder bevel van overste Krull,
T. Oemar in Djantoi krachtig aanvallen en
vervolgen."
Volgens een telegram aan de „Javabodo"
zijn de benden van Toekoe Oemar ongeveer
1000 man sterk en nemen aan den vermoe
delijk vierdaagschen tocht deel het 6de batal
jon, de 1st* compagnie van het 3de bataljon
artillerie, ecu peloton cavalerie met de noo-
dige ambulance uit Kotta-Radja en verder
uit alle te Selimoen on te Indrapoeri beschik
bare troepen.
„Wij verwachten niet, dat het tot een
openlijk treffen zal komen. Toekoe Oemar
kent ons te goed; hij weet, dat hij met zijn
benden bij zulk een treffen het onderspit
moet delven.
„Met list is ongetwijfeld moer te bereiken,
want in dat geval zijn 's mans verwachtingen
natuurlijk niet groot; voor listig houdt hi)
ons zoker niet."
Aan uit Kotta-Radja ontvangen nadere tele
grammen wordt in de „Jav. Ct." het volgende
ontleend
Do colonne onder bevel van den luitenant-
kolonel Krull bracht den nacht van 20 op 21
dezer rustig door in de kampong Datar Tjoet
en rukte don 21sten 's ochtends om 7 uur op
naar Pantia, gelegen omstreeks acht kilo
meters ten Zuidwesten van Reung-Reung,
waarheen T. 0*mar was uitgeweken.
Om halfnegeo werd de colonne licht bescho
ten door oen bende van 15 man en later
vielen op grooten afstand nog enkele schoten.
Om halfzes in den namiddag werd Pantja be
reikt, waar het bivouak betrokken werd. De
bevolking was grootendeela gevlucht, doch
van achtergebleven Atjehers werd vernomen,
dat T. Oemar di6n ochtend om zes uur naar
Padang Tidji (7 Moekima Pedir) waa afge
trokken.
De gezondheidstoestand der troepen was
gunstig.
Den volgenden ochtend om halfacht rukte de
colonne tot aanvaarding van den terugmarsch
naar Selimoen van Pantja op naar Roung-
Reung, waarheen de civiele en militaire Gou
verneur van uit Selimoen zich 's middags om
halféóQ met een peloton cavalerie begaf tot
opneming van den stand van zaken.
De colonne werd op den terugmarsch nu
en dan op grooten afstand beschoten; voorbij
Reung-Reung, dat om halftwaalf bereikt werd,
geraakte de colonne in gevecht met benden
van Tengkoe Bep, die zich in de meeigit
Beram genesteld hadden. De vjjand werd
daaruit verdreven, waarby licht gewond werd
de inlandsche luselier Artiman; de steenen
muren der mesigib werden met dynamiet
vernield.
Wegens vermoeidheid der troepen en van
den daarbij behoorenden trtin werd niet door
gemarcheerd van Selimoen, maar om halfvijf
in den namiddag het bivouak betrokken bij
Empee TeDgah; de civiele en militaire Gou
verneur koerde met zijn peloton cavalerie
naar Selimoen en den volgenden dag naar
Kotta-Radja terug.
Volgens berichten van hoofden uit Djantoi,
die naar Selimoen kwamen, heeft de vijand
op 20 dezer bi) het verdrjjven van de benden
van T. Oemar uit Djantoi, zware verliezen
geleden; van onze zijde werden toen gewond:
niet levensgevaarlijk: de Europeesche korpo
raal der infanterie Melanus; zwaar: de Am-
boineesche fuseliers Pa&t en Sabandar, en licht:
de Ambeinessche fuselier Linkcng.
Be ramp te Ambon.
De „Loc." ontving het volgende uittreksel
uit een met potlood geschreven brief van
een dor landsdienaren te Ambon, welk schreven
den 12den dezer met de „Arend" to Makassar
is aangebracht.
Het was 20 minuten over óénen gister
middag, toen de aarde golfde en schudde,
dat men niet kon bleven staan. Mijn vrouw
was alleen thuis, in de achtergalerij. Zij wilde
wegloopen naar het erf naast de achtergalerij,
doch weci door het vallen van een balk
bijna verhinderd; de bedienden kwamen baar
helpen en trokken haar juist op het aller
uiterste oegenblik nog weg, zoodat zy door
het Vollen en door het in aanraking komen
met steenen, balken, buffet, kast, enz. wel
eenige flinke kneuzingen be9ft opgdoopeu,
doch toch gelukkig gered is.
Ik was op dat oogenblik op het bureau.
Ik waa achter een schutsel, dat éón pas van
de deur verwijderd was, maar kon List bij
de deur komen. Ik lag op dat moment met
mijn schrijvers op een hoop te sparULn,
onder elkander en over stoelen, schutsel, e>nz.
Naast my viel een kolossaal groote en zware
archiefkast, gevuld met veel archiefstukken,
omver. De muren en daken scheurden en
kraakten, dat hooren en zien vorging. Doch
eindelijk kwamen wij er met schrammen en
blauwe plekken uit te voorschyn.
De ramp is ontzettend en gaat alle be
schrijvingen van vroegere aardbevingen, met
weinige uitzonderingen, te boven. Gelukkig,
dat er geen vloedgolf of aardspleten zijn ge
weest. Daarvoor zyn wö echter nu het meesto
bang. Vele huizen zijn ingestort en meest
alle overige zóó zwaar beschadigd, dat zij on
bewoonbaar zijn. Een massa inboedels zjjn
vernield, ook in de huizen, die zyn biyven
staan. Vole putten 'zyn inge-.tort of het water
onbruikbaar. Toko's ingestort en magazynen
of bergplaatsen van levensmiddelen ook in
gevallen. Meubilair is by een ieder als het
ware verbryz-ld. Wy zjjn nu zoo arm als Job
en zyn m bivak gelegerd op den aloon aloon.
Ons huisje is er nog vry goed afgekomeD,
doch de inboedel lag over en door elkander
als by iedereen. Gewone breede of platte
kisten, dia op den vloer stonden, zyn omge
vallen; sommige spiegels of schil Jeryeu zyn
geheel omgekeerd, met bet glas naar den wand.
Dit kan u een klein Idee geven van de beweging.
De voorboden van den noodlottigen dag
waren: drukkende warmte in de laatste dagen,
zware rukwinden en gistermiddag omstreeks
halftwaalf kleine schokken by vry lange tus-
schenpoozen en regenbuien en daarop volgde
om één uur twintig minuten de zw«re schok,
op vele plaatsen met scheuringen in den grond.
De beweging ging gepaard met zwaren regen.
Myn vrouw was met de bedienden zoo bang,
dat zy blootsvoets door den regen naar het
bureau kwam, juist op het oogenblik, dat ik
my er uit had gewerkt.
Alles liep zoodra mog< iyk naar buiten, naar
het open vd1. Met myn vrouw liep ik naar
huis, maar kon er niet ii.komeD, zoo Jat wy
evenals de anderen buiten in den regen bic ven
staan afwachten de dingen, dia komen zeuden.
Zoo zijn wy doornat liyven rondloopen
zon:or eten of drinken, enz. Tegen dea avond
kalmeerde alles wat. In dan afgeloopen nacht
naluurlyk niets kunnen slepen; het regende
en schudde af en toe fliuk.
Veie menscben zyn dood onder het pui»
gebleven. Het fort is oebewoonbaar en maat
regelen worden genomen om dicht by het
residentie-huis, namelijk in den tuin, een
temporak kampement op te slaan.
De commandant v&n den gouvernement*
stoomer „Arend", Van der Ham, heelt veer
ons een tent van z ilen laten opslaan en o«s
aan wat eten en drieken geholpen. By Let
groote ongeluk zyn wy er tot op ait oogenblik
nog goed afgekomen. Alle officieren en kun
gezien n zijn ongedeerd gebleven. Als er nu
maar vivres komen tn tleodgolven en aard-
scheuringen wegblijven.
MsviojW Eng.Ismen hjeft aan den oenen
arm twee breuken en aan den anderen srai
een treuk m.t een zware kneuzing Gelukkig
is heden alles gc-set en is er i i«t direct,
gevaar. Haar man (kapitein van de „Camp
buis") is op rtis. Wy zorgen nu voor ha r
en ka*r drie kin^ert-n.
Nog steeds word n dcolen te voorschijn
gehaald. Het regent i.og al en toe. Doo4sche
atilto wisselt af met zware windvlagen. Af
en toe voelen wij nog bevingen; wi; w* t
du3 wat wy neg ie wacht n hebben.
Op de enveloppe stond geschreven:
„Do nacht van 7 op 8 Januari goed voorby-
gegaan. De „Arend" vertrekt straks.
Niet de jonge mevrouw de weduwe
Harmsen, maar de oude mevrouw Harmsen
ie volgens het „Soer. Hand." te Ambon onder
een invallenden muur verpletterd geworden.
De oude dame was byna kreupel en nagenoeg
blind en is vermoedeiyk in de verwarring
door de medebewoners in den steek gelaten.
De jonge mevrouw de weduwe Harmsen be
vond zicb, tydens de ramp voorviel, te Menado.
De „J.-B." van 25 Januari meldt:
De commissie, welke zich gevormd heeft
om in dit gewest giften in te zamelen ten
behosve van de slachtoffers van de ramp op
Amboina, heeft heden voorloopig /"4000 tele-
graphisch overgemaakt aan den resident van
het geteisterde gewest.
Door de loge „De Ster in het Oosten", te
Batavh, is een bedrag van f 500 voor hetzelfde
doel beschikbaar gesteld.
Door het ondersteuningsfonds van het Neder-
laudsch-In jisch 0nderwyz6rs genootschap is
f 100 geschonken ten behosve van de nood-
lydenden by de ramp te Amboina.
Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indië
zi;n de volgende beschikkingen genomen.
CIVIEL DEPARTEMENT Benoemd: Tot
resident der Lampongsche districten, de resident
van Timor en Onderhoorigbeden J. Van Wijk.
Bij het Binnenlandsch Bestuur op Java en Madoera.
Verplaatst: Van do residentie Preanger
Regentschappen naar de residentie Rembang de
controleur ede kl. W. B. P. H Stortenbeker.
Bopaald: Dat geplaatst blijft ïu de residentie
Preanger Regentschappen de benoemde controleur
2de kl. H. Th. Kal.
Bij den post- en telegraafdienst.
Ontheven: Van de verdere vervulling der
betrekking van po8tagcat to Singapore de commies
2de kl. H. Wainsteker van bet beheer van het
kantoor te Fort-do-Kock, uiu als postagent op te
treden, do commies 2de kl. J. G. Tor Lindenvan
het beheer van het kantoor te Ampenan en over
geplaatst naar Weltevreden de commies 2de kl. D.
J. W. Dijleveld; van bet beheer van het kantoor
Telokbetong en overgeplaatst naar Weltovreden
de commies 2de kl. J. W. Van der Sluijs.
Benoemd: Tot cbof van het kantoor te Fort-
de-Kock do commies 2de kl. J. J. Van Hemert
te Padang; tot chef van het kantoor te Ampenan
de commies 2de kl. J. Van Krieken te Cbenbon
tot chef van bet kantoor to Telokbetong de com
mies 2de kl. P. L. Kcijser te Weltevreden; tot
adjunct-commies op f 50 's maands en geplaatst te
Weltevreden F. W. Rbemrev.
Overgeplaatst: Van Semarang naar Padang
do commies 2de kl. J. H. F. Piekhaar; van het
hoofdbureau naar Weitevreden de commies 2de kl.
J. N. Van Loon; van Weltevreden naar het hoofd
hui eau de commies .do kl. P. Neelmoijer; van
Banjoemas naar Soek^buemi de commies 3do kl.
H. F. E. Pool; van Soekaboemi naar Banjoenias
de commies 3de kl. W. F. M. B. Vervloot; van
Weltevreden naar Clieribun de commies 3do kl.
F. A. Th. Rhemrer.
lie vordord: 'l'ot adjunct-commies op 80
's maande F. O. M. Laprc te Rembang.
Bij de exploitatie der Staatsspoorwegen op Java.
Overgeplaatst: Van de Wester- naar do
Oostorlijneu de onderopzichter lste kl. F. A. J.
Van Os.
Ontslagen: Met ingang van 2 Februari 1898,
op verzoek, eervol uit 's landsdienst, de raadsheer
in het Hooggerechtshof van Nederlandsch-lndië
Mr. C'. S. Buys Ballot.
Bij dc Algemcene Rekenkamer.
Benoemd: Tot lsten commies, de 2de coni-
mmies L. P. O. h'oger; tot 2den commies, do 3de
commies A. J. Van Zon; tot 3den commies, de
klerk K. E. Le Grau.
D E PA RT E M ENT V AN OORLOG. O n t s 1 a g e n:
Met ingang van 8 Februari 1898, op verzoek, we
gens volbrachten diensttijd eervol en met behoud
van recht op pensioen uit Hr. Ms. militairen dienst,
de kapitein der infanterie C. J. Van Dort;
met ingang van 3 Februari 1898, op verzoek,
wegens volbrachten diensttijd, eervol en met be
houd van recht op pensioen uit Hr. Ms. militairen
dienst de majoor der genie J. G. C. Plaatenga;
met ingang van 5 Februari 1898, op verzoek
eervol uit 's lands dienst de 3de comnncs bij het
Departement van Oorlog P. K. N. De Brussel Assó.
O v e r g e p 1 a a t s tBii de lste comp. (lste veld-
batterij) te Batavia, de 2de luit. bij de 21ste comp.
art. (4de veldbatterij) te Banjoo Biroe, J J. F. A.
Beunk;
bij de 9de comp. (5de comp. vesting-art.) te Ba
tavia, de lste luit. bij de 4de comp. art. (4de berg-
battorij), geëv. van Atjeb naar Batavia, H. E.
Visscher;
by het garns -bat. der W.-afdeeling van Borneo
als post-comdt. te Singkawaug, de kapt. bij bet
5de bat inf. le Semarang, J. G. B. Beiiauwf.
Ingetrokken; Zijn overpl. naar Amboina
als kwm. van het garn. en overgepl. als kwm.
van het subs.-kader te Soerabaia, de lste luit.
kwm., kwm. van het 18de bat. inf. te Soerabaia,
J. W. Maronier; zijn overpl. als kwm. van het
13do bat. inf. te Soerabaia eu overgepl. naar Am
boina als kwm. van bet garn. aldaar de 2de luit.
kwm. o. b. bureau v d. kwm. van het subs.-kader
te Soerabaia, J. Kuyper; zijn overpl. als kwm.
van het subs.-kader te Soerabaia en overgepl. als
kwm. van bet 13de bat. inf. aldaar de 2de luit.
kwm. o. h. intendance bureau te Semarang, M.
W. Scheltema.
Benoemd: Tot adjudant bij een der corpsen
in Atjeh t.n.i. de lste luit. bij het 6de bat. inf.
F. C. Krnyt;
bij den geniedienst te Fort-de-Kock, de kapt.der
genie bij de triangulatie brigade te Batavia, L. EL
F. V\ ackers.
bij hot garn.-bat. der Z.- en O.-afd. van Borneo,
de 2de luit. bij hot L.-H. lste bat. inf. te Banjo©
Biroe, C. B. Dutry van Haeften
bij bet garn.-but. der W.-afd. van Borneo, da
lste luit. bij het R.-H. 4de bat. inf. te Djokjakarta,
G. Van Greuningeu.
Geplaatst: Bij aankomst by do troepenmacht
in Atjoh Ln.i., de kapt. der inf. van verlof uit
Nederland verwacht wordende, E. Koot;
bij naukomst bij bot garn.-bat. v. d. Z-en O.-afd;
van Borneo de 2de luit der inf. uit Nederland
verwacht wordende als zijnde bestemd voor den
dienst b. t.l. J. P. Weegewijs;
bij het garn.-bat. van Celebes, Menado en Timor,
de 2de luit. als boven L. Hansma.
Overgeplaatst: By do genietroepen te
Magelang, de lste luit. der genie te Atjeb geëv.
van Atjeh naar Batavia, F. Tombrinknaar
Padang, do kapt-, der genie te Kajoe Tanam, W.
A. J. T. Zellenaar Kajoe Tanam, de lste luit.
der genie te Fort-de-Kock, C. J. Do Bruyn.
DEPARTEMENT VAN MARINE. Benoemd:
Bij de Gouvernements-raarine, tot i sten stuurman,
de ambtenaar op non-activiteit W. F. Berman,
laatst die betrekking bekleed hebbende en geplaatst
aan boord van het ss. Arend";
tot 'dden stuurman J. A. Wijcbers en J. C. Kruyt,
daartoe ter beschikking gesteld van de Regeeriug
en geplaatst respectievelijk aan boord van de
.Reiger" en de „Glatik".
Opgave van passagiers, van Batavia vertrokken
per ss. .Burgemeester Den Tex" naar Genua en
Amsterdam: commios 2de kl. P. en T. H. H. Jan.-
sens en echtg., de beeren H. N. I.Koot en echtg.,
gep. kapt. der inf. W. C. Scbreyner, F. G. Insingr
ner, gep. luit.-kolonol van den gen. staf H. D. li.
Bosboom, G. F. J. Hamel en echtg., J. Broertjes
met echtg. en kind, H, Kruze, G. C. Van Wachem,
T. K. Zijdorveld, D Platz, C. Beyens, Kr. Mb.
militairen en schepelingen.
En dSted, Werklnr. ijji opgcaoaeit
DATUM.
DAGEN.
Volw.
pera.
Stade-
rem.
Totaal
13 Febr.
Zondag
98
24
12»
H w
Maandag.
124
20
14*
15
Dinsdag
122
26
148
16
Woenodag.
139
31
170
17
Donderdag
137
29
166
18
Vr{jdag
137
80
167
19
Zaterdap.
128
27
155
31)
Het was weer als voor drie jaar, toen zy
in het eenvoudige kamertje der predikants
weduwe met elkander zaten te praten. Het
waren ook nog dezelfde ouderwetsche meu
beltjes van toen; de oude dame had er niet
van willen scheiden en er ook in den vreemde
haar gewoon, gezellig tehuis mede ingericht.
Rozekate had haar eigen, ólógant ingericht
salon, waar zy als de eerste artiste van den
koninkiykon hofschouwburg kon recipiëeron.
Maar gewoonlijk zat zy het liefst by groot
moeder in het gezellige „nestje", zooals zy
zich uitdrukte.
„Maar ge moet ook myn appartementen
eens gaan zien, ritmeester, en myn kunst
schatten bewonderen," zeide zy, nadat zy ge-
ruimen tyd hadden zitten praten. „Juweelen
en dorgelyke sieraden neem ik uit beginsel
nooit aan, maar kleine snuisteryen, schilde
ryen, bronzen beeldjes, enz., daar heb ik er
heel wat van. Gaat u maar eons met my mode;
grootmama zal ons wel een oogenblik willen
excuseersn."
Toen zy Rozekate's élégant boudoir waren
binnengetreden, wendde zy zich met een uit
drukking van grooten ernst tot den ritmeester.
„Het was maar een voorwendsel, ritmeester;
al die dingen kunnen u niet erg interesseeren,
Maar ik zou u wel een vraag willen doen,
<iie ge my eerlyk en open moet beantwoor-
deo. Waarom hebt ge, nu drie jaar geleóen,
plotseling overplaatsing naar de koloniën
aangevraagd en waarom stondt ge gisteren
zoo koud en koel tegenover uw vriend, dat
ge niet eens de hand wildst aannemen, die
hy u bood?"
De ritmeester bewaarde een oogenblik het
stilzwygen; hy scheen door die vraag in ver
legenheid ta zyn gebracht.
„Wy hadden destyds meeningsverscbillen,"
zeide hy eindelyk.
„Dia met de wapenen moesten worden uit
gemaakt en my betroffen, ritmeester?"
Hy wendde het gelaat af.
„Nu ja, ik kon het hem niet vergeveD, dat
,by eerst uw rust verstoorde en u toen opgaf."
„Dat wae toch bittere noodzakelijkheid, een
gevolg van de omstandigheden, niet waar?"
Zy zeide het kalm en bedaard, maar in
haar oogen lag een bange vraag.
„Laten wy er niet meer over spreken,
Rezekate," zeide hy. „Je bent het nu geluk
kig te boven."
Zy glimlachte smartelyk. „Misschien
ook niet. Maar als ik destyds geweten had,
dat het geen Doodzakelykbeid was, doch
eigenbaat en berekening, die hem zyn woord
deden broken, dan zou ik de kwelliDgen van
myn hart spoediger bedwongen hebben, dan
zou myn trots my te hulp ziin gekomen."
Zy ging plotseling vlak voor hem staan
en legde haar beide handen op zyn schouders.
„En als het nu voor den vrede van myn
hart is, dat ik dit wil weten? Hy i9 weer in
myn nabyheid en wellicht wellicht bezit
hy nog de oude toovermacht over my. Ik
wil niet, dat ge ten koste van uw vriend
myn dwaas hart helpt ik wil slechts de
waarheid weten."
„Welnu dan, Rozokate - hy behoefde niet
van je af te zien; hy had slechts een ge
deelte van zyn kostbare liefhebberyen behoe
ven op te offeren, rraar di« telde hy meer
dan u. Hij was uwer niet waardig."
Zy wendde zich af en trad voor het venster.
Daar bleef z'ö geruimen tyd staan, in gedach
ten verloren. Toen keerde zij weder ntar den
ritmeester terug en reikte hem beide handen;
haar gelaat was ble6k, maar kalm.
„Ik dank u, myn vriend. Een oogenblik
was het bittor, maar nu nu ben ik ook
geheel en al genezon."
Ferdinand Olpen had de belofte, welke hy
zyn zuster had gedaaD, gehouden. Sedert
de zes weken, die hy nu rteds be Müacken
vertoefde, had hy zich veel moeito gegeven
om by de jonge weduwe in gunst te komen,
d. w. z. hy was Taak in haar nabijheid, be
toonde zich een zeer galaDt ridder en trachtte
op alle wyzen haar opmerkzaamheid op zich
te vestigen. Dat viel hem eok niet erg moeilyk,
want by wzooals by zelf irenisch zeide,
een veelbereisd man, die avonturen had
beleefd, boeken had geschreven en nu zelfs
met zyn vriend Kempen aan het hof ont
boden, was om daar ver6lag van zyn weder
waardigheden te doen.
Dit alles maakte hem tot een soort beroemd
heid en verzekerde hem in het byzonder de
gunst der dames. Hy had nu ook geleerd
met haar om te gaan; by bad niets meer van
de verlegenheid en de linksche manieren,
die hem vroeger eig»>n waren. E^n voorname
rust gin< thans van hem uit, vermengd met
lichten spot. Op mrs. Eden maakte hy al
ee i by londer-rT: indruk en hij was rrisschisn
wel de eerate, dis dat van zichzelf zeggen kon.
De?.ö vrouw van de wereld,-dj» spo;dig weder
hwt oude terrein veroverd had en de ster
der Münchener gezelschappen was, scheen in
zyn tegenwoordigheid dikwyls eenigszlns
ernsHg en bevangen; zij vracjde zyn ^pot.
Zooveel was zeker, kokGtteeren deed zy met
hem niet. Vond hy nu workeiyk behagen in
haar betooverend wezen en haar pikanten
omgang, of wilde by baar dlechts verhinderen
haar metten weder uit te werpen naar een
van haar vroegere bewonderaars? In elk geval
was hem dit laatsto gelukt. Miss Ellen schonk
Werner Antoni gsen opmerkzaamheid meer;
sy giDg in gezelschap geheel onbevangen met
hem om en niets duidde op wat er vroeger
tusschen hon was voorgevallen.
Margarets kon gerust zynhaar geluk zou
niet gestoord worden door dö bekoorlijke
weduwe, want ook Wc-rnc-r scbeen volstrekt
geen belangstelling meer voer haar te ge
voelen. Maar geheel en al gerust was Marga
rets bog niet; er was iets, dat hiar kwelde
en dat haar er zo* bleek en ïydend deed
gaan uitzien, dat haar omgeving haar met
bezorgdheid beschouwde. Maar alle vragen
dienomtrent wees zy glimlachend af.
Mevrouw Antoni was van eon voimame,
edele natuur; z(j was niet spoeciig tot wan
trouwen geneigd, maar zy had zich van af het
begin van haar huwelyk reeds met de go-
dachto gepynigd, dat zy niet by haar man
paste, aat hy 2ich een jongere en mooiere
vrouw had moeten kiezen. Het was ook geen
vurig vorlangende liefdo geweest, die hy voor
haar gevoelde, toen hy ha^r vroeg zyn vrouw te
worden, doch slechts warme toegenegenheid,
het verlangen naar kalme rust in haar
sympathieke nabyheid. En hy had vrede en
rust by haar gevonden; zy was hem zyn
Muze geworden; haar hand had hem den
juiaten weg gewezen voor de ontplooiing van
zyn talent. Maar was dat genoeg voor een
krachtige, vurige mannennatuur, voor een
kunstenaar, die liefde behoefde om in geest
drift te ontsteken?
Eenmaal moest zyn hart ontwaken en
dan dan was zy de boei, die hem knelde,
zy, die hem Hefhad boven alles.
Det was het aogetspook, hetwelk Margareli
in haar echt vervolgde. Tot nog toj vras het
slechts een schaduw geweest, maar nu had
het e-n gedaaito aangenomen en deze ge
daante beetto Diet Ellen, maar Rozek3te.
Was het wonder? Deze beide menscben,
beiden jong en schoon, bc-iden vereenigl in
hot streven naar het ideale, beiden vel vuui;,
en geestdrift, bel oerden niet te zamen ala
door e^n n Tuurwet?
Wordt vervolgd.)