N\ 11656 Dinsdag 22 Februari, 1098 eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Eerste lilad. Feuilleton. ROZEKATE. LEIDSCH PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 maanden. i 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Notnmera0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: "Van 1—6 regals f 1.05. Iedere regel meer f 0.I7J. Grootere letters naar plaateruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Dit nommcr bestaat uit TWEE Bladen. OlHciëele KenniegevingeiL Da Bnrgomeester der gemeente Loiden Brengt ter hlgemeene kennis, dat de heretomming ter benoeroiDg ysd éóo lid van den Gemeenteraad in het 2de Kiesdistrict van Leiden zal plaats hebben op Dinsdag den 22ston Februari 1898, van de8 voormiddags aoht tot d.s namiddags v ij f n r e n. Do namen der oandidateo, in alphabetiache erde, zijn als volgt: Dr. TH. O. DEN HODTEE. W. F. VERHEY VAN WIJK. Art. 123 van bet Wetboek van Strafrecht luidt: „Hij, die, opzettelijk >.ich voor c-eo andir uitgevende, aan eon kr&cbtens wettelijk voorschrift nitgoachreven verkiezing de-1 neemt, wordt t eetraft met gevangenis straf van ton hoogste één jaar." Tevens wordt ter kennis van de stemgerechtigden in het 2de kiesdistrict gebracht, dat op den dag der hers'emmicg, 22Febraaria. s., ter Gemoente-8ecretarie btemkaarton verkrijgbaar zulleu worden gesteld van des morgens acht tot des namiddags v ij f uren. Leiden, De Burgemeester voornoemd, 17 Febr. 1898. F. WAS. Leiden, 21 Februari. Het jaarver lag van de Leidsche Studenten- Toynbeevereeniging over höt Academiejaar 1896 1897 maakt melding, dat de toestand niet is zooab dez? wezea moet. Het btzoek van de Leeszaal was nitt groot, welk slecht fcezotk ook op de commissarissen terugwerkte. Eet bestuur schtyft dit toe aan den benepen financiü.len toestand, hetgeen vooral aan de burgery wordt geweten. De student-n blyven flink bjjdragcn. De slechte financiën zijn oorzaak, dat or geen toeken voor de bibliotheek kunnen worden aangeschaft en geen abonnement op bet Nieuws van den Dag k n worden genomen uit vrees voor overschrijding dor uitgaven. De bekrompen behuizing is mede corzaak \au dezen stilstand. Het lok al met ingang dcor e^n confectii-winkel is klein en valt weinig in het oog. Toch is het niet ongezellig. Zoer optimistisch is het bestuur over de werking van de bibliotheek; over do 4000 loeken zijn uitgeleend. Van wegraken van boeken is geen s; rake, hetgeen voor eon groot deel te danken is aan de goede administratie vtn den bibliothecaris Cornet. Aan fogingen, om de belangstelling aan te wakkeren, heeft k» t dit jaar niet ontbroken. In November 1896 werd een damwedstrtfd gehouden, die goed van stapel liep Mr. Elout was verder zco vriendelijk, een verlooning to geven met lichtbeelden, afbeeldingen uit Indiö, waarbij hij een verklaring gaf en aan vele bezoek ra en bezoeksters etn aangenamen avo id verschafte. Dan werden door studenten cursussen ge geven in Duit8ch en Eogelsch, welke vrij goede resultaten opleverden. Voor enkelen, die ze bijwoonden, waren zo een voorbereiding voor e6n verblijf in den vreemde, waarheen ze dan ook zijn vertrokken. Het is te hopen, dat in d-.ae richting meer en meer zal worden gedaan door studenten. Het aantal leden is niet hooger geklommen dan 179. Van den financiëelen toestand is het vol gende te vermelden. Batig saldo 1896f 33.77* Inkomsten 1896-1897 697.295 f 731.07 Uitgaven 1896-1897. 729.735 Batig Baldof 1.335 Met bijzonderen nadruk vestigen wij de aandacht van hen, die niet teekenden op de daartoe circuleerende lijst van het z. g. Armen-Concert van „Sempre Crescendo", op 1 Maart a. s., op bedoeld concert. Zooals uit de advertentie in het vorig nummor van dit blad biykr, zal daarop zich doen booren do pianist Harald Bauer, uit Parijs. Dezen jongen man, die in den winter te Amsterdam en Den Haag optrad, is het gegaan als het Boheemsch Quartet. Men kende hier te lande zijn naam met en slechts éénmaal had hij gespeeld of critiek en publiek der hoofdstad vereerden in hem een der grootste uitroe iende kunstenaars van dezen tijd. Het was na zijn tweede optreden te Am sterdam in November 1,1dat de heer Mann in overleg met het bestuur van „Sempre Crescendo" zich van zijn optreden alhier op het Armen Concert verzekerde. Bauer zal het 2de concert van Saint Saens met orkest, en Chopin's G-moll Ballade en As dur polo naise spelen. Het orkest zal ditmaal gehoor geven aan een lang geuiten weDsch van vele bezoekers om een Beethoveüsche symphonie uit te voeren (de 4de) on geeft bovendien de eerste uitvoering in Nederland van een interessante suite van Jan Brandts Buys, don hoogbegaaf den componist van de „Nachtliedjes". Mendels sohn's Atbalia-ouverture besluit den avond. De IUliaanscbe violist Arrigo Serato, de voor twee jaren op „Sempre" optrad, zijn eerste optreden hier te lande, en zoowel hier als later in andere steden met onstuimigen bijval werd begroet, zal de solist zijn van het tweede Invitatie Concert in April. Onder de studenten in de theologie te Leiden is opgericht een Voreeniging van Vrijzinnige Theologen. Zy stelt zich ten doel: stichting en voorlichting op den grondslag van het vrijzinnig godsdienstig beginsel. Dit doel tracht men te bereiken: lo. door vergaderingen der leden alleen, waar de werkzaamheden zullen bestaan uit een Bijbellezing: een leziQg of inleiding over een of ander onderwerp, met de theologie verband houdend, met volgend debat, en wat verder ter tafel mocht worden gebracht; 2o. door vergaderingen, waar een spreker wordt uitgenoodigd, om een lezing te houden over een der onderwerpen, die hem ter keuze zijn opgezonden. Op deze tweede soort van vergaderingen kan ieder lid een zeker aantal professoren en studenten als gasten medebrengen. Prof. W. C. Van Manen heeft zich op ver zoek welwillend bereid verklaard, om voor zitter en leiier der vereeniging te zijn. Ongeveer alle studenten van vrijzinnige I richting to L' iden hebben zich aangesloten. Da Fransche mail wordt hedenavond alhier verwacht. Morgen, Dinsdag, viert de oud-minister mr. O. De Vries Az., die den 22sten Februari 1818 te Haarlem geboren werd, waar zijn vader, Abr. De Vries, Doopsgezind predikant was, zjjn S08ten verjaardag. Hy promoveerde te Leiden tot meester in de rechten den 18den December 1839 en tot doctor in de letteren den 17den Juni 1849. Zijn voornaamste weten8chappeiyke werken bewogen zich op rechtsgeleerd-administratief gebied, met name: „De wetgevende macht der plaatselijke be sturen naar art. 153 der Grondwet" (in 1846 tweemaal uitgegeven) en „De zeeweringen en waterschappen van Noord-Holland", versche nen in 1864 en later (1S94) in een tweede uitgaaf bewerkt door jhr. mr. J. W. M. Schorer, destijds Commissaris der Koningin in Noord- Holland, thans vice-president van den Raad van State. In vele gewichtige betrekkingen heeft mr. De Vries het land groote diensten bewezen. Na eenige jaren griffier der Prov. Staten van Noord-Holland geweest te zyn, werd hy lid van den Raad van State en bleef dit tot in den zomer van 1872, toen hy, na Thorbecke'e dood, geroepen werd tot het formeeren van een nieuw ministerie. Hyzelf aanvaardde daarin de portefeuille van justitie en koos zich tot ambtgenooten de heeren Fransen van de Putte, Geertsema, Van Delden, Van Lim burg Stirum, enz. Een wyziging van de rechterlijke indeeling, door hem voorgesteld en met talent verdedigd, kwam echter nitt tot stand; in 1874 trad het geheels ministerie af en werd opgevolgd door het ministerie- Heemskerk. Het volgende jaar werd de heer De Vries te Amsterdam tot lid der Tweede Kamer gekozen en bleef dit tot 1877, toen hy wederom benoemd werd tot lid van den Raad - van State. Op dit oogenblik is hy Staatsraad in buitengewonen dienst. Hooggeacht om zyn veelzydige bekwaam heden op rechtsgeleerd gebied, was hy in vroeger jaren lid en voorzitter der Neder- landsche Juristenvereeniging. De Koninkiyke Academie van "Wetenschappen telt hem onder baar oudste leden, sinds 1888 rustend. In de verhandelingen der Academie vindt men van z()n hand: „Do kaart van Hollands Noorder kwartier in 12S8" (1865) en „Het dyks- en molenbestuur in Hollands Noorderkwartier onder de grafelyke regeering en de republiek." (1876). Geiyk men weet, is mr. G. De Vries Azn. een broeder van wylen den Leidschen hoog leeraar dr. M. De Vries en de vader van den Amsterdamschen hoogleeraar dr. Hugo De Vries. Nv. d. D.) Hot orgaan van de Vereeniging van Handelsbedienden „Mercurius" te Rotterdam geeft in baar jaarverslag van Zaterdag 19 Febr. 11. het volgende bericht: In het afgeloopen jaar werden als Candida- ten voor het lidmaatschap van „Mercurius" voorgesteld door: het Hoofdbestuur 68, A. H. Van den Oever 20, J. G. Macquelin 13, J. Van Zee 10, R. Maathuis Jr. 9, J. F. Van Meeuwen Jr. 8, P. Fontein 5, J. Doorn 5, J. Gompel 4, 3 leden ieder van 3 9, 21 leden ieder van 2 42, 67 leden ieder van 1 67, totaal 260 leden, zoodat de door het hoofdbestuur uitgeloofde prys (een boekwerk ter waarde van circa f 10) behaald la door den heer A. H. v. d. Oever, en de premie (een boekwerk ter waarde van circa f 5) door den heer J. G. Macquelin. 1 Nov. 1897, den dag waarop de heer F. M. De Vries van Heyst zyn 25-jarig ambts- feest als burgemeester van Delft vierde, werd hem door een commissie namens de burgery aangeboden zyn buste in gips, gemodelleerd door den heer E. Lacombló, mot de toezegging dat dit gipsen beeld vervangen zou worden door een marmeren. Thans is ciit gereed en werd het Zaterdagmiddag in tegenwoordig heid van de commissieleden en de leden van den gemeenteraad, dm burgemeester, ia tegen woordigheid zyner familie, aangeboden. De voorzitter der commissie, de heer J. M. De Kuyser, het oudste lid van den gemeen teraad, sprak den burgemeester toe en bood hem de voltooide buste aan als een bltfk van erkent9iykheid voor de goeie behartiging der gemeentebelangen. Na een daverend applaus nam de heer D9 Vries van Heyst het woord en betuigde nog maals zyn hartelijken dank voor dit kewys van sympathie. Hy meende dit geschenk mem te moeten beschouwen als een blyk van persoonlyke belangstelling, dan wel als een erkenning van zyn pogen om de gemeente stee :8 zoo goed mogelyk te dienen. De burgemeester dankte hierna alle aan wezigen voor hun belangstelling, waarna de plechtigheid afgeloopen was. De buste, levensgroot uit wit marmer ge houwen, is uitstekend van gelykenis; het voetstuk is van zwart marmer, terwfil etn zuilvormig bovenstuk het borstbeeld draagt. Op de zuil is met gouden letters geheeld houwd: 1872. F. M. De Yries van Heyst. 1897. De busto is geplaatst in do kamer van het dagelykscb bestuur. HH. MM. de Koninginnen woonden gister- voormiddag de godsdienstoefening by in de Groote Kerk te 's Gravenhage onder gehoor van dB. Weitor. Op de uitgeschreven prysvraag voor een gedenkteeken ter eere van H. M. de Koningin- Regentes op het Regentesseplein te 'a-Graven- hage, zyn tien ontwerpen ingekomen. Men bericht aan het „Hbl." uit Haarlem, dat de Minister van Waterstaat het nieuwste groote plan van het Holl. spoor tot ombouw van bet spoorwegstation aldaar heeft afgekeurd wegens de groote kosten. De minister-resident te Pekiog heeft de aandacht onzer regeering gevestigl op de goede kansen, die er in 't algemeen voor spoorweg-ingenieurs bestaan, om iu (ftinaop biliyke voorwaarden plaatsing te krijgen. Men meldt uit 's-Gravenhage, dat de heer A. Van Ginkd, gepensionneerd hoofd commies by het departement van buiteniand- sche zaken, hedennacht 07erl.den is. De uitslag van de herstemming voor eon lid in het hoofdbestuur van het Nederlandsch Onderwyzersgenootschap tusschen de heeren C. F. A. Zernicke en L. Nooter, beiden te Amsterdam, is, dat eerstgenoemde gekozen is met 1218 stemmen. De heer Nooter verkreeg 724 stemmen. In „Ü9 Sociaal-democraat" verklaart mr. P. J. Troelstr3, dat, aangezien de Kamerloden niet gedwongen zyn ty de inhuldiging der Koningin te verschynen en den eed af te leggen, by daarby niet aanwezig zal zon. Door B. en Ws. is by den Rotterdamschen gemeenteraad een voorstel ingeiiend, om twee nieuwe scholen, een voor u. 1. o. en een voor m. u. 1. o. voor meisjes te bouwen, en wel ter vervanging van twee zulke scholen, welke on geschikt geacht worden. Als plaats voor die nieuwe scholen stellen 13. en Ws. voor de Voorschoterlaan te Oud-Kralingen en de Prins- Hendrikkade op Feyenoord. De grond aan de Voorschoterlaan kan worden aangekocht a f 14.50 per M2.; die aan de Prins- Hendrikkade bedoeld is reeds eigendom der gemeente. Do gemeente Rotterdam zal zich op het congres voor hygiëne en demographie, van 10 17 April te Madrid to houden, lat.n ver tegen woordigen door dr. H. J. Van 't Hoff, schtikunuige-bacteiioloog by de gemeentelyko drinkwaterleiding. In een ingezonden 3tuk in het „Deventer Volksblad" wordt een scbryven van denbeer J. Van Locnon Martinet medegedeeld, waarin deze de Volksparty aanraadt by do herstem ming voor de Twee Je Kamer den heer Van Delden te stemmen. De vryzinnige vereeniging „Deventer" en de kiesvereeniging „Waarheid en Recht", te Deventer, bebb=n besloten de candi latuur van den heer Van Delden ty de herstemming to steunen. Naar het „U. D." verneemt, heeft mr. H. Royaards van Scherp .nzeel o. a. gtlegateerd aan de diiconb eer Ned. Herv. Gemeente te Utrecht een bedrag van f 5000. De toebereidselen voor de a. s. maske rade te Delft vorderen goed en maken hot zeer waarschynlyk, dat het 10de lustrum van het Delftsch Studentencorps op waarrigo wyze zal worden gevierd. Het terrein van den „Stads Doelen", waarop de feesttent zal worden geplaatst, levert reeds een aanblik van drukke werkzaamheid. Het definitief aantal studenten-deelnemers bedraagt thans 83. De drukke werkzaamheden van den Senaat brengen mede, dat aan dit college een ztsdo lid is toegevoegd, nl. de heer S. Cramer uit Voorburg. Senator Cramer zal medio Maart in functie treden. Men meldt uit Brussel, dat de interna tionale suiker conferentie, ten gevolge van de door Frankryk aangenomen houding, voor onbepaalden tyd is uitgdsttld. Door de commisie van de Studenten sociëteit te Utrecht werd dezer dagen een algemeene vergadering belegd, waarop door den praeses het mandaat der bouwcommissie, die uit vyf leden zou bestaan, werd voorge legd, en dat luidde als volgt: 1. de bouwcommissie gaat e.n bypotbeaire leening aan tegen 3 pet., groot f 125,000. 25) Wat waren haar wangen, waarop rozen van koorts bloeiden, smal! Hoe schitterden haar oogen! En wy zouden dat arme wezen wederom in de wereld jagen in dien maal stroom, waar geen rust voor haar wasl Nimmer! Ik liet my niet meer scheiden van haar, al zou ik ook zelf het buis moeten verlaten. Plotseling werd ik opgeschrikt door een luiden kreet van myn schoonzoon. Hy was op de sofa toegesneld, waar myn man bewus teloos was neergezonken. Zyn gelaat stond geheel verwrongen, zyn oogon staarden, als van glas, ons zonder esnige uitdrukking aan. Wy beproefden allo iniddeleo, om hem weder tot bewustzyn te brengen; toen dit ni'.t hielp, ontklesdde ik hem met behulp van myn schoonzoon en legden wy hem te bod. Myn schoonzoon spoedde zich met het rijtuig, dat by op straat had staan lateo wachten, naar de stad, om ons een geneesheer te zendon. Anno en baar kind bleven natuurlyk by my. Er werd spoedig een kamer in ge reedheid gebracht, waar zy het kind kon brengen en zelf wat bekomeD, want zy was van ontroering ten doode uitgeput. Iütusschen Zat ik by myn zieken maD, die daar nog altijd bewegingloos ter neder lag, al gaven cok e?n onrejtlm^tige ademhaling en zyn folsslag bowys van leven. Toen de doktor er was, zette hy een ernstig geziebt en verklaarde, dat de onmacht een hovige beroerte was. Elndeiyk, na heel veel moeite, ontspanden de trekken zicb, het bewustzyn keerde weder, maar de eene helft van het lichaam was verlamd, evenals de tong. Hy kon slechts onduidelyk iets brab belen. Do dokter schreef vóór alles rust voor. En toen zat ik geheel alleen by hem in de donkere slaapkamer. Geen ander geluid was er in hot stille huis te hooren dan de zware ademhaling van den zieke; slechts nu en dan sloop myn kind met zachten tred naar de deur, om naar den toestand haars vaders te vragen. Ik zag haar lief gelaat, ik wist haar veilig in het ouderiyk huis en, trots den ern8tigen toestand, kwam er toch een gevoel als van diepen vrede over my, een gevoel van rust. Laat in den avond keerde myn schoonzoon nog eens terug, om my voor den nacht zyn hulp aan te bieden. Ik nam die gaarne aan. Het was my een troost, hem in de stilte van den nacht naast my te hebben. Hy had zulk een kalm, ernstig uiteriyk, een goed gezicht, al toonde het ook sporen van vermoeidheid en hardon levensstrijd. Tegen den morgen de zieke had eenige uren lang rustig geslapen wilde myn schoonzoon zich zachtjes verwyderen; maar alvorens te gaan, trad hy nog eenmaal aan het bed van myn man, om nog eens naar bem te zien. Plotseling sloeg deze de oogen op en in volle bewustheid keek hy myn schoonzoon in het gelaat. Zyn trekken spanden zicb, hy bewoog do lippen, maar geen geluid kwam uit zyn mond. Langzaam hief by de eene, gc-zonde hand op en myn schoonzoon greep die met een warmen druk. Even sloot by do oogen weder; daarna poogde by het hoofd op te heffen en keek zoekend in het rond. „Wenscbt gy uw dochter te zien?" vroeg Stavemann hem op zachten toon. De zieke knikte. Terstond snelde myn schoonzoon heen, om Anne te halen. Toen het wat lang duurde, eer zy kwam, keek myn man m6t vorschend ongeduld naar de deur. Eindelyk kwam zy en knielde snikkend voor het bed neder. "Wederom vertrokken zich de spieren van zyn gelaat; zyn borst zwoegde onder de zware ademhaling, zyn lippen bewogen zich en „Anne.... myn kind!" klonk het eindelyk. Daarop was het eenige minuten stil; alleen Anne's SDikken klonken half gesmoord in liet kussen. De eene hand van myn man lag op haar hoofd. Er was eon waas van heiligheid om die verzoeniDg tusschen vader en kind. Langzaam aan genas hy onder onze trouwe verpleging, waaraan myn schoonzoon deel nam, zooveel als in zyn vermogen was. Toen bjj eindelyk afscheid van ons moest nemen, wist hy, dat vrouw en kiDd by ons goed geborgen waren en dat w(j ook bem hadden liefgekregen. De winter, die nu ver streek, was zoo kalm en vreedzaam, als ik er oog nooit een bad beleefd. Welk een verandering had er met myn man plaats gehad! Hy was zyn overtuiging riet ontrouw geworden, maar de liefde, het Goddelijk vuur, was in hem ontvlamd en leerde hom, anderen met zachtheid te beoordeelen en te verstaan. Geeu oogenblik wilde hy nu zonder zyn kind wezen. Dikwyls hiDg zyn blik vol van angst aan haar gelaat, dat sttods bleeker en smaller werd, hoewel haar lippen lachten en in haar oogen een heldere, bovenaardscho glans lag. Acb, hoe ons het hart ook bloedde, wy zagen duidelyk, dat dit jonge leven ten einde neigde! Eq toen het lente werd en de nachtegaal zyn lied zong en aan boom on struik duizend knoppen ontloken, toen ging ons kind ter ruste." De predikantsweduwe hield op met spreken. Rozekate, die aan haar voeten lag geknield, verborg weenend htt gelaat in haar eehoot. „Moeder, arme moeder!" klonk het smartelijk. „Myn schoonzoon", vervolgde de oude dame na eenige oogenblikken, „had baar nog de oogon toegedrukt en nu lag ?y daar,meteen zoo vreedzame, zoo gelukkige uitdrukking op het gelaat, als bal er steed3 zonneachyn om dat jeugdige hcofd gespeeld. En gelukkig, zonder onvergulde wenachen, was ook haar ziel geweest in de laatste maanden haars leveo. Het onrustige jagen en dryven van baar hart was voorby; zy was moede ge worden na die verterende ziekte. Zy bad vrede gemaakt met alles, had nog zooveel liefde gegeven en ontvangen en wist haar dochtertje in gosde hoede; zy is ontslapen als een vermoeid kind. Haar dood gaf echter tevens myn man den laatsten knak. Drie maanden later begroeven wy hem naast zyn kind. Nu was lk geheel alleen." Wederom hield de oude dame even op. Rozekate streelde baar handen „Arme groot- moedor!" „Ik mo9st," vervolgde de predikantsweduwe, Bde pastorie verlaten en kwam herwaarts, in een my geheel vreemde woreld. Als ik toen Ro8ekate niet had gehad! Als haar lief gezichtje, haar heldere kinderlach, haar klein, toeder hartje myn kommer niet hadden getild l Ik ben ryk geworden door haar, myn zorgen en myn verpleging heeft zy my duizendmaal beloond. Maar toen ik haar gooter zag wor den en zag, hoe zü steeds meer op haar moeder ging gelyken, zoo uiteriyk als van karakter, toen ik in haar handen de boaken zag, die ik ook eenmaal in handen van haar moeder hal gezien, toen werd ik door een verlammonden angst aaogegrepon of niet ook in haar ziel die onbedwingbare drang zetelde, die haar moeder in de wyde woreld had ge dreven en op het doornig pad der kunst ge voerd. Angstig heb ik alles van haar vorwy- derd gehouden, wat dien drang had kunnen wakker roepen. God zy geloofd, du is ook deze angst voorby - Rozekate gaat oen veilige haven binnen." In een élégant en smaakvol gemeubelde kamer liep luitenant Van Eschenbach met groote stappen op en neer. Er lag een wolk over zyn voorhoofd verspreid en met toornig ongeduld beet hy op de punten van zyn knevel. Wordt verv ol d.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 1