N\ 11655 feze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering yon <§pn- en feestdagen, uitgegeven. Derde Blad. Jfeuilleton. ROZEKATE. Maandag SI Februari. A°. 189b PBUS DJEZEB COHaAHT; Voor Lolden per 3 maanden» M.m jfranco por post1.40. AftonderlOke Nommers 0.06. <®EUJS DEB AEVERTEN T1ÜK ^an 1—6 regtb f 1.05. Iedere regel meer J 0.17}. OrooterO letter* naar plaatsruimte, wordt f 0.05 berekend. Voor bet in caseeer en buiten de.stad Finandëele Kroniek. De afgeloopen week bracht op de Am3lerdamsche Bears een verrassing zooals er gelukkig maar weinig voorkomen, een verrassing waarvan de beteekonis eigenlijk neerkomt op een plotselinge bedreiging van het Nederlandscho kapitaal, hetwelk de petroleum-industrie in Nederl.-Indië heeft helpen ontwikkelen. Dit kapitaal wordt in gevaar gebracht door een handeling der Moeara-Enini-petroleuni- maatschappij, welke voorpei»er.S Is ter wille eener oogen schijn lijk zeer gunstige aanbieding door de machtige Amerikaansche Standard Oil-Co., haar positie te verkoopen, zoodoende het paard van :i'roje binnen to halen (de Trojanen zijn er indertijd door hun onnoozelheid deerlijk ingeloopen), waardoor een ernstig gevaar voor een hevige concurrentie Yoor de Indischo petroleum-industrie zou ontstaan. De aanbiedingen, door de Standard gedaan, om de Moeara-Enim in een nieuwe maat schappij te doen overgaan, mogen oogcnachijnlijk zeer voordeelig blijken in de oogen van heden- daagsche Trojanen, doch de slimme Yankees doen nimmer een aanbieding, wanneer zij er niet hun voordeel in zien, on de aard van dat voordeel is gemakkelijk te doorgronden, liet doel is niet anders dan om in indië vasten voet te krijgen, den marktprijs der olie zoodanig te drukken, dat alle concurrentie onmogelijk wordt en de meeste ondernemingen er het hoofd zullen bij moeten neerleggen. Dan zal het voor de Standard Oil Co. weinig moeite zijn, oin de Indische ondernemingen voor een gering bedrag in handen te krijgen, om daarna met de olieprijzen te doen wat haar het voordeeligst lijkt. Het is nu do vraag «f aandeelhouders der Moeara-Enim ter wille van een voorgespiegelde betere positie, of verblind door den voorgespiogeldon hoogen koers van overneming der aandeden (waar toe de Standard echter volstrekt niet verplicht is), den gevaarlijken vijand zullen binnenhalen en do geheele Indische petroleum-industrie in gevaar brengen. Wellicht zullen zij voorbijzien, dat de Standard Oil Co., die voor geen middelen, van welken aard ook, terugdeinst, wanneer zij de Moeara-Enim in haar macht heeft en haar mis schien voorgoed zal hebben geknakt, best ,in staat i3 deze laatste maatschappij dan aan haar lot over te laten, al zou hiermede het kapitaal gemoeid zijD, hetwelk de Standard in do Moeara gestoken heeft, want dit is voor do machtige Amerikaansche Maatschappij van niet het minste belang. Dat de Standard dien weg kan - en misschien wel zal bewandelen, valt uit meer dan één punt af te leiden. De Moeara-Enim toch zal in het vervolg geen otiafhaukelijke positie meer innemen, zij zal worden geëxploiteerd door, en op de wijze zooals de Standard dit goeddunkt. De Standard heeft het dus in haar macht, om do olie-productie der Moeara-Enim tot eiken prijs van de hand te doen, en aangezien de Moeara, wat haar winst betreft, voortaan alleen aange wezen zal zijn op het aandeel, hetwelk zij in de nieuwe Maatschappij heeft, zal het voor de aan deelhouders zeer onzeker zijn of zij veel of nieta zulleu bekomen. Mocht het dus gebeuren, dat door (kunstmatige) daling van den petroleumprijs een teleurstellend resultaat voor de Moeara mocht zijn verkregen, dan zullen de aandeelen Moeara wel voor andere koersen dan 300 pCt. van de hand worden gedaan! Wat bij deze aangelegenheid onaangenaam aandoet, is de overweging of het werkelijk mogelijk zal blijken te zijn, dat de aandeelhouders der Moeara Enim het zóó ver zullen laten komen, dat de Nederlandsch-Indische petroleum-industrie tot een moordende concurrentie zal worden genood zaakt. En is de weinige doortastendheid welke onze natie kenmerkt, niet to betreuren? "Want de aangewezen weg ware toch, dat do groote en bloelende petroleum-ondernemingen in Indië, on- middellijk zouden trachten de meerderheid van het aandeelenkapitaal der Moeara-Eoim te verkrijgen, al moesten zij zich daarvoor nu eens grooto op offeringen getroosten, ten einde daardoor het plan der Standard Oil Co. te verijdelen. Waarom zouden de Indische ondernemingen het voorbeeld der han dige Amerikanen niet kunnen navolgen (en daar voor is het nog niet te laat) door één groot ver bond te sluitéHi-^oa-eintfé aaneengesloten tegen over concurreerende manoeuvres pal te staan en het beheer over hun markt te behouden, desnoods met tijdelijke opoffering van een winstgevend bedrijf? liet is der Standard Oil Co. uitsluitend te doen, om de Indische markt geheel onder den duüa-tA' krijgen, ten einde de aileenheerscbgp*rij te blijven voeren, en wat zij voor dit doel overheeft en welke middelen zij daartoe aanwendt, heeft haar gedragslijn tegenover tal van maatschappijen in Amerika op afdoeBde wjjze aangetoond. Overal is haar dit echter niet mogen gelukken, daar bijv. eon groote petroleum-maatschappij in Baltimore, de concurrentie met de Standard op krachtige en zeer looDende wijze heeft kunnen volhouden, hoe wel eerstbedoelde maatschappij niet over een bui tengewoon groot kapitaal beschikt, waaruit dus volgt, dat het enorme kapitaal der Standard Oil Co. volstrekt niet als een onoverwinnelijk wapen behoeft te worden beschouwd. Het is dus zeker niet als een uitgemaakte zaak te beschouwen, dat de Indische ondernemingen den strijd niet zouden kunnen volhouden, terwijl nog tegenover alle on- guustigo meeningen de volgende cijfers kunnen worden aangevoerd. De uitvoer van Amerika naar Nederl.-lndië is, sedert de ontwikkeling der Indi- sclio petroleum industrie, belangrijk verminderd. Volgens Amerikaansche statistieken zijn de ver schepingen uit Amerika in 1897 van 1,854,000 tot 1,483,000 kisten teruggegaan, waarbij nog nioet worden opgemerkt, dat deze verschepingen in het tweede halfjaar van 1897 slechts uit twee ladingen bestondeu, te zamen ruim 111,000 kisten omvat tende. De oorzaak hiervoor is gelegen: lo. in de buitengewoon lags productiekosten in Ned.-Indiö, '2o. in de hooge vrachten van Nieuw-York, waar door da 'Amerikaansche petroleum met 55 cents per kist wordt verhoogd, en zij oen to zware concurrentie zou hebben te voeren." Met dezo cijfers voor oogeB behoeft het dan toch zeker niet tot de onmogelijkheden te behooren, om de Amerikanen buiten de Indischo markt te bondon, en zoo daartoe tijdelijk zwaro offers zouden geëischt worden, blijft toch het vooruitzicht, dat zij ten slótte het gebied in het geheele Oosten aan de Indische petroleum-industrie zullen moeten overlaten. Men zon nu echter tot de conclusie kunnen komen, dat het voor de Standard Oil Co. veel gemakkelijker en voordeeliger is, om de Indi sche markt met haar eigen (Indische) olie te drukken, waardoor dan de meer kostbare toevoer van olie uit Amerika onnoodig zou worden. Het is voorloopig aan de aandeelhouders der Moeara- Enim, om de mogelijkheid daartoe te verijdelen. De slingering der aandeelen idoeata-Eniiu staat natuurlijk in verband met de lang niet malsche beschouwingen en critieken, waarmede het plan ten Beurze en in do couranten is ontvangen, ter wijl de scherpe daling der aandeelen K o n i n k- 1 ij k e natuurlek een uitiDg was der vrees voor inmenging der Standard Oil Co. in de Indische industrie. Aandeelen Hollandsch-Rumeensche Petroleum-Mij namen aanvankelijk een goeden sprong voorwaarts, op het bericht, dat een buiten gewoon rijk springende bron was aangeboord. Deze pelroleum-ge8cbicdenis bracht begrijpe lijker wijze heel wat consternatie op de Beurs teweeg, waarvan echter weer goudm ijn-waarden konden proiiteeren, aangezien de speculatie onmid dellijk Deiging toonde, om petroleum legen goud om te ruilen. Het ontstaan van maatschappijen tot exploitatie van goiidhoudende gronden neemt bij den dag toe, terwijl nog eenige kleine combi naties in beperkten kring, in de laatste weken werden gevormd, om pas verkregen vergunningen tot onderzoek te gaan bewerken. Pandbrieven No r t h-W estern Hypotheek bank waren aanvankelijk in betere stemming, ten gevolge van geruchten, dat de kansen op een bevredigende oplossing beter stonden en toetreding der pandbrieven op ruimer schaal plaats vond. Daarenboven moeten uit Spokane gunstige be richten ontvangen zijn, hoewel dan echter te verwachten was, dat men niet zou hebb*?. ge draald met deze werel^kmïdig to maken. Aan deelen A-ïïrêTï k a a n s c h e Stoomvaart liepen belangrijk hooger ten gevolge van allerlei geruch ten, waaronder voornamelijk die van een verwacht wordend dividend van 7 (zeven) percent! Het is niet onmogelijk, dat tocfr eenig dividend ter uit- keering zal komen, doch do daaromtrent verno men bijzonderheden zijn nog niet ter openbaar making bestemd. De Amerikaansche Spoorwegmarkt opende in een ongunstig en ongedecideerd karak ter. Nieuw-York verkeerde in opgewonden toestand ten gevolge van een opkomende gespanuen ver- houdiDg tusschen Amerika en Spanje. De Spaan- sche gezant had het noodig geoordeeld zich t«n opzichte van president Mac Kinley op zeer be- leedigende wijze uit te laten, waardoor terugroe ping van den gezant noodzakelijk werd en door Amerika op genoegdoening werd aangedrongen. Daarenboven bracht het sp-ineen van het Ameri kaansche oorlogsschip in de wateren van Havanna een hoogst ongunstigen indruk teweeg, aaDgezien dit, volgens telegrammen van Renter, aan de werking van een torpedo (van Spaansche her komst?) werd toegeschreven. Deze zenuwachtige toestand der Nieuw-Yorksche Beurs belommerde zeer de ontwikkeling van enkele speculatieve soorten, waarvoor in Amerika een bijzonder gun stige meening heerscht, voornamelijk de 2de Pref. aandeelen St.-Lo u i s San-Francisco en de Oregon Short Line B-bonds, welke laat- sten vooral, door Amerika werden van de markt genomen. De ontvangsten der Oregon Railroad Navig. garen in de eerste week van Februari een meerdere opbrengst van 73,000 doll., en dezo buitengewoon stijgende outvangsten in verband met de toch reeds zoo gunstige resultaten der beide lijnen (de O. R. Navig., en Oregon Short) doen meer en meer de verwachting vestigen, dat de nitkeering van een bevredigend dividend niet kan uitblijven. Rijnlandsche Bank. Gemengd Nieuws. Duels. Met een klein fortuintje, had men te 's-Gravenhage weder een duel gehad. In het scheersalon van de „chic" zette de bekende athleet Kluyt by ongeluk eon ver keerden hoed op. Zyn vergissing bemerkende, keerde by terug en bood, beleefd als by is, z\jn excuses aan. Da eigenaar van den hoed, ritmeester in politiek, antwoordde met een grofheid, hetgeen ten gevolge had, dat het worstelaarshandje op zyn gladgeschoren gelaat neerkwam r.iet erg zacht. Toen werd over vechten gesproken. Kluyt was bereid; maar niet met kinderachtige sabeltjes of pistolen, maar met de knuisten. Hy heeft nooit secondanten van den rit meester gezien. (£7. D.) De Ar n h e m sche cor r e s pon dent van „De Ned." schryft: Het comité der gewezen tentoonstelling op „Sonsbeek" schynt van „verrassingen" te houden. Meende het eerst over te zullon gaan tot opvragen van 95 pCt. van het waarborg fonds, thans heeft het besloten de volle 100 pCt. te nemen. Blykt er dan te veel te zftn, dan zal dit weer worden teruggegevenl „Dan wordt het tegenvallertje misschien ten slotte nog een meevallertje", zoo redeneert men. Nu, de meesten hebben het volle bedrag reeds op hun rekening van '97 afgeschreven, maar velen niet zonder een zucht, wayt er zyn veel „kleine luyden" óndéf, die hnn 1 tot 5 maal vyftig gulden (en enkelen nog wel meer) wel beter kronen gebruiken. 't üfTeen harde les voor dezen. Rekening en verantwoording is nog niet gedaan; het comité meent, dat dit east be hoort te geschieden, nadat de aandeelhouders geofferd hebben. Intusschen leest men dezer dagen in de plaatselyke bladen een advertentie van dezen inhoud: „Aandeelhouders, betaalt niet vóór een algemeene vergadering heeft plaatsgehad". Men meldt aan het „Utr.Dbl.": Vertrokken in 1897 uit de Friesche gemeente Acbtkarspelen vele arbeiders naar Duitscbland, nu vertrekken wekelijks nog meer derwaarts, om daar by den boer te werken of kanaal- werkzaamheden te verrichten. Onderscheidene arbeiders kregen van hun vroegere werk gevers weer bericht, om opnieuw over te komen, wel een bowys, dat zy goed hadden voldaan. Het gevolg hiervan is, dat de beste werk krachten voor de landbouwers verloren gaan, hetgeen natuuriyk voor de minder geschikte, achterblyvende arbeiders lang niet ongunstig is. Daarby komt nog, dat in 't begin van 't voorjaar ook de Groninger veenkoloniën baar trekkers en spitters uit Friesland vragen, waar aan door vele arbeiders gevolg wordt gegeven. Onderscheidene arbeiders, die naarDuitsch- land vertrokken, biy ven daar tot November en komen dan met een asrdig spaarpotje thuis, terwyi zy wekeiyks geregeld geld voorde huis houding overzenden. Een kassier te Assen moest dezer dagen iemand een bedrag van tien gulden uitbetalen, doch in plaats van een rolletje kwartjes te geven, zooals by meende, over handigde hy een rolletje gouden tientjes. Op de vergissing, welke een schade van/"390 ten gevolge had, attent geworden, werd onder zoek gedaan by de personen, die dien dag ten kantore waren geweest, daar men zich niet herinneren koD, aan wien dat bedrag te veel was betaald. Alles was echter tevergeefs. Eenige dagen later kwam uit de gemeente Odoorn echter bericht, dat men zich niet on gerust behoefde te maken; daar was de be zitter van het te veel gegevene te vinden, hetwelk zou worden gerestitueerd. Pary s—Am sterdam. De com missie van de „Automobile-Club de France" voor den automobilentochtParys—Amsterdam, beeft besloten, dat het traject door hen, die willen racen, zal worden afgelegd io drie dagen heen en in drie dagen terug, en door de toe risten in vyf dagen heen en vyf dagen terug. Eerstgenoemden vertrekken 7 Juni van Parys naar Dinant, 8 Juni van Dinant naar Nijmegen en 9 Juni van Nymegen naar Amsterdam; de terugtocht zal als volgt zyn verdeeld: ledag AmsterdamLuik, 2de dag Luik—Verdun, 3de dag VerdunParys. Da toeristen vertrek ken 5 Juni van Parys naar Reims, 6 Juni van Reims naar Dinant, 7 Juni Dinant—Maas tricht, 8 Juni MaastrichtNymegen, 9 Juni Nymegen-Amsterdam. Zy keer in terug in in dezer voege: le dag Amsterdam-Nymegen, 2de dag Nü^geq-IiUik, ouo dag Luik- Luxemburg, 4e dag Luxemburg Cba''ons, 5de dag Cbalons-Parys. Te Amsterdam zal óén dag aan een auto mobielententoonstelling gewjjd zyn; den vol genden dag een uitstapje naar Schtmningen, waar alle deelnemers zich aan een banke' zullen vereenigen. Het vertrek uit Amsterdam is voor alle deelnemers gtlyk. De prijzen zulle, alleen bestemd zfjn voor hen, die bet snelk* programma volgende toeristen krijgen di ploma's. Den boeren Frévost, graaf De Chasselouj Laubat en René do Knyff is opgedragen he reglement samen te stellen. Uit de govangenis te Dortmun zyn vier bekende misdadigers ontvlucht. Zy heeten Orphal, Spodi, Multhaupt en Rips. De gevangenisopzichter werd by het openen der cellen overweldigd, gekneveld en zóó zwaar mishandeld, dat hy thans in het ziekenhuis ligt. De bende nam toen de sleutels en ging op de vlucht. Men vermoedt, dat zy naar Nederland zyn gevlucht. In de wouden van het Saksischs Ertsgebergte heeft de storm van de laateto dagen groote schade aangericht. Alleen op het gebied van den groothertog van Toscane wordt de schade op 600,000 mark geschat. Dat een trein kon worden tegen gehouden door een troep buffels, wist men uit Noord-Amerika. maar dat een trein in zyn loop gestuit werd door duizendpooten, is misschien iets nieuws. Dit is geschied in den Oranje Vrijstaat. In „De Volksstem" van 22 Januari leest men daaromtrent het volgende: „Terwyl onlangs de Vrystaats-trein voorby Donkerpoort ging, moest telkens worden stilgehouden vanwege ontelbare duizendpooten, die over de lyn trokken en den trein tot stilstand brachten, doordat de spoorstaven glad werden en de wielen der locomotief deden draaien zonder den trein vooruit to brengen. Men moest telkens zand op do spoorstaven werpen ona vooruitgang te brengen in de locomotief. Ook by Bloemfontein is do aanwezigheid van myriaden duizendpooten geconstateerd." Een landbouwer tePunerot, by Neufchateau, Henry genaamd, beeft zich by de gendarmerie te Coussey aangemeld als den dader van zeven brandstichtingen te Punerot, sedert 1890 gepleegd, en waarvan men den bedryver maar niet ontdekken kon. Hy gaf zich aan, omdat zyn vrouw hem verlaten had en de eenzaamheid hem drukte. Te NorriatoD, in Nieuw-Jersey, zyn de zieken in het hospitaal van telepboon- toestellen voorzien, om 's Zondags in hun bed den kerkdienst te kunnen volgen. 21) „En moet jo daarom nu zoo hartbrekend snikken, Rozekate?" berispte zy haar klein dochter zacht. „Is dat dan voor hom niet veel treuriger dan voor u? Hy is toch bezorgd over zyn zieken vader." Het meisje bracht de oude gerimpelde hand, die zich op haar schouder had gelegd, aan haar lippen. „Ja, u heeft gelyk, groot mama," zeide zy met oen zucht. „Ik ben uwaas en Ou verstandig, maar ik schrikte ook plotseling zoo vreeseiyk, alsofach," voegde zy er aan toe, terwyl zy zich het haar vati het voorhoofd streek, „ik ben nu al veel geruster." „H?t komt my overigens cok voor," merkte de predikantsweduwe op, „dat het beste is, d t hy eerst naar huis is gegaan, naar zyn euiets. Met hen kan hy nu over zyn wenschen spreken; zy zijn hem toca het naast. En als hy dan komt, staat jelui geluk niets meer in den weg. Dus, Rozokate, het hoofd omhoog, en zet nu een vrooiyk gezicht, al was het alleen maar om do kinderen, wier avond je zou it bederven, als je nist vrooiyk met hen wil iet zyn." Anneljo kwam reels op haar toe; haar b oertje8 lieten haar aan het venster toch geen plaats. Zy lei haar handen op Rozekate's schoot en keek met een bekommerd gezichtje tot haar op. „Tante, niet huilen! Straks krygt u mooio cadeaux." Het jonge meisje moest luid9 lachen om de kleine troosteres. Zy tilde het kind op en kuste hot hartelijk. En weldra waR zy zoo druk met het kind aan het spelen, dat hun heldere lach beneden kon worden gehoord en het schelletje, dat de geheele familie een kwartioitje later naar den Kerstboom riep, byna overstemd werd. Rozekaiu was weder volmaakt zicbzelvo geworden; haar grootmoeder koa tovreden zöo. Al lag er ook nog aanvankelijk een lichte schaduw van weemoed op haar gelaat, het gejubel der kinderen sleepte haar toch dra mede, zoodat zy zelve byna weder een kind werd. Zy bewonderde en probeerde Hugo's hobbelpaard, liet Ernst met zyn looden sol daatjes «x&rceereD, nam Annetje's groote pop in haar armen en verdiepte zich met de grootere kinderen in een gecompliceerd gezel schapsspel. Het was een bekoorlyk beeld, zooals de kinderen, groot en klein, zich daar on dat mooie, aanvallige meisje verëroDgen, dat «et haar groote, zonnige oogen elk hunner toelachte. De ritmeester kon zyn oogen niet van haar afwenden. Beging hy, die aan deze oogen traDen oitloktv, geen groote zonde? Zoo be koorlyk als dezen avond had hy Rozekate nog nooit gezien. En welk een groot, warm hert moest z'ff bezitten, dat zy zoo dapper haar eigen letd, de bittere teleurstelling van dezen avond, kon onderdrukken, om anderen het genot niet te vergallen 1 Ook de oude dame zag met een blik van teoderen trots naar haar kleindochter, die dezen avond voor het eerst de zware kunst der zelfbeheersching beoefende. Later op den avond, toen de ritmeester en Rozekate toevallig even te zamen van de anderen verwyd6rd stonden, zeide zy zacht en met een hoogen blos op bet gelaat: Wat moet u wel van my gedacht hebben, ritmeester, toen ik my eerst zoo onstuimig en daarna zoo onhandig gedroeg? Ik smeek u, dat wel te willen vergoten en het oen jong meisje wel ten goede te houden, dat heden de «ersto teleurstelling in haar leven onder vond, en, door de bestej aller grootmoeders verwend, tot nog toe niet wist, wat onver vulde wenschen zyn." „Nu, nu," liet zich een vrooiyke stem achter hen hooren, „daar zou ik toch ernstig tegen willen protosteeren. M(jn kleindochter maakt my geen compliment, ritmeester, als zy my voorstelt als zoo'n zwakke grootmoeder. U moet haar niet gelooven, in dit gaval over- dryft zy. Tot nog toe waren haar wenschen van zoo bescheiden aard, dat hetj byna onmo gelijk was zo niet in te willigen. Nu is dat anders geworden, doch God geve, dat ook deze groote wensch niet onvervuld blyve," veegde zy er aangedaan aan toe, terwyl zy haar kleinkind teeder omhelsde. „En niet waar, ritmeester, als uw familie u nu en dan eens een oogen blikje kan mis sen, dan komt ge ons toch ook eens bezoeken en verdryft my, oude vrouw, en myn klein dochter een weinig den tyd"? De ritmeester kuste de oude dame de hand en vei klaarde zich gaarne bereid. Hy kwam ook dikwyis boven. In de voor middaguren, als de rechter op de rechtbank mo2st zyn en do vrouw dea huizes haar bezig heden in de keuken had, bevond hy zich by de predikantsweduwe en haar kleindochter, en met Rozekate ia het byzonder had hy dan zooveel stof tot gedachten wisseling, dat weldra het levendigste gesprek gaande was. Af en toe moest Rozekate eventjes naar de keuken en van zulke oogenblikken maakte haar grootmoeder dan gebruik om den rit meester naar alles te vragen, wat haar in het belang harer kleindochter op het hart lag. Zy vroeg hem naar het karakter van zyn vriend, naar diens familie en legde hem ook openhartig haar eigen omstandigheden bloot. De ritmeester prees zyn vriend als een degelyk officier, een man van de wereld en een beminiyk kameraad. „Hy is de lieveling van het geheele regiment, mevrouw; hy beeft zoo iets innemends over zich, men kan niet anders dan hem goed gezind zyn. Natuuriyk heeft hy ook eigen schappen, die minder te pryzon zyn; by is vaü een prikkelbaar, opvliegend karakter en beeft een wel wat te sterk op den voorgrond tredende zucbt naar weelde. E-in schaduw van bezorgdheid gleed over het gelaat der predikantsweduwe. „En acht go voor dien schitterenden, veel- oischenden man van de wereld myn een voudige, onbemiddelde Roz-.kate een passende paity „Myn vriend bemint uw kleindochter van ganscher harte en een vrouw, die bemind wordt, vermag veel over haar man." „Maar de financiéele omstandigheden, rit meester I Ik zou wel in staat zyn den vereischten borgtocht te stellen, maar dan bleef my van myn kapitaaltje niets meer over en mynheer Van Eschenbach moet de grootmoeder op den koop medenemen. Zou hem dat wel ïyken? Ik zou maar op een heel klein plaatsje aan spraak maken en weinig last veroorzaken. Als ik maar een paar maal op een dag het gelukkigo gezichtje van Rozekate mocht zien, dan was ik al tevreden." De ritmeester wae zeer aangedaan. „Een dergeiyk offer van uw zyde zou niet noodig zyn, mevrouw; de ouders van myn vriend schynen in zeer goede omstandigheden te verkeeren en zy zouden de zaak wel in orde brengen. Maar wanneer ge u niet van uw kleindochter zoudt kunnen scheiden, dan zoudt ge, daar ken ik myn vriend genoeg voor, in zyn huis steeds de eerste en meest geziene persoonlykheid zyn." De oude dame scheen nog niet gerust gesteld. „En dan is er nog iets, dat ik u zoggen moet, ritmeester! Doch daar moet myn klein dochter by tegenwoordig zijn. Zoudt ge niet eens een uurtje in den avond voor ons over hebben, zoo in do schemering? Dan kan men zoo rustig en ongestoord spreken." „Zeker, meviouw, ik ben geheel tot uw dienst," verklaarde de ritmeester vriendeiyk. De oude damo reikte bem de haDd. „Ik dank u, ritmeester. U weet niet, welk een verlichting het voor my is, dat ik zoo ope& en vry met u sproken kan. Ik heb zooveel vertrouwen in h." n {Wordt vervolgd.) IDSCHÉiiM&BLAD.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 9