N\ 11655
feze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
yon <§pn- en feestdagen, uitgegeven.
Derde Blad.
Jfeuilleton.
ROZEKATE.
Maandag SI Februari. A°. 189b
PBUS DJEZEB COHaAHT;
Voor Lolden per 3 maanden» M.m
jfranco por post1.40.
AftonderlOke Nommers 0.06.
<®EUJS DEB AEVERTEN T1ÜK
^an 1—6 regtb f 1.05. Iedere regel meer J 0.17}. OrooterO
letter* naar plaatsruimte,
wordt f 0.05 berekend.
Voor bet in caseeer en buiten de.stad
Finandëele Kroniek.
De afgeloopen week bracht op de Am3lerdamsche
Bears een verrassing zooals er gelukkig maar
weinig voorkomen, een verrassing waarvan de
beteekonis eigenlijk neerkomt op een plotselinge
bedreiging van het Nederlandscho kapitaal, hetwelk
de petroleum-industrie in Nederl.-Indië heeft helpen
ontwikkelen. Dit kapitaal wordt in gevaar gebracht
door een handeling der Moeara-Enini-petroleuni-
maatschappij, welke voorpei»er.S Is ter wille eener
oogen schijn lijk zeer gunstige aanbieding door de
machtige Amerikaansche Standard Oil-Co.,
haar positie te verkoopen, zoodoende het paard
van :i'roje binnen to halen (de Trojanen zijn er
indertijd door hun onnoozelheid deerlijk ingeloopen),
waardoor een ernstig gevaar voor een hevige
concurrentie Yoor de Indischo petroleum-industrie
zou ontstaan. De aanbiedingen, door de Standard
gedaan, om de Moeara-Enim in een nieuwe maat
schappij te doen overgaan, mogen oogcnachijnlijk
zeer voordeelig blijken in de oogen van heden-
daagsche Trojanen, doch de slimme Yankees doen
nimmer een aanbieding, wanneer zij er niet hun
voordeel in zien, on de aard van dat voordeel is
gemakkelijk te doorgronden, liet doel is niet
anders dan om in indië vasten voet te krijgen,
den marktprijs der olie zoodanig te drukken, dat
alle concurrentie onmogelijk wordt en de meeste
ondernemingen er het hoofd zullen bij moeten
neerleggen. Dan zal het voor de Standard Oil Co.
weinig moeite zijn, oin de Indische ondernemingen
voor een gering bedrag in handen te krijgen, om
daarna met de olieprijzen te doen wat haar het
voordeeligst lijkt.
Het is nu do vraag «f aandeelhouders der
Moeara-Enim ter wille van een voorgespiegelde
betere positie, of verblind door den voorgespiogeldon
hoogen koers van overneming der aandeden (waar
toe de Standard echter volstrekt niet verplicht is),
den gevaarlijken vijand zullen binnenhalen en do
geheele Indische petroleum-industrie in gevaar
brengen. Wellicht zullen zij voorbijzien, dat de
Standard Oil Co., die voor geen middelen, van
welken aard ook, terugdeinst, wanneer zij de
Moeara-Enim in haar macht heeft en haar mis
schien voorgoed zal hebben geknakt, best ,in
staat i3 deze laatste maatschappij dan aan haar
lot over te laten, al zou hiermede het kapitaal
gemoeid zijD, hetwelk de Standard in do Moeara
gestoken heeft, want dit is voor do machtige
Amerikaansche Maatschappij van niet het minste
belang. Dat de Standard dien weg kan - en
misschien wel zal bewandelen, valt uit meer
dan één punt af te leiden. De Moeara-Enim toch
zal in het vervolg geen otiafhaukelijke positie
meer innemen, zij zal worden geëxploiteerd door,
en op de wijze zooals de Standard dit goeddunkt.
De Standard heeft het dus in haar macht, om do
olie-productie der Moeara-Enim tot eiken prijs
van de hand te doen, en aangezien de Moeara,
wat haar winst betreft, voortaan alleen aange
wezen zal zijn op het aandeel, hetwelk zij in de
nieuwe Maatschappij heeft, zal het voor de aan
deelhouders zeer onzeker zijn of zij veel of nieta
zulleu bekomen. Mocht het dus gebeuren, dat door
(kunstmatige) daling van den petroleumprijs een
teleurstellend resultaat voor de Moeara mocht
zijn verkregen, dan zullen de aandeelen Moeara
wel voor andere koersen dan 300 pCt. van de
hand worden gedaan!
Wat bij deze aangelegenheid onaangenaam
aandoet, is de overweging of het werkelijk mogelijk
zal blijken te zijn, dat de aandeelhouders der
Moeara Enim het zóó ver zullen laten komen, dat
de Nederlandsch-Indische petroleum-industrie tot
een moordende concurrentie zal worden genood
zaakt. En is de weinige doortastendheid welke
onze natie kenmerkt, niet to betreuren? "Want
de aangewezen weg ware toch, dat do groote en
bloelende petroleum-ondernemingen in Indië, on-
middellijk zouden trachten de meerderheid van het
aandeelenkapitaal der Moeara-Eoim te verkrijgen,
al moesten zij zich daarvoor nu eens grooto op
offeringen getroosten, ten einde daardoor het plan
der Standard Oil Co. te verijdelen. Waarom zouden
de Indische ondernemingen het voorbeeld der han
dige Amerikanen niet kunnen navolgen (en daar
voor is het nog niet te laat) door één groot ver
bond te sluitéHi-^oa-eintfé aaneengesloten tegen
over concurreerende manoeuvres pal te staan en
het beheer over hun markt te behouden, desnoods
met tijdelijke opoffering van een winstgevend
bedrijf?
liet is der Standard Oil Co. uitsluitend te doen,
om de Indische markt geheel onder den duüa-tA'
krijgen, ten einde de aileenheerscbgp*rij te blijven
voeren, en wat zij voor dit doel overheeft en
welke middelen zij daartoe aanwendt, heeft haar
gedragslijn tegenover tal van maatschappijen in
Amerika op afdoeBde wjjze aangetoond. Overal is
haar dit echter niet mogen gelukken, daar bijv.
eon groote petroleum-maatschappij in Baltimore,
de concurrentie met de Standard op krachtige en
zeer looDende wijze heeft kunnen volhouden, hoe
wel eerstbedoelde maatschappij niet over een bui
tengewoon groot kapitaal beschikt, waaruit dus
volgt, dat het enorme kapitaal der Standard Oil
Co. volstrekt niet als een onoverwinnelijk wapen
behoeft te worden beschouwd. Het is dus zeker
niet als een uitgemaakte zaak te beschouwen, dat
de Indische ondernemingen den strijd niet zouden
kunnen volhouden, terwijl nog tegenover alle on-
guustigo meeningen de volgende cijfers kunnen
worden aangevoerd. De uitvoer van Amerika naar
Nederl.-lndië is, sedert de ontwikkeling der Indi-
sclio petroleum industrie, belangrijk verminderd.
Volgens Amerikaansche statistieken zijn de ver
schepingen uit Amerika in 1897 van 1,854,000 tot
1,483,000 kisten teruggegaan, waarbij nog nioet
worden opgemerkt, dat deze verschepingen in het
tweede halfjaar van 1897 slechts uit twee ladingen
bestondeu, te zamen ruim 111,000 kisten omvat
tende. De oorzaak hiervoor is gelegen: lo. in de
buitengewoon lags productiekosten in Ned.-Indiö,
'2o. in de hooge vrachten van Nieuw-York, waar
door da 'Amerikaansche petroleum met 55 cents
per kist wordt verhoogd, en zij oen to zware
concurrentie zou hebben te voeren."
Met dezo cijfers voor oogeB behoeft het dan
toch zeker niet tot de onmogelijkheden te behooren,
om de Amerikanen buiten de Indischo markt te
bondon, en zoo daartoe tijdelijk zwaro offers zouden
geëischt worden, blijft toch het vooruitzicht, dat
zij ten slótte het gebied in het geheele Oosten
aan de Indische petroleum-industrie zullen moeten
overlaten. Men zon nu echter tot de conclusie
kunnen komen, dat het voor de Standard Oil Co.
veel gemakkelijker en voordeeliger is, om de Indi
sche markt met haar eigen (Indische) olie te
drukken, waardoor dan de meer kostbare toevoer
van olie uit Amerika onnoodig zou worden. Het
is voorloopig aan de aandeelhouders der Moeara-
Enim, om de mogelijkheid daartoe te verijdelen.
De slingering der aandeelen idoeata-Eniiu staat
natuurlijk in verband met de lang niet malsche
beschouwingen en critieken, waarmede het plan
ten Beurze en in do couranten is ontvangen, ter
wijl de scherpe daling der aandeelen K o n i n k-
1 ij k e natuurlek een uitiDg was der vrees voor
inmenging der Standard Oil Co. in de Indische
industrie. Aandeelen Hollandsch-Rumeensche
Petroleum-Mij namen aanvankelijk een goeden
sprong voorwaarts, op het bericht, dat een buiten
gewoon rijk springende bron was aangeboord.
Deze pelroleum-ge8cbicdenis bracht begrijpe
lijker wijze heel wat consternatie op de Beurs
teweeg, waarvan echter weer goudm ijn-waarden
konden proiiteeren, aangezien de speculatie onmid
dellijk Deiging toonde, om petroleum legen goud
om te ruilen. Het ontstaan van maatschappijen
tot exploitatie van goiidhoudende gronden neemt
bij den dag toe, terwijl nog eenige kleine combi
naties in beperkten kring, in de laatste weken
werden gevormd, om pas verkregen vergunningen
tot onderzoek te gaan bewerken.
Pandbrieven No r t h-W estern Hypotheek
bank waren aanvankelijk in betere stemming,
ten gevolge van geruchten, dat de kansen op een
bevredigende oplossing beter stonden en toetreding
der pandbrieven op ruimer schaal plaats vond.
Daarenboven moeten uit Spokane gunstige be
richten ontvangen zijn, hoewel dan echter te
verwachten was, dat men niet zou hebb*?. ge
draald met deze werel^kmïdig to maken. Aan
deelen A-ïïrêTï k a a n s c h e Stoomvaart liepen
belangrijk hooger ten gevolge van allerlei geruch
ten, waaronder voornamelijk die van een verwacht
wordend dividend van 7 (zeven) percent! Het is
niet onmogelijk, dat tocfr eenig dividend ter uit-
keering zal komen, doch do daaromtrent verno
men bijzonderheden zijn nog niet ter openbaar
making bestemd.
De Amerikaansche Spoorwegmarkt
opende in een ongunstig en ongedecideerd karak
ter. Nieuw-York verkeerde in opgewonden toestand
ten gevolge van een opkomende gespanuen ver-
houdiDg tusschen Amerika en Spanje. De Spaan-
sche gezant had het noodig geoordeeld zich t«n
opzichte van president Mac Kinley op zeer be-
leedigende wijze uit te laten, waardoor terugroe
ping van den gezant noodzakelijk werd en door
Amerika op genoegdoening werd aangedrongen.
Daarenboven bracht het sp-ineen van het Ameri
kaansche oorlogsschip in de wateren van Havanna
een hoogst ongunstigen indruk teweeg, aaDgezien
dit, volgens telegrammen van Renter, aan de
werking van een torpedo (van Spaansche her
komst?) werd toegeschreven. Deze zenuwachtige
toestand der Nieuw-Yorksche Beurs belommerde
zeer de ontwikkeling van enkele speculatieve
soorten, waarvoor in Amerika een bijzonder gun
stige meening heerscht, voornamelijk de 2de Pref.
aandeelen St.-Lo u i s San-Francisco en
de Oregon Short Line B-bonds, welke laat-
sten vooral, door Amerika werden van de markt
genomen. De ontvangsten der Oregon Railroad
Navig. garen in de eerste week van Februari
een meerdere opbrengst van 73,000 doll., en dezo
buitengewoon stijgende outvangsten in verband
met de toch reeds zoo gunstige resultaten der
beide lijnen (de O. R. Navig., en Oregon Short)
doen meer en meer de verwachting vestigen, dat
de nitkeering van een bevredigend dividend niet
kan uitblijven. Rijnlandsche Bank.
Gemengd Nieuws.
Duels. Met een klein fortuintje,
had men te 's-Gravenhage weder een duel
gehad. In het scheersalon van de „chic" zette
de bekende athleet Kluyt by ongeluk eon ver
keerden hoed op. Zyn vergissing bemerkende,
keerde by terug en bood, beleefd als by is,
z\jn excuses aan. Da eigenaar van den hoed,
ritmeester in politiek, antwoordde met een
grofheid, hetgeen ten gevolge had, dat het
worstelaarshandje op zyn gladgeschoren gelaat
neerkwam r.iet erg zacht. Toen werd over
vechten gesproken. Kluyt was bereid; maar
niet met kinderachtige sabeltjes of pistolen,
maar met de knuisten.
Hy heeft nooit secondanten van den rit
meester gezien. (£7. D.)
De Ar n h e m sche cor r e s pon dent
van „De Ned." schryft:
Het comité der gewezen tentoonstelling op
„Sonsbeek" schynt van „verrassingen" te
houden. Meende het eerst over te zullon gaan
tot opvragen van 95 pCt. van het waarborg
fonds, thans heeft het besloten de volle 100
pCt. te nemen. Blykt er dan te veel te zftn,
dan zal dit weer worden teruggegevenl
„Dan wordt het tegenvallertje misschien ten
slotte nog een meevallertje", zoo redeneert men.
Nu, de meesten hebben het volle bedrag
reeds op hun rekening van '97 afgeschreven,
maar velen niet zonder een zucht, wayt er
zyn veel „kleine luyden" óndéf, die hnn 1
tot 5 maal vyftig gulden (en enkelen nog wel
meer) wel beter kronen gebruiken.
't üfTeen harde les voor dezen.
Rekening en verantwoording is nog niet
gedaan; het comité meent, dat dit east be
hoort te geschieden, nadat de aandeelhouders
geofferd hebben.
Intusschen leest men dezer dagen in de
plaatselyke bladen een advertentie van dezen
inhoud: „Aandeelhouders, betaalt niet vóór
een algemeene vergadering heeft plaatsgehad".
Men meldt aan het „Utr.Dbl.":
Vertrokken in 1897 uit de Friesche gemeente
Acbtkarspelen vele arbeiders naar Duitscbland,
nu vertrekken wekelijks nog meer derwaarts,
om daar by den boer te werken of kanaal-
werkzaamheden te verrichten. Onderscheidene
arbeiders kregen van hun vroegere werk
gevers weer bericht, om opnieuw over te
komen, wel een bowys, dat zy goed hadden
voldaan.
Het gevolg hiervan is, dat de beste werk
krachten voor de landbouwers verloren gaan,
hetgeen natuuriyk voor de minder geschikte,
achterblyvende arbeiders lang niet ongunstig
is. Daarby komt nog, dat in 't begin van 't
voorjaar ook de Groninger veenkoloniën baar
trekkers en spitters uit Friesland vragen, waar
aan door vele arbeiders gevolg wordt gegeven.
Onderscheidene arbeiders, die naarDuitsch-
land vertrokken, biy ven daar tot November en
komen dan met een asrdig spaarpotje thuis,
terwyi zy wekeiyks geregeld geld voorde huis
houding overzenden.
Een kassier te Assen moest
dezer dagen iemand een bedrag van tien gulden
uitbetalen, doch in plaats van een rolletje
kwartjes te geven, zooals by meende, over
handigde hy een rolletje gouden tientjes. Op
de vergissing, welke een schade van/"390 ten
gevolge had, attent geworden, werd onder
zoek gedaan by de personen, die dien dag
ten kantore waren geweest, daar men zich
niet herinneren koD, aan wien dat bedrag te
veel was betaald. Alles was echter tevergeefs.
Eenige dagen later kwam uit de gemeente
Odoorn echter bericht, dat men zich niet on
gerust behoefde te maken; daar was de be
zitter van het te veel gegevene te vinden,
hetwelk zou worden gerestitueerd.
Pary s—Am sterdam. De com
missie van de „Automobile-Club de France"
voor den automobilentochtParys—Amsterdam,
beeft besloten, dat het traject door hen, die
willen racen, zal worden afgelegd io drie dagen
heen en in drie dagen terug, en door de toe
risten in vyf dagen heen en vyf dagen terug.
Eerstgenoemden vertrekken 7 Juni van Parys
naar Dinant, 8 Juni van Dinant naar Nijmegen
en 9 Juni van Nymegen naar Amsterdam; de
terugtocht zal als volgt zyn verdeeld: ledag
AmsterdamLuik, 2de dag Luik—Verdun,
3de dag VerdunParys. Da toeristen vertrek
ken 5 Juni van Parys naar Reims, 6 Juni
van Reims naar Dinant, 7 Juni Dinant—Maas
tricht, 8 Juni MaastrichtNymegen, 9 Juni
Nymegen-Amsterdam. Zy keer in terug in
in dezer voege: le dag Amsterdam-Nymegen,
2de dag Nü^geq-IiUik, ouo dag Luik-
Luxemburg, 4e dag Luxemburg Cba''ons, 5de
dag Cbalons-Parys.
Te Amsterdam zal óén dag aan een auto
mobielententoonstelling gewjjd zyn; den vol
genden dag een uitstapje naar Schtmningen,
waar alle deelnemers zich aan een banke'
zullen vereenigen. Het vertrek uit Amsterdam
is voor alle deelnemers gtlyk. De prijzen zulle,
alleen bestemd zfjn voor hen, die bet snelk*
programma volgende toeristen krijgen di
ploma's.
Den boeren Frévost, graaf De Chasselouj
Laubat en René do Knyff is opgedragen he
reglement samen te stellen.
Uit de govangenis te Dortmun
zyn vier bekende misdadigers ontvlucht. Zy
heeten Orphal, Spodi, Multhaupt en Rips. De
gevangenisopzichter werd by het openen der
cellen overweldigd, gekneveld en zóó zwaar
mishandeld, dat hy thans in het ziekenhuis
ligt. De bende nam toen de sleutels en ging
op de vlucht. Men vermoedt, dat zy naar
Nederland zyn gevlucht.
In de wouden van het Saksischs
Ertsgebergte heeft de storm van de laateto
dagen groote schade aangericht. Alleen op
het gebied van den groothertog van Toscane
wordt de schade op 600,000 mark geschat.
Dat een trein kon worden tegen
gehouden door een troep buffels, wist men
uit Noord-Amerika. maar dat een trein in
zyn loop gestuit werd door duizendpooten, is
misschien iets nieuws. Dit is geschied in den
Oranje Vrijstaat.
In „De Volksstem" van 22 Januari leest
men daaromtrent het volgende:
„Terwyl onlangs de Vrystaats-trein voorby
Donkerpoort ging, moest telkens worden
stilgehouden vanwege ontelbare duizendpooten,
die over de lyn trokken en den trein tot
stilstand brachten, doordat de spoorstaven
glad werden en de wielen der locomotief
deden draaien zonder den trein vooruit to
brengen. Men moest telkens zand op do
spoorstaven werpen ona vooruitgang te brengen
in de locomotief. Ook by Bloemfontein is do
aanwezigheid van myriaden duizendpooten
geconstateerd."
Een landbouwer tePunerot, by
Neufchateau, Henry genaamd, beeft zich by
de gendarmerie te Coussey aangemeld als den
dader van zeven brandstichtingen te Punerot,
sedert 1890 gepleegd, en waarvan men den
bedryver maar niet ontdekken kon. Hy gaf
zich aan, omdat zyn vrouw hem verlaten had
en de eenzaamheid hem drukte.
Te NorriatoD, in Nieuw-Jersey,
zyn de zieken in het hospitaal van telepboon-
toestellen voorzien, om 's Zondags in hun bed
den kerkdienst te kunnen volgen.
21)
„En moet jo daarom nu zoo hartbrekend
snikken, Rozekate?" berispte zy haar klein
dochter zacht. „Is dat dan voor hom niet
veel treuriger dan voor u? Hy is toch bezorgd
over zyn zieken vader."
Het meisje bracht de oude gerimpelde
hand, die zich op haar schouder had gelegd,
aan haar lippen. „Ja, u heeft gelyk, groot
mama," zeide zy met oen zucht. „Ik ben
uwaas en Ou verstandig, maar ik schrikte ook
plotseling zoo vreeseiyk, alsofach,"
voegde zy er aan toe, terwyl zy zich het haar
vati het voorhoofd streek, „ik ben nu al veel
geruster."
„H?t komt my overigens cok voor," merkte
de predikantsweduwe op, „dat het beste is,
d t hy eerst naar huis is gegaan, naar zyn
euiets. Met hen kan hy nu over zyn wenschen
spreken; zy zijn hem toca het naast. En als
hy dan komt, staat jelui geluk niets meer in
den weg. Dus, Rozokate, het hoofd omhoog,
en zet nu een vrooiyk gezicht, al was het
alleen maar om do kinderen, wier avond je
zou it bederven, als je nist vrooiyk met hen
wil iet zyn."
Anneljo kwam reels op haar toe; haar
b oertje8 lieten haar aan het venster toch geen
plaats. Zy lei haar handen op Rozekate's
schoot en keek met een bekommerd gezichtje
tot haar op.
„Tante, niet huilen! Straks krygt u mooio
cadeaux."
Het jonge meisje moest luid9 lachen om de
kleine troosteres. Zy tilde het kind op en
kuste hot hartelijk. En weldra waR zy zoo
druk met het kind aan het spelen, dat hun
heldere lach beneden kon worden gehoord en
het schelletje, dat de geheele familie een
kwartioitje later naar den Kerstboom riep,
byna overstemd werd.
Rozekaiu was weder volmaakt zicbzelvo
geworden; haar grootmoeder koa tovreden zöo.
Al lag er ook nog aanvankelijk een lichte
schaduw van weemoed op haar gelaat, het
gejubel der kinderen sleepte haar toch dra
mede, zoodat zy zelve byna weder een kind
werd. Zy bewonderde en probeerde Hugo's
hobbelpaard, liet Ernst met zyn looden sol
daatjes «x&rceereD, nam Annetje's groote pop
in haar armen en verdiepte zich met de
grootere kinderen in een gecompliceerd gezel
schapsspel. Het was een bekoorlyk beeld, zooals
de kinderen, groot en klein, zich daar on dat
mooie, aanvallige meisje verëroDgen, dat «et
haar groote, zonnige oogen elk hunner toelachte.
De ritmeester kon zyn oogen niet van haar
afwenden. Beging hy, die aan deze oogen
traDen oitloktv, geen groote zonde? Zoo be
koorlyk als dezen avond had hy Rozekate
nog nooit gezien. En welk een groot, warm
hert moest z'ff bezitten, dat zy zoo dapper
haar eigen letd, de bittere teleurstelling van
dezen avond, kon onderdrukken, om anderen
het genot niet te vergallen 1
Ook de oude dame zag met een blik van
teoderen trots naar haar kleindochter, die dezen
avond voor het eerst de zware kunst der
zelfbeheersching beoefende.
Later op den avond, toen de ritmeester en
Rozekate toevallig even te zamen van de
anderen verwyd6rd stonden, zeide zy zacht
en met een hoogen blos op bet gelaat:
Wat moet u wel van my gedacht hebben,
ritmeester, toen ik my eerst zoo onstuimig
en daarna zoo onhandig gedroeg? Ik smeek
u, dat wel te willen vergoten en het oen jong
meisje wel ten goede te houden, dat heden
de «ersto teleurstelling in haar leven onder
vond, en, door de bestej aller grootmoeders
verwend, tot nog toe niet wist, wat onver
vulde wenschen zyn."
„Nu, nu," liet zich een vrooiyke stem
achter hen hooren, „daar zou ik toch ernstig
tegen willen protosteeren. M(jn kleindochter
maakt my geen compliment, ritmeester, als
zy my voorstelt als zoo'n zwakke grootmoeder.
U moet haar niet gelooven, in dit gaval over-
dryft zy. Tot nog toe waren haar wenschen
van zoo bescheiden aard, dat hetj byna onmo
gelijk was zo niet in te willigen. Nu is dat
anders geworden, doch God geve, dat ook
deze groote wensch niet onvervuld blyve,"
veegde zy er aangedaan aan toe, terwyl zy
haar kleinkind teeder omhelsde.
„En niet waar, ritmeester, als uw familie
u nu en dan eens een oogen blikje kan mis
sen, dan komt ge ons toch ook eens bezoeken
en verdryft my, oude vrouw, en myn klein
dochter een weinig den tyd"?
De ritmeester kuste de oude dame de hand
en vei klaarde zich gaarne bereid.
Hy kwam ook dikwyis boven. In de voor
middaguren, als de rechter op de rechtbank
mo2st zyn en do vrouw dea huizes haar bezig
heden in de keuken had, bevond hy zich by
de predikantsweduwe en haar kleindochter,
en met Rozekate ia het byzonder had hy
dan zooveel stof tot gedachten wisseling, dat
weldra het levendigste gesprek gaande was.
Af en toe moest Rozekate eventjes naar de
keuken en van zulke oogenblikken maakte
haar grootmoeder dan gebruik om den rit
meester naar alles te vragen, wat haar in het
belang harer kleindochter op het hart lag.
Zy vroeg hem naar het karakter van zyn
vriend, naar diens familie en legde hem ook
openhartig haar eigen omstandigheden bloot.
De ritmeester prees zyn vriend als een
degelyk officier, een man van de wereld en
een beminiyk kameraad.
„Hy is de lieveling van het geheele regiment,
mevrouw; hy beeft zoo iets innemends over
zich, men kan niet anders dan hem goed
gezind zyn. Natuuriyk heeft hy ook eigen
schappen, die minder te pryzon zyn; by is
vaü een prikkelbaar, opvliegend karakter en
beeft een wel wat te sterk op den voorgrond
tredende zucbt naar weelde.
E-in schaduw van bezorgdheid gleed over
het gelaat der predikantsweduwe.
„En acht go voor dien schitterenden, veel-
oischenden man van de wereld myn een
voudige, onbemiddelde Roz-.kate een passende
paity
„Myn vriend bemint uw kleindochter van
ganscher harte en een vrouw, die bemind
wordt, vermag veel over haar man."
„Maar de financiéele omstandigheden, rit
meester I Ik zou wel in staat zyn den vereischten
borgtocht te stellen, maar dan bleef my van
myn kapitaaltje niets meer over en mynheer
Van Eschenbach moet de grootmoeder op den
koop medenemen. Zou hem dat wel ïyken?
Ik zou maar op een heel klein plaatsje aan
spraak maken en weinig last veroorzaken.
Als ik maar een paar maal op een dag het
gelukkigo gezichtje van Rozekate mocht zien,
dan was ik al tevreden."
De ritmeester wae zeer aangedaan.
„Een dergeiyk offer van uw zyde zou niet
noodig zyn, mevrouw; de ouders van myn
vriend schynen in zeer goede omstandigheden
te verkeeren en zy zouden de zaak wel in orde
brengen. Maar wanneer ge u niet van uw
kleindochter zoudt kunnen scheiden, dan
zoudt ge, daar ken ik myn vriend genoeg
voor, in zyn huis steeds de eerste en meest
geziene persoonlykheid zyn."
De oude dame scheen nog niet gerust
gesteld.
„En dan is er nog iets, dat ik u zoggen
moet, ritmeester! Doch daar moet myn klein
dochter by tegenwoordig zijn. Zoudt ge niet
eens een uurtje in den avond voor ons over
hebben, zoo in do schemering? Dan kan men
zoo rustig en ongestoord spreken."
„Zeker, meviouw, ik ben geheel tot uw
dienst," verklaarde de ritmeester vriendeiyk.
De oude damo reikte bem de haDd. „Ik
dank u, ritmeester. U weet niet, welk een
verlichting het voor my is, dat ik zoo ope&
en vry met u sproken kan. Ik heb zooveel
vertrouwen in h."
n {Wordt vervolgd.)
IDSCHÉiiM&BLAD.