N'. 11654
Zaterdag 19 Februari.
A#. 1898
u
feze (Qonrant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§on- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nominer bestaat uit TWEE
Bladen.
Leiden, 18 Februari.
Feuilleton.
R0ZESCATE.
LEIDSCH
DAGBLAD.
f BUS DEZEU COUBAHTl
Voor leiden per 8 maanden, 1.10b
franco per poatUÓ.
Afconderljjko Hommers 0.06.
raXJS DEB ADVEBTENTIËU:
Van 1—6 regels f 1.05. Iedere regel meer 0.17$. Orootërè
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 twekend.
Eerste Lttad.
Offlciëole Hennïss;oving;ftii.
Da Burgemeester der gomoonto Leiden
Brengt ter algemeene konoia, dat de herstemming
ter benoeming van éón lid van den Gemeenteraad
in bet 2de Kioediatriot van Leiden zal plaatshebben
op Dinsdag den 22aten Februari 1 898, van
dos voormiddags aobt tot des namiddags
v ij f uren.
De namen der candidatOD, in alphabetisohe orde,
zijn als volgt:
Dr. TH. G. DEN HOUTEB.
W. F. VERBEY VAN WIJK.
Art. 128 van hot Wetboek van Strafrecht luidt:
„Hij, die, opzettelijk ïich voor een ander uitgevende,
aau een krachtens wettelijk voorschrift uitgeschreven
vorkiezing de 1 neemt, wdrdt gestraft moyjovangenis-
etrsf vao ten hoogste &én jaar."
rdt ter ketfuis van d
Tevens wordt l
i de stemgerechtigden
in l;et 2de kiesdistrict gebraoht, dat op-den dag der
hers emmicg, 22 Februana. e., tor Gemeente-Secretarie
stamkaarten verkrijgbaar zullen worden gosteld van
des morgens acht tot des namiddags vijf aren.
Leiden, De Burgemeester voornoemd,
17 Febr. 1899. F. WAS.
Burgemeester cn Wcthoadors van Leidon;
Gezien art. 8, late alinea, der wet van den 2den
Juni 1S75 (Staatsblad No. 93), tot regeling van hot
toezicht bij bet oprichten van inrichtingen, welko
gevaar, sohado of hinder kunnen veroorzaken;
.Brengen btj deze ter algemoone konnis, dat door
hen vorgnnDing is verleend aan do Directie van de
Naamlooze Yenroo'schap„Do oorste Neder-
landsche Rijwielfabriek", te Deventer, en
reohtvorkrjjgonden tot het oprichten van een smederij
in het porceel Haarlemmoretraat No 52.
Burgemeester en Wethoudora voornoomd,
Leiden, F. WA8, Burgemeester.
17 Febr. 1898. E. KIST, Secretaris.
In het gebouw aan den Haigweg werd de
algomeene vergadering van de vereeniging
„Dj Practische Ambachtsschool" gehouden.
De rekening over 1897, door den penning
meester voorgelezen on nauwkeurig nagezien
door de daarvoor benoemde commissie, de
heereo G. H. Kokxbco n, N. Stadhouder en
dr. L. H. Sierisema, bedroeg in ontvangst
16,005.915 en in uitgaaf 14,985.68, elui-
tende dus met een barig slot van 1020.235.
De commissie stelde voor den penningmeester,
den heer J. Korevaar P.Az, dank te zeggen
voor het gehouden goed en richtig beheer
en uitte tevens don wenecb, dat het den pen
ningmeester gegeven moge worden Dog menig
jaar als zoodanig in het btstuur werkzaam
te zijn.
De voorzitter zeide de commissie en den
penningmeester namens de Vereeniging har
telijk dank.
Als leden der commissie, om in 1899 do
rekening van het loopende jaar na tè zien,
werden benoemd de heeren: P. Herfst Jzn.,
J. P. Heykoop en dr. L. H. Siertsoma en tot
hunne plaatsvervangers de heeren G. Van
Drie], A. M. Touw en C. Wassenaar.
De penningmeester las daarna de door den
minister van binnenlandsche z iken goed
gekeurde begrooting voor 1898 voor en gaf
daarop de noodigo toelichtingen.
Voor de vacature in het bestuur door het
aftreden van den heer G. Van Driel, niet
herkiesbaar, werd het volgende dubbeltal op
gemaakt lo. J. A. Van Hamel en 2o. C. Th.
Driessen, dat den gemeenteraad ter keuze
zal worden aangeboden.
Tot ons genoegen vernemen wy, dat
de heer J. Van Dam, albier, het door hem
geschilderde portret van H. M. Koningin
Wilbelmina, dat by do heeren Gebrs. Reinke
is geëxposeerd geweest en daar de algemeene
aandacht mocht trekken, heeft verkocht. Het
vertrekt dezer dagen naar Batavia.
De „Vereeniging van gepensionneerde
onderofficieren en minderen van het Neder-
landsche Leger" herdenkt ook dit jaar weder
den geboortedag van wijlen Z. M. Koning
Willem den Derden, door op 19 Februari een
uitkeering te doen aan haar hulpbehoevende
leden en weduwen.
Doze „Vereeniging" stelt zich ten doel „het
verleen en van bijslag op het pensioen van
hulpbehoevende militairen beneden den rang
van officier en gepen6ionneerd voor de wet
van 29 Mei 1877, welke wet toei de pensioe
nen der militairen van de landmacht aan
merkelijk verhoogde, doch niet de minste
verhooging verleende aan hen, die op dat
tijdstip reeds gepensionneerd waren.
Die hoogbejaarde oud onderofficieren en
mindereD, die meerendeels hun leven in 'a lands
dienst hebben doorgebracht, moeten thans
hunne laatste levensdagen kommervol door
brengen, zonder andere inkomsten dan het
luttele pensioen, hun bij de wet van 1851
toegekend, terwijl hunne, in den regel even
hoogbejaarde weduwen geheel hulpeloos
achterblijven, daar het pensioentje bij het
overlijden van een minder militair onmiddel
lijk ophoudt.
Deze „Vereeniging" voorziet dus in een
bepaalde behoefte, hetgeen dan ook vry alge
meen erkend wordt door den grooten steun,
di6n H.H. M.M. de Koninginnen, de Regeering,
de Natie en het Leger (van af den generaal
tot den gewonen soldaat) haar verleenen,
waardoor het mogelijk was en is ongeveer
twintig duizend gulden per jaar aan bijslag
en onderstand uit te keeren.
Zoo ontvangen nu weder:
200 oud-gepensionneerde onderofficieren en
minderen een bijslag van 20 tot ƒ25;
194 weduwen van idem een ondersteuning
van 12.50 tot 20,
en bovendien 20 leden en 8 weduwen een
buitengewone gratificatie van ƒ12.50.
Nirttemin dient ook deze Vereeniging haar
uiterste best te doen om de inkomsten op
peil to houden en is da toetreding van dona
teurs en donatrices dan ook bijzonder ge-
wensebt.
Eere-voorzitter dezer Vereeniging is de
luitenant-generaal A. Kool, chef van den
generalen staf te 's-Gravenbage, en algemeen
voorzitter do bser L. Zeiler, te Wijk-bij-Duur
stede.
De minister van financiën, de heer
Pierson, biedt heden aan ambtgenooten en
leden der Tweede Kamer ten zijnen huize een
diner aan.
Op het concert van de Maatschappij voor
Toonkunst van 29 Maart a. s. zal de heer
Jan G. Striening als solist optreden en een
zijner nieuwe composition, „Concertstuk" voor
viool-solo met orkestbegeleiding, spelen.
Op 2 Maart a. 8. zal dr. K. Martin,
hoogleeraar te Leiden, in een vergadering
van de Indologische Vereeniging te Delft een
lezing houden over reisindrukken in de
Molukken, opgehelderd door lichtbeelden.
Naar men verneemt, is bjj koninklijk
besluit, met vernietiging van het bestreden
besluit van Gedep. Staten van Zuid Holland
en in afwijking van het advies van den Raad
van State, bepaald, dat de heer Pyi als lid
van den gemeenteraad van Alblasserdam be
hoort te worden toegelaten.
Te 's Gravenhage is overleden de late
luitenant der inf. W. W. Van Gelder, van het
Oost-Indisch leger.
De nieuwbenoemde Turksche gezant by
ons Hof, Missak Effendi, is gisteren door H. M.
de Koningin Regentes in audiëntie ontvangen
ter overhandiging zijner geloofsbrieven. De
gezant werd op de gebruikelijke plechtstatige
wijze van het gezantschapsg9bouw in het
Korte Voorhout naar het Paleis en van daar
naar zjjn woning geleid.
De Rotterdamsche gemeenteraad besloot
gistermiddag een 31/, pCts.-geldleeniug aan te
gaan, groot 6 millioen, aflosbaar in 60 jaar,
waarvan de inschrijving van de belft dezer
leening tegen 30 Maart zal worden open
gesteld.
Benoemd werden fcot leeraar in de wis
kunde aan de H. B.-S. met 5 j. c. de heer
B. De Greve, thans tijdelijk leeraar; tot hoofd
onderwijzer eener school voor g. 1. o., do heer
C. H. Koopen; tot tfidelfik onderwijzer in
de natuurkennis aan de vormscbool tot op
leiding van bewaarschoolhoudoressen, do heer
K. M. Knip; tot hoo-donderwijzeres eener
bewaarschool mej. G. Eygelsheim, allen aldaar;
tot onderwijzeres eener school voor m. u. 1. o.
mej. A. J. v. d. Boa—Bjjken.
Besloten werd een pensioen van 984
'sjaars te verleenen aan den directeur der
vormschool, den heer P. Molenbroek; tot
wijziging van art. 7 der verordening op de
vormschool en tot die, regelend® de verdeeling
en bezoldiging der onderwijzers aan de open
bare scholen voor lager onderwijs.
Bij de herstemming voor een lid van het
Hoofdbestuur van het Ned. Ond.-Genootschap,
gehouden van 18 Dec. tot 15 Febr. 11. (vacature-
G. Kappenburg Pz zyn door 189 afdeelingen
1942 geldige stemmen uitgebracht, benevens
3 van onwaarde en 253 in blanco.
De heer L. Nooter verkreeg 724 stemmen,
de heer C. F. A. Zernike 1218, zoodat laatst
genoemde verkozen is.
Volgens het „Vad." is Jan C. De Vos
ernstig ziek. Hy lijdt aan nierziekte.
Do heer De la Fuonte is voor het volgend
seizoen tot directeur te Antwerpen benoemd,
alsmede tot artistiek directeur van het Casino
te Royat. Volgens de „Flandre Libéralb"
verloor de heer De la Fuente verleden jaar
te Gent 7500 fr. en in dit seizoen reecs
56,000 fr. Het gerechtshof van koophandel
te Gent heeft hem in staat vaQ faillissement
verklaard.
Ds. A. Couvóe Azn., Ned.-Herv. pred. te
Zeist, hoopt 25 April a. 8. zijn 40-jarige evan
gelie-bediening te vi&ren.
Geboren in 1833, werd Z.eerw. in 1857
proponent by het prov. kerkbestuur van Noord-
Holland. Den 258ton April 1858 werd hy pre
dikant te Schoonrewoerd, in 1861 te Doesburg,
in 1869 te Barneveld, in 1873 te Breukelen
en sedert 27 Aug. 1876 te Zeist.
Z.eerw. is secundus lid van het prov. kerk
bestuur van Utrecht, praeses van het classicaal
bestuur van Amersfoort en scriba van den
ring Tienhoven.
Met betrekking tot de vraag, of de tyd,
door een militair preventief in do gevangenis
doorgobracht, al dan niet behoort mede te
rekenen als diensttijd, waaraan een broeder
bet recht op vrijstelling van de militie kan
ontleenen, hebben Gedeputeerde Staten der
provincie Zuid-Holland beslist, dat, wanneer
een militair tot gevangenisstraf mei ontzegging
van hot recht om bij de gewapende macht
te dienen, is veroordeeld, de tyd, door hem in
preventieve hechtenis doorgebracht, voor
zelven als diensttijd geldt en a fortiori «*bor
zijn broeder als diensttijd moet worden mede-
gerekend.
De „Gaulois" weet te vertellen, dat
prins Louis Napoleon, overste in Russischen
dienst, zich verloven zou met onze jonge
Koningin.
Uit "Weenen wordt hieromtrent aan Hirsch'
telegraafbureau gemeld, dat aldaar in diplo
matieke kringen bekend was, dat over dit
plan werkelijk gesproken is, maar Doitschland
zich or tegen verzet heeft.
Terecht gelooft de „Reichsb.", dat ook do
Nederlandsche natie tegen zulk een plan front
zou maken; ook omdat Louis Napoleon een
troon pretendent van Frankrijk is, en Neder
land niet gaarne met de mogendheden in
verwikkelingen zou komen.
Door de Kamer van Koophandel te Maas
tricht is een adres gezonden aan de Tweede
Kamer, waarin wordt verzocht door de her
ziening der invoerrechten de nijverheid op te
beuren en de Rijksmiddelen te versterken.
De luit.-ter-zee der lste klasse jhr. E. G.
"Wichers, dienende als eerste officier aan
boord van Hr. Ma. schoener „Zeehond," wordt
met 26 Februari a. s. overgeplaatst aan boord
van Hr. Ms. wachtschip te Heilavoetsluis.
Met gelijken datum wordt de luit-ter-see der
lata klasse H. J. Pak geplaatst als eerste
officier aan boord van genoemden schoener.
Den lsten Maart vertrekt per stoom
schip „Oranje-Nassau" van den Kon. West.-
Ind. Maildienst naar West-Iodiê, met bestem
ming voor Suriname, een afdeeling aanvullings
troepen, sterk ongeveer 10 man.
De eerstvolgende groote diners, door den
minister van buitenlandsche zaken te geven,
zullen op 22 Februari en 2 Maart plaats
hebben.
Dezer dagen seinde Reuter uit Shanghai,
dat de Nederlandsche gezant ia Cbina zou
trachten de Chiaeesche leening tot stand te
brengen. Uit goede bron kan het „Vad." medo-
deelen, dat dit bericht uit de lucht is gegrepen.
„Het schijnt wel, dat Chineesche staatslieden
hun best doen de leening onder garantie van
de een of andere kleine mogendheid te sluiten,
vao wie zy minder last zouden hebben dan
van Engeland of Rusland, maar de Neder
landsche Regeering denkt er niet aan zich
met de zaak in te laten."
Nu het vélocipède-rfiden zoo algemeen
wordt, dat welhaast een nict-wielryd6r eene
uitzondering zal zijn, is het zeker voor alle
Geneeskundigen van groot belang to allen
tijde te kunnen beoordeelen in hoeverre het
wielrijden oen gunstigen of nadeeligen in
vloed uitoefent op de gezondheid.
Daar ieder geneeskun ige persoonlijk te
weinig ervaring opdoet betreffende deze sport,
heeft de heer E. J. Kühne, officier van ge-
zondhei 3 lste kl., tfi Jelfik gedetacheerd aan
het Remonte-depót te Milligen, besloten jaar
lijks een statistisch overzicht ta geven van hior
te lande voorgekomen ongelukken, ziekten en
gebreken, die direct of indirect bet gevolg
zijn van het wielrijden.
De heer Kühne heeft aan alle medici in
den lande, ongeveer een 2500 tal, een staat
gezonden, waarop alle inlichtingen gevraagd
worden omtrent de ongelukken, die voorge
komen zijn onmiddellijk als gevolg van het
wielrijden, dus b. v. na botsing, val, overrijden
enz., benevens van de ziekten en gebreken
min of meer langzaam ontstaan bij het wiel
rijden of als gevolg daarvan. Voorts is hun
oordeel gevraagd omtrent het wielrijden, by
welke ziekten en gebreken dit ontraden of
verboden moet worden, en nopens kleeding,
voediDg, gebruik van alcoholiën, voorbehoed
middelen, enz., en eindelijk tal van vragen
ter beantwoording, betrekking hebbende op
de vrouwelijke sexe.
'tls duidelijk, dat een dergelijk overzicht
van groot nut kan zijn, waar dit met zorg
verkregen en uitvoerig behandeld wordt,
zoodat het dan ook hoogst wenscheiyk is,
dat alle medici hun ervaring op cit punt
aan hun collega mededeelen en zich daartoe
eenige moeite geven, ten einde door aller
krachten dit reusachtig werk schitterend te
doen slagen.
De minister van oorlog brengt ter kenni3
van belanghebbenden, dat er voor zes burger-
gene^sheeren (artsen), die voor den militairen
geneeskundigen dienst pbysiek geschikt zijn,
gelegenheid bestaat om te worden benoemd
tot offkier van gezondheid 2de klasse bij bet
personeel van den geneeskundigen dienst der
landmacht, onder het genot eenc-r premie voor
eens van twee duizend vijfhonderd gulden
2500).
Het stoomschip „Kaiser," van Oost-Afrika
naar Vlissingen en Hamburg, vertrok 15 Febr.
van Marseillede „Prins "Willem II," van
Amsterdam naar Suriname, passeerde 7 Fobr.,
des Yoormiëdags, Dover; de „Salak," van Rot
terdam naar Batavia, vertrok 16 Febr. van Suez
de „Koningin-Rigentes," van Amsterdam naar
Batavia, vertrok 17 Febr. van Genua; do
„Soembing", van Batavia naar Rotterdam,
passeerde 17 Febr. Tarifa.
Noonlwyk. In het gisteravond door ons
geplaatste verslag van de muziekuitvoering
19)
Daarop duwde zjj baar zachtjes op de sofa
en trok de zwarte kanten mut3, die by de
omarming bijna van haar hoofd was gegleden,
weder recht. „Die Rozekate is net een storm
wind, hè, grootmamaatjo?" riep zy lachend
uit. „Kom maar eerst een beetje tot uzelve
van mijn onstuimigheid, dan kijk ik in dien
tijd eens rond."
Spoedig had zij hoed en mantel bezorgd en
ke:-rdo dan weer terug. Met lachende oogen
snelde zij door de kamer, elk voorwerp, als
om het te begroeten, met de hand aanrakend.
Voor de kachel stond zij stii. „Hm, dat is wat
voor een liefhebber," juichte zij en keek in de
gloeiende kolen. „Prachtig, grootma 1" Daarop
begroette zij de kanarie; hij moest direct een
klontje suiker uit haar lippen pikkenen toen
stak zy haar neusje diep in de geurende bloemen
voor het venster. „Wat is het hier alles mooi
en heerlijk 1" zei zo, diep ademhalend. Zy stond
nu voor het portret boven den leunstoel en
plotseling nam haar gelaat een ernstige uit
drukking aan; onwillekeurig vouwde zy de
handen. „Moeder, uw Rozekate is weer
thuis. Zy heeft veel goeds en schoons
gezien in de stad, en zjj is er vrooiyk en
dankbaar om."
Een traan glinsterde in haar oog. Maar
terstond daarop lacht® s$j weer.
»Nu zal ik eens inschenken, grootmama;
dan kunnen wy een heerlyk kopje chocolade
dnnkon."
Mevrouw Neudorf keek met een gelukkigen
glimlach naar haar kleindochter, die zoo frisch
en bloeiend, zoo geheel met de oude kinder-
lyke dartelheid was teruggekeerd. Een zware
last viel haar tan het hart. Ja, zy zou zich
hier wel weer thuis gevoelen; zy zou weder
volmaakt gelukkig zyn by haar oude groot
moeder.
Toen de schemering lager viel, het water
in den ketel begon te zingen, de vlammen
in den haard helderder brandden en op straat
vlak voor haar venster de lantaarn werd
aangestoken, verzocht Rozekate haar groot
moeder op haar oude plaatsje in den leun
stoel te gaan zitten. Zy zou haar nu eens
alles vertellen, wat zy in de stad al zoo be
leefd had.
Daar zaten zy nu, grootmoeder en klein
dochter, de laatste aan de voeten der oude
vrouw op een bankje. Zy had haar zachte,
witte handen om de gerimpelde rechterhand
barer grootmoeder gevouwen en vertelde haar
van alles, wat zy had ondervonden. Van Mar-
gareta, van Liza, van haar schilderyen, van
de gezelschappen, die zy bezocht had, en
eindeiyk ook, ofschoon nog wat aarzelend, maar
toch ook weer vol geestdrift, van den schouw
burg en wat zy daar had gezien. Tot nog toe
had de predikantsweduwe haar met een zwy-
genden glimlach aangehoord, doch nu trilde
haar hand in de vingeren van het jonge meisje,
en toen Rozekate haar vertelde, dat zy zelve
comedie had gespeeld en daarmede zooveel lof
had geoogst, stond de oude vrouw plotseling
zuchtend op.
Het jonge meisje hield op met spreken en
keek verschrikt haar grootmoeder aan.
„Vindt u het dan zoo verschrikkeiyk, om
daarvan te hooren, grootma? Gelooft u dan
werkelyk, dat het tooneel een schadeiyken
invloed moet hebben op hen, die den schouw
burg bezoeken, of dat de menschen, die er
toe behooren, slechter van aard zyn dan de
anderen? Ik geloof het niet, grootmamaatje;
integendeel, ik ben van meening, dat de
omgang met onze dichters, met hun groote
werken, de ideaal-gestalten, welke zy gescha
pen hebben, slechts verheffend werken kan,
iemand boven de groote menigto moet plaat
sen. Waarom maakt u dat ongerust?"
De predikantsweduwe streek met sidderende
hand over het hoofd van het meisje.
„Ik ben maar een domme, oude vrouw,
kind; ik heb vooroordeelen. Als ik my zoo
iets in myn oud hoofd heb gezet, dan is het
er moeilyk weer uit te krygen. Doch vertel
verder."
Eu Rozekate sprak van Ferdinand Olpen,
van zyn aanzoek en dat zy het afgewezen
had. Dat vertelde zy met zachte stem en
gebogen hoofd.
„Jammer," zeide haar grootmoeder. „Dat
moet, naar de beschryving, die je van hem
geeft, oen braaf man geweest zyn; ik zou je
gaarne aan hem hebben toevertrouwd."
„Ja," bevestigde het jonge meisje, „hy
te een vertrouwbaar persoon, een man
van eer, maar, grootmama ik heb hem niet
Hef."
Ddt klouk zoo eenvoudig en beslist, als
ware daarmede alles gezegd.
„Het is jammer, Rozekate," herhaalde de
oude dame.
Daarop heerschte er een oogonblik van
stilzwygen.
Wat Rozekate haar grootmoeder thans
wilde bekennen, deed haar hart toch eenigs-
zins sneller kloppen. Doch eindelijk sprak zy
het uit, het zoete geheim, wel is waar hape
rend en met een hoogen blos op het gelaat,
doch haar grootmoeder hoorde het toch en ay
hoorde aan den weekeD, bovenden klank van
Rozekate's stem, dat het ditmaal ernst was,
dat thans heur hart had gesproken.
Evenwel liet zy in hot eerst niets bemer
ken, ook niet, toen het meisje ophield met
spreken.
Het was duister gewordenhet vuur in den
haard smeulde nog slechts en de lantaarn op
straat gaf nog maar een zwak licht; de flik
kerende lichtschyn speelde op het Wonde hoofd,
dat diep gebukt was en thans met de warme
lippen de band dor oude vrouw beroerde.
„Grootmama, ik heb hem zoo lief," klonk
het met schuchtere innigheid.
De oude vrouw slaakte een bangso zucht.
„Maar by is officier, kindl Woet je niet,
dat die heeren meestal gedwongen zijn een
ryk huweiyk te doen En jy bezit niets anders
dan bet kapitaaltje, dat ik je eenmaal zal
nalaten en van welks renten wy nu leven 1
Ik geloof, dat het nog niet eens zooveel is
als een cautie bedraagt.
„Ik vrees, Rozekate, dat het een bittere
ontgoocheling voor je worden ml."
„Ontgoocheling?" Zy hief het gelaat ver
schrikt op en er lag zooveel angst op uit
gedrukt, dat haar grootmoeder zich gerust
stellend naar baar overboog.
„Het kan ook wezen, dat by ryk genoeg
is en uw geld niet noodig heeft. We zullen
er maar het beste van hopen, kind."
Rozekate haalde verlicht adem. „Dat weet
by ook alles vetl beter dan wy, grootmama.
Als er het een of ander in den weg stond,
als er eenige zwarigheid was, zou hy niet
zoo tot my geeprekea hebben.
Met Kerstmis komt hy hier em uw toe
stemming te vragen. O, wat zal dat een
heerlyke Kerstmis zyn! Hy heeft hot my
gisteren by het afscheid gezegd."
Zy glimlachte gelukkig en verzonk ia
mymery. Gisteravond was zy nog stilletjes
even de deur uitgewipt, om hem vaarwel te
zeggeD, zooals hy haar dringend had gevraagd.
En toen had hy haar onstuimig in zyn
armen gekneld on haar zoo vurig gekust, dat
het haar bang te moede was geworden en
zy zich angstig uit zyn omhelzing had lus-
gemaakt.
„Je bent zoo koel, Rozekate, zoo schuch
ter," had hy gezegd. „Je houdt zeker niet
van mei"
Maar met een smeekenden blik had zy hem
het zwijgen opgelegd.
„Wanneer grootma ons haar zegen heeft
gegeven, wanneer ik voor de wereld je verv
loofde ben, dan behoor ik je toe, Barry."
Wordt vervolgd