spreking van de plannen oener feestviering •er gelegenheid van de troonsbestijging van H. M. Koningin Wilhelmina. Een achttiental heeren had aan de oproeping gevolg gegeven, van -wie de heer Van Velzen zich belastte met het secretariaat. Besloten werd tot het houden van een schoolfeest voor alleteAlfen schoolgaande kinderen. DU feest zal bestaan in h=t ui'reiken van gedenkpenningen en lie- derenboekjes, traktatie, optocht en gezamenlijk gezang op het vtrsierde marktplein. Des middags z 1 aldaar een muziek- en zanguitvoering plaats hebben, tot medewerking waaraan zullen worden uitgenoodigd de Har monie- vireenigiog „Beethoven" en de Martha- Sticbting. T«.r bestrijding van de onkosten, aan «n en ander verbonden, zal subsidie aan de gemeente worden gevraagd. Voorts zol op nader tm bepalea tgd oen .Feestgave* (bestaande in vleesch en kren tenbrood) worden verstrekt aan on- en min vermogenden in de gemeente, waarvoor bg circulaire met inteekentiljet gelden zullen ge vraagd worden aan de gegoede ingez.tenen. Aan de diverse kerkgenootschappen zal worden verzocht, oer, zoo z(j den dag gods dienstig mochten willen wijden, cit dan te dosn tusschen 9 en 10 uren 'e morgens. Als datum voor de feestviering is gekozen ^1 Augustus, terwijl de feestcommissie is ge «nstitueerd als volgt: P. Van Oateren, voor- rftfeer, S. Vao Velzen, secretaris, N. D. Kemink, popningmoe8tcr. (Rö.) Bodegraven. Maandag avond vergaderden 't lokaal „Oud-Bodegraven" de timmermans en metatlaatsbazen, om te beraadslagen over ie c'oor de knechts en opperlui gevraagde foonsverbooging. Aanwezig was ook een afge- vaarligde der knechts. Na eenig ondirling gekibbel, dat meer persoonlijke zaken gold dan wel de aanhangige quaestie, begonnen de beraadslagingen. Het rtsultaafc was, dat tg stemming uitgemaakt werd, dat het verzoek dc-r metselaars werd van de band gewezen, de timmerlui één cent per uur meer zouden fcrggen, zoodat voor beiden het loon op 14 cents per uur is gesteld, terwijl betreffende het loon der opperlui ieder vrijgelaten werd, zoodat hier by vraag en aanbod het loon zal regeleD. Geheel ten voordeel® van de vereenigiDg .Ziekenvoeöiog" gaf de zangvereeniging „Har monie", directeur de hoer A. Laffree, een oitvoeiiog in „Hotel Van Haaften". Een buitengewoon talrijk publiek vulde de fiinke zaal, en er valt niet aan te twijfelen, of alten hebben dezen avond genoten. Het programma werd, globaal genomen, se:r goed uitgevoerd; verschillende nummers werden uitstekend gezongen, slechts oen heel enkel voldeed minder goed. Duidelijk bleek, dat de leden, zoowel wat de solo's, als wat de koren betreft, veel en goed gestudeerd habben. Zeer t9 betreuren valt het, dat zoo weinig hoeren lid der vereenigiDg z[jn. Tenor en bas kunnen daardoor niet genoeg uitkomen tegen de vrouwenstemmen. Ware dit anders, zoo zou er nog veel meer succes behaald zijn. "Werd bij vorige gelegenheden de klacht ge boord, dat er bijna niets dan Duitsch gezongen werd, nu was dit geheel anders en werd er bijna uitsluitend Hollandsche muziek ten ge- hoore gebracht. O. i. is de uitvoering er niets te minder door geslaagd. Alle lof en dank zg der veroeniging gebracht voor haren geheel belangloozen ijver om de kas der schoono rerofnigiDg „Ziekenvoeding" te stijven; ook den ingezotenen van Bodegraven komt een woord van lof toe, want linnen een paar dagen war.n 250 kaarten geplaatst, zoodat de verkoop gestaakt moest worden, omdat de zaal geen meerdere plaatsruimte aanbiedt. Velen zijn hiardoor nog teleurgesteld. Moge bet .goede voorbeeld van „Harmonie" navolging vinden! Hier ter plaatse zjjn nog wel meer instellingen, dia hulp en steun verdienen. Benthuizen. De Raad der gemeente Bent huizen benoemde gisteren tot onderwijzeres asn de openbar.) lagere school mejuffrouw J. M. De Zwaan, uit 's Gravenhage. In deie gemeante heeft zich een com missie gevormd voor het huldeblijk aan H. Hf. de Koningin-Regentes, bestaande uit de heoren: C. L. J. Bos, A. C. Beelaeits van Enmichoven, J. A. Broers, J. H. Houbolt, L. Paul, J. Bogiards, R. Paul en J. Van der Ko$ff Cin. Boskoop. Alhier werd een openbars bijeen komst, op initiatief van B. en Ws. dezer ge- meent*, gehouden, ten einde een plaatselijke feestcommissie te benoemen om plannen te beramen voor eon op 31 Aug a. 8. te houden feest, ter gelegenheid van de a. 8. troonsbo stijging van H. M. de Koningin. E n 21-tal personen zou de commissie uit maken. M^-t meerderheid der ui'gebrachte stemmen werden gekozen do heeren: L. E. JBadtz, L. Erkelens, F. J. Grootendorst, F. Hoogendam, A. Do Jong, D. A. Koster, J. La Grand, P. J. Lucasssn, C. B Lünnomann, J. Maarschalk A. J. Mathot, J. H. Van Nes, G. Van Noordt, J. W. De Ruyter, Dr. S.x, N. J. Scboorel, D. Voerman, J. Vellioga, C. Ver- 'meolen, J. C. Visser en M. A. Wiegand Bruss. Hot grootste aantal der benoemden was aan wezig en hield een korte vergadering, ten einde een bestuur te benoemen. Op voorstel van «en der commissioleden werd bjj acclamatie tot eere-vcorzitter gekozon do heer E. G. C. De Groot van Embden, die, ter vergaderin j aanwezig, deze benoeming zich liet welgeval' ju. Tot voorzitter werd gekozen de heer J. Maar schalk, tot secretaris de heer J. Ve'linga, tot penningmeester de heer M. A. Wiegand Bruss. i Hazerswonde. By de gisteren gehouden bert mining voor een lid van den gemeente raad (vacature wijlen den heer Van Driel) waren uitgebracht in het dorp 197 en aan den Rijndijk 152, in het geheel dus 349 st. Van onwaarde werden verklaard 7 st., zoo lat het aantal geldig uitgebrachte 342 bodroog. Hiervan verkreeg de heer A. De Jong 200 eu de beer J. Blonk 142 st., zoodat eerst genoemde gekozen is. Nooidwgk. De heer P. Van Esden Hz. heeft in zijn woning aan de Voorstraat een fraaie collectie getrokken hyacinten tentoon gesteld, de eerste in dezen winter. Hoewel alle een zeer aangenamen indruk maken, mogen toch vooral geroemd worden de bijzon der vroeg bloeiende Rnby (E. R.), verder Gens- raal Pellissier (E. RPresident Harrison (E. B.), Johan (E. B), La Grandesse (E. W.), l'lono- cenc3 (E. W.), Isabella (D. W.), Garrick (D. B.), en Noble Parmerito (D. RWij sporen dan ook alle liefhebbers van schoone bloemen aan, deze keurige verzameling te gaan be zichtigen. Oegstgeeat. De bevolking dezer gemeente bestond op 1 Januari 1897 uit 1269 m. en 1312 vr., te zamon 2581 personen. In 1S97 werden er geboren 69 kinderen, als 32 j. en 37 m. Er vestigden zich 317 m. en 370 vr, totaal 687 personen. O.erleden zijn 33 mannelijke en 21 vrouwe lijke personen, totaal 54. Naar elders vertrokken 208 m. en 216 vr., totaal 424. Da bevolking bedroeg dus op 1 Januari 1898 1377 m. en 1482 vr., te zamen 2859 zi.-l n, tn is derhalve vermeerderd met 278 person eD. Rynsburg. De heer Q. J. Weeïnk, onder wijzer aan da Chr. School (Smideteeg) alhier, is als zoodanig benoamd aan de school voor en M. U. L. O., hoofd do hear C. F. Ver schoor, te Scheveningen. Ter-Aar. Door de polilie alhier ie aange houden een minderjarige landbouwerszoon uit Nieuwer Amstel, die de ouderlgko woning aldaar des nachts was ontloopon en voor nemens was een reisje to maken naar Duitsch- land. Aangezien d9 jongen onder zijn kleede ren een paardendeken had verborgeD, welke hg, om voor koude behoed te zijn, onderweg meende noodig te hebben en waardoor een omvang werd verkregen, dat zulks de aandacht van de politie trok, gaf dit aanleiding tot zijn aanboudiog. Op last vaa den burgemeester werd hg onder geleide van den gemeente-veldwachter naar zijn woonplaats teruggebracht. Een van de twee bekende paardendieven, die onlangs door de politie alhier zgn gear resteerd, en thans, geiyk gemeld, uit het huis van bewaring te 's-Gravenhago is ontvlucht, heeft wel getoond een man van de daad te zgn. Bg zgn overbrenging indertgi zeide hg tegen den veldwachter: „Breng mg er maar achter, ontvluchten doe ik toch." Lezing in „Pniël." In de gisteravond gehouden, zeer goed bezochte winterbgeenkomst der Christeigko JongeliDgsvereeniging ,Uw Bewaarder zal Diit sluimeren" (afdeeling van hetNederlandsch Jongelingsverbond), in het wgkgeVoaw „Pniel," aan do Middelstegracht, trad als spreker op de heer W. Van Oosterwgk Bruyn, van Zeist, eere-voorzitter van dat Verbond. Tot onder werp had hg gekozen: „Is. Da Co3ta en zgn tgd". Het was te vorwachten, dat de eer waar igo grgsaard, die reeds meer voor deze JongtlingsvereenigiDg optrad, op aangename wgze veel belangrgks omtronb Da Co:ta on diens tgd zou meedeelon, vooral, doordat hg de eer en bet voorrecht heeft genoten van per- soonigken omgang met dozen grooten Christen, geleerde en dichter. In die verwachting werd men dan ook gisteravond geenszins teleur gesteld. Spreker begon met de aandacht van zgn auditorium te bepalen bg het Réveil, waar over hg gaarne spreekt en waaromtrent door hem in den laatsten tgd veel is geschreven (o. a. in „Ons Tgdschrift", uitgave D. A. DaameD, te Rotterdam). Onder het réveil in den gewonen zin, verklaarde sprM bg de militairen, verstaat men het wakker blazen der soldatenzoo ook is het Réveil, waarvan hg thans gewaagde, een blazen op een bazuin, om wakker te maken in geestolgken zin. Hg wees er op hoe hg de dagen meeleefde, toen het Réveil in zgn bloei was, en dat bg toen Is. Da Costa een zgner dierbaarste vrienden mocht noemen. Na voorts er den nadruk op gelegd te hebben, boe ontzettend de gevolgen van een droogte in de natuur kunnen zgn, zoodat mensch en beest aan ellende ten prooi kunnen worden en schreeuwen om regen, ging bg na hoe voel erger nog een geestelijke droogte is on het henrijkste van alles oen geestelgke regen. Hoe het in Nederland tot zulk een geestelgke droogte kwam, in tegenstelling mot e?rtyds, toen men met don Bybel in do hand aan alles weerstand kon biodeü; hoe tydans een periode van uitwendigen bloei fierheid ei-n inwendige kanker al maar voort vretende was; hoe Nederland godsdien stig verdeeld was in vele kampen; hoe bet rationalisme al sterker en sterker werd; boe er in de 18de eeuw van de heerigkheid op godsdienstig gebied niots meer over was, d. w. z. hoe er nog wel vromen waren, maar de grooto menigte in ongeloof voortleefde, dit alles stelde spr. in een helder licht. Voordat hierin in ons land verandering kwam, had reeds in naburige landen een geestelgke opwekking plaat3: in Duitschland ontstonden de Piëtisten, met Spener, Francke e. a. tot leidslieden; de Moravische Broeders onder den graaf Von Zinsendorf brachten nieuw leven in de verstorven christenheid. In Eogeland waron Whftefleld en Wesley, de vaders van het Methodisme, in Gods hand het middel om de dooden te doen ontwaken. Gods tgd voor Nederland k wam later, maar hg kwam; in het begin onzer oeuw. De voor - looper van het Réveil hier te lande was Bildordgk; deze bracht de profeet er van, Da Costa, tot de konnis der waarheid. Noodzakeigk achtte spr. het te doen uit komen hoe verdraagzaamheid in Da Costa's dagen hier te laude- voor de grootste deugd gold en hoe er geen grooter zonde te beden ken was dan onverdraagzaamheidnoodzake igk, om daardoor te doen verstaan de ver houding van Da CoAa tot zgn land- en tgd- genooten. Voorts deelde spr. tal van bgzonderboden over Da Costa mede, evenals eenigo omtrent Bilderdgk, dier.s loc-rmeester; Capadose c-n D3 Clercq, vooral wgzende op Da Costa's en Capa- dose's zwaarmoedigheid; hg wees er op hoe alzoo eenige mannen een kring begonnen te vormen; mannen, in heel veel verschillende van inzicht en opvatting, maar één in Jezus Christus, hun Heiland en Heer. En nu volgde het verhaal omtrent den doop van Da Coata, Capadose en de echtgenoote des eersten, Hanna B-lmonte, in alle stilte en allen eenvoud, in de weinig bezette Pieters kerk te Lelden, door ds. Egeling, op 20 October 1820, welke plechtigheid door eeDige vrienden der gedoopten werd bygewoond, o. a. door de gebrs. Van Hogen dorp. Na er verder by stilgestaan te hebben hoe de kracht van Da Coita lag in zgn overtuiging, dat do Bgbel Gods "Woord is, en gewezen te hebben op betgeen hg te verdoren had na verschyning van zjn: „Bezwaren tegen den geest der eeuw," voerde spr., die ons hem nkt enkel als profeet van hot Réveil, maar ook als mensch, als-beminnelgk Christen en als groot dichter had voorgesteld, ons aan zgn ziek- en sterfbed, aan zgn groeve, waar hem, tgd ons zgn leven zoo bespot, gehoond en gesmaad, zooveel eer werd betoond, ook door Diet geestverwanten. Tot de jongelingen bracht hg nog eens de boodschap, het afscheidswoord, door hem (spr.) aan Da Costa op diens sterfbed gevraagd voor de Jongelingsveroenigingen: „Genade, genade, genade! De Heere Jezus zg hun rots:teen!" Ten slotte spoorde hg de jongelingen er t03 aan zich, om vele redenen, te voorzien van Da Costa's gedichten, zoo goedkoop ver- krg'gbaar. De byeenkom8t werd geopend met gebed, gesloten met dankzegging door den spreker en afgewisseld piet Psalmgezang door en een collecte onder allen ten voordeele van het Jongelingsverbond; zooals de heer Van Ooster wgk Bruyn zoide. Uit de „Staatscourant". Kon. Besluiten. Uenoomd tot opziener der visscberijeu op ^cbelde eo 2>eUwache Stroomen 3de klasse J. J. Sips,uia, brigadier-titulair der Rijks- veldwacbt te A vereist; tot tijdelijk opziener dier visscherijen J. G. Haeck. Czn., schipper te Brui- nisse. Benoemd tot notaris te VGravenhage mr. A. J. B. Rrjko, candidaat-nolaris en privaatdocent aan de rijksuniversiteit te Utrecht. Eervol onthevon: de schout-bij-nacht F.J. Stok- huyzen, gedetacheerd bij het dop van marine, met 1 Maart a. 8. van de betrekking van chef van den marinestaf. Opgedragen de waarneming van gemelde betrek king met dienzelfden datum tijdelijk aan den luit. ter zee 1ste kl. M. W. L. Olivier, thans reeds bg genoemd departement gedetacheerd. Vergunning verlqend: aan den Oost-Indischen ambtenaar J. Van Aalst, controleur der tweede klasse bij het binnenlaudsch bestuur op Java en Madura, tot het aannemen van het ordeteeken van ridder der orde van den Witten Olifant van Siam, hem door den koning van Siam geschonken. De minister van financiën maakt bekend, dat hij uit Vechel ontvangen heeft een postwissel groot fl. De minister van binnenlandsche zaken maakt bekend dat het Koninklijk Penningkabinet te VGra venhage van 1 Maart tot 1 Mei 1898 voor het publick zal gesloten zijn. De gewone audiënties van de ministers van financiën en van oorlog zullen Donderdag 17 Febr. niet plaats hebben. Het proces-Dreyfus-Zola. Vervolg van het Tweede Blad. De zitting van den achtsten dag van het proces was Loofdzakelgk aan de schriftkun digen gewyd. Het publiek was in grooter gotale opgekomen dan gisteren. Er had voor da opening van de zitting geen incident plaats. Het gerucht ging in de conloirB, dat mevrouw Boulancy en mejuffrouw Comminges in de getuigonzaal wachtten, tot zij voorgeroepen zouden worden. De vragen, die Zola's advocaat Labori aan den president van het Hof verzocht te doen stellen aan den minister van oorlog, luiden als volgt: lo. Ik verzoek u den generaal Mercier te machtigen zich voor het Hof te verklaren omtrent het geheime stuk, dat, naar wy weten, aan den krijgsraad is medegedeeld. 2o. Ik verzoek, dat kolonel Picquart worde onthevon van de ambtelijke geheimhouding. 3o. Ik verzoek, dat het origineele borderel wordt overgelegd ter terechtzitting. 4o. Ik verzoek, dat de stukken, die gediend hebben voor het betoog van den heer Ber- tilion, ter terechtzitting worden overgelegd. 5o. Ik verzoek, dat >tie heer Bortillon worde uitgenoodigd voor het Hof getuigenis af te leggen. 6o. Ik verzoek, dat de deskundigen, die getuigenis hebben afgelegd in de zaak- Est-.rh-'.zy, eveneens worden uitgenoodigd, voor het Hof getuigenis af te leggen. Het Hof verwierp de conclusies van de verdediging, strekkende, dat ieder expert zich moge verklaren over zjjn mededeelingen in de geheimo zitting van den krijgsraad. Generaal Gonse protesteerde tegen de vor- klaring van Jaurès, dat de generale staf goen licht wenscht, en verklaarde formeel, dat het onnaar is, dat de generale staf het „document libératour" aan Esttrhazy deed overhandigen. Labori zeide, dat de minister, ale hij het licht wil, moet antwoorden op de vragen, die hjj hem deed stellen. Generaal Gonse zei Je, dat fajj niet gemach tigd ia om deze vragen aan den minister van oorlog over te brengen. Labori: „Omdat g(j het liebt niet wilt!" Do heer Crópieux Jamin ia begonnon mot zich acboon te wasschen van den laster van omkooping, enz., dien TeyssonnièreB, een dor experts in de Dreyfus-zaak, dea vorigen dag tegen hom had uitgekraamd. En deze Teys- sormiöres was het, die hem, het door hein uitgebrachte rapport ongevraagd aan Crópieux toooande, er bi] bad gezegd: „Niet Bertillon heeft da veroordeeling van Dreyfus bewerkt. Bertillon is een gek. Ik, ik heb het licht, ontstoken in m(jn rapport, on op mjjn rapport. •Been ie Dreyfue veroordeeld." (Uitroepen). De heer Crópieux verweot Teyssonnières aan de „Libre Parole" zijn geheels corres pondentie te hebben uitgeleverd, zonder twijfel in de hoop er de vier regels in te vinden, die een man aan de galg kunnen helpen. „Teyssonnières was ontevreden, toen bjj zag, dat ik z(jn meening betreffende de schuld van Dreyfus niet deelde, en dat was, onge twijfeld, het geheim van zijn houding ten mijnen opzichte." De getuige zegt, dat hjj heeft gewerkt als amateur en omdat men het hem gevraagd had. Hij 19 geen grapholoog. „Ik ben een eenvoudig particulier," zegt bjj, „die een per soonlijke meeuing heb over het schrift van het borderel en dat van Esterhazy." Terder protesteert de heer Crépieux krachtig tegen de woorden van den expert Teysson nières, die een paar romannetjes heeft uitge vonden en laagheden heeft begaan. Hi) be vestigt, dat men het cliché niet heelt kunnen wijzigen; „men zal den een of anderen dag zien, dat ik gelijk heb." De heer Paul Meyer, directeur van de „Ecole des Chartes", verklaart, dat het facsimile van het borderel zoo juist mogelijk is. Hü betreurt het, dat men een zoo ernstige expertise heelt opgedragen aan Bertillon. Het schrift van Esterhazy gelijkt volkomen op dat van het borderel. Labori zegt, dat hjj vragen wil stellen aan de getuigen Couard, Belbomme en Varenard; hg verzoekt den president die te doen oproe pen, doch de president weigert dit. Labori neemt conlusies, wa.rin geconsta teerd wordt, dat de president geweigerd beeft vragen te stellen vóór zi) nog geformuleerd waren. Het Hof beslist, dat do president goed ge daan heeft met deze weigering, omdat de vra gen niets konden uitwerken dan onnoodig het debat verlengen. Labori protestoert krachtig. Clómenceau leeat het resultaat van bet vor- hoor van mevrouw Boulancy door den rechter van instructie Bertulu3 voor. Mevrouw Boulancy zegt, dat zij nog zeer compromitteerende brieven van Esterhazy in haar bezit heeft Zjj heeft ook telegrammen van hom ontvangen. Deze telegrammen be vatten geen enkele bedreiging, maar er wordt ia aangedrongon op teruggave van de brieven, welke Esterhazy van 1881 tot 1887 schreef. Veie zgn wellicht evon compromitteerend als die, waarin het gezegdo van de Uhlanen voorkomt. Zij bevatten uitingen, die voor bet leger en voor Frankrijk beleedigend zijn. Getuige wil de brieven houden om te bewijzen, dat zQ geen valschheid beeft gepleegd. Mevrouw Boulancy vertelt verder, dat Ester hazy herhaaldelijk bij haar is geweest, om de hrieven op te eiachen. Dat gebeurde drie- of viermaal. „Ik liet hem ontvangen door mijn dienstbode, die de deur op een kier hield, en vastgebonden door een stevigen ketting. Eenmaal, toen hy te heftig werd in zijn aandrang om binnongelaten to worden, zeide ik tot hem: Ga toch been, gij compromit teert mij." Labori leest voor het verhoor, dat eveneens de heer Bsrtulus mejuffrouw Blanche De CommiDges afnam, doch deze weigerde te antwoorden. Zfl heeft zich achter het geheim van het particulier leven vereenden. Clómenceau neemt conclusies, strekkende, dat het Hof een magistraat zal aanwijzen, die aan mevr. Eoulancy gaat vragen of in de brieven, die zij in bezit heeft, niet voorkomen de volgende zinnen: „Generaal Saussier is een clown en bjj ons zouden de Dnitscbers hem in een circus zetten. Als de Pruisen tot Lyon doordrongen, zonden zij hun goweren kunnen wegwerpen en alleen hun laadstokken gebruiken om do Franschen voor zich uit to jagen." Gehoord worden nu de experts Sellarier en Bourmot, die bevestigen, dat het facsimile een volkomen reproductie is van het schrift van Esterhazy (Beweging). De deskundigen toonden aan, dat het schrift van het borderel ilontiek ie mot het schrift van Esterhazy. Vervolgens gaven z(j, op zeer vindingrijke wijze, als hun meening te kennoD, dat bet borderel niet is samengesteld uit woorden, die van Esttrhazy's schrift zjjn nagetiokkon, maar dat het dcor hemzelf is geschreven. Daarna komt voor de advocaat Franck, uit Brussel, die eCD bord laat halen om een demon stratie te doen. De verklaring vao dezen Brusselsehen advo caat wordt afgebroken door het gepraat in de zaal. Labori protesteert daartegen. De heer Franck verzekert, dat de schrij ver van het bordorel van Germaansche af komst moet zjjn, en vervolgt: „De eerste schriftkundigen zijn van een on juist dunk .o li uitgegaan, nL dat co schrij ver van het overtuigingsstuk zijn handschrift had verdraaid. H.t borderel is met een natuur- ijjko en loopoude hand goschrevun. Het schrift van Esterhazy is volkomen Identiek aan dat van het borderel." Ottuige w(j,t in den breeds uit over zijn ietwat wetenschappelijke demonstratie en be ijvert zich aan ts toonen, dat men onmogelijk in twijfel keu trekken, dat het borderel vol komen het handschrift van Esterhazy ver toont. De heer Grimaux, lid van het „Institut de France" en hoogleeraar aan de polytech nische school (de miliLaire school), wordt thans gehoord. Hü zet als volgt uiteen, waarom hi) protest aan den minister van oorlog teekende: „Ik deed óit, omdat ik meende, dat er sprake was van- eerbied-voor de wet, omdat my in' het rapport over deze zaak, naast de afwezig- beid van eenige methode, vreemde dingen' t.offon, cie in mijn geweten twijfel deden ont staan, omdat alles my vreemd voorkwam in de handelwyze der deskundigen, die zichzelf en met hem zeven rechters in den krijgsraad mieleidden. „Ondanks de vermomde bedreigingen en alle vreesaanjaging togen mü, verklaar ik, dat do herziening van hit proces-Dreyfus noodzake lijk is. Wü zullen alles doen, om dio te ver krijgen!" Mr. Labori vraagt welke deze bangmakingen zijn? De heer Griuiaux: „Nadat jk het protest aan cun minister van oorlog had geteekend, liet het departement van oorlog my officieus vragen, of ik het wel was, die geteekend had. Ik heb vornomen, dat doa volgenden dag de minister van oorlog aan den ministerraad liet besluit van myn ontslag voorgelegd hoeft, ondanks myn 34 oienstjaren. Later vernam ik, dat de minister van oerlog den geqeraal- directeur der polytecbniscbe school had ver zocht eon onderzoek omtrent my te willen instellen, daar men aan myn vaderlandsliefde twijfelde. „Ik ben patriot, evengoed als iemand anders 1 Ik groet de driekleur! Ik hoop, dat ze opnieuw zei waaien over de verloren pro vinciën. (Stormachtige toejuichingen). Des heeren Grimaux zeer treffende verkla ring is dus een protest tegen de onwettigheid, by de veroordeeling van Dreyfus begaan. Hy verzekerde, dat by bet leger niet beleedigd bad en verklaarde zyn handteekening onder bet protest aan den minister van oorlog te ban Jhavon, ondanks do bedreiging met ontslag. „Noch beledigingen, noch bodreigingea, noch ontslag zuilen my woerhoudon! Wy willen de waarheid en wy zullen haar ver krijgen, ondanks alles. Wy zyn op weg, wy zullen doordringen 1" Het Hof hoorde nog den heer Havot, lid van het „Institut de France" en boogleeraar aan het „Collége de Franco." Hij verklaart, d°t by het schrift van bet borderel vergeleek met brieven van Dreyfus en Esterhazy en haalde een brief van den veroordeelde aan. Getuige poogt met behulp van eenigo brieven aan te toonen dat sommige woorden in bet geheel niet gelyken op woorden in het borderel, en besluit met te zeggen dat het byna onmo- gelyk is dat het borderel niet van Esterhazy is. De zitting werd opgeheven zonder eenig incident. Dj vorige incidenten hadden enkel op de Hiding van het proces betrekking en werden uitgelokt door de partydigheii van den voorzitter. Zes of zeven schriftkundigen hebben dus min of meer overtuigend aaQgetoond dat Esterhazy het borderel zelf geschreven moest hebben. Nogal aardig was het antwoord van óón hunner, Bourmont, aan het Openbaar Ministerie. De advocaat-generaal, blykbaar willende aantoonen, dat deze expert uit rancune tegen zün collega'8 een tegenover gestelde conclusie dan zy had getrokkeD, vroeg: „Hebt gy niet in een zelfde zaak met de expoits Charavay en Varinard voor een assisenhof getuigd?" Waarop Bourmont snedig antwoorJde: „Zeker, tj Rocbe-sur-Yon. Onze conclusies verschilden. Hot gold een ongelukkige, dia van een dertigtal valschheden in geschrifte beschuldigd was en nauwelijks zUn naam kon schryven. De twee heeren hebben toen verklaard dat hy die valschheden gepleegd had." (Vrooiykheid.) In het algemeen heeft Esterhazy gisteren geduchte knauwen gehad; ook door de verdere openbaarmaking van gedeelten uit voor hom bezwarende brieven in het bezit van mad. Boulancy, welka gedeelten Labori, in den vorm van vragen die hy verzocht aan die dame over to brengen, in het voorbijgaan oven gauw wereldkundig maakte. Bezwarend voor den minister van oorlog was het hierboven beschreven getuigenis van het lid van het „Instituut", leeraar aan de Polytochnischo school, Grimaud, dien generaal Billot uit zyn ambt hseft trachten te ontzetten, omdat hy het protest tegen het proces van 1894 had onderteekend. Indien hot waar is dat Billot daaitos zelfs het voorstel in den ministerraad gedaan heeft, dan is het wys geweest van Faure en de andere ministers zich daartegen te verzetten. Men ziet echter alweer uit dit verhaal, hoe het nog spookt achter de schermen en als zulke iot igea gesmeed worden, behoeft het geen verwon dering te baren dat de ministerraad verga dering op vergadering geheel aan de zaak Dreyfus en Zola wydt of, gelyk de term van HavaB luidt: „presque oxclusivement". Omstreeks vijf uren gisternamiddag verlie-, ten enkele officieren, waaronder generaal De Pellieux en Esterhazy het pal-.ia van justitie. Er had geen enkele betooging plaats.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 2