üh 11651 Woensdas ÏO Februari. A°. 1898 feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van <§on- en feestdagen, uitgegeven. fir Leiden, 15 Februari. feuilleton. roze&ATE, DAfrBLA i»jaU8 DEZER COURANTl Voor Lolden per 8 maanden, f 1.10. ÏVanco per post1,40, Afeonderlyko Nommers 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIE: Van 1—6 regels f 1.05. Iedere rogel meer f 0.17}. Grootera letters naar plaatsruimte. Yoor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Olliciëelo Konnlsgovlnffon. Vergadering van den Gemeenteraad van Lelden, op Dondordagl7 Februari 1898, des namiddags tc twee uren. Punten ter behaudelin/r: Av. Voorstel tot vaststelling van liet schoolgeld voor de leerlinge der Kweekschool voor Onder wijzers Anna Êleyor, te Katwijk. (16) Idem omttent de plaatsing van borden op de Beestenmarkt tor nanwjjzing van de voor de ver schillende veesoorten bestemde plaatsen. (17) idem tot verlenging van de huur van het voor koffiehuis, bestemd gedeelte van Den Burg. (23) Idem omtrent het verleenen van een belooning aan den voormaligen Gemeente-architect, tl. Paul, in verband mot den houw van het Krank zinnigengesticht „Eudogeest." (18) Idem omtrent de terugbetaling van keurloon van veo en vieesch aan eenige paarden- slacbters. (20) Verzoek van G. J. Van Rheenen. om vrijstel ling van schoolgeld, Boogere Burgerschool voor JoDgens. (19) Staat van af- en overschrijving op de l>e- grooting der schutterij," dienst 1897. (22) Voorstel tot verlenging van de huur dor bo- 2°. 8°. 4». 5". 6°. V. 8°. 10'. 11°. 12°. 13°. 14n. 15°. nedenwoning vau Jict perceel Nieuwsteeg No. 10, verhuurd aan J. J. Spanjersberg. (21) Verzoek van C. SchotelBrocse van Groenou, om vrijstelling van schoolgeld Hoogero Burger school voor Jongens en lager onderwijs. (26) Voorstel omtventdeaansluitingaande telephoon van de woning van den Wethouder, belast met de Brandweer. (25) Idem omtrent het doen van herstellingen aan de machine van het Liernurstelsel. (24) idem tot opnieuw vaststelling van do ver ordeningen op do heffing en invordering van eon plaatselijke belasting voor het gebruik van openbure gemeentowerken en bezit tingen. (27) Verzoek van mej. J. C. De Leu, om ontslag als derde onderwijzeres aan de school éde klasse No. 2. (28) Voo.'stel omtrent de aanschaffing van een brancard, ten behoeve van do politie. (29) Verzoek van Gebroeders Van Ulden, om mach tiging tot \erkoop van het perceel Hoogo Rijndijk 'evtic M. No. 1625 en tot opheffing van het daarop ten behoeve van de gemeente Leiden ïustond hypothecair verhand. (30) Ingevolge Raadsbesluit van 28 December 1893, waarby aan de Gebroeders Van Ulden werd verpacht het reiahouden van de ge meente iu vjjf perceelen, werd by akte van 9 April 1894 verleden ten overstaan van den notaris mr. J. A. F. Coebergk voor de nakoming van de verplichtingen, welke uit de overeenkomst voortvloeien, en ter voldoening aan het bepaalde in art. 44, laatste alinea der voorwaarden van verpachting, hypotheek ver leend op de daarby omschreven onroerende goederen, Un einde door de gemeente Leiden tea allen tyde tot een bedrag van f 40,000 zal kunnen worden verhaald, hetgeen blyken mocht te eeniger tyd door de pachters naar aanleiding van het bepaalde in art. 44 te zyn verschuldigd. Thans hebben de Gebroeders Van Ulden zich tot den gemeenteraad gewend met de medeleeling, dat zy het perceel, vroeger ge* meento Zoeterwoude, jthans kadastraal bekend gemeente Leiden, Sectie M. No. 1625, groot 42 areD, 45 centiaren, van de heeren Roskam en Van Vreeswijk, te Utrecht, wenschen te ver- koopen voor een som van f 14,182, te voldoen by de levering vry van hypotheken in den loop van het jaar 1808, dat genoemd percael met de aangrenzende daarby omschreven per ceelen belast waren met een hypothecaire in schrijving, groot f 13,000, en met verzoek mach tiging te verleenen om genoemd perceel uit het hypothecair verband ten behoeve van de gemeente Leiden te ontslaan, onder voor waarde, dat de koopprijs geheel zal strekken tot aflossing van hypothecaire schulden op de overblijvende onroerende goederen ten behoeve van de gemeente Leiden by hypothecaire ver banden gevestigd. Het komt B. en We. voor, dat zonder be zwaar aan het verlangen van adressanten kan worden voldaan, waardoor de voorgenomen verkoop van het bovenaangehaald perceel kan plaats hebben. Verdt r doelen B. en Ws. mede, dat de over gangswet ter breedte van 5 metvr over „Rijn stroom" is verlegd en dat thans de over gangswet is gelegd aan de westzijde van het aan „Rijnstroom" grenzend perceel No. 1624, toeböboorenó© aan Gebr. Van Ulden en ten behoeve van ander-en dan de gemeente hypo thecair is verbonden. Het is noodig dat, wanneer de gemeente eventueel mocht gebruik maken van de be- voege beid omschreven in art. 44 der voor waarden ooi de daar genoemde perceelen in eigendom ovtr te nemen de verlegging van den bier bedoelden wig worde geregeld en dat do nieuw aangelegde weg, strekkende tot ver vanging van den vroeger bestaanden weg over „Rijnstroom" werde begrepen onder de alsdan door do gemeente over te nemen perceelen. B. en We. geven cL malve in overweging do verlegging van dien weg alsnog goed te keuren on t§ besluiten dat in art. 44 der voorwaarden in plaats van de woorden „daar onder begrepen de oyergangsweg ter breedte van 5 m*ter over Rijnstroom", gelezen worde „daaronder begrepen de overgaogsweg ter bree.to van 5 meter, gelegen op het perceel No. 1624, ton westen van Rijnstroom" en verder to fcepalo», dat eon bewijs moet worden overgelegd, dat gei osrad p-uceel No. 1624 ontsligon is van het daarop thans rustende hypothecair vorband, en dat genoemd perceel mede zal worden opgenomen onder de eigen dommen va» Gebrs. Van Uldim, waarop thans ten beboer» van do gemeente Leiden een hypotbeok is gevestigd en alzco hypothecair zal zijn verbonden tct zekerheid van de vol doening van een bedrag van f 40,000. Ten alette geven B. en Ws. ia overweging te bepalen, dat alle kosten, welke ook, val lende op de ter uitvoering van dit besluit te maken akten, waarby de gemeente Leiden betrokken is, komen ten laste van Gebr. Van Ulden. Van de voorstelling gisteravond in den schouwburg valt eigenlyk met veel nieuws meer te zeggen. Door hetgeen in ons blad reeds uit andere bladen is aangehaald om de bezoekers op de hoogte te stellen wat bun wachtende was, waren zy voldoende ingelicht èn wat inhoud èn wat spel betreft. "Wij zou den dus by het geven van een ultvo?rig ver slag onwillekeurig in noodelooze herhalingen vervallen: want wat van elders is gezegd, is volkomen ook van toepassing op de opvoering van Fulda's „Boezemvrienden" op de Leidsche planken. De artisten van het „Nederlandsch Tooneei" bezorgden door hun spel ook bier menig ge noeglijk, vermakeiyk oogenblik, zoowel eerst het viertal ongetrouwde hoeren onderling, als later met hunne resp. echtgenooten en ver volgens deze ook afzonderiyk in hunne nogal uiteenloopende karakters. Die vriend schap eerst, dat ongenoegen dan, bet besluit eindelijk om het po"je bier maar zonder de vrouwen te gaan drinken, enz., enz. het waren altemaal tooneeltjos, die in menig opzicht aan de werkeiykl ei I ontleend kurnen genoemd worden.En dat maakt het blyspel des te amusanter on onderhoudender. Da regie verdient eveneens e n woord van lóf. De kamer of het galon was goed verzorgd. A-m bjjval ontbrak het dan ook niet. ZelfB moest het scherm tweemaal gehaald worden. Dat het vorig optredea van oït gezelschap gunstig was ontvangen, bleek bovendien uit de goad bezette Schouwburgzaal op alle rangen. Die iniruk is opnieuw bevestigd. De heer S. Van Groniogen zal Yrydag 25 Februari a. s. in dea foyer der Stidszaal oen concert geven met medewerking van mevr. Oldenboom Lütkemann, zang, en Chr. Timmner, viool. Mevr. Oldenboom-Lütkemann is een zan geres, die we g. arne weer zullen booren, en de beide andere artisten zjjn genoeg bekend oen een avond van hoog kunstgenot te doen verwachten. By beschikking van den miaister van binnenlandsche zaken is, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend aan dr. J. L. Goeraans, als assistent in het ziekenhuis aan de Rijks universiteit te Leiden, en is als zoodanig benoemd dr. J. C. J. Bierens de Haan. Beroepen is te Hindelopen de heer P. J. Couvóe, candidaafc te Leiden. Het verzoek van net comité voor de inbubigingsfeesten te 's-Gravenhage om voor een der du min tra van het programma do medewerking to mogen ontvangen van land en zeemacht en van de schuttery by de ministers van oorlog en van marine, alsmede by den commandant der schuttery van de residentie, heeft den meest wdwillenden steun gevonden. Di-ntoogevolgo is voor de groote militaire taptoe, die op een der feestavonden door de stad zal trekken, de beschikking toegezegd over de Kon. Mil. Kapel d*r grenadi rs en jagers, de hoornmuziek der jagers, de muziek der huzaren en der veldartillerie en het muziek corps der schuttery, alsmede van d© tamboers, hoornblazers en trompetters, tot die corpsen behoorende. Ten einde dezen militairen fakkeltocht een nog grootseher aanzien te geven, zullen aan de zooeven geroemde garnizoenstroepen nog toegevoegd worden de stafmuziekcorpsen van het 4de reg. inf. uit Leiden en van höt 7de reg. inf. uit Amsterdam, met de tamboers en hoornblazers, benevens de tamloers en de pypers van de afdeelingen van bet corps mariniers te Amsterdam en Rotterdam, voor zoovar beschikbaar. Voor do taptoe is voorloopig bestemd oe avond van Maandag 12 September. Zy zal niet, gelyk de6tyds te Amsterdam, op één punt geconcentreerd worden, maar de stad doortrekken en dus voortdurend in beweging zyn, zoodat de toeschouwers zich kunnen verspreiden langs den weg, dien do stcet zal nemen. In beginsel heeft het ministerie van marine goen bezwaar tegen het verschijnen van een gedeelte van Hr. Ms. vloot voor de kust van ScbeveniDgeD, ten einde tydens een avondfeest aldaar van boord hunne zoeklichten met bundels naar het strand to richten. Door een vyf-en-twintigtal heeren uit adel lijke kringen b, naar het „Vad." verneemt, een eerewaebt gevormd, die by den intocht der Ko .ingin in Den Haag zal dienst doen. Voor zitter is baron Van der Duyn, se-r-taris baron Van Pallandt, penningmeester baron De S r etb. Hot hoofdbestuur van de Noderlandsche Maatschappy voor Tuinbouw on Plantkunde bericht, dat op de winter byoeDkomat to Utrecht de volgende punten in behandeling komen 1. Het is gewenscht, dat in verschillende streken des lands turn bon w-proefveldau wor den aangelegd, zcoals er tegenwoordig in al onze provinciën landbouw pio.-fveldsn bestaan. "Welke is de taak v^n zoodanige tuinfcouw- proefveldeD, en welke zyn de niidelen om ze te krijgen? In te leiden door den heer prof. dr. J. Ritsema Bos. 2. Bespreking der wenschelljkheid, dat by de Ryks-Tuinbouwschool te Wageningen een proefstation voor hulpmeststoffen iu don meest uicgebreiden zin worde gevestigd, zoo-Is dit ook by den landbouw het geval is. In te leiden door den heer S. W. Taconis. 3. Zou men zich hier te lande nog niet meer kunnen bezighouden met kweeken van Azalea indic-i? In te leiden door den heer J. K Budde. Welke ma »tregeleri moet de Noderlandsche Maatschappy voor Tuinbouw en Plantkunde nemen ter wering van een zoer gevaarlijken vijand, die uit Noord-Amerika ook in Neder land kan worden ingevoerd, nl. do schildluis, Aspidiotus perniciorus? In te lelden door den heer Jac. P.ILGalesloot. 5. Zyn wij met onze tuinbou w-tent oonstel- lingen op den goaden weg? In te leiden door de heeren J. G. Balle^o en E. Th. Witte. 6. Welke middelen zouden kunnen worden aangewend, om het vervoer van planten en bloemwerken over do spoorlijnen zoo snel mogelijk te doen plaats hebben en vertraging zooveel doeniyk te voorkomen? In te leiden door den heer D. W. Boeking. Bij koninklijk besluit van 12 Februari is de Commissaris der Koningin in Zuid-Holland gemachtigd tot het byeeDroepen van de Staten dier provincie in buitengewone vergadering op Dinsdag 1 Maart 1898, om dan aan de ordo te stellen: lo. de vc-rkiezing van een lid van de Eerste Kamer der Stateu-Generaal iu de plaats van dcia heer mr. C. J. Sickesz; 2o. een voorbracht van Gedeputeerde Staten omtrent het verleenen van een renteloos voorschot aan de Rotterdamache Tramweg maatschappij, ten behoeve van het aanleggen en in exploitatie brengen van tramwegon op de Zuid Hollandsche eilanden, tevens met behandeling van de adressen van A. P. Van don Bosch en A. Hartog Azn., vroeger Kuy3, en van L. P. Van den Blink c. 8., betr JIendo subsidie voor het maken van tramlijnen in de Hoekscbe Waard en op Voorn e on Putten 3o. een aanvrage om subsidie van dykgraaf en hoogheemraden van het Groot Waterschap van Woerden, ten beboevo oener vcr.:iouwing van do sluis te Bodegraven; 4o. voorstellen tot wyziging van «rik-b posten van de begrootin? der onkel provinciale en hui.-houóelijks inkoaisten on uitgaven voor don dienst van 1898. Te Veenendaal hoopt de predikant Gerb. Njjhui8 den lG len Maart a. s. zijn 25-jarige evangelio-hedienir.g te herdenken. Zyneerw. deed in 1872 voor het provinciaal kerkbestuur v*n Gelderland zy:i proponents examen en werd 16 Maart 1873 te Goudriaan als predikant bevestigdvervolgens was de heer Nyhuii nog werkzaam te Langerak, Befgschenboek, Hoogeveeo, Genemuiden, Ber- likum (Fr.) en sedert 20 April 1890 t) Vee- n n aal. Den 4den Febru.ri jl. heeft te Brussel de onderteekening plaats gohad eenor overeen komst tusschen Nederl md, België, Duitsch- land en Frankrijk, tot regeling der metiog van binnenlandscho vaartuigen. StsGt.) Uit Groningen wordt ons geseind, dat do oud-hoogleeraar Sanger gisteravonl i3 overleden. (N R. G.) In de vergadering vau 1 Maart der Tweede Kamer zal worden overgegaan tot trekking der afdoelingen, welke het wetsont werp van den persoonlijken dienstplicht zul len onderzoeken. Htt plan is, tijdens het aanstaand bye.n- zyn de overeenkomst tetreffendo de overname van den Grand Centraal, voor openbare beraad slaging aan de orde te brengen. In den toestand van den minister vaa oorlog is merkbare vooruitgang waar te nemen. Zaterdag vertowfden te Utrecht de minis ter v.-.n binnenlandsche zaken en jhr. mr. De Stuers, ten einde enkele gebouwen der univer sity it, o. a. de Statenkamer, de gebouwen op de Hoogt en het huis aan het Janskeikhof, dat vroeger door prof. Hubrecht werd be woond, te bezichtigen, een en ander in ver band met verschillende uit te voeren ver anderingen aan die gebouwen. Het stoomschip „Admiral," van Hamburg en Antwerpen naar Oost-Afrika, vertrok 13 Fobr. van Lissabon; de „Edam," van Nfouw- York naar Amsterdam, passeerde 15 Febr. Lizard; de „Kaiser," van Oost-Afiika naar Vlissingen en Hamburg, arriveerdo 14 Febr. te Marseille; de „König" vertrok 14 Febr. van Mozambique naar Rotterdam en Hamburg; de „Obdam," van Nieuw York naar Rotterdam, passeerde 15 Febr. Lizard; de „Beira," van Amsterdam via Londen naar Kaapstad, pas- seerdo 12 Febr. Prawlopoint. 12» Dien nacht dead ik geen oog toe. Ik zag godurig het bleeko, kommervolle gelaat van dis vrouw en den vriend met bloedende, door schoten borst voor my. Dc-n volgenden morgen zeer vrosg giug ik naar zyn atelier; misschien zou ik daar den 6loutel van het duistere raadsel vinden. Ik vond alles in de gewone orde, alsof hy zoo pas zjjn werkplaats verlaten had. Naast de schilder)!) waaraan by het laatst had gear beid, lag hot penseel,' alsof hij dit pas had neergelegd; over d«n stoel, or vlak by, hing zyn schilderskiel. Het was mij, of hy zoo dadeiyk binnen mo&êt komen met zyn fris- schen, vroolyken lach, en zyn hand op myn schouder leggen, zooals hy dit gowoon was. De smart over den gestorven vriend over meesterde my, ik moest gaan zitten om tot myzelt" te komen. Toen koek ik do kamer rond. Allee, wat er hing en stond, kende ik zoo goed. Hy scheen, terwijl ik weg was, niets nieuws ge maakt te hebben. De schilderij op don ezel, „Onder de dorpslinde", was hy kort voor myn vertrek begon»en; nu was zij af. Het was of ze my treurig aankeek, ondanks de vroolyke, lachende kinderen, die in de avondschemering zich onder de groote linde vermaakten. Ik kon het niet langer aanzien en wierp een doek over de echlldery. Op de tafel naast my lag zyn schetsboek. Ik greep bet werktuiglijk eo sloeg het open. Eer3t zag ik enkel bekende dingen, toen eenige nieuwe ontwerpen en eindelijk oen vrouwenkop van wonderbaarlijke schoonheid. Telkens en telkens weer dat betooverende, fijn besneden gelaat, in afwisselenden stand on verschillend van uitdrukking. Nu lachte het den toeschouwer tegen, zoo zonnig-warm, zoo kinderlijk onschuldig, dan vertoonde het diepen ernst of smachtend ver langen. Hior kesk het schelmsch koket, daar was het koe), vel ongenaakbaren hoogmoed. Daar had ik plotseling de oplossing van het raadsel, waarnaar ik zocht. Het was de schuld van dszs vrouw, dat hy zich gedood had. Nu begreep ik eensklaps alles. Do hartstocht voor haar bad hem overmeesterd; tegen z))n wil en ondanks zyn eerlyk verzet. Ey bad er zich niet van kunnen bevrijden en dat vernederde hem; dat was sen smet op zyn tot dusverre ongeschonden eer. Dat alles had hem zwaar en in stilte de ziel bekneld, als een beimeiyken vyand, met wien hij tot den dood streed; maar dat hy er tegen strijden moest, dat die rampzalige hartstocht bestond, stond voor zjjn fijn gevoelig begrip van eer reeds gelyk mek echtbreuk, een strafwaardig misdryf, dat slechts met den dood kon geboet worden. Ik balde de vuist; ik had do bladen wol kunnen verschtureD, van welke" my het ver- leideiyke gelaat tegenlachte, maar ik deed het niet, ik stak ze by myzyn vrouw mocht ze In geen geval zien. Dienzelfden dag vernam Ik vaa alle tra den en bekenden de treurige gebeurtenis eu tevens, dat by razend verliefd was gowetst op de schoone miss Ellen. Zy had ook op hem haar kunsten beproefd en met hem ge spoeld, zooala ze döed met allen, die met haar in aanraking kwamen. By hem had het spel dubbele bekoorlijkheid voor haar, omdat hy zich zoo wakker er tegen verweerde, en ook, omdat zyn gelukkig huwelyksleven zoo alge meen bekend was. Sommigen waren zeer gebelgd over haar doen, maar de mee6ten verontschuldigden hot als behaagzucht, schier iedere vrouw aangeboren. Ze had hot spel wel niet zoo ver moeten dry ven, maar daarom behoefde een man zich toch nog nietdadolyk dood te «chieten. Zulke dingen kwamen hon derden malen voor later lachte men zelf om zyn eigen dwaasheid. Ik zweeg by dat alles, maar ik haatte do schoono vrouw, die zoo lichtvaardig speelde met het geluk en de eer van anderen, en een sterke begeerte kwam in my op, my tegen over haar te stellen, koud en minachtend, om haar te straffen voor wat zy jegene myn vriend misdreven had. Een paar dagen daarna bezocht ik mr. Fourthland en maakte kennis met miss Ellen. Ja, zy was het, wier trekken mijn ongeluk kige vriend zoo dikwyls op het papier weer gegeven had! En ze was schoon, schooner nog dan ik gedacht had. Ze betoovorde niet alleen door haar uiterlyko bekoorlykheid, maar ook door haar boeiend wezen. Ze was my steeds een raadsel, iederen dag anders. Zo had iets van een kat in al haar bewegingen, zoo lenig, buigzaam en sierlijk; als een kat in elkaar gedoken, lag ze ook op de zyden kussens van den divan en dan glinsterden en schit terden haar groengrijze oogen, terwijl een eigenaardig kirrend lachen van haar lippen klonk. Myn oogen werden beneveld door haar schoonheid, maar ik liet het baar niet mer ken. Ik bleef tegenover haar kalm en onver schillig, vol koele beleefdheid. Alle pogiogen, die zy aanwendde, om my te boeien en op te winde», bleven zonder gevolg. Ik vermeed haar niet; integendeel, ik zocht haar gezel schap even yverig als al haar aanbidders, maar ik behandelde haar met een spottende, verhoven kalnate, waarin vaak iets beleeöi- g6nd8 school. Ik was do eenige, die zich ni9t voor haar zegewagen spande, en dat viel in het oog. Esrst werd ik er om geplaagd, toen verkocht aasn sr aardigheden over, en eindeiyk ba wonderde men my. Of myn gemoed werkelyk zoo kalm was, als het scheen? Er kwamen oogenblikken, waarin my het bloed gloeiend door de aderen bruiste en myn brein schier benevelde. Maar dan dacht ik aan den verloren vriend en aan het harteleed zijner vrouw en werd mfizelven weer meester. Allerlei aandoeningen bestorm den mybewondering, baat, afschuw en daarby een trotsch gevoel van zegepraal, dat zy, de aangebeden schoone, zich zooveel moeite gaf om my voor zich in te n6men. En dan koesterde ik do gedachte, de wilde begeerte: ba, als ik eens macht over haar verkrijgen kon! Als zy eens my haar hart wilde schen ken en ik haar dan lachend afwees? Zou dat niet de beste wijze zyn om mfin vriend te wreken? Dit denkbeeld maakte zich zóó geheel van my meester, dat ik vergat, dat ik met vuur speelde. Op zekeren dag vroeg zy my haar poitreb to schilderen; zy wilde het haar vader, die over eenige weken jarig was, als verjaars geschenk zenden. Beleefd, maar koel bedankte ik vcor de eer, en zeide, dat my de tyd er voor ontbrak. Ik beken, dat het mij vrel zeer aan trok, dit wonderscboono vrouweigtlaat op doek te brengen, maar een onbestemde vrees, een sooit voorgevoel, dat ik my daardoor in hot gevaar stortte, hisld my terug. Koit daarna, op een parlytje bij Fouithland, kwam het toevallig ter sprake. Professor Hen- dricbs vroeg aan miss Ellen, of ze met my al over haar portret had gesproken. „Gesproken wel, professor,zei zs oen weinig pruilend, „maar ik hsb bet gevangen." De professor köek »y verwonderd aan. „"Wat, Anloni, laat ge u zulk «en schcono kans ontglippen? Go kunt voor uw talent geen dankbaarder arbeid vinden. Ik dacht, dat go de gelegenheid met beide handen hadt aangegrepen." Ik verontschuldigde my met den korten tyd en met ander dringend work. „Maar, beste viiend, dat kan je alles later wel inhalen. Je raag de gelegenheid niet laten voorbygaan, die je naam waarschynlyk beroemd zal maken, en dat nog wol in Amerika 1 En wat den korten tyd betreft, daar zal miss Hoggard etellig rekening mee houden en jo naar je eigen wonsch en verlangen tyd en duur der séances laten vaststellen." Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 1