Inhuldigingsfeesten. yw—ia is, en daarna zichzelf dood. Die laatste scène was zoo aangrijpend, dat een der toeschouw sters het op de zenuwen kreeg. Bbl De eerste stemming voor een lid van het hoofdoestuur der vereeniging van Chr. onder wijzers en onderwijzeressen in Nederland en de overzeeeche bezittingen heeft tot resnltaat gehad, dat bet volgend drietal is geformeerd: A. C. W. Scbeffer, te Harlingen (oud voor zitter), L. LooyeD, te 's-Qravenhage, en H. Scholtens, te Alfen. Uit dit drietal moet nu vóór 19 Maart een keuze gedaan worden. De verkiezing is noodig door de verplichte periodieke aftreding van den J. C. Wirts Czn., te Bedum, die niet herkiesbaar is. Het gemeente ziekenhuis aan den Cool- siDgel te Rotterdam bevat ruim 400 patiënten, zoodat het hulp-ziekenhuis aan de Llnker- Rottekade op het Schuttersveld in gebruik is genomen. Dit hulp-ziekenhuis bestaat uit een houten loods en is meer bestemd ingeval van epidemieën. Naar men aan de „Tel." meldt, is by het gemeentebestuur door de commissie van toezicht met kracht aangedrongen tot den bouw van een tweedo ziekenhuis over te gaan, in welk stadsgedeelte is niet bepaald. Het stoomschip „Beira", van Amsterdam naar Kaapstad, vertrok 11 Fobr. van Londen; de „Koningin-Regentts", van Amsterdam naar Batavia, passeerde 12 Febr. Gibraltar; de „Prinses Aroalia", van Batavia naar Amster dam, vertrok 11 Fsbr. van Padang; de „Herzog", van Hamburg en Amsterdam naar Dost Afrika, arriveerde 13 Febr. te Aden; de „Merapi", van Rotterdam naar Batavia, arri veerde 13 Fobr. te Southampton; de „Prinse3 Marie", van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 13 Febr. te Padang; de „Soembing", van Batavia naar Rotterdam, arriveerde 14 Febr. te Marseille. Bodegraven. De heer P. De Graaf alhier is benoemd tot hoofd der school te Nieuwkoop. Benthuizen. De voordracht voor onderwij zeres albier bestaat uit do dames J. M. De Zwaan, te 's-Gravenbage; J. "W. C. Vermeulen, te Gouda, en H. E. G. De Windt, te Heicop. Noorihvyk. EindelijkTerwijl schier overal in den lande de verschillende commissiën voor de inhuldigingsfeesten reeds met haar pro gramma's gereed zijn, bleef Noordwijk nog maar steeds in rustigo rust gedompeld. E:n- deiyk, daar lezen we esn oproeping, uitgaande van den burgemeester, waarin ZEAchtb. alle meerderjarige mannelijke ingezetenen uitnoo digt tot een vergadering, a. s. Vrijdagavond te 7 uren in het „Hof van Holland" te houden. Mogen door e ondrachtige samenwer king maatregelen en toebereidselen getroffen worden voor een feestviering, die Noordwijk tegen de a. s. Septembermaand niet by andere gemeenten doe achterstaan I Zegwaard. Zaterdag avond is in bet logo- ment van A. Wens veen aan Den Hoorn alhier door den rijksveldwachter P. Baggerman en den gemeente-veldwachter gearresteerd zekere Auke Schippers, die in het Algemeen Politie blad stond gosignaleerd om 24 dagen hechtenis en 2 dagen subsidiaire gevangenisstraf te onder gaan, wegens openbare dronkenschap. Bedoelde persoon is naar het huis van bewaring te '8 Gravenh3ge overgebracht. Prof. Ticlcs zilveren jubileum. Het 25-jarig hoogleeraarscbap van dr. C. P. Tiele als professor by het seminarium der Remonstrantsche Broederschap werd gisteren op feestelijke wijze herdacht. De receptiezaal, in den huize Wijtenburg, waar prof. Title door zijn leerlingen ontvan gen werd, was door dezen feestelijk versierd. Te twee uren in 't Hotel Levedag bijeen gekomen, begaf zi^h de commissie voor hot aanbieden van het portret, uit de leden der broederschapcommissie en curatoren bestaande, naar bovengenoemde zaal, waar mr. J. J. De Meyier, uit Arnhem, op voortreffelijke wijze de gevoelens van allen vertolkte, die den jubilaris zoo booge vereering toedroegen. Namens de commissie voor de zaken der Remonstrantsche Broederschap; namens cura toren van hst Seminarium, namens vele leer lingen en oud-leerlingen achtte spr. het een voorrecht hot woord te mogen voeren. Want hot was hem goed op dezen dag, een rustpunt in het werkzaam leven van den hoogleeraar van het Samioarium, dezen een woord te mogen toespreken. Hij herinnerde er aan, dat op den 4den Juni 1872 door de groote vergadering der Broederschap besloten werd bet Semina rium van Amsterdam te verplaatsen naar Leiden; dat diezelfde vergadering op den 8sten October d. a. v. Tiele aanwees om aan het. hoofd van die Kweekschool to staan, hem daarmede een taak opleggende, niet zonder bezwaren. Immers de Kweekschool bloeide niet; slechts twee jongelieden haddon toege zegd zich te Leiden te laten inschrijven als leerlingen. Was het onder die omstandigheden niet vermetel zich te komen vestigen te Leiden, zich als dwerg te komen plaatsen naast den reus? Maar Tiele aanvaardde op 13 Februari 1873 vol moed de op zich genomen taak, en thans, 26 jaar later, i3 cie Kweekschool nog wel in naam klein, doch de dwerg wordt door den reus, door de Universiteit, geëerbie digd, en het aantal leerlingen is toegenomen, zóódanig, dat de Broederschap haar predikan ten niet langer behoeft te zoeken bh andere kerkgenootschappen. En dio eereplaats, zegt spr. tot prof. Tiele, dio de school thans inneemt, is te danken aan u en uw onderwijs. U danken wh voor hetgoen gh voor de school doodt en nog doet en wjj voegen er bh den dank voor alles, wat ge deedt voor de wetenschap. En al spreken wh hier totji geen woord van afscheid, al gaat ge ons niet verlaten, toch mag er op geweieD, dat uw avondstond komt; wenschea wh, dat die nog laDg, zeer lang zal zijn. Sta mh toe u heden op dezen feestdag aan te bieden, namens velen uwer vrienden, uw beeltenis, door een bekend schilder, dank zy uw welwillendheid, gemaald. Uit die beeltenis zal de nakomelingschap u kennen, die beeltenis zü de trots onzer Broederschap 1 Spr. bood bh deze laatste woorden aan htt schilderh, door P. Do Josselin de Jong ge schilderd, dat den hoogleeraar in z(jn toga gekleod voorstelt, zittende in z\jn studeer vertrek, een prachtvol en sprekend gelijkend doek. Hh voegde bh de aanbieding van het portret een album met de namen der 236 deelnemers, schoon gecalligrapheerd door den heer W. F. Karstens te Leiden. Op den gebombeerden band staat in zilveren letteren: „13 Ftbruaii 1898," terwyl op het eerste blad de opdracht prijkt in de volgende woorden: „Aan den heer dr. C. P. Tieri wordt op heden, den 13Jen Febrtiari 1898, den dag, waarop by 25 jaar geleden de betrekking aanvaardce van hoogleeraar aan b-t Semina rium der Remonstrantsche Broederschap te LeidöD, zyn portret in olieverf, geschilderd door den heer P. Do Josselin d9 Jongb, aan geboden als een teeken van hoogachting, waardeeriDg en erkentelijkheid door navolgende vrienden, vereerders, oud-letrlingen en leer lingen uit den kring der genoemde Brojcer- schap en door niet weiDigen, ook buiten ci n kring, welke zich by dit huldebetoon wonsch- ten aan te sluiten." De tweede spreker was dr. J. A. Beyerman, predikant bh de Remonstrantsche Gemeente te Groningen. Hij noemde zich gelukkig hier als Tiele's oudste leerling te mogen spreken en weos er op, dat het zaad, door den hoogleeraar ge strooid, dei tig-, zestig-, honderdvoudig vrucht had gedragen. „Wh herdenken", dus sprak hy, „dankbaar wat gh met uw hoofd en hart voor ons deedt. Leermeester, leidsraaD, neen, onze professor, want u zoo te hooren no2men, dat is heden onze vreugde, onze trots, blijf nog laüg gespaard voor ons, voor uwe gade, voor allen, die u dierbaar zyn". Op dezen oudsten leerling volgde een der jongeren, de heer K. F. Sparnaay, student aan de Kweekschool, die namens de leerlingen een woord sprak, getuigenis afleggendo van den eerbied en de achting, di9 de studenten den hoogleeraar toedragen. „Toen wh hier kwamen", sprak hij, „hadden wh wel gehoord van het hoofd vanhetSsmi- narium, maar thans zouden wh willen zeggen „Ons is niet de helft der waarheid gezegd, want thans zijn wh door u en uwe lessen met innige banden aan ons Seminarium ver bonden. Kan hot ook een wonder zyn, dat de school bloeit onder u? Is het wonder, dat wy er trotsch op zyn ons uw discipelen te mogen noemen? En als de mare juist is, die zegt, dat gy, als uw leefty'd u zal dwingen als hoogleeraar der Ryks Universiteit af te treden, toch onz9 leermeester zult willen biyveD, dan zult ge zoovelen gelukkig maken. Dank voor uwe lessen, dank voor het verleden, en moge de toekomst u het beste brengen!" Dr. H. Y. Groenewegen, predikant by de Remonstrantsche Gemeente te Rotterdam, waar Tiele predikant was vóór by tot het hoogleraarsambt werd geroepen, kwam daarna de verzekering geven hoevelen te Rotterdam thans in gedachten dezen dag dankbaar mede vieren. „Want velen daar," sprak hy, „hebben u lief, en niet alleen in de ryke, doch ook in de eenvoudigste gezinnen wordt uw naam nog steeds met eerbied, vol dankbaarheid genoemd. Gh waart zoo goed voor ons en wh zullen u blijven liefhebben; wy bidden en hopeD, dat ge nog lang de kraebten zult behouden om ons te zyn een stut, een veilige gids." Ook de Remonstrantsche Gemeente uit de hoofdstad des lands bleef niet achter in huldebetoon. Namens die gemeente kwam een harer be- stuurderen, de heer H. Kruimel, den hoog leeraar hulde brengen. Hy wees er op hoa prof. Tiele aan de belangen der Broederschap Bteeds zyn beste krachten had gewijd. En, voegde hy er by, met welken uitslag, op welke wyzel Zegen rustte er op uw arbeid. Want is het geen heuglyk verschynsel op dezen dag dat eerlang uw oudste leerling zyn intrede zal doen als predikant te Amsterdam? Mag dat geen zegen heeten? Namens de gemeente Amsterdam wensch ik u nog voel zegen op uw werk, en als ge, ook na uw aftreden al3 hoogleeraar aan de Universiteit, by ons biyft, wy zullen dan biyde zyn, omdat wy u zullen behouden en gy door uw arbeid zult blijven schitteren. Dr. H. P. Schim van der Losff vertolkte de gevoelens der RemonstTdntscho Gemeente te Leiden. Hy noemde dit een aangename taak; immers, waar Tiele thans een kwarteeuw de predikan ten opleidde voor de gemeenten der Broeder schap, daar mocht spr. er op wijzen, dat Tiele's leerlingen op den kansel te Leiden steeds hunno proofpreeken hielden. Hy sprak den harteiyken wensch uit, dat prof. Tiele de Kweekschool steeds mocht zien bloeien en hy voor de Broederschap nog lange jaren een kroon, een sieraad, een zegen zou mogen blijven. Ook van buiten de Broederschap werd den feestvierenden hoogleeraar hulde gebracht. Daar trad voorop de voorzitter der theolo gische faculteit aan de Leidscbe Hoogeschool, prof. W. C. Van Manen. Spr. had zich afgevraagd of hy bier wol hulde kan brengen, waar het gold een Remon- strantsch feest, maar vóór 26 jaar kwam Tiele naar LeiJen om te proflteeren van het Leidsche licht en de Leidsche kracht, doch by bracht daarvoor ook zyn licht en kracht med3. En ia de twintig jareD, dat hy hoog leeraar was aan de Rijksuniversiteit, daar toonde by zich groot man der wetenschap, en ook niet-Romonslranten verzamelden zich om hem en genoten van zyn groote kennis. Daarom, zei Ie spr., heeft ook de Leidscbe Hoogeschool opj dezen ^dag reden tot juichen en uit ook zy den wensch: „God zegeneul" of beter: „Hy tl'jve u zegenen, voor de Broe derschap, voor uwe gafo; voor de universiteit, voor de faculteit, voor uwe laudgenooten en vricnitn!" Blijkbaar onder den indruk van al die be- wyzen van vriendschap en genegenheid hem gebracht, nam daarop prof. Tiele zelf het woord. Hy gaf allereorst de verzekering, dat men ham dezsn dag tot een waren feestdag had gemarkt. Waar hem pas vier jaren geleden hulde wasv getracht, had hjj zelf die heden niet verlangd, doch men had het thans anders giwild, on met dankbaarheid en gelukkig ziet spr. t rug op die 25 jaren, die achter hem liggen. „Vtel lof," zeide hy, „is my gebracht, hier en in openbare geschriften, doch mö zal dij lof niet bedwelmen, want ik weet dat ik daar te klem voor ben. Zeker, ik weet wel dat my goede gaven zijn geschonken, doch dbt is Lkt myn schuil; ik weet dat ik iets doen kon, omdat de wetenschap my aantrekt, omdat do Broederschap mh zoo lief was om het groote teginsel, dat er aan ten grondslag ligt, doch daarom verdien ik al die hulde nog niet. Maar niettemia ben ik er dankbaar voor; dankbaar jjgens u, myne voormalige leer lingen; jegens u, myn leerlingen, van wie voor my vaak zooveel opvoedende kracht uit- giDg. Dank breng ik ook aan prof. Van Manen en aan de faculteit, die mij met open armen ontving en met wie ik 20 jaren mocht arbei den. Ik hoop ook aan de universiteit verder myne kiachten te kunnen wijden. En is daar straks gezegd, dat de avond is aangebroken, ik we:t het wel „omdat het is tegen den avond, en reeds is de dag gedaald", doch ik voel my Diet oud; ik zal arbeiden zoo lang ik kan voor de Broederschap, voor de faculteit, voor de Universiteit, met u, onder u, kan het zi)Q, ook voor u." Inmiddels stonden achter in de zaal weder verin het oogeablik te verbeiden dat een kleine rustpoos in al die van waardeering getuigende toespraken hun gelegenheid zou geven den hoogleeraar de hand te drukken. En het was eerst r nadat wederom een aantal vrienden en vriendinnen dit hadden kunnen doen dat de Rectpr-Magnificus der Leidsche Hoogeschool, prof. dr. Th. H. Mac Gillavry lut woord kon nqmen. Ook hy vroeg zich af of hy hur. wel namens den Senaat mocht spr.ken, waar het gold een feest der Remon strant8che Broederschap. Maar waar Tiele ook aan de Universiteit zyn beste krachten bad gewijd daar paste bet spr. als rector namens dc-n S-naat de gelukwenschen te brengen. Hem, den man, die steeds arbeidde, die steeds onderzocht, alt yd rusteloos werkte; die een vorst mag genoemd worden op zyn gebied, mag de Senaat ook heden zyn beste wen- schen niet onthouden. FroC. Tide dankte nog voor deze woorden hy gaf de verz. kering dat hy deze hulde van den Senaat op den hoogsten prijs stelde en herbaalde dat hy ook aan de Leidsche Universiteit zyn beste krachten zou biyren wyden. Vervolgens kwamen het Collegium van het Leidsch Studentencorps, Chrysostomus en andtren hun opwachting maken en hun geluk wenschen aanbieden. Nog lang bracht rijtuig na rijtuig aan den „Huize "Wytenburg" men- Bchen aan, jongen en ouden; mannen en vrouwen uit Leiden en van elders, die behoefte gevoelden op dezen dag hulde te brengen aan den in zyn woonplaats zoo geliefden stadge noot, aan den edelen vaderlander, den be roemden en geachten godgeleerde en vorst der wetenschap. Daar werden o. a. opgemerkt de Commis saris der Koningin in de provincie Noord-Hol land, mr. G. Van Tienhoven, de oud-minister van justitie mr. "W. Van der Kaay; Leiden's burgemeester mr. F. Was; hoogleeraren der Leidsche universiteit, hoogleeraren van onz9 andere Academie-steden; tal van predikanten der Remonstrantsche Broederschap, kortom een groot aantal vrienden en vereerders van den feestvierenden hoogleeraar. Een schat van bloemen, den jubilaris aan geboden, getuigde eveneens van veler vriend- schappeiyke gevoelens, zoodat de zaal, waar receptie werd gogeven, in een lusthof was herschapen. Bloemstukken, het een nog fraaier dan het andere en blykens de daaraan toege voegde kaartjes, gekomen uit alle deelen de3 lands, bykans Diet te telleD, waren zoovele tolken van liefde en genegenheid. Aan een diner, den heer en mevr. Tiele door de Commissie en eenige leerlingen aan geboden, waaraan mede als gasten aanzaten de broeder van den jubilaris, de heer Tiele uit Rotterdam, de schilder P. De Josselin de Jong, mevr. de wed. Le Fèvre de Montigny— Bisdom Van Vliet uit Haastrecht, werd menig vriendeiyk woord gesproken. Het menu was versierd met het beeld van den hoogleeraar op zyn studeerkamer, terwyl achter hem een allegorische figuur een krans gereedhoudt om hem dien op de slapen t3 drukken. „Eigou Haard" bevat een artikel van prof. De Goeje over prof. Tiele. Overwegende, dat prof. Tiele zyn kwart-eeuw als hoogberaar aan de Leidscbe universiteit niet kan vieren, omdat hy vóór dien tyd wegens 70-jarigen leofttjd sal moeten aftreden, neemt prof. Do Goeje deze gelegenheid te baat de verdienste van den Renconstrantschen jubilaris voor do wetenschap in het licht te stellen. Het artikel eindigt aldus: „Wat hoef ik bfer nog meer byte voegen, om in het licht te stellen, hoeveel reden wh hebben trotsch te zyn op onzen landgenoot, die op zoo scbittereude wijze den goeden naam des vaderlands op heb gebied| der wetenschap heeft gehandhaafd en bevorderd? De natuur heeft hem heeriyke gaven verleend, maar zonder rusteloos arbeiden onder de be zieling van een hoog ideaal, zou hy niet hebben kunnen worden wat by thans is. In zhn||opeenvolgende werken is een gestadige vooruitgang van beter weten, van klaarder inzicht; en verre van dat by al die studie de frischheid van zyn geest zou geleden heb ben, is die integendeel van zyn laatste voort brengsel een der groote bekooriykheden. Want Tiele is jong gebleven, in weerwil van het klimmen zijner jaren. Mogen wh hem nog lang zoo in ons midden zienl „Voor ons, die Tiele persoonlijk kennen, of zelfs hot hooge voorrecht bezitten tot zyn vrienden te behooren, heeft de 13de Febrnari, zyn feestdag, nog een geheel bijzondere be- teekenis. Want wy eeren in hem niet alleen den grooten geleerde, den talentvollen scbryver, maar ook, en nog meer, den edelen menscb, den hartelyken vriend." By het artikel is een afbeelding gevoegd van het portret, door Do Josselin de Jong ge schilderd. Ook daaruit blykt, dat de schilder in het weergeven van prof. Title's verschyning zeer gelukkig is geweest. XJit de „Staatscourant". Kon. Besluiten. Benoemd tot rechter iu de arroadisseraents-rechtbank te Zutfen, mr. M. Olden- huis Gratama, thans griffier by het kantongerecht te Hoogeveen; tot bode bij bet Departement van Binnenlandsche Zaken W. C. Evckelhoff, thans vaste knecht; by do Algomeene Kekenkamer: tot referendaris, de hoofdcommies P. C. G. Engel- bregt; tot bode, de assist ent-bode J. J. Bonman. Mr. A. D. W. De Vries, referendaris bij het Departement van Justitie, benoemd tot lid der Staatscommissie tot het doen van voorstellen omtrent de wijzigingen of voorzieningen die in de wetgeving van Ned.-Indië op privaatrechtelijk gebied noodig zijn. De heeren H. B. C. Gieben, S. E. Boorsma, W. A. L. Warnier en J. H. Kok benoemd en aangesteld tot militair apotheker der 2de Idasao bij het personeel van den geneeskundigen dienst van het leger in Ned.-Indië. Aan dr. J. J. baron Mackay, op xijn verzoek, ontslag verleend uit zijn betrekking van gezant- schapsattachc in algemeenen dienst. Pensioen verleend aan G. H. Filet, commies 2de klasse bij 's Rijks belastingen, ƒ426; aan H. H. Linskens, commies 1ste klasse bij 's Ryks bo- lastingen, /454. Aan den kapitein der infanterie van het leger in Ned.-Indië A. E. Piera vergunning verleend tot het aannemen van de versierselen der 5do klasse van de orde van de Rijzende Zon, hem door den keizer van Japan geschonken. Aan jbr. mr. D, A. W. Van Tets van Goudriaan, gezant van H. M. de Koningin, to Berlijn, ver gunning verleend tot bet aannemen der medaille, ter herinnering aan den lOOsten geboortedag van Z. M. keizer Wilhelm I van Duitschland, hein door den keizer van Dnitschland geschonken. Audiëntie. De gewone audiëntie van den minister van oorlog zal op Donderdag a. s. niet plaats hebben. Geveilde perceelem Gehouden verkooping in het Notarishuis aan Den Burg alhier, op Zaterdag 12 Februari 1898, ten overstaan van mr. C. H. P. Klaver- wyden, notaris te Leidenhet huis, Zydgracht 22, in bod f 2660kooper de hoer J. H. Schuitemaker. Het comité voor de versiering en verlichting van de Narmstraat en Kruisstraat is samen gesteld uit de heeren: J. H. HEUS, voorzitter. G. F. EEMERIK, penningmeester. D. J. TIEL, secretaris. L. VAN DER WILK. S. VAN SWIETEN DE BLOM. F. T. VRIJHOFF. Het stoomschip ^TeendEn!* vergaan. Een telegram uit Nieuw-York meldt: „De Nederlandsche mailboot „Veendam" uit Rotterdam is in volle zeo op een wrak ge- stooten en gezonken. Alle opvarenden werden door de stoomboot „St.-Louis" gered". Uit andere telegrammen, die het bericht bevestigen, blykt dat het ongeluk op 7 Februari is gebeurd en de opvarenden Zaterdag door de „St.-Loui8" te Nieuw-York zyn aangebracht. De „Ve3ndam", van de Holland-Amerika lyn, vertrok 3 Februari van Rotterdam naar Nieuw- York met de volgende 9 kajuits-passagiers aan boord: B. D. Kapteyn, W. Gallowitz on echtg., mej. M. E. Ailinger, mevr. F. Gollub, G. Krouwel, mej. B. Von Tikete, W. Rieling,F. Lohmann, benevens 121 passagiers derde kl. Het stoomschip „Veendam" (vroeger „Baltic") van de Holland-Amerika-iyn, groot 2767 netto register ton, werd in 1871 te Belfast, by Harland en Wolff, van yzer gebouwd. De „St.-Louid" is Q2ii boot van de American- line en was 5 Februari van Southampton naar Nieuw-York vertrokken. Uit Rotterdam meldt men nog: Volgens een nader ontvangen telegraphiscb bericht is het stoomschip „Veendam" in den avond van den 6den Februari II. op het bewuste wrak in den Atrintiscben Oceaan gestooten, 3 dagen nadat men Lizard gepas seerd was. In den vroegen morgen van 7 Februari zyn de opvarenden overgegaan op de „St.-Louis", waaruit men kan afleiden, dat zy ruimschoots den tyd gehad hebben een goed heenkomen te zoeken. Uit de ontvangen telegrammen wordt af geleid, dat de „Veendam'.^ die stogMast J^ad, ©ver het wrak is iieengeschoveo, dat daaMÖpï: het achterschip is lek gestooton, en daarna op de waterdichte schotten is biyven dry ven Ook de schroefas moet gebroken zyn. Schip en lading zyn door assurantie gedekt, grootendeels in Engeland. Een klein gedeelte ie voor eigen risico der Maatschappij. In een telegram uit Nieuw-York aan do Peryscbe „Herald" leest men het volgende: „Kapitein Stenger, de gezagvoerder van do „Veendam", verklaart dat J>y hooge zee een krachtige storm uit het Noordwesten blies. Te 5 u. 17 min. in den avond van 6 Febr., op 49° 36' N.B. en 20° 1' W.L. stootte do „Veendam" op een wrak of een stuk van oen wrak onder water, dat waarschyniyk een gat in den bodem deed ontstaan en de as brak. „Hoewel met alle kracht, ook door do passagiers, werd gepompt, maakte de stoomer snel water en werden de booten gereed gemaakt. Toen de achtersteven begon te zinken, omstreeks halféón in den morgen van 7 Februari, werden de lichten van een stoomschip waargenomen. Het Btoomschip, de „St. Louis" antwoordde op de noodseinen van de „Veendam." „Te 1 u. 43 min. werd een begin gemaakt met het overbrengen der reizigers en be manning van het zinkende stoomschip. Daartos werden drie booten van de „St. Louis" ge bruikt, terwyl de mannen van de „Veendam" aan de pompen bleven. Te 4 u. 53 min. waren alle opvarenden zonder eenig ongeval over, hoewel het reddingswerk zeer werd bemoeilykt door de zwaro zeeën. Toen de laatste boot afstootte, werkte de „Veendam" zwadr en zonk de achtersteven snel. „Kapitein Randle (van de „St.-Louis") ver klaart dat kapitein Stenger ~€h de officieren van da „Veendam" een uitstekende tucht aan boord handhaafden en bekwame hulp boien by bet reddingswerk. De reizigers aan boord van de „St. Louis" stelden een adres op, waarin hulde wordt gebracht aan den moed, door de bemanning van de „St.-Louis" by do redding betoond". Overstrooming op Dell. De correspondent van het „Hbl." te Medan seint: „Hevige regens hebben een overstrooming veroorzaakt te Namoe Soero. „De assistent Van Dam, een Tandil (inland- 8che opzichter) en een bediende zyn ver dronken". Namo9 Soero is een tabaksonderneming van de maatschappy Franco-Deli, te Amster dam, groot 2000 bouw, in de residentie Oost kust van Sumatra, afd. en ryk Deli, landschap Senombab. KOLONIËN. BATAVIA, 12 en 13 Jan. IEngelschc mait). Uit Banjoewangi schrift men aan het .Centrum": De heer F., administrateur van een der kofiieondernemingen in 't gebergte, had een geldtransport gehaald. Hij bad een paar koelies met 't geld vooruitgezonden en onvoorziebti- gtr«(jze hun ook zijn geweer to dragen ge- goven. Terwijl hij nu alleen op eonigen afstand achteraan reed, werd hy plotseling aangevallen door een drietal kerels, die zich in do slang- alang verborgen hadden. Vreeselyk werd hy mishandeld. Meer dood dan levend vrerd by door eenige voorbygaande koelies gevonden en meegenomen; hy is later naar Bondowoso vervoerd om daar verpleegd te worden. De ramp van Amboina. Het regeeringstelegram van 12 Januari luidde: .Volgens telegraphisch bericht van den resi dent van Amboina is zes dezer de hoofdplaats Amboina te één uur vyftien minuten door een hevige aardbeving geheel verwoest .Geen enkel hnls bleef gespaard, o. a. zyn ingestort de gevangenis, de kweekschool en eon groot deel van fort Nieuw-Victoria. .Geen enkel huie is meer bewoonbaar, met uitzonderiog van een deel van het reei- dentiehuis. .Voor zoover bekend, werden 50 personen gedood, ruim 200 gewondonder de gedooden zyn tien minderen en eenige Europeesche inge zetenen. .Van buiten zyn door den resident nog geen tyiingen ontvangen." In telegrammen uit Makassor aan het „Bat. Nwbl." komen nog de volgende byzonder- heden voor: De „Arend" bracht het bericht dat de hoofd plaats Amboina nagenoog geheel door een aardbeving verwoest ia. Er werden vyf hevige schokken ln do -richting Noord—Zuid waar genomen, gevolgd door bevigen wind en regen en harde donderslagen! Byna allo gouvernements-gebouwen, he' fort Victoria en de particuliere woningen zyn ingestort; er is geen enkel huis meer bewoon baar; in 20 minuten was Amboina een mine. Alles vluchte naar de Esplanade. De artilleriekazerne, bet cantine-gobouw, het hospitaal, do gevangenismuur, de inland- sche kweekschool voor onderwyzers en over het algemeen de woniogen by de Esplanade hebben veel geleden. Eenige huize te dier plaatsen zyn ingestort, terwyl van de andere Europeeacho wyken alleen het residentiehuis te Batoe-Gadjah is gespaard. In de Oliphantstraat werd mevr. Harmse» door het vallend puin verpletterd. Het Ohineesche kamp met de daar staande

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 2