Inhuldigingsfeesten.
yw—ia
is, en daarna zichzelf dood. Die laatste scène
was zoo aangrijpend, dat een der toeschouw
sters het op de zenuwen kreeg. Bbl
De eerste stemming voor een lid van het
hoofdoestuur der vereeniging van Chr. onder
wijzers en onderwijzeressen in Nederland en
de overzeeeche bezittingen heeft tot resnltaat
gehad, dat bet volgend drietal is geformeerd:
A. C. W. Scbeffer, te Harlingen (oud voor
zitter), L. LooyeD, te 's-Qravenhage, en H.
Scholtens, te Alfen. Uit dit drietal moet nu
vóór 19 Maart een keuze gedaan worden.
De verkiezing is noodig door de verplichte
periodieke aftreding van den J. C. Wirts Czn.,
te Bedum, die niet herkiesbaar is.
Het gemeente ziekenhuis aan den Cool-
siDgel te Rotterdam bevat ruim 400 patiënten,
zoodat het hulp-ziekenhuis aan de Llnker-
Rottekade op het Schuttersveld in gebruik is
genomen. Dit hulp-ziekenhuis bestaat uit een
houten loods en is meer bestemd ingeval van
epidemieën. Naar men aan de „Tel." meldt,
is by het gemeentebestuur door de commissie
van toezicht met kracht aangedrongen tot
den bouw van een tweedo ziekenhuis over
te gaan, in welk stadsgedeelte is niet bepaald.
Het stoomschip „Beira", van Amsterdam
naar Kaapstad, vertrok 11 Fobr. van Londen;
de „Koningin-Regentts", van Amsterdam naar
Batavia, passeerde 12 Febr. Gibraltar; de
„Prinses Aroalia", van Batavia naar Amster
dam, vertrok 11 Fsbr. van Padang; de
„Herzog", van Hamburg en Amsterdam naar
Dost Afrika, arriveerde 13 Febr. te Aden; de
„Merapi", van Rotterdam naar Batavia, arri
veerde 13 Fobr. te Southampton; de „Prinse3
Marie", van Amsterdam naar Batavia, arriveerde
13 Febr. te Padang; de „Soembing", van
Batavia naar Rotterdam, arriveerde 14 Febr.
te Marseille.
Bodegraven. De heer P. De Graaf alhier
is benoemd tot hoofd der school te Nieuwkoop.
Benthuizen. De voordracht voor onderwij
zeres albier bestaat uit do dames J. M. De
Zwaan, te 's-Gravenbage; J. "W. C. Vermeulen,
te Gouda, en H. E. G. De Windt, te Heicop.
Noorihvyk. EindelijkTerwijl schier overal
in den lande de verschillende commissiën voor
de inhuldigingsfeesten reeds met haar pro
gramma's gereed zijn, bleef Noordwijk nog
maar steeds in rustigo rust gedompeld. E:n-
deiyk, daar lezen we esn oproeping, uitgaande
van den burgemeester, waarin ZEAchtb. alle
meerderjarige mannelijke ingezetenen uitnoo
digt tot een vergadering, a. s. Vrijdagavond
te 7 uren in het „Hof van Holland" te
houden. Mogen door e ondrachtige samenwer
king maatregelen en toebereidselen getroffen
worden voor een feestviering, die Noordwijk
tegen de a. s. Septembermaand niet by andere
gemeenten doe achterstaan I
Zegwaard. Zaterdag avond is in bet logo-
ment van A. Wens veen aan Den Hoorn alhier
door den rijksveldwachter P. Baggerman en
den gemeente-veldwachter gearresteerd zekere
Auke Schippers, die in het Algemeen Politie
blad stond gosignaleerd om 24 dagen hechtenis
en 2 dagen subsidiaire gevangenisstraf te onder
gaan, wegens openbare dronkenschap. Bedoelde
persoon is naar het huis van bewaring te
'8 Gravenh3ge overgebracht.
Prof. Ticlcs zilveren jubileum.
Het 25-jarig hoogleeraarscbap van dr. C.
P. Tiele als professor by het seminarium der
Remonstrantsche Broederschap werd gisteren
op feestelijke wijze herdacht.
De receptiezaal, in den huize Wijtenburg,
waar prof. Title door zijn leerlingen ontvan
gen werd, was door dezen feestelijk versierd.
Te twee uren in 't Hotel Levedag bijeen
gekomen, begaf zi^h de commissie voor hot
aanbieden van het portret, uit de leden der
broederschapcommissie en curatoren bestaande,
naar bovengenoemde zaal, waar mr. J. J. De
Meyier, uit Arnhem, op voortreffelijke wijze
de gevoelens van allen vertolkte, die den
jubilaris zoo booge vereering toedroegen.
Namens de commissie voor de zaken der
Remonstrantsche Broederschap; namens cura
toren van hst Seminarium, namens vele leer
lingen en oud-leerlingen achtte spr. het een
voorrecht hot woord te mogen voeren. Want
hot was hem goed op dezen dag, een rustpunt
in het werkzaam leven van den hoogleeraar
van het Samioarium, dezen een woord te mogen
toespreken. Hij herinnerde er aan, dat op den
4den Juni 1872 door de groote vergadering
der Broederschap besloten werd bet Semina
rium van Amsterdam te verplaatsen naar
Leiden; dat diezelfde vergadering op den 8sten
October d. a. v. Tiele aanwees om aan het.
hoofd van die Kweekschool to staan, hem
daarmede een taak opleggende, niet zonder
bezwaren. Immers de Kweekschool bloeide
niet; slechts twee jongelieden haddon toege
zegd zich te Leiden te laten inschrijven als
leerlingen. Was het onder die omstandigheden
niet vermetel zich te komen vestigen te Leiden,
zich als dwerg te komen plaatsen naast den
reus? Maar Tiele aanvaardde op 13 Februari
1873 vol moed de op zich genomen taak, en
thans, 26 jaar later, i3 cie Kweekschool nog
wel in naam klein, doch de dwerg wordt
door den reus, door de Universiteit, geëerbie
digd, en het aantal leerlingen is toegenomen,
zóódanig, dat de Broederschap haar predikan
ten niet langer behoeft te zoeken bh andere
kerkgenootschappen.
En dio eereplaats, zegt spr. tot prof. Tiele,
dio de school thans inneemt, is te danken
aan u en uw onderwijs. U danken wh voor
hetgoen gh voor de school doodt en nog doet
en wjj voegen er bh den dank voor alles,
wat ge deedt voor de wetenschap. En al
spreken wh hier totji geen woord van afscheid,
al gaat ge ons niet verlaten, toch mag er op
geweieD, dat uw avondstond komt; wenschea
wh, dat die nog laDg, zeer lang zal zijn. Sta
mh toe u heden op dezen feestdag aan te
bieden, namens velen uwer vrienden, uw
beeltenis, door een bekend schilder, dank zy
uw welwillendheid, gemaald. Uit die beeltenis
zal de nakomelingschap u kennen, die beeltenis
zü de trots onzer Broederschap 1
Spr. bood bh deze laatste woorden aan htt
schilderh, door P. Do Josselin de Jong ge
schilderd, dat den hoogleeraar in z(jn toga
gekleod voorstelt, zittende in z\jn studeer
vertrek, een prachtvol en sprekend gelijkend
doek.
Hh voegde bh de aanbieding van het
portret een album met de namen der 236
deelnemers, schoon gecalligrapheerd door den
heer W. F. Karstens te Leiden.
Op den gebombeerden band staat in zilveren
letteren: „13 Ftbruaii 1898," terwyl op het
eerste blad de opdracht prijkt in de volgende
woorden: „Aan den heer dr. C. P. Tieri wordt
op heden, den 13Jen Febrtiari 1898, den dag,
waarop by 25 jaar geleden de betrekking
aanvaardce van hoogleeraar aan b-t Semina
rium der Remonstrantsche Broederschap te
LeidöD, zyn portret in olieverf, geschilderd
door den heer P. Do Josselin d9 Jongb, aan
geboden als een teeken van hoogachting,
waardeeriDg en erkentelijkheid door navolgende
vrienden, vereerders, oud-letrlingen en leer
lingen uit den kring der genoemde Brojcer-
schap en door niet weiDigen, ook buiten ci n
kring, welke zich by dit huldebetoon wonsch-
ten aan te sluiten."
De tweede spreker was dr. J. A. Beyerman,
predikant bh de Remonstrantsche Gemeente
te Groningen.
Hij noemde zich gelukkig hier als Tiele's
oudste leerling te mogen spreken en weos er
op, dat het zaad, door den hoogleeraar ge
strooid, dei tig-, zestig-, honderdvoudig vrucht
had gedragen. „Wh herdenken", dus sprak
hy, „dankbaar wat gh met uw hoofd en hart
voor ons deedt. Leermeester, leidsraaD, neen,
onze professor, want u zoo te hooren no2men,
dat is heden onze vreugde, onze trots, blijf
nog laüg gespaard voor ons, voor uwe gade,
voor allen, die u dierbaar zyn".
Op dezen oudsten leerling volgde een der
jongeren, de heer K. F. Sparnaay, student aan
de Kweekschool, die namens de leerlingen
een woord sprak, getuigenis afleggendo van
den eerbied en de achting, di9 de studenten
den hoogleeraar toedragen.
„Toen wh hier kwamen", sprak hij, „hadden
wh wel gehoord van het hoofd vanhetSsmi-
narium, maar thans zouden wh willen zeggen
„Ons is niet de helft der waarheid gezegd,
want thans zijn wh door u en uwe lessen
met innige banden aan ons Seminarium ver
bonden. Kan hot ook een wonder zyn, dat de
school bloeit onder u? Is het wonder, dat wy
er trotsch op zyn ons uw discipelen te mogen
noemen? En als de mare juist is, die zegt,
dat gy, als uw leefty'd u zal dwingen als
hoogleeraar der Ryks Universiteit af te treden,
toch onz9 leermeester zult willen biyveD, dan
zult ge zoovelen gelukkig maken. Dank voor
uwe lessen, dank voor het verleden, en moge
de toekomst u het beste brengen!"
Dr. H. Y. Groenewegen, predikant by de
Remonstrantsche Gemeente te Rotterdam,
waar Tiele predikant was vóór by tot het
hoogleraarsambt werd geroepen, kwam
daarna de verzekering geven hoevelen te
Rotterdam thans in gedachten dezen dag
dankbaar mede vieren.
„Want velen daar," sprak hy, „hebben u
lief, en niet alleen in de ryke, doch ook in de
eenvoudigste gezinnen wordt uw naam nog
steeds met eerbied, vol dankbaarheid genoemd.
Gh waart zoo goed voor ons en wh zullen
u blijven liefhebben; wy bidden en hopeD, dat
ge nog lang de kraebten zult behouden om
ons te zyn een stut, een veilige gids."
Ook de Remonstrantsche Gemeente uit de
hoofdstad des lands bleef niet achter in
huldebetoon.
Namens die gemeente kwam een harer be-
stuurderen, de heer H. Kruimel, den hoog
leeraar hulde brengen. Hy wees er op hoa
prof. Tiele aan de belangen der Broederschap
Bteeds zyn beste krachten had gewijd. En,
voegde hy er by, met welken uitslag, op welke
wyzel Zegen rustte er op uw arbeid. Want
is het geen heuglyk verschynsel op dezen dag
dat eerlang uw oudste leerling zyn intrede
zal doen als predikant te Amsterdam? Mag
dat geen zegen heeten? Namens de gemeente
Amsterdam wensch ik u nog voel zegen op
uw werk, en als ge, ook na uw aftreden al3
hoogleeraar aan de Universiteit, by ons biyft,
wy zullen dan biyde zyn, omdat wy u zullen
behouden en gy door uw arbeid zult blijven
schitteren.
Dr. H. P. Schim van der Losff vertolkte
de gevoelens der RemonstTdntscho Gemeente
te Leiden.
Hy noemde dit een aangename taak; immers,
waar Tiele thans een kwarteeuw de predikan
ten opleidde voor de gemeenten der Broeder
schap, daar mocht spr. er op wijzen, dat
Tiele's leerlingen op den kansel te Leiden
steeds hunno proofpreeken hielden. Hy sprak
den harteiyken wensch uit, dat prof. Tiele de
Kweekschool steeds mocht zien bloeien en
hy voor de Broederschap nog lange jaren een
kroon, een sieraad, een zegen zou mogen
blijven.
Ook van buiten de Broederschap werd den
feestvierenden hoogleeraar hulde gebracht.
Daar trad voorop de voorzitter der theolo
gische faculteit aan de Leidscbe Hoogeschool,
prof. W. C. Van Manen.
Spr. had zich afgevraagd of hy bier wol
hulde kan brengen, waar het gold een Remon-
strantsch feest, maar vóór 26 jaar kwam
Tiele naar LeiJen om te proflteeren van het
Leidsche licht en de Leidsche kracht, doch
by bracht daarvoor ook zyn licht en kracht
med3. En ia de twintig jareD, dat hy hoog
leeraar was aan de Rijksuniversiteit, daar
toonde by zich groot man der wetenschap,
en ook niet-Romonslranten verzamelden zich
om hem en genoten van zyn groote kennis.
Daarom, zei Ie spr., heeft ook de Leidscbe
Hoogeschool opj dezen ^dag reden tot juichen
en uit ook zy den wensch: „God zegeneul"
of beter: „Hy tl'jve u zegenen, voor de Broe
derschap, voor uwe gafo; voor de universiteit,
voor de faculteit, voor uwe laudgenooten en
vricnitn!"
Blijkbaar onder den indruk van al die be-
wyzen van vriendschap en genegenheid hem
gebracht, nam daarop prof. Tiele zelf het
woord.
Hy gaf allereorst de verzekering, dat men
ham dezsn dag tot een waren feestdag had
gemarkt. Waar hem pas vier jaren geleden
hulde wasv getracht, had hjj zelf die heden
niet verlangd, doch men had het thans anders
giwild, on met dankbaarheid en gelukkig ziet
spr. t rug op die 25 jaren, die achter hem
liggen. „Vtel lof," zeide hy, „is my gebracht,
hier en in openbare geschriften, doch mö zal
dij lof niet bedwelmen, want ik weet dat ik
daar te klem voor ben. Zeker, ik weet wel
dat my goede gaven zijn geschonken, doch
dbt is Lkt myn schuil; ik weet dat ik iets
doen kon, omdat de wetenschap my aantrekt,
omdat do Broederschap mh zoo lief was om
het groote teginsel, dat er aan ten grondslag
ligt, doch daarom verdien ik al die hulde nog
niet. Maar niettemia ben ik er dankbaar voor;
dankbaar jjgens u, myne voormalige leer
lingen; jegens u, myn leerlingen, van wie
voor my vaak zooveel opvoedende kracht uit-
giDg. Dank breng ik ook aan prof. Van Manen
en aan de faculteit, die mij met open armen
ontving en met wie ik 20 jaren mocht arbei
den. Ik hoop ook aan de universiteit verder
myne kiachten te kunnen wijden. En is daar
straks gezegd, dat de avond is aangebroken,
ik we:t het wel „omdat het is tegen den
avond, en reeds is de dag gedaald", doch ik
voel my Diet oud; ik zal arbeiden zoo lang
ik kan voor de Broederschap, voor de faculteit,
voor de Universiteit, met u, onder u, kan het
zi)Q, ook voor u."
Inmiddels stonden achter in de zaal weder
verin het oogeablik te verbeiden dat een
kleine rustpoos in al die van waardeering
getuigende toespraken hun gelegenheid zou
geven den hoogleeraar de hand te drukken.
En het was eerst r nadat wederom een aantal
vrienden en vriendinnen dit hadden kunnen
doen dat de Rectpr-Magnificus der Leidsche
Hoogeschool, prof. dr. Th. H. Mac Gillavry
lut woord kon nqmen. Ook hy vroeg zich
af of hy hur. wel namens den Senaat mocht
spr.ken, waar het gold een feest der Remon
strant8che Broederschap. Maar waar Tiele ook
aan de Universiteit zyn beste krachten bad
gewijd daar paste bet spr. als rector namens
dc-n S-naat de gelukwenschen te brengen.
Hem, den man, die steeds arbeidde, die steeds
onderzocht, alt yd rusteloos werkte; die een
vorst mag genoemd worden op zyn gebied,
mag de Senaat ook heden zyn beste wen-
schen niet onthouden.
FroC. Tide dankte nog voor deze woorden
hy gaf de verz. kering dat hy deze hulde
van den Senaat op den hoogsten prijs stelde
en herbaalde dat hy ook aan de Leidsche
Universiteit zyn beste krachten zou biyren
wyden.
Vervolgens kwamen het Collegium van het
Leidsch Studentencorps, Chrysostomus en
andtren hun opwachting maken en hun geluk
wenschen aanbieden. Nog lang bracht rijtuig
na rijtuig aan den „Huize "Wytenburg" men-
Bchen aan, jongen en ouden; mannen en
vrouwen uit Leiden en van elders, die behoefte
gevoelden op dezen dag hulde te brengen aan
den in zyn woonplaats zoo geliefden stadge
noot, aan den edelen vaderlander, den be
roemden en geachten godgeleerde en vorst
der wetenschap.
Daar werden o. a. opgemerkt de Commis
saris der Koningin in de provincie Noord-Hol
land, mr. G. Van Tienhoven, de oud-minister
van justitie mr. "W. Van der Kaay; Leiden's
burgemeester mr. F. Was; hoogleeraren der
Leidsche universiteit, hoogleeraren van onz9
andere Academie-steden; tal van predikanten
der Remonstrantsche Broederschap, kortom
een groot aantal vrienden en vereerders van
den feestvierenden hoogleeraar.
Een schat van bloemen, den jubilaris aan
geboden, getuigde eveneens van veler vriend-
schappeiyke gevoelens, zoodat de zaal, waar
receptie werd gogeven, in een lusthof was
herschapen. Bloemstukken, het een nog fraaier
dan het andere en blykens de daaraan toege
voegde kaartjes, gekomen uit alle deelen de3
lands, bykans Diet te telleD, waren zoovele
tolken van liefde en genegenheid.
Aan een diner, den heer en mevr. Tiele
door de Commissie en eenige leerlingen aan
geboden, waaraan mede als gasten aanzaten
de broeder van den jubilaris, de heer Tiele
uit Rotterdam, de schilder P. De Josselin de
Jong, mevr. de wed. Le Fèvre de Montigny—
Bisdom Van Vliet uit Haastrecht, werd menig
vriendeiyk woord gesproken.
Het menu was versierd met het beeld van
den hoogleeraar op zyn studeerkamer, terwyl
achter hem een allegorische figuur een krans
gereedhoudt om hem dien op de slapen t3
drukken.
„Eigou Haard" bevat een artikel van prof.
De Goeje over prof. Tiele. Overwegende, dat
prof. Tiele zyn kwart-eeuw als hoogberaar
aan de Leidscbe universiteit niet kan vieren,
omdat hy vóór dien tyd wegens 70-jarigen
leofttjd sal moeten aftreden, neemt prof. Do
Goeje deze gelegenheid te baat de verdienste
van den Renconstrantschen jubilaris voor do
wetenschap in het licht te stellen. Het artikel
eindigt aldus:
„Wat hoef ik bfer nog meer byte voegen,
om in het licht te stellen, hoeveel reden wh
hebben trotsch te zyn op onzen landgenoot,
die op zoo scbittereude wijze den goeden
naam des vaderlands op heb gebied| der
wetenschap heeft gehandhaafd en bevorderd?
De natuur heeft hem heeriyke gaven verleend,
maar zonder rusteloos arbeiden onder de be
zieling van een hoog ideaal, zou hy niet
hebben kunnen worden wat by thans is. In
zhn||opeenvolgende werken is een gestadige
vooruitgang van beter weten, van klaarder
inzicht; en verre van dat by al die studie de
frischheid van zyn geest zou geleden heb
ben, is die integendeel van zyn laatste voort
brengsel een der groote bekooriykheden. Want
Tiele is jong gebleven, in weerwil van het
klimmen zijner jaren. Mogen wh hem nog
lang zoo in ons midden zienl
„Voor ons, die Tiele persoonlijk kennen, of
zelfs hot hooge voorrecht bezitten tot zyn
vrienden te behooren, heeft de 13de Febrnari,
zyn feestdag, nog een geheel bijzondere be-
teekenis. Want wy eeren in hem niet alleen
den grooten geleerde, den talentvollen scbryver,
maar ook, en nog meer, den edelen menscb,
den hartelyken vriend."
By het artikel is een afbeelding gevoegd van
het portret, door Do Josselin de Jong ge
schilderd. Ook daaruit blykt, dat de schilder
in het weergeven van prof. Title's verschyning
zeer gelukkig is geweest.
XJit de „Staatscourant".
Kon. Besluiten. Benoemd tot rechter iu de
arroadisseraents-rechtbank te Zutfen, mr. M. Olden-
huis Gratama, thans griffier by het kantongerecht
te Hoogeveen; tot bode bij bet Departement van
Binnenlandsche Zaken W. C. Evckelhoff, thans
vaste knecht; by do Algomeene Kekenkamer: tot
referendaris, de hoofdcommies P. C. G. Engel-
bregt; tot bode, de assist ent-bode J. J. Bonman.
Mr. A. D. W. De Vries, referendaris bij het
Departement van Justitie, benoemd tot lid der
Staatscommissie tot het doen van voorstellen
omtrent de wijzigingen of voorzieningen die in de
wetgeving van Ned.-Indië op privaatrechtelijk
gebied noodig zijn.
De heeren H. B. C. Gieben, S. E. Boorsma,
W. A. L. Warnier en J. H. Kok benoemd en
aangesteld tot militair apotheker der 2de Idasao bij
het personeel van den geneeskundigen dienst van
het leger in Ned.-Indië.
Aan dr. J. J. baron Mackay, op xijn verzoek,
ontslag verleend uit zijn betrekking van gezant-
schapsattachc in algemeenen dienst.
Pensioen verleend aan G. H. Filet, commies 2de
klasse bij 's Rijks belastingen, ƒ426; aan H. H.
Linskens, commies 1ste klasse bij 's Ryks bo-
lastingen, /454.
Aan den kapitein der infanterie van het leger
in Ned.-Indië A. E. Piera vergunning verleend
tot het aannemen van de versierselen der 5do
klasse van de orde van de Rijzende Zon, hem
door den keizer van Japan geschonken.
Aan jbr. mr. D, A. W. Van Tets van Goudriaan,
gezant van H. M. de Koningin, to Berlijn, ver
gunning verleend tot bet aannemen der medaille,
ter herinnering aan den lOOsten geboortedag van
Z. M. keizer Wilhelm I van Duitschland, hein door
den keizer van Dnitschland geschonken.
Audiëntie. De gewone audiëntie van den
minister van oorlog zal op Donderdag a. s. niet
plaats hebben.
Geveilde perceelem
Gehouden verkooping in het Notarishuis aan
Den Burg alhier, op Zaterdag 12 Februari
1898, ten overstaan van mr. C. H. P. Klaver-
wyden, notaris te Leidenhet huis, Zydgracht
22, in bod f 2660kooper de hoer J. H.
Schuitemaker.
Het comité voor de versiering en verlichting
van de Narmstraat en Kruisstraat is samen
gesteld uit de heeren:
J. H. HEUS, voorzitter.
G. F. EEMERIK, penningmeester.
D. J. TIEL, secretaris.
L. VAN DER WILK.
S. VAN SWIETEN DE BLOM.
F. T. VRIJHOFF.
Het stoomschip ^TeendEn!* vergaan.
Een telegram uit Nieuw-York meldt:
„De Nederlandsche mailboot „Veendam" uit
Rotterdam is in volle zeo op een wrak ge-
stooten en gezonken. Alle opvarenden werden
door de stoomboot „St.-Louis" gered".
Uit andere telegrammen, die het bericht
bevestigen, blykt dat het ongeluk op 7 Februari
is gebeurd en de opvarenden Zaterdag door
de „St.-Loui8" te Nieuw-York zyn aangebracht.
De „Ve3ndam", van de Holland-Amerika lyn,
vertrok 3 Februari van Rotterdam naar Nieuw-
York met de volgende 9 kajuits-passagiers aan
boord: B. D. Kapteyn, W. Gallowitz on echtg.,
mej. M. E. Ailinger, mevr. F. Gollub, G.
Krouwel, mej. B. Von Tikete, W. Rieling,F.
Lohmann, benevens 121 passagiers derde kl.
Het stoomschip „Veendam" (vroeger „Baltic")
van de Holland-Amerika-iyn, groot 2767 netto
register ton, werd in 1871 te Belfast, by
Harland en Wolff, van yzer gebouwd.
De „St.-Louid" is Q2ii boot van de American-
line en was 5 Februari van Southampton naar
Nieuw-York vertrokken.
Uit Rotterdam meldt men nog:
Volgens een nader ontvangen telegraphiscb
bericht is het stoomschip „Veendam" in den
avond van den 6den Februari II. op het
bewuste wrak in den Atrintiscben Oceaan
gestooten, 3 dagen nadat men Lizard gepas
seerd was.
In den vroegen morgen van 7 Februari zyn
de opvarenden overgegaan op de „St.-Louis",
waaruit men kan afleiden, dat zy ruimschoots
den tyd gehad hebben een goed heenkomen
te zoeken.
Uit de ontvangen telegrammen wordt af
geleid, dat de „Veendam'.^ die stogMast J^ad,
©ver het wrak is iieengeschoveo, dat daaMÖpï:
het achterschip is lek gestooton, en daarna
op de waterdichte schotten is biyven dry ven
Ook de schroefas moet gebroken zyn.
Schip en lading zyn door assurantie gedekt,
grootendeels in Engeland. Een klein gedeelte
ie voor eigen risico der Maatschappij.
In een telegram uit Nieuw-York aan do
Peryscbe „Herald" leest men het volgende:
„Kapitein Stenger, de gezagvoerder van do
„Veendam", verklaart dat J>y hooge zee een
krachtige storm uit het Noordwesten blies.
Te 5 u. 17 min. in den avond van 6 Febr.,
op 49° 36' N.B. en 20° 1' W.L. stootte do
„Veendam" op een wrak of een stuk van
oen wrak onder water, dat waarschyniyk
een gat in den bodem deed ontstaan en de
as brak.
„Hoewel met alle kracht, ook door do
passagiers, werd gepompt, maakte de stoomer
snel water en werden de booten gereed
gemaakt. Toen de achtersteven begon te
zinken, omstreeks halféón in den morgen
van 7 Februari, werden de lichten van een
stoomschip waargenomen. Het Btoomschip,
de „St. Louis" antwoordde op de noodseinen
van de „Veendam."
„Te 1 u. 43 min. werd een begin gemaakt
met het overbrengen der reizigers en be
manning van het zinkende stoomschip. Daartos
werden drie booten van de „St. Louis" ge
bruikt, terwyl de mannen van de „Veendam"
aan de pompen bleven. Te 4 u. 53 min.
waren alle opvarenden zonder eenig ongeval
over, hoewel het reddingswerk zeer werd
bemoeilykt door de zwaro zeeën. Toen de
laatste boot afstootte, werkte de „Veendam"
zwadr en zonk de achtersteven snel.
„Kapitein Randle (van de „St.-Louis") ver
klaart dat kapitein Stenger ~€h de officieren
van da „Veendam" een uitstekende tucht
aan boord handhaafden en bekwame hulp
boien by bet reddingswerk. De reizigers aan
boord van de „St. Louis" stelden een adres
op, waarin hulde wordt gebracht aan den
moed, door de bemanning van de „St.-Louis"
by do redding betoond".
Overstrooming op Dell.
De correspondent van het „Hbl." te Medan
seint:
„Hevige regens hebben een overstrooming
veroorzaakt te Namoe Soero.
„De assistent Van Dam, een Tandil (inland-
8che opzichter) en een bediende zyn ver
dronken".
Namo9 Soero is een tabaksonderneming
van de maatschappy Franco-Deli, te Amster
dam, groot 2000 bouw, in de residentie Oost
kust van Sumatra, afd. en ryk Deli, landschap
Senombab.
KOLONIËN.
BATAVIA, 12 en 13 Jan.
IEngelschc mait).
Uit Banjoewangi schrift men aan het
.Centrum":
De heer F., administrateur van een der
kofiieondernemingen in 't gebergte, had een
geldtransport gehaald. Hij bad een paar koelies
met 't geld vooruitgezonden en onvoorziebti-
gtr«(jze hun ook zijn geweer to dragen ge-
goven. Terwijl hij nu alleen op eonigen afstand
achteraan reed, werd hy plotseling aangevallen
door een drietal kerels, die zich in do slang-
alang verborgen hadden. Vreeselyk werd hy
mishandeld. Meer dood dan levend vrerd by
door eenige voorbygaande koelies gevonden
en meegenomen; hy is later naar Bondowoso
vervoerd om daar verpleegd te worden.
De ramp van Amboina.
Het regeeringstelegram van 12 Januari
luidde:
.Volgens telegraphisch bericht van den resi
dent van Amboina is zes dezer de hoofdplaats
Amboina te één uur vyftien minuten door een
hevige aardbeving geheel verwoest
.Geen enkel hnls bleef gespaard, o. a. zyn
ingestort de gevangenis, de kweekschool en
eon groot deel van fort Nieuw-Victoria.
.Geen enkel huie is meer bewoonbaar,
met uitzonderiog van een deel van het reei-
dentiehuis.
.Voor zoover bekend, werden 50 personen
gedood, ruim 200 gewondonder de gedooden
zyn tien minderen en eenige Europeesche inge
zetenen.
.Van buiten zyn door den resident nog
geen tyiingen ontvangen."
In telegrammen uit Makassor aan het „Bat.
Nwbl." komen nog de volgende byzonder-
heden voor:
De „Arend" bracht het bericht dat de hoofd
plaats Amboina nagenoog geheel door een
aardbeving verwoest ia. Er werden vyf hevige
schokken ln do -richting Noord—Zuid waar
genomen, gevolgd door bevigen wind en regen
en harde donderslagen!
Byna allo gouvernements-gebouwen, he'
fort Victoria en de particuliere woningen zyn
ingestort; er is geen enkel huis meer bewoon
baar; in 20 minuten was Amboina een mine.
Alles vluchte naar de Esplanade.
De artilleriekazerne, bet cantine-gobouw,
het hospitaal, do gevangenismuur, de inland-
sche kweekschool voor onderwyzers en over
het algemeen de woniogen by de Esplanade
hebben veel geleden.
Eenige huize te dier plaatsen zyn ingestort,
terwyl van de andere Europeeacho wyken
alleen het residentiehuis te Batoe-Gadjah is
gespaard.
In de Oliphantstraat werd mevr. Harmse»
door het vallend puin verpletterd.
Het Ohineesche kamp met de daar staande