Or. Til. TM WIJK, MENGELWERK. Burgerlijke Stand. WEILAND, Messaoud. Git het IVansck van Paul cCArgenay. Messaoud, de gelukkige, bittere ironie van het lot, dat hem dien naam had gegeven, daar by niets anders kende van zyn jeugd af dan ellendo en tegenspoed. Hy was geboren in Algiers. Ternauwernood herinnerde hy zich zyn ouders, die gestorven waren, toen hy nog heel jong wa9. Op vijfjarigen leeftijd deed hjj als do andere „ouleds", met wie hij den ganschen dag de stad in alle richtingen door kruiste: hij posteerde zich in een hoekje der straat Bab Azoun met een houten bankje en „Ciri, m" slem! dril" ktc«k geduldig den langen dag door zijn geroep. Nu en dan ver diende hy wat met schoenpoetsen, waarvoor h\j dan een „kiossrah" en dadels kocht, het onverandorlijk menu, waaruit iederen dag zyn middagmaal bestond. Toen hij wat ouder werd, waagde hij zich tot op de verschillende kiden en boo I daar zijn diensten aan do reizigers der groote stoomschepen aan. Men gebruikte hem bij voorkeur, zoodat de andere „ouleds" dikwijls jaloersch waren; met zijn fraai be sneden matgeel gezicht en donkere, schitte rende oogen trok bij dadelijk do aandacht. Op een go?öen dag had Messaoud btfc buiten kansje, dat een jong Zouaven luitenant hem in dienst nam, tegen twee douro's, dat is tien franken in de maand. Toon, na eenigen tijd, het regiment van den officier van garnizoen veranderde, legde de Arabier te voet de achttien mijlen van Algiers naar El-Aghonath af. Zoo werd by twaalf jaar. Zijn luitenant werd benoemd tot kapitein en wilde hem rnedenemen naar Frank rijk, doch Messaoud kon niet besluiten zijn schoon, warm vaderland met zijn blauwen hemel overdag en zijn schitterende sterren nachten te verlaten. Hij had ongeveer honderd franken opge spaard, voldoende om zich te vestigen als „kaouadji", koffiekoopman, een van zijn dier baarste wenschen. Het heel© garnizoen kende hem; zyn nering bloeide en hij bracht weder twee gelukkige jaren door. Maar het telkens en telkens booren herhalen dat Frankrijk veel schoor er was dan Algiers, deed hem eindelijk besluiten daar zijn fortuin te gaan beproeven. Zoo verkocht bij op zekeren morgen zijn zaakje on veitrok daarnata voet naar Algiers. Een pakketboot bracht hem drio d^gen later te Marseille. IL Hij voelde zich volstrekt niet thuis in dezo drukke, woelige stad en voelde al heel gauw heimwee naar zijn eigen land. Met de medegebrachte blikken pannetjes met langen steel, zette hij zich neer op de Stade en begon daar zijn koifie te bereiden op de manier zooals hij dat ia Algeriè gewoon was. Al heel spoedig bad hij een vaste en uitgebreide cliënteel© onder de soldaten van het garnizoen en de havenwerkers. Indien hij toen maar niet had geluisterd naar hen, die hem kwamen vertellen, dat bij in Parys binnen een half jaar zijn fortuin sou gemaakt hebben I Dan was hy nu reeds lang in zijn heerlijk, warm vaderland terug gekeerd en had hy zich een tent van kemels haar kunnen aanschaffen. Maar de verzoeking bleek te sterk en drie maanden na zijn aan komst in Frankrijk, vertrok hij naar Parijs. In de wereldstad word bjj telkens, als hy juist een geschikt plaatsje had gevonden, verjaagd door een agent van politie, die hem kwam aanzeggen, dat hij het pubhek verkeer verstoorde. Dit duurde zóó lang, tot Messaoud op zekeren dag, in machtelooze woede, zijn geheole kookgorij over een der kaden schopte. Twee maanden lang zwierf hij nu als een voortgejaagde door de straten en over de pleinen, geplaagd door do straatjongens en op zij geloopen door de voorbijgangers. Men lachte hem uit om zijn bruine kleur. Al dien tijd zocht hjj zelf niet wetend wat, levend van een broodje, dat hy des morgens kocht en dat zijn cenig voedsel, den geheelen dag, uitmaakte. Hy bood iedereen tevergeefs zyn diensten aan; m6t ongeduldig gebaar wees men bom echter af, niets begrypend van zyn wonderiyk taaltje en zich niet don tyd gun nend om belang te stellen in zyn groot?, treurige oogen en smeekende gebaren. Op een winteravond, terwyl hy den ganschen dag nog niets genuttigd had, strekte by zich op een bank uit, vast besloten een eind aan zyn rampzalig bestaan te maken, door zich te laten doodvriezen. Te middernacht ongeveer hoorde een werk man, die voorbijkwam, een doffen smak, en naderby komend, zag by Messaoud, die, door de koude bevangen, van de bank op den grond was gerold. „Een Arabier!" mompelde de man, toen hy het zwart geworden goud op de jas en de roode broek van don armen jongen opmerkte. Hy bad een veldtocht in Afrika modegemaakt en kon met eenige inspanniog het verhaal van den inmiddels weder bygekomen Arabier volgen. Hy* nam Messaoud mede naar een wy'nhuis en gaf hem daar te eten en te drinken en terwyi deze zich by de kachel warmde, deed do werkman ongemerkt een veertig-frankstuk ,n de met goud vorei?rdo pet giyden, waarna hy nog oen collecte deed by de bezoekers. „En wat wilt ge du gaan doen?" vroeg hy, hem de opgehaalde som gelds overhan digend. III. Den volgenden morgen bracht de trein Messaoud naar Marseillo, van waar hy zich naar zyn vaderland wilde inschepen. Maar het noodlot had anders over den armen jongen beschikt! Te Marseille kwam hy zeer toevallig in aanraking met eon Barnum van den tienden raDg, die hem voorstelde deel uit te maken van zyn troep. Een prachtig kostuum, waarin hij een scheik zou voorstel len, bosliste alles. „Qe kunt immers te paard zitteD. In uw land rydt iedereen, welnu ge zult optreden in de „Razzu d'abd El Kader", die op het oogonblik in studie is. Om te beginnen kunt ge veertig stuiters per dag verteren benevens kort eo inwoning. Ale g* eeamaai uw vak goed vorstaat, is uw toekomst verzekerd. Nu, wat denkt ge er van?" Messaoud liet zich oveihilen, zooiat twee dagen dagen later de inwoners van Marseillo in grootsn getale opkwamen naar het debuut van „den jongen Messaoud B3n Ei Hadj, zoon van ee.i bekenden scheik uit de pro vinei 3 Algeria, artist geworden uit roeping", zooals op het affiche met vette letters te lezen slond. Nu begon voor den jongen Arabier een nieuw leven zonder eenige afwisseling en vol vermoeienis. lederen avond trad hy op in den circus, gedurende do geheele voorstelling, nu eenige danspassen uitvoerend op zyn oud paard, dan een volssdans ten besta gevend eu Arabische liedjes in zyn eigen taal. Den geheelen dag liet men hem gymnas tische oefeningen doen, om zyn r?eds veel te geforceerde ledematen leniger te maken. Zyn etrn bestond in wat de anderen overlieten en zjjn slaapkamer was in den stal. „Dat komt alles later terecht", had de impresario gezegd, toen Messaoud het waagde hierover te klagen En de arm9 jongen waebtto geduldig. Hij had lu wel wat anders om aan te denken dan aan geld of voedsel; zelf3 het htraaald applaus by zyn optreden liet hem tegenwoordig koud. De mooie oogon der „schoone Adc-lina", die by iederen avond „in bescherming nam tegenover haar ontaaroen vader", hadden zyn h^rt ia vlam gezet. De enkelrustige oogenblikken, die hem gegund werden, bracht by door met te trachten zooveel mogelijk in haar nabijheid te zijD. Natuuriyk spott3 Adelina met zya teedere gevoelens. De dikke William was reeds lang haar uitverkorene en de tengere Messaoud had van dezen reus reeds menigih goed gemikten stomp opgeloopon, wat zoer de vroolykheid der „schoone jonkvrouw" gaande maakte. Messaoud balde de vuisten in machteloozen haat en werd wit o-.ider het bron3 zyner huid; met woedende blikken beschouwde hy zyn vyand en weldra had hy slecht3 één gedachte: zich te wreken op den man, die hem zoo laaghartig vernederde, door met zyn liefde den spot te dryven togen iedereen, die er maar over lachen wilde. IV. Het was even voor de voorstelling en Messioud zat op Arabische wyze, de beenen gekruist, in zyn geliefkoosde houding, na te denken. Door een opening in de linnen tent zag hy een stukje blauw c-n eDkele flikkerende st.rren, wat hem aan zyn vaderland herinnerde. Eensklaps bekroup hem de lust zich uit de voeten te maken, snel, eer iemand 't kon opmerken; in een schip kon hy zich ver bergen en zoo de reis naar Algiers medemaken. Met- heimwee dacht by aan de koesterende zonnestralen en het gloeiende zand. Alleen zyn liefde voor de schoone Adelina, die open- ïyk den gek met hem stak, hield hem hier, anders „Arabier, ben jo klaar?" riep de stem van William; tegolijkertyd voelde by een trap in den rug. Een schaterend gelach overtulgdo hem van Adelina's tegenwoordigheid. Met oen sprong stond hy op, als wilde hy zich op zyn vyand werpen; zyn oogen glin sterden, doch zich bedenkend, begaf by zich langzaam naar zyn plaats. Een luid applaus begroette zyn optreden; nooit was zyn houding zoo waardig, zyn ge laat zoo edel geweest als dien avond. Na enkele sprongen en passen met z'n paard te hebben uitgevoerd, begon de eigeniyke ver tooning. Op een gegeven oogenbliek moest hy Ade line de schoone Tathmé aan de handen van William Abdallah ontrukken en dezen met een dolkstoot dood ter aarde doen tui melen; dit was het succes van het stuk, zyn dagelyksch oogenblik van triomf. De zaal daverde van het handgeklap by het zien van zyn blikken vol haat. Het staal flikkerde in zyn opgeheven hand, met een enkelen stoot velde hy Abdallah neer, die met een rauwen kre9t in elkaar zeeg. Een breede bloedstraal kleurde zyn kleederen en den grond. Kalm 8t9eg Messaoud van zyn paard en na het publiek gegroet te h9bben, verliet by met waardige houding den circus. Adelina kwam achter de coulissen aansnellen en hem tegenhoudend, krabde zy hem met de nagels het gezicht open. Zachtjje maakte hy zich los en haar op een afstind houdend, zeide hy: „Laat dat, ik heb hem gedood, daarom gaat Messaoud naar de gevangenis, zoo wil het Allah." Zonder tegenstreven liet hy zich wegvoeren door de inmiddels gewaarschuwde politie agenten. William is dood. Messaoud, tot tien jaren dwangarbeid ver oordeeld, denkt onder don zwaren arbeid steeds terug aan styn zonnig vaderland, met z'dn blauwen hemel, gloeiend zand en flikkerende sterren, zyn vaderland, dat hy nooit zal wederzien. HET PBOCES-ZOLA. Mr. Laborl, Zola'3 advocaat. Mr. Perieux, Mr. Vaughan, ultgevor dor adm. dor „Auroro". „Aurore". Uit de zittingzaal: de advocaat Labori is aan het woord: „De waarhtid, welke wy u wenschen te bewyzen, leden van de jury, is zoo verschrikkelijk, dat ztl haar niet willen laten uitkomen. Welnu, indien bet noodig is, zal ik dit alleen be proeven. Indien ik daarin niet slaag, zal degeen, die in do gevangenis zit, daar biy ven, waar D\j jfekoroen is door een wet, alléén voor hem gemaakt." Persoverzicht. Dr. A. W. Bronsveld verheugt zich in de Februaii-Kroniek der Stemmen voor Waarheid m Vnede dat het Kabinet, by monde van den heer Pierson, in de Eerste Kamer nog eens duidelijk heeft gqzpgö, dat hetgeon voorstellen denkt te doen tot uitbreiding van het kiesrecht. Die verklaring der Regeering zal misschien niet vriendeiyk worden opgenomen door „dat navelvlek-acbtig verschynsel aan onzen poli- ti k»n hemel, dat men noemt de groep- Kerdyk." Da schryver, eenige regelen aan die groep wijdende, botreutt het, „dat de wyze, waarop de Kamer is samengesteld, een aan hun klein aantal ongeëvenreoigde macht verzekert aan de geavaoceerden, of radicaal-getinte liberalen." In dit verband bespreekt de schryver de positie van het Kabinet. Do onrustbarende bulletins, die over -zyn zwakte worden uitge geven, acht dr. Bronsveld tendentieus, ingegeven door politieke oogmerken. Toch acht ook by den toestand eenigszins précair. Vooral ducht hy een triple-alliantie van anti revolutionairen, roomschen en radicalen, die dan het Kabinet zou ten val brengen. Hy hoopt nog, dat de heeren Kerdyk, Drucker, Veogens c. s. odb land niet aan de regeering- looshrid, die daaruit zou voortvloeien, zullen overleveren. „Mocht hetgeen wy ten diepste betreuren zouden, een criBis worden uitgelokt, dan hopen wy met al de kracht, die in ons is, gelyk in het vorige jaar, togen Rome en zyn medestanders op te treden." De schryver hoopt dit dan met meer nadruk te doen dan waarmede onlangs de christelyk- historischen te Rotterdam optraden. De houding der chri9t.-hist. organen by die gelegenheid die zich óf onthièlden óf den heer Moes zwak en laat steunden wordt door den schryver gegispt. „De toestand des lands is nog dezelfde als in Juni; zelfs nog kritieker. Het ministerie kan niet één stem missen. Hoe kan een christelyk- historisch man, als hy in deze omstandig heden kiezen moet tusschen een liberaal als den heer Mees, en zulk een soldenier van Rome en van dr. Kuyper als de heer mr. Titus Van Asch van Wyck, nog een oogen blik aarzelen?" De schryver bestrydt voorts op de bekende gronden den aandrang van den heer Reekers in de Eerste Kamer tot verzwakking der waar borgen voor de burgeriyke voltrekking van het huweiyk. In De Huisvrouw wordt nog eens krachtig aangedrongen op het toevoegen van vrouwen aan de inspecteurs van den arbeid. Het blad beveelt den tegen standers aan, nu en dan eens kennis te nemen van de verslagen, door de inspectrices v„n den arbeid in Engeland geregeld uitgebracht. Daar is by voorbeeld nu weder het rapport van miss Irwin, een dezer inspectrices, waarin het een en ander wordt medegedeeld over de toastanden onder de ongelukkige wezens, die in Engeland een bestaan moeten vinden in do huisindustrie. Zulke toestanden, zegt het blad, worden door de inspectrices in haar verslagen openbaar gemaakt, om er de aandacht op te vestigeD, in de verwachting er verbetering in te brengen. Veel daarvan is in de laatste jaren door enquêtes aan het licht gekomen; de iospec- trices beyveren zich, door de uitkomsten dezer enquêtes voortdurend aan t9 vullen, de aan dacht levendig te houden. In de Haagsche Courant lezen we onder bet hoofd Socialen bet volgende: Het is een bekend feit, dat het gros van het Nederlandsche volk, en daaronder zelfs zg. beschaafden, de beteekenis van de woor den „sociaal", „socialist" en „sociaal-democraat" niet kent en dus ook niet uit elkaar houdt, en zoo de taalkundige dwaasheid in de wereld bracht om „sociaal-democraten" eenvoudig „so cialen" te noemen, ja zelfs een burgemeester bü een enquête verklaarde, „dat er by hem geen sociale toestanden bestonden"! Alsof niet ieder mensch uitgezonderd de kluizenaar, die zich van de samenleving („societas") afzondert „sociaal" ware! Maar het wil er by de massa nu eenmaal niet in. Dat een majoor en een sergeant- majoor twee zeer verschillende personen zyn, dat weet iedereen; maar dit ook toe te pas sen op „sociaal" en „sociaal-democraat", dat is, naar het schynt, al te veel gevergd van het begrip. Zóó ver echter gaat dat onverstand, dat thans de „Oranjebond van Orde" zich verplicht heeft geacht, uit het hoofd van zyn orgaan het woord „sociaal-economisch" te schrappen en daarvoor in de plaats te zetten: „gewyd aan de bestryding der (lees: van de) sociaal democratie"! I Dit geschiedde echter verklaart de redac teur niet omdat het blad een agressief en meer mijitant karakter gaat aannemen, maar omdat „er nog altyd menschen zyn, die socia lisme en sociaal-democratie met elkaar ver eenzelvigen" en dus zelfs oen „socialen" Oranjebond van sociaal-democrati9 verdachten 11 De redactie betreurt het, dit misverstand niet te kunnen opheffen, omdat zegt zy „onze heerlyke, ryke moedertaal, helaas, voor beide, in aard en wezen zoo geheel verschil lende tegenvoeters slechts één woord heeft: socialisme, een vreemd woord nog wel, dat ieder verstaat, ofschoon de massa het misverstaat." „Wy staan machteloos gaat zy voort tegenover do hardnekkigheid van een burger recht verkregen hebbend wanbegrip" De Arnhemsche Courant te3kent by die mee- deehng van de Oranjebor.dsredactio intus- schen aan: „Laf, kleingeestig en onwetenschappeiyk is het, dat de redactie zóó ver gaat, om de sociaal-democratische beginselen te durven aanduiden als socialistisch „in de slechte be teekenis van het woord". Moet dan waariyk een tydschrift als dit het domme wanbe grip biyven voeden, dat de wetenechap- peiyke Bociaal-democratie dezalfde is als die, wolk9 zich in vergaderingen slechts uit in holle phrases, of volksoploopen, steen worpen en brandstichting haar beBte argu menten acht?" AARLANDERVEEN. Bevallen: M. J. Bout hoorn geb. Lainoree Z. A. Den Brave geb. Val Leeuwen Z. Gehuwd: G. Jongeleen, jm. 22 j. enJ. K. Vau den Akker jd. 24 j. ALFEN. Bovallon: G. De Grauw geb. Ravens- berg D. A. Rijnsburger geb. Van 'tWoutZ. A. Butterman geb. Oudshoorn Z. R. Bijlsma geb. Willemaen D. Overleden: J. A. Nagtegaal Z. 10 j. G>- J. Wiegman Z. 5 m. BODEGRAVEN. Bova 11 en: H. M. Okkerse geb. Niouwenhnizen Z. A. Verdoyn gob. Van am Z. M. J Berkelaar gob. Van Leenwen Z. - D. v. Dam geb. Verdouw Z. Overleden: P. Loos, gehuwd met L. Boen 69 j. G. Groeneveld 62 j. Gehuwd: T. J. P. 'l'oor jm. 38 j. «n H. Dé Ryk jd. 30 j. BOSKOOP. Bevallen: IBerkelaar goK Segers Z. J. Spruit gob. Van Dam Z. M. G v. d. -Stam geb Romein Z. Overleden: M. Van Kleef lj. A. Buur man 3 m. LEIDERDORP. Geboren: Willem, Z. van C. Hillebrand en J. Nagtegaal. SASSENHE1M. Geboren: Pioter Jobannes, Z. v. C. Kroon en A. Blonk Maria Wilhelrnina, D. v. J. Franken en .T. Vermolen. Overleden: J. Nieuwenhuis, 20 d. STOMPWIJK. Bevallen: A. Schrader, geb. Lelieveld D. VEUR. Overleden: L. Zandbergen m. 31 j., echtg. van M. v. d. Togt. ZOETERWOUDE. Johanna Maiia, D. v. J. Van Konijnenburg en G. Rijnsburger. Cornelia Nicolaas, Z. v. A. Spoelstra en S. Van Os. Adriana, D. v. G. Vei dogaal en P. Van Haaster. Gehuwd: J. Iteeu wijk" jm. 29 j., won. alhier, eu C. v. tl. Poel jd. £2 j., won. to Aalsmeer. HAMERS WUUDE. Be v allenK. Van Klavoren geb. Groen Z. J. C'. Van Wijk geb. Schouten D. E. Schoondorwoerd geb. Verbrj, Z. N. Ruis geb. Van Hoon 1>.A. Qua! ra geb. Vah Dam Z. E. M. Looraans geb. Janmaat L>. G. Van Beek geb. Van Dam D. T. Mcnscb geb. Veen levonl. D. overleden: a. v. d. Toorn gehuwd met -A. Lutmors, 63 j. Gohuwd: W. J. H. Lamers jm. 34 j. on A. v. d. Kolk 29 j. J. Rietveld, jm. 31 j. en M. C. Sntjd^eest 27 j KOUDEKERK Bevallen: N. Braafc geb. Dorrepaal D. J. C. Do Groot geb. Sprokkrieft Z. NIEUWKOOP. Bevallen: A. Verw;ey /geb. Ahlers Z. M. De Jong geb. Bader Z. G. Meyer geb. Veelenturf D. C. Van den Bosch geb. Hogendoorn Z. Overleden: Vormey, echtg. van W. Van-dei Voorn 73 j. OU DStlOORN. Bevallen: G. Den Hertog geb, Van Houselt Z. J. Den Hertog gob. Dom Tl oTtog D. C. Redegeld geb. Van Capel, Z. E. Tuyn geb. Van Szius Z. Overleden: W. Van Keyst 78 j. Vervolg der Advertentiëu. De bekende en onbekende Schuldeischers van do onder het voorredht van Boedel beschrijving aanvaarde nalatenschap van JAN TAN STIJN, in leven Manufacturer, gewoond hebbende en overleden teWaTmond 27 Mei 1897, worden opgeroepen oip op Slaandag 21 Februari 1998, des dags lO uren, te vtrschynen ten kantore van den Notaris J. F. S. FRIJLINCK, te Warmond,' ten einde aan te hoor en de Rekening en Terantwoordlog welke namens de benefi ciaire erfgenamen zal worden gedaan. 1164 13 Dengenen, die iets te-vor deren hebben ran of ver schuldigd zyn aan do na latenschap van den Heer JACOBUS 9IËIJER, in leven Timmerman, gewoond hebben ie en overleden te Leiden den 6den December 1897, wordt verzocht daarvan vóór 1 Haart a. s. opgave of betallug te doen ten Kantore van Notaris J. F. MEINERS, Noordeinde 22, te Leiden. 992 IC TArts, Breestraat 40, heeft van af heden zijn spreekuur van IS—X uur, tevens voor Kin. derziel£ten. 1038 10 Hlnadr appels van Br. BE VRIJ, Hét krach tigét wer kend middel tegen Malaria (birmen- koortsen), algemeen^ zwakte, bloodarrnoeV de en bleekzucht. - Vraagt ovtr. 1 de verzegelde flacons a f 1. voorzien van novensstaand fabrieksmerk. Men lette daarop. By overmaking van een postwissel a 1.15 volgt franco toezending door de Chemische. Fabriek van 5 15 H. NANNING, Ben Haag. Notaris VAN GREUNINGEN, tr Odde Wetering, zal op Trj)dag 18 Februari 1998, ty Opbod, en op Trydag 25 Februari 1899» by afslag, telkens 's voorm. te 11 uren, iohefc Notarisbuis aan Den Burg, te Leiden, publiek doen veilen en vorkoopen: Twee perccclen uitmuntend allergunstigst liggende nab(] de Kwaak aan de Haarlemmertrekvaart, in den Broekpolder, onder Oegstgeesf, ter Kadastrale grootte van S hectaren, 06 aren,' 30 centiaren. Te veilen in 2 perceelen. Breeder bj) biljetten omschreven. De perceelen z{|n uitnemend geschikt voor een op te richten fabriek of voor bloembollefl cultuur. Te aanvaarden bf) de betaling der koop' penningen op 1 April 1898. 1188

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 10