N°. 11639 A0. 1898 Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven Lersle Blad, Leiden, 1 Februari. Feuilleton. Woensdag 2 3Tet>ruari. raUS DEZEK OOUBAOTs Voor Leiden per 3 maanden.MS. Franco por post1.40. Afzonderlijke Hommers 0.05. PRIJS DER Van 1 B.jegels f 1.05. Iedere rogel meer 0.17J. Crootere (lottere ns^r. plaatsruimte. Voor het incasseeron buiten do stad 'wordt 05 berekend. Dit noiiimcr bestaat uit TWEE Bladen. Olllciöele Kennisgeyiagesu Burgemeester en Wethoudera ran Leidon doen to weten, dat door den lU&d dier gemeente, in zga vergadering yan den 2t)eten October 1897 ia yaat- goateld do volgende ver ordening: YEIlOEDENINQ op de beTüng van opcenten op de hoofdsom der llijfce-Persoceeie belasting. Eenig artikel, Te boginnon met 1 Januari 1898 worden, ton be hoeve va-a de gemeoute Leiden, de navolgende op- conten geheven op de hoofdsom der Itgas-Personeelo belasting: 50 op do aanslagen van hen, voor wio de belast bare huurwaarde niet moer dan ƒ175 bedraagt; 56 op de aaDblagen vaa hen. voor wie do belast bare huurwaarde meer dan ƒ175, doch Liet meer dan 262 50 bedraagt, 62 op de aanslagen van hen, voor wie de belast bare huurwaarde meer dan ƒ262.50, doch niet meer dan 350 bedraagt; 68 op do aacielagen van hon, voor wie do belast- baro huurwaarde meer dan ƒ860 bedraagt, zoomede op do aanslag n van hen, die niet naar den grond slag huurwaarde worden aangeslagen. Aluua vastgesteld door den Raad d6r gemeente Leiden in zijn openbare Yergadoring van den 29 ten October 1697. De Bnrgemeester, P. WA8. De Becretaii8, E. KIST. Zijnde de heffing van deze belasting goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 18 Januari 1898 No 29. Ea is hiorvan afkondiging geschied waar het behoort den 31ttsn Januari 1898. Burgemeester en Wethouders voornoemd, F. WAS, Burgemoostor. E. KIST, Secretaris. Directe Belastingen. De Burgemeester van Leidon brengt tor algemeeno kennis, dat aau den OntvaDger dtr Dir.cto Belastingen is ter lia d gesteld het kohier der Pereontole bolasting No. 13 van don dirnst 1897, executoir verklaard don 29eten Januari Jl., en herinnert voorts don belanghebbenden nan hunne verplichti g om den aanslag op den b$ do Wet bepaalden voet to voldoen. LoidoD, Do Burgemeester voornoemd, 31 Jac. 1898. F. WA3. Bij de ten Raadhuizs alhier gehouden aan besteding van bouwmaterialen, onz. in 11 perceelen; van buiten- en binnenverfwerken in 7 perceelen, en van herstelling en onder houd van Lakenhal en Burcht in twee per- ceekn waren minste inschrijvers de na te noemen personen voor de prijzen, achter hunne namen vermeld, t. w Bouwmaterialen. Perceel 1. Stoomzagerij „Indits Amsterdam (v. d. Meulen en Van Epen), ƒ3606 64. Perceel 2. Gebrs. Madlener en Go., to Veur, ƒ1077.43. Perceel 3. H. E. d. Heyde, te Leiden, ƒ1296.75. Perceel 4. M. Langezaal en Zn., te LeideD, ƒ108.18. Porceel 5. Kon. Ned. Grofsmederij, to Lei den, 329. Perceel 6. De Oegstgeester Trasmaatscbappij „Dö-Nijverheid", ƒ1177.50. Perceel 7. H. C. Visser en Zn., te Leiden, ƒ340. Perceel 8. B. Fontein en Zn., te Leiden, ƒ63.44. Perceel 9. F. P. Bos en Zn., te Alfen, 360. Percoel 10. J. B. Gesink, to Katwijk aan Zee, ƒ260.80. Perceel 11. C. H. Do Jong, te Leiden, ƒ100.50. Verfwerken. Perceel 1. "W. T. F. Vis, te Del.t, ƒ43.80. Perceel 2. Dezelfde, 43.82. Perceel 3. G. Bik, te Leiden, ƒ153. Perceel 4. L. S. Verhoeven, te Leiden, 8.50. Perceel 5. W. T. F. Vis, ƒ48.30. Perceel 6. G. Bik, ƒ29.50. Perceel 7. F. M. A. Du Tour Geerling, te 's-Gravenhage, 492 50. Onderhoud. Perceel 1. L. P. Van der Drift, te Leiden, ƒ435. Perce?l 2. Dezelfde, 65. Beroepen is te Schoonoord (Drente) en te Eikerzee (Zeeland) de heer P. J. Couvéo, cand. te Leiden. De lsto luit. C. W. A. baron Haersolte van den Doorn, van het 2de reg. veld-art. te Leiden, wordt voor 6 maanden gedetacheerd bij het corps pontonniers te Dordrecht. Tot gemeente-geneesheer t® Bunschoten is benoemd de heer A. De Bouré, arts te Leiderdorp. Onlangs werd het officierscorps der artillerie met 3, dat van den genoralen staf met 2 luitenant-kolonels uitgebreid en deze beide officierscorpsen met een gelijk getal majoors verminderd. Omtrent de redenen, welke tot deze wijzi ging in de legerorganisatie aanleiding hebben gegeven, wordt bet volgende medegedeeld: Vroeger was de generale staf een geheel op zichzelf staand, afgesloten dienstvak. De daarbjj overgeplaatsto offici ren bielden op van hun wapen deel u t te maken; voor hun verdere loopbaan waren z\j gehoel afhanke lijk van de goede of kwade kansen, welke do generale staf hun, uit het" oogpunt van bevorlering, aanbood. Tegenover dit stelsel staat een ander, in hoofdzaak daarop neerkomende, dat officieren der verschillende wapens, voor langoren of kortoren t(Jl, worden aangewezen om bij dien staf dienst te verrichten en gedurende dion tijd k la suite van hun wapen te worden gevoerd. Tijdelijk daarbij godotacheord, blijven zij, wat hunne promotie aangaat, btf bet wapen, waartoe zij bebooren, mede rouleeren. Deze weg had kunnen worden ingeslagen, toen in 1868 de noodznkelijkbeid werd gevoeld, om een einde te maken aan een wjjze van recruteeri.ng van den generalen staf, welko aanleiding gaf, dat daardoor bestemde officieren geheel aan don dienst bij den troep werden ontwend. Mon kon er evenwel niet toe besluiten den generalen staf zijn zelfstandig karakter te ont nemen; daarvan alzoo een open dienstvak te maken, in den zin als zooeven werd aange geven. Het gevolg hiervan is geweost, dat bij den generalen staf ingedeelde officieren aanspraken, tot het verkrijgen van hoogeren rang, zoo zij daarvoor geschikt zijn geoordeeld, kunnen doen gelden niet alleen by het wapen, waarvan z\j herkomstig zijn, maar ook bij den generalen staf. De gang der promotie by do officieren der infanterie, der cavalerie en der genie is even wel dikvryis zeer uiteenloopend. Op dit oogenblik staan, o. a. de kapiteins en de hoofdofficieren der artillerie, te dien opzichte by hunne kameraden der overige wapens ton achter. Het kan zich dus voor doen, dat een hoofdofficier der infanterie, jonger in anciënniteit dan zyn collega der artillerie van den generalen staf, by eerstge noemd wapen aan de bourt voor bevordering is gekomen. Dit goval deed zich nu laatstelijk vcor met don als No. 2 op de ranglijst der majoors van den generalen staf voorkomenden hoofd officier, kort te voren by dion staf terugge plaatst. Dit maakte het eenigszios moeilijk, hem tot luitenant-kolonel b(j de infanterie te benoemen. Hem eenvoudig als majoor by den generalen staf te laten, giDg natuuriyk niet aan; evenmin, hem tot luitenant-kolonel by dien staf aan te stellen en z£n ouderen col lega, van de artillerie herkomstig, door hem te doen voorbijgaan. Alleen door beiden tot luitenant-kolonel by den generalen staf te bevorderen kon het gerezen bezwaar uit den weg worden geruimd. Maar toen was men er nog niet. Er stonden nameiyk, als Nos. 1, 2 en 3, op de rangiyst der majoors van de artillerie drie hoofdofficieren ®Dder wie No. I vroeger tot den generalen staf bad behoord die allen ouder in anciënniteit waren dan de hiervoren, in de tweede plaats besproken majoor van den generalen staf. Door óók de drie majoors der artillerie tot luitenant-kolonel te benoemen werd voor alle al8 een gevolg der inrichting van den genïr.-len staf gerezen moeilykheden een oplossing gevonden. H.H. M.M. de Koninginnen en prinses Elisabeth van Waldeck Pyrmont, met gevolg, brachten gisternamiddag een langdurig en belangstellend bezoek aan de tentoonstelling van don kunstschilder Pvoelofs in „Pulchri Studio" te 's-Gravenbage, waar de beer Ter- steeg de vorstelyke bezoekers rondleidde. De oHdste zoon van den heer Roelofs, de kunst schilder W. E. Roelofs Jr., werd aan H.H. M.M. voorgesteld. Aan het Ruiterstandbeeld in het Noord einde te 's Gravenbage is een lauwerkrans gehecht ter herinnering aan het 250-jarig be staan van den vrede van Manster. DeKiesvereeniging „Va lirland en Koning", te 's Gravenhage, bit ld gistermiddag eon alge- meene vergadering in Diligontia tot het houden van besprekingen over een eventueel te stellen candidaat voor de verkiezing van een lid van de Provinciale Staten. Candidaat werd gesteld mr. J. B. YanBerckel, li 1 van den gemeenteraad. De krygsraad te 's-Gravenhage voor de maand Februari is samengesteld als volgt: Luitenant kolonel jhr. Van der Goes, presi dent, kapiteins Schuller en Tonnet, luitenant Pompe, alten van bet reg. gren. en jagers, luitenant baron Van de Capellen, van de huzaren, luitenant Van der Grinten, van de veld-, en luitenant Kist, van de vestingartillerie. Ais officieren-commissarissen zullen optreden kapitein Tonnet en 1ste luitenant Van der Grinten. Door het Amsterdamscho Raadslid J. A. Wormser is het volgende voorstel gedaan: „De Raad besluit eene rechtsvordering in te stellen tegen de commissarissen van de Bank van Leening ter vergoeding van de schade, door de Gemeente geleden, ten ge volge van de handelingen van den ontrou wen beambte J. C. Schophuizen." In zyn toelichting zegt de heer Wormser o.a.: „De verschillende getuigenissen betreffende den beambte, die de malversatiën pleegde, luiden, dat hy „veel geld noodig had"; een „liefhebber van uitgaan" was; „pandjes maakte"; „zich niet ontzag te knoeien"; „niet het minste vertrouwen genoot", enz. Van dit alles wisten commissarissen niets en ondergeteekendo zal de laatste zyn om deze getuigenis in twijfel te trekken; maar stemt hun ook toe wat ze schryvea: „Naar alle I waarschijnlijkheid was het bedrog anders 1 jaren vroeger ontdekt en had ia elk geval dien omvaüg niet verkregen". Commissarissen hadden echter aan den opper-toekV ouder het beheer opgedragen en zichzelven het houden van toezicht voorbehouden. Zy verklaren uitdrukkelijk geweten te hebben, dat do zakon verkeerd gingen; immers, ze „hebben steeds getracht door wederlegging, vermaning, j i zelfs door berisping, den opper- bookhouder in een betere richting to dryven, en om te breken met het door hem voor gestane stelsel van sleur cn onbepaald ver trouwen in ondergeschikten". In elk geval moest hun bekend z'\jn, dat de beambte, ge roepen om Schophuyzen t9 controleren, 10 k 12 dagen per maand in een ander lokaal moest werkzaam zyn dan S., en dat dus de controle onmogelijk van hem gevergd kon worden. Toch bleven slour, onbepaald ver trouwen en onmogelijke werkverdeeling. „Naar het bescheiden oordeel van den onder- goteekende, zyn leden van een Gemeenteraad, die gemeente regeerende en vertegenwoor digende, niet verantwoord, indien ze, dit alles wetende, by malversatiën van ambtenaren, de betrekking van commissaris louter als een sinecure beschouwen en de gelden der gemeente, die te loor gingen, klakkeloos afscbryven, zonder eenige poging hoegenaamd ora een rechterlijke uitspraak te verkrijgen over de verantwoordelijkheid van commissarisen. Ook schynt het ten minste voor niet-rechtsgeleerdo Raadsleden en waarschyoiyk ook voor verre weg het grootste deel der gemeente eonigs- zins moeilijk te begrijpen, waarom de Raad een gemeente advocaat heeft, meien die Raad diens herhaald advies volkomen verwaarloost." De.minister van waterstaat, handel cn nyverheid beeft goedgevonden: lo. een commissie in te stellen, ten overstaan van welk9 zy, oie voor een benoeming tot opzichter der 2de klasso voor het stoomwezen in aanmerking wenschen te komen, blijken hebben te geven van oen voldosnde practische kenni3 van stoomtoestellen; 2o. te benoemen tot leden dier commissie de heeren W. A. M. Piepers, hoofdingenieur voor het stoomwezen, tevens voorzitter to Arnhem; N. Van Dissel, ingenieur lste klasse voor het stoomwezen to Breda; J. Byl, werktuig- en scheepsbouwkundig expert t9 Amsterdam; 3o. aan die commissie als secretaris toe te voegen mr. J. B. Peyrot, adjunct-commies by het departement van waterstaat, handel en nyverheid, te 's-Gravenhage; 4o. de commissie uit te noodigen een verslag van hare werkzaamheden uit to brengen; 6o. te bepalen, dat de commissie te 's-Gra venhage zal zitting boaden. Mej. M. E. Bernhardi, directrice der Chr. opleidingsschool voor meisjes aan de Hambur gerstraat t-3 Utrecht, herdacht gisteren den dag, cat zij 50 jaren aan deze inrichting is verbonden, waarvan 25 jaar als helpster van mej. Muller en daarna als directrice. De jubilarisse ontving van verschillende zijden, het bestuur der inrichting, onderwyzers, leerlingen en oud-leerlingen, enz., bewyzen van belangstelling. Door het dageiyksch bestuur van Am sterdam is gisteren aanbesteed: het maken van aaröfundeoring en kunstwerken voor het nieuwe entrepot in de Rietlanden. Miaste in schrijvers waren A. De Groot, te Heuk lom, en C. L. Kalis, te Sliedrecht, voor 919,270. De gemeenteraad van Deventer heeft het percentage voor do heffleg v«m de plaatselyko directe belasting na r het inkomen over 1893 vastgesteld op 3.8 percent. Naar wy vernemen, fteeft de ciiecteur generaal voor ten Jbouwzaken, mr. J. C. Sicko z zich in een onderhoud met jhr. mr. P. Van Foreest uitgelaten, dat de oprichting van oen proef-zuivelboerdertj by het proefstation te Hoorn bovenaan op de agenda van werkzaam heden staat. (Hbl.) Verleden jaar werd ec-n fraaie wand- kalender door de firma Faddegon en Co., boek en steendrukkers t® Amsterdam, uitgegeven, een reproductie van Cerraak's bekende schildory „Montenegrijnsch® Vluchtelingen". Dit jaar heeft de firma dezelfde voorstelling genomoD, maar met dit onderscheid, dat de reproductie 2/3 kleiner is dan di® van het vorig jaar. De veertien kleursteenon zijn niet opnieuw door den lithograaf gemaakt, maar al e moesten wel verkleind door middel van do pontograaf, een verbeterde verkleinmachine, die in Neder land het etrst door die firma in gebruik is genomen. De frisscbe, harmonieuze kleuren van dezen kalender maken, dat zy oen sieraad aan den wand kan uitmaken. De onlaugs te Utrecht opgerichte V» reeni- ging van Hoofden van Scholon in Nederland telt thans reeds 868 lodeü, de meesten uit kleine steden en dorpen. Amsterdam telt 105 leden, Rotterdam 70, D.n Haag 25, Haarlem 19, Arnhem 14, Utrecht 13, Dordrecht en GroDiagen elk 12, Zwolle 8, Leeuwarden, Middelburg en Vlissingen elk 6, Leiden 5 leden. De officier van gezondheid lste klasse dr. A. Van Dorsten is overgeplaatst van Breda naar Den Haag. Dit jaar worden voor toelating tot do Hoogtre Krijgsschool opengesteld: voor het leger bter te lande 13 plaatsen en voor dat in NeJ. Indiè 9 plaatsen, welke als volgt worJen verdeeld: voor het leger hier to lande krijgskundige studiën 10, studiën voor den intendanceaienst 3 plaatsenvoor het leger in Nederl.-Indië: krygskundige studiën G, stuoiën voor den intendancedienst 3 plaatsen. De bier te lande met virlot aanwezige lste luit. der inf. J. J. Romswinckel, van hot leger in Ned.-Indië, is gedetacheerd by de koloniale reserve te Nijmegen. De lste luit. M. H Van Rysb?rgen, van bet corps genietroopen te Utrecht, is benoemd tot adjudant by dat corps. Do luit. kolonel der inf. O.-I. leger jhr. J. C. Van der WJJck, met verlof hier te lande, keert per stoomschip „Koningin Regentes," dat 5 dez6r vertrekt, naar Indië terug. Het stoomschip „Java", van Batavia naar Amsterdam, passeerde 31 Jan. Kiap Carvoeiro; de „Obdam" is 31 Jan. van Rot terdam te Nieuw-York aangekomen. Haarlemmermeer. Da uitkeering door het Ryk aan deze gemeente zal voortaan bedragen ongeveer ƒ32,000. De vroegere uitkeerir.g van het l/A bedroeg ruim 17,000. Hierdoor is de gemeente in de gelegenheid geweest, de opcenten op de p®rs. bel. mot 10 te ver minderen en den hcofd.iyken omslag met 20 pet. llillcgom. Ten nadeele van den heer R. Van Til Rz., alhier, zyn ontvreemd negen kippen en één haan. Hiervan is aangiii9 gedaan by de politie. Leimuiden. Zondag morgen werd door da. M. M. De Lint aan zyn gemeente bekend gemaakt, dat hy het beroep naar da Ned. Herv Zijn laatste wil. S'.ot In hst eerst herkende hy hem nauwelijks; zulke- verwoestingen had de kwaal, welke don jongen man ondermijnde, in weinige dagen aandicht. Zijn booge gestalte was gekramd als die van een grijsaard, zjjn gezicht was vermagerd en er verscheen een schuwe, wilde uitdrukking op, terwijl hy op weifelen den toon zeide: „Vergeef my myn vrüpostigheid. Gisteren, toen ik terugkwam, vond ik het huis ledig en vernam ik, dat myn moeder en myn broer na r Parijs waren verlrokken. Daar ik voor Framjoise vreesde, ban ik met don volgenden trein op reis gegaan, en nu kom ik u vragen, of gij ook weet, waar zy zyn en wat zy gedaan hebben." Paul bad Manuals handen in de zyne ge nomen. In zyn groote vreugde boezemde do man, wiens leven op zulk een noodlottige wyze wa8 verwoost geworden, ham een nog dieper medelyden, oen nog sterkere belangstelling in, en den slag, weikon hy hem moest toe brengen, zooveel mogelijk trachtend te ver zachten, sprak hy „Myn vriend, zy hebben haar kwaad willen doen, maar daaruit is, naar ik veitrouw, het goede voortgekomen. Gij hebt my eens gezegd, dat gy my in staat aebttet uw nicht ge lukkig te maken: dat zal voortaan myn taak wezen." Een smartelyke trek verscheen op Manuel's gelaat. Een minuut lang bloef hy zwygeD. Toen, hot hoofd buigend, zeide by met zachte, gedempte stem: „Gy trouwt dus met haar! Dat is een groot geluk voor u en voor haar ook, want, voor zeker, gy zyt een man van eer. God mogeu beiden zegenon!" Hy kon niet verder spreken Zyn ontroering werd hem meester en hy stond op om heen te gaan. „Vertrekt gy reeds?" vroeg Paul. „Zyt gy my thans niet na en di:-rbaar gelyk zy?" Manuel schudde treuiig het hoofd. „Ik kan aan niemand dierbaar zyn", antwoordde hy, „want ik heb een afschuw van myzolven. Vaarwel! Misschien zal ik eens genezen terug komen, ind en God er mij den tyd toe laat, en dan zal ik uw kinderen kunnen zion, zonder dat zy my verachten I", Hij was reeds naar buiten gesneld en ver dween in den nacht. Hy keerde zonder hoop, zonder liefde, terug tot het ellendige leven, dat hy zichzelf onbewust had uitgekozen en waar van hy den last thans niet meer kon afwerpen. Paul slaakte een diepen zuchthy had den druppel bitterheid geproefd, die zich vermengt met elke menacheiyko vreugde, zy het dan ook slechts door het vergelyken van die vreugde met het ongeluk van anderen. Doch reeds was zpn droom teruggekeerd en gaf hy toe aan die zoete 1 etoovering, welke geheel zyn wezen in beslag nam, zoodit by niet meer kon denken, 'niet meer spreken, niet meer leven buiten haar. En byna zonder het zelf te weten, zeide hy tot Jozef, die binnei kwam om de lampen te brengen „Jozef, ik heb u iets nieuws te vertellen t" Bij deze inleiding zette Jozef zyn gezicht in een strakke plooi. „Jozef," vervolgde mynheer De Eouve- rand, zonder zich daaraan te storen, „ik ga trouwen." Voor de eerste maal van zyn leven had Jozef, als een bediende van de alledaagsche soort, byna alles op den grond laten vallen, wat hij in de hand hield. Gelukkig bleef by bevryd van deze schande. Hy zette do lampen op haar plaats, zonder ze te breken, waarna j hy zich omkeerde en zgn meester beschouwde met oen blik, in welken te geiyk medelyden en minachting was te lezen. Zyn ergste veronderstellingen waren dus bewaarheid geworden! Mynheer was krank zinnig; er viel niet aan te twyfelen! „Wel!" hernam Paul, die zyn vroolykheid nog voelde toenemon; „gy wenscht my geen geluk?" Jozef had den tyd gehad om te bedenken, dat het hem weinig aanging, of zyn meester het verstand verloor, zich het leven onaan genaam maakte, alle soorten van abnormale dingen bedreef, als by slechts zorgde er buiten te blyven en zyn lot afscheidde va* dat van mynheer. En zyn zucht tot spotten onder de uit- gezoebtste beleefdheid verbergend, antwoordde by op fleemenden toon: „Ik bi9d mynbeer myn eerbiedigo geluk- wenscbiogen aan." Hy ging de kamer eens rond, en by zyn meester terugkomend, hervatte hy: „Daar mynheer my do eer aando t tot mü te spreken, maak ik van do gelogenheid go- bruik om hem te veiwittigen, dat de jaren, de vermoeiend,' allerlei reienen mij noodzaken zyn dienst binnen den kortst mogulyken tyd te verlaten." Deze mededeeling, welke Paul oen jaar vroeger in verlegenheid zou gebracht hebben, liet bem thans ten eenenmale kalm, en ter- wyi Jozef zich met statigon tred verwijderde, keek hy hem na met een glimlach op de lippen. Was het niet zyn verstand, dat daar mot Jozef heeDging, of liever w. t hy tot nu toe voor zpn verstond gehouden had, dat wan trouwen, gevaariyker dikvyls dsn de grootste goedgeloovigbeld, die overdreven voorzichtig heid, die aanhoudende twyfel, welke het geloof mot de illusie vernietigen, met het gevaar de hoop verjagen, met den arbeid de belooning onmogelyk maken, die aan den monsch hot ideaal ontnemen, zonder hetw.lk elke ziels verheffing onbestaanbaar ie, zjjn hert doolon onder voorwendsel zjjn geest te versterken, en bom als levensregel slechts een valscbe berekening overlaten, als doel een afschuwelijk egoïsme en hom aldus voeren tot den ellen- dijsten toestand, waarin een schepsel kan verkoeren: allceh te leven voor zich, zonder nut voor anderen en niet in staat zyn eigen geluk te verzekeren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 1