N°. 11639
A0. 1898
Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven
Lersle Blad,
Leiden, 1 Februari.
Feuilleton.
Woensdag 2 3Tet>ruari.
raUS DEZEK OOUBAOTs
Voor Leiden per 3 maanden.MS.
Franco por post1.40.
Afzonderlijke Hommers 0.05.
PRIJS DER
Van 1 B.jegels f 1.05. Iedere rogel meer 0.17J. Crootere
(lottere ns^r. plaatsruimte. Voor het incasseeron buiten do stad
'wordt 05 berekend.
Dit noiiimcr bestaat uit TWEE
Bladen.
Olllciöele Kennisgeyiagesu
Burgemeester en Wethoudera ran Leidon doen to
weten, dat door den lU&d dier gemeente, in zga
vergadering yan den 2t)eten October 1897 ia yaat-
goateld do volgende ver ordening:
YEIlOEDENINQ op de beTüng van opcenten op
de hoofdsom der llijfce-Persoceeie belasting.
Eenig artikel,
Te boginnon met 1 Januari 1898 worden, ton be
hoeve va-a de gemeoute Leiden, de navolgende op-
conten geheven op de hoofdsom der Itgas-Personeelo
belasting:
50 op do aanslagen van hen, voor wio de belast
bare huurwaarde niet moer dan ƒ175 bedraagt;
56 op de aaDblagen vaa hen. voor wie do belast
bare huurwaarde meer dan ƒ175, doch Liet meer
dan 262 50 bedraagt,
62 op de aanslagen van hen, voor wie de belast
bare huurwaarde meer dan ƒ262.50, doch niet meer
dan 350 bedraagt;
68 op do aacielagen van hon, voor wie do belast-
baro huurwaarde meer dan ƒ860 bedraagt, zoomede
op do aanslag n van hen, die niet naar den grond
slag huurwaarde worden aangeslagen.
Aluua vastgesteld door den Raad d6r gemeente
Leiden in zijn openbare Yergadoring van den
29 ten October 1697.
De Bnrgemeester,
P. WA8.
De Becretaii8,
E. KIST.
Zijnde de heffing van deze belasting goedgekeurd
bij Koninklijk Besluit van 18 Januari 1898 No 29.
Ea is hiorvan afkondiging geschied waar het behoort
den 31ttsn Januari 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
F. WAS, Burgemoostor.
E. KIST, Secretaris.
Directe Belastingen.
De Burgemeester van Leidon brengt tor algemeeno
kennis, dat aau den OntvaDger dtr Dir.cto Belastingen
is ter lia d gesteld het kohier der Pereontole
bolasting No. 13 van don dirnst 1897, executoir
verklaard don 29eten Januari Jl., en herinnert voorts
don belanghebbenden nan hunne verplichti g om den
aanslag op den b$ do Wet bepaalden voet to voldoen.
LoidoD, Do Burgemeester voornoemd,
31 Jac. 1898. F. WA3.
Bij de ten Raadhuizs alhier gehouden aan
besteding van bouwmaterialen, onz. in 11
perceelen; van buiten- en binnenverfwerken
in 7 perceelen, en van herstelling en onder
houd van Lakenhal en Burcht in twee per-
ceekn waren minste inschrijvers de na te
noemen personen voor de prijzen, achter hunne
namen vermeld, t. w
Bouwmaterialen. Perceel 1. Stoomzagerij
„Indits Amsterdam (v. d. Meulen en Van
Epen), ƒ3606 64.
Perceel 2. Gebrs. Madlener en Go., to Veur,
ƒ1077.43.
Perceel 3. H. E. d. Heyde, te Leiden,
ƒ1296.75.
Perceel 4. M. Langezaal en Zn., te LeideD,
ƒ108.18.
Porceel 5. Kon. Ned. Grofsmederij, to Lei
den, 329.
Perceel 6. De Oegstgeester Trasmaatscbappij
„Dö-Nijverheid", ƒ1177.50.
Perceel 7. H. C. Visser en Zn., te Leiden,
ƒ340.
Perceel 8. B. Fontein en Zn., te Leiden,
ƒ63.44.
Perceel 9. F. P. Bos en Zn., te Alfen, 360.
Percoel 10. J. B. Gesink, to Katwijk aan
Zee, ƒ260.80.
Perceel 11. C. H. Do Jong, te Leiden,
ƒ100.50.
Verfwerken. Perceel 1. "W. T. F. Vis, te
Del.t, ƒ43.80.
Perceel 2. Dezelfde, 43.82.
Perceel 3. G. Bik, te Leiden, ƒ153.
Perceel 4. L. S. Verhoeven, te Leiden, 8.50.
Perceel 5. W. T. F. Vis, ƒ48.30.
Perceel 6. G. Bik, ƒ29.50.
Perceel 7. F. M. A. Du Tour Geerling, te
's-Gravenhage, 492 50.
Onderhoud. Perceel 1. L. P. Van der Drift,
te Leiden, ƒ435.
Perce?l 2. Dezelfde, 65.
Beroepen is te Schoonoord (Drente) en
te Eikerzee (Zeeland) de heer P. J. Couvéo,
cand. te Leiden.
De lsto luit. C. W. A. baron Haersolte
van den Doorn, van het 2de reg. veld-art.
te Leiden, wordt voor 6 maanden gedetacheerd
bij het corps pontonniers te Dordrecht.
Tot gemeente-geneesheer t® Bunschoten
is benoemd de heer A. De Bouré, arts te
Leiderdorp.
Onlangs werd het officierscorps der
artillerie met 3, dat van den genoralen staf
met 2 luitenant-kolonels uitgebreid en deze
beide officierscorpsen met een gelijk getal
majoors verminderd.
Omtrent de redenen, welke tot deze wijzi
ging in de legerorganisatie aanleiding hebben
gegeven, wordt bet volgende medegedeeld:
Vroeger was de generale staf een
geheel op zichzelf staand, afgesloten dienstvak.
De daarbjj overgeplaatsto offici ren bielden op
van hun wapen deel u t te maken; voor hun
verdere loopbaan waren z\j gehoel afhanke
lijk van de goede of kwade kansen, welke
do generale staf hun, uit het" oogpunt van
bevorlering, aanbood.
Tegenover dit stelsel staat een ander, in
hoofdzaak daarop neerkomende, dat officieren
der verschillende wapens, voor langoren of
kortoren t(Jl, worden aangewezen om bij dien
staf dienst te verrichten en gedurende dion
tijd k la suite van hun wapen te worden
gevoerd.
Tijdelijk daarbij godotacheord, blijven zij,
wat hunne promotie aangaat, btf bet wapen,
waartoe zij bebooren, mede rouleeren.
Deze weg had kunnen worden ingeslagen,
toen in 1868 de noodznkelijkbeid werd gevoeld,
om een einde te maken aan een wjjze van
recruteeri.ng van den generalen staf, welko
aanleiding gaf, dat daardoor bestemde officieren
geheel aan don dienst bij den troep werden
ontwend.
Mon kon er evenwel niet toe besluiten den
generalen staf zijn zelfstandig karakter te ont
nemen; daarvan alzoo een open dienstvak te
maken, in den zin als zooeven werd aange
geven.
Het gevolg hiervan is geweost, dat bij den
generalen staf ingedeelde officieren aanspraken,
tot het verkrijgen van hoogeren rang, zoo zij
daarvoor geschikt zijn geoordeeld, kunnen doen
gelden niet alleen by het wapen, waarvan z\j
herkomstig zijn, maar ook bij den generalen
staf.
De gang der promotie by do officieren der
infanterie, der cavalerie en der genie is even
wel dikvryis zeer uiteenloopend.
Op dit oogenblik staan, o. a. de kapiteins
en de hoofdofficieren der artillerie, te dien
opzichte by hunne kameraden der overige
wapens ton achter. Het kan zich dus voor
doen, dat een hoofdofficier der infanterie,
jonger in anciënniteit dan zyn collega der
artillerie van den generalen staf, by eerstge
noemd wapen aan de bourt voor bevordering
is gekomen.
Dit goval deed zich nu laatstelijk vcor met
don als No. 2 op de ranglijst der majoors
van den generalen staf voorkomenden hoofd
officier, kort te voren by dion staf terugge
plaatst. Dit maakte het eenigszios moeilijk,
hem tot luitenant-kolonel b(j de infanterie te
benoemen. Hem eenvoudig als majoor by den
generalen staf te laten, giDg natuuriyk niet
aan; evenmin, hem tot luitenant-kolonel by
dien staf aan te stellen en z£n ouderen col
lega, van de artillerie herkomstig, door hem
te doen voorbijgaan.
Alleen door beiden tot luitenant-kolonel by
den generalen staf te bevorderen kon het
gerezen bezwaar uit den weg worden geruimd.
Maar toen was men er nog niet.
Er stonden nameiyk, als Nos. 1, 2 en 3, op
de rangiyst der majoors van de artillerie drie
hoofdofficieren ®Dder wie No. I vroeger tot
den generalen staf bad behoord die allen
ouder in anciënniteit waren dan de hiervoren,
in de tweede plaats besproken majoor van
den generalen staf.
Door óók de drie majoors der artillerie tot
luitenant-kolonel te benoemen werd voor
alle al8 een gevolg der inrichting van den
genïr.-len staf gerezen moeilykheden een
oplossing gevonden.
H.H. M.M. de Koninginnen en prinses
Elisabeth van Waldeck Pyrmont, met gevolg,
brachten gisternamiddag een langdurig en
belangstellend bezoek aan de tentoonstelling
van don kunstschilder Pvoelofs in „Pulchri
Studio" te 's-Gravenbage, waar de beer Ter-
steeg de vorstelyke bezoekers rondleidde. De
oHdste zoon van den heer Roelofs, de kunst
schilder W. E. Roelofs Jr., werd aan H.H.
M.M. voorgesteld.
Aan het Ruiterstandbeeld in het Noord
einde te 's Gravenbage is een lauwerkrans
gehecht ter herinnering aan het 250-jarig be
staan van den vrede van Manster.
DeKiesvereeniging „Va lirland en Koning",
te 's Gravenhage, bit ld gistermiddag eon alge-
meene vergadering in Diligontia tot het houden
van besprekingen over een eventueel te stellen
candidaat voor de verkiezing van een lid van
de Provinciale Staten.
Candidaat werd gesteld mr. J. B. YanBerckel,
li 1 van den gemeenteraad.
De krygsraad te 's-Gravenhage voor de
maand Februari is samengesteld als volgt:
Luitenant kolonel jhr. Van der Goes, presi
dent, kapiteins Schuller en Tonnet, luitenant
Pompe, alten van bet reg. gren. en jagers,
luitenant baron Van de Capellen, van de
huzaren, luitenant Van der Grinten, van de
veld-, en luitenant Kist, van de vestingartillerie.
Ais officieren-commissarissen zullen optreden
kapitein Tonnet en 1ste luitenant Van der
Grinten.
Door het Amsterdamscho Raadslid J. A.
Wormser is het volgende voorstel gedaan:
„De Raad besluit eene rechtsvordering in
te stellen tegen de commissarissen van de
Bank van Leening ter vergoeding van de
schade, door de Gemeente geleden, ten ge
volge van de handelingen van den ontrou
wen beambte J. C. Schophuizen."
In zyn toelichting zegt de heer Wormser o.a.:
„De verschillende getuigenissen betreffende
den beambte, die de malversatiën pleegde,
luiden, dat hy „veel geld noodig had"; een
„liefhebber van uitgaan" was; „pandjes
maakte"; „zich niet ontzag te knoeien";
„niet het minste vertrouwen genoot", enz.
Van dit alles wisten commissarissen niets en
ondergeteekendo zal de laatste zyn om deze
getuigenis in twijfel te trekken; maar stemt
hun ook toe wat ze schryvea: „Naar alle I
waarschijnlijkheid was het bedrog anders 1
jaren vroeger ontdekt en had ia elk geval
dien omvaüg niet verkregen". Commissarissen
hadden echter aan den opper-toekV ouder het
beheer opgedragen en zichzelven het houden
van toezicht voorbehouden.
Zy verklaren uitdrukkelijk geweten te
hebben, dat do zakon verkeerd gingen; immers,
ze „hebben steeds getracht door wederlegging,
vermaning, j i zelfs door berisping, den opper-
bookhouder in een betere richting to dryven,
en om te breken met het door hem voor
gestane stelsel van sleur cn onbepaald ver
trouwen in ondergeschikten". In elk geval
moest hun bekend z'\jn, dat de beambte, ge
roepen om Schophuyzen t9 controleren, 10
k 12 dagen per maand in een ander lokaal
moest werkzaam zyn dan S., en dat dus de
controle onmogelijk van hem gevergd kon
worden. Toch bleven slour, onbepaald ver
trouwen en onmogelijke werkverdeeling.
„Naar het bescheiden oordeel van den onder-
goteekende, zyn leden van een Gemeenteraad,
die gemeente regeerende en vertegenwoor
digende, niet verantwoord, indien ze, dit alles
wetende, by malversatiën van ambtenaren,
de betrekking van commissaris louter als een
sinecure beschouwen en de gelden der gemeente,
die te loor gingen, klakkeloos afscbryven,
zonder eenige poging hoegenaamd ora een
rechterlijke uitspraak te verkrijgen over de
verantwoordelijkheid van commissarisen. Ook
schynt het ten minste voor niet-rechtsgeleerdo
Raadsleden en waarschyoiyk ook voor verre
weg het grootste deel der gemeente eonigs-
zins moeilijk te begrijpen, waarom de Raad
een gemeente advocaat heeft, meien die Raad
diens herhaald advies volkomen verwaarloost."
De.minister van waterstaat, handel cn
nyverheid beeft goedgevonden:
lo. een commissie in te stellen, ten overstaan
van welk9 zy, oie voor een benoeming tot
opzichter der 2de klasso voor het stoomwezen
in aanmerking wenschen te komen, blijken
hebben te geven van oen voldosnde practische
kenni3 van stoomtoestellen;
2o. te benoemen tot leden dier commissie
de heeren W. A. M. Piepers, hoofdingenieur
voor het stoomwezen, tevens voorzitter to
Arnhem; N. Van Dissel, ingenieur lste klasse
voor het stoomwezen to Breda; J. Byl,
werktuig- en scheepsbouwkundig expert t9
Amsterdam;
3o. aan die commissie als secretaris toe te
voegen mr. J. B. Peyrot, adjunct-commies by
het departement van waterstaat, handel en
nyverheid, te 's-Gravenhage;
4o. de commissie uit te noodigen een verslag
van hare werkzaamheden uit to brengen;
6o. te bepalen, dat de commissie te 's-Gra
venhage zal zitting boaden.
Mej. M. E. Bernhardi, directrice der Chr.
opleidingsschool voor meisjes aan de Hambur
gerstraat t-3 Utrecht, herdacht gisteren den
dag, cat zij 50 jaren aan deze inrichting is
verbonden, waarvan 25 jaar als helpster van
mej. Muller en daarna als directrice.
De jubilarisse ontving van verschillende
zijden, het bestuur der inrichting, onderwyzers,
leerlingen en oud-leerlingen, enz., bewyzen van
belangstelling.
Door het dageiyksch bestuur van Am
sterdam is gisteren aanbesteed: het maken
van aaröfundeoring en kunstwerken voor het
nieuwe entrepot in de Rietlanden. Miaste in
schrijvers waren A. De Groot, te Heuk lom,
en C. L. Kalis, te Sliedrecht, voor 919,270.
De gemeenteraad van Deventer heeft het
percentage voor do heffleg v«m de plaatselyko
directe belasting na r het inkomen over 1893
vastgesteld op 3.8 percent.
Naar wy vernemen, fteeft de ciiecteur
generaal voor ten Jbouwzaken, mr. J. C. Sicko z
zich in een onderhoud met jhr. mr. P. Van
Foreest uitgelaten, dat de oprichting van oen
proef-zuivelboerdertj by het proefstation te
Hoorn bovenaan op de agenda van werkzaam
heden staat. (Hbl.)
Verleden jaar werd ec-n fraaie wand-
kalender door de firma Faddegon en Co., boek
en steendrukkers t® Amsterdam, uitgegeven,
een reproductie van Cerraak's bekende schildory
„Montenegrijnsch® Vluchtelingen". Dit jaar
heeft de firma dezelfde voorstelling genomoD,
maar met dit onderscheid, dat de reproductie
2/3 kleiner is dan di® van het vorig jaar. De
veertien kleursteenon zijn niet opnieuw door
den lithograaf gemaakt, maar al e moesten
wel verkleind door middel van do pontograaf,
een verbeterde verkleinmachine, die in Neder
land het etrst door die firma in gebruik is
genomen.
De frisscbe, harmonieuze kleuren van dezen
kalender maken, dat zy oen sieraad aan den
wand kan uitmaken.
De onlaugs te Utrecht opgerichte V» reeni-
ging van Hoofden van Scholon in Nederland
telt thans reeds 868 lodeü, de meesten uit
kleine steden en dorpen. Amsterdam telt 105
leden, Rotterdam 70, D.n Haag 25, Haarlem
19, Arnhem 14, Utrecht 13, Dordrecht en
GroDiagen elk 12, Zwolle 8, Leeuwarden,
Middelburg en Vlissingen elk 6, Leiden 5 leden.
De officier van gezondheid lste klasse
dr. A. Van Dorsten is overgeplaatst van Breda
naar Den Haag.
Dit jaar worden voor toelating tot do
Hoogtre Krijgsschool opengesteld: voor het
leger bter te lande 13 plaatsen en voor dat
in NeJ. Indiè 9 plaatsen, welke als volgt
worJen verdeeld: voor het leger hier to lande
krijgskundige studiën 10, studiën voor den
intendanceaienst 3 plaatsenvoor het leger
in Nederl.-Indië: krygskundige studiën G,
stuoiën voor den intendancedienst 3 plaatsen.
De bier te lande met virlot aanwezige
lste luit. der inf. J. J. Romswinckel, van hot
leger in Ned.-Indië, is gedetacheerd by de
koloniale reserve te Nijmegen.
De lste luit. M. H Van Rysb?rgen, van
bet corps genietroopen te Utrecht, is benoemd
tot adjudant by dat corps.
Do luit. kolonel der inf. O.-I. leger jhr.
J. C. Van der WJJck, met verlof hier te lande,
keert per stoomschip „Koningin Regentes,"
dat 5 dez6r vertrekt, naar Indië terug.
Het stoomschip „Java", van Batavia
naar Amsterdam, passeerde 31 Jan. Kiap
Carvoeiro; de „Obdam" is 31 Jan. van Rot
terdam te Nieuw-York aangekomen.
Haarlemmermeer. Da uitkeering door het
Ryk aan deze gemeente zal voortaan bedragen
ongeveer ƒ32,000. De vroegere uitkeerir.g
van het l/A bedroeg ruim 17,000. Hierdoor
is de gemeente in de gelegenheid geweest,
de opcenten op de p®rs. bel. mot 10 te ver
minderen en den hcofd.iyken omslag met 20 pet.
llillcgom. Ten nadeele van den heer R.
Van Til Rz., alhier, zyn ontvreemd negen
kippen en één haan. Hiervan is aangiii9
gedaan by de politie.
Leimuiden. Zondag morgen werd door da.
M. M. De Lint aan zyn gemeente bekend
gemaakt, dat hy het beroep naar da Ned. Herv
Zijn laatste wil.
S'.ot
In hst eerst herkende hy hem nauwelijks;
zulke- verwoestingen had de kwaal, welke
don jongen man ondermijnde, in weinige dagen
aandicht. Zijn booge gestalte was gekramd
als die van een grijsaard, zjjn gezicht was
vermagerd en er verscheen een schuwe,
wilde uitdrukking op, terwijl hy op weifelen
den toon zeide:
„Vergeef my myn vrüpostigheid. Gisteren,
toen ik terugkwam, vond ik het huis ledig
en vernam ik, dat myn moeder en myn broer
na r Parijs waren verlrokken. Daar ik voor
Framjoise vreesde, ban ik met don volgenden
trein op reis gegaan, en nu kom ik u vragen,
of gij ook weet, waar zy zyn en wat zy
gedaan hebben."
Paul bad Manuals handen in de zyne ge
nomen.
In zyn groote vreugde boezemde do man,
wiens leven op zulk een noodlottige wyze
wa8 verwoost geworden, ham een nog dieper
medelyden, oen nog sterkere belangstelling
in, en den slag, weikon hy hem moest toe
brengen, zooveel mogelijk trachtend te ver
zachten, sprak hy
„Myn vriend, zy hebben haar kwaad willen
doen, maar daaruit is, naar ik veitrouw, het
goede voortgekomen. Gij hebt my eens gezegd,
dat gy my in staat aebttet uw nicht ge
lukkig te maken: dat zal voortaan myn taak
wezen."
Een smartelyke trek verscheen op Manuel's
gelaat. Een minuut lang bloef hy zwygeD.
Toen, hot hoofd buigend, zeide by met zachte,
gedempte stem:
„Gy trouwt dus met haar! Dat is een groot
geluk voor u en voor haar ook, want, voor
zeker, gy zyt een man van eer. God mogeu
beiden zegenon!"
Hy kon niet verder spreken Zyn ontroering
werd hem meester en hy stond op om heen
te gaan.
„Vertrekt gy reeds?" vroeg Paul. „Zyt gy
my thans niet na en di:-rbaar gelyk zy?"
Manuel schudde treuiig het hoofd. „Ik kan
aan niemand dierbaar zyn", antwoordde hy,
„want ik heb een afschuw van myzolven.
Vaarwel! Misschien zal ik eens genezen terug
komen, ind en God er mij den tyd toe laat,
en dan zal ik uw kinderen kunnen zion, zonder
dat zy my verachten I",
Hij was reeds naar buiten gesneld en ver
dween in den nacht. Hy keerde zonder hoop,
zonder liefde, terug tot het ellendige leven, dat
hy zichzelf onbewust had uitgekozen en waar
van hy den last thans niet meer kon afwerpen.
Paul slaakte een diepen zuchthy had den
druppel bitterheid geproefd, die zich vermengt
met elke menacheiyko vreugde, zy het dan ook
slechts door het vergelyken van die vreugde
met het ongeluk van anderen. Doch reeds
was zpn droom teruggekeerd en gaf hy toe
aan die zoete 1 etoovering, welke geheel zyn
wezen in beslag nam, zoodit by niet meer
kon denken, 'niet meer spreken, niet meer
leven buiten haar.
En byna zonder het zelf te weten, zeide hy
tot Jozef, die binnei kwam om de lampen
te brengen
„Jozef, ik heb u iets nieuws te vertellen t"
Bij deze inleiding zette Jozef zyn gezicht
in een strakke plooi.
„Jozef," vervolgde mynheer De Eouve-
rand, zonder zich daaraan te storen, „ik ga
trouwen."
Voor de eerste maal van zyn leven had
Jozef, als een bediende van de alledaagsche
soort, byna alles op den grond laten vallen,
wat hij in de hand hield. Gelukkig bleef by
bevryd van deze schande. Hy zette do lampen
op haar plaats, zonder ze te breken, waarna
j hy zich omkeerde en zgn meester beschouwde
met oen blik, in welken te geiyk medelyden
en minachting was te lezen.
Zyn ergste veronderstellingen waren dus
bewaarheid geworden! Mynheer was krank
zinnig; er viel niet aan te twyfelen!
„Wel!" hernam Paul, die zyn vroolykheid
nog voelde toenemon; „gy wenscht my geen
geluk?"
Jozef had den tyd gehad om te bedenken,
dat het hem weinig aanging, of zyn meester
het verstand verloor, zich het leven onaan
genaam maakte, alle soorten van abnormale
dingen bedreef, als by slechts zorgde er buiten
te blyven en zyn lot afscheidde va* dat van
mynheer. En zyn zucht tot spotten onder de uit-
gezoebtste beleefdheid verbergend, antwoordde
by op fleemenden toon:
„Ik bi9d mynbeer myn eerbiedigo geluk-
wenscbiogen aan."
Hy ging de kamer eens rond, en by zyn
meester terugkomend, hervatte hy:
„Daar mynheer my do eer aando t tot mü
te spreken, maak ik van do gelogenheid go-
bruik om hem te veiwittigen, dat de jaren, de
vermoeiend,' allerlei reienen mij noodzaken
zyn dienst binnen den kortst mogulyken tyd
te verlaten."
Deze mededeeling, welke Paul oen jaar
vroeger in verlegenheid zou gebracht hebben,
liet bem thans ten eenenmale kalm, en ter-
wyi Jozef zich met statigon tred verwijderde,
keek hy hem na met een glimlach op de
lippen.
Was het niet zyn verstand, dat daar mot
Jozef heeDging, of liever w. t hy tot nu toe
voor zpn verstond gehouden had, dat wan
trouwen, gevaariyker dikvyls dsn de grootste
goedgeloovigbeld, die overdreven voorzichtig
heid, die aanhoudende twyfel, welke het geloof
mot de illusie vernietigen, met het gevaar
de hoop verjagen, met den arbeid de belooning
onmogelyk maken, die aan den monsch hot
ideaal ontnemen, zonder hetw.lk elke ziels
verheffing onbestaanbaar ie, zjjn hert doolon
onder voorwendsel zjjn geest te versterken,
en bom als levensregel slechts een valscbe
berekening overlaten, als doel een afschuwelijk
egoïsme en hom aldus voeren tot den ellen-
dijsten toestand, waarin een schepsel kan
verkoeren: allceh te leven voor zich, zonder
nut voor anderen en niet in staat zyn eigen
geluk te verzekeren.