N°, 11635 Vrijdag *28 Januari, A0. 1G feze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van <gon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. LEIDSCH DA&BL PBUS DEZER COUBANTl Voor Leiden per 8 maanden. ••-•• r f 1.10. Franco per post1.40. AJzonderlyko Nommors0.06. PRIJS DER ADVERTENTIE?' Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 J. - Grootere lettere naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten do stad wordt /"0.05 berekend. Oi'fioiëele Kenoisgeringen* De Burgomeeeter der gemeente Leiden; Gezien het Koninklijk besluit van 8 Januari 1898 No. 61, waarbij het Kaadebeelnit tot niet-toelating ale Eaadelid van den heer W. Fontein wordt ge handhaafd. Gelot op art. 8 van hot Koninklijk besluit van 8 Mei 1897, tot uitvoering van do art. 51, 54, 55, 68, 69, 72, 81, 91, 96 en 132 der Kieswet, ten op- ziohte van de verkiezingen van leden der Provinoiale 8taten en van den Gemeenteraad; Brengt ter algemeeno kennis, dat do verkiezing (eandidaat-stelling) van eon lid van den Gemeente raad in het 2de kiesdistrict, bevattende de wijken II, Y, IX en XII en de stemdistrioten II, Y en VIII door burgemeester en Wethouders is bepaald op Dinsdag, den laten Februari a. s. en dat do stemming, zoo die mocht noodig blijken, zal plaats hebben op Vrjjdag don llden Februari en de •ventneele herstemming op Dinsdag den 2 2 s t e n Februari d. a. v. Op den dag der verkiezing (1 Februari) kunnen bij den Bnrgomeeeter ten Baadhnize van des voor- middags negen tot des namiddags vier uren opgaven van candidate» wordon ingeleverd. Deze opgaven moeten inhouden de namen, de voornamen en de woonplaatsen van do c&ndidaten en onderteekend zijn door ten minste 28 kiezers, bevoegd tot deelneming aan de verkiezing, waarvoor de inlevering go?ohiedt. De inlevering der opgaven moet persoonlijk ge schieden door één of meer porsonen, die dezo hebben onderteekend, terwijl de tot invulling bestemde for mulieren vdd deze opgaven kostoloos ter Secretarie zijn verkrijgbaar gesteld tot en met den dag der Verkiezing. Leidoü, De Burgemees or voornoemd, 15 Jan. 1898. F. WA8. Leiden, 27 Januari. Hedenmorgen ontving de firma Blanken berg Coalhier, een zeer vleiend schrijven van het kabinet van H. M. de Koningin en H. M. de Koningin-Regentes, waarin staat vermeld, dat met zeer veel belangstelling door elk onzer Vorstinnen een exemplaar werd aanvaard van het Huldigingslied voor Nederland, getoondiebt door J. Henri Berkeljon, in hout gestoken door Willem C, Brouwor. Ds. N M. De Ligt, predikant te Middelburg, heeft bedankt voor het beroep naar de Ned.- Herv. Gemeente alhier. Beroepen is by de Ned.-Herv. Gem. te Wezepe de heer P. J. Couvée, cand. te Leiden. Ook de R.-K. kiesvt-reeniging stelde in hare gisteravond gehouden vergadering tot candidaat voor het lidmaatschap van den gemeenteraad in district II dr. Th. G. Den Houter, mede candidaat der anti revolution- nairen. Tot bestuursleden der vereeniging werden gekozen: do heeren J. A. Bots, T. Steynman en mr. P. J. M. Aalberae. Do officier van administratie der 2do klasse G. H. Hacnerema, gedetacheerd te Leiden, wordt met 30 Januari a. s. op non activiteit gesteld. B\j koninkiyk besluit is aan J. Regtvoort, te Zwammerdam, alsnog onder voorwaarden vergunning verleend tot het uitoefenen van den yzeren scheepsbouw op een open terrein aldaar. Bij koninkiyk besluit van 20 Januari 1898 is bepaald, dat krachtens art. 125 der wet op de nationale militie de miliciens-ver lofgangers der lichting van 1895, die van de regimenten huzaren zyn overgeplaatst by de trein-afd elingen der regimenten veld-artillerie, onder de wapenen worden geroepen, om in den wapenhandel te worden geoefend gedurende den tyd, hierna vermeld: 1/3 der lichting van 23 Februari tot en met 16 Maart 1898; 1/8 der lichting van 17 Maart tot en met 7 April 1898; 1/3 der lichting van 13 April tot en met 4 Mei 1898. De dirigeerend officier van gezondheid der 2de klasse dr. H. J. Van Rbyn, uit Oost- Indiö in Nederland teruggekeerd, is op non activiteit gesteld. De nieuw opgetreden hoofdredacteur van het „Dagblad van Zuid-Holland en 's-Graven- hage", mr. P. H. P. Van Marie, is als zoo danig benoemd tot lid van het hoofdcomité voor de inhuldigingsfeesten in Den Haag. Aangenomen is het beroep naar de Ned.- Herv. Gemeente van Woubrugge door ds. A. C. La Grand, predikant te Hoenderloo. Nu reeds wordt, volgens het „Vad.", in opera-kringen te 's-Gravenhage verzekerd, dat het volgend seizoen met 1 Sopt. zal worden geopend, met het oog op de inhuldigings feesten en den daarby te wachten toevloed van vreemdelingen. Na de vraag, of dienst by het reserve kader een broeder recht op vrystelling van de militie geeft wegens broederdienst, in toe stemmenden zin is beslist, doet zich sinds de instelling der marine-reserve dezelfde quaestie ook daar voor. Een lotoling geeft op als reden van vry- stelling bruederdienst, ontleend aan den dienst van een buitengewoon adelborst by de marine- reserve. Art. 51 der militiewet noemt onder de ge vallen, die niet als broederdienst in aanmerking komen, o. a. den dienst van adelborst of cadet bij de zeo- of landmacht. De belanghebbende meent, dat deze bepaling niet slaat op zyn geval, omdat de dienst van zijn broeder als buitengewoon adelborst niet is dienst als adelborst in den zin van gemelde wetsbepaling, waar het woord adelborst in verband met de bepaling van art. 47 sub 5° der militiewet niet anders kan worden op gevat dan „adelborst op een van 's Ryks militaire scholen." De beslissing over deze nieuwe quaestie zal wel in hoogste ressort worden gezocht. Aan het eerste gastmaal, Dinsdag door den minister van buitenlandsche zaken gegeven, werd derigenomen door de leden der hofhou ding en eenige hooggeplaatste autoriteiten. De eerstvolgende diners zullen plaats hebben 4 en 8 Februari a. s. De voorzitter van de Tweede Kamer zal eerstdaags een diner aanbieden aan eenige leden der koninklijke hofhouding en hooge staatsambtenaren. Te 'a-Gravenhage is aangekomen jhr. mr. Yan Citters, gezantschapssecretaris by de Nederlandsche legatie te Weenen. De luit.-kol. J. J. G. Van Berkel, van het reg. grenadiers en jagers, is geneeskundig voor den militaire dienst afgekeurd. (Vad.) De 1ste luit. L. J. R. Geene, sedert 10 Juli 1883 officier by de genie in Oost-Indiö, thans met verlof, wegens langdurig verbiyf Id de tropen, to 's-Hertogeubosch, is wegens lichaamsgebreken voor den militairen dienst afgekeurd. De l8te luitenant J. P. Dumont, van het 2de reg. inf. te 's Bosch, die te rekenen op 1 Februari a.s. eervol wordt ontheven van zyn detacheering by het 3de reg. vest. artillerie te Gorkum, wordt dan werkzaam gesteld by het vaste kader van het koloniaal werfdepot te Harderwyk. Ter gelegenheid van den verjaardag van den keizer van Duitschland wapperde heden de vlag van dat Ryk van het gebouw der legatie te 's-Gravenhage. Hare Majesteiten de Koninginnen en prin ses Elisabeth woonden gisteravond in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen te 's-Gravenhage het vyfdeDiligeotia-Concert by, waar als solisten optraden de zangeres mevr. Ernesta Raick uit Brugge en de pianist Edouard Risler uit Parys. De verkiezing (candidaatstelling) voor een lid der Tweede Kamer (vacature Stoffel) te Deventer is bepaald op Dinsdag 8 Febr.; do stemming op 15 Febr. en de herstemming, zoo noodig, op 22 Febr. Mr. A. F. X. Luyben, te 's-Hertogen- bosch, Staatsraad in buitengewonen dienst, oud-minister, oud-Kamerlid, oud-kantonrechter, oud-burgemeester, oud raadsheer in het Ge rechtshof enz. vierde Woensdag 26 Jan. onder zeer vele blijken van belangstelling zyn 80sten verjaardag. Het stoomschip „Admiral", van Oost- Afrika naar VlissiDgen en Hamburg, passeerde 26 Jan. Dover; de „Prins Alexander", van Batavia naar Amsterdam, passeerde 26 Jan. Gibraltar; de „Burgemeester Den Tex" vertrok 26 Jan. van Batavia naar Amsterdam; de „Prinses Marié", van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 26 Jan. te Port-Said. Warmond. De bevolking alhier bestond op 31 December 1896 uit 1573 zielen. Geboren werden in 1897 20 p. van het na. en 28 van het vr. geslacht. Overleden 16 m. en 18 vr., te zamen 34. Gekomen met getuigschrift van woonplaatsvorandering 93 m. en 58 vr., te zamen 151. Vertrokken met getuigschrift van woonplaatsverandering 79 m. en 62 vr., te zamen 141. Gesloten werden 12 huwelyken en levenloos aangegevon 2. Alzoo bestond de bevolking in deze gemeente op 31 December 1897 uit 1597 zielen. Te Warmond bestaat het getal inge schrevenen voor de nat. militie lichting 1899 uit 19 personen. Vergadering yan Nijverheid. In de gisteravond in het Nutsgebouw ge houden huiahoudeiyke vergadering werd, na eenige mededeelingen van het bestuur, de rekening van den penniogmeester van 1897 nagezien door de heeren Kapteyn en Wilhelm, terwijl door laatstgenoemde daarover werd gerapporteerd. Zyn conclusie strekto tot goed keuring, waartoe zonder stemming besloten werd. De staat der geldmiddelen bleek gunstig te zyn. Tot bestuursleden werden gekozen de heer M. H. Van Waveren, die, als eerst dezen zomer, ter vervanging van den naar elders voltrok ken heer De Sturler, benoemd zynde, herkies baar was, en de heer Felix Drhssen ter vervanging van den heer Karei Van Wensen, wien door den voorzitter warme dank gebracht werd voor zyn werkzaamheden als bestuurs lid. De benoemde heeren lieten zich de keuze welgevallen. Na behandeling van een circulaire van het hoofdbestuur werd de vergadering geschorst, om die te hervatten iD do benedenzaal, waar een grootsr aantal leden en geïntroduceerden zich vereenigd had, om de voordracht te hoo- ren van den heer C. J. Van Lookeren Cam pagne, leeraar aan de Rykslandbouwschool te Wageningen, die zou spreken over Indigo. Na een korte toelichting over het voorkomen dor indigoplant in de natuur en het vertoonen van gedroogde planten, in de Landbouwschool gekweekt, werd het model eenor indigofabriek, op Java door een Chinees vervaardigd, verklaard. De afgesneden indigostengels worden ter lengte van l'/j Meter in bossen gebonden en in schuinen stand in cementen bakken, fermen- teerbakken, ter diepte van 1.25 M., opgestapeld en door rottan opgesloten, oplat ze, wanneer het water in de bakken 6troomt, onderge dompeld biyven. Oneigenlyk worden deze bakken fermenteerbakken genoemd, omdat er geeno gisting plaats heeft (wel in Engelsch- Indtè waar de operatie langer duurt), daar de stengels slechts gemiddeld ll/2 uur met het water in aanraking blijven. De duur hangt af van de temperatuur van het water. Hoe hooger deze is, hoe vlugger de vloeistof wordt afgetapt in d9 lager gelegen klopbakken wordt warm water gebruikt, dan geschiedt het. af tappen reeds binnen 3-3'/a uur. In de klopbakken wordt de daarin gebrachte gele vloeistof door scheppers (die door water kracht ronddraaien) opgenomen; komen ze in horizontalen stand, dan gieten ze het sap uit, zoodat het met de lucht in aanraking komt en wordt geoxydeerd; deze oxydatie wordt op sommige fabrieken bevorderd door toevoeging van ammonia; het oxydatieproces duurt ongeveer 3 uur, en wordt de vloeistof dan een nacht in rust gelaten om den vol genden morgen te worden afgetapt in weder lager gelegen bassins, waar op filtreerdoek de vaste stoffen achterbiyven en de geklaarde indigo houdende vloeistof wordt opgevangen, om naar de eigenlijke fabriek te worden ingedampt, met zwavelzuur behandeld, ge- wasschen, ten tweeden male ingedampt, geperst tot eene massa ter consistentie van witte zeep, gesneden met 6en houten mes, geperst als de bekende blokken, gedroogd en met een borstel gepoiyst. Het procédé van verven werd even aange roerd en meer aandacht gewyd aan de kunst matige indigo, zooals deze door do Badische anilin- en sodafabrik te Ludwigshafen als indigo rein in den handel wordt gebracht. Deze Bynthesische, opgebouwde, indigo heeft dezelfde samenstelling als de natuurlyke indigo en dit werd door zeer eenvoudige proeven ten duidelijkste aangetoond, zoodat de bewe rirg, als zoude het product d r Badische plantenindigo zyn, gelogenstraft w-rd. De be reiding der kunstmatige indigo is, g> lukkig zeide spreker, beperkt, zoodat men in de eerste tyden geen vree3 behoeft te hebben, dat de plantenindigo zal verdrongen workn. Na een vraag van den voorzitter betreffende do toevoeging van ammonia, ter bespoediging der oxydatie, beantwoord te hebben, waai uit bleek, dat spreker het niet geheel mogelyk acht dit au fond te verklaren, waaron by dit slechts geconstateerd heeft zonder in weidsche theoretische beschouwingen te ver vallen, was de heer De Loos de tolk der ver gadering, o a uit haar naam en uit dien van de vele met de indigo ververy geïnteresseerde aanwezigen den heer Campagne dank te zeggen voor diens heldere en belangryke voordracht, met welke woorden hot geheele auditorium door handgeklap instemming betuigde. EERSTE HAMER. By de algemeens beschouwingen over de Staatsbegrooting voor 1898 dankte de Minister van financiën voor de instemming, waarmede het optreden van dit kabinet is begroet. Hy verzekert, dat do Regeering ten opzichte van bet werkplan, dat zy haar zelve gesteld heeft, éénstemmig is, en daarop komt 't z. i. aan. Dit kabinet is anti-clericaal in zoover als 't gekant is tegen kerkelyke overheerscbing. Maar dit kabinet eerbiedigt ieders godsdienstigo gezindheid. Door invo?ring van persoonlyken dienstplicht gaat niet een van de vrijheden van het Nederlandsche volk verloren, maar een van de p r i v i 1 e g i d, dat niet mag worden gehandhaafd. By den leerplicht zal vooral het relatieve schoolverzuim worden bestreden. Uit financieel oogpunt is afschaffing van alle tollen onmogoiyk. By partiêele afschaf fing zal op alle belangen wordon geltt. Hy bestrydt de meening, als zou protectie een middel tot bevordering van werkverschaf fing zijn. Hy dankt de Kamer, dat het marine-debat tot later verschoven is. De Regeering is niet blind voor de gevaren van verkeerde ontwikkeling der sociale politiek. Naar aanleiding van de rede van den heer Godin De Beaufort merkt de Minister ten slotte op, dat het voor het Kabinet niet in de eerstf plaats de vraag moet zyn: Wat moet ik doen om een meerderheid te krygen? Maar: Wat ia myn plicht te doen? Na korte replieken werd het algemeen debat gesloten. Gemengd Nieuws. Aan het telephoonnet alhier z(jn aangesloten onder No. 317 de heer C. A. Périn, café-restaurant „De Vogolentuin", Sta tionsweg; onder No. 318 de heeren Visser Zoon, Lange Mare. Op Zondag 21 November 11. onder vond een drietal wielryders moeilijkheden te Sassenheim, toen zy aldaar met hun rywio- leu passeerden, terwyl de kerk uitging ca Zyn laatste wil. „Verschoon mij," sprak da notaris, „maar ik heb vergeten u nog één bijzonderheid mode te doelen. Hy had niets vergeten, maar hjj had nage dacht. Paul's medewerking scheen hem ge- vrenscht tos voor hetgeen hü op het oog had. „Laatst," zoo ging hy voort, „heeft me juffrouw Lafougerale my verzocht, baar een dienst te bewijzen van nogal kieschan aard. Ik aa-zelde min of moer aan haar verzoek gevolg te geven. Maar - in aanmerking ge nomen de belangstelling, welke zij my inboe zemt een belangstelling, die nog is toege nomen na hetgeen gy my verteld hebt; verder bedenkend, dat ik haar vader cn haar broeder heb gekend ea zpzelve my haar zaken in handen heeft gegeven, gelcof ik aan haar, overigens volkomen gewettigd, verlangen te moeten volloon. Zy heelt my gevraagd haar in verbinding te stellen met den oom en de tante, die zy nog van vaderszijde heeft." „Met mynheer en mevrouw Ambroultl" riep Paul verschrikt uit. De notaris glimlachte. „Indien hun karakter niet orgsympa thiek is," zeide hy, „hun fatsoen laat niets te wenschen over. Juffrouw Lafougeraio heeft daarby geen andere bloedverwanten en kan alleen van hen den zedelyken steun verwach ten. waaraan zij onder haar omstandigheden behoefte heeft. Wat zou er van een jong meisje op haar leeftyd worden, indien zy de wereld inging zonder een thuis, zonder iemand, die haar kon beschormen?" Paul had de zaak nooit onder dat licht beschouwd. Hy had geoordeeld van zyn eigen st.iDdpunt, als man, en er niet aan gedacht, dat de onafhankelijkheid, welke voor hem het hoogste goed is, voor de vrouw somtyds gelyk kan staan met algeheele verlatenheid, een oorzaak kan wezen van gevaar, verdacht making en verdrietoiykheden van allerlei aard. Hy wist niet, wat te antwoorden aan den notaris, die, volgens hem, de zaken te zwaar opvatte, maar wien hy toch in zyn hart gelyk moest geven. Hy bepaalde er zich dus toe even het hoofd te buigen. „Eon toenadering met de familie Ambroult zou dus wenscheiyk zyn; gy komt daarin met my in mooning overeen. Het moeiiyke is maar, die toenadering te verkrygeD. Hoewel zy hun niet tot last zal verstrekken, geloof ik toch niet, dat mynheer en mevrouw erg ingenomen zullen zyn met die nicht, die hen daar zoo onverwachts komt overvallen." „Hoe.1" Paul koek den notaris met verbazing aan. Dat de Ambroulte niet in den smaak zouden vallen van Frangolse, kon hij zich voorstellen, maar dat het lieve, bokoorlyke schepseltje zou mishagen aan die beide oude lieden, daar kon hy geen begrip van krygen. „Versta my wèl," hervatte de notaris; „deze twyfel wil niet zeggen, dat ik ook maar in het minst ongunstig zou denken over me juffrouw De Lafougeraie. Ik ben overtuigd, dat in geval mijnheer en mevrouw Ambroult haar verstooten, zulks Z3l z\jn, wyi zy haar niet kennen en geen gelegenheid hebben gehad, om haar uitmuntende hoedanigheden op prys te stellen." „Men moet hun die gelegenheid verschaf fen," zeide Paul. „Vóór er iets besloten wordt, is het noodig, dat zy eerst hun nicht zien!" „Dat is myn meening ook," antwoordde de notaris met het zelfvoldane lachje van iemand, die zyn oogmerk bereikt heeft. „Maar daar zy een onderhoud mot haar zouden weigereD, indien ik dat voorstelde, ware het beter, dat de ontmoeting by toevalof by verrassing plaats had, op een onzydig gebied hier byvoorbeeld." Het plan kwam Paul goed voor; toch meende hy nag een bedenking te moeten opperen. „Mevrouw Ambroult zal zich inhaarzieke- ïyken toestand niet gemakkeiyk hierheen kunnen begeven," zeide hy. „Dit zal haar wel doen komen, al was zy nog tienmaal zoo ziek." Mynheer Choulin was voor zyn schryftafel gaan zitten en had eenige regelen op een stuk papier gekrabbeld. Hy reikte het over aan Paul, die las: „Mevrouw! Ik heb U te spreken over een ge wichtige zaak, bij welker behandeling Uw tegenwoordigheid van het grootste belang is. Doe my de eer, Maandag aan staande om drie uren met mynheer Ambroult op myn kantoor te komen." „Zy zullen er stipt op tyd zyn," ver zekerde de notaris. „Thans zal ik juffrouw Do Lafoil&eraie waarschuwen, en dan biyft er my niets over dan u to verzoeken insgeiyks tegenwoordig te zyn." „Ik!" ri°p Paul uit. De band, die reeds verbroken scheen, werd wederom aaneengekecht. Het wederzien, waar naar hy straks verlangd had, was mogelijk, waarschyniyk geworden, en hy zou gaarne dadeiyk met vreugde de uitnoodiging aan genomen hebben. Toch meende hy voor den vorm nog een tegenwerping te moeten maken. „Ik weet niet, ofzou mijn tegen woordigheid niet hinderiyk of ten minste nutteloos zyn?" De notaris maakte een einde aan zyn onzekerheid. „Uw bystand, mynheer, schynt my integen deel onmisbaar. Gy alleen kunt spreken in naam van Jean De Lafougeraio en zeggen, dat hy het meisje als z(jn zuster heeft erkend, hetwelk een omstandigheid is van groot gewicht in het voordeel onzer zaak. En verder: in den stryd, welke er zeker zal moeten geleverd worden en waarin juffrouw De Lafougeraie een beroep zal doen op het hart harer bloedverwanten en ik door rede- noeren hun verstand zal zien te winnen, zult gy werken op hun eigenliefde, de zwakke zijde van de meeste menschen. Vry van elk persoonlyk belang; niet genoodzaakt iemand te ontzien, zal het u geoorloofd zyn ronduit op te komen voor uw meoning, welke die is van het publiek. Gy zult de wereld voor stellen, ons aller meesteres, voor wie allen beven, mynheer en mevrouw Ambroult niet uitgezonderd. Misschien zullen zy, uit vreee van in opspraak te komeD, toestaan wat zy zouden weigeren aan het gezond verstand, aan de billijkheid, aan het gevoel van bloed verwantschap. Gy ziet dus, mynheer, dat uw aanwezigheid verre van nutteloos is." Paul liet zich overtuigen, beloofde op het gestelde uur te komen en nam voor de tweede maal afscheid van mynheer Choulin. Werkeiyk, die notaris was een alleraardigst men8ch en zijn kantoor oen heel prettig vertrek 1 Langzaam ging Paul de trap af, do straat op en wandelde, in plaats van oen rytuig te nemen, het trottoir langs, recht vooruit, den geest verloren in allerlei droome- ryen, waarin de meest verschillende personen en zaken zich door elkander mengden: mynheer Ambroult met zyn kleine, tranende oogjes, mevrouw Ambroult in haar rolstoel, mynheer Choulin, Jean De Lafougeraie, do berinnering aan gebeurtenissen uit het ver leden, gissingen betreffende de toekomst. Hy wist zelf byna Diet, waar hy heenging, totdat by reeds verscheiden straten was door- geloopen en een hoogen muur voor zich zag, waarboven de toppen van eenige boomon uitstaken. Daarna bleef hy even staan voor een wyde koetspoort, die zorgvuldig was gesloten. Het kwam niet by hem op aan die deur aan te kloppen, maar by vond er een Z9ker genoegen in met er naar te kyken en by zicbzelven te zeggen: „Dat is het gebouw. Hier woont zyi" En dadeiyk daarop voegde hy er by*. „Maandag zal ik haar terugzien." (Wordt vervolgd^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 1