van een boer huiswaarts keerde, wien hy het
meel had thuis gebracht.
Een staaltje van hun onbehoorlijke gedragin
gen trof ons dezer dagen weder in de „Raag-
sche Sprokkelingen" van het Vtrechtsch
Dagblad.
In verband met het spoedig weer betrekken
der leeggekomen hulzen van geringen huur
prijs lezen wy daar
„Voor de Z9er vermogendan schijnt daaren
tegen in den lateren tfld wat ai te reol te
*tJn gebouwd. (Op „Duinoord" byv. staan
eenige zeer mooie groote huizen al eenige jaren
onbewoond.) Maar dat komt van den belasting
druk, niet waar? Eet Dagblad verzekerde
't nog weer eens, al maakte een bericht m
dezelfde kolom van het blad, dat iemand aan
„Armenzorg" zoo miar extra ineens ƒ1000
gaf, daarentegen oen eenigszins vreemd en
voor anderen dier „zwaargedrukten" vry be
schamend effect."
Wezeniyk, het wordt allengs even moaiiyk
voor de meergegooden, om aan de hua gesteUe
eischen te voldoen, ah bet den molenaars
werd om de wandelaars, die hen tegenkwamen»
te bevredigen.
De inkomsten verminderen voortdurend, de
belastingen stygen steeds, de feitelijk gedwon
gen of ongodwongen tydragen en inschrijvin
gen voor allerlei nuttige (of nuttelooze] doel
einden nemen met den dag toe, en daarby
wordt er in alle standen een lovenswQze
gevoerd, die verreweg de moeste menscben
boven hun krachten verteren doet.
Wil men aan al die fraaiigheden niet mee
doen, dan is men óf schriel, óf kaal, óf men
heeft klappen gehad; een reputatie, waarop
het meerendeel der menschen al erg weinig
gesteld is.
Tracht men dan, oa bot evenwicht te her
stellen, op bet grootste gemak wat ter wereld
bestaat, een ruime en comfortabel© woning,
te bezuinigen hetgeen op de altaren van ver
toon en fashion o, dat verwenschte
„f a t s o e n", dat ons ons zeiven naar anderen
doet verknippen! ten offer moet gebracht,
dan wordt men spottend „zwaargedrakt"
genoemd.
En is er dan iemand, die toevallig eens niet
awaargedrukt is iemand zonder kinderen
bijvoorbeeld, dij tot een hoog en rentegevend
ambt wordt geroepen en 1000 niet slechts
wil, doch ook kan afzonderen ten behoeva
van minder bevoorrechte standen, dan beet
zulks te maken.... „een eenigszins
vreemd en voor anderen dier zwaar-
gedrukten" vrff beschamend effect".
Wezeniyk, de logica by dit betoog is verra
te zoeken, maar het is niet tegen bet gemis
daaraan, dat wjj in verzet komen. Het is
tegon den geest van ophitsing, welke, z($
bet uit de verte, daaruit spreekt, en die hoe
langer hoe meer baan breekt in do kolomrnen.
van vele bladen. Eou goest, dh, al h h(J er
zichzelf wellicht nijt V3n bewust, verwant
ja aan het: „Kapitaal ij diefstal" en die er
bard aan medewerkt om de hen met de
gouden eieren te slachten.
XJit Transvaal.
VII.
In de duisternis bu'ten was niets toonder-
scheiden dan af en toe een seinlicht, zoodat
we als vanzelf bet meest onzo aandacht
bepaalden by ons reisgezelschap. Het was
een gewichtige vraag voor ons: „wie zyn ze
met wie we eenige dagen in zoo'n klein
hokje zyn opgesloten De een met z(jn
knjjpglas in het oog, een geruit kostuum
zeker een rooinek; de an lere met dat donker
getint gezicht, zwarte haren en levendige
oogen bad het meest weg van een Franschman,
die door de sterke bitte in Afrik i een beetje
ingedroogd was; nummer drie maaktedadelyk
een aangenamer indruk. Hy was minstens
even gewichtig als de twee voorgaande samen,
had by een lengte van zes voet esn geëven-
redigde dikte, een eenigszins gebruind, maar
toch blozend gezicht en toonde, dat de arbeid,
waarvan zjjn vereelte banden getuigden, h;m
zQn vrooiykheid niet ontnomen had.
Hij was de eerste, die de stilte (als daarvan
in een ratelenden trein sprake kan z(jn)
afbrak. „Nou zal ons eerst zien, of ma haar
bes bet gedoen," zei hy, terwQl fcy een wit
teenen mandje voor den dag baalde en opende.
Al in zichzelven pratende, plaatste hy den
inhoud voor zich na, eerst oen h3gtlwit servet
op het tafeltje uitgespreid tj hebben. Twee
geëmailleerde bordjes, twej als zilver blinkende
vorkoD, mes, zilveren beker, twee trommeltjes,
het een met gesmeerde snoetjes brood, het
andere met ballotjes gehakt, gaven m(J don
indruk, dat ma haar werk rogalgo?d gedaan
had, vooral toen ik bemerkte, dat het mandje
ook nog een goede boeveelheid gekookte
eieren en al wat noolig is om ze smakeiyk
to kuonen verorberen bevatto.
Toen alles klaar was, bordjes, vorken,
messen, enz. nog eens extra geïnspecteerd,
noodigde hy met een vrooiyk gezicht ons uit,
met hem samen te eten en eens te beoordeelen,
hoo z|jn ma van een mè, dat gisteren nog
leefde, van morgen vroeg gehakt had klaar
gemaakt. Zoo was het g03prek geopend en
maakten we nader kennis met elkiar. Hot
was in het begin een beetje lastig om elkaar
to verstaan, daar or tusschen hoog-Hollandsch
en Kaapsch-Hollandsch een groot verschil ij,
maar door wat langzamor te spreken on
hier en daar een omschryving tj ge ruiken
konden wfl toch een geregeld gesprek voeren.
Onze twee reisgenooten hadden af en toe
oen oogje over hun Strand Magazine geworpen
•m te luisteren naar geestigogezegden van
onzen Afrikaner. ZD verstonden dus ook hot
Holland8cb. Elndelyk waagds één hunner zich
ook in het gesprek en ten laatste ook de
andere. Voor zoover we konden oordelen,
hadden we ons over ons reisgezelschap niet
te beklagen, li03wel het anders vaak gebeuren
kan, cat men mot een minder gerust hart
medereist naar de diamant- of de goudvelden.
Do vermoeienis deed ons eindelijk als eenparig
besluiten, van onze zitplaatsen slaapplaatsen
te mak-jn. Spoadig was de coupé omgetooverd
in een slaapvertrek, waai er voor zes plaats
plaats vrae, aan elke zjjde drie boven elkaar.
Vcarzichtiglieidshalvehet ik een beenafhangen,
zoodat niemand ons kon naderen of ik. moest
h'rt gewaarworden. Hoe beknopt de ruimte
ojk was en hoe de trein ook ratelde spoedig
waren we in een vasten slaap. Eenmaal
slechts werden we door iets opgeschrikt, dat
ons verdacht voorkwam, maar na een nauw
keurige inspectie van den waggon, gingen
we weer rastlg liggen om niet eer te ontwaki n,
róór de trein met een schok stilhield. Daar
't reeds dag was, konden we na goed de
omgeving opnemen. Het station, waai we
stilhielden, lag te midden van een prachtig
borglandschap. Naar alle zyden woeste, rotsige
bergtoppen; donkere kloven, wonieriyk ver
licht door de nog niet boog staande zon. Even
stapten we uit, om ons door eenige beweging
wat op te frisschen en eenige ververschingen
te gebruiken, waartoe in een kleine tent de
gel.genheid was. Allen deden we een flinken
voorraad vruchten op, vooral druiven en
ananassen, die hier pynappels heeten. 't Was
een grappig gezicht, die bedry vigheid aan den
trein. De meesten toonden zoo duideljjk, er
niet op gerekend te hebben, zoo onverwachts
in hun slaap gestoord te zullen worden, maar
konden zich toch de gelegenheid niat laten
ontgaan, eenige inkoopen te doan en vooral
weer versch water mea te nemen.
Na eenige oogenblikken zette de treii zich
weer in beweging. In het eerst hadden we
genoeg te doen met de grootachheid der
natuur to bewonderen; hoe hooger echter de
zon steeg, des te meer daalde onze bewonder
ring en eindeiyk was de hitte zóó ondraaglyk,
dat niemand meer lust gevoelde het gesprek
te onderhouden. Daarby kwam nog een hevige
dorst, dia niet te lesschen was, daar we
elrchts over een geringe hoeveelheid water
besebikten. Gelukkig, dat de slaap ons een
ogenblikje ocs leed deed vergeten, 's Avo ids
hield de trein weer zóó lang stil, dat ik ook
eenige brieven en briefkaarten kon posten,
's Nachts om ongeveer drie uren werd de trein
aan het station de Aar losgehaakt en het ge
deelte, dat voor Pretoria bestemd was, aan
eeu reeds gereedstaand en trein gekoppeld. We
namen dus afscheid van hen, dia de zeereis
met ons medegemaakt hadden en wier be
stemming de hoofdstad der Z. A. R. was.
Woensdag-morgen te elf uur arriveerden we
te Kimberley, de diamantstad. Hoewel we
ti r op een anderen trein moesten wachten,
hadden we to:h geen gelegenheid de oiimant-
my'njn te bezichtigen, zelfs nitt om een kffkjj
m de stad te nemen. De vreeselyke bitte
dwong ons stilletjes in de wachtkamer van
htt station te biyven tot we te halfem onze
reis konden voortzetten. Da streek, dio we
nu dcorvlogen, was grooteodeels onbewoond
en bestond uit dorre steenachtige vlakten,
hier en daar afgewisseld door min of meer
hooge heuvelruggen. Zoo nu en dan schoten
we een statioa voorby of ontwaarden we hier
en daar hutten van Kaffers. Juist zou o:ze
reis het toppunt van vervelendheid bereikt
hebben, toen ze gelukkig eindigen mocht.
Donderdag-morgen te zes ur.-n stopten we to
Mafeking. Van Maandag-avond negen uur af
tot Donderdag-morgen zas uren opgesloten in
een hokje van eeulge voeten lang en breed,
hevige b tte, gebrek aan drinkwater, af en
toe haastig een gedeelte van een diner of
breakfast aan het een of andere station en
voo: de rest verdroogd brood; aangenaam
zoo'n reis van Kaapstad naar Mafeking l Toch
kan men zich gelukkig achten het nn in
eenige dagen te kunnen doen, waar het nog
niit vela jaren geleden een maand vroeg om
dien afstand met den ossen wag n af te leggen.
Het is een groot verschil of ge aan een
station aU te Amsterdam of Den Haag afstapt,
of aan een station in een pas ontgonnen
wildernis Met eenige planken, een paar balken
en wat zinken phten is gauw een gebouw
in e'kaar gezet. Geriofelyke wachtkamers
zoekt ge er tevergeefs. Het wemelde er van
Kaffers, die nieawsgifrig elke beweging van
ons gadesloegen en zeker hun dienston
aanboden, We konden uit hun taal en gebaren
niot wys worden en wisten niet boe een of
meer uit de velen te kiezen om de bagage
straks weg te brengen. Een boer verloste
ons uit die minder aangename positie door
even te dreigen met zfln zweep, waarop dat
zwarte volkje met de wonderlijkste sprorgan
en onder het uiten van allerlei vreemde kreten
uiteenstoof.
Van een schoolcommissie, die ons zou
afhalen, bespeurden we niets. We vro gen
zoo eens rond maar kwamen niet verder.
Eindeiyk verwees men ons naar een winkel
kort by het station. Daar was een Hollander,
die ons misschien helpen kon. Toen waren
we inofD3 thuis te Mafeking. Nu konden we
ten mi ste ons weer van onze moedertaal
bedienen. Hy verwees ons naar een geschikt
hotel, waarheen we ons haastten de bagage
te laten brengen en waar we ook spoedig
een rustig plekje vonden. Myn eerste werk
was, naar het telegraafkantoor te gaan en
naar Pretoria om inlichtingen te seinen. Na
vele vergeefsche wandelingen naar het kantoor,
ontving ik het antwoordde postkar te nemen
en naar Zeerust te gaan, dóór zouden we
nadere inlichtingen ontvangen. Nu gauw een
plaats bespreken op de poatkar! Mynheer, de
postkar is van morgen voor dagbreek ver
trokken, de oorste gelegenheid gaat eerst
over drie dagen. "ftat nu te doen? Zoolang in
het hotel dio gelegenheid afwachten in een
pond per dag betalen of even naar Dieben
loopen en eon rytuig bestellen? Dit laatste
zou wel het beste zyn geweest, maar zoo ver
heeft Mafeking zich nog niet ontwikkeld.
Geholpen door iemand, dien ik in het hotel
ontmoette, slaagde ik er toch eindc-iyk in, een
te vinden, die ons en twee kleine handkoffertjes
naar Zeerust zou brengen voor de som van
5.10 pd. st. zagge 66 gulden.
Door al die beschikkingen was het donker
geworden, eer ik in het hotel myn in onrust
vuribeefe h
inde vrouw kóü gain terugvinden. Op
weg daarheen, dwalende door straten, dit
me geheel onbekend waren eh waar geon ver
lichting het zoeken vergomakkeiykte, liep ik
nog gevaar gemolesteerd te worden door eeDige
dronken Engolschen, die onder het voorwendsel
van honger te hebben meeeniggeld afhandig
wilden maken. Zoo g09d en zoo kwaad als
het ging hield ik ze bezig tot ik het hotel
gewaarwerd en gaf hun toen te kennen, dat
ik geen geld te missen had en hen ni.t
helpen kon. 't Scheen echter hun plan niet,
zich met een kluitje in het riet te laten sturen.
Kijkjes in en om Leiden.
XII.
Gaven wy een der vorige weken een afbeel
ding van het „Zwaantje", wy willen niet
nalaten er thans ook een aan te bieden van nog
en toon, lieten zich niot onbetuigd in het doen
verryzen van de noodige villa's aan het strand.
Hier mag niet onvermeld biyven wat 4©
burgemeester van Katwyk, de heer T. A. Q.
Do Ridder, gedaan heeft voor Katwyk ook
als badplaats.
Ten eerste het aanleggen van de Wassenaar-
90root Badhotel" te Katwijk aan-Zee.
een ander der oudst j Katwyksche hotels, het
Groot Badhotel" met zyn flinke gelegenheden
om er te logeeren en zyn ruim terras, waar
bet op zoele zomeravonden zoo aangenaam
straat in haar tegenwoordigen staat als zee-
boulevard; dan van de Burgersdykstraat, zynde
een prachtige verbindingsweg van hot oude
dorp met h6t nieuwe gedeelte, dat heofdzake-
Villa Lavinia.
is er van de gezonde zeelucht te genieten of
er by het ondergaan der zon de meermalen
prachtige, als in goud gehulde Juchttaferoelen,
met hun velerlei phantastische voorstellingen,
te bewonderen, een
niet na te bootsen too-
neel als 't ware, dat
den toeschouwer in
verrukking brengt en
men alleen aan h6t
strand, waar men
Aurora langzaam ach
ter den horizon ziet
verdwynen, in al zyn
grootschheid kan gade
slaan.
Intus'chen zyn da
gelegenheden om te
Katwyk te verblyvon,
in de laatste jaren in
aantal belangryk toe
genomen.
Wanneer we over
Katwyksche gebou
wen en villa's sprekon
is meestal de heer H.
J. Jesse, architect te
Leiden, aan het werk
geweest. Mtn kan 't
al op een afstand zien
aan de groene kleur en
de symbolische wind-
wyzer3 in den vorm
van een zeearend, een
zwemmen den badgast,
een meermin en der-
geiyke.
Behalve de verhuurd wordende villa's
bouwde de heer H. A. Van Beuningen te
Utrecht de eerste eigen villa op den hoek
van deWa8senaar-Btraat en Burgersdy# straat;
daarna de heer C. Goekoop, te Leiden, daar
vlak tegenover, welke villa's weldra door
meerdere zullen gevolgd worden.
De heeren Jan De Best en Kruyfc, vader
lyk al« badplaats geëxploiteerd zal worden
in den vorm van villaterrein, terwyi de achter
gelegen terreinen reeds nu met gezonde
visscherswoningen bebouwd worden.
Villa Oreta en Villa Sofia,
Wanneer we nu nog zeggen, dat de Wasse-
aar-straat wellicht nog vóór het badseizoen
vin af „Hotel du Rhin" tot aan de uit
wateringsluizen zal worden doorgetrokken,
dan voorzeker staat Katwyk bovenaan in de
ry der Noordzee-badplaataen zoowel om het
strand als om den prachtigen zee-boulevard.
Een Franschman over onze Koningin!
Geerge Vanor, die onlang» iu ons laod voor
verschillende afdeelingen van do „Alliance
Fran^aise" gecauseerd heeft, geeft nu in den
„Gil Bias" enkele aanteekeningen over Hol
land. Na een inleiding over de werken van
Cornelis Troost, geeft hy enkele zeer eigen
aardige byzonderheden over Nederlandsche
journalistiek en begint dan plotseling een
enthusiasten lof van Koningin Wilhelmina.
O, die lieve kleine Koningin, die in alle
Hollandsche harten gekoesterd wordt! rospt
hy uit. Drie jaren geleden heb ik Haar be
wonderd, bevallig en ernstig, met hit liave
voorkomen van klein meisje, dat een groote
Koningin zal worden. En nu heb ik Haar
teruggezien als een dame, die, o, zoo goed de
waarde van een glimlach kent, als er een
vreemdeling voorbygaat, en van twee glim
lachjes, als die vreemdeling een Franschman
ij.
Vanor vertelt van Hare populariteit. Hy
zag Haar beelteni3 in alle winkels en op
allerlei snuistery'en. En in den circus te Rot
terdam heeft hy den bioscoop zien vertoon en.
Toen ten slotte het reusachtig portret van
Koningin Wilhelmina op het dosk geworpen
werd, brachten de drie duizend bezoekers Haar
een betooging, zóó innig-harteiyk, dat het
my toeleek een volk te zien van Ruys-Blas,
innig gehecht aan zyn koningin.
Hy heeft Haar gezien in het Haagsche
Bosch, mennend een vierspan met de zeker
heid van een Romeinschen wagen voerder.
Haar rytuigje rolde tusschen de booraen, hoog
en slank als pilaren in een tempel, van dit
kl.ine boscb, ontbladerd door den winter, en
een zachte zon beglan3de de wegen als om
een feest van het bezoek der Komnginne te
vieren. Voor do morgenwandelaars ging Zy
heen als een belofte van geluk, als een zonna-
verscbyning, die zich verloor in de stille
diepten van het woud; lachend visioan van
een moderne Diana, die morgen gekroond
wordt
Vanor8 Fransch hart is beklemd by de
gedachte aan de mogeiykheid, dat een prins
uit Duitschland het Doornroosje wekken
zal I14. -K-)
Gemengd Nieuws.
De redenen waarom het bestuur
der Coöperatieve Brood- en Banketbakkery
van „Eigen Hulp" te 's-Gravenhage genood
zaakt werd om weder tot de Invoerlag van
den nachtarbeid te besluiten, werden aan de
gedelegeerden der beide zuster vereenigio gen,
„De Hoop" en „De Volharding", medegedeeld,
die met ernstig leedgevoel moesten consta-
teeren, dat onder de bestaande omstandig
heden door bet bestuur niet andere mocht
worden gehandeld. Do hoofdreden is aeze:
Niettegenstaande de algemeene vergadering
hèrbaaldeiyk heeft aangedrongen op afschaf
fing van den nachtarbeid en verleden jaar
bet desbetreffend bestuursbesluit toejuichte;
niettegenstaande door tal van leden bewyzen
van instemming mtt dat besluit werden ge
geven; niettegenstaande het brood bleef van
do meest uitstekende qualiteit en dan ook
algemeen wordt geroemd; niettegenstaande
het ledental voortdurend stygend bleef, deed
zich, en in steeds sterker mat?, het ver-
schynsel voor, dat de leden by anderen zich
gingen voorzien van „versch" brood en alleen
uit oen soort van resteerend plichtsgevoel af
en toe zich nog wel een „oudbakken" broodje
van hun eigen bakkery lieten welgevallen.
O. a. blykt uit de volgende cyfers: in de
laatste wesk vóór de afschaffing van den
nachtarbeid bedroeg het brooddebiet f 606
en in de laatste week van December 1897
ƒ584, een achteruitgang dus per week van
22. In dien tyd (van Juni tot uit. December)
zyn de broodpryzen tweemaal verhoogd, bet
geen de gewone ontvangsten moest vermeer
deren (per week) met f 75. Het aantal leden
is in ditzelfde tyd vak toegenomen met circa
100, zoodat het brooddebiet had moeten ver
meerderen met gemiddeld (per week) 200.
Zoodat door afschaffing van den nacht
arbeid het geheele brooddebiet met een derde
is achteruitgegaan.
Vry vlug en vry zeker zou dus de brood»
bakkery baar ondergang te gemoet zyn ge-
sneld, indien de toestand laDger zou zyn
gehandhaafd. "Waar zy tot de afschaffing van
den nachtarbeid overging, om met de beide
zusterverenigingen steun te verschaffen aan
de beweging dor bakkersgezellen, ten einde
algemeen tot die afschaffing te geraken en
dezj beweging door de schuld van de bakkers
gezellen, die niet als één man het nachtwerk
weigerden, mislukten, daar mocht het bestuur,
naar het meende, niet langer voortgaan
den ingeslagen weg.
Eigenaardige, opvallende ziekte-
verscbynselen zyn in de 3de klasse van een
meisjesschool te Braunschweig voorgekomen;
tot nog toe zyn 14 leerlingen ziek. D. r
echynselon zyn de volgende: het kind heeft
eerst hoofdpyn, dan rilt het geheele lichaam,
het hoofd zinkt op éd bank, de ledematen
worden styf en het zieke kind is niet meer
in staat alleen to loopen. By enkele leerlin
gen kwamen zelfs naar het scheen epileptische
krampen voor, zoodat de zieke meisjes naar
huis gereden mooston worden. UD.)
Een aardig buitenkansje is te
Assen den agent van politie 2de kl. (nacht
wacht) Vos ten deel gevallen. Terwyl hu op
surveillance was aan den Beilerweg, hoorde Ly,
dat iets tegen een lantaarnpaal aankwam en
daarna tegen een boom en vervolgens hoorde
hy een plof op den grond. Het bleak, dat een
wilde gans door den mist den koers was kwyt
geraakt. De vogel was den agent een welge
vallige arrestant (-4a?. Cl,)