Is, 11625.
„fleMederlaudsch Tooneel,"
Maandag W Januari.
A°. 1898
feze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van don- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit DRIE
Bladen.
Het Offerlam,
Leiden, 15 Januari.
Feuilleton.
Zün laatste wil.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANTS
Vöor Leiden per 8 maanden. f 1.10.
Franco per post 1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER AD VERTENT IEN
Van 1-6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0. 17|. - Groot*,
letters naar plaatsruimte. Voor het incaseeeren buiten tte stad
wordt f 0.05 berekend.
Versie Blad.
Koninklijke Vereeniging
Gisteren deelden wy mede, dat do Konink
Ipke Vereeniging „Het Nederlandach Tooneel"
Woensdag 19 Januari
albier in den Schouwburg zal opvoeren
Klucht iu drie bedrijven,
vertaald uit het Duitsch van Oscar Walther
en Leo Stein.
Het moet een allergrappigst stuk z(jn, te
oordeolen naar hetgeen het „Nieuws van den
Dag" er van schrijft. Men leze slechts:
„Zsvartgalligen, neuswijzen, ontevredenen,
slecht gehumeurden, izegrincmen, de geheele
phalanx veivelondo en pruttelende menschen
kunnen geiez'-ng vilden, indien z(j zich opma
ken naar den Sta ssc ouwburg, om daar, in
et n paar uur, het leven en de daden van
Het Offerlam te zien.
„Als blijmoedige menschrn zullen al deze
onaangename individuen thuiskomen, geheel
„vermaakt".
„Men moet plotseling voor al die grollen
en potsen komen, om heeler hart te lachen.
Want gelachen is er gisteravond zoo hartelijk
als mrn maar denken kan. Men zou onver
beterlijk zwartgallig moeten zifn, om zich b\j
d zei tqdverdrQfskunst niet te vormakeü."
Men ziet, dat zal wel pakken!
Maandag-avond
vindt men in het Leiisch Dagblad het Bewijs,
waarop alléén de kaarten worden afgegeven.
De prijzen moeten, wegens de hcogere eischen,
door do Kon. Vereeniging gesteld, zijn als
volgt:
Loges en Baig oires f 1. Parterre 60 Cts.
Galerij 25 Cts.
Plaatsbespreking aan ons Bureel verplich
tend voor Loge, Baignoire en Parterre 10 Cts.
en voor do Galerij miet verplichtend) 5 Cts.
extra.
BV* Abonnés binnen en buiten Leiden kun
nen van heden toi Maandag-middag klokslag
vier uron schriftelijk of er telephoon plaatsen
bespr» ken tegen vergoeding van 20 Cents
bespreekgeld per plaatsonder voorwaarde,
dat de genomen plaatsen in den loop van
Dinsdag op het daarvoor besten de Bewijs
worden afgehaald en betaald.
De plaatsen worden dan zooveel mogelijk
volgens in het schrijven uitgedrukt verlangen
en naar volgorde besproken.
en de door den heer H. J. Jesse, archi
tect, gehouden aanbesteding, is het verbouwen
van perceel Hoogewoerd No. 179 gegund aan
den heer B. M. H. Keiler, aannemer alhier.
Het vaandel, dat deze week de lieder
tafel „Arion" werd aangeboden, is gedurende
enkele dagen ter bezichtiging gesteld bij den
heer Van Ewijk, behanger aan de Breestraat.
Van den roman van Marie Corelli„The
Sorrows of Satan" zal een Nederlandsche
vertaling verschijnen in den boekhandel en
drukkerij voorheen E. J. Brill, alhier.
Mogelijk kan het z(Jn nut hebben te
wijzen op het navolgende:
Voor zoover men in de personeels belasting
was aangeslagen, moest men, om in 1897
kiesrecht te erlangen, den aanslag in die
belasting over het dienstjaar 1895/96 hebben
betaald. Dit zal menigeen aanleiding geven
tot de veronderstelling, dat men nu zijn aan
slag over het dienstjaar 1896/97 moet betaald
hebben.
Dit belastingjaar komt echter geheel niet
in aanmerking. Volgens de nieuwe wet op
de pereoneelo belasting loopt het dienstjaar
van 1 Januari 31 December. Wil men dus
dit jaar van kiesrecht niet verstoken zijn,
dan moet de aanslag over 1897 vóór 1 Februari
a. s. betaald wezen. Betaalt men na dien dag
zjjn aanslag in gemelde belasting, dan moet
men, om zicb van het kiesrecht te verze
keren, het gequiteerd aanslagbiljet vóór den
3den Maart a. s. aan den burgemeester zijner
gemeente vertoonen.
Betaling na 1 Maart blijft voor het kies
recht buiten aanmerking.
Teylere Tweede Genootschap te Haarlem
heeft voor 1898 de volgende prijsvraag uit
geschreven
lo. Een zoo volledig mogolijko, naar tijds
orde gerangschikte, beschrijvende catalogus
van de teekeningen van Rembrandt, zoowel
van die, welke reeds in lichtdruk of op andere
wijze zijn gereproduceerd, als van de minder
bekende, die zich in openbare en particuliere
verzamelingen bevinden
2o. Een juiste beschrijving van de voorstel
ling, van de wijze van uitvoering met
opgave van de afmetingen en van het
onderling verband, dat er bestaat tusschen
de teekening en andere teekeningeD, etsen of
schilderijenzoo mogelijk ook met vermelding
van den tijd, waarin zij is vervaardigd, van
de verzameling, waarin zij zich thans bevindt
en vroeger heeft bevonden, en ran de repro-
ductiön, die er vaD gemaakt ziJo.
Aan dezen catalogus moet voorafgaan een
inleiding, die handelt over Rembrandt'e wijze
van teekenen in zijn verschillende perioden
en over de voornaamste verzamelingen, waarin
in den loop der tijden teekeningen van zijn
hand zijn voorgekomen.
Do prijs voor het best en voldoend ant
woord bestaat in een gouden eerepenning, op
den stempel des Genootschaps geslagen, ter
innerlijke waarde van ƒ400, waarbij, als
buitengewone toelage, een som van f 400
zal gevoegd worden, tot tegemoetkoming in
de onvermijdelijke kosten, die aan een juiste
beantwoording van de vraag verbonden zjjm
De verhandelingen moetenen de Fransche
taal, vooral goed leesbaar, geschreven zijn.
De volledige uitslag van het onlangs
te '8-Gravenhage gehouden examen voor
adspirant-verificateur bi) '8 Rjjks belastingen
is, dat geslaagd zQn de jongelieden W. Bouman,
J. Draak, J. H. B. Logeman, J. H. S. Ver-
nède, K. Hoogerwerff, P. ThiJssen en J. H.
F. Bekkers.
De nieuwbenoemde minister van marine,
jbr. Röell, heeft zich, na door Hare Majesteit
te zijn beéedigd, hedenochtend naar zijn
departement begeven, alwaar aanwezig was
de generaal-majoor Eland, tijdelijk minister
van marine, die hem de portefeuille beeft
overgedragen. Te halfelf ontving de nieuwbe-
noemdo minister de militaire en burgerlijke
chefs van de diensten en afdeelingeD, die aan
hem werden voorgesteld.
Naar aanleiding van het feit, dat bij
een der corpsen infanterie zich het geval
heeft voorgedaan dat bij een oefening in het
schieten met patronen tot kamerschietoefenin
gen de met het onderricht daarin belaste
officier door een zijwaarts van den grendel
uitgeworpen metaalsplinter, afkomstig van de
huls, aan één zijner oogen is verwond ge
worden, met het gevolg dat dit oog is moe
ten worden uitgenomen, wordt, ter voor
koming van dergelijke ongevallen, door den
inspecteur der infanterie den onderwijzer er
op gewezon om niet meer rechts vóór en
dicht by den schutter plaats te nemen.
Het bericht van „Het Nieuws van den
Dag" omtrent het schrijven, dat de hoofden
onzer missiën in het buitenland vanwege H.
M. de Koningin Regentes ontviugen, vult de
berichtgever aan dat blad volgenderwijze aan:
Zooals ik u bereids seinde, wenscht Hare
Majesteit de Koningin geen vreemde vorsten
bij Hare kroning te ontvangen. Ik kan n
wat meer uitvoerig hieromtrent berichten en
wel, dat aan al onze vertegenwoordigers een
schrijven namens H. M. is verzonden, inhou
dende den last van de Regeering, waarbij de
betrokken gezant is geaccrediteerd, uitdrukke
lijk te doen weten, dat 't geenszins in de
bedoeling van Hare Majesteit ligt -van de
plechtigheid Harer kroning een buitengewone
gebeurtenis te maken, grooter en officiöeler
dan die van wijlen Koning Willem II en
Koning Willem UI. H. M. wenscht Hare kro
ning beschouwd te zien als een plechtigheid,
die alleen plaats heeft tusschen Haar en hot
Nederlandsche volk, en geeft daarom den
wensch te kennen, dat de regeeringen noch
door haar vorsten, noch door buitengewone
gezantschappen bi) deze plechtigheid uit-
genoodigd zullen zijn.
Bfi koninklijk besluit is benoemd tot
plaatsvervangend voorzitter van den Raad van
beroep voor de vermogensbelasting te Middel
burg, mr. J. M. Isebrée Moods, te Zieriksee;
tot plaatsvervangend voorzitter van den Raad
van beroep voor de personeels belasting te
Middelburg, mr. C. Lucasse, te Middelburg.
Onder den titel „De leerstoel in huid
ziekten", aan de Amsterdamsche Universiteit,
bevat het „Hbl." het volgende ingezonden
stuk van dr. I. Van Os:
In het „Alg. Handelsblad" van 27 Nov.
jl. deelde ik de geruchten mede, die omtrent
de vervubing van de vacature-Van Haren
Noman ,in omloop waren. Die geruchten zijn
sedort vermeerderd en aangevuld. Ook daar
omtrent z{j het mij vergund een en ander
mede te deelen.
Kort na den dood van prof. Van Haren
Noman werd diens poliklinische assistent
uitgenoodigd voorloopig als hoofd der afdee-
ling huidziekten, enz. op te treden en het
onder wijs in die vakkon te willen geven. Aan
dat verzoek werd bereidwillig voldaan, en dat
zQn onderwijs ten genoegen der faculteit
was, bleek uit de toelating van bedoelden
persoon in het voorjaar van 1897 tot privaat-
doceat Na werd in November j.l. een tweede
privaat-docent toegelaten (iets, dat inmiddels
aan eenige dermatologen geweigerd was) en
daarop verschenen de diverse modedeelingen
in de dagbladen en de adressen aan den Raad,
waarbfi dat van 175 te Amsterdam prakti-
zeerende medici, aan wier spits eenigen der
meest tekende en geachte geneeskundigen
hebben getoekend.
Ondertusschen is de nieuwe privaat-docent
in huidziekten opgetreden als intern assistent
eener chirurgische afdeeling (een betrekking
die hy ook reeds vóór zijn eensklaps opge
komen belangstelling in huidziekten had waar
genomen).
Be Joelde chirurg privaat-docent in huid
ziekten geeft nu onderricht in een groep van
gebreken van zuiver chirurglschen aard, maar
door leeken wegens het gelijkluidende der
namen vaak verward met huid- en geslachts
ziekten.
Volgens de laatste geruchten zou nu by
de faculteit bet voornemen bestaan en reeds
gedeeltelijk tot uitvoering zijn gekomen, om
onder den drang tot vervulling van den leer
stoel in huidziekten, voorloopig een lector
ia die vakken aan te stellen.
Maar ook hiervan moet men aannemen,
dat het niets moer dan een gerucht is; anders
toch zoude men de faculteit moeten verdenken
van langs slinksche wegen te willen bereiken
wat haar laogs den koninklijken weg niet
gelukken zal.
Immers, het leekenpubliek, waaronder ik
zoo vrij ben in deze ook de meerderheid van
den gemeenteraad te rekenen, zal allicht den
ken, dat die benoeming tot lector slechts een
overgang is om later dien lector tot professor
te bevorderen. Ieder echter, dioook maar eeniga-
zins met de goschiedenis der Amsterdamsche
Universiteit bekend is, weot dat slechts één
enkelen keer zulk een „verhooging van rang"
(de uitdrukking is van een sinds overleden
lector, wiens verzoek om tot professor benoemd
te worden, geweigerd werd), heeft plaats gehad,
en dat wie eeos lector is, zeer weinig kans
heeft ooit hoogleeraar te worden.
Ie het nu te verwonderen dat de booze
wereld denkt dat het hoogleraarsambt ook
vorder nog wordt opengehouden voor een
gunsteliog, dat het de bedoeling wel eens
kon wezen den nieuwen privaat-docent (mis
schien een uitmuntend chirurg, persoon-
lijk ie b (j my ten eenenmale onbe
kend) later toch tot professor te benoemen,
zeggende dat hjj reeds geruimen tjjd onder
wijs heeft gegeven in bovenbedoelde ziekten,
maar verzwijgende dat hij van de zoo uiterst
moeilijke praktijk der huidziekten maar bitter
weinig ondervinding heeft?
Te Utrecht is gisteren in den ouderdom
van 86 jaren overleden jhr. mr. J. S. Godin
de Pesters.
Naar het „Hbl." uit goede bron zegt te
vernemen, is de benoeming van kapelaan
Thompson tot hoofd-redacteur van „De Maas
bode" ditmaal geschiedt door den bisschop
van Haarlem, op verzoek van de eigenaars
der courant, die gaarne eenen geestelijke aan
het hoofd hadden. De benoemde is de zoon
van den aftredenden redacteur:
Door den heer D. Couwenhoven. directeur
van de kapel van bet 8ste regiment infanterie
te Arnhem, is als zoodanig ontslag gevraagd.
Het bestuur der tooneelvereeniging
„Aduindo", te Amsterdam, verzoekt ons te
willen mededeelen, dat de speciaal-secretaris
de heer S. v. d. Kar, door onvoorziene om*
standigheden is afgetreden en als zoodanig ia
benoemd de beer Jos. Van Santen, Rapen*
burgerstraat No. 183, aldaar, en dat daardoor
de inschrijvingen voor den tooneel wedstrijd
voor N.- en Z.-Nederland, te houden 30 April,
7, 14, 20 en 28 Mei in Maison Stroucken, z(jn
opengesteld tot 22 Januari.
Door de Ver. tot bevord. v. h. Vreemde*
lingenverkeer zijn beschikbaar gesteld: een
zilvtren en een bronzen modaille, als toegift
voor buitenlandsche vereenigingen, indien deze
bekroond worden, anders voor de lste en
2de prijswinnende vereeniging. In den eere-
wedetrijd kunnen nu alle bekroonde vereen!-
gingon mededingen; in pints van één zjjn
nu drie eerepryzen daarvoor beschikbaar.
De Koninkiyke Maatschappij „De Melo*
manen," te Geut, scbryft een grooten inter
nationalen zangkampstryd uit, ter gelegenheid
van haar 60 jarig bestaan, op 17 en 18 Juli
a. s. (Gentsche kermis).
Al de ZdDgmaat8chappyen van België, ons
land en van den vreemde zullen op dezen
kunststryd uitgenoodigd worden. Diengenen,
welke op bet einde dezer maand geen uit-
noodiging mochten ontvangen hebben, wordt,
verzocht zich te wenden tot den heer B. D»
Cuyper, onder-voorzitter der voornoemde Maat-
schappy, Statiestraat 21, te Gent.
Heden wordt het pantserschip „Zeeland"
naar Vlissingen gesleept, om de by het
proefstoomen bekomen schade, die vry belang
rijk is, te horstellen.
Koudekerk. Het dient gezegd te worden:
Het bestuur van ons Nutsuepartement wendt
alles aan, om de vergaderingen zoo nuttigen
aangenaam mogeiyk te maken. In de deze week
gehouden bijeenkomst hield prof. dr. Jan Ten
Brink op de hem eigen wyze een causerie
over het laatste groote gedicht onzer middel-
eeuwsche literatuur „Der Minnen Loep."
Wie den hesr Ten Brink eens gehoord heeft,
gaat hom ook hooren voor don tweeden en
28»
Z(j bief het hoofd op en zag hem aan met
wijd geopende oogen, waarin zulk een verba
zing wrs te lezen, dat hi] begreep een groote
dwaasheid te hebben gezegd, en stamelde:
„Vergeef m\iik meendeik ver
beeldde mvj, dat mijnheer De Lafougeraie
„Wat?"
„Uw bruidegom was."
Een hevig rood bedekte de wangen van
Frangoiso.
„Hoe?" sprak zij. „Heeft Jean het u dan
niet go'.egd? Weet gij niet, dat ikzrin zuster
bjn
„Ril zpn zuster?" herhaalde Paul. „Gij,
juffrouw Ramirès, de zuster van Jean De
Lafougeraie?"
Hij streek met de hand langs zijn voor
hoofd. Hot geval werd hoe langor hoe onver
klaarbaarder. Al zjjn vorige veronderstellingen
moest bij opgeven, en hjj wist niet meer wat
er van te denken.
„Ramirès is mijn naam niet, het ie de
naam mijner moeder," verklaarde Frangoise
mot een fiere beweging van het hoofd. „Ik
heetik moest heeten Frangoise De Lafou-
geraio. Ik meende, dat mijn broeder u alles
uitgelegd had!"
„Hij heeft het willen doen, mejuffrouw, toen
hij mjj de honderd duizend franken ter hand
stelde, die hy voor u bestemd had. Da dood
heeft hot hem echter verhinderd, en mijn onwe
tendheid is de eenige oorzaak, dat ik zoo lang
heb moeten zoeken om u te vinden, van al
mijn onhandigheden, evenals van deze laatste
vergissing."
„Dan ben ik u de opheldering verschuldigd,
welke mijn broeder u niet heeft kunnen ge
ven," viel Frangoise hierop in. „Ik zal ver
trouwen in u stollen, gelyk bij het gedaan
heeft. Daarby zal het mij tot troost zjjn, u
over hem te kunnen spreken, u te mogen
zeggen, wat bij voor mjj gedaan heeft. Be
denk, dat ik al die dagen, gedurende welke ik
hem beween, slechts hem voor oogen heb
staan en zyn naam zelfs niet kan uitspreken
in de tegenwoordigheid van anderen."
Frangoise hield baar zakdoek voor de oogen.
Op dit oogenblik waren zij al wandelende ln
de nabijheid gekomen van de bank, waar
Manuel zat, en mijnheer De Rouverand be
merkte, dat de SpaDjaard hem dreigend aan
blikte, als stelde bjj hem verantwoordeiyk
voor do tranen van het jonge meieje en als
hield hy zich gereed bij het eerBte teeken
op hom los te springen.
Zy keerden terug. Klaarbiykeiyk wachtte
Frangoise met voort te gaan, tot zy zich op
eenigen afstand van haar neef zou bevinden,
en Paul maakte van deze oogenblikken
gebruik, om haar met aandacht te beschou
wen. Hy had zich den vorigen dag niet
bedrogen, toen hy een vage gelykenis meende
te bespeuren tusschen haar trekken en die
van Jean. Zy geleek op haar broeder, in
zooverre als een jengdlg wezen, vol leven en
gezondheid, kan gelyken op een doode. Zy
had zyn oogen, zyn blik, de zachte uitdruk
king van zyn gelaaten zuiver, gezond, warm
bloed kleurde haar doorschynende huid en,
tenger als zy was, verried haar goed geêven-
redigde gestalte kracht en lenigheid. Haar
tegenwoordige toestand van lyden, van zwakte
had zyn oorsprong in den schok, waardoor
haar geest was getroffen; lichameiyk was
*y niet aangetast, en Paul begreep waarom
er by haar geen spoor was te ontdekken
van de verschrikkelyke kwaal, die Jean Do
Lafougeraie van moederskant had overgeërfd,
toen zy hernam:
„lk ben slechts de halfzuster van Jean,
de dochter uit zyns vaders tweede huwelyk."
Zy aarzelde even en ging toen moedig
voort:
„Dat tweede huwelyk ia geheim gehouden.
Myn moeder was een vreemdelinge, een
Creoolsche van Porto-Rico, zonder afkomst,
zonder fortuin. Myn vader vreesde het mis-
noegen zyner familie, de aanmerkingen zyner
vrienden, en daarom is hy, zonder dat iemand
er iets van wiet, naar Spanje gegaan, waar
hy zich kerkeiyk in den echt heeft laten
verbinden. Daar een dergelyke verbintenis in
Frankryk voor de wet niet geldig is, zou hy
hier nogmaals burgerlyk hebben moeten
huwen. Dat is evenwel om verschillende
redenen uitgesteld.
Myn arme moeder is by myn geboorte
overleden, en toen heeft myn vader het
onnoodig geoordeeld den atand van zaken
openbaar te maken. Hy is naar zyn vaderland
teruggekeerd, heeft zyn oude laven hervat,
terwyi by my by myn oom Ramirès liet, den
brooder myner moeder, by wien ik tot op
zevenjarigen ouderdom ben gebleven. Myn
oom was goed; hy hield veel van my, maar
myn tante maakte my het leven ellendig.
Zy leidde dat zwervend bestaan, waarvan ik
altyd een afkeer heb gehad.
In huis hoorde men niets dan twieten en
vielen er tooneelen voor, die my echrik aan-
joegen. Sancho ia altyd slecht voor my
geweest. Daar hy eenige jaren ouder was dan
ik, maakte hy misbruik van zyn kracht, om
my te mishandelen. Eens, dat Manuel er niet
by was, heeft hy my byna geworgd. Toen
heeft myn oom my hier te Fau, waar wy
juist vertoefden, op de kostschool gedaan,
waar ik tien jaar gebleven ben. Daarna is
myn som vertrokken, om niet terug te
keeren."
„Maar.... mynheer uw vader?" kon Paul
zich niet weerhouden te vragen.
„Myn vader!" antwoordde Frangoise niet
zonder bitterheid. ,Myn vader heb ik nooit
gezien I"
Doch dadeiyk daarop hervatte zy, als om
do beschuldiging te verzachten, welke zy
daareven had uitgebracht:
„Be zou hem slechte tot laat hebben ver-
strekt Myn tegenwoordigheid zou hem mis-
echien groote onaangenaamheden op denhals
hebben gehaald. Hy leefde in de groote
wereld en had veel omhanden. Eindeiyk is
hy getroffen door geldelyke vorliezen, door een
langdurige ziekte. Dat alles beeft hem van
my verwyderd gehouden. Ik heb niet geweten,
wat bloedverwanten waren, wat liefde en
toewijding beteekenden, dan op den dag,
dat ik myn broeder Jean leerde kennen."
Toen zy dien naam uitsprak, klonk haar
stem onbeBChryflyk zoet en teeder, on het
was meor voor haar zelve dan voor haar toe
hoorder, dat zy die dierbare herinneringen
voor haar geest opriep.
„Hst is nu dris jaar geleden," ging zy
voort. „De overste van het klooster, waar
ik op school was, deed my op zekeren dag
by zich komen, en toen zag ik een jongen
man by haar, in diepen rouw gekleed en dis
my aanblikte met zulke goedige, vrieudeiyke
oogen, ais ik dat nog nocit van iemand had
ondervonden. De overste z-.iio my, na my
voorzichtig voorbereid te hobben, dat myn
vader gestorven en deze jonge man, zyn
oudste zoon, myn broeder was. Daarna liet
zy one alleen.
Wyl ik myn vader nooit gekend had, kon
myn genegenheid voor hem niet zeer groot
zynnochtans deed de tyding van zyn dood my
aan. fk begon zelfs te schreien. Toen kwam
Jean op my toe, omhel sde my en noemde
my zyn lieve zusje. Hy zeide, dat hy er
altyd van gedroomd had, oen zuster te hebben,
en dat, toen hy van zyn stervenden vader
diens tweede huwelyk en myn geboorte
vernam, zulks oen groote troost voor hom
waB geweest on hy van ganscher harte
beloofd had mjj lief te hebben en my t«
zullen beschermen.
(Wordt vervolgd.)