N®. 11823
~Vl-tjdag 14 Januari.
A°. 18^3
feze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
Van (§on- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 13 Januari.
Feuilleton.
Zyn laatste wil.
DA&BLA
ÏHIJ3 DEZER CODSANTi
Voor Loiaon per 3 maanden. 1.10.
Franco per post1.40.
mfzonderlyke Nommers
<p~Tr7.TR DER any
Van 1—6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootera
letters naar plaatsruimte. Voor bet Incasseer on buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
By beschikking van den minister van oorlog
is bepaald, dat de Hoofdofficier voor het
Reservekader, thans te Leiden, te rekenen
van den laten Maart a. p., zyn standpliats
zal hebben te 's-Gravenbage.
Tot hoofd der Christelyk-Nationale school
te Oostburg is benoemd de heer L. Flipse,
oncerwyzer aan de Christelijke school voor
m. u. 1. o. aan den Stillen Ryn alhier.
Aan de beeldhouweres Georgine Schwartz
is de vervaardi/ing opgedragen eener portret
buste van H. M. de Koningin in kronings-
ornaat.
Bekend is, o. a. door het portret van
wijlen den heer Schö'ten, in Groniog. n, -
dat deze kunstenares zrcer. gSukkig is in het
tr ff sn- der gelijkenis, fcötsèijfr fcraar werk zich
steeds onderscheidt doflffjfe§Jfevolle, artistieke
behandeling.
Na. r dit origineel zullen door de firma
Gerard Linssen, in Venloo, reproduction worden
gemaakt, binnen eenige weken algemeen
verkrijgbaar.
De gepensionne3rd« vice-admiraal jhr.
J. A. Eö.'ll heeft zich bereid verklaard de hem
aangeboden portefeuille van marine te aan
vaarden.
Blijkens het koninklijk besluit in do „St6.-
Ct." van heden gaat zyn benoeming met 15
Januari in; heden werd hy door de Regentos
beëedigd.
De nieuwe titularis heeft den leeftijd van
60 jaren bereikt.
In 1851 werd hy ter opleiding voor den
zeedienst geplaatst bij de academie te Breda
en in 1856 werd hy van adelborst 1ste kl. be
vorderd tot luit-nant ter zee 2de kl. In ver
schillende rangen was by o. a. commandant
van den monitor „Heiligerlee", van het stoom.-
schip „Kykduin", de „Aruba", de „Marnix",
de „Van Speyk". Voor de beleidvolle wijze,
waarop door hem de zending mebde „'Aruba"
naar de westkust van Afiika is volbracht,
verwierf hy de goedkeuring van 's Konings
Regeering.
Sedtrt 1890 schout-by-nacht, werd hy in
1892 bevorderd tot vice-admiraal. Middelerwijl
was hy in 3891 opgetreden als commandant
der zeemacht en chef van het departement
van marine in Nederl. Indië Ier vervanging
van den vice admiraal, thans staatsraad Ton
Bosch. Hy vervulde die hooge betrekking
tot 1894, in wolk jaar hy met 1 Nov. op zijn
vei zoek werd gepensionneerd.
De nieuwe minister was van 1876 tot 1879
adjudant van Z. K. H. prins Hendrik en
ging in 1879 als adjudant in gewonen dienst
van Z. M. d^n Koning over.
Sedert 1 Mei 1891 is hjj adjudant in buiten
gewonen dieLst van H. M. de KoningiD.
In 1891 vervulde hy de opdracht van H. M.
de Koningin-Regentes, om den Duitschen
keizer in de nabijheid eer Nederlandsche
grenzen te compliment e en.
Do heer Röell heeft in verschillende ver-
eeoigingen \ojr maritieme en krijgskundige
belangen getoond veel er aring i het debat
te hebben en heef' ook vaak in de pers en
geschriften zijn meening over maritieme zaken
uiteengezet.
Het benoemde hoofd van het departement
van marine is de broeder van don minister
van buitenl. zaken in het vorige Kabinet.
Met medewet-, n van de Koningin Regentes,
d'n luitenant-generaal K. Van der Heyden,
commandeur der Militaire Willems-orde. buiten
gewoon adjudant van H. M. de Koningin,
commandant van het Koloniaal Militair Inva-
li.eahuis te Bronbeek, enz., enz., als buiten
gewoon eere-voorzitter; den vlag-oifitier J. A.
Van de Veldo, oud-schout-bij-nacht, ridder
M. WVO. 3de kl., ridder van den Ned. Leeuw,
enz., enz, als eere-voorzitter; den heer M.
"Willemstyn, Korte Bergstraat 158 te Amers
foort, oud-kolonel, hoofd intendaut der militaire
administratie van het N -I. leger, als generale
penningmeester, maakt het loco hoofd-comité,
gevestigd te Amsterdam, aan alle oud stryders
van land- on zeemacht van Insulinde bekend,
•dat het het plan ontworpen heeft, by gele
genhoid van de inhuldiging van Koningin
Wilhelmina, een eeuwigdurend symbool te
schonken aan 's Ryks Museum, bestaande uit
een vaandel, waarin de driekleur met Oranje
wimpel en het Ko.inklyke wapen vereenigd,
vermeldende de gedane expedition in Insulin le
van af 1813 tot en met 31 Augustus 1898
en gaande vergezdd van een album, waarin
alle handteekenirjgen calligraphisch zullen voor
komen van hen, die aan dit vaandel hun
vrijwillige bydragen zullen geschonken hebben.
Dit vaandel en album zulhn uitgaan zoo
wel van den hoogsten opper o'ficier als van
den min=ten oud-strfioer, die hun bloed en
leven in alle bovengenoemde jaren voor de
driekleur en het Oranjehuis veil hadden.
Lijsten zullen ter teekening liggen by de
beeren burgemeesters, alsmede by de heeren
bel aal meesters en ontvangers der verschillende
gemeenten.
De gelden, welke overblijven, na aftrek der
kosten van vaandel, album, enz., zullen onier
het beheer van den generalen penningmeester
blyven en dcor een nader te benoemen com
missie, bestaande uit hoofd en andere offi
cieren, bestemd worden tot het stichten van
een fonds voor weduwen en weezen van alle
oud stry-ers van land- en zeemacht van
Insulinde.
Gelden, registers, enz. kunnen ook opge
zonden worden aan den penningmeester van
het lo:o hoofd comité F. "W. Wjgner, 2de Van-
Swinden-straat 29, te Amsterdam, waartoe
ook behooren de heeren C. Van Daalen, voor
zitter, en B. Van Amesvoord, secretaris.
Door den heer Arie Den Hartogb, die den
5den dezer maand te Leksmond is overleden,
zfin verschillende legaten vermaakt, o. a. ook
de vo'gende
Aan de G-.reformeerde gemeente aldaar, een
in 1894 voor zyn rekening gebouwd en keurig
net ingericht kerkje met meubelen, enz., be
nevens een afzonderlijk staande kosterswoning
met tuin.
Voor f 1000 aan de diaconie dier kerkelijke
gemeente en f 500 aan de algemeene armen
van Leksmond.
Voor de armen is ce heer Den Hartogh
jaren lang een stille weldoener geweest, die
zeer veel aan hem verliezen.
In de Dinsdag-avond gehouden vergade
ring der feestcommissie voor de a. s. kronings
feesten te Delft is bepaald het feest te vieren
op den dag der inhuldiging (6 September) en
den vorigen dag.
Voorloopig ia het volgende programma
vastgesteld:
Op 5 September algemeene uitdeeling aan
öer armen, feesten on uitdeeling op de lagere
openbare en bijzondere scholen; uitvoering van
een feestcantate in een der kerkgebouwen
tegen beffing van een geringen toegangsprijs.
Op Dinsdag 6 Sept. in het vro9ge morgen
uur een reveille door tamboers en hoornbla
zers van het batalj. schutterij en garnizoen.
Te 8 uren koraalmuziek op den Nieuwo
kei kstorenvan 9 tot 9l/2 uur luiden van de
grooto klok van den Oudekerkstoren.
Te 10 uren godsdienstoefeningen in de kerk
gebouwen van alle gezindten.
Op het oogenblik, dat volger.s het officiëele
programma de inhuldiging binnen de Nieuwe
Kerk te Amsterdam plaats heeft, opnieuw
luiden van de groote klok en saluutschoten.
Te halftwee optocht van diverse vereeni-
gingen, corporatiën, enz.
Des avonds muziekuitvoering op de Markt,
illuminati) van 'verschillende stadsgedeelten
en ten slotte vuurwerk, afgestoken van den
Nieuwekerkstoren.
Diverse subcommissiën werden aangewezen
om deze plannen nade^ uit te werken en
dienaangaande voorstellen te doen aan het
uitvoerend comité.
De feestcommissie, bijgestaan door de sub
commissiën, zal nu een!; beroep doen op d9
offer vaardigheid van alle iqgtzeterif n, ten einde
de uitvoering van het programma mogelijk
te maken; ook aan den gemeenteraad z>l
een subsidie worden aangevraagd.
Voor de examens, in den loop der vorige
maand te 's-Gravenbage en te Bloemendaal
afgenomen van ben, die dongen naar het
diploma van verpleegster of verpleger, af
gegeven door do Nederlandsche Vereeniging
voor Psychiatrie en Neurologie, meldden zich
ongeveer 80 personen aan, werkzaam in ver
schillende gestichten en andere ziekenhuizen.
Daarvan werden 63 personen tot de examens
toegelaten, na overlegging der bewijzen, dat
zy met vrucht drie jaar in krankzinnigen
gestichten of in deze en andere ziefcc-ninrich-
tingen werkzaam w, ren en met goed gevolg
cursussen in krankzinnigenverpleging volgden
en dat zy van onbesproken gedrag waren.
Van de 63 waren 56 verpleegsters en 7
verplegers.
Daarvan zyn 45 geslaagd, trokken zich
tydens de examens 4 terug en werden 14
afgewezen of naar het volgend examen in 1898
verwezen.
Van de 45, aan wie het diploma werd uit
gereikt, waren 43 verpleegsters cn 2 verplegers.
De geslaagden waren werkzaam in het Ryks
krankzinnigengesticht to Medemblik, in het
provinciaal krankzinnigengesticht voor Noord
Holland Meerenberg, te Bloemendaal, en in
de krankzinnigengestichten to Delft, 's-Graven
hago, Deventer (Brinkgreve) en Amsterdam.
In het gebouw van de Eerste Kamer wordt
Donderdag, Vrijdag en Zaterdag, 13 tot en
met 15 Januari, een diplomatiek examen ge
houden, waarvoor zich drie candidaten hebben
aangemeld.
In hetzelfde gebouw vangt den 21sten a. s.
het consulaire examen aan.
Met de nachtboot „Prins Hendrik" der
Maatschappij „Zeeland" kwam gisterochtend
te Vlissingen van Londen aan prins Albert
van Sleeswijk-Holstein, die met den aanslui
tonden sneltrein zyn reis naar Berlijn voort
zette.
Een berichtgever van het „N. v. d. D."
in het buitenland seinde gisteren:
„Ik verneem uit de beste bron, dat alle
gezanten een scbryven vanwege H. M. de
Koningin ontvingen, waarin hun verzocht
werd aan de hoven kennis te geven, dat
H. M. by de inhuldigingsplechtigheid geen
vreemde vorsten wenscht te ontvangen. Die
plechtigheid zal even eenvoudig zyn als die
van wylen Koning Willem III."
Naar het „Hbl." verneemt, zal het plan,
om by gelegenheid der inhul liging van Hare
Majesteit versierde vaartuigen naar Amsterdam
te zanden, uit plaatsen, by de binnonvaart
betrokken, verwezenlijkt worden. Een genoeg
zaam aantal gemeenten heeft zich verbonden
tot medewerking.
H. M. de Koningin en de Koningin-
Regentes deden het hoofdbestuur der ver
eeniging van gepensionneerde onderofficieren
en minderen van het Nederlandsche leger
(onderstand aan militairen, gepensionneerd
vóór de wet van 1877, en hunne weduwen)
als biyk van belangstelling wederom een
schenking toekennen, ditmaal groot f 400.
By den uitgever J. Keuken Jz., te St.
AnnaParochie (Fr.), is verschenen een ont
werp drankwet, (Wet tot regeling van den
kleinhandel in alcoholhoudende dranken), als
mede een blaadje, g-ticeld: „Wat de Vrouw
vermag", uitgegeven door de Nederlandsche
Vereeniging tot afschaffing van sterken drank.
Reeds werd medegedeeld, dat de Rotter-
damscbe handel den afgetreden voorzitter der
Kamer van Koophandel, den heer M. M. De
Monchy, diens portret zal aanbieden. De „N.
R. C." verneemt, dat dit portret wordt geschil
derd door Jozef Isr^ëls, voor wien de heer
De Moncby reeds heeft geposeerd.
De afdeeliog „Oldambt" van de Ned.
Maatschappy tot bevord. der Geneeskunst he'ft
uit haar midden een commissi van 7 leden
benoomdj-om de hoofdcommissie tot opriebtirg
van Sanatoria voor tenngiy-lers inNedeflmd,
te steunen in haar pogingen.
Het hoofdbestuur van het Ned. Onder-
wyzersgenootschap heeft als voorzitter voor
het jaar 1898 gekozen den heer G. M yer.
Het is nu samengest-U als volgt: G. Meyer,
te Amsterdam, voorzitter; G. J. Ligtbart, te
's Gravenhage, vice-voorzitterP. De Geus,
te Amsterdam, lste secretaris en gedelegeerde
in het bestuur van het Nederlandsche school
museum; J. W. Teepe, te Amsterdam, 2de
secretins en archivaris; A. Stokvis, te Amster
dam, 1ste penningmeester; A. J. Straatman,
te Amsterdam, 2de penningmeester en commis
saris der Paedagogische bibliotheek; W. F.
Hildebrand, te Gamerwolde, en J, J. Dikker,
te Zwolle.
Op zeer plechtige wyze is te Roermond
het stoffeiyk overschot van mevrouw Cuypcrs,
geboren Alberdingk Thym, io het familiegraf
bygezet.
Het ïyk werd aan het sterfhuis afgobaald
door een groot aantal geestelykon, in wit
koorkleed en met brandendo waskaars n in
de hand. Ook de we-sjongens begeleidden den
stost, wacrin, behalve dr. P. J. H. Cnyp^rs
en diens zoon, jhr. Victor De Stuers en jbr.
Van Riemsdyk, vele autoriteiten uit Roermond
en elders plaats namen.
De Mis van Requiem werd in do kathe
draal opgedragen oor den deken Corten.
Het „Zendingsgenootschap van de Broe
dergemeentö" te Zeist berie: t in zyn halst?
mededelingen, dat John Morton, de Engelsche
groothandelaar, die na verschillende groot
sommen te hebben geschonken, in 1897 d
gebeele schuld van het genootschap, iy s
70,000 guleeD, afbetaalde, zeer kort daarn-
is overleb n en e n vry aanzienlyk vermogen
aan het bestuur van het ger.o Jschap heel»
gelegateerd, onder voorwaarde, dat het binnen
10 jaren geheel en al voor de oprichting v
nieuwe zendingsposten en tot vermeerdering
van het aantal zendelingen verbruikt zy.
Maandag herdacht mgr. N. A. Janssen
eere-kapelaan van Paus Leo XIII, te Gennep
zyn vyf-en-zestigjarig priesterschap, te g< lyl
met zijn negentigjarig geboortefeest.
In verband met het Raadsbesluit to1-
opheffing van het Geneeskundig Gesticht voot
Krankzinnigen te Dordrecht cn het plan eer
centraal-Israëlietisch Krankzinnigengesticht t
stichten, is prof. Stokvis te Dordrecht gewees*
om van het Dagelyksch Bestuur te verneme»
of m zoo ja op weikon grondslag onder
handelingen zyn te openen over het t y d
1 y k afstaan van de gebouwen van he
Dordtsche gesticht vcor bovengenoemd doel
Een ernstige overweging dier vraag is de»
Amst r-Jaraschen hoogleeraar, aan wien d-
bezichtiging dier gebouwen werd vergund
toegezegd. DC.)
Het stoomschip „König", van Hamburf
en Arasterdam naar Oo-t A'rika, arrive.rd
11 Jan. te Tanga; de „Prins Alexander'va-
Batavia naar Amsterdam, arriveerde 12 Jar
te Aden; de „Pollux" vertrok 12 Jan. vai
Algi rs naar Amsterdam; de „Prinses SopM-/
van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 1
Jan. te Port Said; de „Danae", van de Mid
dtllandsche Zee naar Amsterdam, is 12 Jan
by Dangeness beloodsd; de „Madura" vertrol
13 Jan. van Amsterdam naar Java.
Haarlemmermeer. De bevolking op 31
Dec. 1896 bedroeg: mannen 8368, vrouwe»
7735, totaal 16,103.
In 1897 zyn geboren: 343 mannen, 31'
vrouwen, totaal 655; waa'onder 13 twe ling
geboorten.
Overleden: 147 mannen, 129 vrouwen
totaal 276, zynde 1 op de 60 zielen.
23)
Achter in do gang zag Paul een gezette
vrouw, welke echter in een oogopslag ver
dween; het was de meesteres des huizes,
die neg niet gekleed was. In de half geopende
deuren vertoonden zich evei tjes de nieuws
gierige gezichten van eenige dienstboden,
,onder welke hy het bronzen gelaat en de
ivoren tanden van een prachtige negerin
.meende te onderscheiden.
Men liet bem in em kleine zaal, waar de
familie gewooniyk verbiyf scheen te houden,
want een scherpe tabakslucht vulde nog het
geheele vertrek; half gevulde glazen waren
op de t^fel biyven staan; op do stoelen, op
den vloer lagen boeken, dagbladen, kleeren,
alles door elkander; in een met fluweel over
trokken leuningstoel lag een oude, vuile hond
naast een pop zonder kop.
„Een echt Zigeunerkamp," zeide Paul in
zichzelven, terwyl hy tevergeefs naar een
plekje zocht, om zyn hoed neer te zetten.
„Hoe is het mogeiyk, dat die arme De
Lafougeraie ooit in zulk een omgeving heeft
kunnen verkeeren!"
Niettegenstaande den afkeer, welken het
gezicht van dien warboel hem inboezemde,
was by toch biy, tot zoo ver doorgedrongen
te zyn, hoewel hy -zich niet ontveinsde, dat
by nog met veel moeilykheden te kampen
zou hebben vóór het hem gelukte, het meieje,
dat hy zocht, zelf te spreken te krygen.
Juist was hy bezig met daarover te denken,
toen een kleine deur, door het behangsel
verborgen, openging.
Het was Manuel niet, die binnentrad, noch
Sa: cho, i och de gezette mevrouw Ramirès.
Met zacht geruisch zweefde een witte gestalte
het vertrek binnen, en Paul vermoedde, nog
eer dan hy baar zag, dat het Fran^oise zyn
moest. De weinige dagen, welke sedert hun
eerste ontmoeting voorbygegaan waren, had
den by haar een verscbrikkelyke verandering
teweeg gebracht. Haar jeugd, haar schoonheid,
haar moed schenen den last niet te kunnen
torsen van een al te geweldige smart.
Haar lichaam was gelogen als een geknakte
bloem, en zy zag er in het oog vallend ver
magerd uit in haar wit kleedje, dat met een
breed zwart lint om het middel was gesloten.
Zy moeat veel geweend hebben; haar oogen,
nog vochtig, door blauwachtige randen om
geven, schenen grooter, dieper, vol van onuit-
sprekelyke droefheid. Op haar gespannen
trekken was het te lezen, dat slechts de
gedachte aan één groot zielewee haar geest
bezighield.
Snel was zy Paul genaderd, en zonder
eenige inleiding sprak zy de vraag uit,
welke reeds dagen lang in haar gefolterd
hart had gelegen:
„Zeg my ten minste, hoe hy gestorven isI"
Er lag in haar toon niets bitters, niets
vt-rwytend8, maar een onbeschryfiyke treurig
heid, een angstig verlangen naar de waarheid,
dat elk ander gevoel overheerschte. Wat gaf
het haar, dat zy stond tegenover een vreem
deling, een onverschillige, die haar wellicht,
zondtr haar te sparen, den verschrikkelljksten
slag kon toebrengen, als zy slechts wist, als
zy slechts de grootte van haar ongeluk mocht
bevroeden, uit dien twyfel geraken, welke
mirtelonder was dan de werkeiykbeid.
En diar Paul bleef aarzelen, verbysterd
door het onverwachte van haar verschyning,
hernam zy op zachten, smeekenden toon
„O, ik bezweer u, verborg my niets! Ik heb
het recht alles te weten en ik ben sterk."
Dit zeggende, trachtte zy zich op te richten,
doch zy beefde van het hoofd tot de voeten.
Paul zag haar medeiydend aan, en geen andere
woorden vindend, om z(jn medegevoel uit te
drukken, zeide hy:
„Arm kind, zyn uiteinde is zacht geweest;
by heeft niet veel geledon. Het is nu al ver
scheiden maanden, dat het ongeluk is voor
gevallen. Ik meende, dat gy alles wist
En daarenboven, het was my onbekend, ik
was er niet zeker van, dat.... anders zou
ik niet lot u gesproken hebben, geiyk ik het
deed op dien avond. Yergoef mij!
Zy viel hem in de rede. Zy verlangde geen
verontschuldigingen en zocht niet te begrypen,
wat hy zeggen wilde, doch t.rugkomende op
de eenige gedachte, welke haar ziel vervulde,
herhaalde zy:
„Hy heeft niet geleden! Zyn uiteinde is
xacht geweest!Maar och!" hervatte zy
na oen poos, „arme Jean! Zoo te sterven,
zo der iemand van zyn familie by-zich! In zijn
laatste oogenblikken heeft men hem alle n
gelaten, gelyk altyd!"
„Ik was by hem," zeide Paul.
„A, gy waart by hom! Gy waart zyn
vriend!"
Hy durfde haar niet uit haar dwaling
helpm; hy durfde haar niet zeggen, dat Jean
De Lafougeraie was gestorven verre van de
zynen, overgelaten aan de barmhartigheid
van een onbekende, en de beide handen
drukkend, welke zy bem toereikte, hernam hy
,Ik was bij h?m en kan u zeggen, dat
hy tot het einde toe aan u heeft gedacht; dat
hy gestorven is met uw naam op de lippen;
dat ik hier ben om
HU zweeg. Niettegenstaande de haast,
welke by had om zich van zyn opdracht te
kwtjten, durfde hy niet zoo botweg over
geldelyke aangelegenhoden beginnen t9 spre
ken tot het schreiende meisje, dat zich toen
geheel en al overgaf aan haar smartelyke
herinneringen.
Een geschikte inleiding zoekend voor het
geen by verder te zeggen bad, hernam hy:
„Gy hebt li6t misschien reeds begrepeD,
dat mynbeer De Lafougeraie my naar u toe
gezonden heeft."
„Ik dacht zulks," antwoordde zy. „Toen ik
u straks zag binnenkomen, vermoedde ik, dat
het was om my over bem te spreken, hoewel
ik mij niet kan voorstellen hoe het u gelukt
is tot hiertoe door te dringen. Ik ben hier
een gevangene. Ik kan er zelfs niet vooruit
komen, dat ik Jean gekend heb, dat ik
Zy hield op. Paul voelde de kleine handjes
beven, welke hy in de zyne had gehouden,
en eensklaps deinsde Fran^oise met een
beweging van schrik achteruit,
„Er komt iemand! Hemel! Als men wist,
dat ik u gezien, met u gesproken heb!
En zy snelde weg en was verdwenen, juis
toen de kleine Aurora door een andere deu
haastig kwam binnenloopen.
„Ellendig schepsel!" mompelde Paul, tot d
binnentredende oen beleefden groet richtende
welke echter vergezeld ging van een wo:den
den blik. Het belangwekkende kind schee»
zich noch om het een, noch om Int ander t
bekommeren. Zonder zelfs naar den bezoake
te kyken, liep zy de kamer rond, mot de
neus in de lucht snuffelend als iemand, di'
iets verdachts meent te hebben bespeurd
Eindeiyk bleef zy voor mynheer De Rouveran»
staan en hem met haar brutale oogen aan
blikkende, sprak zy:
„Kyk! Zyt gy dat alweer? En met wien
waart gy daar aan het praten?"
Paul's kalmte begon hem byna te begeven
Hy bad nooit veel van kinderen gehouden
die hy beschouwde als lastige, ongezegiyko
wezens, met alle kiemen in zich van de ge
breken der grooten, welke zy tentoonspreiden
met een hinderlyke ongegeneerdheid, door de
ouders naïeveteit genoemd. Dat leelyke, ma
gere, nietige meisje, met haar flets, oiyfkleurig
gezicht, hetwelk aan dat vah Sancho herin
nerde, boezemde hem op dit oogenblik byna
afschuw in. Hy moest echter zorgen, het
monstertje niet tegen zich te verbitteren, en
gaf daarom met engelachtige zachtmoedigheid
ten antwoord
„Ik kom mynheer Manuel Ramirès een be
zoek brengen, mejuffer, en hoop, dat ik u niet
te zeer lastig val met hem hier te wachten."
Wordt vervolgd.)