N®. 11823 ~Vl-tjdag 14 Januari. A°. 18^3 feze Courant wordt dagelijks, met uitzondering Van (§on- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 13 Januari. Feuilleton. Zyn laatste wil. DA&BLA ÏHIJ3 DEZER CODSANTi Voor Loiaon per 3 maanden. 1.10. Franco per post1.40. mfzonderlyke Nommers <p~Tr7.TR DER any Van 1—6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootera letters naar plaatsruimte. Voor bet Incasseer on buiten de stad wordt f 0.05 berekend. By beschikking van den minister van oorlog is bepaald, dat de Hoofdofficier voor het Reservekader, thans te Leiden, te rekenen van den laten Maart a. p., zyn standpliats zal hebben te 's-Gravenbage. Tot hoofd der Christelyk-Nationale school te Oostburg is benoemd de heer L. Flipse, oncerwyzer aan de Christelijke school voor m. u. 1. o. aan den Stillen Ryn alhier. Aan de beeldhouweres Georgine Schwartz is de vervaardi/ing opgedragen eener portret buste van H. M. de Koningin in kronings- ornaat. Bekend is, o. a. door het portret van wijlen den heer Schö'ten, in Groniog. n, - dat deze kunstenares zrcer. gSukkig is in het tr ff sn- der gelijkenis, fcötsèijfr fcraar werk zich steeds onderscheidt doflffjfe§Jfevolle, artistieke behandeling. Na. r dit origineel zullen door de firma Gerard Linssen, in Venloo, reproduction worden gemaakt, binnen eenige weken algemeen verkrijgbaar. De gepensionne3rd« vice-admiraal jhr. J. A. Eö.'ll heeft zich bereid verklaard de hem aangeboden portefeuille van marine te aan vaarden. Blijkens het koninklijk besluit in do „St6.- Ct." van heden gaat zyn benoeming met 15 Januari in; heden werd hy door de Regentos beëedigd. De nieuwe titularis heeft den leeftijd van 60 jaren bereikt. In 1851 werd hy ter opleiding voor den zeedienst geplaatst bij de academie te Breda en in 1856 werd hy van adelborst 1ste kl. be vorderd tot luit-nant ter zee 2de kl. In ver schillende rangen was by o. a. commandant van den monitor „Heiligerlee", van het stoom.- schip „Kykduin", de „Aruba", de „Marnix", de „Van Speyk". Voor de beleidvolle wijze, waarop door hem de zending mebde „'Aruba" naar de westkust van Afiika is volbracht, verwierf hy de goedkeuring van 's Konings Regeering. Sedtrt 1890 schout-by-nacht, werd hy in 1892 bevorderd tot vice-admiraal. Middelerwijl was hy in 3891 opgetreden als commandant der zeemacht en chef van het departement van marine in Nederl. Indië Ier vervanging van den vice admiraal, thans staatsraad Ton Bosch. Hy vervulde die hooge betrekking tot 1894, in wolk jaar hy met 1 Nov. op zijn vei zoek werd gepensionneerd. De nieuwe minister was van 1876 tot 1879 adjudant van Z. K. H. prins Hendrik en ging in 1879 als adjudant in gewonen dienst van Z. M. d^n Koning over. Sedert 1 Mei 1891 is hjj adjudant in buiten gewonen dieLst van H. M. de KoningiD. In 1891 vervulde hy de opdracht van H. M. de Koningin-Regentes, om den Duitschen keizer in de nabijheid eer Nederlandsche grenzen te compliment e en. Do heer Röell heeft in verschillende ver- eeoigingen \ojr maritieme en krijgskundige belangen getoond veel er aring i het debat te hebben en heef' ook vaak in de pers en geschriften zijn meening over maritieme zaken uiteengezet. Het benoemde hoofd van het departement van marine is de broeder van don minister van buitenl. zaken in het vorige Kabinet. Met medewet-, n van de Koningin Regentes, d'n luitenant-generaal K. Van der Heyden, commandeur der Militaire Willems-orde. buiten gewoon adjudant van H. M. de Koningin, commandant van het Koloniaal Militair Inva- li.eahuis te Bronbeek, enz., enz., als buiten gewoon eere-voorzitter; den vlag-oifitier J. A. Van de Veldo, oud-schout-bij-nacht, ridder M. WVO. 3de kl., ridder van den Ned. Leeuw, enz., enz, als eere-voorzitter; den heer M. "Willemstyn, Korte Bergstraat 158 te Amers foort, oud-kolonel, hoofd intendaut der militaire administratie van het N -I. leger, als generale penningmeester, maakt het loco hoofd-comité, gevestigd te Amsterdam, aan alle oud stryders van land- on zeemacht van Insulinde bekend, •dat het het plan ontworpen heeft, by gele genhoid van de inhuldiging van Koningin Wilhelmina, een eeuwigdurend symbool te schonken aan 's Ryks Museum, bestaande uit een vaandel, waarin de driekleur met Oranje wimpel en het Ko.inklyke wapen vereenigd, vermeldende de gedane expedition in Insulin le van af 1813 tot en met 31 Augustus 1898 en gaande vergezdd van een album, waarin alle handteekenirjgen calligraphisch zullen voor komen van hen, die aan dit vaandel hun vrijwillige bydragen zullen geschonken hebben. Dit vaandel en album zulhn uitgaan zoo wel van den hoogsten opper o'ficier als van den min=ten oud-strfioer, die hun bloed en leven in alle bovengenoemde jaren voor de driekleur en het Oranjehuis veil hadden. Lijsten zullen ter teekening liggen by de beeren burgemeesters, alsmede by de heeren bel aal meesters en ontvangers der verschillende gemeenten. De gelden, welke overblijven, na aftrek der kosten van vaandel, album, enz., zullen onier het beheer van den generalen penningmeester blyven en dcor een nader te benoemen com missie, bestaande uit hoofd en andere offi cieren, bestemd worden tot het stichten van een fonds voor weduwen en weezen van alle oud stry-ers van land- en zeemacht van Insulinde. Gelden, registers, enz. kunnen ook opge zonden worden aan den penningmeester van het lo:o hoofd comité F. "W. Wjgner, 2de Van- Swinden-straat 29, te Amsterdam, waartoe ook behooren de heeren C. Van Daalen, voor zitter, en B. Van Amesvoord, secretaris. Door den heer Arie Den Hartogb, die den 5den dezer maand te Leksmond is overleden, zfin verschillende legaten vermaakt, o. a. ook de vo'gende Aan de G-.reformeerde gemeente aldaar, een in 1894 voor zyn rekening gebouwd en keurig net ingericht kerkje met meubelen, enz., be nevens een afzonderlijk staande kosterswoning met tuin. Voor f 1000 aan de diaconie dier kerkelijke gemeente en f 500 aan de algemeene armen van Leksmond. Voor de armen is ce heer Den Hartogh jaren lang een stille weldoener geweest, die zeer veel aan hem verliezen. In de Dinsdag-avond gehouden vergade ring der feestcommissie voor de a. s. kronings feesten te Delft is bepaald het feest te vieren op den dag der inhuldiging (6 September) en den vorigen dag. Voorloopig ia het volgende programma vastgesteld: Op 5 September algemeene uitdeeling aan öer armen, feesten on uitdeeling op de lagere openbare en bijzondere scholen; uitvoering van een feestcantate in een der kerkgebouwen tegen beffing van een geringen toegangsprijs. Op Dinsdag 6 Sept. in het vro9ge morgen uur een reveille door tamboers en hoornbla zers van het batalj. schutterij en garnizoen. Te 8 uren koraalmuziek op den Nieuwo kei kstorenvan 9 tot 9l/2 uur luiden van de grooto klok van den Oudekerkstoren. Te 10 uren godsdienstoefeningen in de kerk gebouwen van alle gezindten. Op het oogenblik, dat volger.s het officiëele programma de inhuldiging binnen de Nieuwe Kerk te Amsterdam plaats heeft, opnieuw luiden van de groote klok en saluutschoten. Te halftwee optocht van diverse vereeni- gingen, corporatiën, enz. Des avonds muziekuitvoering op de Markt, illuminati) van 'verschillende stadsgedeelten en ten slotte vuurwerk, afgestoken van den Nieuwekerkstoren. Diverse subcommissiën werden aangewezen om deze plannen nade^ uit te werken en dienaangaande voorstellen te doen aan het uitvoerend comité. De feestcommissie, bijgestaan door de sub commissiën, zal nu een!; beroep doen op d9 offer vaardigheid van alle iqgtzeterif n, ten einde de uitvoering van het programma mogelijk te maken; ook aan den gemeenteraad z>l een subsidie worden aangevraagd. Voor de examens, in den loop der vorige maand te 's-Gravenbage en te Bloemendaal afgenomen van ben, die dongen naar het diploma van verpleegster of verpleger, af gegeven door do Nederlandsche Vereeniging voor Psychiatrie en Neurologie, meldden zich ongeveer 80 personen aan, werkzaam in ver schillende gestichten en andere ziekenhuizen. Daarvan werden 63 personen tot de examens toegelaten, na overlegging der bewijzen, dat zy met vrucht drie jaar in krankzinnigen gestichten of in deze en andere ziefcc-ninrich- tingen werkzaam w, ren en met goed gevolg cursussen in krankzinnigenverpleging volgden en dat zy van onbesproken gedrag waren. Van de 63 waren 56 verpleegsters en 7 verplegers. Daarvan zyn 45 geslaagd, trokken zich tydens de examens 4 terug en werden 14 afgewezen of naar het volgend examen in 1898 verwezen. Van de 45, aan wie het diploma werd uit gereikt, waren 43 verpleegsters cn 2 verplegers. De geslaagden waren werkzaam in het Ryks krankzinnigengesticht to Medemblik, in het provinciaal krankzinnigengesticht voor Noord Holland Meerenberg, te Bloemendaal, en in de krankzinnigengestichten to Delft, 's-Graven hago, Deventer (Brinkgreve) en Amsterdam. In het gebouw van de Eerste Kamer wordt Donderdag, Vrijdag en Zaterdag, 13 tot en met 15 Januari, een diplomatiek examen ge houden, waarvoor zich drie candidaten hebben aangemeld. In hetzelfde gebouw vangt den 21sten a. s. het consulaire examen aan. Met de nachtboot „Prins Hendrik" der Maatschappij „Zeeland" kwam gisterochtend te Vlissingen van Londen aan prins Albert van Sleeswijk-Holstein, die met den aanslui tonden sneltrein zyn reis naar Berlijn voort zette. Een berichtgever van het „N. v. d. D." in het buitenland seinde gisteren: „Ik verneem uit de beste bron, dat alle gezanten een scbryven vanwege H. M. de Koningin ontvingen, waarin hun verzocht werd aan de hoven kennis te geven, dat H. M. by de inhuldigingsplechtigheid geen vreemde vorsten wenscht te ontvangen. Die plechtigheid zal even eenvoudig zyn als die van wylen Koning Willem III." Naar het „Hbl." verneemt, zal het plan, om by gelegenheid der inhul liging van Hare Majesteit versierde vaartuigen naar Amsterdam te zanden, uit plaatsen, by de binnonvaart betrokken, verwezenlijkt worden. Een genoeg zaam aantal gemeenten heeft zich verbonden tot medewerking. H. M. de Koningin en de Koningin- Regentes deden het hoofdbestuur der ver eeniging van gepensionneerde onderofficieren en minderen van het Nederlandsche leger (onderstand aan militairen, gepensionneerd vóór de wet van 1877, en hunne weduwen) als biyk van belangstelling wederom een schenking toekennen, ditmaal groot f 400. By den uitgever J. Keuken Jz., te St. AnnaParochie (Fr.), is verschenen een ont werp drankwet, (Wet tot regeling van den kleinhandel in alcoholhoudende dranken), als mede een blaadje, g-ticeld: „Wat de Vrouw vermag", uitgegeven door de Nederlandsche Vereeniging tot afschaffing van sterken drank. Reeds werd medegedeeld, dat de Rotter- damscbe handel den afgetreden voorzitter der Kamer van Koophandel, den heer M. M. De Monchy, diens portret zal aanbieden. De „N. R. C." verneemt, dat dit portret wordt geschil derd door Jozef Isr^ëls, voor wien de heer De Moncby reeds heeft geposeerd. De afdeeliog „Oldambt" van de Ned. Maatschappy tot bevord. der Geneeskunst he'ft uit haar midden een commissi van 7 leden benoomdj-om de hoofdcommissie tot opriebtirg van Sanatoria voor tenngiy-lers inNedeflmd, te steunen in haar pogingen. Het hoofdbestuur van het Ned. Onder- wyzersgenootschap heeft als voorzitter voor het jaar 1898 gekozen den heer G. M yer. Het is nu samengest-U als volgt: G. Meyer, te Amsterdam, voorzitter; G. J. Ligtbart, te 's Gravenhage, vice-voorzitterP. De Geus, te Amsterdam, lste secretaris en gedelegeerde in het bestuur van het Nederlandsche school museum; J. W. Teepe, te Amsterdam, 2de secretins en archivaris; A. Stokvis, te Amster dam, 1ste penningmeester; A. J. Straatman, te Amsterdam, 2de penningmeester en commis saris der Paedagogische bibliotheek; W. F. Hildebrand, te Gamerwolde, en J, J. Dikker, te Zwolle. Op zeer plechtige wyze is te Roermond het stoffeiyk overschot van mevrouw Cuypcrs, geboren Alberdingk Thym, io het familiegraf bygezet. Het ïyk werd aan het sterfhuis afgobaald door een groot aantal geestelykon, in wit koorkleed en met brandendo waskaars n in de hand. Ook de we-sjongens begeleidden den stost, wacrin, behalve dr. P. J. H. Cnyp^rs en diens zoon, jhr. Victor De Stuers en jbr. Van Riemsdyk, vele autoriteiten uit Roermond en elders plaats namen. De Mis van Requiem werd in do kathe draal opgedragen oor den deken Corten. Het „Zendingsgenootschap van de Broe dergemeentö" te Zeist berie: t in zyn halst? mededelingen, dat John Morton, de Engelsche groothandelaar, die na verschillende groot sommen te hebben geschonken, in 1897 d gebeele schuld van het genootschap, iy s 70,000 guleeD, afbetaalde, zeer kort daarn- is overleb n en e n vry aanzienlyk vermogen aan het bestuur van het ger.o Jschap heel» gelegateerd, onder voorwaarde, dat het binnen 10 jaren geheel en al voor de oprichting v nieuwe zendingsposten en tot vermeerdering van het aantal zendelingen verbruikt zy. Maandag herdacht mgr. N. A. Janssen eere-kapelaan van Paus Leo XIII, te Gennep zyn vyf-en-zestigjarig priesterschap, te g< lyl met zijn negentigjarig geboortefeest. In verband met het Raadsbesluit to1- opheffing van het Geneeskundig Gesticht voot Krankzinnigen te Dordrecht cn het plan eer centraal-Israëlietisch Krankzinnigengesticht t stichten, is prof. Stokvis te Dordrecht gewees* om van het Dagelyksch Bestuur te verneme» of m zoo ja op weikon grondslag onder handelingen zyn te openen over het t y d 1 y k afstaan van de gebouwen van he Dordtsche gesticht vcor bovengenoemd doel Een ernstige overweging dier vraag is de» Amst r-Jaraschen hoogleeraar, aan wien d- bezichtiging dier gebouwen werd vergund toegezegd. DC.) Het stoomschip „König", van Hamburf en Arasterdam naar Oo-t A'rika, arrive.rd 11 Jan. te Tanga; de „Prins Alexander'va- Batavia naar Amsterdam, arriveerde 12 Jar te Aden; de „Pollux" vertrok 12 Jan. vai Algi rs naar Amsterdam; de „Prinses SopM-/ van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 1 Jan. te Port Said; de „Danae", van de Mid dtllandsche Zee naar Amsterdam, is 12 Jan by Dangeness beloodsd; de „Madura" vertrol 13 Jan. van Amsterdam naar Java. Haarlemmermeer. De bevolking op 31 Dec. 1896 bedroeg: mannen 8368, vrouwe» 7735, totaal 16,103. In 1897 zyn geboren: 343 mannen, 31' vrouwen, totaal 655; waa'onder 13 twe ling geboorten. Overleden: 147 mannen, 129 vrouwen totaal 276, zynde 1 op de 60 zielen. 23) Achter in do gang zag Paul een gezette vrouw, welke echter in een oogopslag ver dween; het was de meesteres des huizes, die neg niet gekleed was. In de half geopende deuren vertoonden zich evei tjes de nieuws gierige gezichten van eenige dienstboden, ,onder welke hy het bronzen gelaat en de ivoren tanden van een prachtige negerin .meende te onderscheiden. Men liet bem in em kleine zaal, waar de familie gewooniyk verbiyf scheen te houden, want een scherpe tabakslucht vulde nog het geheele vertrek; half gevulde glazen waren op de t^fel biyven staan; op do stoelen, op den vloer lagen boeken, dagbladen, kleeren, alles door elkander; in een met fluweel over trokken leuningstoel lag een oude, vuile hond naast een pop zonder kop. „Een echt Zigeunerkamp," zeide Paul in zichzelven, terwyl hy tevergeefs naar een plekje zocht, om zyn hoed neer te zetten. „Hoe is het mogeiyk, dat die arme De Lafougeraie ooit in zulk een omgeving heeft kunnen verkeeren!" Niettegenstaande den afkeer, welken het gezicht van dien warboel hem inboezemde, was by toch biy, tot zoo ver doorgedrongen te zyn, hoewel hy -zich niet ontveinsde, dat by nog met veel moeilykheden te kampen zou hebben vóór het hem gelukte, het meieje, dat hy zocht, zelf te spreken te krygen. Juist was hy bezig met daarover te denken, toen een kleine deur, door het behangsel verborgen, openging. Het was Manuel niet, die binnentrad, noch Sa: cho, i och de gezette mevrouw Ramirès. Met zacht geruisch zweefde een witte gestalte het vertrek binnen, en Paul vermoedde, nog eer dan hy baar zag, dat het Fran^oise zyn moest. De weinige dagen, welke sedert hun eerste ontmoeting voorbygegaan waren, had den by haar een verscbrikkelyke verandering teweeg gebracht. Haar jeugd, haar schoonheid, haar moed schenen den last niet te kunnen torsen van een al te geweldige smart. Haar lichaam was gelogen als een geknakte bloem, en zy zag er in het oog vallend ver magerd uit in haar wit kleedje, dat met een breed zwart lint om het middel was gesloten. Zy moeat veel geweend hebben; haar oogen, nog vochtig, door blauwachtige randen om geven, schenen grooter, dieper, vol van onuit- sprekelyke droefheid. Op haar gespannen trekken was het te lezen, dat slechts de gedachte aan één groot zielewee haar geest bezighield. Snel was zy Paul genaderd, en zonder eenige inleiding sprak zy de vraag uit, welke reeds dagen lang in haar gefolterd hart had gelegen: „Zeg my ten minste, hoe hy gestorven isI" Er lag in haar toon niets bitters, niets vt-rwytend8, maar een onbeschryfiyke treurig heid, een angstig verlangen naar de waarheid, dat elk ander gevoel overheerschte. Wat gaf het haar, dat zy stond tegenover een vreem deling, een onverschillige, die haar wellicht, zondtr haar te sparen, den verschrikkelljksten slag kon toebrengen, als zy slechts wist, als zy slechts de grootte van haar ongeluk mocht bevroeden, uit dien twyfel geraken, welke mirtelonder was dan de werkeiykbeid. En diar Paul bleef aarzelen, verbysterd door het onverwachte van haar verschyning, hernam zy op zachten, smeekenden toon „O, ik bezweer u, verborg my niets! Ik heb het recht alles te weten en ik ben sterk." Dit zeggende, trachtte zy zich op te richten, doch zy beefde van het hoofd tot de voeten. Paul zag haar medeiydend aan, en geen andere woorden vindend, om z(jn medegevoel uit te drukken, zeide hy: „Arm kind, zyn uiteinde is zacht geweest; by heeft niet veel geledon. Het is nu al ver scheiden maanden, dat het ongeluk is voor gevallen. Ik meende, dat gy alles wist En daarenboven, het was my onbekend, ik was er niet zeker van, dat.... anders zou ik niet lot u gesproken hebben, geiyk ik het deed op dien avond. Yergoef mij! Zy viel hem in de rede. Zy verlangde geen verontschuldigingen en zocht niet te begrypen, wat hy zeggen wilde, doch t.rugkomende op de eenige gedachte, welke haar ziel vervulde, herhaalde zy: „Hy heeft niet geleden! Zyn uiteinde is xacht geweest!Maar och!" hervatte zy na oen poos, „arme Jean! Zoo te sterven, zo der iemand van zyn familie by-zich! In zijn laatste oogenblikken heeft men hem alle n gelaten, gelyk altyd!" „Ik was by hem," zeide Paul. „A, gy waart by hom! Gy waart zyn vriend!" Hy durfde haar niet uit haar dwaling helpm; hy durfde haar niet zeggen, dat Jean De Lafougeraie was gestorven verre van de zynen, overgelaten aan de barmhartigheid van een onbekende, en de beide handen drukkend, welke zy bem toereikte, hernam hy ,Ik was bij h?m en kan u zeggen, dat hy tot het einde toe aan u heeft gedacht; dat hy gestorven is met uw naam op de lippen; dat ik hier ben om HU zweeg. Niettegenstaande de haast, welke by had om zich van zyn opdracht te kwtjten, durfde hy niet zoo botweg over geldelyke aangelegenhoden beginnen t9 spre ken tot het schreiende meisje, dat zich toen geheel en al overgaf aan haar smartelyke herinneringen. Een geschikte inleiding zoekend voor het geen by verder te zeggen bad, hernam hy: „Gy hebt li6t misschien reeds begrepeD, dat mynbeer De Lafougeraie my naar u toe gezonden heeft." „Ik dacht zulks," antwoordde zy. „Toen ik u straks zag binnenkomen, vermoedde ik, dat het was om my over bem te spreken, hoewel ik mij niet kan voorstellen hoe het u gelukt is tot hiertoe door te dringen. Ik ben hier een gevangene. Ik kan er zelfs niet vooruit komen, dat ik Jean gekend heb, dat ik Zy hield op. Paul voelde de kleine handjes beven, welke hy in de zyne had gehouden, en eensklaps deinsde Fran^oise met een beweging van schrik achteruit, „Er komt iemand! Hemel! Als men wist, dat ik u gezien, met u gesproken heb! En zy snelde weg en was verdwenen, juis toen de kleine Aurora door een andere deu haastig kwam binnenloopen. „Ellendig schepsel!" mompelde Paul, tot d binnentredende oen beleefden groet richtende welke echter vergezeld ging van een wo:den den blik. Het belangwekkende kind schee» zich noch om het een, noch om Int ander t bekommeren. Zonder zelfs naar den bezoake te kyken, liep zy de kamer rond, mot de neus in de lucht snuffelend als iemand, di' iets verdachts meent te hebben bespeurd Eindeiyk bleef zy voor mynheer De Rouveran» staan en hem met haar brutale oogen aan blikkende, sprak zy: „Kyk! Zyt gy dat alweer? En met wien waart gy daar aan het praten?" Paul's kalmte begon hem byna te begeven Hy bad nooit veel van kinderen gehouden die hy beschouwde als lastige, ongezegiyko wezens, met alle kiemen in zich van de ge breken der grooten, welke zy tentoonspreiden met een hinderlyke ongegeneerdheid, door de ouders naïeveteit genoemd. Dat leelyke, ma gere, nietige meisje, met haar flets, oiyfkleurig gezicht, hetwelk aan dat vah Sancho herin nerde, boezemde hem op dit oogenblik byna afschuw in. Hy moest echter zorgen, het monstertje niet tegen zich te verbitteren, en gaf daarom met engelachtige zachtmoedigheid ten antwoord „Ik kom mynheer Manuel Ramirès een be zoek brengen, mejuffer, en hoop, dat ik u niet te zeer lastig val met hem hier te wachten." Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 1