N°. 11617. "Vrijdag 7 Januari A- 1898 1 Courant wordt dagelijks, met uitsondering van <§pn- en feestdagen, uitgegeven. Dit uommer bestaat uit TWEE Bladen. Leiden, 6 Januari. Feuilleton. Zijn laatste wil. LEIDSCH PRIJS DEZER COURANT: V6ör leiden per 3 maanden. s.. prif I.ÏÖ. Franco per post. 1.40. Afzonderlijke Nommers i r 0.05. PRIJS DER ADYERTENTIËN: Van 1 6 regels f i.06. Iedere regel meer f 0.17 J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het mcasseeren buiten de stad wordt f 0 05 berekend. Eerste Blad. Daartoe uitgenooJigd door de Coöperatieve Winkulvereeniging albier, trad gisteravond in een eivolle vergadering in de Nutszaal prof. mr. M. "VV. F. Treub, van Amsterdam, na een inleidend woord van den voorzitter van den Ned. Coöperatieven Bond, als spreker op en behandelde het onderwerp „Coöperatie". Hfi meende, dat dit een onderwerp is, dat zoowel mannen als vrouwen aangaat, waarom hfi zich over de groote aanwezigheid der laat8ten verheugde. Bfi zette daarna uiteen wat onder coöpe ratie te verstaan is. 't Is samenwerking, iets, waar we allen aan doen, en die coodig is, omdat wfi allen behoefte hebben aan elkanders hulp. Maar met coöperatie bedoelen Wfi wat anders, we denken dan vooral aan aameu genieten en samen deeleri in de voor deelen der samenwerking. Dit laatste is in onze kapitalistische maat schappij zeide spr., niet altijd het geval. "Wel worot er samen gewerkt, maar niet samen ge deeld, de winsten komen niet in het oordeel van den wtrkman, dan met enkele uitzonderingen. 'Samenwerking is niet altoos gezamenlijke Verantwoordelijkheid en gezamenlijke deeling der winsten. Wij onderscheiden tusschon consumptieve, productieve en crediet coöperatie. Sprekers doel ven om de eerste hier te behandelen. De zaak is eigenlijk na de Franscha revolutie begonnen, toen de klassenstrijd hoe langer zoo me9r i3 ontstasn. Engeland stond daarin vooraan. Wel waren veel moi-ilykheden te overwinnen, maar de ingeslagen weg was do wog van vooruitgang. Vooral van de recht vaardige pioniers van Rochdale, de wevers, is eene groote kracht uitgegaan. In cijfers wees spreker aan hoe groot de omvang dier coöperatie in Engeland is geworden. In 1888 was er een aandeelen-kapitaal van f 4,080,000, werd er verkocht voor f 3,000,000 en bedroeg do winst f 400,000. Op dit oogenblik zijn er 17- a 1800 coöperatie-vereenigingen met l1/, miilioen leden, een aandeelen-kapitaal van ƒ210,000,000, omzet ƒ700,000,000 en een totale winst van 75 a 80 miilioen. Daarna wees spr. op de voordeelen der coöperatie: 'minder betalen en meer krijgen voor zijn geld, betere qualiteit, enz. Maar meer belangrijk nog is het maat schappelijk voordeel, dat hierin bestaat, dat bet meewerkt tot oplossing van den klassen strfid, want de coöperatie krfigt macht over 'kapitaal, de werklieden worden kleiae kapita listen en kunnen nu weer proiuctie vereeöi- gingen oprichten. Daaroeen moet het ook in ons land, zeide •sprek r. De groote kwaal van onze maatschappij is congestie in het hoofd en bloedarmoede in de teenen. Een van de nadoelen Is zeer zeker, dat velen den strfid om het bestaan moeten opge ven, de kleine winkeliers, maar datzelfde zien wfi plaats grijpen op menig ander gebied. Toch kan ook hier het recht niet ontkend worden, dat de werklieden zich eveDgoed associëeren, als kapitalisten dat doen. Door coöperatie zullen langzamerhand kapitaal en arbeid worden samengebracht en alzoo ten slotte de middenstand door nieuwe dienst- presteerende krachten worden versterkt. Dus wordt het maatschappelijk belang eer bevor derd dan geschaad. Waar zoo de weg wordt gewezen, is 't met het oog op de toekomst onze plicht dien weg in te slaan ook. Bovendien eischt de samenstelling van het maatschappelijk leven zulks; wij staan niet los van elkander, maar hangen samen van elkander af, evenals de deelen van ons menschelfik lichaam. Verbete- riug van de positie der bezitlooze klasse is een maatregel niet alleen in het belang van die eene klasse, maar van de geheele maat schappij. Eindelijk wekte spr. de hoorders op om 't ook hier in Leiden te beproeven en trachtte aan te toonen, dat het hier evengoed., als elders kan slagen. Door den heer Kouw werd op de hier bestaande Coöperatieve Winkelvereeniging ge wezen, en hij gaf de voorwaarden aan, waar onder men lid kan wordeD, en de voordeelen. Da heer Pera acht den tijd van coöperatie voor ons nog niet gekomen. Hij wees op het groote onderscheid tusschen Engeland en ons land en meent, dat met 't oog op de bevolking de deelneming in Engeland toch nog niet groot genoemd worden kan. Bovendien, do fabrikanton worden in onzen tijd ook ni6t zoo spoedig rfik meer. In Den Haag zijn de coöperateurs meer uit den stand der gepen- sionneerden, die niemand naar de oogon behoeven U zien, maar dat gaat in andere kringen niet altijd zoo gemakkelijk. Als alles goedkoop is, dan komt de zaak wel in orde, is er gezegd, maar de ervaring heeft ons wel wat anders geleerd. Als iedereen wat verdient, vreest by ten slotte, dat niemand iets verdient. Prof. Treub beantwoorde den heer Pera on zeide, dat waar deze op Engeland alleen wees, de coöperatie ook elders bloeit tot zelis in Italië toe. In ons vaderland neemt do land bouw coöperatie met goede gevolgen steeds hooger vlucht. Wat de opmerking betreft over Engeland, de heer Pera hoeft vergeten, dat de l'/j miilioen leden huisgezranen zijn en dat beteek ent nogal iets. Hier zou men meer van elkander af hangen? Maar alle vooruitgang bepaalt zich tot een hoe langer hoe grooter verdeeling van den arbeid, zoodat bij een vooruitgaande maatschappij de onderlinge afhankelijkheid zelfs hoe langer hoe grooter wordt. Of de fabrikanten meer loon kunnen geven of niet, daarover heeft spr. niet gesproken, maar hij kan wel verklaren, dat in verschil lende landen het besef hoe langer hoe meer is wakker geworden, dat lage loonen en goedkoop werk niet bevorderlijk zijn voor de industrie. Loonsverhooging is zelfs meermalen een voordeel gebleken voor de fabrikanten on is dus een onmiskenbaar middel tot maat- schappelijken vooruitgang. Do opmerkiDg omtrent het Haagsche „Eigen Hulp" beantwoordde spr. met de tegonopmer- king, dat in Den Haag bloeiende coöperatieve werkliedenverenigingen bestaan, en die heeft by bedoeld. Hij wekte tou slotte nog eens krachtig op om de handen aan 't werk te slaan. Uw lot, zeide hij, is in uw eigen handen. Met een woord van dank aan deD spreker sloot de voorzitter de vergadering. Do li9dertafel „Arion" zal haar lsto concert in dit seizoen goven op Donderdag 13 Januari a. s. Op deze uitvoering zullen de nummers gezongen worden, waarmede de liedertafel op den nationalen wedstrijd te Amsterdam den eersten prijs behaalde, welke bij den heer Joh. J. Eggers zal worden ter bezichtiging gesteld. Naar wfi vernemen, worden alhier pogingen aangewend tot het oprichten eener anti-re- volutionnaire propagandaclub. Het levensgroot portret van Koningin Wilbelmina, naar do schilderij van David Bles, in krijtteekening van mej. Sophie Hirschman te 's-Gravenhage, heeft thans een plaats ge kregen in den benedenfoyer van den schouw burg aldaar. De Koninklfike Vereeniging „Het Nederlandsch Tooneei" heeft hiermede een maatregel genomen, welke de zaal tot sieraad strekt en die met ingoDomenheid door de bezoekers zal worden begroet. Het portret, gevat in een breede witge kleurde lijst, bezet met gouden sterren en afgezet met vergulde randen, wordt gedekt met de Koninklijke kroon op het kussen, waardoor het karakter van deze hulde des te meer in het oog valt. Voorloopig prijkt de beeltenis in het salon van den eersten rang ter rechterzijde van de trap. De bedoeling s evenwel om een plaats te zoeken in de koffiekamer tegen een der breede middenvakken, waar h6t beter in het gezicht komt. B. en Ws. van 's-Gravenhage stellen voor de subsidie aan de vereeniging „Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid in Neder land" ten behoevo van de in 1898 aldaar te houden tentoonstelling van vrouwenarbeid, ten bedrage van f 1500, dan alleen uit te keeren, hetzij geheel, betzij ten deele, zoodra en voor zoover aan hen of naar hun oordeel op voldoende wijze zal zfin aangetoond, dat de exploitatiekosten van de voorgenomen tentoon stelling een tekort zullen blijken te hebben opgeleverd. Naar aanleiding van zijn bevordering tot generaal majoor, commandant der lste divisie infanterie, word gisteravond aan den afge treden commandant van het regiment grena diers en jagers, kolonel jhr. H. Laman Trip, als bewijs van sympathie met den boogge- achten chef, een serenade aangeboden door de officieren van het regiment. Een telegraphisch bericht meldt het overlijden van den kapitein der infanterie O.-I. leger J. A. Rissink. De heer L. G. Vernée, op zfin verzoek bfi Koninklijk besluit eervol ontslagen commis saris van politie te's-Gravenhage, standplaats Scheveningen, thans wonende te Haarlem, heeft zich met een uitvoerig request tot den gemeenteraad van 's-Gravenhage gewend, hierop neerkomende, dat z. i. recht en billijk heid medebrengen, dat d9 Raad met ernst zfin belang ter hand neemt en een ernstig onderzoek instelt naar de feiten, door hem in zfin verschillende verzoekschriften, ook aan burgemeester en wethouders gericht, gesteld, hem te doen herkeuren, waarna zal blfiken, dat hom verhoogd pensioen werkelijk en inder daad toekomt. Onder vele blfiken van achting, vriend schap en waardeering vierde do heer E. P. Van Steenbergen, inspecteur van het kadaster, te 's-Gravenhage, gisteren zfin 50-jarig die nst- feest. De ingenieurs-verificateurs van het kadaster ia Nedorland en de bfi het departement van financiêo gedetacheerde landmeter van het kadaster, de heer A. Veenhufizen, boden den jubilaris aan een bronzen beeld, „LeVainqueur", en de teekenaars van het kadaster een album met hunne bandteekonlngen. De secretaris-generaal bfi het departement van financiën kwam den hooggeschatten amb tenaar persoonlijk complimenteeren; evenzoo tal van ambtenaren aan voornoemd departe ment, terwfil vele vrienden schriltelfik of op andere wfize hunne belangstelling in het gouden dienstfeest hadden betoond. De Eerste Kamer is gisteravond bfieen gekomen tot hervatting harer werkzaamheden. Ingekomen waren de geloofsbrieven van het nieuw gekozen lid jbr. mr. J. "W. H Rutgers van Rozenburg, die in handen weiden gestold eener commissie, bestaande uit de heeren Van Swindoren, Melvill van Lynden en Van Zinnicq Bergroann. Na goedkeuring der geloofsbrieven nam do heer Rutgers van Rozenburg zitting. De vergadering is daarna tot een nader te bepalen dag gescheiden. Bfi koninklfik besluit van 3 Januari 1893 is een commissie ingesteld tot het houden van een vergelijkend onderzoek van candidaten, dingende naar het getuigschrift van voldoend afgelegd examen voor opzichter van den Rijks waterstaat, bestaande uit de leden: A. M. K. W. baron Van Ittersun?, inspecteur van den Rijkswaterstaat te 's-Gravenhage, tevens voor zitter; J. W. Welckor, hoofdingenieur der 2de klasse van den Rijkswaterstaat, te Zwolle; M. Caland, ingenieur der 2de klasse van den Rijkswaterstaat, te Alkmaar; jhr. F. L. Ort, ingenieur der 2de klasse van den Rijkswaterstaat te 's-Gravenhage, tevens secretarie D. E. C. Knuttel, Rijksbouw meester in het 2de district te's-Gravenhage; K. E. Van Rfisinge, hoofd eener openbare school te 's-Gravenhage. De minister van oorlog brengt ter ken nis van belanghebbenden, dat dit jaar voor toelating tot de Hoogero Krijgsschool wordon opengesteld: voor het leger hier te lande: 13 plaatsen en voor dat in Nederlandsch-Indië: 9 plaatsen, welke plaatsen als volgt worden verdeeld: A. Leger hier te lande: a. Krijgskundige studiën; 6 voor officieren van het wapen der infanterie; 1 voor officieren van hut wapen der cavalerie; 2 voor officieren v.n htt W3p' n der artillerie en 1 voor officioren van het wapen der geni*. b. Stadiën voor den inten dance-dienst; 3 plaatsen. B. Leger ia Nederlandsch-Indië: a. Krijgs kundige studiën; 3 voor officieren van het wapen der infanterie; 1 voor officieren van het wapen der cavalerie; 1 voor offlei ren van bet wapen der artillerie, en 1 voor officioren van het wapen der genie. b. Studiën voor den intendance-dienst; 3 plaatsen. Voor de in dit jaar te Delft te houden feesten ter gelegenheid van het 10de lustrum van het Delftscho Studentencorps zfin prijs vragen uitgeschreven voor een reclamebiljet, een feestmarsch en een gedenkpenning, tevens maskeradepenning. De tentoonstelling der werken van Neder- landscbe ingenieurs in de laatste vfifUg jaren, waarvan verleden jaar sprake was, gaat niot door ten gevolge van de groote kosten en het gebrek aan sympathie der ingenieurs. Spoedig zal een aanvang worden gemaak* met don bouw der feesttent naast de Stads- Doelen, waar de feesten grootendeels zullen worden gegeven en o. a. de overreiking van het smeekschrift der edelen zal plaats hebben. Voorloopig is bepaal 3, dat dit op den Woens dag der feest week zal geschieden; de Maan dag blfift voor de ontvangst der reünisten, en Dinsdag-middag en 's avonds worden de maskerade-optochten gehouden. Volgens „De Hollander" denken de anti revolutionairen in district IV van Rotterdam sterk over de candidatuur van jhr. mr. T. A J. Van Asch van Wfick voor de Tweede Kamer. Naar men verneemt, is mr. J. A. N. Patfin, advocaat-procureur te 's-Gravenhage, benoemd tot attaché bfi de legatie van het kor.inkrfik Siarn te Parfis. Deze benoeming zou in verband staan met het jongste bezoek van den koning van Siam aan ons land en de koloniën, waarvan do gunstige indruk aanleiding gaf, dat Z. M. aan genoemd gezantschap een Nederlander wenschte verbonden to zien. tDagbl Door de besturen van bet Concertgebouw te Amsterdam en van de afdeeling Amster dam der Maatschappij tot bevordering der Toonkunst is een overeenkomst gesloten, waar door in de toekomst de Orkestschool met hef Conservatorium en met de Muziekschool aldaar onder leiding van den beer Dan. De Lange vereenigd zal worden. De heer J. W. Tnompson, directeur-hoofd redacteur van „De Maascole," heelt wegens gezondheidsredenen eervol ontslag uit die betrekkingen aangevraagd togen 1 April a. s. Men deelt ons mede, dat Gedeputeerde Staten van Gelderland do goedkeuring van ce gemeentebegrooting van Arnhem opgeschort hebben. Men brengt dit in verband mot de beslissing van don minister van binnenlandsche zaken betreffende bet afzonderlijk bebeer van bepaalde gemeente-inrichtingen te Zutfeu. (12.) De heer Piera, kapitein der infanterie te Batavia, is door den Keizer van Japan benoemd tot officier in de Orde van de Rfizende Zon. 14) Hfi troostte zich over zfin vruchtelooze inspanning mot de gedachte, dat deze poging zijn laatste zou zfin, dat hfi weldra zou ophouden met zfin nasporingeD, en zfin gowone leven hervatten, hetwelk in den laatsten tfid zoo vol zorg en onrust was geweest. Maar ondanks zichzelven kon hfi het zenuwachtig verlangen, om iets te vinden, ook thans nog niet geheel over- tjïnnen, en terwfil hfi de verschillende voor werpen weer op hun plaats legde, liet hfi werktuiglfik zfin oogen overal rondgaan, of hfi iflot het een of ander hoekje vergeten had. Zfin opmerkzaamheid nam toe naarmate hfi het einde naderde. Nu schoof bfi de laatste lade weder op haar plaats. Bevindt zich bet gezochte niet altfid in de laatste lade? Met die gedachte doorzocht hfi ze nog !eons, ledigde ze geheel en al en nam er een krant uit, die op den bodem lag. En werkelfik, eindtlfik ontdekte hfi iets, hetwelk tot nog toe aan zfin nasporingen ontsnapt was, dat Jean De Lafougeraie bfi zfin vertrek zelf niet had kunnen vinden, daar hfi het noch medege nomen, noch vernietigd hadeen photograpbie, zorgvuldig in een stuk vloeipapier gewikkeld, het portret eener vrouw. Zfi was niet schoon en, ora de verloofde van Jean De Lafoug.raie geweest te zfin, haast al te jong. Het beeld, met de zachte, kinderlfike trekken, vertoonde niets opmerkelfiks dan de groote, naïeve oogen van een meisje van ten hoogste zeventien of achttien jaren, wier schoonheid misschien eerst later tot ontwikkeling zou komen. Paul hield het er voor, dat de photograpbie wel twee of drie jaar oud kon zfin en het joDge meisje in dat tijdsverloop veel veranderd kon wezen. Maar hoe dan ook, zeker was het, dat zfi de gedachten van Jean De Lafou geraie tot het laatst toe had bezig ge houden, want het plaatje omkeerend, zag Paul daarop den naam „Frangoise" voluit geschreven in mooie, regelmatige letters en daaronder het adres van een photograaf te Pau. Alles was daarmede opgehelderd! Indien men in deze streek niets wist omtrent d9n roman van Jean De Lafougeraie, dan kwam dat, wfil die roman zich daar gind6 in de verte had afgesponnen, onder de warme zon van het Zuiden, waar de jonge man met het leven liefde kwam zoeken en misschien ge droomd had van een lange, gelukkige toekomst. „Dat ik daar niet aan gedacht hebsprak Paul tot zichzelven. „Dat het mfi niet is inge vallen, dat de arme jongen ginds zijn laatste dagen van gezondheid en geluk heeft doorge bracht 1 Waarom ben ik niet naar Pau gegaan, in plaats van hierheen te komen? Hfi zuchtte bfi het bedenken der nieuwe moeilfikheden, waarin deze vondst hem bren gen zou. Dez9 Fran^oise, wier trekken hfi thans had gezien, wier woonplaats hfi nu kon op- sporeD, had al haar rechten op hem her nomen. Wat zou zfi nog meer van hem eischen? „Zal zfi mfi dan geon oogenblik met rust laten, die onvindbare bruid?" sprak hfi geme- lfik, terwfil hfi de deur der kamer van Jean De Lafougeraie sloot. Hfi keek nog eens naar de photograpbie, welke hfi medegenomen had, en hervatte met iets als minachting in den toon zfiner stem: „En zfi is nog niet eens mooi ookl" IV. Paul De Rouverand bracht een vervelenden herfst door. Gelfik de meeste lieden van de wereld hield hfi de eerlfikheid voor de eerste, zoo niet voor de eenige deugd, en de honderd duizend franken van Jean De Lafougeraie drukten op zfin geweten als een ondraag- lfike last. Hfi, die tot nu toe het leven had genoten gelfik een lekkerbek een fijn gerecht geniet, bedaard, zonder overhaasting, elk vervlogen uur, elk genoegen, dat voorbfi ie, betreurend, bfi werd gekweld door een koortsachtig ver langen, om de dagen, de maanden voorbfi te zien snellen en den tfid te zien aanbreken, dat de steden in het Zuiden, welke des zomers als ingeslapen sebfinen, weder zouden op leven en bevolkt worden, ora te kunnen be ginnen met zfin Dasporingen, waarvan bfi thans den besten uitslag hoopte. December was begonnen, toen hfi te Pau aankwam. „Mijnheer heeft een goed idee gebad met hierheon te gaan. Het is niet zoo ver al Cairo en het achfint mfi even pleizierig toe,1 geido Jozef, terwfil hfi uit een venster van het „Hotel de France" het heerlijk panorama aanschouwde, dat zich voor zfin blikken ontrolde. In de verte teekenden zich in den blauwen en roo3kleurigen nevel de Pyreneeën af met hun witte toppen en als kristal glinsterende ijsveldendichter bfi groenden de heuvels van Juran^on en Gólo3, onmetelfike tuinen, met villa's bezaaid, en aan welker voet de Gave stroomt, nu eens haar golfjes in ruime bed ding zachtjes voortstuwende langs de zandige oevers, dan weer bruisend en schuimend zich een weg banend door haar enge boorden, terwfil haar wateren het azuur weerkaatsen des hemels of schitteren met zilveren glans onder de warme, koesterende stralen der zon, welke nergens zoo heerlfik achfint als in het Zuiden van Frankrijk. Paul bleef in verrukking staren op bet schoonste vergezicht, dat er ergens op aarde is te vinden. Maar hfi was niet te Pau ge komen om de bergen te bewonderen, en met smart herinnerde hfi zich dat, terwfil hfi met de ellebogen leunde op het venster zfiner kamer, hetwelk op de Place Royale uitzag. Het was juist het uur, waarop eiken dag het concert van bet etadsorkest een aanvang nam. De muzikanten namen plaats in hun kiosk. De stoelen rondom het standbeeld van Hen drik IV waren reeds voor het meerendeel bezet door liefhebbers, terwfil aan weerskanten van bet plein zich een stroom van wande laars bewoog. Op dat oogenblik bevonden zich op die betrekkelijk kleine ruimte vertegen woordigers van bfina alle Europeescbo naties. I Slanke Slavische scboonen, met zachte, groote oogen, waarin echter van tfid tot tfid een hartstochtelijke glans flikkerde; bruine, be weeglijke, praatzieke Spaanschen, die in haar schreeuwende kleoding de buitensporigheid van haar smaak verrieden; koele, stijve Engel- schen, onberispelijk wat haar uiterlfik be treft, waaraan echter het ongedwongen©, het bevallige ontbreekt, hit wolk baar Fransche zusteren zoozeer kenmerkt; blonde, glim lachende, behaagzieke Amerikaanschen in toi letten van d9 allerlaatste Parfische mods; zfi allen bewogen zich dooreen in bonte menge ling en deden elkanders eigenaardigheden op verrassende wfize in het oog springen. Da meest uiteenloopende kleuren en golaatsvor- men vertoonden de sterkst mogelfike tegen stelling: uit de verschillende groepen steeg een gemurmel op in allerlei toon, en van boven gezien maakte het plein den indruk van een buitengewoon groote volière, vol uitlandsche vogels, wier govederto en gekweel de grootbte verscheidenheid aanboden. Paul De Rouverand stond nog altijd te kfiken, doch niet met hetzelfde onvermengde genoegen, hetwelk een dergelfik schouwspel hem eertfids zou verschaft hebben. Minder dan een jaar geteden waron Jean Do Lafou geraie en zfin verloofde hier goweest. Zfi hadden er ongotwfifeld gedroomd van liefde en geluk. En nu, terwfil hfi reeds rustte in het donkere graf, bevond zfi zich nog daar, in dien heerlfiken zor.neschfin, in die zuivere lucht, het hart misschien al weder ontroerd door een nieuwe hoop? (Wtrdt vetvolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 1