h N°-1161
Dinsdag 4 Januari.
A°. 1898
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van fan- en feestdagen, uitgegeven.
j Dit nomnier bestaat uit TWEE
Lladeu.
Leiden. 3 Januari.
Feuilleton»
Zijn laatste wil.
ir!
LEIDSCH
DA&BLA
PRIJS DEZER COURANT:
tföor LeMen per 8 maanden. 0 f t.10.
Franco per post,1( yl 1.40.
Afzonderlijke Nommers 0 0.05.
PRIJS OER ADYERTENTIEN:
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meor f 0.17J. Grootere
lettere naar plaatsruimte. Voor bet mcasseeren buiten de stad
wordt 10.05 berekend.
i Eerste Blad.
Den beer A. J. Scbretlen heeft bet op
1 Januari by zyn 50-jarig jubilé als heel- en
verloskundige van bet Zieken- en Begrafenis
fonds „Boerhaave" natuurlijk niet aan belang
stelling ontbroken.
In den middag kwamen directeuren van
genoemd fonds den jubilaris bunne geluk-
wenschen aanbieden. De voorzitter-directeur
voerde bet woord, ongeveer aldus:
„Wij herdenken beden een feit in uw leven,
in nauw verband met de geschiedenis van
„Boerhaave. O, den 2den Januari 1848 toch
■werd door a met de eerste directeuren van
„Boerhaave" de overeenkomst aangegaan,
waarvan de verbintenissen, toen met uwe
bandteekening bekrachtigd, tot op heden door
u getrouw zjjn nagekomen.
„Is er io die vijftig jaar veel veranderd en
▼erouderd, wy zgn er u erkentelijk voor, dat
uwe liefde voor de instelling, uwe welwillend
heid jegens directeuren en uwe medewerkers
onveranderd is gebleven; wij wenschen
u geluk, dat ge ook nu nog met jeugdigen
\jver uwe gavoo, uwe kennis ten dienste stelt
der lijdenden."
Als stoffelijk bewijs van erkentelijkheid en
ter herinnering aan dezen feestdag wenschten
zij den jubilaris zijn geschilderd portret naar
het leven aan te bieden en vroegen daarvoor
syn medewerking door het beschikbaar stel
len van zijn kostbaren tyd.
De jubilaris, omringd door zfln familie,
dankte voor de waardeering, hem bewezen,
voor de vriendschap van directeuren en gaf
dankbaar toezegging van zijn bereidverklaring
tot medewerking.
Ook van veol andere zijden mocht de jubilaris
vole en onderscheiden blijken van hoogachting
en waardoering ontvangen.
Onder talrijke en hartelijke bewijzen van
belangstelling in zijn gouden jubileum vierde
ook de boer A. J. Leget, thans sedert bijna
25 jaren concierge van het Stedelijk Museum
alhier, op 1 Jan. zijn feest, ter herdenking,
dat hy vóór 50 jjren in dienst der gemeente
Leiden kwam.
Door den burgemeester mr. F. Was werJ
h|j gecomplimenteerd, evenals o. a. door den
voorzitter van de commissie voor het Stedelijk
Museum, den wethouder Korevaar, en andere
leden van dit bestuur. Op 1 Mei e. v. zal do
heer Leget zjjn 25 jarig ambtenaarschap als
concierge van de Lakenhal berdenken, welker
museum dan met hem een kwart eeuw bestaat.
Pd viering van dit feit zal dan stellig een
meer officiéél karakter dragen,
y Nog een derde jubileum was er denzelfden
(dag, nl. dat van dr. P. J. Kaiser naar aan
leiding der herdenking, dat hy 25 jaren geleden
benoemd werd tot verificateur van 's Rijks
zeeinst rumen ten.
Ook aan zijn woning was een druk komen
en gaan van hen, die hunne gelukwensch9n
kwamen aanbieden, welke hem ook op andere
wyze gewerden.
Des namiddags om twee uren maakte hare
opwachting ten zynent een commissie uit
vrienden en het personeel der verificatie, tot
het aanbioden van een huldeblijk, bestaande
uit een eikenhouten eetkamer-ameublement
waarby het woord werd gevoerd door den
kapiteia ter zee C. H. De Qoeje, directeur der
Kweekschool voor Zeevaart.
Den geheelen dag wapperde van het verifi
catiegebouw aan de Varkenmarkt de vader-
landsche driekleur.
De uitgebreide tentoonstelling van ont
werpen voor tapyten van de Amersfoortsche
fabriek door Colonbrander biyft nog tot Dinsdag
middag a. s. te 3 uren geopend. Aan belang
stellenden kunnen wy mededeeleD, dat een der
directeuren, de heer J. O. Moutoü, Dinsdags
middags in de kunstzaal van het Stedeiyk
Museum te spreken zal zijn.
By de Leidsche Spaarbank werd in de
maand December ingelegd 65029.116 en
terugbetaald 71677.165, terwyi zfln afgege
ven 75 nieuwe en geheel afgelost 56 boekjes.
Het gezameniyk tegoed der 10971 deel
hebbers bedroeg einde Dec. ƒ2,083,193.465.
Volgens bericht in de Staatscourant is
by koninkiyk besluit verleend aan den heer
B. J. Beek, gewezen directeur der rijkswerk
inrichting voor vrouwen te Leiden, een pensioen
van 1079 's jaars.
De Nederlandscho mail met berichten
uit Batavia tot 7 Dec. wordt hedenavond
alhier verwacht.
H. M. de Koningin was op Nieuwjaars
dag tegenwoordig by de ODtvangt door de
Regentes van do gelukwenschen der ministers,
civiele en militaire autoriteiten en leden der
Hofhouding.
Hare Majesteiten woondon dos voormiddags
de godsdienstoefening by in de Groote Kerk,
onder het gehocr van ds. Cramer, en Vrydag
de oudejaarsavond-godsdienstoefening even
eens in de Groote Kerk, waar voorganger
was ds. Karres. Prinses Elisabeth was in de
Duitsche Kerk.
Do Koninginnen, vergezeld van prinses
Elisabeth van Waldeck Pyrmont, woonden
gisteren de godsdienstoefening by in de Fran-
sche kerk.
Tot directeur-hoofdredacteur van het
sDagblad van Zuid-Holland en 's Gravenhago"
is met 1 Januari 1898 benoemd mr. P. H. P.
Van Marie, advocaat en procureur te 's-Gra-
vonhage.
Beroepen is, behalve te Bleiswyk, by de
Ned.-Herv. Gem. te Elburg, ds. T. Doeven-
dans, predikant te Hoogmade.
Bedankt is voor h6t beroep naar de
Evangelisch-Lufchersche Gemeente te Amster
dam door ds. A. D. Wempe, to Haarlem.
In den tuin achter het Koninkiyk palels
aan het Noordeinde te 's Gravenhage is een
kloek gebouw verrezen, waarvan men, staande
op de brug tegenover de Veenkade aldaar,
door de bladerlooee boomen heen den voor
gevel zien kan. 't Lfikt zoo uit de verte een
op ruime schaal aangelegde villa, waarvan
echter de boogvormige ramen op een andere
bestemming wyzen. 't Is het nieuwe huis
archief van H. M. de Koningin, met den
bouw waarvan in den nazomer van het vorige
jaar begonnen isden 30sten October plaatste
toen Koningin Wilhelmina een gedenksteen
in het in aanbouw zynde pand.
Het gebouw scbynt thans ook inwendig
gereed te zyn; men is ten minste begonnen
hier verschillende archiefstukken, o. a. uit bet
paleis te Seestdyk, naar over te brengen. In
het nieuwe archief, dat natuuriyk brandvry
en naar de eischen des tyds is ingericht,
zullen de verspreide stukken uitstekend bij
eengebracht kunnen worden.
In de rookzaal van den Grooten Schouw
burg te Rotterdam werden Oudejaarsavond,
ten overstaan van den deurwaarder W. H.
Drie8sen, de tooneoigoederen en bibliotheek
geveild, behoorendo tot de nalatenschap van
wyien den heer J. M. Haspels, den 23sten
April te Rotterdam overleden.
De aanwezige voorwerpen bestonden hoofd-
zakeiyk uit boek- en plaatwerken, kleeding-
stukken, wapens, pruiken, enz., uit alle tijd
perken. Yoorts ïyf- en andere sieraden.
Een en ander werd, volgens den wensch
der familie, grootendeels door tooneelisten
gekocht.
De civiel-iogenieur A. J. M. Stoffels,
tydeiyk ingenieur by de gemeentewerken te
's-Gravenhage, behoort sedert 1 Jan. tot het
corps der vaste gemeenteambtenaren aldaar.
Den 5den Jan. a. s. herdenken de heeren
E. J. Yau Steenberghen, inspecteur van het
Kadaster aan het Dep. van Financiën, en
W. F. Bruinier, ingenieur-verificateur van
het kadaster te Zutfen, hun 50-jarig ambts
jubileum.
By de aanbieding en toelichting van het
adres omtrent de waterverversching binnen
Delft is aan de commissie, welke hiermede
was belast, door de Koningin-Regentes de
verzekering gegeven, dat zy alles zou aan
wenden, wat in baar macht staat, om de zoo
gowenschte verbetering van den watertoestand
te verkrijgen.
Den heer A. F. Marlet, eersten onder
teekenaar van het zoo druk geteekend adres,
werd de gelegenheid gegeven dit toe te lichten
en te wyzen op de velerlei nadeelen, aan
den slechten toestand van het grachtwater
iQ don afgeloopen zomer verbonden, en prof.
L. W. C. Van den Berg zette de juridische
gronden uiteen, waarop de meaning rust, dat
in dezen de schuld ligt aan het gemeente
bestuur van '8 Gravenhage.
Ook de Koningin was by de audiëntie
tegenwoordig.
De commissie, welke het adres heeft over
handigd, bestaat uit de heeren A. F. Marlet,
voorzitter van Delfia; prof. H. A. Ravenek,
waarnemend voorzitter vtn Burgerplicht; P.
Goudappel, voorzitter van Nederland en Oranje;
dr. J. J. Gribblng, voorzitter van Recht en
Plicht; prof. mr. L. W. C. Van den Berg,
voorzitter van het Christelijk-Historisch Kies-
comitó; dr. J. C. Eringaard, voorzitter van
Maatschappelijke Hervorming, en J. Nienhuis,
voorzitter van de Delftsche Handelsvereeniging.
Door een examen-comrais6ie, bestaande
uit de heeren: A. J. Nyland, districts-school-
opziener te Utrecht; Daniël De Lange, alge
meen secretaris der Maatschappy tot bevorde
ring der Toonkunst te Amsterdam; R. Hol,
directeur van de muziekschool dier Maat
schappy, afdeeling Utrecht; L. Gerhardt,
hoofd eener openbare school, eveneens te
Utrecht, en S. Schellink, leeraar in den koor
zang aan de muziekschool voornoemd, w*.rd
het jaarlyksche examen ter verkrygiog van
het diploma van de Maatschappy ter bevorde
ring der Toonkunst voor zangonderwijs op de
bewaar-, lagere- en kinderscholen, te Utrecht
afgenomen op 30 en 31 December j.l. 10
candidaten hadden zich aangemeld, waarvan
één zich vóór het examen terugtrok, terwyl
3 candidaten moesten worden afgewezen.
Geslaagd zyn de dames J. Wildschut te Pur-
merend en E. M. Lammerts van Bueren te
Den Haag en de heeren W. H. Will ems,
onderwyzer te UtrechtG. R. Jager, idem te
SlochterenJ. W. Hovenkamp, idem te Zwolle,
en P. Van der Hoeven, idem te Leiden.
De minister van binnenlandsche zaken
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat
met 1 Maart te vervullen is de betrekking
van leeraar in de geschiedenis aan de Ryks
hoogere burgerschool te Berg en-op-Zoom.
Jaarwedde ƒ1000. Zy, die voor deze betrek
king in aanmerking wenschen te komen,
moeten zich vóór 16 Januari 1898 aanmelden
by den inspecteur van het middelbaar onder-
wys, dr. W. B. J. Van Eyk, te 's-Gravenhage.
Het „Centrum" weet mede te deelen,
dat dr. Schaepman in zooverre is hersteld,
dat hy zyn werkzaamheden wederom heelt
hervat.
Echter zal hy in het gure jaargetijde nog
zeer voorzichtig moeten zyn, en zal zyn ge
neesheer hem vooreerst niet toestaan, om het
vermoeiende werk weer te beginnen, om overal
als spreker op te treden.
Voortaan zal een premie worden toege
kend voor het aanbrengen van gewezen ge
gradueerden, die zich voor den kolonialen
militairen dienst verbinden, en zulkn in het
algemeen de bepalingen omtrent bet to3kennen
van aanbrengpremiön voor den genoemden
dienst zoo mild mogelijk worden toegepast.
De buitengewone adelborst by de Konink-
ïyke Nederlandscho Marine reserve C. Lieuwen
wordt met den 7den Januari a. s. geplaatst
aan boord van Hr. Ms. instructieschip „Gier."
Naar aanleiding van het handelstractaat
tusschen Nederland en Japan zyn door den
keizer van laatstgenoemd Ryk aan staats
lieden en hooge ambtenaren hier te lande
ordeteekenen toegekend, o. a. van grootkruis
der Orde van de Ryzende Zon aan jhr. mr.
J. Röell, oud-minister van buitenlandsche
zaken; van grootkruis in do Orde nn den
Heiligen Schat aan mr. W. Van der Kaay,
oud-minister van justitie; van grootkruis in
de Orde van de Ryzende Zon aan mr. W.
A. P. Verkerk Pistorius, minister-resident en
secretaris-generaal aan het departement van
buitenlandsche zaken; van commandeur in
de Orde van den Heiligen Schat aan mr.
J. C. De Marez Oyens, administrateur van de
afd. handel en nyverheid aan het ministerie
van Waterstaat; van officier in diezelfde
orde aan de heeren: jhr. S. Van Citters,
hoofdcommies by het departement van water
staat, handel en nyverheid, en mr. C. O.
Segers, inspecteur voor den algemeenen dienst
der belastingen aan het departement van
financiën, ea van ridder in dezelfde orde aan
jhr. mr. F. G. Van Panhuys, adjunct-commies
aan het ministerie van buitenlandsche zaken.
Tot ridder-grootkruis in de Orde van den
Nederlandschen Leeuw is benoemd graaf
Okuma, minister van buitenlandsche zaken
in Japan.
De voorzitter van de Gemengde Commis
sie voor do Stenographic uit de beide Kamors
der Staten-Generaal brengt ter kennis van
belanghebbenden
dat in het jaar 1898 een cursus van Steno
graphic wordt gehouden, waaraan, tot een
beperkt getal, worden toegelaten macn9iyke
Nederlanders, die het eindoxamen van het
gymnasium of het daarmede gelijkgestelde
Staatsexamen, of een ander examen, de waar
borgen gevende van wetenschappelijke» ont
wikkeling te bezitten, mot goed gevolg hebben
afgelegd;
dat na afloop van den cursus, aan hen, die
een voldoende vaardigheid in de Stenographie
verkregen hebben, de vergunning kan worden
gegeven om zich, onder voorwaarden, coor da
Commissie to stellen, verder voor het vak van
stenograaf to bekwamen by deSteDograpbische
Inrichting der Staten Generaal;
dat by voorkomende vacatures in die Inrich
ting, aan de daartoe geschikten onder degenen,
die daarby zyn opgeleid, by voorkeur een
plaats als stenograaf wordt verleend, waaraan
een jaarlyksche bezoldiging is verbonden,
klimmende van 1500 tot ƒ3000, mot recht
op pensioen, en met do vrjjheid, om, zooveel
bestaanbaar is met een dienst der Staten-
Gtneraal, de rechtspraktijk uit te oefenen of
zich met letterkundigen of wetenschappeljjken
arbeid bezig te houden.
Do aangifte tot het bywonen van den cur
sus wordt, in de maand Februari, in persoon
gedaan by den directeur van de Stenographi-
sche Inrichting, C. A. Steger, De-Ruyter-straat
50, te 's-Gravenhage, dagelyks van 1 tot 3 uren
des namiddags. Schrifteiyke inlichtingen wor
den niet gegeven.
De Haagsche Kronieker van de „N.
Gron. Ct." schryft het volgende: Met het einde
des jaars is een man van het parlementair
tooneel getreden, die in de beide Kamors jaren
laDg veel heeft gearbeid. Ik bedoel geen
politicus, maar iemand, die door zyn werk
veel minder kwaad heeft gedaan: de heer
Joh. Gram, een der oudste stenografen, die
thans als zoodanig zijn ontslag heoft genomen
en een welverdiend otium cum dignüate zal
gaan genieten. Niet omdat hy de kracht niet
meer bezit om to arbeiden; integendeel, Gram
is een toonbeeld van kracht en jonkbeiJ; hy
is nog zoo vlug in zyn bewegingen en uiteriyk
als een student, heel zyn persoon 6pot met
zyn jaren.
Vermoedelijk zil hy, aan 't afmattend
Kamerwerk ontworsteld, thans zyn welver
sneden pen in ruimer mate dienstbaar maken
9)
Aan baar houding, aan dt wijze, waarop
zy baar smart toonen, misschien wel onder
drukken zou, stelde hy zich voor Francoise
dadelyk te zullen herkennen. Doch hy zag
niemand, die aan zyn verwachtingen beant
woordde. Onderweg naar het kerkhof Iui3torde
hy naar het gesprek van twee heeren, die
met hem in hetzelfde rytuig gezeten waren.
Één hunner waa naar allen schyn de notaris
der familie, degene, tot wien de politie zich
gewend had, om de eerste inlichtingen te
verkrygen.
Hy scheen zich nogal iets te laten voor
staan op de rol, welke hy by die gebeurtenis
gespeeld had.
„Men heeft een brief van my gevonden en
ja toen dadeiyk naar myn kantoor gekomen,''
peide hy tot den ander, die klaarblykeiyk
fiiet op de hoogte was. „Ik ben het, die de
jioodige aanwyzingen heb gegeven."
„Kendet ge mynheer De Lafougeraie
„Persoonlijk zeer weinig. Hy woonde altyd
op zyn buitengoed in Bourgondiê of in het
Zuiden voor zyn gezondheid en kwam slechts
oen enkele maal te Parys. Maar ik heb altyd
de zaken voor zjjn familie waargenomen. Wy
nebben veel gecorrespondeerd betreffende de
hoedelveieffening van zyn vader, en ik geloof
zelfs, dat het alleen was om my een bezoek
té brengen, dat bjj die ongelukkige reie heeft
ondernomen, want twee dagen vóór zyn dood
schreef hy my en verzocht my een onder
houd, ten einde my te kunnen raadplegen
over een gewichtige zaak, waarvan ik echter
verder niets weet."
„Een geldbelegging wellicht?"
Do notaris schudde bet hoofd.
„Mynheer De Lafougeraie zette geen geld
uit: by verkocht integendeel zyn vaste goe
deren. Zyn eenig levensdoel was, de schuld-
eischers zyns vaders te betalen. Op myn kan
toor alleen beeft hy meer dan driemaal hon
derd duizend franken gestort, en dat is nog
maar weiuig in vergolyking met hetgeen hy
elders heeft afgedragen. Alles voor verplich
tingen jegens vrienden, eersechnlden, enkele
van zeer kieschen aard en waar niemand iets
van wist. Zyn geheelo fortuin is er mee heen
gegaan. Onlangs nog heeft hy een landgoed
verkocht, de laatste of zoo goed als de laatBte
bezitting, welke hem overbleef, en, gelyk Ik
dezen morgen aan mynheer Ambroult zeide,
ik durf wedden, dat de opbrengst den weg
van al het andere gevolgd ia. Men treft niet
dikwyis menschen aan, die zoo nauwgezet
zyn van geweten."
„De Ambrouks zullen niet erg Ingenomen
zyn met die nauwgezetheid. Zjj moesten im
mers erven, niet waar T
„Ja, mevrouw Ambroult is de naaste bloed
verwante van mynheer De Lafougeraie, de
eigen zuster van zyn vader, en de overledene
heeft geen beschikkingen getroffen. Wat hy
nalaat was de mo:-lte niet waard er een
testament van te mafcan."
„Papa Ambroult ziet er verschrikkelijk ter
neer gedrukt uit. Met zyn groot vermogen
evenwel had hy geen erfenis noodig."
„Wat zal men er van zeggen?"
„Hoe ryker iemand is, hoe meer hy wil
hebben."
Het gesprek liep thans over andere zaken,
en men kwam by het kerkhof aan. Paul zocht
tusschen de boomeu, de stoenen, de kruisen,
by de kapellen de vrouw, die hy tevergeefa
in de kerk gewacht had. Hy zag niemand.
De treurige plechtigheid was spoedig afgeloo
pen. Aan den ingang van het kerkhof werden
nog eenige handdrukken gewisseld met myn
heer Ambroult, die zyn regelmatig opwellen
den traan wegveegde; vervolgens spoedde
iedereen zich naar huis en, met uitzondering
van Paul De Kouverand, was er niemand
meer, die zich nog herinnerde, dat «r een
Jean De Lafougeraie bestaan had.
III.
Dikwyis worden de diepste geheimen, de
fijnst gesponnen intriges als vanzelf in het
licht van den dag ODtsluierd; verscheiden
malen ook stuit men by het oplossen van het
schynbaar eenvoudigste raadBel op moeilyk-
heden, welke al spoedig onoverkomelyk
blyken te zyn. Paul De Bouverand pijnigde
zich het hoofd, zocht den kring zyner betrek
kingen rond, zonder iets te ontdekken,
hetwelk hom op het spoor van Francoise
brengen kon. Sommigen zyner konnissen
herinnerden zich wel een zekeren burggraaf
De Lafougeraie, een man van reeds eenigszins
gevorderden loeftyd, die te Parys een tameiyk
los leven leidde en een jaar of vyftien geledon
van het tooneel was verdwenen ten gevoigo
van den ondergang eener groote financieels
onderneming, waarin by betrokken was. Dat
was de vader van Jean. Wat dezen zeiven
betreft, hy bad altyd op zyn goederen gewoond
en was in de Paryscbe wereld geheel cn al
onbekend. Vrienden in Bourgondiê, tot wie
Paul zich wendde, konden hem al even eb in
op de hoogte brengen. Zy konden hem inlich
ten aangaande de familieomstandigheden van
Jean De Lafougoraie, omtrent zyn fortuin,
maar van zyn persoon, van zyn karakter, van
zyn gewoonten wist men zoo goed als niets,
hetzy omdat zyn zwakke gezondheid hem van
de samenleving had uitgesloten, hetzy dewyl
by gezorgd had enkele zaken uit zyn intiem
leven te verbergen, welke juist voor Paul van
belang hadden kunnen zyn.
Aldus teleurgesteld, troostte hy zich met
de gedachte, dat het toeval hem wel te hulp
zou komen, en eeDige weken lang wachtte
hy geduldig, zonder zich al te zeer te laten
ontmoedigen.
Hy had zyn gewone leven hervat, zonder
echter in alle opzichten zyn vroegere onbe
zorgdheid terug te vinden. Des avonds, wan
neer by op zyn kamer kwam en zyn oog
viel op de secretaire, waarin de honderd
duizend franken van Jean De Lafougeraie
geborgen lagen, kon hy een zekere zenuw
achtige onrust niet onderdrukken. Hy had
die som niet Daar de Bank durven brengen,
daar zy ieder oogenblik kou opgevorderd
worden, en dan een bankier kan zyn
betalingen staken. Hy vreesde ook, dat het
geld, wanneer by het in huis hield, gestolen
kon worden of dat er brand kon komen,
altemaal dingen, waaraan hy niet zou eedacht
hebben, indien het zyu eigen 1 ezi t ngon
gegolden had. Somtyds hield die vrees hem
dos Dachts wakker, en juist de omstandigheid,
dat hy zich weleer nooit met de zaken van
andoren bemoeid had, maakte zyn tegen-
woordigen toestand dubbel onaangenaam voor
hom. Hy zou niet lang geaarzeld hebben, zich
te ontdoen van het hem toevertrouwde pand
ten voordo io der rechtmatige erfgenamen,
indien een dergeiyko oplossing hem niet aaq
de grootste onaangenaamheden had bloot
gesteld.
Zulk een teruggave, natuuriyk en verklaar
baar op den dag van het overlijden van Jean
De Lafougeraie, werd uiterst moeilyk, nu er
reeds een maand was verloopen, vooral by
lieden als de Ambroults, die eerder zouden
gelooven aan zelfzuchtige beweegredenen dan
aan een gevoel van kieschheid, hetwelk zUn
handelwyze had bestuurd. Daar een menigte
schulden van mynheer De Lafougeraie in het
gehoim door zyn zoon betaald waren, had
niemand iets kuDnen weten van het verdwy-
non van die 100,000 franken.
Maar myuhoer Do Rouverand kon door een
enkele onvoorzichtigheid de belangen vau
Frangoise in gevaar brongen en zlchzelven
blootstellen aan allerlei kwaadwillige aanmet.
kicgen.
(Wordt vervolgd.)