l—
hotren J. Van Oosten en H. Homan, terwijl
de bocrtn B. De Groot en L. J. Homan hun
mandaat ale bestuursleden hernieuwd zagen.
In de vragor.bus werd gevonden de vraag,
hoe hit stond met de zaak C. Grullemans.
Het bestuur wist mede te deeleu, dat er op
't oogenblik ongeveer 2000 aanwezig was,
waardoor omstreeks 2% kan uitbetaald wor
den, maar volgens den advocaat te Londen
sou ook htt overige nog wel terechtkomen,
mits men den geleidelijken weg bleef bewan
delen en niet tot krasse maatregelen over
ging. Hierna werd do vergadering gesloten.
Noordwijkerhout: Gisteravond om
streeks halftwaalf schrikte de brandklok de
inwoners op uit hua eersten slaap. Uit
menige door het opengeschoven raam ver
schijnende nachtmuts klonk het: "Waar is de
brand? Ea het antwoord luidde dan: By Van
Duin aan de Pilarenlaan. Onder leiding van
den ópper-brandmeester was de spuit spoedig
gereed en op weg naar het terrein van den
brand. Daar bleek de hooiberg te hebben vuur
gevat en dicht bij het huis staande, was het
gevaar aanvaokeiyk niet gering. Mogelijk wel
door het vochtige weder der laatste dagen,
wilde het hooi niet al te best branden, en zoo
koa het onheil worden beperkt tot gedeeltelijk
verhes van des hooibergs inhoud. Heden liep
oen viertal dienders naar de oorzaak van den
brand te zoek n, maar hebben naar wij ver
namen mots gevonden en dus zal het wel
weer zijn en blijven: Oorzaak onbekend.
Woubrugge: Tot ouderling der Herv.
Gom. alhier is herkozen de heer Wm. Boot.
Gckoz-n i3 tot diaken de heer H. Van der Boon,
in do plaats van den heer A. Maat, naar
elders vertrokken.
Zoeterwoude: Toen hedenmorgen de
sch'pp r L. Van Leeuwen wilde gaan varen,
b'o g de mast van zyn vaartuig naar beneden
en kwam op zijn hoofd terecht, waardoor hij
een zwaro hoofdwonde bekwam en hij over
boord viel. Na zich van droog goed voorzien
te hebben, werd hem in het Ziekenhuis te
Leilcn zijn hoofd in een verband gelegd. Zijn
toestan 1 is tot heden niet gevaarlijk.
Zoeterwoude: Door het Hoofdbestuur
der Nederlandsche Vereeniging tot bescher
ming van dieren is eene belooning van 5,
do 2de pr\js toegekend aan J. "WytmaD,
wonende aan den Vlitt, en een van ƒ2.50,
3de prjjs, aan A. SpoeUtra, wonende aan den
Haagweg als houders van trekhonden, wier
bespanningen rekening houdc-n met de statuur
en de grootto der honden.
Voor de inschrijving der mannelijke In
gezetenen dezer gemeente, geboren in het
jaar 1879, voor de nationale militie, zalmeer
bepaald zitting worden gehouden op Maandag
10 Januari 1898.
Zegwaard: De pakhuisknecht P. L., van
den heer P. Van Beek, graanhandelaar alhier,
is bij h=t lossen van een schu.t met graan,
door het uitglijden der trap, zoodanig met
zfon borst op den kant van de schuit gevallen,
dat hij een inwendige kneuzing aan z'Cn
boistbeen bekwam.
Uit de „Staatscourant".
Kon. besluit: Aan M. H. Hijlkema, gewezen
cipier van de strafgevangenis te Sneok, verleend een
pensioen ten laste van den Staat van ƒ684'sjaars.
Erkenniug. De heer H. C. Van der Zee, be
noemd tot consul to Dender-Bushiie, is indiehoe-
danighoid door de Perzische regeering erkend.
Audiëntiën. De gewone audiëntiën van de minis
ters van marine, iiuancicn, oorlog en koloniën zullen
deze week niet plaats hebben.
„ïlenata".
Als iets nu toch jammer is geweest, dan
is het de betrekkelijk geringe opkomst van
het publiek by gelegenheid van het tweede
concert, door ocz9 dameszangvereeniging ge
geven; jammer voor „Renata", welks ont
vangsten daardoor verre benoden verwachting
moc-teo gebleven zyn, maar ook vooral jam-
mor voor de afwezigen, die een mooie muziek
uitvoering gemist hebben. Sneu ook voor de
dames, dat de Itallaanscho Opera verzonnen
had nu juist op Dinsdag op te treden. Dat
trekt altyd meer! Lunardi had bij zyn optre
den in „Lucia di Lammcrmoor" met zijn
heeriyko 6tem de harten reeds veroverd en
dan „Pagliaccil"Over „Cavaleria rusti-
cana" kan men desnoods eens wagen te
spreken in vorband met draaiorgels, maar
met den Palj is moet het publiek nog tot nader
order blyven dwepen.
Hos het ook zy, die er waren hebben zich
niet te beklagen gehad. Het programma was
met zorg samengesteld Hofmann's „Nornen-
gesang" was vóór de pauze meer op zyn
plaats geweest en als soliste had „Renata"
zich de medewerking weten te verwerven van
Movr. A. Ollenboom Lütkeman, uit Amster
dam, die zoowat gedurende den geheelen avond
met bewonderenswaardige opgewektheid en
toewijding hetzy liederen zong hetzy de soli
in de koorwerken vervulde.
Herinneren wy ons wèl, dan is het gister
avond de vierde maal geweest, dat deze
hoogbegaafde zangeres hier is opgetreden. Htt
eerst boorden wy haar in „Die Scböpfung",
waarin zij uitstekend was. Kort daarna trad
zü by de Leid8che Maatachappy op met liederen
en viel toen een weinig tegen, naar wy hebben
hooren zeggenmaar in Brahms' „Requiem"
toen zij plotseling mevr. Nassau Noordewier
moest vervangen had zy haar revanche
en ook gisteravond zong zy zoo mooi als
men het maar verlangen kan.
Htfc eene lied, zooals byv. „Vieille Chanson"
van Bizet, lag boter in haar stem dan het
andere, zooals „Von ewiger Liebe" van Brahms,
maar aan alle liet zy recht wedervaren.
Nog geen week geleden hoorden wy twee
liederen, die mevr. Oldenboom zong op „Sempre
Crescendo", zoodat wy in staat zyn verge-
lykingen te maken. Van Chaminade's „Ritour-
nelle" zyn wy wederom niet op den smaak
kunnen komen, maar het „Vieille Chanson",
dat wy reeds van mej. Timmermans met
genoegen hoorden, hebbon wy thans, dank
zy mevr. Oldenboom's voordracht, in zyn volle
schoonheid leeren waardeeren. Maar goed, dat
wy eerst mej. T. en daarna mevr. O. hebben
moeten recenseeren en niet omgekeerd!
„"Wiegenlied" van Brahms, Schumann's
Soldatenbraut" en „Serenade de Zanetto"
van Massenet, drie mooie liederen, werden
mooi gezongeD. Een herhaling van „Vieille
Chansoa" was ons echter meer welkom ge
weest dan het toegiftje „Pensée de Prin-
temps" van Loroux.
Eq nu het koor: hoe konden wy er zoo
lang mede wachten? nu, dat koor kweet
zich voortreffelijk. In „Ave vivens hostia"
hoorden wy even iets hartverscheurends; de
eerste regels van „Een kruis met rozen"
waren wat onzeker; het slotakkoord van „La
Caravane" had zuivorder gekund en „Joyeuses
dans Pair", etc. in „Pardon Breton" werd wat
ongeiyk ingezet. Ziedaar absoluut alles, wat
wy maar met mogtlykheid aan op eD aan
merkingen by elkaar hebben kunnen verza
melen. Daartegenover staat echter zooveel
schoons, dat wy geen oogenblik aarzelen onze
oprechte hulde aan da kleine kudde te brengen.
Want klein is zy: misschien slechts het
derde deel van wat vroeger „Es-moll" was,
maar hoeveel beschaafder van klank is thans
het geheel, hoeveel fijner afgewerkt ieder
onderdeel! Dat moet het werk zyn van den
heer S. Van Adelberg: by heeft blykbaaruit
de resten van het vrojgere koor goede eigen
schappen tot haar recht woten te brengen,
die Mann uit do betere krachten niet heeft
kunnen halen. De klank van het koor zou
echter nog beter zyn, indien er wat meer
echte Bopranen by do eerste stem waren. Nu
moesten de mezzo-sopranen wel eens wat
boven haar kracht zingen.
Twee werkjes van Cbaminade kwamen op
het progamma voor, die wy resp. op het tweede
en derde concert van „Es-moll" reeds gehoord
hebben. Wy hernieuwden de kennismaking
met genoegen. Byzonder goed voldeed ons
„D^r gefangene Sfinger", een koorlied van
Arion's" directeur H. Vóllmar, een fijn werkje,
dat met smaak on goed genuanceerd werd
uitgevoerd. P. Lacome'a „Caravane" bracht in
ons geheugon terug „Eine Steppenskizzo" van
A. Borodin, indertyd door „Sempre" uitge
voerd. Ook in het „Nornengesang" (Nornen
heeten de Noorsche schikgodinnen; zy zyn
evenals de Grieksche Parcen drie in getal),
ook in het „Nornengesang" had het koor
eenige byzonder goede oogenblikken.
Nu nog twee woorden van hulde: één aan
de soliste voor de wyze, waarop zy zich van
de solo passages kweet, en één aan de pianiste,
die met groot talent en op smaakvolle wyze
aan do veelal lastige begeleidingen volkomen
recht heeft doen wedervaren en daardoor voor
een niet gering deel heeft medegewerkt tot
het welslagen van het geheel.
TWEEDE KAMER.
Voortzetting van de behandeling der begrooting
van Binnenlandsche Zaken, af deeling
Lager Ondeiwijs.
By art. 131 (tydelyke subsidiën aan de
gemeenten) wyst de heer Mackay op de
wenschelykheid, dat goed worde nagegaan of
de gemeenten de bydragen werkelyk noodig
heboen.
De Minister zal te dezen aanzien met groote
voorzichtigheid te werk gaan.
Op eenige opmerkingen van den heer De
Boer over het weinig practische nut van het
Landbouw-Comité, verklaart de Ministerdat,
hoewel hy nog geen bepaald tydstip voor de
nieuwe organisatie van den landbouw kan
noomen, dezo aangelegenheid ernstig zal wor
den overwogen.
De heer Van Vlijmen vraagt subsidiën voor
de provinciale boerenbonden en steun door de
Nederlandsche Bank voor boeren-leenbanken.
De Minister belooft overweging.
De heer Hcsselinck van Suchtelen driDgt
aan op uitbreiding van do localiteit van de
landbouwschool te "Wageningen.
Met in-acht-neming van de noodige zuinig
heid zal de Minister deze zaak ter harte nemen.
De h8er Van Asch van Wijck (Ede) dringt
aan op meer geiykmatigheid by de subsi-
diëering der zuivelconsulenten.
Do Minister acht ook voor de toekomst een
vaste regeling wenscholyk.
Op den aandrang van den heer Smeenge
om stabiliteit van de keuringscommissie in
het belang van de paardenfokkery, antwoordt
do Ministerdat zooveel mogeiyk stabiliteit in
't plan ligt.
De heer Van Dedem doet verschillende
maatregelen tegen het mond- en klauwzeer
aan de hand, welke de Minister belooft te
doeii onderzoeken.
By de afdeeling Kunsten en Wetenschap
pen verklaart de Minister niet te kunnen
voldoen aan bet verzoek van den heer De
Savomiti Lohmant om den post ad 3500 voor
de restauratie van de kerk te Gouda van de
begrooting af te voeren.
Op voorstel van den heer Veegens wordt
een post ad ƒ500 voor voorbereiding van een
nieuwe geologische en hoogtekaart van Neder
land van de begrooting afgevoerd, om te
worden overgebracht naar de begrooting van
Waterstaat, Handel en Ny verheid.
Aan den heer Conrad belooft de minister
een onderzoek te zullen instellen naar de
noodzakeiykheid van een Ryksinrichting van
papieronderzoek.
De begrooting van Binnenlandsche
Zaken werd daarop zonder stemming
goedgekeurd.
Aangonomen werden voorts de wets
ontwerpen tot bekrachtiging der provinciale
belastingen en der prov. heffing in Overysel,
alsmede de suppletoire begrootingen voor
binnenlandsche zaken.
Hierop wordt aangevangen het algemeen
debat over de Marinebegrooting.
De heer De Ras bestrydt den verderen aan
bouw van schopen, type A. Wyzende op de
ongunstige rapporten over de reizen dier
schepen, acht ook spreker ze ongeschikt voor
den algemeenen dienst in de Inoische wateren
en voor offensief optreden buitengaats veel
te duur. Hy weigert daarom de kosten toe
te staan voor een vierde schjp, type-„Korte-
naer". Heden voortzetting.
Begrooting Landsdrukkerij.
In het antwoord der Regeering wordt ge
constateerd, dat een nieuwe loonregeling
moest wachten op een algeheels herziening
der tarieven. Eerst wanneer deze lang genoeg
zal gewerkt hebbeD, zal de nieuwe regeliDg
worden ter hand genomen. De Inrichting vol
doet aan de eischen der veiligheidswet. De
pryzen, aan de werkgevers in rekening ge
bracht, komen over het algemeen overeen
met dio by groote particuliere drukkeryen.
Het opdragen van work aan anderen geschiedt
alleen ty uitzondering, als de Landsdrukkery
overladen is. De nieuw aan te schaffen machi
nes zullen van de beste hoedanigheid zijn en
van de beste vinding; geen personeel zal
daarvoor worden afgedankt.
Buüenlandsche Zaken.
By het onderzoek van de suppletoire be
grooting voor 1896 werd opgekomen tegen
de practyk, om de voor een onbezet consulaat-
generaal uitgetrokken gelden te bezigen tot
dekking van overschryding van andere be
grotingsartikelen. Voorts vroeg men naar
den aard en het bedrag dor kosten, die in
verband met de reis naar en het verblyf te
Moskou van den gezant te St.-Petersburg ten
laste der begrooting zyn gekomen.
Boterwet.
Nu de afdeeling landbouw aan het depar
tement van binnenlandsche zaken zal worden
ingericht, moet de zorg voor de uitvoering
van de Boterwet thans aan het dep. van
waterstaat toevertrouwd - naar binnen!, zaken
worden overgebracht. Daartoe is een wets
ontwerp ingediend.
Gemeenteraad van Oegstgecst.
Voorzitter: de Burgemeester. Afwezig
de heer H. G. Van Sillevoldt.
Aan de orde is een missive van HH. Ged.
Staten dezer provincie, ten einde, krachtons
art. 70 en 104 der Gemeentewet, den Raad
te hooren over de ontworpen nadere regeling
der jaarwedden van burgemeesters tn secre
tarissen in deze provincie. Volgens als regeling
zou in deze gemeente de jaarwedde van den
burgemeester bedragen ƒ1200 (nu 800) en
die van den secretaris ƒ1000 (nu ƒ800).
Met algemeene stemmen wordt besloten
mede te deelen, dat de Raad zich, op grond
der ryksbydrage krachtens art. 10 der wet
van 24 Mei 1897 (Stsbl. No. 156), met dit
voorstel kan vereenigen.
Nog wordt besloten op het terrein, dat,
krachtens de beslissing in de vorige vergade
ring, aan den Morsch zal worden aangekocht,
eon brandspuithuisje te bouwen.
Niets meer aan de orde zynde, wordt de
vergadering gesloten.
Gemeenteraad van Llsse.
Tegenwoordig al de leden, behalve de heer
Van Stockum. Voorzitter: de Burgemeester.
De voorzitter coat mededeeling van de
ingekomen stukken:
a. Missive van Ged. Staten ter begeleiding
van het goedgekeurd Raadsbesluit tot vast
stelling der jaarwedden van den nieuwbe-
noemden onderwijzer.
b. Idem tot het doen van betaling uit den
post „Onv. Uitg." van de begrootiog 1897.
c. Id9m tot aanvulling van die begrooting.
Aangenomen voor kennisgeving.
d. Adres van de heeren A. Van der Zaal
te Li8se tn M. F. Tb. Waller Zeper te Katwyk,
houdende verzoek om concessie tot het aan
leggen eener electrische verlichtig.
Ofschoon in principe er voor om een derge-
lyko verlichting in te voeren, besluit de Raad
de zaak voorloopig nog aan te houden, tot
het inwinnen van nadere informatiën.
e. Adres van den heer W. Visser, hoofd
der school, om subsidie voor het onderwys
in vreemde talen.
Na gehouden beraadslaging besluit de Raad
met algemeene stemmen voor 1898 eene sub
sidie te verleenen van 150,, houdende aan zich
de bevoegdheid die subsidie voor volgende
jaren al dan niet te verleeneD.
Ten slotte wordt nog besloten om de goten
tot afvoor van htt hemelwater, gelegen aan
de Z. W. Z. der Halfwegsteeg, ten koste der
gemeente io orde te doen maken.
Hierna sluit do Voorzitter de vergadering.
Be Italiaansche Opera.
Na Donizetti onlangs, kregen we Verdi
gisteravond, zy het dan ook slechts gedeelte-
lyk, nl. in „Ernani", van 1844 dagteekenende,
na voorafgegaan te zyn door „Nabucco" in
1842 en vroeger nog, in 1839, door Verdi's
eerste opera „Oberto conti dl St.-Bonifacio",
waarmee hy grooten opgang maakte.
Trouwens, van zyn talryke werken hebben
do meeste een Europeesche vermaardheid
verworven en worden er thans nog zelfs door
de geheele wereld genoeg gehoord.
Giuseppe Verdi, geboren 12 October 1S13
te Roncole, in Parma, ontving zynmuzikalen
opleiding van Lavigna schreef eerst onder diens
leiding eonige kleine zang- en orkeststukken
en was weldra een gevierd ItaliaanBch opera
componist
Toen de zanger van „I] Trovatore" zyn
roemryke loopbaan begon, werd hy van vole
kanten toegejuicht, maar ook van andere
zyden scherp gecrltiseerd. De werken van zyn
hand werden door oen groot gedeelte van het
publiek hemelboog verheven, en zoowel het
zooeven genoemdo werk, als „Ernani", „Rigo-
letto" en „La Traviata" waren voor de meeste
opera vrienden het heerlykste, dat de muzikaal-
dramatische kunst hoeft opgeleverd. Niet aldus
voor hen, die in de klassieke muziek waren
opgevoed; voor hen muntte Verdi uit door banale
melodieën en harmonieën en door gedruisch-
makende instrumentatie.
De tyd heefr, geiyk Henii Viotta dezer
dagen nog opmerkte, eenige wyziging in die
scherp tegenover elkaar staande meeningen
gebracht. De Vordi-bewonderaars zyn niet zoo
talryk meer als zy' dertig, veertig jaar geleden
waren, en aan den anderen kant staan z'y, dio
de muziek als wetenschap beosfeneD, niet
meer zoo vyandig tegenover do werken van
den Italiaanschen meester als vroeger; zy
weten er het goede in te waardeeren, en al
moeten- zy erkennen dat Verdi's contrapunt
noch zyne instrumentatie er beter op gewor
den zyn, zy bewonderen de dramatische kracht
ea de verrassende effecten van vele gedeelten
uit '8 meestors opera's.
Van die dramatische kracht kon men thans
hier weder getuige zyn in de derde acte uit
„Ernani", maar ook tevens daarvan dat het
ItaliaaDsche gezelschap uitstekende drama
tische elementen, aan het melodramatische
grenzende, bezit.
Dat alleen de derde acte gegeven werd, was
oorzaak dat nu minder het eigenlijke werk zelf,
dan wel de wyze, waarop dit gedeelte zou
worden vertolkt, op den voorgrond trad. En
als zoodanig is de goede indruk, welke na het
eerste optreden werd verkregen, belangryk
verhoogd geworden. De heer Lunardi o. a.
zong zya paity met glood en kracht, terwyi
ook de mannenkoren zich gunstig onder
scheidden.
Het was een hoewel kleine, maar toch
waardige inleiding voor Leon cavallo's „Pagli-
acci", dat we van de Nederlandsche Opera
reeds enkele malen als „Paljas" te zien
kregeü, en een paar jaar geleden in de oor-
spronkeiyke taal bovendien ook nog van een
andere Italiaansche troop, welke den byi er
al heel spoedig heeft by neergelegd en het
in ons lind niet lang kon harden. Nu mén
alzoo in de gelegenheid is een vergelyking te
maken, komt duldeiyk in het licht dat de
vroegere troep het danig by die van nu moeBt
afleggen.
Wat de thans hier te lande vertoevende en
terecht zooveel opgang makende Opera Italiana
geeft, is iets geheel anders, iets in veel op
zichten ongewoons. Al zou men geneigd zyn
te verklaren, dat de Nederlandsche Opera
krachten bezit, (wy herinneren aan Orelio
en Pauwels), oie niet voor de Italiaansche
behoefden onder te doen, toch heeft de op
voering der laatste een eigenaardig karakter,
dat haar er weer ver boven verheft. Door de
meerdere warmte, welke er èn in zang èn
in actie heerscht, wordt men onwillekeurig
van hot begin tot het einde als 't ware mee
gesleept.
In de eer6te plaats is daarvan de oorzaak
te vinden wederom in bariton Lunardi, door
de wyze waarop by de rol van Tonio, later
van Tadeo, zong en speelde.
Waarom hy hier niet, geiyk hier en daar
elders, den proloog in zwarten rok voordroeg,
begrijpen wy niet recht. Voor zulk een kos
tuum ter vervulling van die taak, welke
eigeniyk buiten het kader van hot stuk valt,
is zeer veel te zeggen. De zanger werd meer
malen teruggeroepen.
De heer Colazza had als Canio (Paljas)
met zyn tenor-geluid, terwyi natuuriyk beste
herinneringen by een groot deel van het
publiek nog aanwezig waren, een moeilijke
rol, welke hy, vooral aan het einde, met veel
verdiensten vervulde en de aanwezigen in
een daverend applaus deed losbarsten.
Aan byval mangelde het ook den overigen
optredenden, signora Borghi als Nedda, en de
dame die speelde als Harlekyn, niet. Silvio
had slechts een party van weinig beteekenis.
De koren lieten in het begin te wenschen
over, doch herstelden zich. Zy weerden zich
toen wakker.
Het orkest was nu en dan wel wat heel
zwaar, maar overigeüs van zeer goede conditie.
De dames van het ballet, vooral de solo-
danseressen, vonden ook nu weer geducht
veel byval.
In 't kort dus; de voorstelling heeft uit
stekend voldaan. Het succes was volkomen.
De Schouwburgzaal was goed bezet.
Cremengd Nieuws#
Ons gas. Er valt te klagen over
het gas of duideiyker gezegd: over delevering
daarvan, welke in niet voldoende mate
geschiedt.
Wy hebben hier niet het oog op degenen,
die men zou kunnen bestempelen met den
naam van naphthaline-lyders, die voortdurend
sukkelen met het vastzetten van die stof io
de pypen en die na een doorblazings-syBteem
weder voor geruimen tyd geholpen zfin,
maar wel op die personen of firma's, dio
kunnen gerekend worden tot de groote con-;
sumenten.
Vooraf een woord van erkentelykheid aan
den directeur der gasfabriek alhier: geen klacht,
of er ia welwillendheid te over om deze te
onderzoeken.
Daarmede is eilacy niet altyd de verbetering
gekomen.
Sprekende op dit oogenblik allóén voor ons-
zeiven, moeten wy constateeren geen voldoen
den toevoor van gas te hebben. Gewoonlyk
wordt den consumenten verweten geen vol
doende leiding te hebben, zoo ook in ver-
schillonde huishoudens, die in vro3gere tyden
voldoenden gasto3voer hadden, doch thans
voortdurend moeten hooren de leiding is niet
voldoende, uw gaskroon laat niet genoeg
gas door, enz. Onze leiding is echter van
lateren daturr* maar toch hebben we hetzelfde
argument moeten hooren.
Wanneer dit evenwel juist was, dan zouden
we altyd te klagen moeten hebben, dan zou er
altyd onvoldoende toevoer moeten wezen.
Het tegendeel is echter waar; wy willen
op de enkele dagen, dat er niet te klagen
valt, Diet wyzen, maar wèl op de morgen
uren, waarop, zooals nu op de donkere
dagen vóór Kerstmis, alle gaslichten moeten
worden aangestoken. Dan brandt alles voor
treffelijk Daaruit moet dan toch do conclusie
getrokken worden, dat onze leiding in orde is.
Het is volstrekt niet te doen om er een
quaestion „brülante" van te maken; met alle
welwillendheid, die wy van de gasfabriek en
van den directeur ondervonden deze is
boven onzen lof zyn wy echter tot geen
goed resultaat gekomen en niets is ellendiger
dan geen goed of dansend licht!
Nu wy vooreerst geen levering van electrisch
licht te verwachten hebbon, waarmede waar-
schynljjk verminderd gasverbruik zou gepaard
gaaD, on tban6 integendeel het gasverbruik
toeneemt, zouden we wederkoerig deza vraag
willen stellen: Is de leidiDg onzer gasfabriek
op alle plaatsen der stad wel voldoende en
moet daaraan niet toegeschreven worden de
niet voldoende levering? Mocht dit zoo zyD,
dan achten wy verbetering zoo spoedig
mogeiyk gewonscht.
Het in Den Haag vermiste 19-
jarig meisje, wier opsporing door haar vader
verzocht werd, is in de War moesstraat te
Amsterdam door de recherche aangehouden.
Ook de student, die zoek was, mevjt weer
„terecht" zyn.
Du politic te 's-Grsvenhago
moest Maandagavond uit den schouwburg een
heer verwyderen, ocudat hy 't twee bezoekers,
die rustig in een der bovenloges zaten, zeer
lastig maakte en zooder aanleiding een hunner
met een tooneelkyker een bloedende wond©
in bet gelaat had geslagen.
Gisternamiddag heeft tusschen
Papendrecht en Alblasserdam een aanvariog
plaats gehad tusschen de „Quakernaat," van
de reedorij Fop Smit, en de sleepstoomboot
„Josephine." De „Josephino" heeft vermoe
delyk weinig schade bekomen. Yan de
„Quakernaat" werd de reeling beschadigd.
Voor Bruinisse is gestrand het
Belgische pleitschip „Vier Gezusters."
Als waarschuwing voor onvoor-
zichtige reizigers vermeld het „Hbl", dat
gistermiddag een der conducteurs der posteryen
van d8n sneltrein AntwerpenAmsterdam,
die te Zevenbergen een depeche uit den trein
moest werpen en zich daartoe met zyn hoofd
buiten het portier begaf, ebn hevigen slag op
zyn hoofd kreeg. By onderzoek bleek dat een
yzeren koker, welke aan het postrytuig is
aangebracht, dooreen voorbygaandon goederen
trein was afgeloopen. Een wonder mag het
heeten dat 's mans hoofd niet verbryzeld werd.
Gistermorgen omstreeks half-
negen brak in de woning, bewoond door
Eierkamp in de Diezerstraat te Zutfen, brand
uit, zeer waarschyniyk veroorzaakt door hooi-
bro3iing op een zolder.
Door het snel en doeltreffend optreden vin
het daartoe aangewezen brandblusch personeel
der cavalerie met hun materieel, weldra ge
steund door de stedelijke brandweer, was het
gevaar spoedig geweken en omstreeks ti3H
uren de brand gehluscht.
De burgemeester, de garnizoens-commandant
en andere autoriteiten waren op het terrein
van den brand aanwezig.
Het huis was verzekerd, niet de inboedels,
die tevens veel waterschade beliepen.
Naby Vlissingen is door een
onbekende oorzaak brand ontstaan op da
hofstede Rozenburg. Een schuur met winter
voorraad en vier stuks vee zyn verloren gegaan.
Alles was verzekerd.
De loting voor de nationale militie
in de gemeente Baarderadeel werd wegens
een onder het oog van den burgemeester
gepleegde informaliteit van onwaarde verklaard,
Aan hen, die by de oerste loting waren
vrygeloot en by de Zaterdag gehouden nieuwe
loting een dienstplichtig nummer trokken,
werd door den burgemeester medegedeeld, daf
voor zyn rekening een nummerverwisselaai
zal worden gesteld.
Zondagnacht is te Oeffolt inge
broken in de kerk. De dieven hebben zich
toegang verschaft door het raam en dsarna
de offerblokken geledigd, die gelukkig niet
veel inhielden. Van verdere diefstal geen spoor.
De politie stelt een onderzoek in.
Beretta, de stedeiykehoofdcassier
van Novara, die een half millioen van gelden
van instellingen had verduisterd en met
speculatie verloren, is na eene behandeling
van 8 dagen door de rechtbank te Vercelli
tot 17 jaren dwangarbeid veroordeeld.