Woensdag 1& December,
A0, 1897
Qourant wordt dagelijks, met uitzondering
van c%pn- en feestdagen, uitgegeven.
Een ongelukkige jeugd.
N°. 11598
DACrBL
FEUS DEZER C0ÜRAJPT;
Voor Leiden per 3 maandenm f 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIES:
Van 1-6 reeels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voer het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Leiden, 14 December.
Heden ontvingen vry het verslag omfrent
het Rijks-Museum van Natuurlijke Historie
te LtiJeD, l.opfnie over het tydvak van
1 S ptem'oer 1696 tot 1 September 1897,
uitgebracht door den directeur dr. F. A. Jentink.
Omtrent het personeel wordt er o. a. in
gezegd:
Een grcot verlies aan wetenschappelijke
werkkracht is het veitrek van dr. J. Büttinofer
naar Rotterdam. De voorwaarden, hem aan-
getoden als directeur van den Dierenluin,
waren van zoo overwegendon fïnanciüelen
invloed, dat hij, hoe ongaarne ouk, zijn
gelitfkoosdo betrekking aan het Museum
meende te moeten verlaten. Alle pogingen
door het Curatorium en door dr. Jentink
schriftelijk en mondeling b(j den minister van
cinnenlandscho zaken, nr. S. Van Houten,
gedaan, om dien uiterst verdienstelijken ambte
naar voor het Museum te behouden door hem
©en bescheidene traktementsverhooging aan
te bieden, hebben schipbreuk geleden.
Heelt de Ornithologische afdeeiing des
Museums een tot dusveire niet vervangen
ledige plaats aan to wijzen, de wetenschap
der Ornithologie heeft in dr. Büttikofer een
der meest waardige beoefenaren verloren.
Zijn rustelooze arbeid heeft overal in de
uitgebreide vogelen-collectie des Museums
sporen van zijn ernstige studi3 achtergelaten,
als zoovele fondamenten, waarop door di9
na hem komtn kan voortgebouwd worden.
Ann het gebouw is ni6ts veranderd of
verbeterd, zoodat de in vorige verslagen
beschreven toestand dezelfde is gebleven. Een
viertal lekken zijn gedicht.
In den toestand van het meubilair is geen
verandering van aanbelaDg te constateeren.
Do brandbluschmiddelen werden twoemaal
in 's directeurs tegenwoordigheid beproefd en
gerepareerd waar zulks noodig bevonden werd;
ook werden als gewoonlijk de bliksem-afhlders
nagozion en in volkomen goeden toestand be
vonden.
Do toestand der verzamelingen werd in het
vorige jaarverslag „allertreurigst" genoemd;
deze uitdrukking moet thans herhaald worden
en is mogelijk niet krachtig genoeg: uit
hetgeen in het verslag gezegd wordt a propos
van „verlirzen" kunnen d® bewijzen voor do
hand gegrepen worden.
Behalve aan het vocht, d® schimmel, de
stof en het groot® verschil in temperatuur
tu8schen zomer en winter in de niet ver
warmde galerijen, is bovenbedoelde toestand
voor het grootste deel een gevolg van de
slechte en geheel onvoldoende wijze, waarop
de verzamelingen geborgen zijn: de kasten
deugen niet. Er kan gerusteljjk gezegd
worden, dat 10 het gansche gebouw niet één
goede kast aan te wijzen is; z\j zijn allen
„op een koopje" gemaakt, sluiten dus niet
en h.ton oveial stoffen en insecten vrijelijk
binnenkomen. Waarom in dezen schandelijken
toastand niti sedert lang verandering gebracht
is? Deze voor de hand liggende vraag moet
als volgt beantwoord worden.
Sedert ia bocoomd dr. Fioech, van Delmenborat J.
Zoo lang ik, aldus schrijft de directeur,
aan het Museum verbonden ben, dat is van
het jaar 1875, is er steeds sprake geweest
van den bouw van een nieuw Museum van
Natuurlijke Historie, zijn er steeds commissies
geweest om die zaak grondig te onderzoeken,
zijn er reizen gemaakt ten einde andere Musea
te bestudeeren, zijn er rapporten uitgebracht en
plannen geteekend en voorstellen aan de
R9geering ingediend, terwijl er bijna altijd
op de Staatsbegrooting een post voor onder
zoek, enz. was uitgetrokken. Was er sprake
van den touw van een nieuw Museum, dan
werd er steeds gedacht aan en gesproken van
het Museum van Natuurlijke Historie.
Deze toestand veranderde eenigszins onder
den vorigen Minister van Binnenlandscho
Zaken, die besloten had om den bouw van
een Ethnographisch Museum vóór to doen
gaandaarna wilde hy een Museum voor onze
collecties stichtenby schreef d.d. 24 Januari
1S95: „Do slichting van nieuwe gebouwen
voor het Museum van Natuirlijko Historie is
in onderzoek en voorbereiding". Waar dus
telken jare byna weder de kans geopend
werd, dat eindelijk aan het onverantwoordelijk
uitstel een einde zoude komen, daar was het
zeker niet aangewezen om aan de Regeering
voorstellen te doen van zulk een ingrjjponden
aard en die zulke groote geldelyke opofferin
gen eischen als het bouwen van nieuwe
kasten, waarmede uit den aard der zaak vde
duizenden guldens gemoeid zija. De treurige
gevolgen van dien onzekeren toestand zyn
langzamerhand niet uitgebleven on hebben
thans een beienkdyko hoogte berrikt, zooals
uit het thans volgende biyken zal en waarop
de directeur vroeger reeds zoo vaak, doch
immer tevergeefs, gewezen heeft.
Het zal zeker velen geuoegen dosn uit
achterstaande advertentie te vernemen, dat
do Burgerzangscbool van don heer C. B.
Duyster binnenkort, nl. 22 December a. s.,
weder haar jaarlyksche uitvoering zal geven,
waarvoor de gelegenheid ook voor niet ouders
van leerlingen om haar bij te wonen zoo
gemakkciyk mogelijk wordt gemaakt.
Het programma belooft inderdaad weer
beelwat moois en dat die belofte zal ver
vuld worden, daarvoor staan d© naam van
den directeur en die zyner inrichting borg.
Wy vestigen er de aandacht op, dat ouders,
die reeds in het bezit der kaarten zijn, morgen
hunne plaatsen kunnen besprekeD, terwijl
van af Donderdag voor belangstellenden toe-
gacgsbowyzen verkrijgbaar worden gesteld.
- Bij het einde der godsdienstoefening,
Zondagmorgen gehouden in het Nutsgebouw
voor de vrijzinnige leden der Ned.-Herv.
Gemeente te Leiden, werden naar aanleiding
der vroeger vermelde afwijzende beschikking
van het bestuur dor R«monstrantsche Broeder
schap, door den voorganger, dr. Van den Bergh,
van Zwolle, de personen, die zich niet konden
veroenigen met de thans overheerschende
richting by de Leidsche Gemeente, uitgenoodigd
zich mondeling of schrifteiyk aan te melden
by de fungeorende commissie voor de gods
dienstoefeningen, enz., ten 6inde thans defini
tief te kunnen overgaan tot het vormen van
een eigen kring, ook ten einde langs dien
weg te kunnen geraken tot het optreden van
een geordend bestuur voor de geesteiyke
beborften der lii-r bedoelde vryzinnige leden.
Bij koninkiyk beslnit is bepaald, dat,
met ingang van 1 Februari 1898, het examen
voor alle graden van het konstabelspersoneel
by do Koninkiyke Nederlandsche Marine ook
in Nederland6ch-Oost Indiö kan worden afge
legd. Dit geschiedde tot heden uitsluitend
binnenslands aan boord van het artillerie-
instructieschip.
Aanst. Vrydag i3 de vergadering van
de Vereeniging ter beoefening van de Krygs-
wetenschap, waarin het door een aantal leden
gedane voorstel wordt behandeld tot uit
sluiting van do vaandrigs van het lidmaat
schap der veroeniging en de luit.-kolonel De
Vlaming zal spreken over het duel, deraden
van eer en de eeregerichten.
De Japansche minister resident by ons
Hof, die geruimen tyd te Berlijn heeft ver
toefd, is te 's-Gravenhage teruggekeerd.
De generaal-majoor Doorman, comman
dant der beredon artillerie, en generaal-majoor
Römer, inspecteur van h6t wapen der cavalerie,
hebben zich gistermiddag per Staatsspoor met
hunne adjudanten Daar Apeldoorn begeven.
Behalve de reeds genoemde, heeft zich
te Amsterdam een tweede commissio gevormd
tot het brengen van een hulde aan de nage
dachtenis van A. C. Wertheim.
Aan de byzondere commissie ter wereld
tentoonstelling te Parys in 1900, voor de
groepen: werktuigkunde, electriciteit, water
bouwkunde en vervoermiddelen, mijnwezen,
en metaalbewerking, is door het Fransche
Tentoonstellingsbestuur in deze groepen oen
ruimte toegestaan, die, naar hy vreest, te
klein zal biyken, daar het aantal opgaven
tot deelneming boven verwachting is gestegen.
Do commissie heeft tzich dientengevolge
genoodzaakt gezien een termijn vast te stellen
tot welken men zich voor deelneming kan
aanmelden, en heeft dien termjjn bepaald op
1 Maart 1898.
De byzondere commissie heeft thans
eventueelen deelnemers verzocht vóór 1 Maart
a. s. aan het Bureau der Centrale Commissie
te 's Gravenhage in te zenden een opgave:
lo. In welke groep zy voornemens zyn in
te zenden; 2o. waaruit de inzending zal be
staan; 3o. hoeveel ruimte voor de inzending
noodig is.
De voorzitter der byzondere commissie voor
bovengenoemde groepen is de heer J. F. W.
Conrad.
Z. D. H. de Bisschop van Haarlem heeft
benoemd tot pastoor der nieuwe parochie van
O. L. Vr. van Goeden Raad te 's-Gravenhage,
den weleerw. heer W. M. G. Wittert van
Hoogland; tot kapelaan aldaar den weleerw.
heer J. J. Samwel; tot kspelaan te Leidschen-
dara den weleerw. heer J. D. A. Mtyer, en
tot kapelaan te Goes den weleerw. heer
H. J. I. Wentzri, die assistent was te Zandvoort.
Da Stadsschouwburg te Amsterdam was
gisteravond zeer goed bezet by de tweede
opvoering van „Antigone", naar de vertaling
van prof. Van Leeuwen.
Den heer Bouwmeester werd een krans
aangeboden.
Den 8sten Januari vertrekt per stoom
schip „Prinses Marie" naar Oost-Indië, met
bestemming voor Padang, een afdeeiing aan-
vulliogstroepen, sterk 53 onderofficieren en
minderen, onder bevel van den van verlof
terugkeerenden lsten luit. der inf. "W. W. Van
Gelder en onder het medegeleide van den
2don luit. van dat wapen J. G. De Greef.
Te Utrecht is een vergadering gehouden
van hoofden van scholen en klasse-onder-
wjjzers met den secretaris van het Centraal-
Comité voor de viering van nationale feest
dagen aldaar ter bespreking en vaststelling
van het onderdeel: Kinderfeesten by de a.s.
inhuldigiDgsfeeston.
De plannen voor de Kinderfeesten werden
vastgesteld als volgt:
lo. van 10 12 uren v.m. feestviering op
elke school afzonderlyk; de regeling daarvan
wordt geheel aan de hoofden overgelaten
elk hoofd ontvangt te dien einde een even
redig bedrag van de som, welke daarvoor
door het Centraal-Comité beschikbaar gesteld
zal kunnen worden;
2o. de uitvoering eener cantate door de
kinderen der hoogst9 klassen van alle scholen
gezameniyk op een der pleinen.
In overweging werd gegeven aan de voor
deze kinderfeesten te benoemen regelings-
coramissie om te deDken aan een lokaal, daar
anders by eventueel ongunstig weder de uit
voering niet mogelijk zal wezen.
Op uitnoodiging van den heer A. L. Ger-
retsen, directeur van de Chr. Normaalschool
te Nymegen, kwam aldaar in den foyer van
den schouwburg een 50-tal onderwijzers byeen
om te bespreken op welke wyze by tie a. s.
inhuldigingsfeesten aan Nymegens jeugd een
waardig feest kan worden bereid.
Aangenomen werd het kinderfocst in drie
doelen te splitsen: lo. de uitvoering van een
kindercantate door leerlingen van alle lagere
scholen; 2o. een feestelijke samenkomst van
alle schoolgaande kinderen op een nader aan
te wijzen plaats, en 3o. kinderfeesten, die
ieder onderwyzer in eigen kring zal organi
seeren.
Aan de heeren Hofstede, Crull en "Wil
link, te Borne, is in den gemeenteraad van
Terneuzen een voorloopige concessie toege
staan voor den tyd van één jaar voor bet
leggen van electrische geleidingen voor ver
lichting.
De Raad der Friesche gemeente Dokkum
heeft aan de feestcommissie aldaar f 400 toe
gezegd voor het Inhuldigingsfeest.
De heer P. B03 Az. heelt bedankt als
wethouder der gemeente Dordrecht, doch
zal voorloopig nog lid van den gemeenteraad
blijven.
Maandag-morgen had t9 Roermond onder
talryke deelneming de begrafenis plaats van
wylen den heer A. Hendriks, in leven lid
van don gemeenteraad.
Aan den heer Hendriks verliest Roermond
een zijner geachtste ingezstenen en de armen
een grooten weldoener.
Eenthuizen: Zondag-avond omstreeks
zes uren is een bejaard maü, R. W. Verheul,
door do duisternis misleid, te water geraakt,
doch er gelukkig met den schrik en een nat
pak afgekomen.
Daar wy ons echter verblyden, zoo scbryft
de berichtgever, in het vooruitzicht van weldra
e3n algoh9ele straatverlichting te verkrijgen,
hopen wy voor dergelijke voorvallen bewaard
te blijven.
Haarlemmermeer: Het doen van
aangifte voor de Nationale Militie coorp.-rsonon,
geboren in 1879, is te Haarlemmermeer
bepaald op Vrijdag 7 en Zaterdag 8 Januari
1898, van 9 tot 3 uren. Den 7de:i voor
hen, die wonen in de enkele ssctiën, den
8sten voor lieü, die wonen in de dubbele
sectiën.
Noordwijk: Wegens een andere, gelyk-
tydige vergadering, waaraan eenige raadsleden
moeten deelnemen, is de tegen hedenavond
aangekondigde vergadering van don gemeente
raad uitgesteld tot morgen (Wosnsdag) avond
te 7 uren.
En der laatste nachten heeft zich woder-
om gekenmerkt door allerlei baldadigheden,
vernielzucht, stdery. Zoo wer Jon op het buiten
goed „Calorama" van mevr. do wed. Everwijn
een dertigtal ruiten van broeikassen inge
worpen, boompjes uit den grond gerukt enz.
In do Zeestraat weer onhebbelijkheden van
anderen aard. Ook werd daar een paity
turven ontvreemd.
Bij'zékeren W. H., van den laatsten diefstal
verdacht, werd heden huiszoeking gedaaD, met
het gevolg, dat een dezen zomer, evoneons
in de Zeestraat, gestolen karpet op den zeiler
ontdekt werJ. Ook da ontwerpers van een
waarschynlyk voorgenomen diefstal van konij
nen meent men herkend te hebben, zoodat
do verwachting gekoesterd mag worden, dit
maal de daders v~n al cïê onbehoorlijkheden
in handen te krijgen. Voorwaar, een hoogst
gewenschte zaak: ous dorp zou anders zeer
spoedig een reputatie van beruchtheid ver
krijgen, die voor het grootste vreedzime doel
der bevolking onverdiend is.
R e e u w y k: Alhier had in de afd.
Middelburg een droevig ongeluk plaats. Torwfil
do 20 jarige Hendrik Paul hooi uit den
hooiberg had gegooid cn zich met een touw
weer naar beneden liet zakken, is hy tusschon
het touw verward geraakt, en biy ven hangen,
en door zekeren H. Krar.ienlrink, die to.vallig
daar op de werf was, losgeanedon. Onmiddellijk
werd er geneeskundige hulp ingeroepen, wat
echter niet meer mocht bat6n, daar hy reeds
overleden was. Men kan zich de droefheid
der ouders voorstellen, daar do overledene
eeD zeer oppassend jongmenscb was.
Stomp wjjk: By P. Van Heater, land
bouwer alhier, zijn in den nacht van Zondag
op Maandag 5 kippen en 1 haan gestolen,
's Morgens weiden de koppen afgesneden in
het hok gevonden.
Warmond: De inscbryving voor do
nationale militie van hen, cie geboren zijn
in 1S79, zal te Warmond plaats hebben op
Vrijdag 14 Januari 1898, des voormiddag*
tusschon tien en twaalf uren.
SPe'O.illö-tQin..
15)
Aline verheugde zich hoo langer hoe moer
er over, dit beminnelijke en naïeve kind aan
genomen te hebben, dat zoo goed aan haar
zorgen en haar lessen beantwoordde en welker
heilzame invloed uitwerking had op haar
Epeei- en studiemakkers.
lüon voorval vermeerderde nog de liefde,
welke dit lieve meisje inboezemde.
Hot was op een scboonen namiddag in
Juni; gedurende verscheidene dagen was het
eene onwoder op het andere gevolgd, maar
eindelijk had de schitterende zon haar rechten
herkregen cn de sombere wolken ver van
zich heen gedreven. Alles noodigde tot wan
delen uit en men maakte er zich met vreugde
toe gereed.
Terwijl Aline den weg volgde,, welke naar
Lena, wie zij oen bezoek zou gaan brengen,
voorde, liepen de drie kinderen in bet veld
om bloemen te plukken. Zy hadden er reeds
een groote verzameling van, toen Sigismund
in den vijver een schoone waterbloem be
merkte, weike juist ontloken was en zachtjes
te midden der groene bladeren wiegelde.
„Kijk eens," riep hij uit, „welk een schcone
V.oem! Ik zat baar voor u plukken,Blinche;
g moet haar midden tusschen uw andere
oinsmen steken. Dat zal prachtig staan I"
,0 neeD, Sigismund," antwoordde zy, „ik
bid u, laat dat, zij is zoo schoon op het
water, omringd door die groote bladeren
Indien wy haar plukten, zou zy verwelken,
en dat zou jammer zyn. En dan, broerlief,
de grond is zoo glibberig, ge zoudt kunnen
uitglijden
„Sigismund boeft geiyk," riep nu Tecla
uit, „dio witto bloem zal prachtig tusschen
die blauwen staan!"
En Sigismund boog, om de waterlelie te
grypen, maar zooals Blanche het voorzien
bad, gleed hy uit en verdween byna geheel
onder de verraderlyke planten, welke het
diepe water bedekten. Tecla stiet een hart-
verscheurenden kreet uit. Blanche was zeer
bleek, maar beefde niet; zy sloeg den oenen
8rm om den stam van een ouden wilg, wolke
over den vyvor gebogen was, greep met do
andere hand de kleeren van Sigismund,
welke boven het water uitstaken, en hem
half boven watér houdend, uitte zy wan
hopige kreten. Rupert, die, door A'ine ge-
zanden, hen juist kwam zotken, hoorde haar:
toeloopen, zich in het water storten en den
jongen onvoorzichtige er uit halen, was het
werk van eenige oogenblikken. Tecla, die
weder een weinig tot zichzelve gekomen was,
volgde, op Blanche steunend, haar broeder,
die door Rupert naar diens woning werd
gedragen. Terwyi Aline en L9na hem beur
zorgen wydden, viel Tecla op de knieën en
Blanche, die rechtop by het bed bleef staan
zonder te spreken en zonder te weenen,
wachtte tot Sigismund weder tot bewustzyn
zou komen. Eindeiyk opende hy do oogen, en
zun eerste blik was voor haar.
„Dank u," zeide hij halfluid, en weder sloot
hy de oogen.
„Hy is gered!" zeide Aline.
Nu gevoelde Blanche haar krachten wyken.
Lena liep too om haar te ondersteunen en
bemerkte toen eon groote bloedende wonde
aan den blooten arm van het meisje; de ruwe
bast van den ouden wilg, waaraan zy zich
vastgeklampt had met al haar kracht, was
door haar teer vleesch gedrongen.
„Arm kind," zeide Lena, haar helpend;
„welk een mood hebt ge gehad!"
De dokter, dien men in allerbaast ontboden
had, kwam juist binnen. Toen hy Sigismund
naderde, ztido deze:
„Eerst Blanche, behandel eerst Blanche!"
En Aline vertelde hem dan, wat er ge
schied was.
„Dat lieve kind," zoo voegde zy er by,
„had niets gezegd van haar wonde, maar de
pyn was zóó hsvig, dat zy byna h6t bewust-
zyn verloor."
„Myn wonde!" zeide Blanche, een minach
tenden blik op haar arm werpend.
De goede dokter alleen hoorde baar en zag
haar opletten! aan. Maar zy wilde niet, dat
hy zich mot haar bezighield.
„Sigismund," zeide zy met aandrang, „ik
bid u, zorg voor Sigismund; dit hier is slechts
cón bagatel."
„Sigismund is gered, kindlief," antwoordde
de dokter, „hy is aan u zyn behoud schuldig."
Toen brak Blanche in tranen uit.
„Arm kind," zoo dacht de dokter by zich-
zelveD, „hoe zult gy eens iyden!"
Toen men de twee ionee meislos weder
naar het slot wildo brengen, naderdo Blanche
bet bed, glimlachte tot Sigismund en raapte
de bloem op, welke hy in de hand had ge
houden, totdat hy weder tot bewustzyn was
gekomen. Schuchter nam zy haar mede.
Otto, die aan hot hof was, maakte zich
gereed om op het eerste oogonblik het beste
naar het leger te verlrekken. By eiken biic-f,
dien zij ontving, vreesde Aline het treurige
nieuws te zullen hooren. Zy kon aan haar
smart slechts lucht geven in tegenwoordigheid
van Blanche, wier verstand haar leeftyd voor
uitliep. Dat jonge meisje van veortien jaar
word vertrouwd gemaakt met den angst en
de verwachtingen van A.ine, zy droogde do
tranon van de bevreesde en ontroostbare echt-
genoote, zy vond in haar hart en in haar
vurig geloof wcorden van troost voor haar,
die haar had opgenomen en zelve getroost in
dagen van tegenspoed.
De winter ging aldus voorby in een voort-
durenden angst, maar ook in vertrouwen. Ein-
delyk ontsing Aline een brief van graaf Orto.
„Dierbare Aline," zoo schreef hy daarin,
„het vaderland roept ons op; de overweldiger
bedreigt ons dierbaar land. God weet, waar
die nieuwe Atliila eens tot stilstaan gebracht
wordt! Wy' zullen een poging wagen; de
plicht en de eer roept ons, aarzsien komt
bier niet te pas. Over acht dagen zal ik my
by het leger aansluiten.
„Ik zal eerst naar Ritheim gaan, al is het
ook slechts voor enkele uren, opdat ik u
nog eens kan omhelzen. God beschormo ons
dan!.... Maar dat is waar ook. Sigismund is
zevenlien jaar oud, hy zou met mij kunnen
vertrekken en zyn eerste wapenfeiten kunnen
toonen. Ik ben er zeker van, dat de stem
der eer grooten invloed op hem zal hib'osD;
anders zou hy geen ware Von Iiitbeim zijn."
Aline las den brief hardop, zy liet hem uit
baar banden vallen en riep met smart uit:
„Teg6n myn vaderland!"
„Tegen myn vaderland!" antwoordde oen
gebroken atom gel'jk oen droeve echo.
Aline wendde zich om en zag Blanche,
badend in tranen, mot bevende en kleurlooze
lippen. Do oogen op Sigismund gelicht, her
haalde zy;
„Tegen Frankrijk, tegen myn vadorland!"
En allen begonnen te weenen. Sigismund,
die ook zeer bewogen was, had er zich eerst
over geschaamd tranen te vergieten geiyk
een vrouw; bij, die zoo juist als een mun
beschouwd was.
Maar welk jongeling gevoeit zyn bart niet
kloppen in het vooruitzicht van den etryd?
De hoop op roem, het gejaagde leven, da
krygskansen, een scbittor.nde uniform, oen
vurig paard, is dat alles niet gono.g om o n
zeventienjarigen jongding aan te trekken"
Op den namiddag van dien dag verliet
Blanche het kasteel, zonder aan iemand hot
dosl harer wandeling te zeggen; zy bal er
behoefte aan, alleen te zyn. Toch richtte zy
byna dadeiyk baar schreden naar de woning,
waar zy zeker wa3 genegenheid en troost
te vinden, naar de woning namelyk van haar
oude viiendinnon.
(Wenff vervolgd.)