Woensdag 1& December, A0, 1897 Qourant wordt dagelijks, met uitzondering van c%pn- en feestdagen, uitgegeven. Een ongelukkige jeugd. N°. 11598 DACrBL FEUS DEZER C0ÜRAJPT; Voor Leiden per 3 maandenm f 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIES: Van 1-6 reeels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voer het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Leiden, 14 December. Heden ontvingen vry het verslag omfrent het Rijks-Museum van Natuurlijke Historie te LtiJeD, l.opfnie over het tydvak van 1 S ptem'oer 1696 tot 1 September 1897, uitgebracht door den directeur dr. F. A. Jentink. Omtrent het personeel wordt er o. a. in gezegd: Een grcot verlies aan wetenschappelijke werkkracht is het veitrek van dr. J. Büttinofer naar Rotterdam. De voorwaarden, hem aan- getoden als directeur van den Dierenluin, waren van zoo overwegendon fïnanciüelen invloed, dat hij, hoe ongaarne ouk, zijn gelitfkoosdo betrekking aan het Museum meende te moeten verlaten. Alle pogingen door het Curatorium en door dr. Jentink schriftelijk en mondeling b(j den minister van cinnenlandscho zaken, nr. S. Van Houten, gedaan, om dien uiterst verdienstelijken ambte naar voor het Museum te behouden door hem ©en bescheidene traktementsverhooging aan te bieden, hebben schipbreuk geleden. Heelt de Ornithologische afdeeiing des Museums een tot dusveire niet vervangen ledige plaats aan to wijzen, de wetenschap der Ornithologie heeft in dr. Büttikofer een der meest waardige beoefenaren verloren. Zijn rustelooze arbeid heeft overal in de uitgebreide vogelen-collectie des Museums sporen van zijn ernstige studi3 achtergelaten, als zoovele fondamenten, waarop door di9 na hem komtn kan voortgebouwd worden. Ann het gebouw is ni6ts veranderd of verbeterd, zoodat de in vorige verslagen beschreven toestand dezelfde is gebleven. Een viertal lekken zijn gedicht. In den toestand van het meubilair is geen verandering van aanbelaDg te constateeren. Do brandbluschmiddelen werden twoemaal in 's directeurs tegenwoordigheid beproefd en gerepareerd waar zulks noodig bevonden werd; ook werden als gewoonlijk de bliksem-afhlders nagozion en in volkomen goeden toestand be vonden. Do toestand der verzamelingen werd in het vorige jaarverslag „allertreurigst" genoemd; deze uitdrukking moet thans herhaald worden en is mogelijk niet krachtig genoeg: uit hetgeen in het verslag gezegd wordt a propos van „verlirzen" kunnen d® bewijzen voor do hand gegrepen worden. Behalve aan het vocht, d® schimmel, de stof en het groot® verschil in temperatuur tu8schen zomer en winter in de niet ver warmde galerijen, is bovenbedoelde toestand voor het grootste deel een gevolg van de slechte en geheel onvoldoende wijze, waarop de verzamelingen geborgen zijn: de kasten deugen niet. Er kan gerusteljjk gezegd worden, dat 10 het gansche gebouw niet één goede kast aan te wijzen is; z\j zijn allen „op een koopje" gemaakt, sluiten dus niet en h.ton oveial stoffen en insecten vrijelijk binnenkomen. Waarom in dezen schandelijken toastand niti sedert lang verandering gebracht is? Deze voor de hand liggende vraag moet als volgt beantwoord worden. Sedert ia bocoomd dr. Fioech, van Delmenborat J. Zoo lang ik, aldus schrijft de directeur, aan het Museum verbonden ben, dat is van het jaar 1875, is er steeds sprake geweest van den bouw van een nieuw Museum van Natuurlijke Historie, zijn er steeds commissies geweest om die zaak grondig te onderzoeken, zijn er reizen gemaakt ten einde andere Musea te bestudeeren, zijn er rapporten uitgebracht en plannen geteekend en voorstellen aan de R9geering ingediend, terwijl er bijna altijd op de Staatsbegrooting een post voor onder zoek, enz. was uitgetrokken. Was er sprake van den touw van een nieuw Museum, dan werd er steeds gedacht aan en gesproken van het Museum van Natuurlijke Historie. Deze toestand veranderde eenigszins onder den vorigen Minister van Binnenlandscho Zaken, die besloten had om den bouw van een Ethnographisch Museum vóór to doen gaandaarna wilde hy een Museum voor onze collecties stichtenby schreef d.d. 24 Januari 1S95: „Do slichting van nieuwe gebouwen voor het Museum van Natuirlijko Historie is in onderzoek en voorbereiding". Waar dus telken jare byna weder de kans geopend werd, dat eindelijk aan het onverantwoordelijk uitstel een einde zoude komen, daar was het zeker niet aangewezen om aan de Regeering voorstellen te doen van zulk een ingrjjponden aard en die zulke groote geldelyke opofferin gen eischen als het bouwen van nieuwe kasten, waarmede uit den aard der zaak vde duizenden guldens gemoeid zija. De treurige gevolgen van dien onzekeren toestand zyn langzamerhand niet uitgebleven on hebben thans een beienkdyko hoogte berrikt, zooals uit het thans volgende biyken zal en waarop de directeur vroeger reeds zoo vaak, doch immer tevergeefs, gewezen heeft. Het zal zeker velen geuoegen dosn uit achterstaande advertentie te vernemen, dat do Burgerzangscbool van don heer C. B. Duyster binnenkort, nl. 22 December a. s., weder haar jaarlyksche uitvoering zal geven, waarvoor de gelegenheid ook voor niet ouders van leerlingen om haar bij te wonen zoo gemakkciyk mogelijk wordt gemaakt. Het programma belooft inderdaad weer beelwat moois en dat die belofte zal ver vuld worden, daarvoor staan d© naam van den directeur en die zyner inrichting borg. Wy vestigen er de aandacht op, dat ouders, die reeds in het bezit der kaarten zijn, morgen hunne plaatsen kunnen besprekeD, terwijl van af Donderdag voor belangstellenden toe- gacgsbowyzen verkrijgbaar worden gesteld. - Bij het einde der godsdienstoefening, Zondagmorgen gehouden in het Nutsgebouw voor de vrijzinnige leden der Ned.-Herv. Gemeente te Leiden, werden naar aanleiding der vroeger vermelde afwijzende beschikking van het bestuur dor R«monstrantsche Broeder schap, door den voorganger, dr. Van den Bergh, van Zwolle, de personen, die zich niet konden veroenigen met de thans overheerschende richting by de Leidsche Gemeente, uitgenoodigd zich mondeling of schrifteiyk aan te melden by de fungeorende commissie voor de gods dienstoefeningen, enz., ten 6inde thans defini tief te kunnen overgaan tot het vormen van een eigen kring, ook ten einde langs dien weg te kunnen geraken tot het optreden van een geordend bestuur voor de geesteiyke beborften der lii-r bedoelde vryzinnige leden. Bij koninkiyk beslnit is bepaald, dat, met ingang van 1 Februari 1898, het examen voor alle graden van het konstabelspersoneel by do Koninkiyke Nederlandsche Marine ook in Nederland6ch-Oost Indiö kan worden afge legd. Dit geschiedde tot heden uitsluitend binnenslands aan boord van het artillerie- instructieschip. Aanst. Vrydag i3 de vergadering van de Vereeniging ter beoefening van de Krygs- wetenschap, waarin het door een aantal leden gedane voorstel wordt behandeld tot uit sluiting van do vaandrigs van het lidmaat schap der veroeniging en de luit.-kolonel De Vlaming zal spreken over het duel, deraden van eer en de eeregerichten. De Japansche minister resident by ons Hof, die geruimen tyd te Berlijn heeft ver toefd, is te 's-Gravenhage teruggekeerd. De generaal-majoor Doorman, comman dant der beredon artillerie, en generaal-majoor Römer, inspecteur van h6t wapen der cavalerie, hebben zich gistermiddag per Staatsspoor met hunne adjudanten Daar Apeldoorn begeven. Behalve de reeds genoemde, heeft zich te Amsterdam een tweede commissio gevormd tot het brengen van een hulde aan de nage dachtenis van A. C. Wertheim. Aan de byzondere commissie ter wereld tentoonstelling te Parys in 1900, voor de groepen: werktuigkunde, electriciteit, water bouwkunde en vervoermiddelen, mijnwezen, en metaalbewerking, is door het Fransche Tentoonstellingsbestuur in deze groepen oen ruimte toegestaan, die, naar hy vreest, te klein zal biyken, daar het aantal opgaven tot deelneming boven verwachting is gestegen. Do commissie heeft tzich dientengevolge genoodzaakt gezien een termijn vast te stellen tot welken men zich voor deelneming kan aanmelden, en heeft dien termjjn bepaald op 1 Maart 1898. De byzondere commissie heeft thans eventueelen deelnemers verzocht vóór 1 Maart a. s. aan het Bureau der Centrale Commissie te 's Gravenhage in te zenden een opgave: lo. In welke groep zy voornemens zyn in te zenden; 2o. waaruit de inzending zal be staan; 3o. hoeveel ruimte voor de inzending noodig is. De voorzitter der byzondere commissie voor bovengenoemde groepen is de heer J. F. W. Conrad. Z. D. H. de Bisschop van Haarlem heeft benoemd tot pastoor der nieuwe parochie van O. L. Vr. van Goeden Raad te 's-Gravenhage, den weleerw. heer W. M. G. Wittert van Hoogland; tot kapelaan aldaar den weleerw. heer J. J. Samwel; tot kspelaan te Leidschen- dara den weleerw. heer J. D. A. Mtyer, en tot kapelaan te Goes den weleerw. heer H. J. I. Wentzri, die assistent was te Zandvoort. Da Stadsschouwburg te Amsterdam was gisteravond zeer goed bezet by de tweede opvoering van „Antigone", naar de vertaling van prof. Van Leeuwen. Den heer Bouwmeester werd een krans aangeboden. Den 8sten Januari vertrekt per stoom schip „Prinses Marie" naar Oost-Indië, met bestemming voor Padang, een afdeeiing aan- vulliogstroepen, sterk 53 onderofficieren en minderen, onder bevel van den van verlof terugkeerenden lsten luit. der inf. "W. W. Van Gelder en onder het medegeleide van den 2don luit. van dat wapen J. G. De Greef. Te Utrecht is een vergadering gehouden van hoofden van scholen en klasse-onder- wjjzers met den secretaris van het Centraal- Comité voor de viering van nationale feest dagen aldaar ter bespreking en vaststelling van het onderdeel: Kinderfeesten by de a.s. inhuldigiDgsfeeston. De plannen voor de Kinderfeesten werden vastgesteld als volgt: lo. van 10 12 uren v.m. feestviering op elke school afzonderlyk; de regeling daarvan wordt geheel aan de hoofden overgelaten elk hoofd ontvangt te dien einde een even redig bedrag van de som, welke daarvoor door het Centraal-Comité beschikbaar gesteld zal kunnen worden; 2o. de uitvoering eener cantate door de kinderen der hoogst9 klassen van alle scholen gezameniyk op een der pleinen. In overweging werd gegeven aan de voor deze kinderfeesten te benoemen regelings- coramissie om te deDken aan een lokaal, daar anders by eventueel ongunstig weder de uit voering niet mogelijk zal wezen. Op uitnoodiging van den heer A. L. Ger- retsen, directeur van de Chr. Normaalschool te Nymegen, kwam aldaar in den foyer van den schouwburg een 50-tal onderwijzers byeen om te bespreken op welke wyze by tie a. s. inhuldigingsfeesten aan Nymegens jeugd een waardig feest kan worden bereid. Aangenomen werd het kinderfocst in drie doelen te splitsen: lo. de uitvoering van een kindercantate door leerlingen van alle lagere scholen; 2o. een feestelijke samenkomst van alle schoolgaande kinderen op een nader aan te wijzen plaats, en 3o. kinderfeesten, die ieder onderwyzer in eigen kring zal organi seeren. Aan de heeren Hofstede, Crull en "Wil link, te Borne, is in den gemeenteraad van Terneuzen een voorloopige concessie toege staan voor den tyd van één jaar voor bet leggen van electrische geleidingen voor ver lichting. De Raad der Friesche gemeente Dokkum heeft aan de feestcommissie aldaar f 400 toe gezegd voor het Inhuldigingsfeest. De heer P. B03 Az. heelt bedankt als wethouder der gemeente Dordrecht, doch zal voorloopig nog lid van den gemeenteraad blijven. Maandag-morgen had t9 Roermond onder talryke deelneming de begrafenis plaats van wylen den heer A. Hendriks, in leven lid van don gemeenteraad. Aan den heer Hendriks verliest Roermond een zijner geachtste ingezstenen en de armen een grooten weldoener. Eenthuizen: Zondag-avond omstreeks zes uren is een bejaard maü, R. W. Verheul, door do duisternis misleid, te water geraakt, doch er gelukkig met den schrik en een nat pak afgekomen. Daar wy ons echter verblyden, zoo scbryft de berichtgever, in het vooruitzicht van weldra e3n algoh9ele straatverlichting te verkrijgen, hopen wy voor dergelijke voorvallen bewaard te blijven. Haarlemmermeer: Het doen van aangifte voor de Nationale Militie coorp.-rsonon, geboren in 1879, is te Haarlemmermeer bepaald op Vrijdag 7 en Zaterdag 8 Januari 1898, van 9 tot 3 uren. Den 7de:i voor hen, die wonen in de enkele ssctiën, den 8sten voor lieü, die wonen in de dubbele sectiën. Noordwijk: Wegens een andere, gelyk- tydige vergadering, waaraan eenige raadsleden moeten deelnemen, is de tegen hedenavond aangekondigde vergadering van don gemeente raad uitgesteld tot morgen (Wosnsdag) avond te 7 uren. En der laatste nachten heeft zich woder- om gekenmerkt door allerlei baldadigheden, vernielzucht, stdery. Zoo wer Jon op het buiten goed „Calorama" van mevr. do wed. Everwijn een dertigtal ruiten van broeikassen inge worpen, boompjes uit den grond gerukt enz. In do Zeestraat weer onhebbelijkheden van anderen aard. Ook werd daar een paity turven ontvreemd. Bij'zékeren W. H., van den laatsten diefstal verdacht, werd heden huiszoeking gedaaD, met het gevolg, dat een dezen zomer, evoneons in de Zeestraat, gestolen karpet op den zeiler ontdekt werJ. Ook da ontwerpers van een waarschynlyk voorgenomen diefstal van konij nen meent men herkend te hebben, zoodat do verwachting gekoesterd mag worden, dit maal de daders v~n al cïê onbehoorlijkheden in handen te krijgen. Voorwaar, een hoogst gewenschte zaak: ous dorp zou anders zeer spoedig een reputatie van beruchtheid ver krijgen, die voor het grootste vreedzime doel der bevolking onverdiend is. R e e u w y k: Alhier had in de afd. Middelburg een droevig ongeluk plaats. Torwfil do 20 jarige Hendrik Paul hooi uit den hooiberg had gegooid cn zich met een touw weer naar beneden liet zakken, is hy tusschon het touw verward geraakt, en biy ven hangen, en door zekeren H. Krar.ienlrink, die to.vallig daar op de werf was, losgeanedon. Onmiddellijk werd er geneeskundige hulp ingeroepen, wat echter niet meer mocht bat6n, daar hy reeds overleden was. Men kan zich de droefheid der ouders voorstellen, daar do overledene eeD zeer oppassend jongmenscb was. Stomp wjjk: By P. Van Heater, land bouwer alhier, zijn in den nacht van Zondag op Maandag 5 kippen en 1 haan gestolen, 's Morgens weiden de koppen afgesneden in het hok gevonden. Warmond: De inscbryving voor do nationale militie van hen, cie geboren zijn in 1S79, zal te Warmond plaats hebben op Vrijdag 14 Januari 1898, des voormiddag* tusschon tien en twaalf uren. SPe'O.illö-tQin.. 15) Aline verheugde zich hoo langer hoe moer er over, dit beminnelijke en naïeve kind aan genomen te hebben, dat zoo goed aan haar zorgen en haar lessen beantwoordde en welker heilzame invloed uitwerking had op haar Epeei- en studiemakkers. lüon voorval vermeerderde nog de liefde, welke dit lieve meisje inboezemde. Hot was op een scboonen namiddag in Juni; gedurende verscheidene dagen was het eene onwoder op het andere gevolgd, maar eindelijk had de schitterende zon haar rechten herkregen cn de sombere wolken ver van zich heen gedreven. Alles noodigde tot wan delen uit en men maakte er zich met vreugde toe gereed. Terwijl Aline den weg volgde,, welke naar Lena, wie zij oen bezoek zou gaan brengen, voorde, liepen de drie kinderen in bet veld om bloemen te plukken. Zy hadden er reeds een groote verzameling van, toen Sigismund in den vijver een schoone waterbloem be merkte, weike juist ontloken was en zachtjes te midden der groene bladeren wiegelde. „Kijk eens," riep hij uit, „welk een schcone V.oem! Ik zat baar voor u plukken,Blinche; g moet haar midden tusschen uw andere oinsmen steken. Dat zal prachtig staan I" ,0 neeD, Sigismund," antwoordde zy, „ik bid u, laat dat, zij is zoo schoon op het water, omringd door die groote bladeren Indien wy haar plukten, zou zy verwelken, en dat zou jammer zyn. En dan, broerlief, de grond is zoo glibberig, ge zoudt kunnen uitglijden „Sigismund boeft geiyk," riep nu Tecla uit, „dio witto bloem zal prachtig tusschen die blauwen staan!" En Sigismund boog, om de waterlelie te grypen, maar zooals Blanche het voorzien bad, gleed hy uit en verdween byna geheel onder de verraderlyke planten, welke het diepe water bedekten. Tecla stiet een hart- verscheurenden kreet uit. Blanche was zeer bleek, maar beefde niet; zy sloeg den oenen 8rm om den stam van een ouden wilg, wolke over den vyvor gebogen was, greep met do andere hand de kleeren van Sigismund, welke boven het water uitstaken, en hem half boven watér houdend, uitte zy wan hopige kreten. Rupert, die, door A'ine ge- zanden, hen juist kwam zotken, hoorde haar: toeloopen, zich in het water storten en den jongen onvoorzichtige er uit halen, was het werk van eenige oogenblikken. Tecla, die weder een weinig tot zichzelve gekomen was, volgde, op Blanche steunend, haar broeder, die door Rupert naar diens woning werd gedragen. Terwyi Aline en L9na hem beur zorgen wydden, viel Tecla op de knieën en Blanche, die rechtop by het bed bleef staan zonder te spreken en zonder te weenen, wachtte tot Sigismund weder tot bewustzyn zou komen. Eindeiyk opende hy do oogen, en zun eerste blik was voor haar. „Dank u," zeide hij halfluid, en weder sloot hy de oogen. „Hy is gered!" zeide Aline. Nu gevoelde Blanche haar krachten wyken. Lena liep too om haar te ondersteunen en bemerkte toen eon groote bloedende wonde aan den blooten arm van het meisje; de ruwe bast van den ouden wilg, waaraan zy zich vastgeklampt had met al haar kracht, was door haar teer vleesch gedrongen. „Arm kind," zeide Lena, haar helpend; „welk een mood hebt ge gehad!" De dokter, dien men in allerbaast ontboden had, kwam juist binnen. Toen hy Sigismund naderde, ztido deze: „Eerst Blanche, behandel eerst Blanche!" En Aline vertelde hem dan, wat er ge schied was. „Dat lieve kind," zoo voegde zy er by, „had niets gezegd van haar wonde, maar de pyn was zóó hsvig, dat zy byna h6t bewust- zyn verloor." „Myn wonde!" zeide Blanche, een minach tenden blik op haar arm werpend. De goede dokter alleen hoorde baar en zag haar opletten! aan. Maar zy wilde niet, dat hy zich mot haar bezighield. „Sigismund," zeide zy met aandrang, „ik bid u, zorg voor Sigismund; dit hier is slechts cón bagatel." „Sigismund is gered, kindlief," antwoordde de dokter, „hy is aan u zyn behoud schuldig." Toen brak Blanche in tranen uit. „Arm kind," zoo dacht de dokter by zich- zelveD, „hoe zult gy eens iyden!" Toen men de twee ionee meislos weder naar het slot wildo brengen, naderdo Blanche bet bed, glimlachte tot Sigismund en raapte de bloem op, welke hy in de hand had ge houden, totdat hy weder tot bewustzyn was gekomen. Schuchter nam zy haar mede. Otto, die aan hot hof was, maakte zich gereed om op het eerste oogonblik het beste naar het leger te verlrekken. By eiken biic-f, dien zij ontving, vreesde Aline het treurige nieuws te zullen hooren. Zy kon aan haar smart slechts lucht geven in tegenwoordigheid van Blanche, wier verstand haar leeftyd voor uitliep. Dat jonge meisje van veortien jaar word vertrouwd gemaakt met den angst en de verwachtingen van A.ine, zy droogde do tranon van de bevreesde en ontroostbare echt- genoote, zy vond in haar hart en in haar vurig geloof wcorden van troost voor haar, die haar had opgenomen en zelve getroost in dagen van tegenspoed. De winter ging aldus voorby in een voort- durenden angst, maar ook in vertrouwen. Ein- delyk ontsing Aline een brief van graaf Orto. „Dierbare Aline," zoo schreef hy daarin, „het vaderland roept ons op; de overweldiger bedreigt ons dierbaar land. God weet, waar die nieuwe Atliila eens tot stilstaan gebracht wordt! Wy' zullen een poging wagen; de plicht en de eer roept ons, aarzsien komt bier niet te pas. Over acht dagen zal ik my by het leger aansluiten. „Ik zal eerst naar Ritheim gaan, al is het ook slechts voor enkele uren, opdat ik u nog eens kan omhelzen. God beschormo ons dan!.... Maar dat is waar ook. Sigismund is zevenlien jaar oud, hy zou met mij kunnen vertrekken en zyn eerste wapenfeiten kunnen toonen. Ik ben er zeker van, dat de stem der eer grooten invloed op hem zal hib'osD; anders zou hy geen ware Von Iiitbeim zijn." Aline las den brief hardop, zy liet hem uit baar banden vallen en riep met smart uit: „Teg6n myn vaderland!" „Tegen myn vaderland!" antwoordde oen gebroken atom gel'jk oen droeve echo. Aline wendde zich om en zag Blanche, badend in tranen, mot bevende en kleurlooze lippen. Do oogen op Sigismund gelicht, her haalde zy; „Tegen Frankrijk, tegen myn vadorland!" En allen begonnen te weenen. Sigismund, die ook zeer bewogen was, had er zich eerst over geschaamd tranen te vergieten geiyk een vrouw; bij, die zoo juist als een mun beschouwd was. Maar welk jongeling gevoeit zyn bart niet kloppen in het vooruitzicht van den etryd? De hoop op roem, het gejaagde leven, da krygskansen, een scbittor.nde uniform, oen vurig paard, is dat alles niet gono.g om o n zeventienjarigen jongding aan te trekken" Op den namiddag van dien dag verliet Blanche het kasteel, zonder aan iemand hot dosl harer wandeling te zeggen; zy bal er behoefte aan, alleen te zyn. Toch richtte zy byna dadeiyk baar schreden naar de woning, waar zy zeker wa3 genegenheid en troost te vinden, naar de woning namelyk van haar oude viiendinnon. (Wenff vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 1