feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (§on- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 9 December. Feuilleton. Een ongelukkige jeugd. N°. 1T594 "Vrijdag lO JDeeeraitoe»*. PBLJS DEZER COURANT: "foor Leiden per 3 maanden. x.lDi "Franco per post1.40. Afzonderlijk o Nommers 0.05. PRIJS DEK ADVERTENTIES: Van 1-6 regels 1.06. Iedere regel meer 0.17j. Grootera letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt 0.G5 berekend. Oflieiëelo Kennis^ovïiigcn. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS der gemeente Lcidon brengen, naar aanleiding van artikel 27 der Verordening van den 8aten Novem ber 1894 (Gemeenteblad No. 10), op de keuring van vee en vleosck binnen deze gemeente, ter algemeeno kennis: dat "WILLEM SIERA, wonende Langegrachfc 185 te Leiden, op den 22sten Juni 1897 werd be keurd wegens het invoeren van aan ziekte of door eenig toeval gestorven vee, zonder toestem ming van den inspecteur der voe- en vleesch- keuring, en dat bij deswege op den 23sten Augustus 1897 word veroordeeld tot 3 boeto of 3 dagen hechtenis; dat JACOBUS VAN KAMPEN, wonende Heeron- singel 5 to Leiden, op den 19den Juni 1897 werd bekeurd wegens het invoeren van aan ziekte of door eenig toeval gestorven vee, zonder toe stemming van don inspocteur der vee-en vleesch- keuring, en dat bij deswege op den 6den Septem ber 1897 word veroordeeld tot 3 boete of2 dagen hechtenis dat CORNELIS SPRINGER, wonende Oranje- gracht 64 te Leiden, op den 26sten April 1897 werd bekeurd wegens net niet onmiddellijk op de eerste aanmaning aan de bevoegde ambtenaren afgeven van vleesch dat aan een nader onderzoek móest worden onderworpen, en dat hij deswege Op den 6den September 1807 weid veroordeeld tót 2 dagen hechtenis; dat JOHANNES HERREUR, wonende Wiol- ïnakerssteog 18 te Leiden, op den 22sten Juni 1897 we; d bekeurd wegens het invoeren van vleesch dat i<>! be was overgegaan, en dat hij deswege Op d i. September 1897 word veroordeeld tot j 0.50 boete of 1 dag hechtenis dat CORNELIS DIEBEN, wonende lste Binnen- yestgracht 14 fe Leiden, op den 19den Juli 1897 1 Werd brk" ons het als houder van vee, dat aan El-k or eenig toeval was gestorven, ïiiot oumi'.lciei.ijh uaarvan kennis geven aan het kouringsloka.il of aan het bureau van politie, en dat hij deswege op den 20sten September 1897 Werd veroordeeld tot 2 boeto of 2 dagen hechtenis, dat DANIËL DRIEBERGEN, wonende te Katwijk aan den Rijn, op den 28sten Juli 1897 werd be keurd wegens het te Leidon vervoeren van ongo- keurd vleesch, <sn dat hij deswege op den 2()sten September 1897 werd veroordeeld tot ƒ2 boeto of 2 aagen hechtenis dat MAARTEN VAN DA ALEN, wonende to Zegwaard, op den 3den Juli 1897 werd bekeurd Wegens bet te Leiden vervoeren van ongekeurd vleesch, en dat hij deswege op den 27sten Sep tember 1897 werd veroordeeld tot 1 boete of 1 dug hechtenis; dat LEENDERT DE RENT, wonende !o Koude kerk, op den 6den Augustus 1897 werd bekeurd Swegens het te Leiden vervoeren van ongekeurd eesch, en dat hij deswege op den 2?9lon Sep- inbor 1897 word veroordeeld tot /"I boete of 1 dag hechtenis; dat WILLEM RIETKERK, wonende te Leider dorp, op den 7dcn Augustus 1897 werd bekeurd vfegons het te Leiden vervoeren vau ODgekeurd vleesch, en dat bij deswege op don 27sten Sep tember 1897 werd vorooidceld tot f 2 boete of 2 dagen hechtenis; dat HERMAN DE LEEUW, wonende Janvossen- ateeg 25 te Leiden, op den '26sten Augustus 1897 werd bekeurd wegéns het lo Leiden vervoeren van tot bederf overgegaan vleesch, en dat hij deswege op den 2den October 1897 werd veroordeeld tot ƒ3 boete of 2 dagen hechtenis dat JILLES DE LA RIE, wonende Clarenstceg 18 te Leiden, op den 4den September 1897 werd bekeurd wegens het voorhanden hebben van onge keurd vleesch, en dat hij deswege op den 18den October 1897 werd veroordeeld tot 2 boete of 2 dagen hechtenis dat ABRAHAM IZAAK VAN GELDEREN, wonende Haarlemmerstraat 213 te Leiden, op den oOsten Augustus 1897 werd bekeurd ten lste wegens het voorhanden hebben van vleesch dat tot bederf was overgegaan en ten 2de wegens het niet aan de bevoegde ambtenaren op hun vordering aan wijzen van al het vleesch dat zich in zijn bezit bevindt, en dat hij deswege op den lsten October 1897 werd veroordeeld tot '2 x 3 boete of 2 x 2 dagen hechtenis Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 8 Dec. 1897. E. KIST, Secretaris. Heden is in de Kunstzaal van het Stede lijk Museum de tentoonstelling geopend van teekoningen en schetsen, door wjjlen den kunstschilder Johannes Bosboom vervaardigd. Deze expositie blyft ongeveer een paar weken geopend. By de te Amsterdam ten behoeve der Marine gehouden aanbesteding was voor de levering van 1900 stuks wollen deken3 het laagst ingeschreven door Do L6idsche Daken- fabriek", te Leiden, voor ƒ7600. Bedankt i3 voor het beroep naar de Chr.-Geref. Kerk te Aarlanderveen door den heer J. Schotel, te Haarlem. In de gisteren gehouden vergadering van aandeelhouders der Noordwyksche Stoomtram- Maatschappij werden verslag, balans en winst en verliesrekening goedgekeurd en werden herkozen als leden van den Raad van Bestuur de heeren F. C. P. Botorhoven de Haan en mr. W. C. Th. Van der Schalkdaarna W6rdtn uitgeloot vier obligation van de geldleening ten laste der Maatschappij. Hare Majesteiton de Koninginnen ver schenen gisteravond om kwartier over achten onverwachts by het 2d9 Diligentia-concert in het Gebouw voor K. en W. te's Gravenhage. Mej. Marcelona De Vrie» (zang) en do heer Eduard Zeldenrust (piano) genoten de etr voor Hare Majesteiten als solisten op te treden. De Vorstinnen traden möfc gevolg Haar loge binnen by het 3de gedeelte van de Symfonio van Brückmaon. Het publiek rees by de binnenkomst van Hare Majesteiten van de zotels op. Koningia Wilhelmina droeg een licht toilet met rozekleurig garneersel. Da Staatscommissie ter voorbereiding van een wettelijke regeling van het onderwerp der vicarie-sticbting6n is by koninklyk be sluit van 7 December ontbonden, onder be tuiging van den byzonderen dank on de hoogo tevredenheid der Regeering, aan de loden mr. B. J. Lir.telo baron De Geer van Jutphaas, oud-boogleeraar te Utrecht; mr. W. B. S. Boeles, president van het g( rechtshof te Leeuwarden, en W. Van Beuningen, emeritus predikant te Utrecht, zoomede aan den secretaris G. A. N. T. Jansen van Afferden, hoofdcommies bij het departement van justitie, allen thans nog deel uitmakende van voor melde Staatscommissie, voor den door hen volbrachten arbeid. Uit de loekery van het Museum van Kunstny verheid te Haarlem werden gedurende de maand November aan verschillende belang stellenden in ons land 211 boek- en plaat werken toegezonden. Door genoemde inrichtiog worden aan een ieler, die op het gebied der decoratieve kunst en der kunstambachten boek- en plaatwerken ter studie en tar inzage wensebt te ontvangon, deze gratis toegezonden. Men wende zich daartoe tot den conservator. Ean der torenspitsen van den Oude-Kerks- toren te Delft is gedeeltdyk afgebroken en nu hebben B. en Ws. zich tot den Raad ge wend met het voorstel, om een commissie van drio bouwkundigen te benoemen en deze op te dragen een nauwkeurig onderzoek ia te stollen naar den toestand der vier spitsen (welke B. en Ws. inmiddels alle willen laten besteigeren), opdat een rapport kan worden uitgebracht met opgaaf, zooveel mogelyk, van don weg, die gevolgd zal mo3ten worden, om tot een soliie herstelling te geraken. B. en Ws. zouden de adviezen aan do beslissing van d6n Raad willen onderwerpen en ue uitvoering van het dientengevolge vast te stellen bouw plan wenschen op te dragen aan den gemeente architect. Aangezien thans officieel bekend is, dat de beëediging en inhuldiging van H. M. de Koningia in Amsterdam op Dinsdag 6 Sep tember 1898 zal plaats hebben, kan hieruit werden opgemaakt, dat H. M. vermoedelyk Maandag 5 September in de hoofdstad zal aankomen en, vermits het voornemen bestaat het vcrbiyf van het Hof te Amsterdam vier dagen te coen duren, ligt 'fc voor de hand, dat de binnenkomst van de Koningin in de Koninklyke residentie 's Gravenhage tegen Vrydag 9 Srpt9mbsr d. a. v. verwacht kan worden. Da Algemeene Rekenkamer heeft v< rzocht, dat voortaan by declaration, gestold ton name van meer dan eén pereooi, in het hoofd daarvan de familienaam worde herhaald en de onderteekc-ning door de onderscheidene belanghebbenden plaats hebbe. Indien evenwel de te-naam stelling een firma betreft, dan weoscht de Kamer, dat dit uit de declaratie duideiyk blyke en wel door het woord „firma" in het hoofd der declaratie vcor den naam van de vennootschap to doen vermelden. Toen oe heer J. Lepsius, eea Duitscher, in Mei van het vorige ja r, op een reis door Anatoüë en Syrië, ook twee der provinciën bezocht, welko in do voorafgaande maanden door de Armenische troebelen en bloedbaden bezocht werden, vestigde zich by hem ten opzichte van de beoordeeling der „Armenische quaeetie" moer en meer een overtuiging, welke met de in Duitschland heerscboodo, ook met de door do Pers bijna algemeen gehuldigde beschouwing, in tegenspraak is. Het inzicht, dat hy op zyn reis in een stand van zaken kreeg, gaf hom aanleiding reeds in het Oos- tan zooveel mogeiyk uit te vorschen omtrent het ontstaan en den loop der bloedbaden en die studio zetto hy na zyQ thuiskomst voort, ten einde aldus de kennis, die hy door eigen aanschouwing had opgelaan, te toetsen aan zóóveel mededeelingen van ooggetuigen als hy kon machtig worden. Het resultaat van zyn onderzoek maakte de heer Lepsius in Augustus 1896 in een boekdeel openbaar. En van dat boek heeft nu een Nederlaniische vtrtaling (door P. J. C.) by den heer D. A. Daameo, te Rotterdam, vroeger te Leiden, het licht gezien. Aangezien de ongeregeldheden in Armenië ook ten onzent zeer de aandacht op dat land hebben gevestigd en daarby de prys van het uitgebreide werk zeer laag mag genoemd worden, kan z^ker door den uitgever een ruim debiet er van verwacht wordon. Volgens het 136ste verslag van het Toevluchtsoord voor Weezen te Nymegen en Neerboscb, van 1 Juli tot 30 Sept. 1897, werd gedurende dien tyd aan giften ontvangen 19,496.41s. De ontvangsten aan druk en bindwerk over dat tydvak bedroegen 13,840.47. De wele.crw. heer W. Sypkens S. Hzn., oudste predikant by de Ned.-Herv. Gemeente te Groningen, hoopt den 2den Januari a. s. zyn 45-jarigo evaDgelie-lediening te herdenken. Door het prov. kerkbestuur van Utrecht in 1852 toegelaten tot de evangelie bediening, deed hy 2 Jan. 1853 te Longerhouw zijn intrede als predikant; achtereen;olgens was Z. Eerw. nog werkzaam te Scharnegoutum, Hylaard, Loosduinea, Veenondaal, Elburg, en sedert 5 Aug. 1S77 te Groningen. De leden van de katholieke party in de Tweede Kamer hielden gisteravond een club- by'eenkomst in het gebouw dier Kamer. Naar de „N. R. C." verneemt, beeft do conferentie van vertegenwoordigers der Euro peesche spoorwegmaatschappyen voor hef vaststellen ^van de dienstregelingen besloten hare eerstvdlgende bijeenkomst to houden op 15 en 16 Juni 1898, t9 Antwerpen. De heer W. F. P. Enklaar, te Deventer, heeft aan de commissies voor de inhuldigings- feesten een circulaire gezonden, waarin hij steun en medewerking vraagt voor een door hem samen te stellen gedenkboek aan de kronings feesten. Behalve de levensbeschryvlDg der Koningin zullen alle feestvieringen en hetgeen op het feest zelf betrekking heeft in het werk opgenomen worden, alsmede de namen van do leden der feestcommissies en voor zooveel mogelyk die dor deelnemers aan optochten, enz Het werk zal door illustraties aanschouwelijk worden gemaakt en uitgever van bet boek zal wezen de heer A. Tjiden, mede te Deventer. De heer A. L. Gerretsen, hoofd der christelyke normaalschool aan den Klokken- barg te Nymegen, heeft de hoofden en onaer- wyzors van de openbare en bijzondere scholen aldaar uitgeroodigd tot een samenkomst, ten einda te bespreken op welke wyzo by de aanstaande inhuldigiagsfoesten de schoolgaande jeugd waardig foett kan vieren. Het stoomschip „Obdam" arriveerde 8 Die. van Nhraw-York te Rotterdam; de „Am sterdam" vertrok 8 Dec., van Rotterdam naar Nieuw York; de „Borneo", van Batavia naar Rotterdam, passeerde 7 Dec. Aden; de „Herzog", van Oost Afrika naar Rotterdam en Hamburg, arriveerde 8 Dec. te Suezde „Spaaindam" arriveerde 8 Dec. van Rotterdam te Nieuw-Yorkde „Telamon" arriveerde 4 Dec. van Amsterdam en Liverpool te Batavia; do „Admiral" vertrok 6 Dec. van Delagoa-baai naar Vlissingen en Hamburg; de „Bun- desrath", van Hamburg en Antwoipen naar Oost Afrika, arriveerde 7 Dec. te Port Said. H i 11 e g o mDe vrouw van den arbeider J. M. H.f albier, kwam gistermorgen tot do minder aangename ontdekking, dat het grootste gedetlte van haar waschgoed verdwenen was. De poliiie, hiervan onderricht, beyvert zich, den dader zoo mogelyk op te sporen. Woubrugg e: Voor dit winterseizoen geeft „de Lofstem" Vrydag-avond een openbare zanguitvoering in het gebouw der Cbr. school onder cirectio van den bekenden musicus den heer B. C. Van Griethuizen, van Alfen. Zoetermeer-Zeg waard: Door der. korkeraad der Ned.-Hcrv. Gomeer.to alhier zyn herbenoemd tot ouderlingen de heeren J. Van Dorp en H. H. Stesnwyk, en tot diakenen L. Karens en M. B03. De in de afgeloop9n week gehouden Diaconie collecte aan ce huizen van leden eer Ned.- Herv. Gomeonte heeft opgebracht te Zegwaard ƒ211.52 en te Zoetermeer 201.35. Uit <le „Staatscourant". Kon. besluiten. Benoemd tot burgemeester: van Sijbecarspel, mr. C. P. Donker; van's-Heoron- hoek, J. G. P. Tiraan8, secretaris dier gemeente; van Zuidwolde, L. Engelenburg, secretaris dier gemeente; van Audcl, J. H. Van Ouweikerk; van Tessel, jhr. J. C. W. Strict van Linschoten; van 's-Heer-Arendskerke, jlir. U. E. Lewe van Kijeu- steinvan Berlicuni, H. C. Godschalx; van Monster, J. W. J. baron Taets van Amerongen, met toe kenning van eervol ontslag als burgemeester der gemeente Alblasserdam. Benoemd tot ridder iu de orde van Oranje-Nassau de heer G. A. N. T. Jansen van Afferden, hoofd commies bij het departement van justitie, gewezen secretaris der ontbonden Staatscommissie ter voor bereiding van eene wettelijke regeling van het onderwerp der vicarie-stichtingen. Benoemd tot officier van justitie te Groningen mr. N. De Ridder, than3 officier van justitie te Tiel. Tot substituut-officier van justitie te's-Graven- hage mr. A. Madame Pont, thans substituut- officier te Alkmaar; bij de rechtbank to Rotterdam mr. P. De Joaselin de Jong, thans kantonrechter te Dokkum. De minister van binnenlandsche zaken brengt ter kennis van verloskundigen, dat aan 's Rijks kweekschool voor vroedvrouweu te Amsterdam de betrekking van leeraar in de verloskunde, niet ingang van 1 Januari 1898, te vervullen is. Aan deze betrekking is een jaarwedde van 2500 ver bonden. Artseu, die geneigd zijn de betrekking te vervullen, worden uitgenoodigd zich vóór 16 December a. s. daartoe bij gezegeld verzoekschrift to wenden tot den minister van binneDlandscbe zaken. Hr. Ms. pantserdeLschip „Koningin Wilhel mina der Nederlanden", onder hovel van den kapitein ter zee H. O. Feitb, is 7 dezer te Aden, on Hr. Ms. flottieljevaartuig „PerdaDg", onder bevel van den luitenant ter zoe lste kl. P. r'. Van der Velden Krdbrink, te Batavia aangekomen. De officier van gezondheid der lste klasse J. J. Sterk, dienende aan boord van Hr. Ms. wachtschip te Willemsoord, wordt met 6 Januari a. s. op non- activiteit gesteld en vervangen door den oificier van gezondheid der lste kl. dr. B. BroekholT Jzn. Met 11 dezer worden op non activiteit gesteld de adelborsten der lste klasse C. L. Schepp, I. 0. Jager on K. A. Telders, dienende aan boord van Hr. Ms. wachtschip te Willemsoord, en S. Gratuma, dienen de aan boord van Hr. Ms. arlülerie-instructiesehip „Bellona". Met denzelfden datum wordt de adelborst der lste kl. J. A. E. De Jong van Hr. Ms. wacht schip te Willemsoord overgeplaatst aan boord van gemeld instructieschip. De adelborst der lsto kl. bij de Koninklijke Nederlandscho marine-reserve S. J. De .long wordt met 11 Docembcr a. s. geplaatst boord van Hr. Ms. instructiesehsp „Gier." TWEEDE HA 11 K R. Voortzetting der behandeling van het hoofdstuk Justitie der Staatsbegrooting voor 1S98. De heer Brummelkamp bestrydt de betoogon van den minister en den heer Heldt, teu opzichte van bet nieuw-malthusianisme. De heer Drudcer constateert, dat uit het antwoord van den minister duideiyk is ge bleken, dat er niets achter de zaak der uit zetting van Biller en Cronauer zit en er van geen pressie van buitenaf sprake is, terwyi 8) Zy vorlangde slechts zich te verbergen en onbekend te levenzy had zich op reis altyd in acht genomen, zich van de andere balliagen goscheiden, altyd vreezend, dat haar droevig geheim ontdekt zou worden. Om dezelfde reden had zy haar naam veranderd en dien van een barer vooronders aangenomen: zy liet zich mevrouw De Saiot-Fursy noemen. .^y nam haar toevlucht tot een klein huis va» Mondberg, en daar trachtte zy haar brood te* winnen. Helaas, dit was voor haar een zeèr moeilyko taak! Hoe kon zy haar doel bereiken? Zy was onbekend. Zy kende nau- welyks eenige woorden van de Duitsche taal haar opvoeding was te onvolmaakt geweest dan dat zy er nu nut van kon hebben, en dan: aan wie zou zy in dat plaatsje, waar geen rykdom heerschte, les moeten geven? En hat borduurwerk, zoo ondankbaar, zoo mosilyk, zoo slecht betaald, hoe zou het ge noeg opleveren voor haar en haar kind? Toch slaagde Clotilda er in, dcor dag en nacht te werken, tot groot nadeel van haar gezondheid, welke toch reeds zeer geleden had, brood en kleeren voor 2ich en voor haar kind te verschaffen. Zy had eenige kostbaar heden medegebracht, wel niet een zeer groote waarde vertegenwoordigend, maar toch kwa men ze haar in de eerste dagen te hulp. Eindelyk kwam er een dag, waarop die zwakko hulpbronnen waren uitgeput; Blanche was ziek geweest, de arme moeder had haar Werk dikwyls moeten staken om haar zorgen aan het kind te wyden. Zy had eenig gold uitgegeven om haar meer versterkend voedsel te geven; de datum brak aan, waarop zy do huur van haar kleine kamer moest betalen, en het geld ontbrak haar. Clotilde zag met angst rond; er was geen enkel voorwerp van waarde meer, dat zy kon verkoopen; haar borduurwerk, waarop dik wyls tranen vielen, was nog niet gereed, en zy wist, dat zy geen medelyden te verwachten had van de vrouw, waarvan zy het kamertje gehuurd had. Deze vrouw had rood haar en een rosachtig gelaat, was trotsch en had een ongevoelig hart; daarby was zy „geen kat om zonder handschoenen aan te vatten." Zy was ze8r verontwaardigd over de, zooals zy het noemde, inbeelding van de Fran^aise. En Clotilde met haar waardigheid, ofschoon toch nederig, haar droefgeestigheid en schuch terheid, veroorzaakt door het ongeluk en den angat, kon op geen wyze sympathiseeren met die vrouw, wier taal zy zeer slecht ver stond, en wier gebaren haar slechts vrees, gemengd met weerzin, inboezemden. Op den dag, dat zy huur moest betalen, beduidde de vrouw madamo De Saint-Fursy duidelijk, dat zjj te betalen had of anders te vertrekken. Tevergeefs trachtte deze haar te vermurwen, wees zy haar op de ziekte van haar kind, haar eigen zwakheid, de gestreng heid van het jaargetyde (het was in de maand Februari). De vrouw haalde de schouders op, wierp een onderzoekenden en mispryzenden blik op de meubelen van het kamertje (er waren byna geen meubelen), sprak eenige be dreigingen en ging heen, droogjes herhalend „Morgenochtend betalen of vertrekken." Toen zy vertrokken was, gaf Clotilde zich aan de smart over. Zy trachtte echter nog de tranen te bedwingen, welke haar oog benevelden, en het borduurwerk te voleindi gen, dat haar moest helpen om haar wreede schuldeischeres te ontwapenen. Zy had do lamp aangestoken, en terwyl er sieriyke bloemen onder haar vingers groeiden, kwamen er droeve gedachten op in haar geest. Haar vingers waren verkleumd van koude en begonnen langzamerhand te weigeren haar te dienen. Haar blik viel op Blanche, die ingesluimerd was: de blonde haren van het kind lagen golvend over het kussen en vormden als het ware een gouden lyst om het engelenkopje; de mond, half geopend tot een glimlach, scheen nog het avondgebedje te prevelen. Clotilde liet haar weck vallen, vouwde de handen en liep in den angst van haar hart: „Myn God, ik heb deze kastyding verdiend, maar ik smeek U, heb medelyden met dit onschuldige kindl Zy ten minste is niet schuldig 1" Maar daar brak de ochtend aan. Clotilde wierp huiverend een blik op de sombere en koude muren, welke weigerden haar langer te huisvesten; zy vatte het kind by de hand. Dat kind was nog de eenige schat, die haar bier op aarde overgebleven was. Zy doolde door de stad en trachtte hot werk te ver koopen en een dak te vinden. Zy trad deftige magazynen en eenvoudige winkels binnen, werd overal afgewezeD, hier met beleefdheid, daar met hardheid. Zy gevoelde, dat haar de krachten en de moed ontzonken. Dien dag was de lucht grauw en nevelachtig, de lage en koude lucht deed haar ledematen ver kleumen van koude, welke slecht beschermd werden door versleten kleederen. De kleine Blanche begon te weenen. „Mama," zeide zy, „laten wy naar huis terugkeeren; ik ben koud, ik heb honger, lieve mamal" Zy hadden een heuvel bereikt, welke de stad en haar omstreken beheerscht. Eertyds trotseerde daar een citadel fier de woede van den oorlog; niettegenstaande haar byna onneembare walleD, was zy met den tyd gesloopt. Op haar plsats was een nederig klooster gekomen en de gowyde zangen hadden zich doen hooren, waar de krygs- liederen hadden weerklonken. Daarna had de Hervorming het klooster doen verlaten. Later was do kerk weer aan de Katholieken teruggegeven. Die kerk werd zeer druk bezocht, niet alleen door de bewoners van de stad, maar ook door die van de omstreken. Zy was ook byna altyd geopend, en ofschoon de dag reeds tamelyk ver gevorderd was, kon Clotilde er met haar dochtertje een toevlucht nemen. „Dit is het huis Gods," sprak zy, „men zal er my niet uit verjagen." Daarna, aan ha$r zoo lang bedwongen tranen den vryen loop latend, riep zy uit: „O, had toch iamand een weinig medelyden mot mijn arm kindl" Na eenigen tyd gewoond te hobb9D, ge voelde zy zich wat kalmer en in staat om weder haar tocht vooit te zetteo. Aan den uitgang der kerk gekomen, zag zy een dame, in het zwart gekleed, met edel gelaat; zy scheen op iemand te wachten. Clotilde groatte en wille voorbygaan, maar de dame hield haar staande en zeide in het Fransch, waaraan men echter toch kon hooren, dat zy een Duitsche was „Pardon, mevrouw, is u niet een van de talryke slachtoffers, W6lke de Franscbe revolutie ia ons land beeft geworpen? Ik heb uw verzuchting gehoord; wilt u my bo schouwen als iemand, dia tot u gezonden is, en my zeggen, waarmede ik u kan helpen?" „Ja, ja," riep Clotilde uit, voor de voeten der dame vallend, „u is zeker oen reddende engel, gezonden om ons aan do wanhoop en aan den hongerdood te ontrukken l" En Blanche, die haar moeder zag weenen, schreide ook en kuste de handen der onbe kende. Deze nam het kind in de aromn. „Welk een lief kind!" zside zy, het lief- koozend. Dan luisterde zy met roerendo wel willendheid naar het verhaal, dat Clotilde haar deed over de ellende harer ballingschap; zy geleidde haar naar den voet van den berg, na haar te hobben doen eten, liet baar instap pen in haar rytuig en bracht haar naar haar kasteel, dat ongeveer op een myl afstands van de stad lag. {Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 1