Foegang: één Gulden.
A0. 1897
feze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§on- en feestdagen, uitgegeven»
Dit nommer bestaat uit DBIE
Bladen.
Eerste Blad.
CONCERT
Sophie en Johanna Heymann,
Henry Such.
Femlleton.
PRIJS DEZER COURANT;
Voor Loiden por 3 maanden. f l.io.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommero 0.05.
PRIJS DEB ADYERTENTIEN:
Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel moer f 0.17}. Grootere
letters naar plaatsruimte. Vpor bet incasseeron buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Hedenavond acht uren:
Leiden, 1 December.
het Nutsgebouw werd gisteravond ge-
louden de algemeene vergadering van de
L' idscheVerzekerings-maatschappij tegen inva-
iditeit en ongelukken der werkliedon.
Na voorlezing en goedkeuring der nutulen,
benoemde de voorzitter, de heer Van Achter
berg, tot gemachtigde van de vergaderiDg, om
<ie notulen vast te stellen, den heer J. Van Dam.
De penningmeester, de heer Van Ruyven,
gaf daarna een overzicht der financiön, die
illoszins bevredigend mogen genoemd worden.
Een vergelijking met het vorige jaar viel
ten gunste van het loopende jaar uit.
Aan 55 werklieden werden uitkeeringen
verleend.
Het aantal verzekeringen noemt steeds toe
en bedraagt nu 88 met 120 polissen.
Tot lid van het bestuur werd de heer W.
A. Van Lith benoemd; tot vertegenwoor
diger van de verzekerden de heer Woesten-
berg; tot ledeo der commissie voor het
nazien der rekeningen de heeren I. v. d. Kamp,
A. Van 't Riet en G. F. Bartolsman.
Dj voorzitter deelde mede, dat Dinsdag en
Woensdag 4 en 5 Januari 1898, des avonds
van 7 tot 9 uren, door het Dagelyksch Bestuur
ztting zal gehouden worden in het Nut voor
hot storten der aandeelen.
Met eenige hartelijke woorden dankte de
voorzitter den heer Smittenaar, die als be-
ttuurslil moest aftreden in niet herkiesbaar
was, voor hetgeen hy voor de Maatschappij
gedaan had, en wenechto den heer Van Lith
geluk met het vertrouwen, dat de leden in
hem ge6t;ld hadden, door zijn benoeming
cis bestuurslid der Maatschappij.
Nadat nog eenige huishoudelijke zaken be
sproken waren, sloot de voorzitter met dank
voor de trouwe opkomst de vergadering.
Bi) de Leidsche Spaarbank ward in de
maand November ingelegd 47740.513 en
terugbetaald 53145.28, terwijl zijn afgege
ven 100 nieuwe cn geheel afgelost 07 boekjes.
Het gezamenlijk t9g03d der 10932 deel
hebbers bedroeg eiode Nov. ƒ2,089841.516.
Gedurende de 1ste helft der maand Nov.
zijn aan het postkantoor alhier bezorgd de vol
gende brieven, welke, door onbekendheid der
geadresseerden, niet besteld konden worden:
G. J. Sterk, Amersfoort; C. Versnei, mej.
J. Lobes v. Treuenbritz, C. v. d. Moy, L. H.
De Koning, mej. A. J. Bergsma, Amsterdam;
wod. T. v. Moergastel, Geertruiionberg; mevr.
De kapper op liet bal.
2)
Toen de kappersbediende, na aan al zijn
verplichtingen voldaan te hebben, ia den
winkel van zijn patroon terugkwam, stelde
deze hem een vierkanten blauwen brief ter
band, die van een groot rood zegel was
voorzien en die in zijn afwozighoid daar
bezorgd was.
Adolf beschouwde den brief met eerbiod,
want bet was een dier blauwe brievoD, waar
door men de een of andere mededeeling, die
direct uit het kabinet van den Pruisischen
Vorst kwam, aan den geadresseerde deed
toekomen.
Adolf haastte zich den brief te openen;
hy scheen niet verwonderd te zijn en hem
verwacht te hebben. Nadat hij h6m vluchtig
had doorgelezen, stak by hom zwijgend in
zijn zek; doch een nauwkeurig opmerker zou
een groote teleurstelling op zijn gelaat kunnen
gelezen hebben.
De hofkapper Werner was zeer nieuws
gierig om te weten, hoe het kwam, dat zijn
bediende, Adolf Busicke, een koninklijke
kabinetsorder ontving. Hij begreep echter,
dat het beneden zyn waardigheid zou zyn
hieromtrent vragen te doen. Ook moest
Busicke zich dadelijk weer aan het werk
begeven en eenige klanten, die reeds op hem
wachtteD, bedienen. Hy had ondertusschen
«openheid om over de mododeeliaf na te
S. J. De Haan, J. v. Duuren, mr. A. v. Iperen,
'8 Gravenhage; mevr. Lennep, M. Weolems,
Rotterdam; mej. G. Faber, Utrecht; G. Witjes,
niet vermeld.
Briefkaartenv. d. Horst, Amsterdamwod.
S. v. Leeuwen, 's-GravonhageA. J. v. d.
Bom, Haarlem; H. v. Ree, wed. v. Schaak,
niet vermeld.
Brieven, besteld geweest voor het buiten
land: mevr. J. J. W. Boers, Brussel; Ben-
sande Co., St.-Michaels.
Den 5den December a. s., Zondag, hoopt
P. Slegtenhorsfc, een oud bokondo in onz9
gemeente, den dag te herdenken, dat by 25
jaar gel9den zyne betrekking als suisse in
de kerk van de eerwaarde Paters Francis
canen aan de Hartebrug aanvaardde, welke
betrekking hy gedurende dien tyd onafge
broken op de meest eervolle wyze heeft
vervuld. Moge hem dit nog lang gegeven zyn!
Volgens een in dit blad voorkomende
advertentie zullen 9 en 10 December a. s. bij
de firma Burgersdyk en Niermans alhier twee
kliine, doch belangrijke tibliotheken onderden
haraor komen, n.l. die van prof. P. C. Plugge,
uit Groningen, en van dr. L. A. J. Burgers-
dyk, uit Deventer. De catalogus bevat vele
belangrijke werken en serieën van tijdschrif
ten op chemisch-pbarmaceutiscb, physisch en
Ratuur-historisch gebied. Met het oog op de
herkomst der bibliotheken achten wy verdere
aanbeveling overbodig. Men verzuime niet den
eatalogus aan te vragen!
Bedankt is voor het beroep naar de
Ned.-Herv. Gom. te Huizen (cl. Amsterdam)
door ds. J. W. H. KalkmaD, te Woerden.
Beroepen is by de Ned.-Herv. Gem. te
's-Heerenhoek de heer H. J. F. Koers, cand.
te Hazerswoude.
Voor de beroeping van een predikant by
de Ger. geipeente te Assen is opgemaakt een
drietal, bestaande uit ds. Schuurman, te Allen
3an den Rijü, ds. Smit, te Knype, en ds. Wrelin-
ga, te Katwijk aan den Rijn.
Het stoffelijk overschot van den oud-
vice-president van den: Raad van Indiö R. C.
Kroesen is gistermiddag op Eik-en Duinen
ter aarde besteld, in tegenwoordigheid van
vele gep. Indische ambtenaren en gep. offi
cieren van land* en zeemacht. Tegenwoordig
waren o. a. generaal Vetter en de minister van
koloniën Cremer, die met een kort woord
herinnerde aan den belangrijken arbeid van
Kroesen in Indiö. De ontslapene voerde het
bestuur niet met machtwoorden, maar met
uit het hart komende overreding, die gunstig
influencoerde op de omgeving en voordl op
den inlander. Een familielid bedankte voorde
belangstelling, inzonderheid aan de aanwezige
deputatie uit de Deli-maatschappij.
Er is reeis medegedeeld, dat de minis
ter van binnenlandsche zaken het krediet, door
hem aangevraagd voor de kosten der inhul
diging van H. M. de Koningin, van 50,000
tot ƒ100,000 heeft verhoogd. In zyn memorie
van antwoord licht ky deze verhooging
aldus toe:
.Toen do begrooting werd ingediend, was
het nog goheel onzeker of er ter gelegenheid
van do inhuldiging van Hare Majesteit de
Koningin ook Indische vorsten en andere
gasten uit de koloniën zouden overkomen.
Thans bestaat daarop alle uitzicht en naar
de meening der Regeering ligt het op haar weg
te zorgen voor een der Nederlandsche natie
waardigo ontvangst.
„Voorts stemt do Regeering in met de
meening van vele leden, in verschillende afdee-
lingen geuit, dat de natie groot belang heeft
by een goed9 ontvangst van de buitenland-
sche pers ter gelegenheid van de inhuldigings
feesten en dat voor dat doel oen uitgave uit
'aRyks middelen alleszins gewettigd is. De
commissie, die thans opgetreden is om die
ontvangst voor te bereiden, geeft waarborg,
dat niets zal worden verzuimd om de ver
tegenwoordigers van de buitenlandsche pers
met een gunstigen indruk naar hun land te
doen terugkeeron, indien zy slechts van ver
schillende zyden door financiëole bydragen in
de gelegenheid wordt gesteld naar bobooren
hare taak te vervullen."
De omschrijving van den post is voorts in
dier voege gewyzigd, dat zy ruimte biedt ook
voor nog niet bekende uitgaven en de vereve
ning daarvan geen bezwaar kan ontmoeten.
De om8chryving luidt aldus:
„Kosten der inhuldiging van H. M. de
Koningin overeenkomstig art. 51 der Grond
wet, subsidiên en aUe verdero daarmede in
verband staande uitgaven, zooals die volgens
de beslissing van den minister van binnen
landsche zaken uit het begrotingsartikel zyn
te kwyten" 100,000.
Z. D. H. de bisschop van Haarlem heeft
benoemd tot kapelaan te Ryswyk den weleerw.
heer C. J. B. O.ifisrs, tot kap. te Amsterdam
(H. Willibrordus buiten d. v.) den weleerw.
heer A. D. C. Scbellart, tot kap. van het Be-
gynhof te Amsterdam den weleerw. heer
G. Floor, en tot kap. te Volendam den weleerw.
heer J. B. Van Rooy, die kapelaan was te
Uitgeest.
De heer A. C. Wertheim, te Amsterdam
plotseling o verloden, was ridder in de Orde
van den Nederlandschen Leeuw; command, der
Belgische Leopoldsorde; ridder der Saksische
huisorde van Ernst; officier van het Legioen
van Eer; officier dor Kroonorde van Italië;
officier van de Medjidié-ordo van Turkye
Officier de l'Acadómie, enz.
Verder was hy lid van den raad van be
heer van den Amsterdamschen stadsschouw
burg; voorzitter van curatoren van het Neder-
landsch-Israëlietisch seminarie; onder-voor
zitter van het bestuur der Vereeniging tot
Verbetering van het Lot der Blinden in Neder
land en zyne Koloniën; onder-voorzitter der
Prins-Alexander Stichting voor Biinde Kinde
ren te Bennekom; voorzitter van regenten
der Prins-Hendrik Stichting voor oude en ge
brekkige Zeelieden te Egmond a. Z.; voorz.
v. h. bestuur v. b. Volkskoffiehuis, genaamd
Toevlucht voor Behoeftigen; voorzitter d6r
Vereeniging voor Kindervoeding; commissaris
der Maatschappij tot Explo.tatie van het Bad
huis aan den Heiligenweg; eerelid van den
raad van beheer der KoDinklyke Vereeniging
het Nederlandsch Tooneel; bestuurder der
Vereeniging tot Bevordering van het Vreemde
lingenverkeer; commissaris der Nederlandsche
Bank; commissaris der Handel-Maatschappy
lid v. d. raad van toezicht der Maatsch. voor
Gemeente-Crediet; comm. der Alg. Waarborg-
Maatschappy; lid v. h. bestuur der Neder
landsche Trast-Maatschappylid van het
bestuur der Vereeniging van den Effecten
handel; voorzitter der Zuiderzee-Vereenigmg;
lid van bet bestuur der Vereenigiog voor
Moed, Beleid en Trouwlid van het dagelyksch
bestuur van den Overamstelschen poldc-r
onder-voorzitter der Maatscbappy tot Exploi
tatie van Staatsspoorwegen en van de Spoor-
weg-Maatschappy Leiden - Woerdencommis
saris der Stoomvaart Maatschappy Nederldnd;
voorzitter van het bestuur van het Burger-
Ziekenhuis, enz., 6nz.
Na uitscbryving van de prysvraag voor
„een lied voor gomeDgd koor", door den
Bond van gemengde zaDgvereenigingen „Een
dracht maakt Macht", zijn 22 composities ont
vangen. Met het bestuur verklaarden de
heeren Daniel De LaDge en Bernard Zwaors
t9 Amsterdam zich bereid de jury te vormen.
Naar men aan de „N. R. C." mededeelt, zyn
bekroond: met den eersten prys „Blauw,
blauw bloemelyn" van mej. Catb. Van Ronnos
te Utrecht; mot den tweeden „Maaierslied
van den heer George Beyerle te Amsterdam;
met den derden „Voorjaarsbezieling", van den
heer Y/. F. Kerper te Buiten het pro
gramma is nog een vierde prys toegekend
aan „Levenslied", van mej. Cath. Van Rennes.
Verder was c'e aandacht der jury ia 'c bij
zonder gevallen op twee stukken, onder het
motto „Van komen en gaan" en „Cita mors
ruit"; met de componisten van deze stukken,
die zich kunnen bekend maken by den secre
taris van don Bond, den heer J. L. Mussert,
te Werkendam, willen de juryleden gaarne in
briefwisseling treden. Van de andere inzen
ders liggen de stukken met de gesloten naam-
biiefjes ter beschikking by den genoemden
secretaris van den Bond.
In de rotonde van het Museum van Kunst-
nyverheid te Haarlem is thans een tentoon
stelling geopend op het gobied der graphische
kunsten, die door den heer Konings, te
Amsterdam, welwillend werd afgestaan. Deze
verzameling werd door genoemden heer byeen-
gebracht als lid der boekdrukkersvereeniging
van den Internationalen Musteraustausch, die
om do drie jiren eene collectie proeven van
fraai drukwerk aan hare leden rondzendt, welke
tegen een geiyk aantal drukproeven worden
ingeruild.
De minister van oorlog heeft bepaald,
dat het minimum der lengte, voor een toe
lating al3 viy williger gevorderd voor hon, die
18 jaar of ouder zyn, voor het wapen der
cavalerie voortaan zal bedragen 1.65 M., en
de minimum-lengte, wasrmece jongelingen
van 16 of 17 jarigen leeftyd in aanmerking
kunnen komen voor toelating tot een vry-
willige verbintenis, by het wapen der cava
lerie 1.60 M.
De saluut battery aan de Rietlanden, te
Amsterdam, wordt op verzoek van den minis
ter van maiine ontruimd, en blykens mede-
deeliug van geno3mden minister zullen voortaan
door vreemde oorlogsschepen Am tordam
bezoekende geen saluten worJen gogsven,
dan by algemeene, van to voren aange' o cig ie
Lest vieringen.
Uit de twoe en tachtigste jaarlyksche
rekening on verantwoorjirg van de cirectia
der weduwen- en weezenkas voor de officieren
van de landmacht blykt, dit tegenover een
totale ontvangst van 448,03S.10 stond een
uitgave van 442,998.431/,, zoodat meer is
ontvangen dan uitgegeven f 5.039 66'/2.
Er biyft voorhanden aan inschrijvingen op
bet groottoek der nationale werkelyke schuld,
rentende 2'/o pet., eene kapitale som van
ƒ6,156,000 tn rentende 3 p t. eene kapitale
som van ƒ299,000. Op 1 Januari 1897 be
droeg het getal gepensionneerde weduwen 512.
De minister van binnenl. zaken ie voor
nemens een gedeeltolyke herziening der wit
op het hooger onderwys voor to bereiden,
waarby de toelating tot de universitaire
examens zal worden gewijzigd. Hy heeft
sympathie voor het denkbeeld, om hen, die
het eind examen der Hoogere Burgerschool
met vy'jarigen cursus met goed gevolg hc-bbtn
afgelegd, in de gelegenheid te stellen het
doctoraat in do geneeskunde te verkryg. n.
De billykheid zal echter medebrengen, zegt hy,
dat dan ook voor de bezitters van het eind
diploma Hoogere Burgerschool het doctoraat
in de wis- en natuurkunde wordt toegankeiyk
en bereikbaar gesteld.
Te Groningen doelde mr. S. M. S. Modder
man als voorzitter van den gemeenteraad
mede, dat Burg. ou Weths. zich onledig hebben
gehouden met het maken van plannen voor
de inhuldigingsfeosten en binnen eenigen tyd
den Raad daarvan zullen kennis geven en
tevens daarvoor een krediet vragen.
Den socialist J. H. Schaper, die het woord
wtnschte, werd dit geweigerd, omdat hierby
een eenvoudige mededeeling, geen discussie
te pas kwam.
De 2de luit. W. Froger, van het 5 Je
reg. infanterie te Utrecht, gedetachoerd te
WoerJeD, keert heden met zyn onderhebbond
detachement in het garnizoen terug.
Aan het dagelyksch bestuur dor Ned.-
Israël, gemeente te Amersfoort is door de
permanente commissie tot de algemeene zaken
van het Ned.-Israël, kerkgenootschap een aan-
8chryving gericht vóór 31 December 1898 te
willen zorg dragen, dat er oen definitief opper-
rabbyn ia bet ressort Utrecht benoemd worJt,
daar het getal Nederlandsche canoidaten ruim
schoots aanwezig is. Thans is de hoer T. Tal,
te 's Gravenhage, opperrabbijn ad interim.
Tot rapporteurs der Eerste Kamer over
de Indische begrooting zyn gekozen da heeren
Scbimmelpenninck van dor Oyo, Van Alphen,
Pynacker Hordijk, Sassen en Alberia van
Ekenstein.
Hoawel de toestand van dr. Scnaeprnan
langzaam vooruitgaat, blyft vooreerat rust
zeer noodig en is, naar „Het Centrum" meldt,
een hervatting zyner parlementaire werk
zaamheden vóór Kerstmis, onwaarscbynlyk.
Volgens loopeade geruchten moat by
den heer J. E. C. Schook, burgemeester van
Hilversum, het plan bestaan, tegen Mui 1898
denken, die hy zoo pas ontvangen had.
Een hoop, en wel de laatste, die Bu6icko
gekoesterd had, was vervlogen. Zyn oude
tante Liura, wier eenige erfgenaam by was,
was voor een paar weken gestorven. Toen
Adolf Busicke echter de erfenis ter hand
gesteld werd, viel hem een groote teleur
stelling ten deel. De oude vrouw had hem
in het geheel vyf duizend thaler nagelaten,
evenwel niot in contant geld of in^y oor werpen
van waarde, maar in schatkistbiljetten, zooals
die in den ongelukkigen tyd, toen Pruisen na
den slag by Jena en Auerstadt in 1806,
geheel in de macht der Franschen was ge-
komeD, die onmogeiyk op te brengen contri
bution hieven, waren uitgegeven. Deze schat
kistbiljetten had de Staat uitgegeven met een
gedwongen koers; ten spijt biervan echter,
of misschien wel juist om deze reden, wilde
niemand ze gaarne hebben, en wie iets te
verkoopen had, nam liever een geringere som
in zilvergeld daarvoor aan, ofschoon dit ook
mindere waarde had dan de papieren schat
kistbiljetten.
Na de zegevierende veldslagen van 1813
tot 1816 stegen de biljetten in waarde, wyi
er uu uitzicht bestond, dat do Staat ze weldra
zou kunnen inlossen. Maar de wonden, welke
den Pruisischen Staat in den tyd van de
heerschappy der Franschen, alsook door de
buitengewono uitgaven voor den bevrydings-
oorlog, geslagen waren, konden niet zoo
spoedig geheeld worden. De regeering moest
tot maatregelen van geweld besluiten, wan-
netr de financiën van grond af beter worden
zouden en zoo moesten dus de schatkist
biljetten tot een koers worden ingewisseld,
die volstrekt niet met huu waarde overeen
kwam. Buitendien werd er aan het publiek
bekeod gemaakt, dat de inlossing der biljstten
slechts tot een bepaald tijdstip zou kunnen
plaats hebben.
De overledene, die waarschynlyk geen dag
bladen las, was met deze bepaling onbekend
gebleven en had dus den termyn tot inwis
seling laten voorbygaan, zoodat de biljetten,
waarin zy haar geld belegd had, geheel waar
deloos waren geworden.
Adolf Busicke, haar erfgenaam, had zich
met een smeekschrift tot den koning gewend,
want alleen deze was by machte in een
kabinetsorder te gelasten, dat de niet bytyds
aangeboden biljetten nog betaald moesten
worden. Op dit emeekechrift was heden ant
woord gekomen. Het luiide afwyzend. Er kon
in deze zaak geen uitzondering gemaakt wor
den. Wanneer Zfln Koninklyke Majesteit den
bewusten Busicke de uitbetaling zyner schat
kistbiljetten toestond, moest hy eveneens
handelen tegenover alle andere verzoekers,
die later met zulko boden tot hem mochten
komen, en dit was met het oog op de finan
ciën van den Pruisischen Staat Diet uitvoer
baar.
Zoo was de laatste hoop van Adolf Busicko
vernietigd. Hy was weer dozolfde, die by
vroeger geweest waa, een eenvoudig kappers
bediende, zonder vermogen, wien het wel
nimmer mogelyk zou wordon, zich een zelf
standig bestaan te verschaffen.
Deze teleurstelling trof buitendien hem niet
alleen, er was behalve hem nog iömand andors,
die door de koninklijke afwyzing een groot
verdriet ondervond. Dit was Anna, de nicht
van den hofkapper Werner, in d9 Brüder-
strasse. Beiden beminden elkander. Huwen
kon Adolf Busicke Anna slechts, wanneer hy
een eigen zaak had. Want dat een kappers
bediende in dien tyd trouwde, dat by daaren
boven nog de nicht van den opperste der
kappers ton huwoiyk nam, zou ongehoord
wezen en tegen alle van oudsher aangenomen
regels indruischen.
Toen de hofkapper Werner dien middag
zyn woonkamer binnentrad, zag hy, dat zyn
nicht rood geweende oogen had. Hy drong er
tevergeefs by haar op aan, dat zy hem zog
gen zou, wat haar bedroefde. Zy gaf ontwy-
kende antwoorden en Werner begon zich zeer
to ergeren, dat by overal door geheimzinnig
heden omgeven was.
Ook Adolf Busicke wachtte zich wel hem
iets van 's konings antwoord mede te desleD.
Tot nu 103 was Werne: in Let geloof geweest,
dat zijn bediende oen vry groote erfenis ge
kregen had, en daarom zig hy bij hem iets
meer door de vingers dan hy anders gedaan
zou hebbeü. In de oogen van Werner was
Busicke juist iemand, die zich gemakkeiyk
onafhankelijk kon makoD, en daar hy van
goede afkomst en zoon van een Berlijnsch
burger was, bekwaam was in zyn vak, hoe
wel een weinig luchthartig, had aan zya
verbintenis met Anna niets in den weg
gestaan.
Wanneer Adolf echter nu zijn principaal
mededeelde, dat zijn erfenis slechts in waar
deloos papier bestond, zou Worner zeker
dadelyk een ander oordeel over hem en zyn
verhouding tot zyn nicht opvatten.
Des namiddags, op een uur, dat er weinig
drukte in den winkel was, kwam een officier
daar binnen, om zich te laten kappen. Toen
Adolf hem met een beleefde buiging groetto,
herkende hy dadelyk in hem den kapitein,
wi9n hy dien morgen op d9 trap in het slot
byna omvergeloopen had. Ook dezo scheen
hem te herkennen. Hy zag hem opmerkzaam
aan en zeide daarna: „Hebben wy elkander
van morgen ni-t reeds in het slot ontmoet?"
„Ja, mynheer de kapitein," antwoordde
Adolf, „ik was juist op weg naar de gravin
Wangenheim, die ik dagelyks moet kappen.
Ik bid u nog om verontschuldiging, dat ik
byna tegen u aangeloopen was, maar myn
heer do kapitein kwam ook zeer haastig do
trap af."
„Daarover behoelt ge u niet te bekom
meren, myn vriend," zeide de kapitein. „Wil
my nu maar kappen. - Hm, gy komt dus
dagelijks in de morgenuren in de woning van
gravin Wangenheim?"
„Om u te dienen, mijnhoor de kapitoin."
„Dus zyt ge ook wel eenigszins met do
omstandigheden daar in huis bekond?"
„O, zeker, mevrouw de graviu is altyd zeer
triendelyk tegen my. Zy ondorhouct zich
doorgaans met my, terwijl ik haar kapsel in
orde brong. Alleen dezen morgen was zij zeor
barsch; zy sciieen geheel uit haar humour
te zyn.
(Wordt vervolgd.)