Foegang: één Gulden. A0. 1897 feze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van (§on- en feestdagen, uitgegeven» Dit nommer bestaat uit DBIE Bladen. Eerste Blad. CONCERT Sophie en Johanna Heymann, Henry Such. Femlleton. PRIJS DEZER COURANT; Voor Loiden por 3 maanden. f l.io. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommero 0.05. PRIJS DEB ADYERTENTIEN: Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel moer f 0.17}. Grootere letters naar plaatsruimte. Vpor bet incasseeron buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Hedenavond acht uren: Leiden, 1 December. het Nutsgebouw werd gisteravond ge- louden de algemeene vergadering van de L' idscheVerzekerings-maatschappij tegen inva- iditeit en ongelukken der werkliedon. Na voorlezing en goedkeuring der nutulen, benoemde de voorzitter, de heer Van Achter berg, tot gemachtigde van de vergaderiDg, om <ie notulen vast te stellen, den heer J. Van Dam. De penningmeester, de heer Van Ruyven, gaf daarna een overzicht der financiön, die illoszins bevredigend mogen genoemd worden. Een vergelijking met het vorige jaar viel ten gunste van het loopende jaar uit. Aan 55 werklieden werden uitkeeringen verleend. Het aantal verzekeringen noemt steeds toe en bedraagt nu 88 met 120 polissen. Tot lid van het bestuur werd de heer W. A. Van Lith benoemd; tot vertegenwoor diger van de verzekerden de heer Woesten- berg; tot ledeo der commissie voor het nazien der rekeningen de heeren I. v. d. Kamp, A. Van 't Riet en G. F. Bartolsman. Dj voorzitter deelde mede, dat Dinsdag en Woensdag 4 en 5 Januari 1898, des avonds van 7 tot 9 uren, door het Dagelyksch Bestuur ztting zal gehouden worden in het Nut voor hot storten der aandeelen. Met eenige hartelijke woorden dankte de voorzitter den heer Smittenaar, die als be- ttuurslil moest aftreden in niet herkiesbaar was, voor hetgeen hy voor de Maatschappij gedaan had, en wenechto den heer Van Lith geluk met het vertrouwen, dat de leden in hem ge6t;ld hadden, door zijn benoeming cis bestuurslid der Maatschappij. Nadat nog eenige huishoudelijke zaken be sproken waren, sloot de voorzitter met dank voor de trouwe opkomst de vergadering. Bi) de Leidsche Spaarbank ward in de maand November ingelegd 47740.513 en terugbetaald 53145.28, terwijl zijn afgege ven 100 nieuwe cn geheel afgelost 07 boekjes. Het gezamenlijk t9g03d der 10932 deel hebbers bedroeg eiode Nov. ƒ2,089841.516. Gedurende de 1ste helft der maand Nov. zijn aan het postkantoor alhier bezorgd de vol gende brieven, welke, door onbekendheid der geadresseerden, niet besteld konden worden: G. J. Sterk, Amersfoort; C. Versnei, mej. J. Lobes v. Treuenbritz, C. v. d. Moy, L. H. De Koning, mej. A. J. Bergsma, Amsterdam; wod. T. v. Moergastel, Geertruiionberg; mevr. De kapper op liet bal. 2) Toen de kappersbediende, na aan al zijn verplichtingen voldaan te hebben, ia den winkel van zijn patroon terugkwam, stelde deze hem een vierkanten blauwen brief ter band, die van een groot rood zegel was voorzien en die in zijn afwozighoid daar bezorgd was. Adolf beschouwde den brief met eerbiod, want bet was een dier blauwe brievoD, waar door men de een of andere mededeeling, die direct uit het kabinet van den Pruisischen Vorst kwam, aan den geadresseerde deed toekomen. Adolf haastte zich den brief te openen; hy scheen niet verwonderd te zijn en hem verwacht te hebben. Nadat hij h6m vluchtig had doorgelezen, stak by hom zwijgend in zijn zek; doch een nauwkeurig opmerker zou een groote teleurstelling op zijn gelaat kunnen gelezen hebben. De hofkapper Werner was zeer nieuws gierig om te weten, hoe het kwam, dat zijn bediende, Adolf Busicke, een koninklijke kabinetsorder ontving. Hij begreep echter, dat het beneden zyn waardigheid zou zyn hieromtrent vragen te doen. Ook moest Busicke zich dadelijk weer aan het werk begeven en eenige klanten, die reeds op hem wachtteD, bedienen. Hy had ondertusschen «openheid om over de mododeeliaf na te S. J. De Haan, J. v. Duuren, mr. A. v. Iperen, '8 Gravenhage; mevr. Lennep, M. Weolems, Rotterdam; mej. G. Faber, Utrecht; G. Witjes, niet vermeld. Briefkaartenv. d. Horst, Amsterdamwod. S. v. Leeuwen, 's-GravonhageA. J. v. d. Bom, Haarlem; H. v. Ree, wed. v. Schaak, niet vermeld. Brieven, besteld geweest voor het buiten land: mevr. J. J. W. Boers, Brussel; Ben- sande Co., St.-Michaels. Den 5den December a. s., Zondag, hoopt P. Slegtenhorsfc, een oud bokondo in onz9 gemeente, den dag te herdenken, dat by 25 jaar gel9den zyne betrekking als suisse in de kerk van de eerwaarde Paters Francis canen aan de Hartebrug aanvaardde, welke betrekking hy gedurende dien tyd onafge broken op de meest eervolle wyze heeft vervuld. Moge hem dit nog lang gegeven zyn! Volgens een in dit blad voorkomende advertentie zullen 9 en 10 December a. s. bij de firma Burgersdyk en Niermans alhier twee kliine, doch belangrijke tibliotheken onderden haraor komen, n.l. die van prof. P. C. Plugge, uit Groningen, en van dr. L. A. J. Burgers- dyk, uit Deventer. De catalogus bevat vele belangrijke werken en serieën van tijdschrif ten op chemisch-pbarmaceutiscb, physisch en Ratuur-historisch gebied. Met het oog op de herkomst der bibliotheken achten wy verdere aanbeveling overbodig. Men verzuime niet den eatalogus aan te vragen! Bedankt is voor het beroep naar de Ned.-Herv. Gom. te Huizen (cl. Amsterdam) door ds. J. W. H. KalkmaD, te Woerden. Beroepen is by de Ned.-Herv. Gem. te 's-Heerenhoek de heer H. J. F. Koers, cand. te Hazerswoude. Voor de beroeping van een predikant by de Ger. geipeente te Assen is opgemaakt een drietal, bestaande uit ds. Schuurman, te Allen 3an den Rijü, ds. Smit, te Knype, en ds. Wrelin- ga, te Katwijk aan den Rijn. Het stoffelijk overschot van den oud- vice-president van den: Raad van Indiö R. C. Kroesen is gistermiddag op Eik-en Duinen ter aarde besteld, in tegenwoordigheid van vele gep. Indische ambtenaren en gep. offi cieren van land* en zeemacht. Tegenwoordig waren o. a. generaal Vetter en de minister van koloniën Cremer, die met een kort woord herinnerde aan den belangrijken arbeid van Kroesen in Indiö. De ontslapene voerde het bestuur niet met machtwoorden, maar met uit het hart komende overreding, die gunstig influencoerde op de omgeving en voordl op den inlander. Een familielid bedankte voorde belangstelling, inzonderheid aan de aanwezige deputatie uit de Deli-maatschappij. Er is reeis medegedeeld, dat de minis ter van binnenlandsche zaken het krediet, door hem aangevraagd voor de kosten der inhul diging van H. M. de Koningin, van 50,000 tot ƒ100,000 heeft verhoogd. In zyn memorie van antwoord licht ky deze verhooging aldus toe: .Toen do begrooting werd ingediend, was het nog goheel onzeker of er ter gelegenheid van do inhuldiging van Hare Majesteit de Koningin ook Indische vorsten en andere gasten uit de koloniën zouden overkomen. Thans bestaat daarop alle uitzicht en naar de meening der Regeering ligt het op haar weg te zorgen voor een der Nederlandsche natie waardigo ontvangst. „Voorts stemt do Regeering in met de meening van vele leden, in verschillende afdee- lingen geuit, dat de natie groot belang heeft by een goed9 ontvangst van de buitenland- sche pers ter gelegenheid van de inhuldigings feesten en dat voor dat doel oen uitgave uit 'aRyks middelen alleszins gewettigd is. De commissie, die thans opgetreden is om die ontvangst voor te bereiden, geeft waarborg, dat niets zal worden verzuimd om de ver tegenwoordigers van de buitenlandsche pers met een gunstigen indruk naar hun land te doen terugkeeron, indien zy slechts van ver schillende zyden door financiëole bydragen in de gelegenheid wordt gesteld naar bobooren hare taak te vervullen." De omschrijving van den post is voorts in dier voege gewyzigd, dat zy ruimte biedt ook voor nog niet bekende uitgaven en de vereve ning daarvan geen bezwaar kan ontmoeten. De om8chryving luidt aldus: „Kosten der inhuldiging van H. M. de Koningin overeenkomstig art. 51 der Grond wet, subsidiên en aUe verdero daarmede in verband staande uitgaven, zooals die volgens de beslissing van den minister van binnen landsche zaken uit het begrotingsartikel zyn te kwyten" 100,000. Z. D. H. de bisschop van Haarlem heeft benoemd tot kapelaan te Ryswyk den weleerw. heer C. J. B. O.ifisrs, tot kap. te Amsterdam (H. Willibrordus buiten d. v.) den weleerw. heer A. D. C. Scbellart, tot kap. van het Be- gynhof te Amsterdam den weleerw. heer G. Floor, en tot kap. te Volendam den weleerw. heer J. B. Van Rooy, die kapelaan was te Uitgeest. De heer A. C. Wertheim, te Amsterdam plotseling o verloden, was ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw; command, der Belgische Leopoldsorde; ridder der Saksische huisorde van Ernst; officier van het Legioen van Eer; officier dor Kroonorde van Italië; officier van de Medjidié-ordo van Turkye Officier de l'Acadómie, enz. Verder was hy lid van den raad van be heer van den Amsterdamschen stadsschouw burg; voorzitter van curatoren van het Neder- landsch-Israëlietisch seminarie; onder-voor zitter van het bestuur der Vereeniging tot Verbetering van het Lot der Blinden in Neder land en zyne Koloniën; onder-voorzitter der Prins-Alexander Stichting voor Biinde Kinde ren te Bennekom; voorzitter van regenten der Prins-Hendrik Stichting voor oude en ge brekkige Zeelieden te Egmond a. Z.; voorz. v. h. bestuur v. b. Volkskoffiehuis, genaamd Toevlucht voor Behoeftigen; voorzitter d6r Vereeniging voor Kindervoeding; commissaris der Maatschappij tot Explo.tatie van het Bad huis aan den Heiligenweg; eerelid van den raad van beheer der KoDinklyke Vereeniging het Nederlandsch Tooneel; bestuurder der Vereeniging tot Bevordering van het Vreemde lingenverkeer; commissaris der Nederlandsche Bank; commissaris der Handel-Maatschappy lid v. d. raad van toezicht der Maatsch. voor Gemeente-Crediet; comm. der Alg. Waarborg- Maatschappy; lid v. h. bestuur der Neder landsche Trast-Maatschappylid van het bestuur der Vereeniging van den Effecten handel; voorzitter der Zuiderzee-Vereenigmg; lid van bet bestuur der Vereenigiog voor Moed, Beleid en Trouwlid van het dagelyksch bestuur van den Overamstelschen poldc-r onder-voorzitter der Maatscbappy tot Exploi tatie van Staatsspoorwegen en van de Spoor- weg-Maatschappy Leiden - Woerdencommis saris der Stoomvaart Maatschappy Nederldnd; voorzitter van het bestuur van het Burger- Ziekenhuis, enz., 6nz. Na uitscbryving van de prysvraag voor „een lied voor gomeDgd koor", door den Bond van gemengde zaDgvereenigingen „Een dracht maakt Macht", zijn 22 composities ont vangen. Met het bestuur verklaarden de heeren Daniel De LaDge en Bernard Zwaors t9 Amsterdam zich bereid de jury te vormen. Naar men aan de „N. R. C." mededeelt, zyn bekroond: met den eersten prys „Blauw, blauw bloemelyn" van mej. Catb. Van Ronnos te Utrecht; mot den tweeden „Maaierslied van den heer George Beyerle te Amsterdam; met den derden „Voorjaarsbezieling", van den heer Y/. F. Kerper te Buiten het pro gramma is nog een vierde prys toegekend aan „Levenslied", van mej. Cath. Van Rennes. Verder was c'e aandacht der jury ia 'c bij zonder gevallen op twee stukken, onder het motto „Van komen en gaan" en „Cita mors ruit"; met de componisten van deze stukken, die zich kunnen bekend maken by den secre taris van don Bond, den heer J. L. Mussert, te Werkendam, willen de juryleden gaarne in briefwisseling treden. Van de andere inzen ders liggen de stukken met de gesloten naam- biiefjes ter beschikking by den genoemden secretaris van den Bond. In de rotonde van het Museum van Kunst- nyverheid te Haarlem is thans een tentoon stelling geopend op het gobied der graphische kunsten, die door den heer Konings, te Amsterdam, welwillend werd afgestaan. Deze verzameling werd door genoemden heer byeen- gebracht als lid der boekdrukkersvereeniging van den Internationalen Musteraustausch, die om do drie jiren eene collectie proeven van fraai drukwerk aan hare leden rondzendt, welke tegen een geiyk aantal drukproeven worden ingeruild. De minister van oorlog heeft bepaald, dat het minimum der lengte, voor een toe lating al3 viy williger gevorderd voor hon, die 18 jaar of ouder zyn, voor het wapen der cavalerie voortaan zal bedragen 1.65 M., en de minimum-lengte, wasrmece jongelingen van 16 of 17 jarigen leeftyd in aanmerking kunnen komen voor toelating tot een vry- willige verbintenis, by het wapen der cava lerie 1.60 M. De saluut battery aan de Rietlanden, te Amsterdam, wordt op verzoek van den minis ter van maiine ontruimd, en blykens mede- deeliug van geno3mden minister zullen voortaan door vreemde oorlogsschepen Am tordam bezoekende geen saluten worJen gogsven, dan by algemeene, van to voren aange' o cig ie Lest vieringen. Uit de twoe en tachtigste jaarlyksche rekening on verantwoorjirg van de cirectia der weduwen- en weezenkas voor de officieren van de landmacht blykt, dit tegenover een totale ontvangst van 448,03S.10 stond een uitgave van 442,998.431/,, zoodat meer is ontvangen dan uitgegeven f 5.039 66'/2. Er biyft voorhanden aan inschrijvingen op bet groottoek der nationale werkelyke schuld, rentende 2'/o pet., eene kapitale som van ƒ6,156,000 tn rentende 3 p t. eene kapitale som van ƒ299,000. Op 1 Januari 1897 be droeg het getal gepensionneerde weduwen 512. De minister van binnenl. zaken ie voor nemens een gedeeltolyke herziening der wit op het hooger onderwys voor to bereiden, waarby de toelating tot de universitaire examens zal worden gewijzigd. Hy heeft sympathie voor het denkbeeld, om hen, die het eind examen der Hoogere Burgerschool met vy'jarigen cursus met goed gevolg hc-bbtn afgelegd, in de gelegenheid te stellen het doctoraat in do geneeskunde te verkryg. n. De billykheid zal echter medebrengen, zegt hy, dat dan ook voor de bezitters van het eind diploma Hoogere Burgerschool het doctoraat in de wis- en natuurkunde wordt toegankeiyk en bereikbaar gesteld. Te Groningen doelde mr. S. M. S. Modder man als voorzitter van den gemeenteraad mede, dat Burg. ou Weths. zich onledig hebben gehouden met het maken van plannen voor de inhuldigingsfeosten en binnen eenigen tyd den Raad daarvan zullen kennis geven en tevens daarvoor een krediet vragen. Den socialist J. H. Schaper, die het woord wtnschte, werd dit geweigerd, omdat hierby een eenvoudige mededeeling, geen discussie te pas kwam. De 2de luit. W. Froger, van het 5 Je reg. infanterie te Utrecht, gedetachoerd te WoerJeD, keert heden met zyn onderhebbond detachement in het garnizoen terug. Aan het dagelyksch bestuur dor Ned.- Israël, gemeente te Amersfoort is door de permanente commissie tot de algemeene zaken van het Ned.-Israël, kerkgenootschap een aan- 8chryving gericht vóór 31 December 1898 te willen zorg dragen, dat er oen definitief opper- rabbyn ia bet ressort Utrecht benoemd worJt, daar het getal Nederlandsche canoidaten ruim schoots aanwezig is. Thans is de hoer T. Tal, te 's Gravenhage, opperrabbijn ad interim. Tot rapporteurs der Eerste Kamer over de Indische begrooting zyn gekozen da heeren Scbimmelpenninck van dor Oyo, Van Alphen, Pynacker Hordijk, Sassen en Alberia van Ekenstein. Hoawel de toestand van dr. Scnaeprnan langzaam vooruitgaat, blyft vooreerat rust zeer noodig en is, naar „Het Centrum" meldt, een hervatting zyner parlementaire werk zaamheden vóór Kerstmis, onwaarscbynlyk. Volgens loopeade geruchten moat by den heer J. E. C. Schook, burgemeester van Hilversum, het plan bestaan, tegen Mui 1898 denken, die hy zoo pas ontvangen had. Een hoop, en wel de laatste, die Bu6icko gekoesterd had, was vervlogen. Zyn oude tante Liura, wier eenige erfgenaam by was, was voor een paar weken gestorven. Toen Adolf Busicke echter de erfenis ter hand gesteld werd, viel hem een groote teleur stelling ten deel. De oude vrouw had hem in het geheel vyf duizend thaler nagelaten, evenwel niot in contant geld of in^y oor werpen van waarde, maar in schatkistbiljetten, zooals die in den ongelukkigen tyd, toen Pruisen na den slag by Jena en Auerstadt in 1806, geheel in de macht der Franschen was ge- komeD, die onmogeiyk op te brengen contri bution hieven, waren uitgegeven. Deze schat kistbiljetten had de Staat uitgegeven met een gedwongen koers; ten spijt biervan echter, of misschien wel juist om deze reden, wilde niemand ze gaarne hebben, en wie iets te verkoopen had, nam liever een geringere som in zilvergeld daarvoor aan, ofschoon dit ook mindere waarde had dan de papieren schat kistbiljetten. Na de zegevierende veldslagen van 1813 tot 1816 stegen de biljetten in waarde, wyi er uu uitzicht bestond, dat do Staat ze weldra zou kunnen inlossen. Maar de wonden, welke den Pruisischen Staat in den tyd van de heerschappy der Franschen, alsook door de buitengewono uitgaven voor den bevrydings- oorlog, geslagen waren, konden niet zoo spoedig geheeld worden. De regeering moest tot maatregelen van geweld besluiten, wan- netr de financiën van grond af beter worden zouden en zoo moesten dus de schatkist biljetten tot een koers worden ingewisseld, die volstrekt niet met huu waarde overeen kwam. Buitendien werd er aan het publiek bekeod gemaakt, dat de inlossing der biljstten slechts tot een bepaald tijdstip zou kunnen plaats hebben. De overledene, die waarschynlyk geen dag bladen las, was met deze bepaling onbekend gebleven en had dus den termyn tot inwis seling laten voorbygaan, zoodat de biljetten, waarin zy haar geld belegd had, geheel waar deloos waren geworden. Adolf Busicke, haar erfgenaam, had zich met een smeekschrift tot den koning gewend, want alleen deze was by machte in een kabinetsorder te gelasten, dat de niet bytyds aangeboden biljetten nog betaald moesten worden. Op dit emeekechrift was heden ant woord gekomen. Het luiide afwyzend. Er kon in deze zaak geen uitzondering gemaakt wor den. Wanneer Zfln Koninklyke Majesteit den bewusten Busicke de uitbetaling zyner schat kistbiljetten toestond, moest hy eveneens handelen tegenover alle andere verzoekers, die later met zulko boden tot hem mochten komen, en dit was met het oog op de finan ciën van den Pruisischen Staat Diet uitvoer baar. Zoo was de laatste hoop van Adolf Busicko vernietigd. Hy was weer dozolfde, die by vroeger geweest waa, een eenvoudig kappers bediende, zonder vermogen, wien het wel nimmer mogelyk zou wordon, zich een zelf standig bestaan te verschaffen. Deze teleurstelling trof buitendien hem niet alleen, er was behalve hem nog iömand andors, die door de koninklijke afwyzing een groot verdriet ondervond. Dit was Anna, de nicht van den hofkapper Werner, in d9 Brüder- strasse. Beiden beminden elkander. Huwen kon Adolf Busicke Anna slechts, wanneer hy een eigen zaak had. Want dat een kappers bediende in dien tyd trouwde, dat by daaren boven nog de nicht van den opperste der kappers ton huwoiyk nam, zou ongehoord wezen en tegen alle van oudsher aangenomen regels indruischen. Toen de hofkapper Werner dien middag zyn woonkamer binnentrad, zag hy, dat zyn nicht rood geweende oogen had. Hy drong er tevergeefs by haar op aan, dat zy hem zog gen zou, wat haar bedroefde. Zy gaf ontwy- kende antwoorden en Werner begon zich zeer to ergeren, dat by overal door geheimzinnig heden omgeven was. Ook Adolf Busicke wachtte zich wel hem iets van 's konings antwoord mede te desleD. Tot nu 103 was Werne: in Let geloof geweest, dat zijn bediende oen vry groote erfenis ge kregen had, en daarom zig hy bij hem iets meer door de vingers dan hy anders gedaan zou hebbeü. In de oogen van Werner was Busicke juist iemand, die zich gemakkeiyk onafhankelijk kon makoD, en daar hy van goede afkomst en zoon van een Berlijnsch burger was, bekwaam was in zyn vak, hoe wel een weinig luchthartig, had aan zya verbintenis met Anna niets in den weg gestaan. Wanneer Adolf echter nu zijn principaal mededeelde, dat zijn erfenis slechts in waar deloos papier bestond, zou Worner zeker dadelyk een ander oordeel over hem en zyn verhouding tot zyn nicht opvatten. Des namiddags, op een uur, dat er weinig drukte in den winkel was, kwam een officier daar binnen, om zich te laten kappen. Toen Adolf hem met een beleefde buiging groetto, herkende hy dadelyk in hem den kapitein, wi9n hy dien morgen op d9 trap in het slot byna omvergeloopen had. Ook dezo scheen hem te herkennen. Hy zag hem opmerkzaam aan en zeide daarna: „Hebben wy elkander van morgen ni-t reeds in het slot ontmoet?" „Ja, mynheer de kapitein," antwoordde Adolf, „ik was juist op weg naar de gravin Wangenheim, die ik dagelyks moet kappen. Ik bid u nog om verontschuldiging, dat ik byna tegen u aangeloopen was, maar myn heer do kapitein kwam ook zeer haastig do trap af." „Daarover behoelt ge u niet te bekom meren, myn vriend," zeide de kapitein. „Wil my nu maar kappen. - Hm, gy komt dus dagelijks in de morgenuren in de woning van gravin Wangenheim?" „Om u te dienen, mijnhoor de kapitoin." „Dus zyt ge ook wel eenigszins met do omstandigheden daar in huis bekond?" „O, zeker, mevrouw de graviu is altyd zeer triendelyk tegen my. Zy ondorhouct zich doorgaans met my, terwijl ik haar kapsel in orde brong. Alleen dezen morgen was zij zeor barsch; zy sciieen geheel uit haar humour te zyn. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 1