N°. 11584
Maandag 29 November.
A°. 1897
<§eze jouraat wordt Qagelijks, met uitzondering
Van (Zon- en feestdagen, uitgegeven,
Dit nommer bestaat uit VIJF
Bladen.
Eerste Bkul.
COMCERT
Leiden, 27 November.
Feuilleton.
Eea gevaarlijke rol.
LEIDSCH
DA&BLAD.
ÏEU3 DE2LER COURANT J J
Voor ï.o'üen per 3 maanden, 1.10.
J-ranco per post .110
Afzonderlijke Noramers
0.05.
RRIJ3 DER ADVERTEtmJËN:
Van r-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J, GrootërO
'lettèré naar plaatsruimte. -• Voor hot incasseeren huiten de stad
'wordt ƒ0.05 berekend.
SOl'HIK en JOHANNA HEYMANN
Henry Sucli.
Wy hebben de verschillende beoordeelingen
nog eens doorgezien, die over het concert
Hoymann Such zijn geschreven geworden.
Zelden echter zagen wy zulk een eenstem
migheid van oordeel! Alle zyn het er over
eens, dat hetgeen hier gegeven wordt, iets
buitengewoons isl"
Wy willen - voor de beoefenaars van
muziek is dit echter vry wel overbodig, om
dat zy wol weten, dat de naam Heymann
identiek is met muzikaliteit voor hen,
die daarvan nog niet doordrongen zün, een
gedeelte overnemen uit de beoordeeling der
„Arnhemsche Courant."
„Fraaie, duidelijke uitspraak van liet Itali-
aansch, even goed als later van het Duitsch
en Franscb, zoo vond het stemorgaan van
mej. Sophie Heymann door hoog, ijl, echt
sopraan-timbre, verfraaid door een, als 't ware,
fluweelachtig vernié, terstond ingang. Wat
deze muzikale zangeres met hare glaszuiver-
heic aog m®>r den hoorders schonk, bewess
inttlhfiouiö „zelf'-voelende voordracht („In
der Framde" van Taubert), doordringingsver-
mogen van haar zangtoon, die op zichzelf niet
als groot kan aangemerkt worden, doch welke
zeer duilelyk hoog „boven" dreef in Dan.
De Lange's, in do begeleiding „zeer" dicht
gefigureerd, lied: „Geistesdrang"teehnisch-
kunnen in het door haar gezongen lied van
Zarzycki; légèriteit in het Fransch genre
(„Tu me dirais" van Cbaminade) en eene
coloratuur, die van de meest prijzenswaardige
zangstudiön de bewy'zen leverde in „Schweizer
Echolied" van Carl Eckert. Dit laatste nummer
met den tiiller op a2 en de afsluiting op d3
bewees ten slotte, „hoe ver" deze zangeres
het wel gebracht had met intoneeren, vaardig
trillen in het kopregister en geluiden te ont
wikkelen als hoorde men den toon van de
groote fluit.
„Thans Johanna.
„Wie haar niet heeft gehoord, kan er zich
kwalijk een denkbeeld van vormen. Zelden
hoorden we een klavierspeelster zoo poëtisch
aangelegd als zij. Haar spel is dan ook weg
voerend en dichterlijk, zóó, dat men soms,
haar hoorende en dat diep gemoedsleven vol
gend, geheel en al vorgeet waar men eigen
lijk is. Alle stijlen behandelt ze op „hun
eigen" terrein. Hoort men nu van haar Mozart's
Rondo met do rococokrullen als florituren
haarfijn uitgevoerd, aanstonds treedt deze
pianiste met Mendelssohn of met een anderen
componist te voorschijn on haar blik in die
onderscheidene genres is telkens zóó goniaal-
jjist, dat men dan zou gaan denken: „Dat
is niet de Johanna Heymann van daareven,
nu is een andere aan het woord. Ook het
hoogzinneiyke in Chopin's kunst vertolkt ze
door een Rondo, Mazurka, Nocturne en Valse
zóó echt, zóó, als maar enkele uitverkorenen
deze muziek „kunnen" reproduceeren. Er be
hoort een afzonderlijke aanleg toe, die deze
pianiste en wij wenschen er haar van
ganscher harte geluk mede het groote
voorrecht had deelachtig te worden.
„Aanslag bezit ze eigenlijk niet; de toetsen
worden nimmer door haar aangeslagen, maar
altijd en in alles aangespeeld, vandaar dan
ook dio heerlijke zang en die gepolijstheid.
„Een vergelijk met andere pianisten doet
ons de overtuiging uitspreken, dat Johanna
een pianovirtuose is van den „allereersten" rang.
„In het spel van den beer Such ontdekt
men terstond aan den rustigen, ver beneden
waarts gelegen bovenarm en don eersten
vinger los, een goeden ouden bekende, nl. den
meester Joachim. En zoo is 't ook. Deze violist
behoorde tot zijn lievelings-élèves; hij bezit
een instrument bijzonder krachtig op de G-
snaar, met warm-levenden, krachtigen toon
op de E snaar en een meesterschap over den
rechterarm, die hem een Tartioiseben streek
verleent, in staat om allerlei kleurschakoeringen
in zijn spel te leggen.
De eenvoudigste dramatische tonaliteit (bijv.
in de begeleiding van het Andante uit Grieg's
Sonate) verkrijgt door dien streek betooverende
bekoorlijkheid van het mezzo-voce. Dan weder
is 't eön opstreek, waar een ander een afstreek
voor kiest, die iets subjectiefs, iets van zeer
veel indivi Jualisme aan den dag brengt."
Daar behoeft eenvoudig niets bijgevoegd
to worden; wie dit drietal niet gaat hooren,
hoort niet gaarne zingen, houdt niet van goede
muziek!
Het programma, dat als bewijs van toegang
dient, is gesteld op 50 cents, terwijl dit
alleen afgegeven wordt op het Bewl)s, in
dit nummer voorkomende tot hoogstens
'Tier plaatsen voor eiken Abonné.
Het is nu juist een week geleden dat in
dit blad een uitvoerig overzicht voorkwam
van Schumann's „Das Paradies unddiePeri",
met daaraan vastgeknoopte beschouwingen om
trent het werk zelf, en sedert (gisteravond) is
men in de gelegenheid gesteld geworden dat
oratorium te genieten.
Dat artikel van verleden week maakt dat
wij zeer kort kunnen zijn en ons slechts by
de vertolking zelve behoeven te bepalen.
De uitvoering dan heeft in alle opzichten
aan de verwachting beantwoord. In de keuze
der solisten ia men hoogst gelukkig geweest.
Mevrouw Julia Uzielli, uit Frankfort a/d.
Main, vervulde met haar fraaie sopraan-stem
de omvangryke party van Peri zeer verdien
stelijk, waarvoor zy veel waardeering onder
vond en niet minder was dit met mej. Betsy, uit
Deventer, die zich eveneens met haar sym
pathiek geluid gunstig onderscheidde, o. a.
in de partij der Jungfrau, welke zy heel
mooi en met veel Innigheid zong„O lass
mich von den Luft durchdringen" en later in
het „Doch borch, wie Vesperruf zum Beten".
Met deze onze vroegere stadgenoote trad
nog als mezzo-sopraan op een Amsterdam-
sche dame, mej. A. C. Sohns, doch alleen in
de twee eerste gedeelten, waarin zy echter
voldoende gelegenheid vond zich van een aan
gename zyde te doen kennen, wegens haar
goed geluid en schoone voordracht.
Mej. Anna C. Schuil, uit Dordrecht, sloot
zich waardig by hare hier genoemde kunst
zusters aaü. Zy beschikt over een prach
tige alt stem, waarmede zy den hoorder weet
te tosien.
De heer Jos. Tyssen, uit Amsterdam, i6
hier reed.? een oude bekende, die zyn naam
in de verschillende tenor partijen mtt glans
wist te handhaven, en de heer Fel. D(riesseD)
bleek nog de bas, die vroeger zoo eervol en
met zulk succes vele malen zich deed hooren
en wiens geluid nog eveneens krachtig en
vol is, waaraan hy mede veel gloed weet te
paren.
Zy allen werkten afzonderiyk in byzondere
mate mede om de schoonheden van het werk
ln haar volle licht te doen komen. De quar-
tettsn werden eveneens zeer mooi voorge
dragen
Do koren muntten door fraai klankgeluid
uit en weerden zich dapper, ook waar het
niet to onderschatten moeilykhedeu betrof.
Htt orkest van het Concert gebouw was als
gewoonlykuitstekend.
De lieer Daniël De Lange mag dus, met de
afdoeling en de zangvereeniging, tevreden zyn
over den schitterenden afloop van deze uit
voering.
De Stadszaal was goed bezet, vooral be
neden.
Do kapitein M. A. E. J. Mey^pom, van
het 5do reg. inf., die op 1 Docember a. s. op
zyn verzoek overgaat by het 4de reg. inf.,
wordt by z\jn aankomst by dat corps belast
met het beveU over de 1ste comp. 4de bat.
in garnizoen to Leiden.
In de jongste vergadering van do
„Yereeniging tot behartiging van de belangen
van huiseigenaren in Nederland" gevestigd
te 's-Gravenhage, zett9 de voorzitter de heer
W. C. De Lathonder. het doel der vereeniging
uiteen en lichtte hy tevens de middelen toe
welke zy denkt aan te wenden om dat doel
t9 bereiken. De vereeDigmg wil bestryden en
zoo mogeiyk voorkomen het niet betalen der
verschuldigde huurpenningen enz.
Als andere middelen noemde de Voorzitter
het opleggen aan hare leden van de verplich
ting om te zorgen voor doelmatig ingerichte
en gezonde woningen; door ketoprichtanyan
een eigen weekblad, uitsluitend voor de leden
verkrygbaar, deze te waarschuwen voor kwade
huurders; het verkrygen van verbetering in
ds wetgeving op het stuk van ontruimingen.
De wetgeving in België te disr zake lacht
het Bestuur toe.
Hierna stelde de rechtskundige adviseur
het nut in 't licht dat zoowel verhuurders
als solide huurders van de vereeniging kunnen
genieten. De toestand dat de „goede huurders"
't voor de kwaden moeten ontgelden, moest,
volgens den adviseur eindigen.
Na eenig debat, waaruit bleek dat voor
echten hoog6t noodig is, traden staande de
Slot.)
„Sta opi" riep ik, nadat ik hetmetmyzel-
ven eens geworden was. „Sta op! Ik wil u
redden, als ik kan. Ge zyt Duitscher en hebt
my als een vriend behandeld. Laten wy geen
tyd verliezen! Ge weet het beste, wat er ge
beuren moet."
In een oogwenk was Ritter op de been.
Een paar woorden van dank stamelend, nam
by mijn pas in ontvangst en deed hem in den
zak. Daarop biüg hy my zyn langen mantel
om en zette my den gewoonlyk door hem
gedragen hoed op het hoofd. Ten slotte trok
hij uit een opening in een zeegras-matras twee
in wasdoek genaaide lange rollen. „Dat zyn
gewichtige documenteD," verklaarde hy, „pro
clamaties, plannen, naamlysten van Carlisten
voor de betrokkenen gevaarlijk materiaal, als
het in de handen der tegenparty geraakt.
Doch wat kan ik doen? Il£ zou do papieren
graag meenemen, maar ïk durf niet."
Hfi talmde. Ik zag, dat het hem moeilijk
viel, zeer moeilyk, de rollen achter te laten,
zag, dat hy niet kon besluittn, of by de
rollen niet, ondanks het gevaar, toch zou
meonemen.
„We zouden ze goed kunnen verbergen,"
stelde ik voor.
„Het zou niet gelukken. De gendarmen
keeren eiken steen om. Zy verstaan de kunst
van zoeken. Neen, neen, het gaat niet!" Daar
mede deed hy de rollen weer in de matras
en ging er op zitten.
My kwam dat zonderling voor. Waaiorn
vernietigde hy de papieren niet? „Zyt gy er
dan werkelijk zeker van, dat men u op 't
spoor is?" vroeg ik.
„Zeer zeker! Geloof me, onze straat wordt
bewaakt, het huis ia misschien nu reeds om
singeld. Da burgerwacht verbeidt myn komst.
Als ik niet spoedig kom, zal zy my halen.
Ik ken haar manier van doen."
Ik had my op eoD stoel laten valloD, en
zoo zaten wy, de crisis verbeidend, stom en
in spanning naar elk ongewoon gedruisch
luisterend, een poos tegenover elkander. De
kaars was ver afgebrand, de lucht bezwan
gerd met de uit den brasero opstijgende kelen-
dampen. Myn in de kamer rondwarende blik
ken bleven rusten op den m de vensternis
staanden schildersezel; dat gaf aan myn ge
dachten een cogenblik een bepaalde richting.
„Zeg eens," verbrak ik het stilzwygen, „hoe
staat het eigenlyk met de schilderij, die ik
onlangs by u gezien heb?"
„O ja, de schilderyGy hebt destijds juist
geraden; nu mag ik het wel toegeven. De
schildery is een echte Ribera, de bydrage
van een klooster tot de Carlistische zaak."
Weer stokte het ondérhoud. Dereiswekker
in mijn kamer naast Nr. 1 sloeg negen. Mij
begon het geval te vervelen.
„Weet ge wat?" verklaarde ik opstaande;
„ik ga uit! Als uw onderstellingen juist zyn,
zal-men my gevangennemen, en ge moet
van de gelegenheid gebiuik maken, om u in
veiligheid te brengen; indien ge u vergist
hebt, ben ik binnen een half uur weer hier,
ge geeft my myn papieren terug, trekt uw
mantel weer aan, zet uw hoed weer op en
handelt naar goeddunken; ik van myn kant
wil dan met de geschiedenis niets meer te
maken hobben. Niet, naar de kamer l Ga lig
gen en pas op!" Op die manier den hond
afwyzend, die my volgen wilde, verliet ik Nr.
1, bereikte de binnenplaats en opende het hek.
Een scherpe windvlaag woei my te go-
moet; voor de gang glommen nog de over-
blyfselen van een der feestvuren.
Ik kwam op de straat. Elk oogenblik ver
wachtte ik aangehouden te worden, maar
toen eensklaps een hand op myn schouder
gelegd werdschrikte ik toch.
„Pst! Ik ben bet, Pablo! Niet verder!"
siste iemand my in 't oor. „De uitgangen der
straat zyn bezet, senor. Ik waag veel, om u
te waarschuwen; meer kan ik niet doen, ik
wil my niet verdacht maken. Als ge er door
komt, weet ge, waar wy te vinden zyn."
Van beide einden der straat vernam ik den
galm van afgemeten voetstappen. Zy kwamen
nader en nader. M(jn onbekende verdween
als door een tooverslag en ik trok my in de
gang terug, waar ik my tegen den muur
drukte.
Trap! trap! - Luider en luider. Eer ik een
bepaald besluit kon nemen, stonden ean half
dozyn gestalten tusschen my enhetuitdoovende
vuur. Een veelstemmig gefluister, het blinken
van lantarens, en de gendarmen hadden my
ontdekt! Een commando, en de loopen van
vyf karabynen richtten zich op myn borst.
vergadering een dertigtal huiseigenaren als
leden to?.
De vereeniging vertegenwoordigt reeds ge-
lyk werd meeegedeeld, een aantal van onge
veer 5000 woningen.
Bestuurders der vereeüiging zyn deheeren
W. C. Da Lathouder, G. M. Hansen, F. Roest,
L. L. Landuydt en C. J. Van der Zijden.
Onder presidium van mr. J. F. Bfileveld,
archivaris der provincie Gelderland, werd
gisteren in een der zalen van Musis Sacrum
te Arnhem een vergadering gehouden, waarin
tot de oprichting van een vereeniging tot be
oefening van Geldersche geschiedenis, oudheid
kunde en recht werd besloten.
Deze vereeniging, tot welker oprichting een
voorloopig comité van zeven heeren het
initiatief nam, zal den naam van „Gelre"
voeren.
Het concept-roglement werd na geringe
wyziging door de vergadering goedgekeurd.
De koninklijke bewilliging zal er op aange
vraagd worden.
Tot bestuursleden werden by stemming
verkozen de heeren: mr. J. J. S. baron Sloet,
dr. J. S. Van Veen en J. L. H Dobbelman
te Arnhem, F. A. Hoefer te Hattem, D. J.
Van Scbevichaven te Nijmegen en J. Gimberg
te Zutfen.
Mr. J. F. Byienveld, een der he9ren vsn
bet voorloopig comité, had dringend verzocht
voor eene keuze lot bestuurslid buiten aan
merking te blyven.
De aldus gekozen heeren zullen zelf de
verschillende functiên in dat bestuur onderling
verdeelen.
By acclamatie werd tot eere lid benoemd
prof. R. Fruin te Leiden.
Al6 plaats waar de volgende jaarvergadering
zal gehouden worden, werd Nijmegen aan
gewezen.
Aan het einde der vergadering wenschto
mr. R. -E, Hattiak, voorzitter der „Vereeniging
voor Overyselsch recht en geschiedenis," höt
voorloopig comité van harte geluk met het
welslagen van hun pogen en bood daarby
namens zyne vereeniging en mede van hem
zelf aan het jonge genootschap „Gelre" eenige
boeken ten geschenke aan.
De gezant van Italië te 's Gravenhage,
graaf De Zanini, wordt van zyn buitenlandsch
verlof- terugverwacht.
De secretaris van het Italiaansche gezant
schap, Ds markies de Gregorio, begeeft zich
a. s. Maandag met verlof naar zfin vaderland.
In het begin der volgende maand zal
de Engelsche gezant, de heer Howard, uit
het buitenland op zyn post terugkeeren.
Thans kan met zekerheid worden mede
gedeeld dat de Hollandsche IJzeren Spoorwog-
maatschappy hot contract betreffende de
oprichting der centrale controle van Neder-
landsche spoorwegen hoeft opgezegd tegen
1 Januari 1899. Alsdan zullen hare ambte
naren, di9 thans te Utrecht werkzaam z(jn,
ongeveer 50, weder naar Amsterdam worden
verplaatst, waar door de H. IJ.-S.-M. weder
eene afzonderlijke contróle zal worden opge
richt. (A7. B. Ort)
Zeer vtle belangstellenden hadden zich
gisteren op do begraafplaats „Ondir de Linden"
te Arnhem vereenigd, om de laatste eer t)
bewijzen aan het stoffeiyk overschot van den
heer J. W. Guerin. Tegenwoordig waren o. a.
de commissaris der Koningin, de burgemeester
en secretaris van Arnhem, leden van Gede
puteerde Staten, vele leden der Provinciale
Staten, de provinciale ambtenaren, bestuurs
leden der Dullertstichting, bestuursleden der
D.ie Gasthuizen, en vele vrienden van den
overledene. Toen de met bloemen bedekto
baar, waarop o.a. namens de ambtenaren van
het Provinciaal Gouvernement een reusachtige
palmtak was neergelegd, aan het graf was
genaderd, trad mr. baron Mollerus van West-
kerke naar voren om den doode een laatsten
groet te brengen. De groote schare, aldus
begon spr., die hier verzameld is, geeft zeker
wel het beste bewijs van de sympathie,
waarin de overledene zich mocht verheugen.
Diepa ontroering had zich dan ook van allen
meester gemaakt by het vernemen, hoe spoedig
en onverhoeds de levensdraad was afgesneden
van hem, dien we a'len zoozeer waar-
deeren.
Het is mij, Z9i spr. een behoefte des har
ten, hier afscheid te nemen, ook namens het
Provinciaal bestuur, van dezen doode. Ik zal
niet uitweiden in lof, dat zou niet in over
eenstemming zyn met den aard van Guerin,
die in stillen eenvoud zijn weg ging. Toch
wilde ik hulde brengen aan zyn verdienstelijke
en karakteristieke persoonlijkheid.
Namens het bestuur der drie Gasthuizen
sprak mr. Bijleveld een woord ter nagedachte
nis van Jan Willem Guerin, dia meer dan 20
jaren in dat testuur zitting had en er zich in
deed kennen door zyn goed en edel hart, zyn
groote gaven van verstand en zyn byzondere
toewijding.
Een der neven van den overledene dankte
voor de eer den doodo bewezen. ArnliCt.)
Naar door de „N. R. C." van bevoegde
zyde wordt medegedeeld, heeft de kapitein-
intendant A. A. Kleynkens zyn nieuwe bo-
stemming wegend ongesteldheid niet kunnen
volgen, en werd dientengevolge zyn over
plaatsing naar 's-Gravenhage ingetrokken.
Ten gevolge van de overstroomingen,
welke OosteDryk in dezen zomer hebben
geteisterd en waardoor de fabriek te Steyer
belast met de levering onzer nieuwe geweren
zeer heeft geledon, moeten aldaar reeds ge
keurde, doch beschadigde wapenen od ver-
wisselstukken, opnieuw gekeurd worden. Ook
heoft de fabriek aide ar gedurende e mige weken,
ten gevolge der overstroommg, den aanmaak
van geweren geheel moeten staken waardoor
dus uitstel voor de oplovering is verleend
moeten worden.
Naar wy vernemen, zyn tot leden van
den Raad van State benoemd Mr. Henny, te
Amsterdam, lid van Gedeputeerde Staten van
Noord Holland, en mr. Th. Borret, on Mid
van de Tweede Kamer en lid der P ovimi [3
Staten van Zuid-Holland, te 's Gravenhage.
Heden werd onder leiding van den heer
A. Ph. van der Ploeg eene buitengewone alge
meens vergadering van aandeelhouders in de
te 's Gravenhage gevestigde naamlooze ven-
„Ik geloof, dat wy hem hebben," sprak de
commandeerende officier tot zijn manschap
pen. „Die by de poort vanmiddag schynt
toch onze man geweest te zyn. Uw naam?"
vroeg hy my.
„Ik ben Duitscher. Wat wilt ge van my?"
„Marsch in huls en naar uw kamer!"
Ik gehoorzaamde. Donna Mercedes on haar
zuster verschenen boven aan de galerijtrap,
maar werden weldra weer onzichtbaar. In den
deurpost van Nr. 2 stond Ritter, een bran
dende kaar3 met gestrekten arm boven het
hoofd houdend, zoodat zyn gezicht in de
schaduw was.
„Wat is er? Wat heeft dit alarm te bedui
den?" vroeg hy met vaste stem.
„En wie zyt gy?" snauwde de officier
hem toa.
„Een gast in dit huis, een Duitsche schilder.
Hier zyn myn papieren."
Da rooibaard las mot vluchtigen blik den
hen overhandigden pas en gaf hem weer
terug.
„Ia orde, senor! Laat u niet storen. Wy
moeten iemand arresteeren en een huiszoeking
houden. Lang zal het niet duren."
„Maar die heer daar is een landgenoot van
my, een collega, dien ik hier leerde kennon,"
merkto Rilter op met een gezicht, waarop
verbazing en verontwaardiging duideiyk ston
den te lezen. Hy speelde z(jn rol uitstekend,
en ik wilde de vrywillig op my genomon rol
niet ontrouw worden.
Ik gevoelde my echter allesbehalve op
myn gemak by de geschiedenis en verwenschte
myn g03dheid toch inwendig.
„Of hy een landgenoot van u is of niet, in
elk geval is hy een misdadiger," antwoordde
de officier op Ritters protest.
„Dat kan ik niet gelooven t Hier moet een
misverstand plaats hebben!" En zich tot mij
wendend: „Wat kan ik voor u doen? Zal ik
naar Madrid telegrapheeren?"
„O, wat ik u bidden mag, telegrapheer onzer
gezant; hy moet een zijner beambten hier
heen zenden; de meeste heeren kennen my
persounlyk."
„Verlaat u op my; morgenavond zyt ge
weer vry en men moet u voldoening geven."
Met deze woorden snelde Ritter langs do
veranda naar den uitgang. De gendarmen
letten niet vorder op hem.
„Gy woont in Nr. 1. Treed binnen!" beval
de officier my.
Tmn ik de deur opende, sprong Nick ons
te gemoet; brommend en knarsetandend mon
sterde hy myn begeleiders. Ik sprak hem
toe en hy hield zich stil.
„Da hond van den vreemdeling van Nr. 2,"
merkte een der manschappen op.
„Zoo?" antwoordde de officier, terwijl hy
my een onderzoekenden blik toewierp. „Hoe
komt de hond hier? - Maar om 'teven. Aan
het werk! Zoekt!"
Binnc-n twee minuten hadden de geoefende
vingers Rittors goed grondig onderzocht, zonder
iets van belang gevonden te hebben.
„Het l9dikant!" beval de officier.
In spanning den afloop van het ondorzoak
verbeidend, stond ik daar. Nu kwam het! De
gendarmen hadden de beide rollen gevonden
en waren 6zig ze te openen. Uit de eerste