N». 11579. Dinsdag S3 November. A#. 1897 feze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Eerste Blad. Feuilleton. LEIDSCH DAG-BLAD. PRIJS DEZER C0UR1NT; Voor Leiden per 8 maanden. 1.10. Franco per post 1.40. Afzonderlijke Nommers 0.05. PRIJS DEK ADTERTEÏJTIEN Tan 1-6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17J. - Grootere letters naar plaatsruimte. - Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0 05 berekend. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Officieel© Kennisgoylugcu. Sneeawoprulmlng. Burgomeeator en Wefchouderu ran Leiden; Brengen ter algemeene lceDnis, dat krachtens Raads besluit van 14 October j). do ingezetenen in do ge- logenheid worden gesteld de aneeuwopraiming inge volge art. 24) iitt b der Verordening op de etraatpolitio voor hnDao rekening van gemeentewege te doen verlichten, dat de kostoD, behoudens goedkeuring door de R gtoriDg, van do hefÜDg bodragen s/4 cent per voor de te reinigen oppervlakte, voor iederen keer, (lat opruiming plaate heeft; Zjj noodigeu daarom de ingezetenen uit, die cnochten verlangOD de bovenbedoelde aneeuwoprui- rning van gemeentewege te doen geeohieden, daarvan opgave te doen ten kantore van don Directeur der flomeoQtewerken, waarvoor op eiken werkdag ge legenheid bestaat tussohen 9 uren des voormiddags •ui 4 uren des namiddags. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 8 Nov. 1897. E. KIST, Seoretaria. Leiden, 22 November. By gelegenheid, dat het gezelschap van de Rott.r 'amsche vereeniging „Tivoli-schouw burg" Zaterdag-avond alhier de tweede voor stelling: van „Gringoire" en „Krelis Louwen" faf, wae de schouwburg op alle rangen weer Xeheel bezet. Ook nu verwierven de op- tredenden, zoowel in het eene als in bet andere hoe verschillend het genre ook was, teer veel bijval en werdon ze, onder daverend •pplaus, by herhaling teruggeroepen. Het rezelschap heeft dan ook zier zeker by allen en hoogst gunstigen indruk achtergelaten. Gistermiddag te éón uur hield de Leidsche £ouavenbroeJerschap in de concertzaal van icn heer Ephraïm, aan de Haarlemmerstraat, een fe stvergadering ter herdenking van den toemrijken veldslag by Mentana, den 3den November 1867 geleverd. Na het zingen van het Bondslied, opende de voorzitter, de heer Staphorst, de verga dering, er op wyzende, hoe vóór 30 jaren de Zouaven hadden gestreden, enz. Dj vergadering werd verder doorgebracht •net voordrachten, muziek en zang. Een woord van lof komt o. a. toe aan den beer J. Yan Berkel voor zijn voordracht „Bij de wieg van het kind eens armen", waarmede hy veel succes inoogstte, evenals de heer Staphorst met zijn „Episode uit den Veldslag by Montana". H.t zangkoor „Leo" maakt ook goede vorderingen. „De Avondgroet aan Leo XIII", driestemmig koor, werd uitstekend gezongen. Een collecte voor hulpbehoevende oud- Zouaven bracht f 8.62 op. Met een woord van dank werd deze feeat- voigadering door den voorzitter gesloten. Het was wederom een gezellig avondje, dat men gisteren in „Hot.l Du Nord" door bracht. Het Rotterdamsch tconeelgezelschap, iat in de groote zaal van genoemd café zyn wekelyksche voorstellingen geeft, mocht het geno gen smaken andermaal voor een vrij talrijk publiek op te treden. Voor het voet licht werd getracht een tooneelspel in twee bodryven, getiteld „De Matroos of de held van Trafalgar," een bepaald aardig stukje, waarin de medewerkenden opnieuw hun best deden. Daarna werd opgevoerd „De Straatjongen van Parys", blyspel in twee bedryven; ook hierin mochten de optredenden voor hun spel de goedkeuring van het fcalryk publiek onder vinden. De houding van generaal Morin, in het tweede bedryf, waa goed, zoo ook de straatjongen, Joseph, in hetzelfde bedryf. Den 20sten December a. s. zal het 25 jaar geleden zyn, dat prof. dr. H. G. Yan de Sando Bakhuyzon z(jn botrokking als hoog leeraar en directeur der Sterrenwacht te Leiden aanvaardde. Zooals wy bereids vermeld hebben, promoveerde de vorige week alhier tot doctor in de rechtswetenschappen de heer P. J. M. Aalberse op een academisch proefschrift over „Or^riyke concurrentie en hare bestryding volgens het Nederlandsche recht." In zyn voorwoord betoogt de schryver, dat „de wet telyke bestryding der oneerlyke concurrentie een voornaam onderdeel genoemd (moet) wor den van een verstandige sociale wetgeving," en stelt hy zich tot taak deze vragen te be antwoorden „Waarom en hoe moet de oneeriyke con currentie bestreden worden, ook door de wet geving? „In hoeverre kan zy bestreden worden met behulp van het Nederlandsche recht?" „Hoe kunnen de leemten, in onze wetgeving ontdekt, worden aangevuld?" Het proefschrift omvat intusschen slechts „het eerste brokstuk" der behandeling van het onderwerp. Door den schr. wordt er in nage gaan: „wat onder oneerlyke concurrentie z. i. moet begrepen worden; waarin het verkeerde dier concurrentie bestaat; hoe zy door de wetgeving kan bestreden worden; welke acties iemand ten dienste staan, wanneer by door oneeriyke concurrentie wordt getroffen." Hiermede is de heer Aalberse gekomen tot in het Tweede Hoofddeel der vyf, waarin hy zyn werk heeft verdeeld. Evenals dit proef schrift, waarvan de zorgvuldige, van grondige studia getuigende bewerking de beste ver wachtingen voor bet ganscha werk opwekt, zal ook 't vervolg in den haüdel komen. De uitgave geschiedt door den heer J. W. v. Leeuwen, te Leiden, die aan de typogra- phische uitvoering van het reeds tamelyk om- vangryke „eerste stuk" met gelukkigen uit slag voel zorg deed besteden. De leden der Eerste Kamer zyn byeen- geroepen tegen Maandag 29 dezer, des avonds te halfnegen. Het Eerste Kamerlid de heer Sickesz, die zich metterwoon eerlang te 's-Gravenhage komt vestigen, heett een der nieuw gebouwde villa's aan den Ouden Schoveningschen weg, schuin tegenover het „Hotel de la Promenade", gehuurd. H.H. M.M. do Koninginnen zullen den 2den December in de residentie terugkeeren. Onze gezaut te Weenen, jhr. Van der Hoeven, die te 's Gravenhage met verlof aan wezig is, keerde naar zijn post terug. Generaal Vetter en zyn echtgenoote zQu uit Amsterdam te 's Gravenhage terugge keerd. Zy zyn voornemens den winter in de residentie te biy ven doorbrengen en houden hun verbiyf in het hotel „Den Ouden Doelen." Gelyk reeds onlangs kortelijk werd .ge meld, is eene buitengewone prysyraag uitge schreven door de afdeeling 'S'Gravenhage van de Maatscbappy tot bevordering der Boaw- kunst, daartoe aangezocht en in staat gesteld door de commissie tot stichting van een ge- denkteeken ter eere van H. M. de Koningin- Regentes en ter herinnering aan Harer Ma- jesteits Regentschap van 1890-1898. Het programma voor het ontwerp van een gedenkteeken op het Regentesseplein te 's-Gravenhage is thans bekend gemaakt. Het gedenkteeken moet worden ontworpen in natuuriyken steen of yzer of in eene com binatie van beide materialenhet geheel moet duideiyk de bestemming uitdrukken en passend zyn by de omgeving. Voor de ter bekroning waardig gekeurde ontwerpen worden uitgeloofd twee prijzen, als 1ste prys het getuigschrift der afdeeling, benevens eene som van f 175, en 2de prys genoemd getuigschrift en f 75. De met den lsten prys bekroonde wordt, wanneer tot do oprichting is besloten, met de leiding van de uitvoering belast. De mededinging aan deze prysvraag wordt opengesteld voor alle Nederlandsche kunste naars. De ontwerpen moeten vóór of op 15 Febr. 1898 vrachtvry worden ingezonden aan den heer D. E. C. Knuttel. De jury van beoordeeling zal bestaan nit de volgende 5 leden: a. de heeren J. F. R. v. d. Wall, civiel- ingenieur, lid der commissie voor het gedenk teeken; b. A. W. M. Odé, beeldhouwer te 's-Gravenhage;- o. A. Le Comte, kunstschilder te Delft; d. Henri Evers, architect, hoofdleeraar aan de academie voor beeldende kunsten te Rotterdam; e. D. E. C. Knuttel, Ryksbouw meester, te 's-Gravenhage, voorzitter van de aldaar gevestigde Afdeeling der Maatschappy tot bevordering der Bouwkunst. De bekroonde ontwerpen worden het eigen dom van de commissie voor het gedenkteeken. De ontwerpen zullen na uitspraak der jury openiyk te 's-Gravenhage worden tentoonge steld in een nader bekend te maken lokaal, alwaar ook het jury-rapport ter inzage zalliggen. Op den te Amsterdam gehouden natio nalen zangwedstryd, uitgeschreven door de mannenzangvereeniging „Orphéon", ter her denking van haar 50 jarig bestaan, is door de liedertafel „Arion", uit Leiden, directeur de heer H. Völlmar, aantal zangers 59, de lste prys behaald, welke haar door de jury met algemeene stemmen werd toegekend. In dezelfde afdeeling werden nog behaald: 2de prys: „DiamantbewerkersMannenkoor" te Amsterdam, directeur Sal. L. Wertheim, aantal zangers 80; met 3 tegen 2 stemmeD. 3de prys: „Typograpbisch Mannenkoor" te Arasterdam, directeur W. Eggelte, aantal zangers 45; met 3 tegen 2 stommen. 4de prys„Helders Mannenkoor" te Helder, directeur A. J. Leeuwina, aantal zangers 19; met 3 tegen 2 stemmen. Bovendien werd nog op verzoek van de jury een eervolle vermelding toegekend aan „Scheveningsch Mannenkoor" taScheveningen, directeur H. P. Teeuwisse; aantal zangers 27. In aansluiting met het hoofdcomité in Nederland tot oprichting van een nationaal huldeblyk voor de Koningin-Regentes, heeft zich te Beriyn een commissie gevormd, om ook van de in Duitscbland wonende Hollan ders bydragen in ontvangst te nemen. Deze commissie is als volgt samengesteld: voor zitter: Albert George, consul generaal der Nederlanden te Beriyn; secretaris: M. Alex. Wolff; penningmeester: baron Van Heeckeren tot Waliën; leden: J. G. Albers, J. Bakkes, prof. H. Du Bois, M, Catz, Reinier Geniets, dr. J. H. Gold6chmidt, prof. H. I. Yan 't Hoff, H. E. Kampman, J. Van Taak Trakanen. Naar do „Limb. Koerier" uit goede bron verneemt, is aan alle Nederlandsche beambten en geëmployeerden van den „Grand Central Beige" do vraag gesteld, of zy, als de ver schillende lynen van dien spoorweg door den Belgischen Staat worden overgenomen, Bel gisch onderdaan zullen worden en in België zullen gaan wonen. Daar de Nederlandsche regeering zich in 't geheel niet heeft bemoeid met het lot dezer beambten en ook de Maatschappy tot Exploi tatie van Staatsspoorwegen haar plannen te hunnen opzichte niet heeft doen kennen, zoo staan, voegt het blad er by, deze mannen wellicht voor de keuze: van nationaliteit ver anderen of aan den dyk gezet worden- Duitsch- laud heeft anders gehandeld. De Duitsche regee- ring neemt alle Duitsche beambten by haar spoorwegdienst over. By de behandeling dezer regeling in de Tweede Kamer zulljn de Liraburgsche afge vaardigden do aandacht van den Minister wel op dit punt vestigen. Aan jhr. mr. W. M. De Brauw, afge treden Commissaris der Koningin in Zeeland, is door een aantal ingezetenen van Middelburg als biyk van hunne genegenheid een geschenk aangeboden, bestaande uit dertien fraaie photo- graphieën van stadsgezichten dier gemeente, waaraan is toegevoegd een sieriyk albumblad met opdracht; een en ander vervat in een fraaie portefeuille. De luitenant ter zee der 2de klasse by de Koniiiklyke Nederlandsche Marine reserve, J. Yersteegb, dienende aan boord van Hr. Ms. monitor „Cerberus," wordt met 1 December a. s. van zyn plaatsing ontheven en ver vangen door den luitenant ter zee der 2de klasse J. C. Yan Iterson. De heeren Breebaart en Laan, leden der Eerste Kamer, brachten gisteren een bezoek aan de zeeweringen te Xallantsoog. „Het Centrum" verneemt, dat dr. Schaep- man sedert enkele dagen ongesteld en bed legerig is. Naar wy vernemen, zal er in 1898 een con gres worden gehouden van alle Nederlandsche vereenigingen tegen drankmisbruik. N,R. G.) Naar de „Tel." verneemt, is prof. mr. G. A. Yan Hamel, te Amsterdam, sederl eenigo dagen ernstig ongesteld. De algemeen geachte hoogleeraar in het strafrecht is ïydtnJe ..an een ingewandsziekte, die een operatie nood- zakelijk maakt. Zooals bekend, bevinden zich de kroon juwelen, in den oorlog op Lomlok buit gemaakt, in bewaring ty de Nederlandsche Bank. Zy werden door H.H. MM. by het be zoek, dit jaar aan Amsterdam gebracht, be zichtigd. De onlangs afgetreden ministor van koloniën was voornemens deze kostbaarheden ten bate der schatkist te laten verkoopen, doch zyn opvolger, de minister Ciemer, is blykbaar van andere meening; althans het „Hol." vor- neemt, dat deze kostbaarheden eerlang onder goede bewaking publiek zullen woruen ten toongesteld in het Ryksmuseum te Amsterdam. Voor de bezichtiging zal een klein entree worden geheven, dat ten goede zal komen aan het Nationaal Fondsopgericht ten behoeve van in den Indischen kryg verminkte mili tairen en hun weduwen en weezen, waarvan mr. E. P. Van den Berg, directeur der Neder landsche Bank, voorzitter is. Daarna zullen deze kostbaarheden terugge zonden worden naar Batavia en aldaar in bruikleen afgestaan worden aan de verzame lingen van het „Bataviaasch Genootschap voor Kunsten en Wetenschappen." Het stoomschip „General," van Oost Afrika naar Ylissingen en Hamburg, arriveerde 19 Nov. te Aden; de „Maasdam" arriveerde 21 Nov. van Plymouth te Rotterdam, gesleept door de sleepbooten „Oceaan" en „Noordzee"; de „Veendam", van Rotterdam naar Nieuw- York, passeerde 19 Nov. Lizard; de „Koningin Wilhelmina", van Amsterdam naar Batavia, passeerde 20 Nov. Gibraltar; de „Java", van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 21 Nov. te Padang, de „Prinses Sophie", van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 21 Nov. te Suez; de „Voorwaarts", van Batavia naar Amster dam, vertrok 21 Nov. van Djdddah. Rynsburg: De Chr. zangveroeniging „Excelsior" alhier zal Woensdagavond 24 Nov. een uitvo-ring geven in de Ned.-Herv. kerk. De opbrengst dezer uitvoering komt ten goede aan de Chr. school der Ned.-Herv. Gem. alhier. Wassenaar: Gisteravond werden wo uit onze Blille Zondagsrust opgeschrikt door het dooascb geklep der brandklok. Huizen en herbergen waren in een ommezien ledig en spoedig ging het van mond tot mond dat de brand aan „Den Deyl" was. De spuiten werden in alle haast in gereedheid gebracht en waren spoedig opgesteld tegenover het brandend perceel. In de verte was weinig van den brand te bespeuren. Het bleek, dat het hooi op den zolder boven den stal van Grundeke van onderen smeulend voortbr«indde. Het vee werd gelukkig geborgen door het weer in het land te sturen en de inboedel kon uit gedragen worden. Het hooi werd ook naar buiten geworpen en eerst omstreeks 10 uren kwamen er eigenlyk een paar vlammen. De schade door den brand veroorzaakt be perkt zich voornameiyk tot de zolders en het Moeder en Dochter. 31) H\j heeft geen vreugde over onze zelfkwel ling. Hy is een God d6r liefde. Kom, Robert wacht op ons. Kunt ge het niet te boven komen, u zelve van zulk een woord vry te spreken, danbemint ge Robert niet." „Ik bemin hem, moeder l" riep Emma, om helsde haar opnieuw en drukte het gezicht op haar schouder. Mevrouw Van Maren vouwde de handen boven Emma's hoofd en stond een poos in stil gebed. „Kom!" sprak zjj toen, „ik breng je i>y hem." Zy nam haar arm en trok haar met zich mede. Emma droogde haar tranen niet. Maar toen zy de tent naderden en Robert vóór haar stond, met em vraag aan het levenslot in do oogen en op de lippen, toen hielden die beekjes op met vloeien en het heilige vuur der vreugde ontvlamde op de straks nog zoo bleeke wan gen. „Wy mogen gelukkig zyn!" riep zy uit, en legde de hand harer moeder in de zyne. „Aan haar.... aan haar hebben wy het te danken." Slechts weinige minuten hadden z(j tyd, woorden der innigste verstandhouding en kussen te wisselen. De landelyke brieven besteller opende de pooit der schutting en stapte, een brief uit zijn tasch zoekend, op de 'ent to9. Mevrouw Yan Maren zat by den ingang. Hy reikte haar den brief en verwy- derde zich groetend. Robert en Emma sloegen er ternauwernood acht op. Zy zouden echter spoedig uit hun teedere omhelzingen worden opgeschrikt. Mevrouw Van Maron had het opschrift van den brief bekeken en verwonderd het hcofd geschud. „Aan den schilder Max Werner...." en Emma's schrift. En daaronder stond zy ook als afzendster genoemd. Een biyde ge dachte doortrilde haar met de snelheid van den bliksem: Emma had op harteiyke wyzo getracht de partyen tot elkaar te brenger, eer nog Rob.rt Harder haar z\1n liefde bekende. Maar waarom kwam de brief terug Hy croeg verscheidene poststempelshy moest uit Zwitserland zyn teruggekomen. Zy wendde hem om enzonk met een gil lenden kreet in haar leuningsto 1 achterover. Haar hoofd viel op de borst; zy was be wusteloos. Harder sprong op, haar ter hulpe. Emma volgde hem snel. Zy zag een gestolen brief op den grond liggen, nam hem op en herkende hjm op hot eerste gezicht. „Myn brief.... aan Werner riep zy„o, moeder ik wilde immerslieve moeder „Zij komt by," zeide Harder, „zy opent de oogen. Wat is dat met dien brief?" Emma had hem in de hand omgedraaid. Nu staarde zy met een blik van ontzetting op het geschrevene aan de achterzyde. Daar stond van de hand des postboden uit Thun de kantteekening: „Geadresseerde gisteren op bet meer verongelukt." Doodsbleek wankelde zy achteruit, tot de stang van het tentdak haar steun bood. „O, nu oen ik voor alle eeuwigheid gebonden stamelden nauwelyks hoor baar de kleurlooze lippen. IX. „Op het meer verongelukt" dat was een Wreede jobstyding. En juist alsof Emma voor het breken harer gelofte gestraft moest worden, bracht haar verzoeningabrief dat droeve bericht Zoo althans vatte zy zelve deze treurige gebeur tenis op, en noch de teederste woorden van Harder, noch de liefdevolste opbeuring harer moeder konden de vreoseiyke gedachte ver bannen, dat zy middeliyk de schuld was van Werner's dood, dat de overledene zelf haar aan heur woord herinnerde, dat zy hot om hem houden moest. Zy verklaarde de ver loving afgebroken. „Ik ben gebonden.... de dood bindt." Mevrouw Yan Maren had zich nooit willen bekennen, dat in heur hart het laatste vonkje van hoop niet uitgedoofd was. Nu hot wer kelijk uitdoofde, merkte zy eerst, hoe donker het in haar was. Maar zy voelde het als een verlichting, dat Emma zich met Werner ver zoend bad. „God Zelf heeft het je ingegeven," sprak zy geruststellend, „dien brief te schryven, al vond hy hem ook niet nie r onder de levenden. Van uw kant is all98 geschied, om het on recht goed te maken, dat ge hem hebt aan gedaan meer kondet ge niet doen. Hadt ge geaarzeld hem de hand te bieden en zyn dood vernomen, dan misschien hadt ge het u bitter moeten verwyten. Thans kan het voor u een zoete troost zyn, dat ge hem en mij gelukkig wenschtet te makeD, eer ge nog van je eigen geluk verzekerd waart." Emma schudde het hoofd. „Dat mag alles zoo wezen, moeder," antwoordde zy, „maar voor my kan dat niets beteekenen. Ik gevoel in my de onmogelykheid, na dezen zwaren slag myn lot van het uwe te scheiden. En ook om zijnentwil kan het niet anders zyn. Het is voor my een zekerheid, die door niets geschokt kan worden, dat mijn liefde niet in staat zou wezen hem gelukkig te makeD." Robert schikte er zich niet in. „Ik weet, dat ge my liefhebt," zeide hy, „en geef je uw woord niet terug. Hoezeer ook op dit oogenblik deze onverwachte gebeurtenis u treft, de tyd zal dien indruk verzachten. Ik dring thans niet by u aan, maar vergeten moogt ge niet, dat de liefde sterker bindt dan de dood. De liefde overwint den dood." Mevrouw Van Maren had terstond eenige regelen aan haar neef, den raadsheer, geschre ven. Hy kwam nog denzelfden avond en werd nu in alle omstandigheden ingewyd. Vóór alles, meende hy, werd vereischt vast te stel len, wat het beteekende: „Op het meer ver ongelukt." De jurist vond dit bericht te onbe paald, den berichtgever te onvertrouwbaar. „M9n moet terstond by de overheid een nauw keuriger bericht aanvragen." „Maar hoe kan men twyfelenbracht Ehse in het midden. „De post zou den briff niet met dit opschrift teruggezonden hebben, als het niet een algemeen bekende gebeurtenis betrof, die de bestelling aan het adres volkomen buitensloot. Neen, neen, men kan aan dozo tyding slechts de ergste uitlegging geven." Het zy verre van my," antwoordde de raadsheer, „verwachtingen te willen opwek ken, waaraan ik onder deze omstandigheden zelf niet gelooven kan. Naar alle waarschyn- lykheid is Werner verdronken, maar men verlangt in zulke gevallen zekerheid. Wilt go my met het aanvragen van nadere inlichtin gen belasten, beste nicht, zoo st.el ik myr diensten ter beschikking." „Ik heb een grooter verzoek aan u," zeid- mevrouw Yan Maren na eenig nadenken „Reeds vóór uw aankomst had ik my voor genomen, dadeiyk zelve naar Zwitserland te reizen en, zoo ik te laat kwam voor de be grafenis, althans het graf van den lieven afgestorvene do laatste eer te bewijzen me* een krans uit het vaderland. Ook in zyn kleine huishouding zal veel te regelen zyn, dat het best door een vrouwenhand geregeld wordt. Wie ook zyn erfgenaam zyn moge, een deel zyner nalatenschap zou ik gaarne voor my willen verwerven, voornameiyk een zekere schildery, waaraan zich gemeonschap- peiyke herinneringen vastknoopen. Ook het huis, waarin hy woonde, zou ik gaarne aap my brengen en in het vervolg voor myn zomerverbiyf kiezen; van de gemeente hoop ik de toestemming te verklagen den kunste naar een gedenkteeken op te richten. By al deze onderhandelingen komt uw bystand my zeer wenscheiyk voor. Zou het u niet te veel last veroorzaken my te vergezellen, lieve neeffr Maar reeds morgen in de vroegte ga ik op reis.' Wordt vervol.adï

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 1