N». 11579.
Dinsdag S3 November.
A#. 1897
feze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Eerste Blad.
Feuilleton.
LEIDSCH
DAG-BLAD.
PRIJS DEZER C0UR1NT;
Voor Leiden per 8 maanden. 1.10.
Franco per post 1.40.
Afzonderlijke Nommers 0.05.
PRIJS DEK ADTERTEÏJTIEN
Tan 1-6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17J. - Grootere
letters naar plaatsruimte. - Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0 05 berekend.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Officieel© Kennisgoylugcu.
Sneeawoprulmlng.
Burgomeeator en Wefchouderu ran Leiden;
Brengen ter algemeene lceDnis, dat krachtens Raads
besluit van 14 October j). do ingezetenen in do ge-
logenheid worden gesteld de aneeuwopraiming inge
volge art. 24) iitt b der Verordening op de etraatpolitio
voor hnDao rekening van gemeentewege te doen
verlichten, dat de kostoD, behoudens goedkeuring
door de R gtoriDg, van do hefÜDg bodragen s/4 cent
per voor de te reinigen oppervlakte, voor iederen
keer, (lat opruiming plaate heeft;
Zjj noodigeu daarom de ingezetenen uit, die
cnochten verlangOD de bovenbedoelde aneeuwoprui-
rning van gemeentewege te doen geeohieden, daarvan
opgave te doen ten kantore van don Directeur der
flomeoQtewerken, waarvoor op eiken werkdag ge
legenheid bestaat tussohen 9 uren des voormiddags
•ui 4 uren des namiddags.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
8 Nov. 1897. E. KIST, Seoretaria.
Leiden, 22 November.
By gelegenheid, dat het gezelschap van de
Rott.r 'amsche vereeniging „Tivoli-schouw
burg" Zaterdag-avond alhier de tweede voor
stelling: van „Gringoire" en „Krelis Louwen"
faf, wae de schouwburg op alle rangen weer
Xeheel bezet. Ook nu verwierven de op-
tredenden, zoowel in het eene als in bet andere
hoe verschillend het genre ook was,
teer veel bijval en werdon ze, onder daverend
•pplaus, by herhaling teruggeroepen. Het
rezelschap heeft dan ook zier zeker by allen
en hoogst gunstigen indruk achtergelaten.
Gistermiddag te éón uur hield de Leidsche
£ouavenbroeJerschap in de concertzaal van
icn heer Ephraïm, aan de Haarlemmerstraat,
een fe stvergadering ter herdenking van den
toemrijken veldslag by Mentana, den 3den
November 1867 geleverd.
Na het zingen van het Bondslied, opende
de voorzitter, de heer Staphorst, de verga
dering, er op wyzende, hoe vóór 30 jaren de
Zouaven hadden gestreden, enz.
Dj vergadering werd verder doorgebracht
•net voordrachten, muziek en zang.
Een woord van lof komt o. a. toe aan den
beer J. Yan Berkel voor zijn voordracht
„Bij de wieg van het kind eens armen",
waarmede hy veel succes inoogstte, evenals
de heer Staphorst met zijn „Episode uit den
Veldslag by Montana".
H.t zangkoor „Leo" maakt ook goede
vorderingen. „De Avondgroet aan Leo XIII",
driestemmig koor, werd uitstekend gezongen.
Een collecte voor hulpbehoevende oud-
Zouaven bracht f 8.62 op.
Met een woord van dank werd deze feeat-
voigadering door den voorzitter gesloten.
Het was wederom een gezellig avondje,
dat men gisteren in „Hot.l Du Nord" door
bracht. Het Rotterdamsch tconeelgezelschap,
iat in de groote zaal van genoemd café zyn
wekelyksche voorstellingen geeft, mocht het
geno gen smaken andermaal voor een vrij
talrijk publiek op te treden. Voor het voet
licht werd getracht een tooneelspel in twee
bodryven, getiteld „De Matroos of de held
van Trafalgar," een bepaald aardig stukje,
waarin de medewerkenden opnieuw hun best
deden.
Daarna werd opgevoerd „De Straatjongen
van Parys", blyspel in twee bedryven; ook
hierin mochten de optredenden voor hun spel
de goedkeuring van het fcalryk publiek onder
vinden. De houding van generaal Morin, in
het tweede bedryf, waa goed, zoo ook de
straatjongen, Joseph, in hetzelfde bedryf.
Den 20sten December a. s. zal het 25
jaar geleden zyn, dat prof. dr. H. G. Yan de
Sando Bakhuyzon z(jn botrokking als hoog
leeraar en directeur der Sterrenwacht te Leiden
aanvaardde.
Zooals wy bereids vermeld hebben,
promoveerde de vorige week alhier tot doctor
in de rechtswetenschappen de heer P. J. M.
Aalberse op een academisch proefschrift over
„Or^riyke concurrentie en hare bestryding
volgens het Nederlandsche recht." In zyn
voorwoord betoogt de schryver, dat „de wet
telyke bestryding der oneerlyke concurrentie
een voornaam onderdeel genoemd (moet) wor
den van een verstandige sociale wetgeving,"
en stelt hy zich tot taak deze vragen te be
antwoorden
„Waarom en hoe moet de oneeriyke con
currentie bestreden worden, ook door de wet
geving?
„In hoeverre kan zy bestreden worden met
behulp van het Nederlandsche recht?"
„Hoe kunnen de leemten, in onze wetgeving
ontdekt, worden aangevuld?"
Het proefschrift omvat intusschen slechts
„het eerste brokstuk" der behandeling van het
onderwerp. Door den schr. wordt er in nage
gaan: „wat onder oneerlyke concurrentie z. i.
moet begrepen worden; waarin het verkeerde
dier concurrentie bestaat; hoe zy door de
wetgeving kan bestreden worden; welke
acties iemand ten dienste staan, wanneer by
door oneeriyke concurrentie wordt getroffen."
Hiermede is de heer Aalberse gekomen tot
in het Tweede Hoofddeel der vyf, waarin hy
zyn werk heeft verdeeld. Evenals dit proef
schrift, waarvan de zorgvuldige, van grondige
studia getuigende bewerking de beste ver
wachtingen voor bet ganscha werk opwekt,
zal ook 't vervolg in den haüdel komen.
De uitgave geschiedt door den heer J. W.
v. Leeuwen, te Leiden, die aan de typogra-
phische uitvoering van het reeds tamelyk om-
vangryke „eerste stuk" met gelukkigen uit
slag voel zorg deed besteden.
De leden der Eerste Kamer zyn byeen-
geroepen tegen Maandag 29 dezer, des avonds
te halfnegen.
Het Eerste Kamerlid de heer Sickesz,
die zich metterwoon eerlang te 's-Gravenhage
komt vestigen, heett een der nieuw gebouwde
villa's aan den Ouden Schoveningschen weg,
schuin tegenover het „Hotel de la Promenade",
gehuurd.
H.H. M.M. do Koninginnen zullen den
2den December in de residentie terugkeeren.
Onze gezaut te Weenen, jhr. Van der
Hoeven, die te 's Gravenhage met verlof aan
wezig is, keerde naar zijn post terug.
Generaal Vetter en zyn echtgenoote zQu
uit Amsterdam te 's Gravenhage terugge
keerd. Zy zyn voornemens den winter in
de residentie te biy ven doorbrengen en houden
hun verbiyf in het hotel „Den Ouden Doelen."
Gelyk reeds onlangs kortelijk werd .ge
meld, is eene buitengewone prysyraag uitge
schreven door de afdeeling 'S'Gravenhage van
de Maatscbappy tot bevordering der Boaw-
kunst, daartoe aangezocht en in staat gesteld
door de commissie tot stichting van een ge-
denkteeken ter eere van H. M. de Koningin-
Regentes en ter herinnering aan Harer Ma-
jesteits Regentschap van 1890-1898.
Het programma voor het ontwerp van een
gedenkteeken op het Regentesseplein te
's-Gravenhage is thans bekend gemaakt.
Het gedenkteeken moet worden ontworpen
in natuuriyken steen of yzer of in eene com
binatie van beide materialenhet geheel moet
duideiyk de bestemming uitdrukken en passend
zyn by de omgeving.
Voor de ter bekroning waardig gekeurde
ontwerpen worden uitgeloofd twee prijzen,
als 1ste prys het getuigschrift der afdeeling,
benevens eene som van f 175, en 2de prys
genoemd getuigschrift en f 75.
De met den lsten prys bekroonde wordt,
wanneer tot do oprichting is besloten, met
de leiding van de uitvoering belast.
De mededinging aan deze prysvraag wordt
opengesteld voor alle Nederlandsche kunste
naars.
De ontwerpen moeten vóór of op 15 Febr.
1898 vrachtvry worden ingezonden aan den
heer D. E. C. Knuttel.
De jury van beoordeeling zal bestaan nit
de volgende 5 leden:
a. de heeren J. F. R. v. d. Wall, civiel-
ingenieur, lid der commissie voor het gedenk
teeken; b. A. W. M. Odé, beeldhouwer te
's-Gravenhage;-
o. A. Le Comte, kunstschilder te Delft;
d. Henri Evers, architect, hoofdleeraar aan
de academie voor beeldende kunsten te
Rotterdam; e. D. E. C. Knuttel, Ryksbouw
meester, te 's-Gravenhage, voorzitter van de
aldaar gevestigde Afdeeling der Maatschappy
tot bevordering der Bouwkunst.
De bekroonde ontwerpen worden het eigen
dom van de commissie voor het gedenkteeken.
De ontwerpen zullen na uitspraak der jury
openiyk te 's-Gravenhage worden tentoonge
steld in een nader bekend te maken lokaal,
alwaar ook het jury-rapport ter inzage zalliggen.
Op den te Amsterdam gehouden natio
nalen zangwedstryd, uitgeschreven door de
mannenzangvereeniging „Orphéon", ter her
denking van haar 50 jarig bestaan, is door
de liedertafel „Arion", uit Leiden, directeur
de heer H. Völlmar, aantal zangers 59, de
lste prys behaald, welke haar door de jury
met algemeene stemmen werd toegekend.
In dezelfde afdeeling werden nog behaald:
2de prys: „DiamantbewerkersMannenkoor"
te Amsterdam, directeur Sal. L. Wertheim,
aantal zangers 80; met 3 tegen 2 stemmeD.
3de prys: „Typograpbisch Mannenkoor" te
Arasterdam, directeur W. Eggelte, aantal
zangers 45; met 3 tegen 2 stommen.
4de prys„Helders Mannenkoor" te Helder,
directeur A. J. Leeuwina, aantal zangers 19;
met 3 tegen 2 stemmen.
Bovendien werd nog op verzoek van de
jury een eervolle vermelding toegekend aan
„Scheveningsch Mannenkoor" taScheveningen,
directeur H. P. Teeuwisse; aantal zangers 27.
In aansluiting met het hoofdcomité in
Nederland tot oprichting van een nationaal
huldeblyk voor de Koningin-Regentes, heeft
zich te Beriyn een commissie gevormd, om
ook van de in Duitscbland wonende Hollan
ders bydragen in ontvangst te nemen. Deze
commissie is als volgt samengesteld: voor
zitter: Albert George, consul generaal der
Nederlanden te Beriyn; secretaris: M. Alex.
Wolff; penningmeester: baron Van Heeckeren
tot Waliën; leden: J. G. Albers, J. Bakkes,
prof. H. Du Bois, M, Catz, Reinier Geniets,
dr. J. H. Gold6chmidt, prof. H. I. Yan 't Hoff,
H. E. Kampman, J. Van Taak Trakanen.
Naar do „Limb. Koerier" uit goede bron
verneemt, is aan alle Nederlandsche beambten
en geëmployeerden van den „Grand Central
Beige" do vraag gesteld, of zy, als de ver
schillende lynen van dien spoorweg door den
Belgischen Staat worden overgenomen, Bel
gisch onderdaan zullen worden en in België
zullen gaan wonen.
Daar de Nederlandsche regeering zich in
't geheel niet heeft bemoeid met het lot dezer
beambten en ook de Maatschappy tot Exploi
tatie van Staatsspoorwegen haar plannen te
hunnen opzichte niet heeft doen kennen, zoo
staan, voegt het blad er by, deze mannen
wellicht voor de keuze: van nationaliteit ver
anderen of aan den dyk gezet worden- Duitsch-
laud heeft anders gehandeld. De Duitsche regee-
ring neemt alle Duitsche beambten by haar
spoorwegdienst over.
By de behandeling dezer regeling in de
Tweede Kamer zulljn de Liraburgsche afge
vaardigden do aandacht van den Minister wel
op dit punt vestigen.
Aan jhr. mr. W. M. De Brauw, afge
treden Commissaris der Koningin in Zeeland,
is door een aantal ingezetenen van Middelburg
als biyk van hunne genegenheid een geschenk
aangeboden, bestaande uit dertien fraaie photo-
graphieën van stadsgezichten dier gemeente,
waaraan is toegevoegd een sieriyk albumblad
met opdracht; een en ander vervat in een
fraaie portefeuille.
De luitenant ter zee der 2de klasse by
de Koniiiklyke Nederlandsche Marine reserve,
J. Yersteegb, dienende aan boord van Hr. Ms.
monitor „Cerberus," wordt met 1 December
a. s. van zyn plaatsing ontheven en ver
vangen door den luitenant ter zee der 2de
klasse J. C. Yan Iterson.
De heeren Breebaart en Laan, leden der
Eerste Kamer, brachten gisteren een bezoek
aan de zeeweringen te Xallantsoog.
„Het Centrum" verneemt, dat dr. Schaep-
man sedert enkele dagen ongesteld en bed
legerig is.
Naar wy vernemen, zal er in 1898 een con
gres worden gehouden van alle Nederlandsche
vereenigingen tegen drankmisbruik. N,R. G.)
Naar de „Tel." verneemt, is prof. mr.
G. A. Yan Hamel, te Amsterdam, sederl eenigo
dagen ernstig ongesteld. De algemeen geachte
hoogleeraar in het strafrecht is ïydtnJe ..an
een ingewandsziekte, die een operatie nood-
zakelijk maakt.
Zooals bekend, bevinden zich de kroon
juwelen, in den oorlog op Lomlok buit
gemaakt, in bewaring ty de Nederlandsche
Bank. Zy werden door H.H. MM. by het be
zoek, dit jaar aan Amsterdam gebracht, be
zichtigd.
De onlangs afgetreden ministor van koloniën
was voornemens deze kostbaarheden ten bate
der schatkist te laten verkoopen, doch zyn
opvolger, de minister Ciemer, is blykbaar
van andere meening; althans het „Hol." vor-
neemt, dat deze kostbaarheden eerlang onder
goede bewaking publiek zullen woruen ten
toongesteld in het Ryksmuseum te Amsterdam.
Voor de bezichtiging zal een klein entree
worden geheven, dat ten goede zal komen
aan het Nationaal Fondsopgericht ten behoeve
van in den Indischen kryg verminkte mili
tairen en hun weduwen en weezen, waarvan
mr. E. P. Van den Berg, directeur der Neder
landsche Bank, voorzitter is.
Daarna zullen deze kostbaarheden terugge
zonden worden naar Batavia en aldaar in
bruikleen afgestaan worden aan de verzame
lingen van het „Bataviaasch Genootschap voor
Kunsten en Wetenschappen."
Het stoomschip „General," van Oost Afrika
naar Ylissingen en Hamburg, arriveerde 19
Nov. te Aden; de „Maasdam" arriveerde 21
Nov. van Plymouth te Rotterdam, gesleept
door de sleepbooten „Oceaan" en „Noordzee";
de „Veendam", van Rotterdam naar Nieuw-
York, passeerde 19 Nov. Lizard; de „Koningin
Wilhelmina", van Amsterdam naar Batavia,
passeerde 20 Nov. Gibraltar; de „Java", van
Amsterdam naar Batavia, arriveerde 21 Nov.
te Padang, de „Prinses Sophie", van Batavia
naar Amsterdam, arriveerde 21 Nov. te Suez;
de „Voorwaarts", van Batavia naar Amster
dam, vertrok 21 Nov. van Djdddah.
Rynsburg: De Chr. zangveroeniging
„Excelsior" alhier zal Woensdagavond 24 Nov.
een uitvo-ring geven in de Ned.-Herv. kerk.
De opbrengst dezer uitvoering komt ten goede
aan de Chr. school der Ned.-Herv. Gem. alhier.
Wassenaar: Gisteravond werden wo
uit onze Blille Zondagsrust opgeschrikt door
het dooascb geklep der brandklok. Huizen
en herbergen waren in een ommezien ledig
en spoedig ging het van mond tot mond dat
de brand aan „Den Deyl" was. De spuiten
werden in alle haast in gereedheid gebracht
en waren spoedig opgesteld tegenover het
brandend perceel. In de verte was weinig van
den brand te bespeuren. Het bleek, dat het
hooi op den zolder boven den stal van Grundeke
van onderen smeulend voortbr«indde. Het vee
werd gelukkig geborgen door het weer in
het land te sturen en de inboedel kon uit
gedragen worden. Het hooi werd ook naar
buiten geworpen en eerst omstreeks 10 uren
kwamen er eigenlyk een paar vlammen.
De schade door den brand veroorzaakt be
perkt zich voornameiyk tot de zolders en het
Moeder en Dochter.
31)
H\j heeft geen vreugde over onze zelfkwel
ling. Hy is een God d6r liefde. Kom, Robert
wacht op ons. Kunt ge het niet te boven
komen, u zelve van zulk een woord vry te
spreken, danbemint ge Robert niet."
„Ik bemin hem, moeder l" riep Emma, om
helsde haar opnieuw en drukte het gezicht
op haar schouder.
Mevrouw Van Maren vouwde de handen
boven Emma's hoofd en stond een poos in
stil gebed. „Kom!" sprak zjj toen, „ik breng
je i>y hem." Zy nam haar arm en trok haar
met zich mede.
Emma droogde haar tranen niet. Maar toen
zy de tent naderden en Robert vóór haar
stond, met em vraag aan het levenslot in do
oogen en op de lippen, toen hielden die beekjes
op met vloeien en het heilige vuur der vreugde
ontvlamde op de straks nog zoo bleeke wan
gen. „Wy mogen gelukkig zyn!" riep zy uit,
en legde de hand harer moeder in de zyne.
„Aan haar.... aan haar hebben wy het te
danken."
Slechts weinige minuten hadden z(j tyd,
woorden der innigste verstandhouding en
kussen te wisselen. De landelyke brieven
besteller opende de pooit der schutting en
stapte, een brief uit zijn tasch zoekend, op de
'ent to9. Mevrouw Yan Maren zat by den
ingang. Hy reikte haar den brief en verwy-
derde zich groetend. Robert en Emma sloegen
er ternauwernood acht op.
Zy zouden echter spoedig uit hun teedere
omhelzingen worden opgeschrikt.
Mevrouw Van Maron had het opschrift van
den brief bekeken en verwonderd het hcofd
geschud. „Aan den schilder Max Werner...."
en Emma's schrift. En daaronder stond zy
ook als afzendster genoemd. Een biyde ge
dachte doortrilde haar met de snelheid van
den bliksem: Emma had op harteiyke wyzo
getracht de partyen tot elkaar te brenger,
eer nog Rob.rt Harder haar z\1n liefde
bekende. Maar waarom kwam de brief terug
Hy croeg verscheidene poststempelshy
moest uit Zwitserland zyn teruggekomen. Zy
wendde hem om enzonk met een gil
lenden kreet in haar leuningsto 1 achterover.
Haar hoofd viel op de borst; zy was be
wusteloos.
Harder sprong op, haar ter hulpe. Emma
volgde hem snel. Zy zag een gestolen brief
op den grond liggen, nam hem op en herkende
hjm op hot eerste gezicht. „Myn brief....
aan Werner riep zy„o, moeder
ik wilde immerslieve moeder
„Zij komt by," zeide Harder, „zy opent de
oogen. Wat is dat met dien brief?"
Emma had hem in de hand omgedraaid.
Nu staarde zy met een blik van ontzetting
op het geschrevene aan de achterzyde. Daar
stond van de hand des postboden uit Thun
de kantteekening: „Geadresseerde gisteren
op bet meer verongelukt."
Doodsbleek wankelde zy achteruit, tot de
stang van het tentdak haar steun bood. „O,
nu oen ik voor alle eeuwigheid
gebonden stamelden nauwelyks hoor
baar de kleurlooze lippen.
IX.
„Op het meer verongelukt" dat was
een Wreede jobstyding.
En juist alsof Emma voor het breken harer
gelofte gestraft moest worden, bracht haar
verzoeningabrief dat droeve bericht Zoo
althans vatte zy zelve deze treurige gebeur
tenis op, en noch de teederste woorden van
Harder, noch de liefdevolste opbeuring harer
moeder konden de vreoseiyke gedachte ver
bannen, dat zy middeliyk de schuld was van
Werner's dood, dat de overledene zelf haar
aan heur woord herinnerde, dat zy hot om
hem houden moest. Zy verklaarde de ver
loving afgebroken. „Ik ben gebonden....
de dood bindt."
Mevrouw Yan Maren had zich nooit willen
bekennen, dat in heur hart het laatste vonkje
van hoop niet uitgedoofd was. Nu hot wer
kelijk uitdoofde, merkte zy eerst, hoe donker
het in haar was. Maar zy voelde het als een
verlichting, dat Emma zich met Werner ver
zoend bad.
„God Zelf heeft het je ingegeven," sprak
zy geruststellend, „dien brief te schryven, al
vond hy hem ook niet nie r onder de levenden.
Van uw kant is all98 geschied, om het on
recht goed te maken, dat ge hem hebt aan
gedaan meer kondet ge niet doen. Hadt
ge geaarzeld hem de hand te bieden en zyn
dood vernomen, dan misschien hadt ge het
u bitter moeten verwyten. Thans kan het
voor u een zoete troost zyn, dat ge hem en
mij gelukkig wenschtet te makeD, eer ge nog
van je eigen geluk verzekerd waart."
Emma schudde het hoofd. „Dat mag alles
zoo wezen, moeder," antwoordde zy, „maar
voor my kan dat niets beteekenen. Ik gevoel
in my de onmogelykheid, na dezen zwaren
slag myn lot van het uwe te scheiden. En
ook om zijnentwil kan het niet anders zyn.
Het is voor my een zekerheid, die door niets
geschokt kan worden, dat mijn liefde niet in
staat zou wezen hem gelukkig te makeD."
Robert schikte er zich niet in. „Ik weet,
dat ge my liefhebt," zeide hy, „en geef je
uw woord niet terug. Hoezeer ook op dit
oogenblik deze onverwachte gebeurtenis u
treft, de tyd zal dien indruk verzachten. Ik
dring thans niet by u aan, maar vergeten
moogt ge niet, dat de liefde sterker bindt dan
de dood. De liefde overwint den dood."
Mevrouw Van Maren had terstond eenige
regelen aan haar neef, den raadsheer, geschre
ven. Hy kwam nog denzelfden avond en werd
nu in alle omstandigheden ingewyd. Vóór
alles, meende hy, werd vereischt vast te stel
len, wat het beteekende: „Op het meer ver
ongelukt." De jurist vond dit bericht te onbe
paald, den berichtgever te onvertrouwbaar.
„M9n moet terstond by de overheid een nauw
keuriger bericht aanvragen."
„Maar hoe kan men twyfelenbracht
Ehse in het midden. „De post zou den briff
niet met dit opschrift teruggezonden hebben,
als het niet een algemeen bekende gebeurtenis
betrof, die de bestelling aan het adres volkomen
buitensloot. Neen, neen, men kan aan dozo
tyding slechts de ergste uitlegging geven."
Het zy verre van my," antwoordde de
raadsheer, „verwachtingen te willen opwek
ken, waaraan ik onder deze omstandigheden
zelf niet gelooven kan. Naar alle waarschyn-
lykheid is Werner verdronken, maar men
verlangt in zulke gevallen zekerheid. Wilt go
my met het aanvragen van nadere inlichtin
gen belasten, beste nicht, zoo st.el ik myr
diensten ter beschikking."
„Ik heb een grooter verzoek aan u," zeid-
mevrouw Yan Maren na eenig nadenken
„Reeds vóór uw aankomst had ik my voor
genomen, dadeiyk zelve naar Zwitserland te
reizen en, zoo ik te laat kwam voor de be
grafenis, althans het graf van den lieven
afgestorvene do laatste eer te bewijzen me*
een krans uit het vaderland. Ook in zyn
kleine huishouding zal veel te regelen zyn,
dat het best door een vrouwenhand geregeld
wordt. Wie ook zyn erfgenaam zyn moge,
een deel zyner nalatenschap zou ik gaarne
voor my willen verwerven, voornameiyk een
zekere schildery, waaraan zich gemeonschap-
peiyke herinneringen vastknoopen. Ook het
huis, waarin hy woonde, zou ik gaarne aap
my brengen en in het vervolg voor myn
zomerverbiyf kiezen; van de gemeente hoop
ik de toestemming te verklagen den kunste
naar een gedenkteeken op te richten. By al
deze onderhandelingen komt uw bystand my
zeer wenscheiyk voor. Zou het u niet te veel
last veroorzaken my te vergezellen, lieve neeffr
Maar reeds morgen in de vroegte ga ik op reis.'
Wordt vervol.adï