11572. Maandag IS November. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (§on- en feestdagen, uitgegeven- Persoverzicht. Feuilleton. Moeder en Dochter. PRIJS DEZER COURANT: Vóbr Leidon per 3 maanden. 1.19. Franco per poat1.40. Afzonderlijke Nommere 0.05. rans DER ADYERTENTEEN: Van 1—6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17 J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Derde Blad. De (anti-rev.) Nederlandenbevat een artikel naar aanleiding van het besluit der anti- revolutionnairon, die een eigen organisatie in het leven willen roepen. Dezen hadden vooraf verklaard te staan op het Program van Beginselen van 1878. „Zy deden dit, niet alben om te doen uitkomeD, dat z(j de voortzetting beoogen van wat in 1878 werd bedoeld, maar ook om diegenen van zich af te weren, die niet enkel om be zwaren tegen de leiding zich verre gehouden hebber, maar tevens weigeren ook op staat kundig gebied de in de H. Schrift geopenbaarde ord°ning Gods als richtsnoer en toetssteen voer hunne handelingen te aanvaarden. Dezul ken toch, al kunnen ze niet altyd tot de on- geloovigen worden gerekend, staan niettemin in- den grond der zaak op denzolfden bodem als do conservatieven en liberalen." Nam men een ander program, dan zouden, zegt het blad, de tegenstanders zeker daarvan gebruik maken om de vry-anti-revolutionnairen in de oogen van hun volgelingen verdacht te maken. „Men is op politiek gebied vaak niet zeer kieskeurig in h«t gebruik van de mid delen ter be9trydiDg, en al durft de „groote pers" niet altijd zulke middelen bezigen, de „kleine" doet het des te meer, en de groote doet er dan het zwegen toe." Doch het blad heeft tegen behoud van het oude program één groot bezwaar. „Onder al de tegen ons aangevoerde grieven toch is er óén, die niet ongegrond is. Het oude Program is niet alleen een belijdenis van be- giuelen, het is ook een verklaring van een par y." M3n moist dus öf de leiding aan kant zetten, als dit riet ging, zei ven een anderen koers aangeven, maar dan gok met een eigen Program voor den draad komen. - Het Program van .1878 is in vele opzichten vaag en dub' elz nnig en beantwoordt in gèenen deele meer aan de eisch'n, die men aan een Program stellen mag. Toen het werd samengesteld, begreep men elkaar en wilde men elkaar begrijpen. Zoo word, bewust of onbewust, het program ge redigeerd op een wijz9, die vrijwat speel ruimte liet. Uitdrukkelijk werd hot ten eenen- male losgemaakt van de bekende toslichting van dr. Kuyper. Maar in 1894 is dat anders geworden. Het hoofd der partij heeft in do vergadering der Deputatcn de party gebonden aan het geen by zelf, lang vóór 1878, bad gesproken en gewild. Daaronder was veel, dat velen der in 1878 toegetredenen geens zins beaamden. Allerminst de kleinachting van het Réveil. Om het bovenstaande te bewijzen, vermeldt De Nederlander wat in artikel 1 gezegd Mordt: „De anti-revolutionnaire of christelijk- hlstor sche richting vertegenwoordigt, voor Zoveel ons land aangaat, den grondtoon van ons volkskarakter, gelijk dit, door Oranje geleid, onder den invloed der Hervorming omstreeks 1572 zyn stempel ontving; en wenscht dit, overeenkomstig den gewijzigd en volkstoestand, in een vorm, die aan de be hoeften ven onzen tijd voldoet, te ontwikkelen." Hieruit is in de laatste jaren afgeleid, dat hiermee bedoeld werd niet het Protestantisme in het algemeen voor zoover dit het Woord Gods als richtenoer en toetssteen erkent, maar meer speciaal de Calvinistische richting. „Willem de Zwijger is als „geestelijke vader" vervangen door Calvyn. Calvjjn zelf, het aristocratische van wiens natuur naar het oordeel van bijkans elk geschiedschrijver in het oog valt, moet dienst doen als demo craat. Het woord „Calvinistisch" is schering en inslag geworden. Wie bedenkt, dat by de massa van ons volk Calvyn bykans alleen door zyu theologische, niet door zijn staatkundige denkbeelden bekend is, zal zich niet verbazen als dat volk voortdurend calvi nistisch en gereformeerd dooreenmengt. Het gevolg daarvan is, dat wie niet gereformeerd is, - en dat beteekent by velen „niet tot een Gereformeerde Kerk behoort" ook niet vol anti-revolutionnair zijn kan. Niet alsof voorloopig de hulp ook van niet consequente broeders werd afgewezen, die is nog onmis baar maar wat vertrouwbaarheid aangaat, geeft op tal van plaatsen ook op politiek gebied de trouw aan de Gereformeerde Kerk A of B den doorslag." De Standaard noemt den uitslag der Kamer verkiezingen wel geschikt om de 'heeren van de proportie in hun besef van c-igen onfeilbaarheid te styven. Immers, in heel Groningen en Friesland, en zoo ook in heel Amsterdam, Rotterdam en Utrecht is niet één anti-revolutionnair en niet éón Roomsche gekozen. Ea zulks niettegenstaande heide partyen, in deze twee provinciën èn in deze drie steden saam, op haar afzondériyke en gemeenschappelijke cahdidaten byna 40 pCt. van het totale aantal stemmen uitbrachten. Stond nu hier tegenover, dat in andere provinciën en groote steden de oppositie naar rato geJjjk voordeel had behaald, en de libe ralen gelyk échec hadden geleden, zoo zou, meent het blad, het proportioneele Stelsel er geen wol by spiDnen. Maar zoo is het niet. Het blad heeft dan ook den indruk gekre gen, dat men by de indeeling der provinciën zich de vraag heeft gesteldhoe men het grootst aantal stemmen der tegenparty waar deloos kan maken. „Natuuriyk is voor de groote steden deze indeeling niet omgegaan buiten den, burge meester, met of zonder wethouders. En ook al onderstelt men niet, dat deze daarby opzot- teiyk zoo moorddadige plannen koesterden, zeker preservatief instinct schynt dan toch onbewust, in verband met hun practische kennis van de onderscheidene stadsdeelen, op hun voorslag te hebben ingewerkt." Toch heeft De Standaard tegen het pro portioneel kiesrecht een paar bezwaren. „Zulk een stelsel belichaamt een politieke grondgedachte, die verschilt van de politieke grondgedachte, waarop het thans gevolgde stelsel ru3t. En daarom zou invoering van het proportioneele stelsel gelijktijdig ora heel andere wyzigingen in ons Staatsrecht vragen, zal niet de zoo noodzakelijke eenheid in den Staat8rechteiykon bouw te loor gaan. B(j de invoering zou b\jv. voortaan alle wijziging van de Grondwet onmogelijk zyn geworden, zoodra éón enkele minderheid, die hier tegen was, over ren genoegzaam aantal vaste zetels in de Staten-Generaal beschikte, en ook zou de gemengde samenstelling der Tweede Kamer, waarin een correctief gevon den wordt, dat èn de belangen èn de ideeën zekeren invloed doen gelden, spaak loopen. Het zou dan noodig zyn, aan de belangen een afzonderiyk orgaan te geven in een ge- wyzigde Eerste Kamer; en alzoo in de Tweede Kamer aan de worsteling der politieke begin selen het veld vry te laten. Onder het hoofd „Sociale rechtvaardigheid" zegt De Maasbode het volgende: ODgeveer een maand geleden betoogde A. v. H. in ons blad, tegen de Nieuwe Rotter- damsche Courantdat 'de sociale rechtvaardig heid den persoonlijken dienstplicht niet eischt. De Nieuwe Rotter damsche Courant zweeg daarop. Thans betoogt De Standaard betzelfde en de Nieuwe Rotter damsche Courant blyft zwygen. Zy kan dit onderwerp dus niet aan. De. Standaard staaft zyn meenibg o. a. vol- genderwys In ons strafrecht geldt nog altoos het boet- stelsel, by niet-betaling vervangbaar door opsluiting. Dat is hetzelfde, maar veel krasser. Een boete zelfs, van f 25 is voor oen man in bonis niets, py verdraait er-zijn hand niet om. Maar de kleine man heeft ze niet, en gaat in de gevangenis. Maakt nu de liberale party web ook als één man op, om d e z e sociale onrechtvaar digheid te ke9ren? De Overheid zegt u by vorst na sneeuw aan, dat ge de straat;'voor uw huis op staanden voet van haar sneeuwlaag hebt te be'ryden. Esn la6t, die niets is voor deD rijken man. Hij wipt een gulden uit zya beurs en is gereed. Maar de kleine man, die geen gulden er voor heeftv moet er in do barre koude zelf op uit. Zoo roet het geld; en niet anders staat het mot dat andere geld, dat men t ij d noemt Twee worden er als getuigen opgeroopèn. De een een ryko nietsdoener, de ander een man van zaken, die er niet kan komen of hy lydt schade. En toch moeten beidon op komen en evenlang wachten in do anti chambre. Een last geiyk in naam, maar gansch o n g o 1 y k in zijn werking. En dit alles nu ligt niet aan de Overheid, maar aan de nu eenmaal bestaande onge lijkheid in het maatschappelyk leven. Sociale ongelykheden, die dan alleen met wortel en tak zijn uit te roeien, als ;ge niet een collecti vistisch, maar communistisch sociaal-demo craat wordt. En zelfs dan zien wy rog het verschil in physieke kracht en in gezondheid blyven. Ook dit verschil toch dwingt eenerzyds, om den te zwakke van den militairen dienstlast te ontheffen, terwijl de gezondere er aan moet; en maakt andirzijds, dat dez.-lfdo marsch, en hetzelfde gewicht van geweer en ransel, den éón veel zwaarder valt dan den ander. Feitelijk komt het geror-p van „sociale rechtvaardigheid" bierop neer, dat wie geen geld beschikbaar heeft, niet velen kan, dat een ander zich van den last kan ontslaan. En ook dit verstaan we. Het Is menscheiyk, al staat het zedelyk niet hoog. Maar dan zou de consequentie zija, niet, dat ge dien gelukkige nu dit belettedet, maar dat de Staat den remplagant betaalde voor wie zelf geen geld bad; m. a. w. het Engelsche stelsel van het huurleger. Gemengd ISTieuws. De commi88 aris van politie in de 4de factie te Amsterdam verzoekt, namens de moeder, de wed. R. Blok, aldaar, opsporing van haren 15 jarigen zoon Jan. Men vermoedt, dat hy naar R tterdam is gegaan, ten einde te trachten naar zee te komen. Hy heeft te kennen gegeven, dat hij plan had zich op een stoomboot te verbergen, om zoodoende de reis mede te maken. Naby de Bruine Hor6t, onder Lunttran, is het 4 jarig zoontje van K. S. in een sloot by de ouderlijke woning verdronken. Een voorbygangster ^nd een paar klompjes dryvende en kwam daardoor tot de treurige ontdekking van het feit. Te Sellingen, zoo schryft men aan de „N. Gron. Cit.", is gisternacht een moord gepleegd op en man van ruim .30jarigen leeftyi Da daders, twee in getal, hebben het tlachloff t op een eenzame plek geborgen. De ontdekking s;hynt echter spoedig te zyn gevolgd, de bereden politie was althanr den volgenden morgen met een paar ver dachten in aanraking en 't zou haar gelukt z'fin dezen tot bekentenis te brengen en aan de justitie over te leveren. Volgons latere berichten is het slachtoffer zekere A. Huiting, wien by een hevigen twist do hersenpan is verbryzeld. Een inbreker fin de siècle.— "Woensdagavond werden de bewoners van een koffiehuis te Baarn, nadat zy zich reeds te bed begeven hadden, bevig verschrikt door het gerammel van vallende glazen beneden in het buffet. In hun angst schoven zy het raam open en rivpen luid: „Dieven, dieven!" Kort daarop verschenen eenige buren met de politie, die op den inbreker losgingen, Na licht ontstoken te hebben ontwaarde men tot niet geringe verbazing een egel,, dien een spotvogel onder de cliënteele daar had achter gelaten. (Tableau 1) Uit de streken van Malaga, in Valencia, wordt melding gemaakt van over stroomingen. Verscheidene huizen zyn ver woest. Stormen en stortregens heerschen over 't algemeen in het westeiyk en zuideiyk deel van 'tland. De koning van Siara is op der Vesuvius beet genomen. Voor zyn inscbe ping te Napels besteeg hy mot de Prinses en de leden van zyn gevolg den vulkaan. Aan den top genaderd, gaf hy den gids eenige Siameesche goud- en zilverstukken, om ze in de lava te steken en daarmede te overdekken. De gids stak de kostbare munten echter in den zak en gaf den koning eenige waardelooze penningen met lava overgo'en in de plaats Den volgenden morgen ontdekte ChulaloDgkorn het bedrog en op z(jn klacht werd de gidB door eenige carabinieri gevangen genomen. Voor hun yver schonk de koning dc-n carabinieri ieder een gouden medaille. De invloed van het afnemender geboorten in Frankryk op de schoolbevolking. Van 1891-95 is deze met 16.000 kinderrn van 6-13 jaar verminderd, in 1895 - 96 weder met 6584. In het geheel bedraagt zy thans ruim 4,580,000, verdeeld over 83,465 schob n, waarvan 15,909 byzondere scholen zyn. Eet getal klassen is 144,893, dat der onderwijzers 151,569. Gemiddeld beeft elke klas dus slechts 32 kinderen, wat een gunstig cyfer is, doch niet voor alle scholen gelat. In 6 pet. der klassen vindt men 50 60, in 4 pet. boven 60 kinderen, zelfs boven de 80. In 1896 zyn 223 nieuwe scholen geopend. Het get 1 anal- phabeten neemt gestadig af. In 1895 konden van de recruten slechts 5.6 pet. niet lezen of schryveD. In Bretagne was hun getal echter nog 20 pet., in Belfort daarentegen slechts V2 pet. Dinsdagavond heeft de gemeen- teraad van Marseille een rumo rige vergade ring gehouden, in vtrband met de reeds ge melde intrekking van de toelage aan den grooten schouwburg en de daarop gevolgde ongerogeldheden. Em talryk opgewonden putliek was toegestroomd, dat een interpel latie over 't geval wilde bijwonen, en nat ten slotte, de politie overmachtigend, ia de ver gaderzaal droog en elk plaatsje bezette. Na een door het publiek met luidruchtige mani festation begeleide beraadslaging, nam de Raad een motie aan, de intrekking van de toelage handhavende, maar een volksstemming er over bevelende, voor de kosten waarvan 1000 fr. werden uitgetrokken en waarvan de lei ding aan een commissie van zeven leden werd opgedragen. Te Marseille is zekere Sallette aangehouden, 29 jaar oud en verdacht van een der moordenaars te zyn van den rechter Léautier, uit Tlemcen, onlangs op straat aan gerand en zoo mishandeld, dat hy (die trouwens aah een hartkwaal leed) spoedig den geest gaf. Men vond Sallette in het bezit van het horloge en de portefeuille des overledenen. Later zyn nog vier verdachten gevat. Te Palermo verdwenen een groote veertien dagen geleden drie werklieden, wier lichamen thans deerlyk verminkt op don bodem van een put gevonden zyn. Men zoekt de daders onder de geheime genootschappen op Sicilië. Te Canea, op Creta, hebben twee Turksche soldaten een vrouw vermoord. De daders zyn gearresteerd. 15) „Zoo.1" „En wat mejuffrouw Emma betreft „Emmal Een zeer fraaie naam! Ik heb haar mij altyd als lang en mager voorgesteld, m9t scherpe, vierkante schouders, hoogen hals, zeer edelen neus, blonde, in dunne spiralen langs do bleeke wangen neerkrullende lokken en tameiyk groote handen. Voor 't overige een zachte ziel, boven iedere verzoeking der wereld verheven. Komt dat uit?" #r Heldering lachte nog luider. „De Hemel Avergevo u," riep hy, „wat uw phantasie ^-d&areven gezondigd beeftI Gy zult een b:- tkooriyk jong meisje vinden, dat het ééne en enkele, wel is waar reusachtig gebrek heeft, volstrekt niet te willen trouwen; ik voeg er by: zonder daarom het mannelyk geslacht principieel te haten. De jonge dame is zeer beminneiyk en ikzelf...." „Ha, gijzelf De advocaat keek beschaamd glimlachend vóór zich. „Ik heb ten minste de voldoening, niet de eenigste geweest te zyn, die een blauwtje geloopen heeft. Hy dunkt, wanneer het gegeven wordt met de vredelievende ver klaring, dat men den echtelijken staat in 't algemeen heeft afgezworen, dan is de zaak niet zoo gewichtig, dat men reden zou hebben «e geheim t9 houden." „Gy schynt u gelukkigerwijze ook spoedig getroost te hebben?" „Och, ik heb nu eenmaal geen aanleg voor een ridder Togganburg. Overigens heb ik geen haast; ik kom altijd nog vroeg genoeg onder dakof onder de pantoffel. Ik geloof, dat myn vrouw het eenmaal zeer gemakkeiyk met my hebben zal." „Des te meer te bejammeren, dat mejuf frouw Emma haar voordeel zoo slecht begre pen heelt." „Spot maar! De zaak heeft echter ook nog een andere zyde. Een jonge, schoone dame „Schoon ook, evenals de mama?" „Beeldschoon. Een jonge, schoone dame van nauwelyks zeventien jaar, zeg ik, die het buweiyk heeft afgezworen en van haar zeer aanzieniyk vermogen een hospitaal wil stichtenGy zult my toegeven, dat alsdan in dat hartje iets niet geheel in orde moet zyn." <- „Of in het kopje.J- „Het zy, hoe het zy, maar het heeft altyd zyn gevaariyke zyde voor den man, die in een zwak uur biyk geeft een hart te verliezen te hebben." „Indien hy niet een man uit één stuk is!" „Neem u maar in achtl" „Ocb, ikI Ik heb in alle mogeiyke landen schoone vrouwen gezien en gevaarlyk is er my nog geon geworden. Het schynt, dat ik volstrekt geen zintuig meegekregen heb voor het gevoel, dat men verliefdheid noemt. Houd my daarom echter noch voor een bekrompen man noch voor iemand met vis- schenbloed! Ik heb nu eenmaal een aangeboren afkeer van alles, wat zich in dooreerigeloopen kleuren of onduidelijken vorm aan myn oog voordoet. Ik bouw Diet alleen met tegel- steenen, doch ook met gevoelens, en wat voor myn hart iets worden zal, moet zich daarin op vasten grondslag, volgens allo regelen der kunst, tot een vlakke gevoels- voorstelling opbouwen. Ik kan een landschap met geestdrift bewonderen, doch slechts daD, wanneer het my in zyn grondiynen imponeert; ik laat my door een drama meesleepeD, wan neer het in zyn zrchitectonischon bouw ge lukkig is; ik ben verrukt over een muziek, die uit weinige karakteristieke tonen wordt opgebouwd, by allen rykdom aan verande ringen van motief óén blyft en zich op begrypelyke wyza voor het gevoelige oor in deelen splitst, in plaats van in een notenvloed te verdrinken. Het gevoel, dat een schoone vrouw in my teweegbrengt, houdt geen stand tegen deze critlsche eischenhet is te onbe paald, te onmatig, te vormloos, te zeer kleur en te weinig grondtoon, te veel voorgevoel en te schrale inwendige bouwvergeef my deze zuiver technische aanduiding van een begrip!" „Maar by zulke k6tterscbe beschouwingen moet g\j vrygezel bly vod." „Dat is toch nog niet hot ergste. Maar waarom zyn de dames eigeniyk naar Rauschen getrokken? Voor een ryke vrouw, die aan alle gemakken gewoon is, kan in dat visschers- dorp nauwelyks een passend kwartier te vinden zyn geweest, of de omstandigheden moesten sedert myn jongenstyd wel zeer veranderd zyn." Da advocaat haalde de schouders op. „En mevrouw Van Maren logeert, naar ik geboord heb, niet eens in het hotel, doc'n heeft op den berg een woning gehuurd. Zy wil nu eenmaal zooveel mogelyk buiten do gezel schappen, zooveel biogeiyk in do eenzaamheid bly ven; dan kan bet stille plaatsje met zyn landeiyke idylle juist met haar wenschen overeenstemmen. Emma teekent gaarne naar de natuur en is daar geheel ongestoord." „Dus ook dilettante met het potlood l Nudat kan men te boven komen, zelfs al zou er een kleurdoos by zyn. Ik ben er op gesteld weer eens in Rauschen te komen. Als jongen doolde ik in de zomermaanden daar veel rond, om naar de schilders te kyken; ik dacht er destyds zelfs over, ook schilder te worden evenals myn oom. Het was voor my een zaligheid, de portefeuille, de vorfkist en het scherm voor hem te mogen dragen en zelfs over den schouder te mogen toezien; al die echte natuurschoonheden van onze heide, onze strandheuvels, onze kloven en bochten leerde ik met hun oogen beschou wen; daarby maken zy een onuitwischbaren indruk op het geheugen. Het is toch een aardig plekje gronds. Wanneer ik anders een aantrekkelyk landschap zie, dan denk ik altyd gaarne: Wat zoudt ge daar wel in willen bouwen als kun3tsieraad? Op dit tooneel, zcoals het steeds in mijn herinnering bestaat, past niets van dien aard; de vuurtoren op de spits van Brüsten heeft reeds zijn bouw meester gevonden." Onder zulke gesprekken waren zy weder op den landweg uitgekomen en naderden nu de eerste huizen van Nieuw-Kuhren, terwyl op tameiyken afstand achter hen de peetwagen kwam aankuchen. Zy matigden hun stap om ongeveer ta gelyk er mee by het hotel aan te komen, waar de koets haar reizigers placht af te zetten. De advocaat gaf een visite kaar! je over. „Mag ik ook om uw naam ver zoeken „Robert Harder. Wy zien elkaar misschien dezer dagen nog?" „Ik hoop hot! Een dansje onder den be roemden pereboom is waarschyniyk uw lief- hebbery niet, anders „De pereboom staat dus nog? Reeds oen ze6r oude jongen, maar, naar het schynt, in zyn neigingen nog zeer jeugdig. Vaarwell Men schynt u daar te wenken." Onder de poort van het hotel was inderdaad een heer naar buiten getreden en met uitge strekte hand op Haldering toegekomen. Het was de raadsheer Knappert, die zyn jongen vriend baitöiyk verwelkomde. „Goed, dat gy er eindeiyk zyt," risp hy hom toe; „men rekent reeds sterk op u in de commissie voor vermakelijkheden." Toen de advocaat naar zyn reisgezel omzag, had deze reeds zyn tasch en rol uit den wagen genomen en zich zonder oponthoud op weg begeven. Harder had nog een uur te loopen voor hy Rauschen bereikte. Het was zeven uren, de lucht was afgekoeld en de weg op do kusthoogt9 met zyn menigvuldige uitzichten op de blauwe zee en het bochtige strand lokte tot een wandeling uit. Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 9