De Zwerver. (Vervolg en slot van gisteren). Hat gaat roet het gezin van kwaad tot erger. De vader ligt hulpeloos neer, Toinet arbeidt niet langer, laat het hoofd hangen en tracht zyn leed door drinken te bedwelmen, de mosder weent bittere tranen. Toinet doolt do?lloos rond, zonder voedsel, zonder rust. Op oen van die tochten dwingen medelijdende vrienden, de oude kameraden van den oogst, Thomas en Martin, en voornamelijk de vrouw van den eerste, hem om te gaan rusten en slapen in een ko3le wagenloods. Als hy daar vast in slaap ligt, komt na s) die lange jaren van ronddolen de Zwerver weer in die streek en wordt door zijn oude makkers herkend. "Wèl zijn zy veranderd, doch de Zwerver is weinig verouderd. Zooals hgzelf het uitligt: „Ab, dame! a voir vieillir autour de vous les vótres, .Voos vieillissez plus tot, voos. Tandis que nous [autres, tLe> oiseaux voyagenrs qui n'avons pas de nïd, #On ne voit que de9 gens nouveauxca rajeonifc." AU hy den naam Toinetto hoort, gaat voor hein ook het licht op en herkent bö langzaam bet land en de menschen Men verhaalt hem van Tomstte's huwelijk, haar zoon en van haar treurig lot- Dadelijk rijst bö den Zwerver een donker vermoeien, dat Toinet zijn zoon zou kannon wezen, en hij verzinkt in gepeins. Zijn zoon I Hy, de man zonder naam, zonder vrienden of magen, zonder huis, hij zou een kind hebben I Hi) mijmert en denkt: .Je pent* ees Més coupés, quo nou# coopion» ensemble;" to ?üD beeldspraak vervolgende, herdenkt hj) dien tijd: .Des blés comme eenx-la. je o'en couperai plus;" en dan zoon, die zijn zoon nfrt is: .Je ponse aux blés coupés, qui ne sont pa9 les nötre9, .Et dont les épis mürs font dn pain ponr les autrea!" Torwy'l de Zwerver met de mannen binnen eet en drinkt, komt Toïnette in angrt aan- geloopen om haar zoon ta zoeken. Catherine stelt haar gerust en toont haarden sLpende. De moeder wil wacbton hij hem tot zija ont- wakon. Thans komt de Zwerver weer buiten en bljjft daar alleen. Hij wil zijn zoon zien, doch siddert van angst bö die gedachte. Hij wordt week to zftn gemoed, tot hö zichzelven weer berispt: .Allons, vieux fou, .Pils de n'importe qui, ródeur de n'importe ou, .Tu rêves d'un foyer, toiPourquoi pas des [rentes? .Les nids se sont pes faits pour les bétes errantes. .Hélas! Suis ton deslin. Va, cbemineau, cbemine!" Maar neen, aan den drang tot vluchten mag hij niet toegeveD, hQ kent z\jn plicht, voor het eerst in zijn leven, en zal dien vervullen. Hij wekt Toinet en staat plotseling tegenover de moedor, die hij zoo wreed verlaten heeft. Toinette, de zachtmoedige droomster, kan niet haten, zij heeft hem vergeven en haar hart keert zich weer tot hem, nu zij bemerkt, dat hy voor hun zoon alles doen wil wat hj] kan om zóó zijne vergiffenis te verdienen. Hy zal bij Francois in huis komen, als oud vriend en kameraad van Toinette; zoo zullen noch Francois, die niemand meer herkennen kan, noch Toinet eenigtn argwaan kunnen koesteren. Mtt boer Pierre gaat hetintusschen slecht: zfjne Aline is ziek en wil zich niet laten genezen; voor haar ziekte is slechts één middel en dat wil de vader niet geven. Zjjn veo is krank en kwijnt, zijn knecht heeft hem bestolen en is weggeloopen. Id dien nood hoort bij, dat de Zwerver van voor vele 'aren er weer is, bü Francois; dezelfde, die hem to n zijn vee genezen, zijn schapen behouden heeft. Hö moet komen en hem helpen cn voor Aline, èn voor tyn ossen, het koste wat het wil. De Zwerver komt en eiacht als loon Aline voor zyn zoon. Pisrre weigert en nu begint do Zwerver hem bang te maken door geheim zinnige teekenen, spreuken, verzen. De kans kan keeren, ook voor Pierre. Eö kan arm worden, zooals zoo velen vóór hem geworden zijn. Pierre is in eon zwaren tweeströd. Als evenwel de rampspoedige berichten toenemen, moet bö toastemmen en hy zal betalen nadat zön dochter weer gezond gemaakt, zyn veo weer hersteld is. Deze voornemens worden volvoerd en in de laatste acte is het huwelijk reeds sedert vier maanden gesloten. Eeno volkomen ver zoening heeft plaats gehad en allen, boer Pierre incluis, zullen het Kerstfeest vieren bij FraDQois. Allen zyn vioolök en welgemoed, alleen de Zwerver is stil en treurig. Reeds vier maanden is hij nu rustig en kalm thuis, kan hö 6lapan en eten naar hartelust. Dat is voor hem govangenschap. Het trekt hem naar buiten, naar den grooten weg, naar velden en bosschen; by moet weer gaan zwerven. JDoch de liefde voor Toinette en de kinderen maken hem het scheiden zwaar. Allen voelen wat er in hem omgaat; by maakt er trouwons geen geheim van. Zy willen hem weerhouden, Toinet bespot en smaadt zyn leofwyze van vroeger, Tointtte verdedigt die met vuur en wakkert daardoor den Zwerver des to meer aan. Doch hö voelt, dat bö zal bezwökon en blyven als een oud en afgedankt paard. Maar ziet, daar biykt hom plotseling door Pierre en later uit Francois' eigen mond, dat tn n begröpt, dat hö na het spoedig te ver wachten einde van Francois met Toinette trouwen zal en dat m n dat goedkeurt. Dat ió te veel voor hem, eeno walging gröpt hem aan. Hoe, het eenige goede, dat hö ooit in zyu leven verrichtte, zou dus uit gewinzucht, uit berekening gedaan zyn? Slechts om zich een gemakkelöken ouden dag, een eigen kaard, te verschaffen? Dat zal nooit iemand mogen denken. Thans moet hö voort. Die rust, dat kalme leven, een vredigen dood heeft hö niet verdiend. Treffend verwyt hö het zichzelf: ,L'ai-je gagné, moi? NonJe serais an voleur „De mourir ainsi!Moi, je suis un grenipille. „Un vagabond, un hors-la-loi, hors-la-famille. „Un qui, dans ses haillons do gueux pour tout [linceol, ,Saura partir ain9i qu'il par lit toujours, soul, „Sana parents, sans amis, sans tien, sans qu'il [redoute, „De mourir comme il a vécu, sur Ia grand' route." Allen zön naar de kerk, behalve Francois en hjjzelf. Met vol gemoed roept hy allen een teeder afscheid toe, gröpt xön wandelstaf en met de woorden: „Et toi, suis ton destin! Va cbemineau, cheminel" [jlt hy weg in het duister van den sneeuwigen winternacht. Ziehier den inhoud, hö is eenvoudig genoeg. Dit stuk is mooi, als immer het werk van een echt poëet. Als wö het niet reeds vele jaren uit „La chanson des Gueux", „Les Caresses", „Les blasphèaiea" wisten, wy zou den het uit jLe Chemineau" zien, dat Riche- pin een waarachtig dichter is. Heerlijk vloeien en rollen die jamben, louter taalmuziek is er in die klinkende regels. Met moeite laat ik mö door myn bestek weerhouden van veel cite, ren, nog éóne proeve slechts, één der fraaiste en aprekendsta gedeelten, waar Toinette den zwerver aanspoort: „Ma is dis-leur done, tu sais, qnand ta téte se moote. „Tout ee que ta m'e» dis, a moi.de tea beaux jours. „Vécus sur la grand' route et que tu via toujour»! Dis-leur done que Ie gueux, mendiant une croüte, ,A contempler les cbamps qui bordent la grand' [route, „En fait sod patrimoine en s'en réjouiesant; „Dis leur que des paj-s, lc guenx, il en a centT „Mille, tandis que noes, ou n'en a qu'un, lenGtre „Dis-leur que sou pays, e'est ici, ld, l'un. l'autre, „Pnrtout oil cbaque jour il arrive en voisin „C'ost celui de Ia pomme et celni du raisin; „C'est la hauto montngne et e'est la plaine basse, „Tous ceux dont il apprend les airs qnand fl y passe „Dis-leur qoe son pays, c'est Ie pays entier, ,Le grand pays, dont la grand' route est leseutier; „Et dis-leur quo ce gueux est ricbe, le vra rich©, Possédant ce qui n'est k personne: la friche „Déserto, les étangs eDdormis, les halliers „Oii lui parient tout bas des esprit9 familiera, „La lande au sol de miel, la ravine sauvage, „Et les chansons du vent dans les joncs du rivage, „Et le soleil, et l'ombre, et lea fleurs et les eaux, „Et toutes les forót9 avec tous leurs oiseaux." Nietwaar, er waait een fiissche adem als van een landwind u tegen uit die verzen? Men ziet het land, gebaad in zonneschijn, men hoort het ruiscben der boomen, het suizen in bet riet en het gezang der vogelen. Daarin, iu die taal, schuilt de grootste beko ring vaa „Le Chemineau", niet in den inhoud. Daarin doet veel denken aan personen en zakeD, die wy reeds kennen; aan typen, die roeds lang bestaan. Wi9 denkt bö den Zwerver zelf niet aan Adam Ochiltree uit „The Anti quary", wie bö Toinette in de eerste acte ni.t aan Jenny Deans uit „The hart of Mii- Lotbian?" Boer Pierre is het algemeen be kende en verspreide type van den ryken, vrekkigen, hardvochtigen boer, zooals men zö èn in de literatuur èn in de werkelijkheid bö tientallen kan aanwyzen. Doch ondanks dat, blyft het stuk mooi, zy het dan ojk mooier om in stilte zuiver te genieten als poëem, dan om het op het tooneel te zien, hoewel bet ook daar, by vele gebreken, een groote bekoring uitoefent en een sterken indruk achterlaat. Door de vertaling verliest het ongetwyfei l, zoo'n werk is ook böoa niet te vertalen. De zwaarte van die taak in aanmerking genomen, was de vertaling van den heer Baarslag niet onverdiensteiyk. Men heeft dit stuk verweten (elders is daar met nadruk op gewezen), dat het oöd terugkeer tot bet romantisme zou zQn, en zeker, dit valt Diet te ontkennen. Doch hier mede is het in onze oogen volstrekt niet veroordeeld, integendeel. Het romantisme bad levensvatbaarheid en zal éénmaal zeker, hoe wel misschien in eenigszins gewözigden vorm, tot ons terugketren, en een meesterwerk, uit welke school dan ook, blyft een meesterwerk. „Le chemineau" is een idylle, doch met ge noeg gezond leven, genoeg kracht, om, in haar soort, een meosterstuk te zön. Het was een heerlöke avond, dien de Rotterdammers ons schonken. Van Zuylen op zyn allerbest. Dit is toch zön ware kracht en niet die komische rollen, waarin hö door zön luidruchtigheid, door zön overhellen naar het bas-comique in den laatsten tyd wel eens bedenkelök het hoofd deed schudden. Zyn spol was nu voortreffelök, vol kracht cd gloed, humor en gevoel, aangrijpend in zön mooiste cogenblikken. Uitmunten deden het slot van htt derde en van het laatste bedryf. Allen waren even uitstekend, mevrouw Boeramans en Alila Klein als Toinette, Jan C. De Vos als Frangois, Rika Haspels als Aline. Prachtig vooral was weer Alexander Faasson, als Pierre; dat was een meesterlöke creatie. Met liefde en toewöding was alles verzorgd, ook de kleinere rollen van mevr. Van Eysden, Victor Faassen en Van Zuylen Jr. Een apart woord van lof voor zyn uitnemende vertolking van Toinet komt toe aan den heer Van Eysden. In het algemeen was het weer één van die avonden, die een diepen indruk ach terlaten van het gehoorde en genotene, waarop men stil naar huis wil gaan om na te denken en te verwerken, want wat men zoo'n avond meemaakt wordt toch beter ge voeld dan in woorden gebracht. De schouwburg was mooi vol en geest driftig weerklonken de herhaalde toejuichin gen. Na elk bedröf moest meermalen gehaald worden. De 6tudenten-commfssie bood Van Zuylen een zeer fraaïen bloemkrans aaneene hulde, die zelden beter verdiend was dan thans. Ten slotte, helaas, een klacht.'Er is weer enkele malen, met name aan het slot van het eerste en van hit derde bedryf, dooreen gedeelte, gelukkig een g«-ring, van het publiek gelachen. Natuurlijk geheel te onpas l Alsof daar iets vtrraakeiyks aan was! Kunnen die goadlachsche lieden dan niet loeren begrypen Het schynt zoo, maar het is droevig I Dat ergert en verbittert, Eiat alleen de artïsten, maar ook het overige publiek, dat minder bekrompen is. Het zou wel heerlyk zön nog eens een mooie voorstelling bö te wonen met niemand onder het publiek, nog niet voldoende ontwikkeld om te begrypen en te voelen alles wat hy of zy hoorde of zag. v. B. GcmeentebegTOOtin? yoor 1898. Aan het afdeelmgs-ondorzoek over de uitgavon is nog het volgende ontleend: Volgn. 97. Gemeente-reiniging. Door een lid werd gevraagd, of uit de toelichting op dit artikel moet worden afgeleid, dat het Dag. Bestuur het denkbeeld, om de gemeenten ini- ging weer in één hand te brengen, geheel heeft laten varen? Acht men dat niet meer wenschelyk? Hy acht de vrees gewettigd, dat de verschillende aannemers nu nitt ge noeg me r zullen verdienen en wyst op de groote moeilykheden voor de gemeento, indien één hunner zich later esns genoodzaakt mocht zien bet werk op te gevpn VooTts wordt gevraagd of het Dag. Bost. in den laatsten tyd nogal tevreden is over de wjjze, waarop de pachtera der gemeente reiniging zich van hun taak kwijten, hetgeen een ander lid aanl iding geeft tot de mode- deeling, dat men dagelyks gewaar kan worden, dat de waterschuimers wèl nog steeds schui men, maar zonder het vuil van het water weg te nemen. Weer een ander lid wyst op den onreinen toestand, waarin de Haarlem mortrekvaait ty herhaling verkeert, en keeopt daaraan de vraag vast aan wion het wat rscbuimen in de aan de gemeenten toegevoegde godetlten is op gedragen. B. en W8. antwoorden het meer in het belang der gemeente te af htenT dat het rein- houden van de geheels gemeente niet in één hand is, terwül do te?i nwooriiga regeling tot geen bezwaren aan ei in? geeft. Overigens zal vóór het einde van cit jaar de z ak op nieuw mosten worden geregeld wat betreft de a?n Leiden toegevoegde deeleo der drie omliggende gemeenten, aangezien do betrek kelijke contract-n slechts zyn aangegaan tot uit. Decemb r van dit jaar. Tot bet wateriduwuen behoort alleen het wegnemen van het vuil, dat dry t, terwyl het schoonhouden van do Ha-.rlemicertrek- vaart niet speciaal is opgenomen, onder de verplichtingen van den aannemer, en in de voorwaarden alleen, sprake is van het schoon houden der slooten. Yolgn. 98. On lerhoud van huizen, torens, poorten en dergelijke. - Verschillende leden betreuren hat feit, dat de Waag, een der schoonste gebouwen van onze gemec-nte, ge heel bedorvon wordt door de daarop g:pl tatste stellago t n dienste der telephoongeleiöingon. Zoo mogelyk nog sterker dan by volgn. 74 dringt het daar bedoelde lid aan op het aan brengen van een duinwatark" aan in het lokaal der Bank-van Leening, waar daaraan uit den aard der zaak nog greotere beho9fte bestaat. Niet minder noodzakelijk acht by de ver betering van de woriDg van den ambtenaar van het hulpkantoor der Bank-van Leening, die gehuisvest is in h=t perceel Korte Mare, hoek Lammermarkt. Dij woning, bestaande uit twee kleine kamertjes, is inderdaad aller treurigst, terwyl de daarvan door de gemeente getrokken huur werkelijk niet zoo heel gering is. Hy geoft in ozerwtging een gedeelte van de daaraan grenzende, eveneens aan de ge meente behoorende, thans nog onverhuurde woning bö die van den bedoelden ambtenaar te trekken. Antw. van B. en Ws.Na rjjp beraad is indertyö door den Raad toestemming verleend om het lokaal boven de "Waag in te rïchtoo voor Centraalbureau van de Telepboon, waar mede uit den aard der zaak de plaatsing van een stellage boven het gebouw gepaard moest gaan. B. en Ws, mrenen, dat thans bezwaariyk op deze beslissing kan worden teruggekomen. Voor het aanbrengen van een duinwater- kraan in de Bank van Leoning zullen de noodigo maatregelen worden genomen. De klachten omtrent het onvoldoende van do wening van den beambte van het hulp kantoor der Bank van Leening kernen B. en Ws. niet gegrond voor. Uit oen plaatselyk onderzoek is hun gebleken, dat de wooing voor dien beambte, die een klein gezin heeft, voldoende ruimte aanbiedt, wanneer althans niet het grootste vertrek voor pronkkamer wordt gebruikt. Van toevoeging aan deze woning van een gedeelte van het door de gemeente aange kocht huis Korte Mare no. 15, zal thans overigens wel geen sprake küDnen zön, nu dit huis krachtens Raadsbesluit van 30 Sep tember is verhuurd. Het stelsel van het onderhoud der gebou wen, enz. in eigen beheer werkt nog te kort om ten aanzien van de financiëele resultaten daarvan thans reeds een oordeel uit te spreken. Intusschen is het voornaamste voordeel, aan dat stelsel verbonden, hierin gelegen, dat het werk beter wordt uitgevoerd dan bö aanbe steding, omdat een behooriyke controle op de uitvoering door den aannemer niet wel doen lijk fa. Voorts heeft het de aandacht getrokken van oen lid hoe weinig de windwözore op het stadhuis aan hunne bestemming beant woorden. Zy wözen, onverschillig uit welken hoek de wind waait, halsstarrig naar dezelfde windstreek, of draaien piepend en knarsend heen en weer. Op deze bemerking zal gelet worden, ant woorden B. en Ws. Een ander lid wfyst op den i. nog zeer onbevrodigenden toestand van het voormalig kruithuis. De daartegen geplante klimop achönt weinig levensvatbaarheid te bezitten. Volgens B. en Ws. groeit bedoelde klimop ni9t zoo snel als schynt te worden verlangd, omdat de zonkant door het gebouwtje wordt ingenomen. By den post voor dag- en weekgelden der werklieden en bedienden in dienst der ge meente, mitsgaders verdere kosten der fabri cage, zeggen B. en Ws., dat de wenschelyk.- heid is gebleken, dat een rywiel worde aan geschaft voor den dienst der fabricage, ten gebruike van den hoofdopzichter, ook met het oog op de tegenwoordige uitgebreidheid der gemeente. Zy stellen daarom alsnog voor te dien einde een bedrag van ƒ200 op dit artikel uit to trekken. Volgn. 124. Jaarwedden dor onderwijzers (lager onderwys). In eene afdeeling heeft men met geno 'geo gezion, dat door het hoofd der meisjesschool 1ste klasse een aanvang i3 gemaakt met het houden van schoolver gaderingen. Men vraagt of ook reels op andere scholen dergelijke vergaderingen worden ge houden en of Burg. en Weths. het niet wen schelyk achten dij vergaderingen te bevor deren? Van dwang kan natuarlyk in deze geen sprake zön, maar een zachten crang van het Dag. Bestuur in die richting zou men hoogst nuttig achten. Inzonderheid eene aan moediging van die schoolaoofden, die zelf vóór dezan maatregel zyn, maar aarzelen hom in toepassing te brecgen, zoolang niet allsn een stemmig over dit punt denken, zou wellicht veel kunnen uitwerken. Men koestert de ver wachting, dat, wanneer maar één schoolhoofd in deze het voorbeeld wil geven, de andere wel zullen volgen. Ook B. en Wa. achten het in het belang van een geregelden gang van het onderwüs, d^t overleg plaats hebbe tusschen de hoofden van de scholen en het onderwözend personeel, hetgeen dan ook, Daar B. en Ws. vertrouwen, menig werf plaats heeft, en waardoor de band tusschen de hoofden en het overige persoaoel voorzeker versterkt wordt. Verplichte vergaderingen, waarin de onder- wyzers stemrecht hebben, wordt door B. en Ws. echter minder wenschelyk geacht en in stryd met de bedoeling van de Wet. Voorts vraagt één lid of het noodig is, de uitgaven voor de school in de Heerenstraat over een vol jaar uit te trekken, terwyl toch de 5de school der 3de klasse met 1 April zal worden in gebruik genomon. Komt dan die aan de Herenstraat niet tydelyk buiten gebruik? Uit het antwoord van B. en Ws. biykt, dat ook na du opening van de 5ie school van de 3de klasse aan den Maresingel de school aan de Heerenstraat hoogstwaarschijnlijk in gebruik zal moeten blyven, vandaar, dat de bezoldiging van het personeel voor een vol jaar is uitgetrokken. Volga 168. Toelage aan de eigenaars van den Schouwburg. - Een aantal leden hebben met leedwezen gezien, dat op de begrooting thans wederom f 150 minder zyn uitgetrok ken als toelage aan de eigenaars van den Schouwburg. Zy zien in dat geleidelyk ver minderen dier toelage een voorbode van den zoo al niet onmiddellyken, dan toch zekeren ondergang van den Schouwburg. Dat nu zouden zö een waro ramp achten voor een gemeente van circa 55,000 inwoners, waaronder niet minder dan een duizendtal studenten, aan wie gepaste middelen tot uitspanning niet mogen worden onthouden. Zy geven daarom in overweging wederom de vroegere toelage van f 1500 op de begroot in g uit te trekken. Daarentegen wordt van andere zyde hulde gebracht aan het Dag. Best., dat het ean schrede verder is gegaan op den by do vast stelling der vorige begrooting ingeslagen weg, en de vraag gesteld, waarom dan rist de eutrójpryzen kunnen worden verhoogd, indien de Schouwburg werkelyb voor sommige men schen in een behoefte voorziet. Een lid vraagt ol wel voldoende gewaakt wordt voor oe veiligheid in den Schouwburg en of de branibluschmiddelen steeds in goeden staat verkeeren. Hem was ter ooren gekomen, dat dit wel wat te wenschen zoude overlaten. In verband hiermede wordt ook gewezen op het gevaar, dat gebouwen van anderen a?rd, ook kerken, voor de bezoekers kunnen opleveren. Men acht bet niet ondienstig de aandacht van B. en "Ws. ook op deze gebou wen te vestigen. Op de eerste opmerking antwoorden B. en Ws., dat de kennelijke bedoeling van het Raadsbesluit, genomen by de vaststelling V3n de begrooting voor dit jaar, om het subsidie van den Schouwburg met 10% of f 150 te verminderen, naar hunne opvatting, was eene geleideiyke vermindering met geiyk bedrag in volgende jaren te doen plaats hebben. Vandaar, dat zö zich uit deferentie voor den Raad verplicht hebben gezien op deze begroo ting de toelage weder met 10% te vermin deren en uit te trekken op /"1200. Hetzelfde stelsel is ten vorigen jare toege past, toen door B. en Ws. het volle subsidie ad ƒ1500 werd uitgetrokken, omdat een in het voorafgaand jaar ingediend voorstel tot vermindering van de toelage alstoen wa' verworpen. Biykens het by de stukken gevoegd ver slag van de commissarissen van don Schouw burg scbünt de voor eenige jaren ingevoerde verhoogjpg der entreeprijzen geen gunstig resultaat te hebben geleverd. Verder zeggen B. en Ws., dat met de commissie van den Schouwburg in overleg is getreden omtrent het nemen van nog meer dere maatregelen tegen brandgevaar dan thans reeds zyn toegepast, terwyl ook hunne aan dacht is gevestigd op de andere hier boven bedoelde gebouwen. Kosten voor de middelbare scholen. Een lid gaf wederom uiting aan zön roeds meermalen uitgesproken meening, dat de Hoogere Burgerschool voor Meisjes voor deze gemeente als een zuiver weelde-artikel mag worden beschouwd, waarvan de opheffing aanbeveling zou verdienen. Het nut, dat deze instelling afwerpt, is z. i. niet zoo groot, dat het de hooge uitgave, welke de gemeente zich dientengevolge jaariyks per leerling moet getroosten, kan rechtvaardigen. Van andere zyd8 vond die bewering echter uitdrukkeiyk tegenspraak. Wèl verklaarde een dier laatste leden zich een voorstander van zoodanige regeling der schoolgelden, welke het mogc-iyk: zou maken, dat van verschillende leerlingen verschillend schoolgeld werd ge» heven. Na r aanleiding van deze opmerking wordft door B. en Ws, wat een eventueele ver- hooging der schoolgelden betreft, eenvoudig verwezen naar de in de Leeskamer ter in zage van de loden gelegde stukken. Verder deelen zy mede, dat de jaarwedde van mej. A. Nassau Noordewier met f 1QO moet worden verhoogd, vermits deze Jeerares bleek met 1 Sept. 1897 aanspraak to hebben op de late periodieke verhooging. Voorts is voor de tydeiyke leerares in het Hoogduitsch uit te trekken f 675, zynde 9 lesuren a ƒ75 p r wekelyfcscb lesuur per jaar; v,rmits ter zake op de begrooting 500 is uitgetrokken, zal dit artikel met 175 moeten worden verhoogd. Het geraamd bedrag moet aizoo met 975 worden vermeerderd. Burgerlijke Stuud van Leiden. Eerste huwelijks afkondiging van 24 Oct. J. T. De Graaff jm. 34 j. en A. C. J. Meerman jd. 38 j. H. A. Bonte jm. 23 j. en W. J. Keessen jd. 27 j. P. Van Wijk jm. 24 j. en C. J. Alberda jd. 25 j. E. M. TalJaux jm. 21 j. en L. Prommel jd. 20 j. P. J. Otten w. en M. C.Meeuwsenjd. -— G. J. Van Puffelen jm. 25 j. en J. Molenkamp }d. 24 j. H. De Bolster jm. i'4 j. en J. Blansjaar jd. 20 j. W. Schemkes jm. 30 j. en J. Franken jd. 21 j. G. Van Dis jm. 29 j. en C. Duvekofc j<h 24 j- ALFEN. Bevallen: M". Vierbergen geb. Van Bostelen, Z. P. Bauer geb. v. Ryn, Z. A. Bulk geb. Boer, Z. AAKLANDEKVEEN. Beyallen: C. G. Van Dolder geb. Heem rood, Z. BODEGRAVEN. Bevallen: E. Burger geb. Van den Bogerd, twee D. H. Van Wijngaarden geb. Klerx. D. J. Plomp geb. De Koning, Z. HILLEGOM. Bevallen: G. v. d. Akker geb. De Vries Z. A. Hamer geb. Gloude Z. O v e r 1 e d en: J. M. Steenvoorden 4 j. A. J. Warmerdam 4 m J. G. Lomans 52 j. NOORD WIJK. Geboren: Willem, Z. v. H. Meijers en G. Bogaarda. Petronella Jobanna, D. v. H. J. Rïetmeijer en C. Van Stein.Cornells Johannes, Z. v. A. Verloop en L. Van Duijn. Anna, D. v. P. Barnhoorn Fz. en N. Van der Haak. Overleden: Gerrit Van den Berg 63 jr., ge huwd mot E. M. Van Houten. Marie Vatt der Plas 21 jr., ongeh. Jacoba Van den Berg, 70 jr., wed. van J. Van der Linden. HAARLEMMERMEER. OndertrouwdW. J. Lippus en M. Veninga. J. De Vos, wedr. en W. Spaans. J. Monster en J. C. GroenendaaL Gehuwd: M. Met, wedr. en H. De Jong, wed. L. Overbook en J. Ruigentuin. B e v a 11 e nT. S. Van Wirduin geb. Smits Z. E. Stolwijk geb. Steevons D. S. M. Parlevlïet geb. Wassenaar D. M. Spaans geb. Gijzcnberg D. E. Gerritsen geb. Kooyman Z. W. D. Vriesman geb. Van Raam D. E. Louwerso geb. Loosbroek Z- T. Aartsen geb. Koster D. A. Van Eeuwijk geb. Stekelenburg Z. T. Bogaard geb. Van Dijk (2 Z.) C. M. Timmer» geb. Van Brakel Z. J. T. Verheul geb. Kauffinan D. Overleden: H. L. Dijkman, 22 j. A. G. Zijm, 10 j. T. Sassen, 17 mud J. Hamelink byna 2 j. J. Kruikomeier, 40 j. H. Van "Woudenberg, 3 j. KOUDEKERK. Bevallen: A. De Wit geb. Van der Sluis D. C. Van Harskamp geb. Van Beekum Z A. Koot geb. v. Leenwen Z. A. Dorre paal geb. Boon Z. F. M. Dorrepaal geb Rijnsbitrger Z. NIEUWKOOP. Bevallen: A. Van deLoogeb. Mulders Z. W. Van Vliet geb. Lunenburg Z. E. Pietersen geb. Breewel, levenl. Z. Overleden: C. Voorsluis, echtg. van N. Van Helsdingen. 64j. TTr Gehuwd; Z. Otto jm. 30 j., en J. Van Leeuwen, jd. 34 jaar. OEGSTGEEST. Gehuwd: G. Van dor Poel et E. H Juffermans. Geboren: Johanna, D. v. J. Van der Putten en E. C Bisschop. Margaretha Carolina, D. v. R. Schreiber en en C. S. Fontaine. Maria Cornelia, D. v. K. Van Schaik en T. Wassenburg, Overleden: M. Lubbe 19 m. OUDSUOORN. Bevallen: H. Hulscber geb. Wassenaar D. E. A. Schouten geb. Deurloo Z. C J. Loef geb. Scheele D. VOORHOUT. Geboren: Mactildis, D. v. J. Van der Ploeg en P. Wijnands. Petrus, Z. van P. Kortckaas en A. M. Broekhof. Ondertrouwd; J. Th. Van der Prijt jm. 24 en A. M. Pijst jd. 22 j. ZEGWAARD. Ondertrouwd: C. Berk el jm. 23 j., te Zegwaard, en A. Westhoek jd. 28 j. to Zoetermeer. Overleden: Levenl. aangeg. kind van hel vrouwelijk geslacht van L. Groeneweg en J. Van Elleswijk. ZOE'Ï'ERMEER. Ondertrouwd: A. Luk 28 j, wedr. van M. Van der Geest, te Stompwijk, en M. Massée 35 j., wed. van C. Van Zwieten, te Zoetermeer. J. Bus jm. 22 j., te Zoetermeer, en E. C. Westerveld jd. 21 j., te Rotterdam. ZOETERWOUDE. Geboren: Corneli9 Petrus, Z. van C. Lagïrberg en E. J. Ammerlaan. Alida Cornelia, D. van Th. J. Van der Krogt en M. ML v. d. Hulst. Overleden: H. A. v. d. Post, 1 m., D. van 1 v. d. Post en J. De Vreede. H. Bogaard, 74^ wednr. van G. Vergeer. CORRESPONDENTIE. Ingezonden stuk ken of mededeelingen, waarvan de inzenders hun naam niet aan de Redactie bekend makêil worden ongeplaatst ter zydo gelegd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 6