N®. 11556. "Woensdag 27 October. A®. 1897 <§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van §pn- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 26 October. F1 euilleton. Zonderlinge Avonturen. PRIJS DEZER COUBAJIT: Voor Lolden per 3 maanden. r. f 1.10. Franco per poet1.40. Afzonderiyke Nommere t t 0.05. PRIJS DEB ADVERTENTIEN: Van 1-6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17{. Grooterö letters naar plaatsruimte. Voor het moasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Ofliciëele Kennisgevingen. Vergadering van den Gemeenteraad yaa Leiden, op Donderdag 28 Oct., dea namidlaga te één uur, zoo noodig voortzetting van de Vergadering dedavouda. Punten tor behandeling: V. Beüediging en installatie van dr. P. J. Kaiser, als lid van den Gemeenteraad. 2°. Benoeming van een derde onderwijzeres aan de school 3de klasse No. 4. ('251) 3\ Idem van een tweeden onderwijzer aan de school 3de klasso No. 2. (250) 4°. Idem van een lid in de Commissie van aanslag, bedoeld in art. 19 8 dor Wet van 2 October 1893 (Stsbl. No 149) tot beffing eener belasting op bedrijfs- en andere inkomsten. (249) 5°. Idem van een plaatsvervangend lid in de sub 4 vermelde commissie, (249) 6°. Idem van een Wetho.uder. 7°. Voorstel tot onderbjindseb© verhuring van het land nabij Endegeest, onder Oegstgeest. ('243) 8°. Verzoek van Mej. J. C. Schütt, om ontslag als leeraros in de Handwerken aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes) (244) 9°. Voorstel tot. vaststelling van het schoolgeld voor leerlingen van do Kweekschool vooronder- wijzers, elders woonachtig. (245) 10". Rapport der ltnadscommissio in zake een eventueelo onbewoonboarverklaring van per- coelen in de Gekroonde Liefdepoort en in de Heerenlaan. (246) 11°. Voorstel tot aankoop van de perceelen Lokhorststraat Nos. 20 en 22. (252) 12°. Idem omtrent liet. aanbrengen van vlonders in eenige lokalen der Hoogero Burgerschool voor Jongens. (248) 13°. Idem omtrent de aanschaffing van eenige tafels voor de Kweekschool voor onderwijzers. 14". tekening over 1896 van het R.-K. Wees- en Oudeliedenhuis. (258) 15". Voorstel omtrent den aanleg van duinwater kranen in enkele vertrekken van het Raadhuis en in do Bank-van-Leening. (254) 16". Idem tot wijziging van de Verordeningen op de heffing on inrordering van opcenten op de Personeele Belasting, f257) 17\ Verzoek van A. flakkert, om vrijstelling van schoolgeld Hoogere Burgerschool voor Jongens. (256) 18°. Voorstel omtrent tijdelijke uitbreiding van het hulppersoneel aan do Herhalingsschool afdee- ling Jongens (255) 19°. Voorstel omtrent do oprichting, van een kegel baan op het terrein van de Buitensociëteit „Amicitia" en liet doen rocuen van eeuige hoornen. (259) 20°. Eerste Suppletoir Kohier der Plaatselijke Directe Belasting, dienst 1897. (253) 21°. Bezwaarschriften tegen het Kohier der Plaatse lijke Directe Belasting, dien9t 1897. (260) 22". Begrooting van do Inkomsten en Uitgaven der gemeente voor 1898. (230) Eonigs dagen nadat de tentoonstelling van kunstnaaldwerk zal z(jn gesloten, wordt er in het Stedelijk Museum een expositie ge opend van teekeningen, 6tsen en houtsneden, door de artisten J. M. Graadt van Koggen, W. F. A. Vaarzon Morel, J. G. Veldheer en W. O. J. Nieuwenkamp vervaardigd. Deze portefeuille, die voor het eerst te Leiden geëxposeerd wordt, zal daarna io ver- schillende plaatsen van ods land ter bezichti ging worden gesteld. Vermoedelijk zal deze tentoonstelling van 4 18 November geopend blijven. Blijkens bericht van den directeur der Kweekschool voor Onderwijzers zjjn inder tijd drie schooltafels No. 7 van do Kweekschool naar do Hoogere Burgerschool verplaatst, aan welke tafels thans op de Kweekschool behoefte is, terwijl deze benoodigd blijven voor do Hoogere Burgerschool voor Meisjes. Er zullen dus thans voor de Kweekschool drie school tafels moeten worden aangeschaft, waarvan de kosten ƒ48 bedragen. B. en W8. geven den gemeenteraad op dien grond in overweging hun ter zake het noodig krediet te verleenen, ten einde tot de aanschaffing dier tafels te kunnen overgaan. Te zijner tijd zal alsdan een voorstel worden ingediend tot verhooging, voor zooveel noodig, van het betrekkelijk artikel der begrooting. Door den directeur der Hoogere Burger school voor Jongens is aan B. en Ws. mede gedeeld, dat het, met het oog op het groote aantal leerlingen in de verschillende klassen, voor de leeraren meer %en meer noodig is het geheele lokaal gemakkelijk te overzien. Daar voor is in de meeste lokalen een verheven heid of vlonder noodig; tot proef zjjn er by den aanvang van den cursus twee gemaakt, die zeer goed aan het doel beantwoorden. De directeur wenseht daarom op den ingeslagen weg voort te gaan en heeft verzocht nog zes vlonders te doen aanmaken. Uit een ingesteld onderzoek is gebleken, dat de koeten van dit werk ƒ78 zullen bedragen. Zich met dit voor stel van den directeur vereenigende, geven B. en Ws. den gemeenteraad in overweging hun te machtigen tot het doen maken van zes vlonders voor- dit doel over te gaan, zullende ook hiervoor later een voorstel worden ingediend tot verhooging, voor zooveel noodig, van het betrekkeiyk artikel der be grooting. Den gemeenteraad deelen B. en Ws. mede, dat wegens expiratie van den huurtijd, moet worden overgegaan tot de verhuring van de landerijen naby het krankzinnigen gesticht „Endegeest", door de gemeente ia den loop van 1897 aangekocht, te zamen groot 17 HA. 62 A. 11 cA. Döze landeryen zyn thans in twee partyen verhuurd, eene party aan C. L. Yan der Wilk, landbouwer te Oegstgeest, voor 1000 per jaar, tot Kerstmis 1897, en eene party aan Jac. De Groot, bouwman te Oegstgeest, voor 382.50 per jaar, tot 31 October a. 8. Deze laatste huur is by den aankoop van de betrekkeiyke perceelen land overgenomen. Door genoemde huurders Yan der Wilk en De Groot is aan het college van B. en Ws. een aanbod gedaan om de genoemde perceelen land van de gemeente te huren voor den tyd van vyf jaren, ingaande met Kerstmis van dit jaar, voor een jaariykschen huurprysvan resp. 1000 en 382.50. Yermits naar het oordeel van B. en Ws. by eene openbare verhuring bezwaarlyk eene hoogere som zou kunnen worden bedongen, stellen zy don gemeenteraad voor, in dezen niet tot eene openbare verhuring over te gaan, maar de bedoelde landeryen, de eene ter grootte van 13 HA. 11 A. 71 cA., waaronder is begrepen een gedeelte, thans in gebruik by het krankzinnigengesticht, te verhuren aan Yan der Wilk, tegen een buurprys van 1000 per jaar, en de andere, ter grootte van 4 HA. 50 A. 40 cA., te verhuren aan Jac. De Groot, tegen een huurprys van 382.50 per jaar, beide voor den tyd van 5 jaren, ingaande met Kerstmis van 1897, onder bepaliDg, dat de gemeente bevoogd is de huur tusschen- tyds geheel of gedeelteiyk te doen eindigen of stukken uit het verhuurde te nemen, mits daarvan ten minste zes maanden te voren aan de huurders kennis gevende, in welk ge val de huursom in evenredigheid zal worden verminderd; voorts onder voorwaarde, dat de gemeente buizen kan doen leggen in het verhuurde, zonder dat de huurders deswege eenige schadeloosstelling of vermindering van huur kunnen doen gelden, en wyders onder de gewone voorwaarden, ook thans in de huurcontracten opgenomen. Van der Wilk en De Groot voorn, hebben zich bereid verklaard onder deze voorwaarden de huur te aanvaarden. Naar aanleiding van het desbetreffende verzoek van het bestuur der sociëteit „Ami citia" alhier, deelen B. en Ws. den gemeente raad mede, dat dezerzyds geen bezwaar bestaat tegen de oprichting van een kegelbaan op het terrein der Buitensociöteit en het doen rooien van drie boomen aldaar. Zy geven mitsdien in overweging het be stuur van genoemde sociëteit voor zooveel nooiig toestemming te verleenen tot oprich ting van een kegelbaan op bedoeld terrein en te besluiten tot het doen rooien van drie boomen, staande op genoemd terrein, op de overgelegde teekening aangegeven. B. en Ws. geven den gemeenteraad in overweging het schoolgeld voor de volgende leerlingen der Kweekschool voor Ondorwyzers, elders woonachtig, vast te stellen op het hierna vermeld bedrag: Petrus Antonius Kavelli, te 's-Gravenhage, op 6 per kwartaal, op grond, dat de inkomsten van zyn vader P. A. Kavelli f 1500 bedragen Abraham Christiaan Smit, te Leiderdorp, op 4 per kwartaal, op grond, dat de inkomsten van zyn vader W. F. Smit vermoedeiyk ongeveer ƒ1000 bedragen; Catriena Cornelia Maria Fortgens, te Hazers- woude, op 2 per kwartaal voor het by wonen van ééne les, op grond, dat het inkomen van ha^r vader A. Fortgens valt tusschen 1000 en ƒ2000 'sjaars; Margaretha Elizabeth Aartse, te Yoorscboten, op ƒ2 per kwartaal voor het by wonen van ééne les, aangezien het inkomen van haar vader C. P. Aartse vermoedelijk valt tusschen 1000 en ƒ2000. Yictorine Hymans, te 's-Gravenhage, op 2 per kwartaal voor het by wonen vanééneles, op grond dat de inkomsten van hare moeder de Wed. J. G. Hymans vallen tusschen ƒ1000 en ƒ2000; Cornelis Willem Paap, te Voorschoten, op ƒ6 per kwartaal, daar het inkomen van zyn vader C. A. Paap vermoedeiyk valt tusschen ƒ1000 en ƒ2000; M.tria Spruyt, te 's-Gravenhage, op ƒ1.25 per kwartaal voor het 'oywonen van ééne les, op grond dat hare inkomsten 700 bedragen; Willem Jiddo Taanman, te Rynsburg, op 4 per kwartaal op grond dat de inkomsten van zyn vader C. Taanman vallen tusschen ƒ600 en 1000; Geert Torenbeek, te Voorschoten, op 1.25 per kwartaal voor bet bywonen van ééne les, daar zyn inkomen valt tusschen ƒ600 en ƒ1000; Cornelis Spoor, te Bodegraven, op ƒ6 per kwartaal op grond dat het inkomen van zyn vader R. Spoor ƒ1100 bedraagt, en Paulina Johanna Hartog en J. W. Hermsen, te Haarlemmermeer, C. Herrewyn en A. Veefkind, te Leiderdorp, J. L. Yan Leeuwen, te Zoeterwoude, Pister Schaap, te Oegstgeest, Gerardus Johannes Smit, te Haar lemmermeer, en Ellen Jacoba Stempels, te 's-Gravenhage, vry te stellen van de betaling van schoolgeld, op grond dat hunne inkom sten minder dan 600 bedragen. Den 278ten November a. s. vertrekt per particulier stoomschip „Burgemeester Den Tex" van de Maatschappy „Nederland" naar Oost-Indi§, een transport onderofficieren en minderen der zeemacht, onder bevel van den luitenant ter zee der 1ste klasse J. A. A. C. Ridder Van Rappard en onder medegeleide van de adelborsten der 1ste klasse M. W. Schaly on R. P. C. Spengler. Dat transport zal vermoedeiyk bestaan uit: één sergeant- torpedist, 3 torpedisten lste of 2de klasse, 2 sergeanten der mariniers, 5 korporaals der mariniers, 4 tamboers en 85 mariniers, totaal 100 koppen. De heer H. C. Bayings, onderwyzer aan de R.-K. burgerschool alhier, is benoemd aan het gymnasium te Katwyk. Do Fiansche mail, met berichten uit Batavia, wordt hedenavond alhier verwacht. Door den beeldhouwer Charles Yan Wyk, te 's Gravenhage, werd in opdracht der firma Van Hasselt Co. aldaar een buste vervaar digd van H. M. de Koningin. Op verzoek van genoemde firma en van den heer Yan Wyk heeft H. M. den beeldhouwer op het Loo enkele oogenblikken de gelegenheid gegeven aan zyn werk naar het leven de laatste hand te leggeD. Ter audiëntie by H. M. zijn gisteren naar bet Loo vertrokken de ministers van justitie en van koloniëD. De Oostenrijkscli-Hongaarsche gezant, graaf Ocolocsanyi is van buitenlandsch ver lof te 's-Gravenbage teruggeke°rd, laatsteiyk vertrokken uit Luxemburg, by het Hof alwaar hy mede zyn functie vervult. Baron Gevers, minister resident te Bucharest, die een gedeelte van zyn verloftyd te Londen doorbracht, is ia de residentie teruggekeerd. De heer T. Slagter heeft eervol ontslag gevraagd als burgemeester der gemeente Berkhout. De gemeenteraad van Deventer heeft besloten een memoriepost op de begrooting te brengen voor presentiegeld voor de leden. Te Haarlem wenseht de commissie van financiën uit den gemeenteraad ingevolge de wet van 24 Mei 1S97, waarby alle plaatse lijke verordeningen op de heffing van opcenten op de Personeele Belasting met 1 Januari a. s. vervallen met de heffing van die ver ordening voort te gaan, met dien verstande, dat het getal opcenten op 80 gebracht werdt, waarvan 50 te heffen van de hoofdsom der aanslagen van hen, voor wie de belastbare huurwaarde meer dan 100, doch niet meer dan 200 bedraagt, en het getal van 80 opcenten bereikt wordt uiterlijk bij do aan slagen van hen, voor wie de belastbare huur waarde 500 bedraagt. Voorgesteld worJt, die grens te bepalen op 450. De commissie berekent de totale opbrengst volgens de heffing op ruim 133,000, t rwyi zy verwacht, dat in de eerstvolgende jaren geen hoogere opcenten geheven behoeven to worden. Wegens plaatsgebrek op de perstribune in de vergaderzaal der Tweede Kamer is, ten behoeve van de plaats verzocht hebbende verslaggevers van volksbladen, een gsdoolte van de gereserveerde tribune afgezonderd en van schrijflessenaars voorzien. In plaats van don heer A. H. Yan Thiel, hoofdinspecteur der telegraphie, is tot lid der oorloga telegraaf-commissie aangewezen dp heer A Kruijt, inspecteur der telegraphio in Algemeenen Dienst. Getrouw aan de gedane belofte, komen B. en Ws. van Utrecht thans, na de goed keuring der straatgeldbelasting, met een nader voorstel omtrent de regeling eer financiën. Hieruit blykt, dat het voorstel van B. en Ws t om het aantal opcenten van de personeele belasting niet hooger te doen klimmen dan 70 (met een progressie van 50 tot dat aantal), by de commissie van fioanciën g^en onver- doelde instemming heeft gevonden. De minder heid der commissie wenschte de klasse, dia het hoogst is aangeslagen, namelijk 70 opcen ten, nog te splitsen in twee klassen, ten einde het aantal opcenten voor de hoogst aangeslagenen op 74 of 75 te bopalen. Hier door zou een bedrag worden verkregen van ruim ƒ176,000 of ongevoor zooveel 3ls de evenredige heffing van 68 opcenten opbracht. B. en Ws. biyven echter by hun oorspron kelijk voorstel. De opbrengst zal dan ongeveer ƒ169,000 zyn, in welk k'einer bedrag B. en Ws. echter geen bezwaar zien, omdat de uit- keering van het Ryk aanmerkelijk hooger zal zyn dan verwacht werd. Wordt de opbrengst der opcenten 33,000 lagi,r begroot, dan moet het eyfer der plaatselijke cirecte belasting naar het inkomen met 17,000 wordeD verlaagd. Met het oog op de verhoogde Ryksuitkeering stellen Burg. on Weths. voor, het cyfer der inkomstenbelasting met ƒ25,000 te verminderen. Verhooging van het percentage van 3 op 3'/4 pCt. is dan niet noodig. De minister van oorlog heeft openlijk zyne byzondere tevredenheid betuigd aan den kapiten G. A. Jong, van het 3de regiment veld-artillerie, ter zake, dat hy, op 18 Augustus 11. omstreeks 93/4 uur in den voormiddag met eene battery den spoorweg-overgang aan den weg Wargashuizeden Loverschen molen passeerende, door zyn kalm en beleidvol en energiek optreden den op dat oogenblik reeds zeer naby zijnden sneltrein Amsterdam Brussel aan een groot gevaar heeft doen ontkomen; onder bepaling voorts, dat van deze tovredenheidsbetuiging aanteekening zal worden gehouden in de bevorderingslyst betreffende genoemden officier. 32) Voor zoover ik zien kon, werden zy in dat gedeelte van het gebouw, waar ik was opge sloten, niet met eenige werkzaamheid belast, hoewel ik geloof, dat de anderen onder j geleide naar buiten gingen om de straten te 1 vegen, hout te hakken, het plantsoen in orde to houden en soortgelyke bezigheden te verricht.n. Even voor zeven uren werd ons een sober maal opgedischt en tegelykertjjd kwam Veneda by my. Ik maakte plaats voor hem op de bank naast my, terwyi ik brandde van nieuwsgierigheid om meer te hooren over hetgeen ons beiden zoo na aan het hart lag. „Luister eens," zeide ik; „myn hoofd is geheel in de war met denken. Gy moet my toestaan u nog met eenige vragen lastig te vallen, want er is altyd nog iets, dat ik niet begryp." „Begin maar," antwoordde by. „Wat wenseht gjj te weten?" „Wel, in de eerste plaats hoe gy het hebt aangelegd om te sterven en weer levend te worden, zonder dat men het bedrog bemerkte. Juanita heeft my verteld, dat zy u koud en styf in uw hut heeft zien liggen." „Dat is zoo. Maar ik speelde comedie. Het was het eenige middel, om de zwarigheid op te lossen en van haar ontslagen te worden." pDus was de kapitein in het geheim en zyn minder goede gezindheid jegens u slechts voorgewend?" „Zeker! Doch hy was een schraapzuchtige kerel, die Boulger, en het kostte my honderd pond, om hem tot myn plan over te halen. Toen ging het gemakkelijk genoeg. Nadat wy Tahiti achter ons hadden, kwam er een lee- lijke ziekte aan boord, waaraan een paar matrozen en de stuurman bezweken. Nu zag ik de kans schoon. Ik hield my, of ik ook aangetast was. De kapitein speelde zyn rol uitstekend; hy liet Juanita niet by my toe uit vrees voor besmetting en den nacht daarop stierf ik. Den volgenden dag werd een kist met een stuk lood er in op Vanua Lava begraven, terwyi ik veilig zat verborgen in de kajuit van den kapitein, tot wy Thursday-Island bereikten. Zy bleef daar om op een gelegenheid te wachten terug te kunnen keeren, ten einde het medaillon te zoekeD." „En gy?" „Ik vond plaats op een stoomboot, welke dezen kant uitging. Van Batavia zou ik naar Engeland koers zetten, maar het ongeluk wilde, dat ik twist kreeg met een officier, waarby ik een weinig haastig met myn revolver voor den dag kwam. Ik werd aan gehouden en zoo kwam ik hier. Wilt gy nog meer weten?" „Nog iets. Hoe zyt gy van plan ten op zichte van uw vrouw te handelen?" „Myn vrouw? Wie is dat? Ik heb de eer niet de dame te kennen." „Maar Juanita dan?" Veneda liet een langgerekt gefluit hooren. „Wilt gy soms zeggen, dat zy zich by u voorgedaan heeft als myn vrouw?" „Ja. Is dat dan niet waar?" „Volstrekt niet, manlief; zy heeft u by den neus gehad." „O, wat een samenweefsel van leugens en bedrog l" Veneda sloeg geen acht op deze laatste woorden, doch staarde naar de blauwe lucht boven ons. Eensklaps sprong hy op. „Ramsay", zeide hy. „Er moge van komen wat wil: ik moet hier uit en gy moet my helpen." „Hoe kan ik dat? Ik bon er eveD slecht aan toe als gy zelf." „Neen, dat geloof ik nietl Het zou my zelfs niet verwonderen, zoo gy van avond nog in vryheid werdt gesteld." „Hoe denkt gy dat zoo?" „Dat komt er niet op aan. Wacht en zie. Maar als gy hier weggaat, wilt gy my dan beloven, my te helpen?" „Indien ik ontslagen word, kan ik onzen consul mededeelen, dat gy hier zyt en „Neen, neeD, dat gaat niet. De consul zal inlichtingen omtrent my moeten inwinnen en zoo zal de zaak besproken worden en den Al bino ter ooren komen. Die zou een aardig sommetje over hebben om gewaar te worden, waar ik my bevind." „Alweder iets, dat ik niet begryp. Nu gy nog leeft en in het bezit zyt van uw geld, waar hebben zy thans dat medaillon nog voor noodig? Zy kunnen zich toch meester maken van het goud, dat gy begraven hebt.'' „Begraven? Het goud?'{ „Ja, dat gy van uw laatste erfenis ontvingt, toen gy in San-FraDcisco waart." „Ha, hal Dat hebben zy u ook al op de mouw gespeld. Ik heb nooit 6en erfenis gehad." Daarop verhaalde ik hem, wat Juanita my omtrent dat geld had medegedeeld. Hij lachte, dat hy schaterde, klopte my op den schouder en zeide: „Help my hier maar uit en gy zult zien, wat voor een man ik ben. Gy kunt verzekerd wezen, met geen ondankbare te doen te hebben." „Als ik vry kom, beloof ik u myn best voor u te zullen doen", gaf ik hem ten ant woord. „Maar op welke wyze wilt gy het aanleggen om te ontsnappen? Het zou niet kwaad zyn, al dadeiyk een plan daarvoor te maken." „Kom maar eens mee, dan zal ik u zeggen, hoe ik er over denk." Wy staken de plaats over en Veneda kwam met zyn idee voor den dag. „Gy ziet dien muur daar?" zeide hy. Ik knikte. „Nu, aan den anderen kant bevindt zicb, naar ik van de lieden hier gehoord heb, een weg en verder ligt er een rystveld. Des nachts gaat er elke tien minuten e9n schildwacht het geheele gebouw rond en gedurende dien korten tusschentyd moeten wy ons plan zien uit te voeren." „Doch hoe denkt gy er over te komen?" vroeg ik, naar den muur kykende, die my te hoog voorkwam om hom te kunnen beklimmen. „Heel gemakkeiyk," antwoordde myn on verschrokken metgezel, „indien gy maar letter- ïyk alles doet, wat ik u zal zoggen.'' „Dat beloof ik u." „Nu, in de eerste plaats koopt gy in oen der winkels in de stad een zestig voet lang, sterk touw. Dan wacht gij tot middernacht. Gy huurt een karretje met een sterken Maleischen jongon als koetsier en laat u naar gindscho zijde van dezen muur brengen. Zoodra gy daar zijt aangekomen en niet vóór dea tyd, zegt gy tot uw metgezel, maar spreekt gy Maleisch?" „Neen, ongelukkig niet." „Dat is jammer, doch er is niets aan ta doen." Hy dacht een oogenblik na, nam toen een stukje papier en schreef er met een potlood eonige woorden op. „Hier zyn twee volzinnen," zeide hy en hy las ze mij voor, om my de juiste uitspraak te doen hooren. „De eene beteek ent „Naar do gevangenis", de andere „Ik zal u tien gulden geven." Zeg ze my eens na." Ik deed het, tot het my verveelde. „Nu zal het wel gaan," sprak hy. „Gy zult u wel verstaanbaar kunnen maken." „En als ik nu bij den muur kom, wat moet ik dan doen?" vroeg ik. „Dan werpt gy het ééne eind van het touw over den mnur. Ik zal het om myn middel vastmaken, waarna gy en do jongon my naar boven moeten trekkon. Het zal een lastig werk zyn, doch gy zult het wel klaarspelen." „En indien de schildwacht onderwyi komt?'l „Wel, in dat geval moet gy maar zien, hoe te handelen. Ik zou u echter aanradon hel zóó in te richten, dat bü u misloopt." {Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 1