N°. 11558 Zaterdag 23 October, A". 1897 Burgerlijke Stand. Feuilleton. Zonderlinge Avonturen. PBXia DEZER OOURAHTj Voor leiden per 3 maanden. 1.10. Franco per post1.40. AfJonderlyko Nommors 0.05. foment wordt dagelijks, met uitzondering van (Eon- en feestdagen, uitgegeven. PEX73 DEE AD7KETEU Tj-gH Van X 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17j. Grootera letters naar plaatsruimte. Voor hot incaaseeron buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Tweede Blad. Gemengd Nieuws. Is het een gewoon verschijnsel, dat ondergeschikten, wanneer het klokje, waarop zü naar huis gaaD, nauwelijks koud is, kantoor of werkplaats verlaten, verheugd over de verkregen vrijheid, een merkwaardige uitzondering bleek git teren ter terechtzitting van het Haagsche kantongerecht. Geheel uit oigon boweging en uitsluitend in het belang van hare patronesse waren een tweetal naaisters op zekeren avond na acht uren (het wettelijke tijdstip, waarop viouwenarbeid moet eindigen) nog werkzaam gebleven in een atelier voor damesmantels. De meesteresje dier juffrouwen wist zelfs niet, dat de meisjes nog in de werkplaats waren, want toen onver wacht twee rechercheurs kwamen met de vraag of er nog vrouwen aan den arbeid waren, ging zij met de beambten mede om er zich van te overtuigen en vond toen de volijverige meisjes nog bezig mot het afmaken v.n baar taak. Op deze omstandigheden vestigde gisteren de gemachtigde van de vottf dit feit van over werkt n voor den kantonrechter gedaagde eigenares van het magazijn de aandacht van hot Openbaar Ministerie, om aan te toonen, dat in dit geval geeuszina sprake was van esn bedoeling om de wet te ontduiken, doch cle overtreding integendeel feitclyk geplagd was zonder medeweten van de beklaagde, in wier atelier dus blijkbaar niet de afbeulende arbeid wordt veTricht, waarop do overigens uitnemende arbeidswet doelt, getuige het feit, dat de meisjes, uit pure toewyeing voor haar patrones en zonder eenig geldelijk voordeel, in den drukken tijd werk bleven afmaken. Terloops wees do gemachtigde ook nog op deh geest van genoemde wét, die arbeid van personen boneden 16 jaren of van vrouwen, verbiedt, vroeger aanvangende of later eindi gende dan zekere gestelde uren, met dion verstande echter, dat hot aantal uren, gedu rende welke de arbeid wordt verricht, niet meer dan elf per etmaal bedraagt. In dien geest nu had de arbeid in de ateliers van beklaagde steeds plaats, ook op den bewuston dag, t.-rwijl in den regel de meisjes van de patrones ongevraagd vergunning verkrijgen om vroeger te mogen vertrekken dan haar tyd is. Vandaar, dat in dit atelier een zoo aangename verstandhouding tusschen onder geschikten en patrones heerscht, dateerstge- noemdon gaarne in het belang van laatstbe doelde langer arbeiden dan noodig is. Het Openbaar Ministerie voerde hiertegen aan, dat, ongeacht de welwillendheid van ondergeschikten, om don arbeid langer ta doen voortduren, de bootten van fabrieken of werk plaatsen verplicht zyn te zorgen, dat de arbeid voor personen beneden de 16 jaren of van vrouwen eindigt op het by de wet gestelde uur, ja desnoods verplicht zyn door alle mid delen hun personeel te noodzaken de werk plaats te verlaten. De patroons mootsn zich steeds overtuigen, dat het personeel, hetwelk onder de bedoelde bepalingen der arbeidswet valt, op het gestelde uur de fabriek of werk plaats ook werkelyk heeft verlaten en biyven dus onder alle omstandigheden voor overtre ding aansprakelyk. De vordering luidde twee geldboeten van f 10 ieder en een van f 3 (wegens een ander verzuim betreffende de arbeidslyst). Gisteren werd tydens de zitting van het kantongerecht te 's-Gravenhage een bierhuishouder uit de z-aal verwijdend, die maar niet wilde begrijpen, dat na het sban van middernacht een andere dag is aangebroken, weshalve de agent van politie, die hem een half uur na middernacht bekeurd had, wegens het zich op bevel der politie niet aanstonds verwyderen uit een volksoploop, in zyn proces verbaal als tydstip der bekeuring hid vermeld: des voormiddag8 te halféén. Dat wou er bij hem niet in. 's Middags om halfóón had hy niets kwaads uitgevoerd en den agent had hy in 't geheel niet de eer te kennen. Nadat de ambtenaar van het Openb. Min. met den kantonrechter beurtelings alle moeite hadden gedaan om hem de zaak duileiyk te maken en eerstgenoemde ten slotte den man aanried om de lagere school neg maar eens te bezoeken, achtte do biorhuisbouder zich zóó beleedig.J, dat by een brutaal antwoord gaf, hetwelk zyn uitzetting ttn gevolge had, nadat hy reeds te voren een brutale houuiug had aangenomen. Er werd f 5 boete tegpn hom gevorderd. Voor feestversiering en v 6 r- lichting in 1898 van de Pas?age te 's Graven- hage hebben zich tot een comité vereenigd de heeren: M. J. Goudamit, H. K. Koppel Jr., J. Meyer, J. C. Van Ockenburg en J. L. "Weeber. Het iy k van den persoon, die door den treia Gronmgen - Sauwert is over reden, is door de fan ilia herkend. H t bleek te zyo S. Bolhuis, laudbouwer te St.-Ann^n (Ten Boer). De man is door het overstappen van de 2de in de 3de klasse onder den trein geraakt. In Friesland ziet men tegen woordig ongewoon Teel Drentsche schapen in de weiden. De toeren laten die in ds landen weiden, om ze in den l-aten herfst voor eigen consumptie te slachten, daar door velen aan het vleesch der Drentsche schapen om zyn wild8maak do voorkeur worrt ge geven boven dat van de Fnesche schapen. Do mest-oorlog tusschen de veen koloniale landbouwers en de stad Groningen duurt nog steeds voort. De boeren meeoen het in de macht te hebben de stad te cwio- gen tegen door hen bepaalde pryzen te verkoopen. De stad wil biervan niet w t o en verkoopt ondershands voor niet minder dan f 4-5 per vracht. De afzet is tamoiyk druk. De publieke veiling is gestaakc. Zooals men weet, was in de laat ste dagen der nationale tentoonstelling te Bordrecht de vroedschap van Oud Antwerpen te gast by de vroe iscbap van Oud-Dordrecht. Deze laatste, daaitoe uitgenoodigd, zal nu a. 8. Zondag en Maandag een tegenbezoek brengen aan de vroedschap van Oud Antwer pen, dio voor harre gasten velschillende uit spanningen heeft op touw gezet, wclka hun het gemis eenor tentoonstelling in Belgiö's eerste koopstad zeker zullen vergoeden. De heer T. Hootsen, te Hoevela- ken, een zeer bekenee yrnke', heeft wederom eeuige korven met tyen per mailboot naar W.-Iodiè (Suriname) gezonden. Het hoofddoel is, bevruchting van cacao- en koffi9boonen, maar toch kan het mogelijk zyn, dat by goede behandeling ds byen in het ryke Suriname met zyn weelderiger! plantengroei veel honig kannen halen en ryko winsten kunueu geven. Da proef, het voo> gaande jaar genomen, heeft niet geheel aan de verwachting beantwoord, oen der korven had op roiï veel geleden. Daarom is door den afzender de verpak king in meer practischen zin gewyzigd. Thans Zil het er wel a-m liggen of ook de vaar digheid van hen, die op de plantage de kor ven het afgeloopen jaar hebben behandeld, is toegenomen. Dit is zeker, dat de korven die over den Oceaan gaan, rjjk aan volk zyn, eone jonge en krachtige koningin bezitten en van voldoenden homgvoorraad zyn voorzien. Verkeerd begrepen. Dat het anders zoo deltige en ornstige bockhandelaars- vak ook wel zyn komische zyde heefr, kan, zegt de „Ned. Boekdrukker," ten duidelijkste blyken uit ouóersuynde nfachiiflen van bcstel- kaarten, door esnige uitgevers eu importeurs vau voinig radenkeuae-of minder goed ont wikkelde bo ck b an dt laars (oedienden) ont vangen. Deze bijdragen zjja alle bistori^h en door verschillende ge-lo 1 waardige personen wel- wi-hnd verstrekt. Werd gevraagd: 1. Dt slag by H^erdt. 2. Wallenstem, Stout. 3. Ell n of e.iu liter smart. 4. L femme coupóe. 5. Xenophon. Anna is de baas. 6. D. 5 laaivte duig van juffrouw Opzoomer. 7. Ra;t K«t woerd *n zyn troel. 8. Edeu, d.-. Duivelspoort. 9. Bezeuier, Oningevuld. lO^Da iuiïafc. 11. Fransch boekje van Laferdo. Moest zyn: 1. Het 8teibt bebear (der Staatsspoorwegen, door Vrohk). 2. Schiller, W-«dl*nstein'8 Tod. 3. Von EJen, Ellen of een lied der smart. 4. Da Pisarivatopoi. 5. Xenophon, Anabasis. 6. Walli«, Vorstengunst. 7. Haite, Words and rules. 8. Var. Ei en. Het poortje of de duivel te Kruimelburg. 9. Bezem er, Blanco Absenlielyst ten ge- bruike der ligere scholen. 10. Smit, haolfêidhig tot het maken van berekeningen» 11. Scribe, Verre 71*eau. „Vclk9erd begrepen" werd zeker ook de titel van de novelle „Misunderstood", die door een boekhanqolaarabediende als Miss Under stood werd aangevraagd. Een klap van tweehonderd vyftig meter kwam by de rechtbank te Roermond in behandeling. Da beklaagde had aan oen der getuigen cenige oorvygen gegeven. De voorzitter vroeg aan dien getuige hoe lang dat oorvygen geven wel had geduurd. Wel tweebonderd-vyftig meter was het antwoord. De voorzitter, die zich geen goede voorstelling scheen te kunnen maken van oen klap van 250 meter, verzocht om opheldering hiervaD, on het bleek toen, dat de man langs een weg, die circa 250 meter lang was, aanhoudend oorvygen had gehad. Feiteiyk was dit volgens dien getuige, maar een aanhoudende klap van 250 meter lengte. Do Astrachanski Westnik" geeft een frappeerend bericht over het vinden van 70,000 roebel ia gouden munten, die 44 jaren geleden tydans den Krim-oorlog by een geld transport gestolen waren. De verdenking viel op twee convooisoldaten, die voortdurend met hunne vracht achtergebleven waren. Zy werden aan het gerecht overgeleverd en tot dwangarbeid veroordeeld. Tydens do over brenging van de veroordeelden bekende do een zynen mede-arrestant d^n diefstal en duidde hem de ^ls&ta man, waar het goud begraven was. Dez* bekentenis ging van den vader op den zoon over on later op den klein zoon, een jongen man va a 20 jaren, die in bet afgeloppen jaar cy een Astrachanischen kleermaker in dienac trad on zijn kameraden do geschiedenis vau het begraven goud ver telde. Verleden jaar begaf hy zich mot een paar van zyn maksira naar do aangeduide streek, die 7 K.M. .-an Sarepta in de ziaby- heid van het kr rk^orp Lutschki by den grens paal *an da Sar&iowsche oi\ Astracbaniscbo gouvernementen gelegen is. Zy begonnen hst werk, maar durfden ht»t niet. voortzetten, maakten don kuil dicht en keerden naar huis terug. Dit jaar wilden zy evenwel de zaak op het spcor komen en verkregen van den plaataelyken gouverneur de toeatptaming, op de aangeduide plaats opgravingen te doeu. D za opgravingen warden met succes be kroond. Aanvankelijk stiet men op een knip van oen ransel en ko.t daarop op den geheol vermolmden ransel, dio de 70,000 roebel in gouden munten bevatte. Men meldt uit Schanghei, begin September: Onder de passagiers, die dezer degen met den Engelscben stoocnor „Pekin" van Ningpo hier aankwamen, bevonden zich elfschip- breukeliogen. Een van hen was een Engelsch- man, vier waren Japanners, vier M*rleiers en tw6e Chineezen. Zy verhaalden van grooten nood en ontberingen, maar ook van wonderbare redding. Volgens dat verbaal verliet een aan een Cbineesche firma te Schanghei tosbe- hoorende stoomer „Chcang Hye Ting" ander leiding van kapitein Scott op 6 Augustus Moji mot een lading Japansche kolen voor HongkoDg. Zeer spoedig geraakte het schip in een taifun, die steeds meer in kracht toenam, tot hot vuur vaa den kabel uitge doofd werd. Daar het water in de machine kamer reeds 6 voet hoog stond, was er geen denken aan, het vuur weder aan te maken. In vertwyftling schoot de kapitein zich toen dood. Ü9 officieren en de manschappen poogden intusechen een boot neer te laten, uiaardeza- werd onmiddeliyk door het geweld van golvon verbryzeld. Niet lang daarna zo etoomer. In het laatste oogenblik na i een deel der bemanning gelukt, oen andere boot vry te maken, die, heel merkwaardig, niet mede in de diepte werd getrokken. Van de personen, die zich neg op het schip be vonden hadden, kon niemand meer gered worden. De elf menschen in de boot hadden niets te oten en geen droppel te drinken, ook niet eens een zeil, een roeispaan of iets, dat zy in plaats daarvan hadden kunnen gebruiken. Maar het gelukte h«n toch spoedig twee op het water dry vende roeiapanon op te visscben. Maar by den wildon, zeer onregel atigen zeegang, dien een taifun steeds ten gevolgo heeft, hadden zy er niet veel nut van. Byna vyf dagen dreven de ong.elukkigen zoo rond, tot zy gevonden en naar Ningpo gebracht werden. In den ouderdom van 78 jaren is de directeur van do „New-York Sun", Charles A. Duna, een der meest bekende Amerikaansche journalisten, overleden. Hy was oorspronkelijk bediende in een manufac tuurwinkel, maar ging studeeren on bracht het, met echt Amerikaansche energie, tot vice-minister van oorlog (Kabiuet Lincoln) en nam een der meest invloedryke posities onder de democraten in. ALFEN. Bevallen: J. Verkerk geb. Van Klareren D. K. Van Leeuwen geb. Boole Z. A A ft L A N D (Sit V fi EN. Bovallen A. C. Vau Zijl ge'-». Geldcrblom D. G. Hendrikse geb, Boogcvsdoorn Z. -- G. Swart geb. Treur Z. L« lioogendoorn geb. Zwanenbeek Z. K. Snel geb. Kleer Z. N. Vau der Oest geb. Gabriöls Z. O v or leden: A. Van dor Kroon D. 9 j. W. E. Bos. van D. Suiit, 29 j. J. Oosthoek Z. 7 BOSKOOP. Bevallen: C. Ouwerkerk geb. Do Leede i>. D. Houtman geb. v. d. Veer D. M. Goudkade g»b. Bakker Z. C. Lünneraann geb Vermeulen D. J. C. v. d. Spek geb. v. d. Laken leven!. U. Loef geb. fioogenboom levenl. L. J. Goudkade geb. v. d. Stam Z. Overleden- W. v. d. A rend 19 m. HAZÉltSYVOUDE. Bevallen: T. Uljee geb. Koot Z. 10 De Jong geb. Do Jong D. C. Koot geb. Hoogevoen D. H. De Booy geb. Char- peutier Z. Overleden: II. J. Ballering Z. 17 d. P. Van der Voort Z. 26 j. \V. Van Uriel wedr. van J. 11. v. d, Ben 71 j. Gehuwd. G. J. B. Corts jm. 36 j., en M. C. Oppelaar jd. 21 j. KOUDEKERK. [Bevallen: W. C. Burggraaf geb. Meol D. B. Rijnsbnrger geb. Vermaas Z. L Slechtenhorst geb. Kroon Z. NIEUWKOOP. Bevallen: T. Kwakornaak geb. "Weasveeo Z. M. Schouten geb. De Koning Z. Gehuwd: D. Luaneoberg wedr. vaB M Sim-, nier man 66 j. en W. Van der Kubbo wed. van A. De Bruyn 64 j. OUlL-illÜQKN. Overleden: L. DeJongD.7j, SASSENHEhM. Overleden: J. Hassing wed. van P v d Elet 74 j. STOMPVVIJK. Bevallon: J. Romeyn geb. Vleut D. M. M. Knijnenburg geb. Nïeuwveen Z. F Van der Voort geb. Janmaat Z. J. A. v. d Berg geb. Hooymacs Z. C. J. Kerkvliet geb. Van Wissen levenl. Z. Overledeu. C. J. Van Wissen V. 41j.,echtg. van J. Kerkvliet. G. Vogelzang V. 52 j., eclitg. v. A. J. Van Noorden TER-AAR. Bevallon: M. Verlaan geb. Van Tol Z.—M. Do Bruyn gob. Blom D.J. Verhaar geb. Van Beek D. 25) „oy wilt toch niet zoggen," riep hy onge- loovig uit, „dat gy tweehonderd pond bezit, JiCk „Zöker wil ik dat. En wat meer is: gy hebt my de „Pareloester" voor tweehonderd vyftig gelaten. Ik biei tweehonderd, ais het schip my bevalt, en wy gaan er op het oogenblik nog heen om het te bezien." Ik vatte hem b(J den arm, trok hem mee naar het strand en schoof een boot in het water. „Gy kunt roeien," zeide ik, my gemak kelijk neerzettende. „Wie? Ik? Neen, man,-daar heb ik het niat op. Heil Timmyl" Hy wendde zich 7ot een kleurling, die ons stond aan te gapen. „Stap in, breng ons naar de „Parel oester" daar ginds en het kan wol zyn, dat er een pakje tabak voor u overschiet." Wy gingen aan boord en ik onderzocht het vaartuig van onder tot boven. Toon ik klaar was, keek ik uit naar den eigenaar. Hy zat in de boot en venkwikte zich met teugjes te nemen uit een zwarte flescb, Wölko hy mee gebracht had. „Wel, Jim, hos denkt gij er over?" vroeg ik, toen wy weder naar den wal roeiden. „Tweehonderd en vyftig; goon roode cent \minder." „Gy moet het zelf weten," antwoordde ik onverschillig. „Het schip is geen tweehonderd waard, maar ik geof het er u voor; dadolyk geld." Hy scheen na te denken. „Top!" zeide hy einöelyk. „Het i3 tegoed koop, maar voor uw eerlyk gezicht wil ik ook wat doen. Daar is myn hand." Wy stapten aan land. „Gosd," zeide ik. „Zorg nu spoedig voor de papiereD, dan zal ik hot geld halen. Ik ben terug vóór gy klaar zyt." Dit gezegd hebbende, spoedde ik my Daar de wonmg van den Albino. Toen ik er aan kwam, stond hy aan de waschtobbe. „Wat voor nieuws?" krysebte hy. „Is het zaakje klaar gekomen? Maar ik behoef het u niet te vragen; ik kan het wel aan uw gezicht zien." „Ik heb de „Pareloester" voor tweehonderd pond gekocht," zeide ik. Hy keek my oen seconde lang wan trouwend aan. Daarna, zyn handen van het zespsep ontdaan hebbende, wenkte by my, hem naar binnen te volgen. „Voor tweehonderd pond?" herhaalde hy. „Heel goed. Gy zult er nog honderd bjj noodig hebbon om u geheel uit te rusten." By deze woorden nam hy een lederen zakje uit een lade en wierp het my toe. „Tel dat maar eens, het zal wol uitkomen, denk ik." ik telde het geld op de waggelende kleine tafol. Driehonderd pond in gouden souve- reinen. Toen ik ze in den zak had terug gedaan, zeide hy: „Dat is dus in orde. Nu wat anders: Hebt gy tot de dame over my gesproken? Denk goed, eer gi] antwoordt; want de waarheid tlyft my toch niet verborgen." „Ik heb u beloofd, bet niet te doen," gaf ik hem tot bescheid; „en ik heb woord ge houden. Indien gy twijfelt, neem het geld terug." „Neen, neen. Zoo meen ik het niet. Ik wilde alleen maar zekerheid hebben. Ga nu heen en breng de zaak geheel in orde." Ik wilde ham bedanken, doch by luisterde er niet eens naar en, meer verbaasd nog dan eerst over zyn zonderlinge bandelwyze, haastte ik my Jameson het geld te gaan brengen en den koop af te sluiten. Juanita was in de wolken en zoozeer droDg zy my aan tot spoed, dat ik dienzelfden avond niot alleen een bemanning aange worven, doch ook den noodigen voorraad ingeladen en een stuurman aangenomen had. Den volgenden ochtend 6tak ik het eiland over, om den Albino vaarwel te zeggen. Tot myn onuitsprekelijke verbazing echter was hy verdwenen, zonder een spoor achter te laten. Niet wetende, wat er van te moeten denken, keerde ik fesrug, om nog het een en ander fee beredderen. In den namiddag geleidde ik Juanita naar boord en tegen drie uren zeilde de „Pareloester" de baai uit met de zonderlingste bestemming, welke misschien ooit een schip gehad heeft. Thans eerst vernam ik den naam van het eiland, hetwelk het doel was van onzen tocht. De schoener was, wat de eigenaar ook in zijn nadeel mocht gezegd hebben, een goed schip; de stuurman een fatsoeniyk joDgmensch; het scheepsvolk bestond uit kleurlingen en een Chinees nam de betrekking van kok on tevens van hof meester waar. Over het genot der reis en de schoonheden, die allerwegen ons oog ver rukten, zal ik niet uitweiden. Genoeg zy het te zeggen, dat het tochtje ten einde spoedde vóór ik er nog goed aan dacht, en dat ik op zekeren avond tegen zonsondergang Juanita kon mededeelen, dat wy naar allo waar- schynlykheid binnen vier en twintig uren hot eiland zouden bereiken, hetwelk het graf van haar echtgenoot bevatte. Myn voorspelling bleek waarheid geweest te zyn, want den volgenden namiddag tegen vyf uren vertoonden zich de hooge spitsen van Vanua Lava aan den horizon en eer het donker was, hadden wy het anker geworpen tegenover een met hout begroeid voorgebergte, aan welks rechter kant, volgens het zeggen van Juanita, haar overleden man begraven lag. XII. Behalve de gedachte, dat wy dozen tocht ondernamen om het lichaam van een doodo uit den grond op to graveD, was er nog iets in deze reis, hetwelk mij zenderling ta moedo deed zyn, en hoe meer ik er over peinsde, hoe meer ik tot de overtuiging kwam, dat hetgeen wy vindon zouden, op do een of andere wijze van invloed zou wezen op myn verder lot. Men kan zich derharive begrypen, met welk een belangstelling ik over het water heenzag naar het dichtbegroeide eiland, het welk thans byna in de schaduwen dor duis ternis was verdwenen. Juanita was verschrikkelyk opgewonden en zou liefst dadeiyk aan land zyn gegaan. Inder daad, ik begon to golooven, dat de verborgen schat van haar eehtgenoot veel grooter was dan zy my had te verstaan gegeven, anders kon ik my haar wilde begeerto om het medail lon machtig te worden niet verklaren. Na hot theedrinken begaven wy ons aan dek. Het was een overheerlijke avond. Boven ons, in do koolzwarte lucht, schonen de grooto sterren met wonderlijken gloed. Beneden was alles in diepe stilte gehuld. Allem de zachte stemmen van do matrozen op het voorschip en nu en dan bet geklots van eeD golfje, dat door een nauwelyks merkbare bries in be. weging werd gebracht, dedon zich hooren. Allengs begon in het oosten de glans der sterren te verbleeken; de lucht werd blauwer en woldra rees, met onboschryflijke statigheid do maan loven den horizon, alles met haar zilveren licht ©verstpoomende en duizendoo schoonheden voor het bewonderend oog ont- hullendo. By haar vorschyning wakkerde do bries een weinig aan en zette den schoener in zacht schommelende beweging. Lang stonden wy zwygend het tooneel voor ons aan te staren. Eindelyk nam Juanita het WOOiKl. „Morgen," sprak zij half tot zichzelvo, half tot my, „zal er veel voor ons beslist worden." „Voor ons?" vroeg ik. „Indien gy ginds vindt wat gy er zoekt, Juanita, zult gy r;jk zyn ©n dan - hebt gij den armen Jack niofc meer Doodig." (Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 5