N°. 11558
Zaterdag 23 October,
A". 1897
Burgerlijke Stand.
Feuilleton.
Zonderlinge Avonturen.
PBXia DEZER OOURAHTj
Voor leiden per 3 maanden. 1.10.
Franco per post1.40.
AfJonderlyko Nommors 0.05.
foment wordt dagelijks, met uitzondering
van (Eon- en feestdagen, uitgegeven.
PEX73 DEE AD7KETEU Tj-gH
Van X 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17j. Grootera
letters naar plaatsruimte. Voor hot incaaseeron buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Tweede Blad.
Gemengd Nieuws.
Is het een gewoon verschijnsel,
dat ondergeschikten, wanneer het klokje,
waarop zü naar huis gaaD, nauwelijks koud
is, kantoor of werkplaats verlaten, verheugd
over de verkregen vrijheid, een merkwaardige
uitzondering bleek git teren ter terechtzitting
van het Haagsche kantongerecht. Geheel uit
oigon boweging en uitsluitend in het belang
van hare patronesse waren een tweetal
naaisters op zekeren avond na acht uren (het
wettelijke tijdstip, waarop viouwenarbeid moet
eindigen) nog werkzaam gebleven in een
atelier voor damesmantels. De meesteresje
dier juffrouwen wist zelfs niet, dat de meisjes
nog in de werkplaats waren, want toen onver
wacht twee rechercheurs kwamen met de
vraag of er nog vrouwen aan den arbeid
waren, ging zij met de beambten mede om
er zich van te overtuigen en vond toen de
volijverige meisjes nog bezig mot het afmaken
v.n baar taak.
Op deze omstandigheden vestigde gisteren
de gemachtigde van de vottf dit feit van over
werkt n voor den kantonrechter gedaagde
eigenares van het magazijn de aandacht van
hot Openbaar Ministerie, om aan te toonen,
dat in dit geval geeuszina sprake was van
esn bedoeling om de wet te ontduiken, doch
cle overtreding integendeel feitclyk geplagd
was zonder medeweten van de beklaagde, in
wier atelier dus blijkbaar niet de afbeulende
arbeid wordt veTricht, waarop do overigens
uitnemende arbeidswet doelt, getuige het feit,
dat de meisjes, uit pure toewyeing voor haar
patrones en zonder eenig geldelijk voordeel,
in den drukken tijd werk bleven afmaken.
Terloops wees do gemachtigde ook nog op
deh geest van genoemde wét, die arbeid van
personen boneden 16 jaren of van vrouwen,
verbiedt, vroeger aanvangende of later eindi
gende dan zekere gestelde uren, met dion
verstande echter, dat hot aantal uren, gedu
rende welke de arbeid wordt verricht, niet
meer dan elf per etmaal bedraagt. In dien
geest nu had de arbeid in de ateliers van
beklaagde steeds plaats, ook op den bewuston
dag, t.-rwijl in den regel de meisjes van de
patrones ongevraagd vergunning verkrijgen
om vroeger te mogen vertrekken dan haar
tyd is. Vandaar, dat in dit atelier een zoo
aangename verstandhouding tusschen onder
geschikten en patrones heerscht, dateerstge-
noemdon gaarne in het belang van laatstbe
doelde langer arbeiden dan noodig is.
Het Openbaar Ministerie voerde hiertegen
aan, dat, ongeacht de welwillendheid van
ondergeschikten, om don arbeid langer ta doen
voortduren, de bootten van fabrieken of werk
plaatsen verplicht zyn te zorgen, dat de arbeid
voor personen beneden de 16 jaren of van
vrouwen eindigt op het by de wet gestelde
uur, ja desnoods verplicht zyn door alle mid
delen hun personeel te noodzaken de werk
plaats te verlaten. De patroons mootsn zich
steeds overtuigen, dat het personeel, hetwelk
onder de bedoelde bepalingen der arbeidswet
valt, op het gestelde uur de fabriek of werk
plaats ook werkelyk heeft verlaten en biyven
dus onder alle omstandigheden voor overtre
ding aansprakelyk. De vordering luidde twee
geldboeten van f 10 ieder en een van f 3
(wegens een ander verzuim betreffende de
arbeidslyst).
Gisteren werd tydens de zitting
van het kantongerecht te 's-Gravenhage een
bierhuishouder uit de z-aal verwijdend, die
maar niet wilde begrijpen, dat na het sban
van middernacht een andere dag is aangebroken,
weshalve de agent van politie, die hem een
half uur na middernacht bekeurd had, wegens
het zich op bevel der politie niet aanstonds
verwyderen uit een volksoploop, in zyn proces
verbaal als tydstip der bekeuring hid vermeld:
des voormiddag8 te halféén.
Dat wou er bij hem niet in. 's Middags om
halfóón had hy niets kwaads uitgevoerd en
den agent had hy in 't geheel niet de eer
te kennen.
Nadat de ambtenaar van het Openb. Min.
met den kantonrechter beurtelings alle moeite
hadden gedaan om hem de zaak duileiyk te
maken en eerstgenoemde ten slotte den man
aanried om de lagere school neg maar eens
te bezoeken, achtte do biorhuisbouder zich
zóó beleedig.J, dat by een brutaal antwoord
gaf, hetwelk zyn uitzetting ttn gevolge had,
nadat hy reeds te voren een brutale houuiug
had aangenomen.
Er werd f 5 boete tegpn hom gevorderd.
Voor feestversiering en v 6 r-
lichting in 1898 van de Pas?age te 's Graven-
hage hebben zich tot een comité vereenigd
de heeren: M. J. Goudamit, H. K. Koppel Jr.,
J. Meyer, J. C. Van Ockenburg en J. L. "Weeber.
Het iy k van den persoon, die
door den treia Gronmgen - Sauwert is over
reden, is door de fan ilia herkend. H t bleek
te zyo S. Bolhuis, laudbouwer te St.-Ann^n
(Ten Boer). De man is door het overstappen
van de 2de in de 3de klasse onder den trein
geraakt.
In Friesland ziet men tegen
woordig ongewoon Teel Drentsche schapen
in de weiden. De toeren laten die in ds
landen weiden, om ze in den l-aten herfst
voor eigen consumptie te slachten, daar door
velen aan het vleesch der Drentsche schapen
om zyn wild8maak do voorkeur worrt ge
geven boven dat van de Fnesche schapen.
Do mest-oorlog tusschen de veen
koloniale landbouwers en de stad Groningen
duurt nog steeds voort. De boeren meeoen
het in de macht te hebben de stad te cwio-
gen tegen door hen bepaalde pryzen te
verkoopen. De stad wil biervan niet w t o
en verkoopt ondershands voor niet minder
dan f 4-5 per vracht. De afzet is tamoiyk
druk. De publieke veiling is gestaakc.
Zooals men weet, was in de laat
ste dagen der nationale tentoonstelling te
Bordrecht de vroedschap van Oud Antwerpen
te gast by de vroe iscbap van Oud-Dordrecht.
Deze laatste, daaitoe uitgenoodigd, zal nu
a. 8. Zondag en Maandag een tegenbezoek
brengen aan de vroedschap van Oud Antwer
pen, dio voor harre gasten velschillende uit
spanningen heeft op touw gezet, wclka hun
het gemis eenor tentoonstelling in Belgiö's
eerste koopstad zeker zullen vergoeden.
De heer T. Hootsen, te Hoevela-
ken, een zeer bekenee yrnke', heeft wederom
eeuige korven met tyen per mailboot naar
W.-Iodiè (Suriname) gezonden. Het hoofddoel
is, bevruchting van cacao- en koffi9boonen,
maar toch kan het mogelijk zyn, dat by goede
behandeling ds byen in het ryke Suriname
met zyn weelderiger! plantengroei veel honig
kannen halen en ryko winsten kunueu geven.
Da proef, het voo> gaande jaar genomen, heeft
niet geheel aan de verwachting beantwoord,
oen der korven had op roiï veel geleden.
Daarom is door den afzender de verpak
king in meer practischen zin gewyzigd. Thans
Zil het er wel a-m liggen of ook de vaar
digheid van hen, die op de plantage de kor
ven het afgeloopen jaar hebben behandeld, is
toegenomen. Dit is zeker, dat de korven die
over den Oceaan gaan, rjjk aan volk zyn, eone
jonge en krachtige koningin bezitten en van
voldoenden homgvoorraad zyn voorzien.
Verkeerd begrepen. Dat het
anders zoo deltige en ornstige bockhandelaars-
vak ook wel zyn komische zyde heefr, kan,
zegt de „Ned. Boekdrukker," ten duidelijkste
blyken uit ouóersuynde nfachiiflen van bcstel-
kaarten, door esnige uitgevers eu importeurs
vau voinig radenkeuae-of minder goed ont
wikkelde bo ck b an dt laars (oedienden) ont
vangen.
Deze bijdragen zjja alle bistori^h en door
verschillende ge-lo 1 waardige personen wel-
wi-hnd verstrekt.
Werd gevraagd:
1. Dt slag by H^erdt.
2. Wallenstem, Stout.
3. Ell n of e.iu liter smart.
4. L femme coupóe.
5. Xenophon. Anna is de baas.
6. D. 5 laaivte duig van juffrouw Opzoomer.
7. Ra;t K«t woerd *n zyn troel.
8. Edeu, d.-. Duivelspoort.
9. Bezeuier, Oningevuld.
lO^Da iuiïafc.
11. Fransch boekje van Laferdo.
Moest zyn:
1. Het 8teibt bebear (der Staatsspoorwegen,
door Vrohk).
2. Schiller, W-«dl*nstein'8 Tod.
3. Von EJen, Ellen of een lied der smart.
4. Da Pisarivatopoi.
5. Xenophon, Anabasis.
6. Walli«, Vorstengunst.
7. Haite, Words and rules.
8. Var. Ei en. Het poortje of de duivel te
Kruimelburg.
9. Bezem er, Blanco Absenlielyst ten ge-
bruike der ligere scholen.
10. Smit, haolfêidhig tot het maken van
berekeningen»
11. Scribe, Verre 71*eau.
„Vclk9erd begrepen" werd zeker ook de
titel van de novelle „Misunderstood", die door
een boekhanqolaarabediende als Miss Under
stood werd aangevraagd.
Een klap van tweehonderd vyftig
meter kwam by de rechtbank te Roermond
in behandeling. Da beklaagde had aan oen
der getuigen cenige oorvygen gegeven. De
voorzitter vroeg aan dien getuige hoe lang
dat oorvygen geven wel had geduurd. Wel
tweebonderd-vyftig meter was het antwoord.
De voorzitter, die zich geen goede voorstelling
scheen te kunnen maken van oen klap van
250 meter, verzocht om opheldering hiervaD,
on het bleek toen, dat de man langs een weg,
die circa 250 meter lang was, aanhoudend
oorvygen had gehad. Feiteiyk was dit volgens
dien getuige, maar een aanhoudende klap
van 250 meter lengte.
Do Astrachanski Westnik" geeft
een frappeerend bericht over het vinden van
70,000 roebel ia gouden munten, die 44 jaren
geleden tydans den Krim-oorlog by een geld
transport gestolen waren. De verdenking viel
op twee convooisoldaten, die voortdurend
met hunne vracht achtergebleven waren. Zy
werden aan het gerecht overgeleverd en tot
dwangarbeid veroordeeld. Tydens do over
brenging van de veroordeelden bekende do
een zynen mede-arrestant d^n diefstal en
duidde hem de ^ls&ta man, waar het goud
begraven was. Dez* bekentenis ging van den
vader op den zoon over on later op den klein
zoon, een jongen man va a 20 jaren, die in
bet afgeloppen jaar cy een Astrachanischen
kleermaker in dienac trad on zijn kameraden
do geschiedenis vau het begraven goud ver
telde. Verleden jaar begaf hy zich mot een
paar van zyn maksira naar do aangeduide
streek, die 7 K.M. .-an Sarepta in de ziaby-
heid van het kr rk^orp Lutschki by den grens
paal *an da Sar&iowsche oi\ Astracbaniscbo
gouvernementen gelegen is. Zy begonnen hst
werk, maar durfden ht»t niet. voortzetten,
maakten don kuil dicht en keerden naar huis
terug. Dit jaar wilden zy evenwel de zaak
op het spcor komen en verkregen van den
plaataelyken gouverneur de toeatptaming, op
de aangeduide plaats opgravingen te doeu.
D za opgravingen warden met succes be
kroond. Aanvankelijk stiet men op een knip
van oen ransel en ko.t daarop op den geheol
vermolmden ransel, dio de 70,000 roebel in
gouden munten bevatte.
Men meldt uit Schanghei, begin
September:
Onder de passagiers, die dezer degen met
den Engelscben stoocnor „Pekin" van Ningpo
hier aankwamen, bevonden zich elfschip-
breukeliogen. Een van hen was een Engelsch-
man, vier waren Japanners, vier M*rleiers en
tw6e Chineezen. Zy verhaalden van grooten
nood en ontberingen, maar ook van wonderbare
redding. Volgens dat verbaal verliet een aan
een Cbineesche firma te Schanghei tosbe-
hoorende stoomer „Chcang Hye Ting" ander
leiding van kapitein Scott op 6 Augustus
Moji mot een lading Japansche kolen voor
HongkoDg. Zeer spoedig geraakte het schip
in een taifun, die steeds meer in kracht
toenam, tot hot vuur vaa den kabel uitge
doofd werd. Daar het water in de machine
kamer reeds 6 voet hoog stond, was er geen
denken aan, het vuur weder aan te maken.
In vertwyftling schoot de kapitein zich toen
dood. Ü9 officieren en de manschappen poogden
intusechen een boot neer te laten, uiaardeza-
werd onmiddeliyk door het geweld van
golvon verbryzeld. Niet lang daarna zo
etoomer. In het laatste oogenblik na i
een deel der bemanning gelukt, oen andere
boot vry te maken, die, heel merkwaardig,
niet mede in de diepte werd getrokken. Van
de personen, die zich neg op het schip be
vonden hadden, kon niemand meer gered
worden. De elf menschen in de boot hadden
niets te oten en geen droppel te drinken, ook
niet eens een zeil, een roeispaan of iets, dat
zy in plaats daarvan hadden kunnen gebruiken.
Maar het gelukte h«n toch spoedig twee op
het water dry vende roeiapanon op te visscben.
Maar by den wildon, zeer onregel atigen
zeegang, dien een taifun steeds ten gevolgo
heeft, hadden zy er niet veel nut van.
Byna vyf dagen dreven de ong.elukkigen
zoo rond, tot zy gevonden en naar Ningpo
gebracht werden.
In den ouderdom van 78 jaren
is de directeur van do „New-York Sun",
Charles A. Duna, een der meest bekende
Amerikaansche journalisten, overleden. Hy
was oorspronkelijk bediende in een manufac
tuurwinkel, maar ging studeeren on bracht
het, met echt Amerikaansche energie, tot
vice-minister van oorlog (Kabiuet Lincoln) en
nam een der meest invloedryke posities onder
de democraten in.
ALFEN. Bevallen: J. Verkerk geb. Van
Klareren D. K. Van Leeuwen geb. Boole Z.
A A ft L A N D (Sit V fi EN. Bovallen A. C. Vau
Zijl ge'-». Geldcrblom D. G. Hendrikse geb,
Boogcvsdoorn Z. -- G. Swart geb. Treur Z. L«
lioogendoorn geb. Zwanenbeek Z. K. Snel geb.
Kleer Z. N. Vau der Oest geb. Gabriöls Z.
O v or leden: A. Van dor Kroon D. 9 j. W.
E. Bos. van D. Suiit, 29 j. J. Oosthoek
Z. 7
BOSKOOP. Bevallen: C. Ouwerkerk geb. Do
Leede i>. D. Houtman geb. v. d. Veer D. M.
Goudkade g»b. Bakker Z. C. Lünneraann geb
Vermeulen D. J. C. v. d. Spek geb. v. d. Laken
leven!. U. Loef geb. fioogenboom levenl. L.
J. Goudkade geb. v. d. Stam Z.
Overleden- W. v. d. A rend 19 m.
HAZÉltSYVOUDE. Bevallen: T. Uljee geb.
Koot Z. 10 De Jong geb. Do Jong D. C. Koot
geb. Hoogevoen D. H. De Booy geb. Char-
peutier Z.
Overleden: II. J. Ballering Z. 17 d. P. Van
der Voort Z. 26 j. \V. Van Uriel wedr. van J.
11. v. d, Ben 71 j.
Gehuwd. G. J. B. Corts jm. 36 j., en M. C.
Oppelaar jd. 21 j.
KOUDEKERK. [Bevallen: W. C. Burggraaf
geb. Meol D. B. Rijnsbnrger geb. Vermaas Z.
L Slechtenhorst geb. Kroon Z.
NIEUWKOOP. Bevallen: T. Kwakornaak geb.
"Weasveeo Z. M. Schouten geb. De Koning Z.
Gehuwd: D. Luaneoberg wedr. vaB M Sim-,
nier man 66 j. en W. Van der Kubbo wed. van A.
De Bruyn 64 j.
OUlL-illÜQKN. Overleden: L. DeJongD.7j,
SASSENHEhM. Overleden: J. Hassing wed.
van P v d Elet 74 j.
STOMPVVIJK. Bevallon: J. Romeyn geb.
Vleut D. M. M. Knijnenburg geb. Nïeuwveen
Z. F Van der Voort geb. Janmaat Z. J. A.
v. d Berg geb. Hooymacs Z. C. J. Kerkvliet
geb. Van Wissen levenl. Z.
Overledeu. C. J. Van Wissen V. 41j.,echtg.
van J. Kerkvliet. G. Vogelzang V. 52 j., eclitg.
v. A. J. Van Noorden
TER-AAR. Bevallon: M. Verlaan geb. Van
Tol Z.—M. Do Bruyn gob. Blom D.J. Verhaar
geb. Van Beek D.
25)
„oy wilt toch niet zoggen," riep hy onge-
loovig uit, „dat gy tweehonderd pond bezit,
JiCk
„Zöker wil ik dat. En wat meer is: gy
hebt my de „Pareloester" voor tweehonderd
vyftig gelaten. Ik biei tweehonderd, ais het
schip my bevalt, en wy gaan er op het
oogenblik nog heen om het te bezien."
Ik vatte hem b(J den arm, trok hem mee
naar het strand en schoof een boot in het
water.
„Gy kunt roeien," zeide ik, my gemak
kelijk neerzettende.
„Wie? Ik? Neen, man,-daar heb ik het
niat op. Heil Timmyl" Hy wendde zich
7ot een kleurling, die ons stond aan te
gapen. „Stap in, breng ons naar de „Parel
oester" daar ginds en het kan wol zyn, dat
er een pakje tabak voor u overschiet."
Wy gingen aan boord en ik onderzocht het
vaartuig van onder tot boven. Toon ik klaar
was, keek ik uit naar den eigenaar. Hy zat
in de boot en venkwikte zich met teugjes te
nemen uit een zwarte flescb, Wölko hy mee
gebracht had.
„Wel, Jim, hos denkt gij er over?" vroeg
ik, toen wy weder naar den wal roeiden.
„Tweehonderd en vyftig; goon roode cent
\minder."
„Gy moet het zelf weten," antwoordde ik
onverschillig. „Het schip is geen tweehonderd
waard, maar ik geof het er u voor; dadolyk
geld."
Hy scheen na te denken.
„Top!" zeide hy einöelyk. „Het i3 tegoed
koop, maar voor uw eerlyk gezicht wil ik
ook wat doen. Daar is myn hand."
Wy stapten aan land.
„Gosd," zeide ik. „Zorg nu spoedig voor
de papiereD, dan zal ik hot geld halen. Ik
ben terug vóór gy klaar zyt."
Dit gezegd hebbende, spoedde ik my Daar
de wonmg van den Albino. Toen ik er aan
kwam, stond hy aan de waschtobbe.
„Wat voor nieuws?" krysebte hy. „Is het
zaakje klaar gekomen? Maar ik behoef het
u niet te vragen; ik kan het wel aan uw
gezicht zien."
„Ik heb de „Pareloester" voor tweehonderd
pond gekocht," zeide ik.
Hy keek my oen seconde lang wan
trouwend aan. Daarna, zyn handen van het
zespsep ontdaan hebbende, wenkte by my,
hem naar binnen te volgen.
„Voor tweehonderd pond?" herhaalde hy.
„Heel goed. Gy zult er nog honderd bjj noodig
hebbon om u geheel uit te rusten."
By deze woorden nam hy een lederen zakje
uit een lade en wierp het my toe.
„Tel dat maar eens, het zal wol uitkomen,
denk ik."
ik telde het geld op de waggelende kleine
tafol. Driehonderd pond in gouden souve-
reinen. Toen ik ze in den zak had terug
gedaan, zeide hy:
„Dat is dus in orde. Nu wat anders: Hebt
gy tot de dame over my gesproken? Denk
goed, eer gi] antwoordt; want de waarheid
tlyft my toch niet verborgen."
„Ik heb u beloofd, bet niet te doen," gaf
ik hem tot bescheid; „en ik heb woord ge
houden. Indien gy twijfelt, neem het geld
terug."
„Neen, neen. Zoo meen ik het niet. Ik
wilde alleen maar zekerheid hebben. Ga nu
heen en breng de zaak geheel in orde."
Ik wilde ham bedanken, doch by luisterde
er niet eens naar en, meer verbaasd nog
dan eerst over zyn zonderlinge bandelwyze,
haastte ik my Jameson het geld te gaan
brengen en den koop af te sluiten.
Juanita was in de wolken en zoozeer droDg
zy my aan tot spoed, dat ik dienzelfden
avond niot alleen een bemanning aange
worven, doch ook den noodigen voorraad
ingeladen en een stuurman aangenomen had.
Den volgenden ochtend 6tak ik het eiland
over, om den Albino vaarwel te zeggen. Tot
myn onuitsprekelijke verbazing echter was
hy verdwenen, zonder een spoor achter te
laten. Niet wetende, wat er van te moeten
denken, keerde ik fesrug, om nog het een en
ander fee beredderen. In den namiddag geleidde
ik Juanita naar boord en tegen drie uren
zeilde de „Pareloester" de baai uit met de
zonderlingste bestemming, welke misschien
ooit een schip gehad heeft. Thans eerst vernam
ik den naam van het eiland, hetwelk het
doel was van onzen tocht. De schoener was,
wat de eigenaar ook in zijn nadeel mocht
gezegd hebben, een goed schip; de stuurman
een fatsoeniyk joDgmensch; het scheepsvolk
bestond uit kleurlingen en een Chinees nam
de betrekking van kok on tevens van hof
meester waar. Over het genot der reis en
de schoonheden, die allerwegen ons oog ver
rukten, zal ik niet uitweiden. Genoeg zy het
te zeggen, dat het tochtje ten einde spoedde
vóór ik er nog goed aan dacht, en dat ik op
zekeren avond tegen zonsondergang Juanita
kon mededeelen, dat wy naar allo waar-
schynlykheid binnen vier en twintig uren
hot eiland zouden bereiken, hetwelk het graf
van haar echtgenoot bevatte. Myn voorspelling
bleek waarheid geweest te zyn, want den
volgenden namiddag tegen vyf uren vertoonden
zich de hooge spitsen van Vanua Lava aan
den horizon en eer het donker was, hadden
wy het anker geworpen tegenover een met
hout begroeid voorgebergte, aan welks rechter
kant, volgens het zeggen van Juanita, haar
overleden man begraven lag.
XII.
Behalve de gedachte, dat wy dozen tocht
ondernamen om het lichaam van een doodo
uit den grond op to graveD, was er nog iets
in deze reis, hetwelk mij zenderling ta moedo
deed zyn, en hoe meer ik er over peinsde,
hoe meer ik tot de overtuiging kwam, dat
hetgeen wy vindon zouden, op do een of
andere wijze van invloed zou wezen op myn
verder lot. Men kan zich derharive begrypen,
met welk een belangstelling ik over het water
heenzag naar het dichtbegroeide eiland, het
welk thans byna in de schaduwen dor duis
ternis was verdwenen.
Juanita was verschrikkelyk opgewonden en
zou liefst dadeiyk aan land zyn gegaan. Inder
daad, ik begon to golooven, dat de verborgen
schat van haar eehtgenoot veel grooter was
dan zy my had te verstaan gegeven, anders
kon ik my haar wilde begeerto om het medail
lon machtig te worden niet verklaren.
Na hot theedrinken begaven wy ons aan
dek. Het was een overheerlijke avond. Boven
ons, in do koolzwarte lucht, schonen de grooto
sterren met wonderlijken gloed. Beneden was
alles in diepe stilte gehuld. Allem de zachte
stemmen van do matrozen op het voorschip
en nu en dan bet geklots van eeD golfje, dat
door een nauwelyks merkbare bries in be.
weging werd gebracht, dedon zich hooren.
Allengs begon in het oosten de glans der
sterren te verbleeken; de lucht werd blauwer
en woldra rees, met onboschryflijke statigheid
do maan loven den horizon, alles met haar
zilveren licht ©verstpoomende en duizendoo
schoonheden voor het bewonderend oog ont-
hullendo. By haar vorschyning wakkerde do
bries een weinig aan en zette den schoener
in zacht schommelende beweging.
Lang stonden wy zwygend het tooneel voor
ons aan te staren. Eindelyk nam Juanita het
WOOiKl.
„Morgen," sprak zij half tot zichzelvo, half
tot my, „zal er veel voor ons beslist worden."
„Voor ons?" vroeg ik. „Indien gy ginds
vindt wat gy er zoekt, Juanita, zult gy r;jk
zyn ©n dan - hebt gij den armen Jack niofc
meer Doodig."
(Wordt vervolgd