fi°. 11552» Vi-ydag 22 October. A0. 189i faze (Souiant wordt dagelijks, met uitzondering van (Eon- en feestdagen, uitgegeven. Udel-Quartet. Leiden, 21 October. Fsenillcton. Zonderlinge Avonturen. PEIJS OEZEE COURAÜT: Voor Leidon per 3 maanden. 1,10. Franco per post -..•».»* 1,40. Afzondwlyke Nommors 0.05. PBIJS DEB ADVEBTENTIËN: Van 1-6 rsgola f 1.05. Iedere regel meer f 0.17|. - Grootere lettere naar plaataruimte. Voor het incaaseoren buiten de stad wordt f 0 05 berekend. Des avonds van het concert worden aan de Stads Gehoorzaal geen „bewyzen" meer in ontvangst genomen. De prys per plaats is dan één galden. Inhuldiging. Het „Handelsblad" stelt de vraag: Op wel ken dag zal H. M. de Koningin in het volgend jaap worden ingehuldigd? Zal dit geschieden op 31 Augustus, den achttienden verjaardag van H. M., zooale wel licht menigeen denkt? Dit zal stellig niet het geval zyn, meent bet blad. De Grondwet bevat omtrent dén dag der inhuldiging geen stellig voorschrift; zy is, in dit. opzicht, by de verscfciflonde herzieningen hrrhaaldeiyk gewijzigd. In do Grondwet van 1848 werd echter het volgende artikel opgenomen: „Art. 51. De Koning, de regeering aanvaard hebbende, wordt, zoodra mogelijk, plechtig be- eedigd en ingehuldigd binnen de stad Am sterdam, in een openbare en vereenigde zit ting der beide Kamers van de Staten-Gene- raal". Door deze bewoordingen is duideiyk uitge maakt, dat de Koning of do Koningin, die volgens de grondwettige bepalingen tot de kroon is geroepen, de uitoefening van het koninkiyk gezag aanvaardt, rog voordat de beëeaiging en inhuldiging hebben plaats ge had. Zoo heeft dan ook IvODing "Willem III op 21 Maart 1849, vier dagen na het over- lyden zyns vadoFS, by een proclamatie de regeering aanvaard en had de inhuldiging eerst op 12 Mei daarna plaats. Aldus is het ook onder-da thaasoestaaniie- Grondwet, volgens de herziening van 1887. Zoo vordert de Grondwet derhalve niet, 8cbryft het „Hanöelsbl." dat aanvaarding der regeering ea inhuldiging op dcnzelfden dag plaats hebben. In do meeste gevallen zal dat ook niet doenlik zyn. Ook in het gewone geval immers, wanneer de kroon wegens overlijden ovorgaat, eischt het lands belang, dat de regeering zoo spoeaig mogeiyk door den geroep-n troonopvolger worde uit geoefend: maar do plechtigheid der teraarde- bestelling en de noedige voorbereidingen voor de inhuldiging ma-k-en het dan noodzakelyk de laatste eenigen tyd te verdagen. Vandaar, dat, volgens de bewoordingen der Grondwet, de inhuldiging eerst na de aanvaarding der regeering bshoort te geschieden, zoo spoedig de omstandigheden hat toelaten. Koning Wil lem II£ is dan ook, zooals wy gezien hebben, ODgeveer twee maanden na do aanvaarding der regeering ingehuldigd. Do genoemde reden van vertraging bestaat niet, wanneer Koningin Wilholmina in het volgend jaar de regeering zal aanvaarden, by het bereiken der grondwettige meerderjarigheid, dat ls, als zy haar achttiende jaar „vervuld heeft." Dat tydetip nu z&l pas laat op den Sisten Aug. zyo aangebroken. Eerst te 6 uren in den namiddag van 31 Aug. 1880 ver kondigde het geschut, dat een prinses uit het Huis van Oranje-Nassau was geboren. Aan het grondwettelijk voorschrift, dat het 18de jaar moet z'tfo vervuld, zal dus eerst zyn voldaan, wanneer de 31ste Augustus voor het grootste gedeelte is verstreken. De aauvaarding der regeering zal dan ook ongetwijfeld in den avond van dien datum in het volgend jaar plaats hebben. Van beëediging en inhuldiging op dien dag zelf kan derhalve geen sprake zijn. Wy gelooven niet, dat de dag thans reeds is bepaald, maar H. M. zal er zeker, evenals de Datie, prys op stellen, dat het grondwettig verbond inderdaad „zoo spoedig mogeiyk" op plechtige wyze worden bezegeld. Wij vermoeden daarom, dat ongeveer een week na het aanvaarden van de regeering, dus in de eerste volle week van September, „de Staten Generaal binBen de stad Amsterdam H. M. zullen ontvangen en huldigen in naam van het Nederlandsche volk en krachtens de Grondwet als Koningin", zooals de aanvangs woorden luiden van den eed of de belofte, door den Voorzitter der Vereenigde Vergadering uit te spreken en door hem ea elk der leder, hoofd veor hoofd, te beëedigen of te bevestigen. De 2de luitenant kwartiermeester B. J. Ver* brugh, van het 4de bataljon 4de reg. inf., alhier in garnizoen, ls met ingang van 20 Ootober j. 1. overgeplaatst by het 3de bataljon, in garnizoen te Haarlem, terwyl de 2de luit.* kwartiermeester J. Haitsma Mulier, die by het 4de bataljon A U suite was gevoerd, op bovengenoemden datum by dat bataljon is ingedeeld. Voor het examen in de vrye- en orde- •efeniflgen der gymnastiek is te Rotterdam geoUagd de hoer Jv J. Vao Tongeren, vanF Leiden. De „Staatscourant" bevat de volgende opgaaf van het aantal bezoekers der musea en monumenten geduronde bet derde kwar taal 1897: Het Koninkiyk Kabinet van Schil derijen te 's-Gravenhage 28,511; het Museum M<crmanao Westreenianum te 's-Gravenhage 37het Koninklijk Penningkabinet te 's Gra- hage 368; hot Rijks-Museum te Amsterdam 80,281; het Ryfes-Museum van Oudheden te Leiden 2731het Ryks-Ethnograpbisch Mu seum to Leiden 804; het Rjjks-Kabinet van Prenten te Leiden 19; do historischo zaal in het Prinsenhof te Delft 4335; de Gevangen poort to 's-Graveühage 12,566; hst Muider- slot 2090; de Ruïne van Brederode 620S; het Monument te Heiiigerlee 2424 bezoekers. Geref. Kerk. Bedankt is veer Katwyk aan Z«e, door ds. J. Van don Berg, te Sliodrscht. De heer A. Keers, sedert 1874 Horv. predikant to Hazerswoude, herdacht eer gisteren den dag, waarop by vóór 35 jaren hst leoraaraambt te Zaamslag aanvaardde. De heer Keers was ook predikant te Koude kerk en te Enschedee. Aan het station Vogelenzang is benoemd tot assistent-chef de heer B. Mensink, in plaats van den heer A. G. Besanger, die naar olders is verplaatst, en benoemd tot 2den assistent de korporaal-stuurman der Kon. Ned. Marine W. B. Leen. Met belangstelling mochten wy dezer dagen uit enkele Duitsche bladen, als: „Ber liner Bör8en Courier," „Vosslsche Zeitung" en andere, vernom9o, dat twee jonge Hol landers, nl. Coenraad V. Bos, onze vroegere stadgenoot, en Joseph M. Van Veen, uit Rotterdam, veel succes hadden met hun eerste concert t9 Berlyn. Zy gaven drie sonates voor piano en viool van Kes, Franck en Berger en oogstten vëel byval. Het was voor de Beriyners iets nieuws, oen concert, waarop slechts sonates ten gehoore werden gebracht, maar tegelykertyd een prettige afwisseling tusschen die eindelooze reeks van klassieke concerten. Beide heeren bewezen een goede voordracht te bezitten, en de wyze, waarop zy de werken vertolkten, liet zien, dat zy een goede studie, door succes gekroond, achter den rug hadden. Hettalryk opgekomen publiek riep hen herbaaldeiyk terug. De „Neuesto Nachrichten" meldt dan ook: De jonge Hollanders kunneo op een succes vollen avond terugzien. Zy hebben zich als kunstenaars een plaats in de eerste rijen onzer kamermusici verzekerd. Op de uit voering van het program was niet het minste aan te merken; die twoo kunstenaars te hooren musiceeren is een onverdroten genot." Coenraad V. Eos is albier en ötet het minst onder de musici zaer bekend en velen zal het dus ongetwijfeld genoegon doen Lis omtrent zyn succes in het buitenland te vernemen. In het hotel „Den Ouden Do;len", te 's Gravanbage, i3 gisteren aangekomen de heer Félix Ven Müller, Raad van legatie van Z. M. den keizer van Duitschland by de Franscho-Repu bliek. By de behandeling dor gemeente begroo- ling in ce afdeelragen van den Raad der gemeente Zutfen gaf een der leden in over weging om f 500 uit te trekken voor presentie geld der raadsleden. Tot heden kwam een zoodanige post niet op.de gemeente-begrooting voor. De Russische Staatscourant vermeldt het sluiten van een overeenkomst omtrent het telegraaf verkeer tusschen Nederland en Rus land. De „Staatscourant" bevat een koninkiyk besluit, waarby, met ingang van 25 October, benoemd worden: Tot lid en voorzitter van het college van regenten over de gevangenissen te Amsterdam, mr. W. R. Op ten Hoort, advocaat generaal by het gerechtshof aldaar; tot leden van dat college: mr. G. A. Van Hamel, hoogleeraar aan de gemeeDteiyko universiteit; mr. Tb. J. Hoppe, rechter ia de arrondissements-rechtbaokdr. C. W. Janssen, koopman; dr. C. H. Kuhn, hoogleeraar aan de gemecntelyko universiteit; mr. W. F. Van Leeuwen, advocaat en procureur, wethouder dtr gemeente Amsterdam; mr. E. R. H. Rtgout, substituut-officier van justitie by de airondissements-rechtbank; jhr. mr. J. C. Reynst, rechter in de arrondissements-recht baok; dr. R. H. Saltet, hoogloeraar aan de gemeentelyke universiteit; mr. B. Simons, r.cater in de arrondissements-reebtbank, en mr. A. J. Cohen Stuart, advocaat en procureur, seoretaris van de Kamer van koophandel en fabrieken; allen aldaar, en tot secretaris van dat college, mr. M. G. J. Boissevain, advocaat en procureur aldaar. De uitslag der gisteren in het district Enkhuizen gehouden verkiezing voor de Tweede Kamer is, dat een herstemming moet plaats hebben tusschen den liberalen candidaat, don hoer Kool, die 2308 van de 6810 geldige stemmen verkreeg, en den katholieken candiiaat den heer Raat, die 2625 stemmen verwierf. Verder verkregen de heeran Gerritsen (rad 1386 en SluiB (antir.) 491 stemmen. Ten gevolge van een besluit der alge- meene vergadéring van dezen zomer, heeft het hoofdbestuur der Nederl. Maatschappy ter bevordering der Geneeskunst een com missie benoemd om verslag uit te brengen over de wy28, waarop van overheidswege geneeskundige hulp aan behoeftigen wordt en behoort to worden gezorgd. Deze commissie zal bestaan uit de heeren prof. Pekelharing te Utrecht, dr. M. W. Pyn- appel te Amsterdam, en dr. G. W. Bruinsma te Breda. Onder redactie van den heer J. K. Van der Veer is een niouw blad verschenen. Het heet „Vrede, orgaan tot bespreking van de practyk der liefde" en zal voorloopig om de 14 dagen, on by voldoenden steun na 1 Januari iedere week te Haarlem verschynen. Tolstoi, die tot de medewerkers behoort, heeft de zending van de kopy toegezegd van een geschriftje, waaraan by arbeidt, dat gericht is: Aan de arbeiders van de christelijke wereld. Door de heeren L. Ketjen, W. Spakler, J. F. Staal, P. J. Jansen, F. L. Janssen, Th. Ligthart, G. A. Aldeiink, P. B. Kok, R. Mulder, A. N. Beekman, A. A. Bertram en A. J. v. d. Hurk, bestuurders eener vereeni- ging van arbeidgevers en arbeldneicers, die zich te Amsterdam heeft geconstitueerd onier den naam van „Centrale Arbeidsbeurs", af- deeling van de Maatschappy voor den "Wer kenden Stand, is tot B. en Ws. het verzoek gericht de vryo beschikking te erlangen over twee gemeentelokalen en tevens hot kesto- looze gebruik van zoovele telephoonaanslui- tingen als zouden biyken noodig te zyn. De vareeuiging heelt daarbij het oog op de voormaliga buurtsecretariaten in de Marnix- straat en in de Lazaruesteeg. Zy wenscht telephonischo verbinding van deze buroelen onderling, eventueel ook met plaatsen, waar vele arbeiders te zamen komen. Gaarne zyn B. on Ws. bereid om het streven der vereoniging te ondersteunen. Arbeiders en patroons beiden hebben belang by do op richting eener centraio arbeidsbeurs. Waar vroeger de aanraking tusschen patroon en werklieden gemakkelijk tot stand kwam, zyn de voranderde omstancigheden in de bouw bedrijven, in den handel en ia de industrie oorzaak, dat noch ty de werklieden voldoend' kennis bestaat van «le vraag naar werkkrach ten, noch by de patroons de gewenschte wtten- schap, waar de beschikbare geschikte arbeids krachten te vinden. De vereenigiag, die zich tban6 ten do.1 stelt de bemiddeling tusschen vraag en aanbol van arbeid te vtrgomakkeiyken, gaat uit van tal van werkgevers en werknemers en heeft daardoor den voor het welslagen der onderneming zoo noodzakelyken steun van beide belanghebbende partyen. Dit beginsel van samenwmkiog is ook by de organisatie van het leidende bestuur der arbeidsbeurs in het oog gehouden. B. en Ws. zouden bet zeer toejuichen, wan neer door deze samenwerking het gswenschte doel kan worden bereikt. Zy verzoeken daarom den Riad, in overeenstemming met het advies der Commissie van Bystand voor de Statistiek, hem te machtigen om aanvankeiyk voor den tyd van twee jaren in gebruik to geven de lokalen en telophonüche aansluiting voor rekening der gemeente te verleenen. In de laatste tyden werd de boekery van het Museum van Kunstoyverheid te Haarlem weder aangevuld met verschillende belangryke werken en zooals bekend is, wor den deze werken aan belangstellenden, soowel aan hen, die zich met do studie van de kunst geschiedenis of der kunsten en ambachten bezighouden, als aan hen, die practisch werk zaam zyn, gratis voor geruimen tyd ter leen verstrekt. Thans is met het langer worden der avonden de tyd weder aangebroken, dat velen van deze gelegenheid gebruik maken; o. a. hebten verschillende genootschappen, wier ledeo het kunstambacht beoefenen, verzamelingen plaat werken voor het houden van kunstbeschou wingen aangevraagd. Zy, die wenechea van de boekery gebruik te maker, kunnen zich richten tot den con servator van hit Museum van Kunstny verheid den heer E Von Saher, die gaarne bereid is alle gewenschte inlichtingen omtrent do boe kery te geven. - Naar men ons mededeelt, is de nieuw benoemde hoogleeraar in de Pharmacio en Toxicologie te Groningen, or. Ey.kman, evenals zyn voorganger, in Japan geweest. Na een vërbiyf van enkele jaren in Japan, is by naar Europa teruggekeerd en heeft geruimen tijd gewerkt met Van 't Hoff te Amsterdam. Voor een Digental jaren werd hy, nadat Plugge voor de eer vaa het pro fessoraat te LeTd8n bedankt had, daar ds laatste liever in Groningen wilde blyven, ia diens plaate benoemd. Dech Eyckman meende toen te moeten bedanken, daar de toestand van het Pharmaceutiech Laboratorium destyd6 te Leiden van dien aard was, dat hy geen kans zag, daar met vrucht te werken. Da Groningsche hoogeschool mag zich nu gelukkig achten een man van Byckman's bekwaamheden aan zich te kuncen verbinden. Hot gebeuit zelden, dat iemand voor Leiden bedankt, om Groningen aan te nemen; het omgekeerde helaas wel. Voor eenige maanden had een onzer noordelijke bladen de kleine onbescheidenheid een voordracht op te geven U) Thans heb ik u myn geheim verteld; ik ben geheel in uw banden en vertrouw u onvoorwaardelijk. Indien een ander het medail lon vindt, ben ik verloren. Stel u voer, wat ik in deze plaats geleden heb ea zeg my: Wilt gy my helpen of niet Haar oegon stcrwlen vol tranen en ay zag my zóó smeekend aaD, dat ik niet anders kon dan haar verzekeren, alles te zullen doen om haar van dienst te zyn. Toen ik het hotel verliet, was het met bet vaste voor- nnnen te trachten geld te vinden om een schoener te huren en er over nadenkende, sloeg ik d-e richting in naar de woning van den AlbiGO, ten einde met hem de zaak te bespreken. XI. Toen ik b\j den Albino Wnnentrad, liet by een eigenaardig gelach hooien. „Wel, John Ramsay," zeide hij. „Wat scheelt u? Gy ziet er uit alsof gy uw laatste oortje verteerd hadt. Is er iets niet in orde?" Ik nam plaats en verhaalde hem zooveel van de zaak, als ik noodig oordeelde. Hy ging liggen op het. bed tegenover my en schom melde met zyn beensn on liet zyn vingers kralaon, tot ik gedaan had. Toen floot hy op een zonderlinge manier. „Gy zegt, dat do dame, hoe heet zy ook? Juanita?haar man daar ginds op een eiland begraven heeft?" Ik knikte. „Vroeger heeft zy u nooit verteld, dat zy weduwe was, geloof ik?" „Wel, daar boetend geen aanleiding toe, en ik heb er haar natuurlyk niet naar ge vraagd." „Hoe weet gy, dat zy u niet om don tuin lei JL? Dat alles niet een voorwendsel is, om hot oen of andere doel te bereiken, waar zy u niet ovsr spreekt? Jammer, dat gy u zoo door een vreuw laat beetnemen, is 't niet?" Niet wetende, wat te antwoorden, stak ik een pyp op en wachtte, tot by voort zou gaan. Al dien tyd had hy de oogen niet van my afgewend; hy keek mij door en door, alsof hy my ki de ziel wilde lezen. EiadsHjk hervstte hy: „Hoor eens, John Ramsay, ik mag u wel lyden, anders zoudt gfj daar wiet tegenover my zitten. Men beschouwt my gewoeniyk als een gevaarlijke, om mee te doen te heb ben; maar trk vriend ben ik r.iet te ver smade*. Zooak ik gezegd beb, staat gy my nogal aan en wat meer is, ik heb een beetje geld by elkaar geschraapt. Zou cie Juanita te vertrouwen zijn?" „Dat geloof lk ten minste wel." „Goed. Hoeveel denkt gy, dat het kosten zou een schoener to huren, om het tochtje te onder-nomen, hetwelk gy op het oog hebt?" „Ik weet het niet, want zy heeft my nist gezegd, waar het eiland ligt." „Wel, wel, dat is jammer. Maar dat tot daar aan tog. Als gy or zoo op staat, haar eea dienst te bewyzen, wil ik u het geld leenen, dat gy noodig hebt." Indien hy my had aangeboden de maan uit zyn vestjeszak te halen en er my een stukje te laten af by ten, zou ik geen grooter ver wondering aan éen dag hebben gelegd. Hy was de laatste mensch op de wereld, van wien ik zoo iets zou hobben kunnen ver wachten. Een poos lang wist ik nauwelyks, wat te zeggen. Eindelyk bracht ik er uit: „Dat is verbazend mooi van u; maar meent gy hot inderdaad Eoiiyk en zonder gekheid „Eerlyk en zonder gekheid." In zyn opgewondenheid was hy van het bad gesprongen en stond nu voor my, het zonderlingste wezen, dat men met mogeiyk- heid zou kunnen w&nschen te zien. „Wel, sla toe!" hernam hy. „Hier is mijn aanbod; neom aan of weiger, al naar gy wilt. Tot driehonderd pond toe is ter uwer beschik king. Kom het geld halen, wanneer gy Terkwst." „Maar ik aal misschien nooit in staat zyp, het u terug te betalen. Denk er aan, behalve hetgeen ik u heb medegedeeld, weet gy hoe genaamd niets van ray." „Dat komt er niet op aan. Ik mag u lijden en dat is genoeg voor my. Indien gy het my niet binnen een jaar kunt teruggeven, dan later. In allen gevalle, bet is er en geluk cr mee. Herinner u echter: geen woord over my tegen Juanita. Het zal het best wezen, haar te laten veronderstellen, dafc gy alles zelf gedaan hebt." Zoo spoecig ik kon ging ik terug naar het Orj ent Hotel.'j Juanita was echter niet thuis. Zy was een wandeling gaan doen op het strand en ik haastte my, haar daar op to zonken. Toen ik haar het goede nieuws vertelde, kende haar opgetogenheid geen grenzen. Zy overlaadde my met lieve naampjes in het Spaansch en in het Engelsch en dreef my aan tot spoed, alsof wy dien avond nog onder zeil konden gaan. „O, hoe goed zjjt gy voor raysprak zy. „En welke boot denkt gy te kunnen krygen? Do „Ocean Queen?" Maar die n te groot. De „Albeite?" Die zal te klein wezen. Weet gy er een?" „Ik heb gedacht aan de „Pareloester," ant woordde ik. „Jameson wil haar wel ver- koopen. Hy is aan lager wal en zi*t naar oen kleiner schip uit." „Ja, ja. Die is juist geschikt! Gy moet er dadeiyk naar gaan zien, dan kunnen wy mis schien morgen vertrekken." „Dat zal moeiiyk gaan," zdde ik, lachende ever haar opgewondenheid. „Er is eerst nog veel te doea; my mosten een bemanning bijeen zoeken, voorraad innemen en nog veel andere dingen moer." „Wanneer zouden wy dan kunnen gaan, Jack?" „Misschien overmorgenvrooger niet." Ber.t scheen zy tclour-getteld, want elk uur wachtens schoon ha«r toe verloren te z\jn. Allengs echter keerde haar goed humour terug en wy namen afscheid in da best nogdyke verstandhouding. Zonder dralen begaf ik my naar den zee kant naar een plaats, waar ik wist, den eigenaar van de „Pareloester" te zullen vinden. Gelyk ik verwacht had, zat hy op een bank, zich in de zon te koesteren en half aan geschoten. Ik noodigde hem uit mee naar binnen te gaan en iets te gebruikoD, hetwelk hy dadelijk aannam. Na het tweede glas begon ik over den schoener te spreken. Daar ik op het eiland niet bekend stond als iemand, die geld bezat, was hy op niet' verdacht en begon alle ondeugden van het ongelukkige schip op te sommen. Het was te groot voor de vissclaeryhot kostte meer dan het opleverde; het had een bemanning noodig als een oorlogsbrik en bjj wilde, dat hy het ncoit gezien had. Daar waehtto ik hem, „Wilt gy het niet verkoopen?" vroeg ik. „Verkoopen? Heel graag, heor! Het hangt my al Lang de keel uit. Lammer schuit bestaat er niet." Hy keek over do baal naar do plaats, waar het voorwerp z-jner verbittering voor anker lag, en hervatte: „Luister, Jack; ik zal u eens wat zoggen. Ik hob gold neodig en ale eh mjl er twee honderd en vjjltig pond voor geeft, boter by do viscb, dan kunt gü het krygon." Hy had my zoo dikwyie dit aanbod gedaan, wel wetende, dat ik het toch niet zou aan nemen, dat hy niet weinig verbaasd opkook, toon ik hem zoide: „Maak er twee van, Jim, en ik bon uw man. Dadeiyk geld, wol te verstaan." [Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 1