fi°. 11552»
Vi-ydag 22 October.
A0. 189i
faze (Souiant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Eon- en feestdagen, uitgegeven.
Udel-Quartet.
Leiden, 21 October.
Fsenillcton.
Zonderlinge Avonturen.
PEIJS OEZEE COURAÜT:
Voor Leidon per 3 maanden. 1,10.
Franco per post -..•».»* 1,40.
Afzondwlyke Nommors 0.05.
PBIJS DEB ADVEBTENTIËN:
Van 1-6 rsgola f 1.05. Iedere regel meer f 0.17|. - Grootere
lettere naar plaataruimte. Voor het incaaseoren buiten de stad
wordt f 0 05 berekend.
Des avonds van het concert worden aan de
Stads Gehoorzaal geen „bewyzen" meer in
ontvangst genomen.
De prys per plaats is dan één galden.
Inhuldiging.
Het „Handelsblad" stelt de vraag: Op wel
ken dag zal H. M. de Koningin in het volgend
jaap worden ingehuldigd?
Zal dit geschieden op 31 Augustus, den
achttienden verjaardag van H. M., zooale wel
licht menigeen denkt?
Dit zal stellig niet het geval zyn, meent
bet blad.
De Grondwet bevat omtrent dén dag der
inhuldiging geen stellig voorschrift; zy is, in
dit. opzicht, by de verscfciflonde herzieningen
hrrhaaldeiyk gewijzigd.
In do Grondwet van 1848 werd echter het
volgende artikel opgenomen:
„Art. 51. De Koning, de regeering aanvaard
hebbende, wordt, zoodra mogelijk, plechtig be-
eedigd en ingehuldigd binnen de stad Am
sterdam, in een openbare en vereenigde zit
ting der beide Kamers van de Staten-Gene-
raal".
Door deze bewoordingen is duideiyk uitge
maakt, dat de Koning of do Koningin, die
volgens de grondwettige bepalingen tot de
kroon is geroepen, de uitoefening van het
koninkiyk gezag aanvaardt, rog voordat de
beëeaiging en inhuldiging hebben plaats ge
had. Zoo heeft dan ook IvODing "Willem III
op 21 Maart 1849, vier dagen na het over-
lyden zyns vadoFS, by een proclamatie de
regeering aanvaard en had de inhuldiging eerst
op 12 Mei daarna plaats.
Aldus is het ook onder-da thaasoestaaniie-
Grondwet, volgens de herziening van 1887.
Zoo vordert de Grondwet derhalve niet,
8cbryft het „Hanöelsbl." dat aanvaarding
der regeering ea inhuldiging op dcnzelfden
dag plaats hebben. In do meeste gevallen
zal dat ook niet doenlik zyn. Ook in het
gewone geval immers, wanneer de kroon
wegens overlijden ovorgaat, eischt het lands
belang, dat de regeering zoo spoeaig mogeiyk
door den geroep-n troonopvolger worde uit
geoefend: maar do plechtigheid der teraarde-
bestelling en de noedige voorbereidingen voor
de inhuldiging ma-k-en het dan noodzakelyk
de laatste eenigen tyd te verdagen. Vandaar,
dat, volgens de bewoordingen der Grondwet,
de inhuldiging eerst na de aanvaarding der
regeering bshoort te geschieden, zoo spoedig
de omstandigheden hat toelaten. Koning Wil
lem II£ is dan ook, zooals wy gezien hebben,
ODgeveer twee maanden na do aanvaarding
der regeering ingehuldigd.
Do genoemde reden van vertraging bestaat
niet, wanneer Koningin Wilholmina in het
volgend jaar de regeering zal aanvaarden, by
het bereiken der grondwettige meerderjarigheid,
dat ls, als zy haar achttiende jaar „vervuld
heeft." Dat tydetip nu z&l pas laat op den
Sisten Aug. zyo aangebroken. Eerst te 6 uren
in den namiddag van 31 Aug. 1880 ver
kondigde het geschut, dat een prinses uit
het Huis van Oranje-Nassau was geboren.
Aan het grondwettelijk voorschrift, dat het
18de jaar moet z'tfo vervuld, zal dus eerst
zyn voldaan, wanneer de 31ste Augustus
voor het grootste gedeelte is verstreken. De
aauvaarding der regeering zal dan ook
ongetwijfeld in den avond van dien datum
in het volgend jaar plaats hebben.
Van beëediging en inhuldiging op dien dag
zelf kan derhalve geen sprake zijn.
Wy gelooven niet, dat de dag thans reeds
is bepaald, maar H. M. zal er zeker, evenals
de Datie, prys op stellen, dat het grondwettig
verbond inderdaad „zoo spoedig mogeiyk" op
plechtige wyze worden bezegeld.
Wij vermoeden daarom, dat ongeveer een
week na het aanvaarden van de regeering,
dus in de eerste volle week van September,
„de Staten Generaal binBen de stad Amsterdam
H. M. zullen ontvangen en huldigen in naam
van het Nederlandsche volk en krachtens de
Grondwet als Koningin", zooals de aanvangs
woorden luiden van den eed of de belofte, door
den Voorzitter der Vereenigde Vergadering
uit te spreken en door hem ea elk der leder,
hoofd veor hoofd, te beëedigen of te bevestigen.
De 2de luitenant kwartiermeester B. J. Ver*
brugh, van het 4de bataljon 4de reg. inf.,
alhier in garnizoen, ls met ingang van 20
Ootober j. 1. overgeplaatst by het 3de bataljon,
in garnizoen te Haarlem, terwyl de 2de luit.*
kwartiermeester J. Haitsma Mulier, die by
het 4de bataljon A U suite was gevoerd, op
bovengenoemden datum by dat bataljon is
ingedeeld.
Voor het examen in de vrye- en orde-
•efeniflgen der gymnastiek is te Rotterdam
geoUagd de hoer Jv J. Vao Tongeren, vanF
Leiden.
De „Staatscourant" bevat de volgende
opgaaf van het aantal bezoekers der musea
en monumenten geduronde bet derde kwar
taal 1897: Het Koninkiyk Kabinet van Schil
derijen te 's-Gravenhage 28,511; het Museum
M<crmanao Westreenianum te 's-Gravenhage
37het Koninklijk Penningkabinet te 's Gra-
hage 368; hot Rijks-Museum te Amsterdam
80,281; het Ryfes-Museum van Oudheden te
Leiden 2731het Ryks-Ethnograpbisch Mu
seum to Leiden 804; het Rjjks-Kabinet van
Prenten te Leiden 19; do historischo zaal in
het Prinsenhof te Delft 4335; de Gevangen
poort to 's-Graveühage 12,566; hst Muider-
slot 2090; de Ruïne van Brederode 620S; het
Monument te Heiiigerlee 2424 bezoekers.
Geref. Kerk. Bedankt is veer Katwyk
aan Z«e, door ds. J. Van don Berg, te Sliodrscht.
De heer A. Keers, sedert 1874 Horv.
predikant to Hazerswoude, herdacht eer
gisteren den dag, waarop by vóór 35 jaren
hst leoraaraambt te Zaamslag aanvaardde.
De heer Keers was ook predikant te Koude
kerk en te Enschedee.
Aan het station Vogelenzang is benoemd
tot assistent-chef de heer B. Mensink, in plaats
van den heer A. G. Besanger, die naar olders
is verplaatst, en benoemd tot 2den assistent de
korporaal-stuurman der Kon. Ned. Marine
W. B. Leen.
Met belangstelling mochten wy dezer
dagen uit enkele Duitsche bladen, als: „Ber
liner Bör8en Courier," „Vosslsche Zeitung"
en andere, vernom9o, dat twee jonge Hol
landers, nl. Coenraad V. Bos, onze vroegere
stadgenoot, en Joseph M. Van Veen, uit
Rotterdam, veel succes hadden met hun eerste
concert t9 Berlyn. Zy gaven drie sonates
voor piano en viool van Kes, Franck en
Berger en oogstten vëel byval.
Het was voor de Beriyners iets nieuws,
oen concert, waarop slechts sonates ten
gehoore werden gebracht, maar tegelykertyd
een prettige afwisseling tusschen die eindelooze
reeks van klassieke concerten. Beide heeren
bewezen een goede voordracht te bezitten,
en de wyze, waarop zy de werken vertolkten,
liet zien, dat zy een goede studie, door succes
gekroond, achter den rug hadden. Hettalryk
opgekomen publiek riep hen herbaaldeiyk
terug.
De „Neuesto Nachrichten" meldt dan ook:
De jonge Hollanders kunneo op een succes
vollen avond terugzien. Zy hebben zich als
kunstenaars een plaats in de eerste rijen
onzer kamermusici verzekerd. Op de uit
voering van het program was niet het minste
aan te merken; die twoo kunstenaars te
hooren musiceeren is een onverdroten genot."
Coenraad V. Eos is albier en ötet het
minst onder de musici zaer bekend en velen
zal het dus ongetwijfeld genoegon doen Lis
omtrent zyn succes in het buitenland te
vernemen.
In het hotel „Den Ouden Do;len", te
's Gravanbage, i3 gisteren aangekomen de
heer Félix Ven Müller, Raad van legatie van
Z. M. den keizer van Duitschland by de
Franscho-Repu bliek.
By de behandeling dor gemeente begroo-
ling in ce afdeelragen van den Raad der
gemeente Zutfen gaf een der leden in over
weging om f 500 uit te trekken voor presentie
geld der raadsleden.
Tot heden kwam een zoodanige post niet
op.de gemeente-begrooting voor.
De Russische Staatscourant vermeldt het
sluiten van een overeenkomst omtrent het
telegraaf verkeer tusschen Nederland en Rus
land.
De „Staatscourant" bevat een koninkiyk
besluit, waarby, met ingang van 25 October,
benoemd worden:
Tot lid en voorzitter van het college van
regenten over de gevangenissen te Amsterdam,
mr. W. R. Op ten Hoort, advocaat generaal
by het gerechtshof aldaar;
tot leden van dat college: mr. G. A. Van
Hamel, hoogleeraar aan de gemeeDteiyko
universiteit; mr. Tb. J. Hoppe, rechter ia de
arrondissements-rechtbaokdr. C. W. Janssen,
koopman; dr. C. H. Kuhn, hoogleeraar aan
de gemecntelyko universiteit; mr. W. F. Van
Leeuwen, advocaat en procureur, wethouder
dtr gemeente Amsterdam; mr. E. R. H.
Rtgout, substituut-officier van justitie by de
airondissements-rechtbank; jhr. mr. J. C.
Reynst, rechter in de arrondissements-recht
baok; dr. R. H. Saltet, hoogloeraar aan de
gemeentelyke universiteit; mr. B. Simons,
r.cater in de arrondissements-reebtbank, en
mr. A. J. Cohen Stuart, advocaat en procureur,
seoretaris van de Kamer van koophandel en
fabrieken; allen aldaar, en
tot secretaris van dat college, mr. M. G.
J. Boissevain, advocaat en procureur aldaar.
De uitslag der gisteren in het district
Enkhuizen gehouden verkiezing voor de Tweede
Kamer is, dat een herstemming moet plaats
hebben tusschen den liberalen candidaat, don
hoer Kool, die 2308 van de 6810 geldige
stemmen verkreeg, en den katholieken
candiiaat den heer Raat, die 2625 stemmen
verwierf.
Verder verkregen de heeran Gerritsen (rad
1386 en SluiB (antir.) 491 stemmen.
Ten gevolge van een besluit der alge-
meene vergadéring van dezen zomer, heeft
het hoofdbestuur der Nederl. Maatschappy
ter bevordering der Geneeskunst een com
missie benoemd om verslag uit te brengen
over de wy28, waarop van overheidswege
geneeskundige hulp aan behoeftigen wordt en
behoort to worden gezorgd.
Deze commissie zal bestaan uit de heeren
prof. Pekelharing te Utrecht, dr. M. W. Pyn-
appel te Amsterdam, en dr. G. W. Bruinsma
te Breda.
Onder redactie van den heer J. K. Van
der Veer is een niouw blad verschenen. Het
heet „Vrede, orgaan tot bespreking van de
practyk der liefde" en zal voorloopig om de
14 dagen, on by voldoenden steun na 1 Januari
iedere week te Haarlem verschynen. Tolstoi,
die tot de medewerkers behoort, heeft de
zending van de kopy toegezegd van een
geschriftje, waaraan by arbeidt, dat gericht
is: Aan de arbeiders van de christelijke
wereld.
Door de heeren L. Ketjen, W. Spakler,
J. F. Staal, P. J. Jansen, F. L. Janssen, Th.
Ligthart, G. A. Aldeiink, P. B. Kok, R.
Mulder, A. N. Beekman, A. A. Bertram en
A. J. v. d. Hurk, bestuurders eener vereeni-
ging van arbeidgevers en arbeldneicers, die
zich te Amsterdam heeft geconstitueerd onier
den naam van „Centrale Arbeidsbeurs", af-
deeling van de Maatschappy voor den "Wer
kenden Stand, is tot B. en Ws. het verzoek
gericht de vryo beschikking te erlangen over
twee gemeentelokalen en tevens hot kesto-
looze gebruik van zoovele telephoonaanslui-
tingen als zouden biyken noodig te zyn.
De vareeuiging heelt daarbij het oog op de
voormaliga buurtsecretariaten in de Marnix-
straat en in de Lazaruesteeg. Zy wenscht
telephonischo verbinding van deze buroelen
onderling, eventueel ook met plaatsen, waar
vele arbeiders te zamen komen.
Gaarne zyn B. on Ws. bereid om het streven
der vereoniging te ondersteunen. Arbeiders
en patroons beiden hebben belang by do op
richting eener centraio arbeidsbeurs.
Waar vroeger de aanraking tusschen patroon
en werklieden gemakkelijk tot stand kwam,
zyn de voranderde omstancigheden in de bouw
bedrijven, in den handel en ia de industrie
oorzaak, dat noch ty de werklieden voldoend'
kennis bestaat van «le vraag naar werkkrach
ten, noch by de patroons de gewenschte wtten-
schap, waar de beschikbare geschikte arbeids
krachten te vinden.
De vereenigiag, die zich tban6 ten do.1 stelt
de bemiddeling tusschen vraag en aanbol van
arbeid te vtrgomakkeiyken, gaat uit van tal van
werkgevers en werknemers en heeft daardoor
den voor het welslagen der onderneming zoo
noodzakelyken steun van beide belanghebbende
partyen. Dit beginsel van samenwmkiog is ook
by de organisatie van het leidende bestuur der
arbeidsbeurs in het oog gehouden.
B. en Ws. zouden bet zeer toejuichen, wan
neer door deze samenwerking het gswenschte
doel kan worden bereikt. Zy verzoeken daarom
den Riad, in overeenstemming met het advies
der Commissie van Bystand voor de Statistiek,
hem te machtigen om aanvankeiyk voor den
tyd van twee jaren in gebruik to geven de
lokalen en telophonüche aansluiting voor
rekening der gemeente te verleenen.
In de laatste tyden werd de boekery
van het Museum van Kunstoyverheid te
Haarlem weder aangevuld met verschillende
belangryke werken en zooals bekend is, wor
den deze werken aan belangstellenden, soowel
aan hen, die zich met do studie van de kunst
geschiedenis of der kunsten en ambachten
bezighouden, als aan hen, die practisch werk
zaam zyn, gratis voor geruimen tyd ter leen
verstrekt.
Thans is met het langer worden der avonden
de tyd weder aangebroken, dat velen van
deze gelegenheid gebruik maken; o. a. hebten
verschillende genootschappen, wier ledeo het
kunstambacht beoefenen, verzamelingen plaat
werken voor het houden van kunstbeschou
wingen aangevraagd.
Zy, die wenechea van de boekery gebruik
te maker, kunnen zich richten tot den con
servator van hit Museum van Kunstny verheid
den heer E Von Saher, die gaarne bereid is
alle gewenschte inlichtingen omtrent do boe
kery te geven.
- Naar men ons mededeelt, is de nieuw
benoemde hoogleeraar in de Pharmacio en
Toxicologie te Groningen, or. Ey.kman, evenals
zyn voorganger, in Japan geweest.
Na een vërbiyf van enkele jaren in Japan,
is by naar Europa teruggekeerd en heeft
geruimen tijd gewerkt met Van 't Hoff te
Amsterdam. Voor een Digental jaren werd
hy, nadat Plugge voor de eer vaa het pro
fessoraat te LeTd8n bedankt had, daar ds
laatste liever in Groningen wilde blyven, ia
diens plaate benoemd. Dech Eyckman meende
toen te moeten bedanken, daar de toestand
van het Pharmaceutiech Laboratorium destyd6
te Leiden van dien aard was, dat hy geen
kans zag, daar met vrucht te werken.
Da Groningsche hoogeschool mag zich nu
gelukkig achten een man van Byckman's
bekwaamheden aan zich te kuncen verbinden.
Hot gebeuit zelden, dat iemand voor Leiden
bedankt, om Groningen aan te nemen; het
omgekeerde helaas wel. Voor eenige maanden
had een onzer noordelijke bladen de kleine
onbescheidenheid een voordracht op te geven
U)
Thans heb ik u myn geheim verteld; ik
ben geheel in uw banden en vertrouw u
onvoorwaardelijk. Indien een ander het medail
lon vindt, ben ik verloren. Stel u voer, wat
ik in deze plaats geleden heb ea zeg my:
Wilt gy my helpen of niet
Haar oegon stcrwlen vol tranen en ay zag
my zóó smeekend aaD, dat ik niet anders
kon dan haar verzekeren, alles te zullen doen
om haar van dienst te zyn. Toen ik het
hotel verliet, was het met bet vaste voor-
nnnen te trachten geld te vinden om een
schoener te huren en er over nadenkende,
sloeg ik d-e richting in naar de woning van
den AlbiGO, ten einde met hem de zaak te
bespreken.
XI.
Toen ik b\j den Albino Wnnentrad, liet by
een eigenaardig gelach hooien.
„Wel, John Ramsay," zeide hij. „Wat
scheelt u? Gy ziet er uit alsof gy uw laatste
oortje verteerd hadt. Is er iets niet in orde?"
Ik nam plaats en verhaalde hem zooveel
van de zaak, als ik noodig oordeelde. Hy ging
liggen op het. bed tegenover my en schom
melde met zyn beensn on liet zyn vingers
kralaon, tot ik gedaan had. Toen floot hy op
een zonderlinge manier.
„Gy zegt, dat do dame, hoe heet zy ook?
Juanita?haar man daar ginds op een eiland
begraven heeft?"
Ik knikte.
„Vroeger heeft zy u nooit verteld, dat zy
weduwe was, geloof ik?"
„Wel, daar boetend geen aanleiding toe,
en ik heb er haar natuurlyk niet naar ge
vraagd."
„Hoe weet gy, dat zy u niet om don tuin
lei JL? Dat alles niet een voorwendsel is, om
hot oen of andere doel te bereiken, waar zy
u niet ovsr spreekt? Jammer, dat gy u zoo
door een vreuw laat beetnemen, is 't niet?"
Niet wetende, wat te antwoorden, stak ik
een pyp op en wachtte, tot by voort zou
gaan. Al dien tyd had hy de oogen niet van
my afgewend; hy keek mij door en door,
alsof hy my ki de ziel wilde lezen. EiadsHjk
hervstte hy:
„Hoor eens, John Ramsay, ik mag u wel
lyden, anders zoudt gfj daar wiet tegenover
my zitten. Men beschouwt my gewoeniyk
als een gevaarlijke, om mee te doen te heb
ben; maar trk vriend ben ik r.iet te ver
smade*. Zooak ik gezegd beb, staat gy my
nogal aan en wat meer is, ik heb een beetje
geld by elkaar geschraapt. Zou cie Juanita
te vertrouwen zijn?"
„Dat geloof lk ten minste wel."
„Goed. Hoeveel denkt gy, dat het kosten
zou een schoener to huren, om het tochtje
te onder-nomen, hetwelk gy op het oog hebt?"
„Ik weet het niet, want zy heeft my nist
gezegd, waar het eiland ligt."
„Wel, wel, dat is jammer. Maar dat tot
daar aan tog. Als gy or zoo op staat, haar
eea dienst te bewyzen, wil ik u het geld
leenen, dat gy noodig hebt."
Indien hy my had aangeboden de maan uit
zyn vestjeszak te halen en er my een stukje
te laten af by ten, zou ik geen grooter ver
wondering aan éen dag hebben gelegd. Hy
was de laatste mensch op de wereld, van
wien ik zoo iets zou hobben kunnen ver
wachten. Een poos lang wist ik nauwelyks,
wat te zeggen. Eindelyk bracht ik er uit:
„Dat is verbazend mooi van u; maar meent
gy hot inderdaad Eoiiyk en zonder gekheid
„Eerlyk en zonder gekheid."
In zyn opgewondenheid was hy van het
bad gesprongen en stond nu voor my, het
zonderlingste wezen, dat men met mogeiyk-
heid zou kunnen w&nschen te zien.
„Wel, sla toe!" hernam hy. „Hier is mijn
aanbod; neom aan of weiger, al naar gy wilt.
Tot driehonderd pond toe is ter uwer beschik
king. Kom het geld halen, wanneer gy
Terkwst."
„Maar ik aal misschien nooit in staat zyp,
het u terug te betalen. Denk er aan, behalve
hetgeen ik u heb medegedeeld, weet gy hoe
genaamd niets van ray."
„Dat komt er niet op aan. Ik mag u lijden
en dat is genoeg voor my. Indien gy het my
niet binnen een jaar kunt teruggeven, dan
later. In allen gevalle, bet is er en geluk cr
mee. Herinner u echter: geen woord over
my tegen Juanita. Het zal het best wezen,
haar te laten veronderstellen, dafc gy alles
zelf gedaan hebt."
Zoo spoecig ik kon ging ik terug naar het
Orj ent Hotel.'j
Juanita was echter niet thuis. Zy was een
wandeling gaan doen op het strand en ik
haastte my, haar daar op to zonken. Toen
ik haar het goede nieuws vertelde, kende
haar opgetogenheid geen grenzen.
Zy overlaadde my met lieve naampjes in
het Spaansch en in het Engelsch en dreef
my aan tot spoed, alsof wy dien avond nog
onder zeil konden gaan.
„O, hoe goed zjjt gy voor raysprak zy.
„En welke boot denkt gy te kunnen krygen?
Do „Ocean Queen?" Maar die n te groot.
De „Albeite?" Die zal te klein wezen. Weet
gy er een?"
„Ik heb gedacht aan de „Pareloester," ant
woordde ik. „Jameson wil haar wel ver-
koopen. Hy is aan lager wal en zi*t naar
oen kleiner schip uit."
„Ja, ja. Die is juist geschikt! Gy moet er
dadeiyk naar gaan zien, dan kunnen wy mis
schien morgen vertrekken."
„Dat zal moeiiyk gaan," zdde ik, lachende
ever haar opgewondenheid. „Er is eerst nog
veel te doea; my mosten een bemanning
bijeen zoeken, voorraad innemen en nog veel
andere dingen moer."
„Wanneer zouden wy dan kunnen gaan,
Jack?"
„Misschien overmorgenvrooger niet."
Ber.t scheen zy tclour-getteld, want elk uur
wachtens schoon ha«r toe verloren te z\jn.
Allengs echter keerde haar goed humour
terug en wy namen afscheid in da best
nogdyke verstandhouding.
Zonder dralen begaf ik my naar den zee
kant naar een plaats, waar ik wist, den
eigenaar van de „Pareloester" te zullen vinden.
Gelyk ik verwacht had, zat hy op een bank,
zich in de zon te koesteren en half aan
geschoten.
Ik noodigde hem uit mee naar binnen te
gaan en iets te gebruikoD, hetwelk hy dadelijk
aannam. Na het tweede glas begon ik over
den schoener te spreken.
Daar ik op het eiland niet bekend stond
als iemand, die geld bezat, was hy op niet'
verdacht en begon alle ondeugden van het
ongelukkige schip op te sommen. Het was
te groot voor de vissclaeryhot kostte meer
dan het opleverde; het had een bemanning
noodig als een oorlogsbrik en bjj wilde, dat
hy het ncoit gezien had. Daar waehtto ik hem,
„Wilt gy het niet verkoopen?" vroeg ik.
„Verkoopen? Heel graag, heor! Het hangt
my al Lang de keel uit. Lammer schuit bestaat
er niet."
Hy keek over do baal naar do plaats, waar
het voorwerp z-jner verbittering voor anker
lag, en hervatte:
„Luister, Jack; ik zal u eens wat zoggen.
Ik hob gold neodig en ale eh mjl er twee
honderd en vjjltig pond voor geeft, boter by
do viscb, dan kunt gü het krygon."
Hy had my zoo dikwyie dit aanbod gedaan,
wel wetende, dat ik het toch niet zou aan
nemen, dat hy niet weinig verbaasd opkook,
toon ik hem zoide:
„Maak er twee van, Jim, en ik bon uw
man. Dadeiyk geld, wol te verstaan."
[Wordt vervolgd