N°. 11551.
I>on<lei*<lag 31 October,
A0. 1897
fezs Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Eon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nonimer bestaat uit TWEE
Bladen.
Udel-Quartet.
Leiden, 20 October.
Zouderliage ivoutiirea.
LEIDSCH
DAGBLAD
PKIJS DEZER COURANT:
Voor L6iteti por 3 maanden.f 1.10.
Franco por post1.40.
AfzondorUffce Nommors'V' 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIÈN:
Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17J. Grootera
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt 0.05 berekend
Eerste Blad.
Des avonds van het concert worden aan de
Stads-Gehoorzaal goen „bewezen" meer in
ontvangst genomen.
De prys per plaats is dan één golden.
Hugo Noltheniu3 schrijft over het quartet
in bet „Utrechtscb Dagblad":
„Ook by ens mag het succes van de vier
heeren uit Weenen groot genoémd worden.
En geen wonder, want lachen wil ieder
wel eens op zijn tyd.
Het is natuurlijk geen hooge kunst, die
beoogt te doen lachen; het kan de roeping
van wat verhe-ffen kan, van wat beter
maken kan ook niet zyn, en het parodiësren-
de karakter, dat de voordrachten van de
h6«ren voor een groot deel kenmerkt, laat
eigenlijk geen ruimte voor het nobele.
Voor een heolen avond het daarbuiten
te moaten atollen, moet kras heeten.
Wat by doordenken onze houding van
genietenden redt, is vooral dit, dat de uit
voerenden door en door biykbaar alles louter
voo" hun plcizior doen.
Waai in de li m ren uit Weenen meesters
zyn, is de kunst van voordracht. Hoo
duidelijk en steeds op het juiste moment
komt nu deze, dan gene voor den dag;
dat de heer Udel d9 ziel is van het en-
8embl i hoort men aanstonds, maar de anderen
staan hem waardig ter zijde..
In het begin wildé het timbre van den
eersten twior my niet zoo grif bevallen,
betwa.8 me wel wat .erg stoffig, en ik
vond het typische wel wat to we nig
gedistingeerd. M«:n went echter aan
veel en later heb ik er geen last meer
van gehad, integendeel heb ik de bewon
derenswaardige techniek eR den rijkdom
van schakeeringen in uitdrukking van dr.
Wilh lra Stigler inderdaad bewonderd.
De solo voordracht van den heer Udel
aal ons nog lang alleen door de gedachte
er aan t-ot lachen brongen. Deze op zich
zelf is de kennismaking reeds overwaard.
Een tctaal boheorscben van zijn lang niet
geriRgwa*rdige stemmiddelen kwam hierbij
ook zeer duide>yk uit, evenals later ia zyo
solo van het Frrischütz-affiche, toen hy
een lang© episode met ©en goed gestyleerd
andors zoo goed als onbruikbaar falset-
register ten gehoere bracht. Dat werkte
zeer komisch. Van meer komische zangers,
en ook uit Weenen, heb ik dit gehoerd,
maar zoo goed nog niet. Da vis comica van
deh-:eren,'ook van eersten en tweeden, kranig
diepen bas is bijzonder groot; met hunne
kleino mimiek doen zo nu en dan wonderen,
die kwaiyk to beschryven zyn.
Die hen nog niet gehoord beeft, verzuime
het niet met hen kennis te maken."
Officieel© Kennisgevingen.
Vee- en vleeschkenring.
Burgemeester en Wethouders v&r Leidon vestigen
de aandacht van ingezetenen, goen elager, vleeech-
verkooper, hotelhouder, restaurateur, kok of tafel
houder zrjodo, welko vleetch of vleeeohwaren van
buiten de gemeente ontvangen, op de artt. 5, G cn
7 der Verordening van den Baton November 1894
(Gemeenteblad No. 10), gewijzigd den 8östen Juli
1896 (Gemeentebla i No. 12), waaruit blijkt, dat de
hoeveelheden vleoscb, van welken aard ook, be
houdens de in artikel 7 onder b en o gonoemde
uitzonderingen, wegende meer dan 6 kilo, welke in
de gtmeente worden ingevoerd, langs de iu de
genoemde verordening aangegeven wegen onmiddellijk
naar het kaursngaloka&l moeten werden gebr»cht,
ton eit.de te worden gekeurd, Kalleed® zg zich, bg
nict-Daloving daarvan, aan vervolging blootstellen.
Voor slagers, vleeechverkoopers, hoUlhondors,
herbergiers, restaurateurs, koks ea tafelhouders
geldon de in artt. 7 en 8 omschreven strengere
bepalingen.
Burgemeester en Wethoadere voornoemd,
Leiden, F. WA3, Burgomoeater.
19 Oct. 1897. E. KIST, Secretaris.
In de Lakenhal alhier is thans de litho
graphic van Van Daalhoff „Ocbtend" gedurende
eenige dagen ter bezichtiging gesteld.
De gemeenteraad van Haarlemmermoer
zal Donderdag 28 October a. s. eere vergadering
houden, wasrin o. a. zullen worden behandeld:
een verzoek van G. D. Van Aken, om ont
slag als onderwyzer aan school No. 1de
benoeming van eens onderwyzeres voor school
No. 3. (Voordracht: lo. mej. C. Over beek te
Haarlem; 2o. mej. J. J. Blom tt Haarlem
8o. mej. F. Van Lcon te Winschoten)een
adres van de gemeente-geneosheeren om
wyziging hunner instructie; de begrooting
voor 1898; een adres van ingezetenen te
Nieuw-Vennep om plaatsing aldaar van een
veldwachter; een adres om vermindering
van het schoolgeld voor hst u. 1. onderwys
te Hoofddorp een ontwerpbesluit tot hsifing
van opcenten op de personeels belasting, enz.
Ned.-Bervormde Kerk. Beroepen is te
Kage, gem. Alkemade, («ulppreóc&or) da heer
G. 0. Van Daim, te Aarlandorvaente Moer
kapelle de heer J. Polhuys, cand. t« Ede.
Ds gemeenteraad van Gouda heeft be
noemd tot onderwyzer aan do lsta kostelooz#
school den heer J. B. Kerp.«.stein, te Nieuwveen.
De commissie uit éo Tweede Kamer
betrekkeiyk do g,-loofs brie ven van den afge
vaardigde voor Snoek, mr. Van Gilse, zal
hoden tot hervatting van het onderzoek zitting
houden, torwyi ook dezen dag byeenkomt
de commissie van rapporteurs over Hoofdstuk
VH (marine) der staatsbegrooting voor 1898.
Z. K. H. de Vorst van Hobenzollera-
Sigmaringen heeft, met goedkeuring van
Z. M. den Keizer van DuitschUnd, den direc
teur generaal van de Maatschappy „Zeebad
Scheveningen", don hoer B. Goldb-ck, hot
eerekruis 2do klasse van de vorsteiyke Hohen-
zollernsche Huisorde verleend en aan don bouw
kundigen opzichter der Maatschappij J. Bisen-
bergec do tot do bovengenoemde orde behoo-
reuae zilveren modaille.
Naar men verneemt, heeft het bestuur van
de „Nederlandsche Juristenvereniging" beslo
ten in 1898 geen algeinsene vergadering te hou
den, maar eerst in 1899, en heeft hot alsdan
de twee volgende onderwerpen ter behande
ling gesteld:
lo. Moeten voor de toelating tot de rechts-
praktyk en de magistratuur andere dan de
bestaande eischen en waarborgen worden
gesteld; zoo ja, welke?
2o. Is herziening wenscheiyk van de voor
schriften ter uitvoering van art. 22 Wetboek
van Strafrecht (inrichting en beheer der ge
vangenissen, enz); zco ja, in welken zin?
Het „Haagsche Dagblad" kan met
zekerheid modedeelen, dat mr. G. J. Sickesz
te Lochem bestemd is om eventueel op to
treden als directeur-generaal van landbouw.
Het te Brussel gevestigde Nationaal
Vlaamsch Taalverbond heeft tot de consuls
van België een schrijven gericht, waarin hun
gevoelen wordt gevraagd over de wenscbeiyk-
heid en mogeiykheid van bet sluiten van een
tolverbond tusschen België en Nedorland.
De kapt.-kwartiermeester J. F. Eichholfce,
van het O. I. leger, met verlof wegens lang-
durigen dienst to Middelburg, wiens verlof
ultimo December a. 8. expireert, he9ft de
opdracht ontvangen, om zich op 6 Nov. a. s.
mot het stoomschip „Bromo" weder naar
Icdië te begeven.
De heer G. Roessingh van Iteraon, ge-
pensionneerd O.-I. ambtonaar, heeft zicb, gelyk
reeds gemeld, met een adres tot do Tweede
Kamer gewend, waarin hy betoogt, dat het
geldelyk beheer in onze overzeeache bezit
tingen te wen8chen laat.
Schrij .'er zou een onderzoek willen ingesteld
zien en de vraag overwogen:
lo. Of zjj het nog langer mag gedoogen,
dat nog steeds millioonen uit de kassen in
Nederlandsch-Indiê verdwynen alleen door
slechte voorschriften, terwyi goede voorschrif
ten, die dit verder oiiraogeiyk zouden maken,
door adressant reeds In 1 SS3 bjj het ministerie
van koloniën zyn ingeleverd, waar zy, op
grond van aangegeven redenen, zijn ter zyde
gelegd?
2o. Of zy er nog langer in mag berusten,
dat wordt voortgegaan met het aanstellen
van inspecteurs van financiën, die den lande
jaarlyks, alleen aan traktementen en reiskosten,
zeker op meer dan twee ton gouds te staan
komen, terwyi die inspecteurs, behalve dat
zy bovenbedoelden slechten toestand nooit
onder Hooger aandacht hebben gebracht, voor
geen van de hun opgedragen werkzaamheden
noodig zyn.
Vorder wensoët hy, dat de Kamer als haar
oordeel uitspreke, dat alle termen aanwezig
zyn om:
lo. zoo Bpoodig mogeiyk gevolg te geven
aan het voorschrift van aitikol 49 van hot
Regeerings-reglewent en het ontslag van de
Indische ambtenaren by wet te regelen;
2o. in het midden latende welke maatregelen
zullen bebooren te worden getroffen tegenover
de Indische Rekenkamer, in zake bare houding,
hot geldeiyk beheer aldaar betreffende - den
minister van koloniën uit te noojigen, met
intrekking van het koninkiyk besluit van
30 December 1882 No. 2 (Indisch Staatsblad
1883, No. 33), die Rekenkamer opnieuw te ver
heffen tot een „koninkiyk" en daardoor weder
onafhankelyk college.
Nasr men van doorgaans goed ingelichte
zyde aan hot „Vad." verzekert, heeft do Sche-
voningeche havenquaestie in den laatsten tyd
een belangryke schrede voorwaarts gedaan.
Het moet nameiyk aan de bemoeiingen van
den minister van waterstaat gelukt zijn van
z(jn ambtgenoot voor corlog de verkl-ring to
verkrygen, dat, indien te Scheveningen een
haven werd aangelegd van niet meerdere
diepte dan noodig is om de bommenvloot te
bergen, van d6n eiscb, dat by die haven een
fo;t zou moeten worden gemaakt, worJt af
gezien. Van deze beslissing zou door den
minister van waterstaat aan het Haagsche
gemeentebestuur mededeeling zfjn gedaan,
opdat het thans zou kunnen overwegen wat
verder te doen staat.
Uit Den Haag wordt ons geschreven: De
nieuwe wolteiyke bepalingen, regelende de
gemeente-financiën, 6taan niet toe, dat het volle
bedrag der noodige opcenten op het personeel
van alle huurwaarde wordt geheven. Met een
bedrag van 50 moet worden begonnen, om
trapsgewyze to ryzen tot hot op do begrooting
uitgetrokken maximum.
Burg. en Wetbs. hebben een zeer byzondere
opvatting vail trapsgewyze vermeerdering,
blykons hun voorstel aan den Raad, om, na
met 50 opcenten voor belastbare nuurwaarde
van ƒ225 to zyn begowtien, tot 100 to ryzen
langs den weg van 60 voor 230, 70 voor
235, 80 voor ƒ240 en 90 voor 245, zooJat
do speling voor de progressie maar 20 in
huurwaarde zou worden Wanneer de ge
meenteraad met dit voorstel meegaat, dan
mag naar de letter der wet zijn gehandeld,
naar den geest zeker m=t.
De druk van h:t maximum der opcenten
zal dan reeds gevoeld worden daar, waar dia
't moeiiykat kan worden gedragen; en de
bedoeling van den wetgever was verlichting
voor de lieden v«n geringe draagkracht.
De ryzing telkens met 10 opcenten zou
minst genomen in verhouding" dionen to
komen met hUurvraarde-verschi'len van 50,
zoolat do 90 opcenten eerst 'oy ƒ425 zouden
worden geheven en d© vollo honderd by 475.
Zooals 't nu wordt voorgesteld, zou de ver
deeling een monument van orrbiliykheid wor
den, want 5 'sjaars me r of minder belast
bare huurwaarde kan nooit een maatstaf voor
hoogere draagkracht zyn.
't Is to hopen, dat de gemeenteraad een
betere regeling zal treffeD, waardoor aan de
bedoeling der wet wordt voldaan. {Tel)
De „Staatscourant" bevat het koninkiyk
besluit, waarby aan mr. J. G. Gleichman, op
zyn verzoek, eervol öntslag worct verl.end
als lid van bet college van curatoren der
Ryks universiteit to Utrocht, met dankbetui
ging voor de dienston, door hem in die be
trekking bewezen; en bot lid van dat college
van curatoren benoemd wordt jbr. rar. J. Röell,
oud-mnbter van buitenlandsche zaken, te
's Gravenhage.
De mededeelingen, door den burgemeester
gisteren in de vergadering van den gemeente
raad van 's-Gravenhage aan don Raad gedaan,
herinnerden aan de polemiek, die in de laatste
weken over do onwelriekende grachten ge
voerd is.
Het adres van Handel, Nyverheid en Ge
meentebelangen te dier zake werd gestold
in handen van B. en Ws. en een brocnure
van den heer Holleman over verontreiniging
van openbare wateren werd gevoegd by de
lectuur, welko de leden in don laatsten tyd
over dit aangelegen onderwerp ontvingen.
Zonder er wellicbt acht op te geven, nam
de Raad een belangrijke beslissing ten aan
zien van do havenquiestie door de onder do
mededeelingen voorkomende concesêie aan
vraag van de ingenieurs Bevorsen en Vaa
Hourn voer oen haven aan den Hoek met
spoorweg naar Scheveningen, te stellen in
handen van do zeehavencommissie om prae-
advies.
De pogingen, om by do opheffing dor
Militaire School t© Haarlem alle oud-leerlingen
nog eens te vereenigen, zyn mislukt. Do
oorzaak wordt gezocht in het te broed en te
kostbaar opzetten der feestelijkheden. Thans
worden opnieuw pogingen in het werk ge
steld om een eenvouoig diner in Haarlem of
Amsterdam te geven en de oudsten der jaren
zyn aangezocht hunne studiegenootcn tot deel
neming aan te sporen.
Voor leeraar in oude talen aan heft
gymnasium te Schiedam worden aanbevolen
dr. C. R. Vermaas en dr. W. De Vries,
beiden tydelyk leeraar to Schiedam, alsmede
dr. H. O. Do Jong, te Amsterdam.
In de tweede holft van November zal,
naar aan do „Tel." wordt bericht, te Arnhem
een byeenkomst van de öykgraven in de
provinci.) Gelderland worden gehouden, t n
tinde van gedachten to wisso?en over neod-
zakeiyk ta brengen veranderingen iri de ver-
oud? rJe voorschriften der rivier, orre- pondentie.
Ruiai twee derden der dykgrav n, lot wiode
heer H. W. J. C. Tan do? Syp, te Wamel,
zich by circulairo richtte, hebben boreids hun
adhaosio aan het donkboold betuigd. Na de
byeenkorn-st zal waarschyniyk eeu adres aan
den minister van waterstaat worden aange
boden ter vorkryging van deze z.jer nood»
z.kiiyko verandaingon.
De „N. Haorl. Ct." d.clt m6de, dat de
bisschop van Haarlem, mgr. C. J. M. Botte-
mas^no, benoemd is tot advocaat van St -Pietsr
en eero-voorzitter eer orde voor het diocees
Haarlem. Hem werden het kiruis en het lint
benevens do officiëelo bescheiden der orde,
namens do kanselary der orde van advocaten
van St. Pieter to Rome, gisteren overhandigd
door den vica-promotor der orde, den zeer-
eerw. hser Henri F. M. Alard, en den zoer-
oerw. heer W. Küppers, advocaat van St.-Pieter.
Het stoomschip „Prins van Oranje"', van
Amsterdam naar Batavi.i, vertrok 19 Oct. van
Cam2ran; do „Rotterdam" arriveerde 19 Oct.
van Nbuw-York te Rotterdam; do „Koningin-
Regentes", van Amsterdam naar Batavia,
vertrok 19 Oct. Yan Southamp'on; <Je „Koningin
Wilhelmina", V3n Batavia naar Amsteplara,
passeerde 19 Oct. Gibraltar; de „Prins Hen
drik", van Amsterdam naar Batavia, arriveerde
19 O.t. to Port Said; do „Merapr", van Rot-
28)
Het was een Albéno oc, wat meef is» een
dwerg-AlbiDO.
Hy zat op een boogo kist en staarde my
strak aan. Zyn lang, sneeuwwit baar werd
coor den tocht van het venster lichtelijk be
wogen on zyn oogen welke, gclyk ik later
beter zien kon, een eigenaardige helder roode
kleur hadden, schitterden en straalden als
groote robijnen. Gedurende al dien tyd trok
by aan de geledingen zynor vingers en liet
ze op een akelige manier knappenzoodra hy
bemerkte, dat ik goed wakker was, liet hy
zich van z(jn zitplaats glijden en zeide met
een hooge, krijschende stem:
„Ho, ho, vriindje! Uitgeslapen? Nu, gy
hebt een goed dutje gedaan. Twaalf uur aan
dén stuk, zoo waar ik l#ef."
Ik gaf hem myn verwondering te kennen
en vroeg, waar ik my bevond en hoe ik er
gekomen was.
„Wel, dat is oen heelo geschiedenis," ant
woordde hy, „maar ik zal u op do hoogte
brengen. Ik heb u de-aen morgen vroeg togen
de helling van den beu vel gevonden; zoo
goed als dood en een plas bloed om u heeD,
waar gy van versohiikkon zoudt. Ik kon wel
zien, dat gy aan hot vochten waart geweest;
maar wyl dat myn zaak niet was, sloeg ik
er geen acht op en bracht u hierheen, waar
gif nu al dien tyd geweeét zyt."
Hy vertelde my niet, dat hy m'y zou heb
ben laten liggen, zoo hy niet geweten had,
dat ik John Ramsay was. D© raden echter,
waarom hy zoo handelde, en hoe ik die
gewaar werd, zal ik u later mededeelen.
Gelyk vanzelf spreekt, bedankte ik hem
voor zyn menschlievendheid; doch evenals
in het geval met John Trelsar, wilde by daar
niet van hooren. By scheen niet weiuig kennis
van de heelkunde te bezitten; althans onder
zyn zorgvuldige behandeling maakte ik aan-
morkolyke vorderingen en genazen myn won
den, die wel diep, maar Diet gevaarlyk waren,
in weinige dageD. Tegen het ©inde der week
was ik bijna geheel hersteld. Gedurende al
dien tijd was myn woldoener onvermoeid
bezig met myn verpleging en echeen wonder
veel belang te stellen in mijn persoon en in
myn welvaren. Onder andere eigenaardigheden
legde hy een buitengewone niwwsgierightii
aan den dag en eer by my twee dagen gekend
had, wist by niet alleen den naam van myn
tegenstander, (die tot myn blydschap het
eiland had verlaten, omdat hy meende, my
vermoord te hebben) maar cok, op welke
wyze ik in aanraking was gekomen met
Juanita. Van zyn kant echtor was by minder
mededeelzaam en hoe ik h6t eok aanlegde,
ik kon niet gewaar worden, wat by op het
eiland uitvoerde, of welko zaken hy aan de
hand had. Dat hy veel bad gereisd, bleek my
evenwel uit een enkelo opmerking, die hy
zich liet ontvallen, en zoo vernam ik ook,
dat by in Ohili was geweest. Over één zaak
was ik vooral verwonderd: hy drukte my
namelijk op het hart en eischte het zelfs van
my als een bewys myner dankbaarheid, dat
ik tot niemand, vooral niet tot Juanita, over
hem spreken zou.
„"Waarom juist niet tot Juanita?" vroeg ik,
verwonderd, dat hy haar in de zaak betrok.
„Omdat vrouwen nieuwsgierig zyn en
overal gaarne het fijne van weten en daar
door oorzaak zyn van een boel ongenoegen
•n allerlei onaangenaamheden, en omdat ik
met zoo iets niets te doen wil hebben."
Hy bield even op, terwyl zyn schitterende
oogen my aldoor aankekeD, en hernam toen:
„Gelyk gy ziet, is myn uiterlyk in myn
nadeel en daar ik nogal teergevoelig ben op
dat punt, maak ik niet gaarne vrouwelyko
kenüissen. Dat is nu alles. Indien gy tegen
die dame over my apraakt, zou zy wenschen
my te zien, en d&ar ben ik niet mede
gediend."
Woinig vermoedende, waartoe ik my ver
bond, gaf ik hem de gevraagde belofte, nam
afscheid en begaf my, dwars over het eiland
(het huis stond, gelyk ik vermoed had, op
Jiot oind, het verst van do stad gelegon) naar
Juanita's woning. Zy bevond zich als gewoon-
lyk in het buffet en baar verwondering, toen
zy my zag, was al of niet vleiend voor my,
gelyk ik bet opnemen wilde. Zy zeide my,
gomeend te hebben, dat ik het eiland had
verlaten, en nadat ik haar had verteld, wat
my was overkomen, verzekerde zy my, zoo
iets wel vooruit te hebben gezien, daar
Panuroff verscheidens malen bedreigingen in
dien zin geuit had. Waarom zy mij niet had
gewaarschuwd, kon ik niet begrypen, even
min als haar geheelo houdiDg ten mynen
opeiebte. Evonals vóór dien tyd, sprak z(j
thans nog telkens over een boot, waarmede
zy de eilandon rond kon zeilen. Geen dag
g-ing er voorby, dat zy er niot een toespeling
op maakte, zoodat ik ten laatste zolfs het
woord „schoener" begon te haten. Bindeiyk,
op een keer, vroeg zy my rechtuit, of ik
haar kon helpen, en toen ik haar op het
onmogelyke wees van hetgeen zy verlangde,
nam zy my geheel in haar vertrouwen en
vertelde my de volgende geschiedenis:
„Jack," zeide zjj; „gy moet m9deiyden met
my hebben. Ik beo geheel in uw handen,
want ik heb geen anderen raadsman dan u.
Luister. Gelyk ik u reeds vroeger gezegd
heb, ben ik met oen jong Enge4schman ge
huwd geweest, die my heel slecht behandelde.
Samen zwierven wij nu hier, dan daarjaltyd
in schulden, altyd in moeilijkheden. Vandaag
hadden wy overvloed; morgen niets. Myu
man had reeds twee fortuinen verkwist en
toan wy onze hulpmiddelen by Da uitgeput had
den, kreeg hy voor de derde maal eon erfenis.
Gelyk dat meer gebeurt, werd hy thans even
gierig en schraapzuchtig als hy vroeger
roekeloos en onnadenkend was geweest. In
plaats van t9 leven volgens onzen staat, ledsn
wy letterlijk gebrok. Hy bad zyn gold van
de Bank opgenomen, dat wist ik; wat by er
echter mee deed, of waar ty het gelaten bai,
kon ik niet gewaar werden. Daarna werd
hy ziek en de dokters schreven oen zeereis
en Aolslrekte rust voor, anders zouden zyn
horsenen worden aangetast.
Wy bevonden ons toentertijd in San Fran
cisco en ik trachtte hem oser to halen naar
Engeland to vortrekken. Hy wilJe niot, onler
voorwendsel, dat zulks meer geld zou kosten
dan hy b\j elkander kon krygen. Toch besprak
hy plaatsen voor zichzolven en my op oen
kleinen schoener, welke een tocht deed door
de eilanden. Wy gingen onder ztil, doch in
stede van beter te worden, verergerde zyn
toestsnd gedurende de reis v-an uur tot uur.
Eindelijk stierf hy, na den kapitein te hebb n
doen beloven, hem op het naastbyzyndo eiland
te laten begraven. Na do ter-a?rde-be«telling
kwam ik bier. Gaen geld bezittende om verder
te trekken, was ik genoodzaakt op het eiland
te biyven, doch schreef zoo eposdig mogeiyk
naar zyn zaakgelastigden, om te vragen wat
zy my omtr»t den toestand zyner zaken
konden mededeelen. Zy antwoordden, dat
myn echtgenoot zijn geheolo vermogen in
(.oud had epgenomen cn zieh had laten ont-
vaHen, dat by van plan was het ergens
in den grond te delven. En nu k-omt het
voornaamste dat hy, naar hun beste wtteD,
de aanwyzing van de plaats, waar hot ver^
borgen lag, stseds in ©en medaillon om z(jn
hals by zich droeg.
Zoodra ik dit las, herinnerde ik my, dat
by indc-rdaad een medaillon droog en eens
buitengewoon bo©s was gewordou, omdat ik
beproefde het te opeien. Gy ziot du9, Jack:
Er Wyft mij niets anders over dan naar dat
eiland terug te keeron, het lyk van myn
echtgenoot op te graven en het kostbare
ruodsiilon meester te zien te worden.
Wordt vervolgd.)