PEIGNOIRS. A. SIHIIIII voorkeu tl. tUERT, ZATERDAG, 25 September: LINGERiEEN, KiNDERCONFECTIE, ENZ. STOOI-BIEBBEOÖffERIJ Algemeene Maatschappij van Levensverzekering en Lijfrente, KEUZE VAN HET VAN Botermarkt 22. Breestraat 146. IL.9NER, LEIDSCHE „DE POSTHOORN", M. H. Van Waveren. ALLERFIJNSTE fiwdsthe, Ltidselte en ECHTE Edammer Raas, •:I 7, 48 i i -ü Mevr. VAN ZEGGEREN, Amerikaaosch Orgel. ONTVANGEN i Astrachan Baretten, S. H. C. SMITS. TE HIJI Jl t Feuilleton. De Triomf der Liefde. 6013 9 steeds verkrijgbaar. 7381 8 Wed. J. 9TEEXIIAIER ZO.VKX, JBandcnma!iers3teeg 4, by de Waag. m pcvrtw tig-d te AAI STERDAM, Damn* M. Goedgekeurd bij KoninkfijkBoskrii ran 1 Noremb&ri&ïO. Mo, 26» tr.SXJ.v.SCHEnCHA' Secretarie der Direotio Volteekend Maatschappelijk Kapitaal f l.OOO.t Verzekerd bedrag ruiqa Jaarlykecko öptrangste Beeerren op 31 December i k. i Mffinmm. -w. 66.500.000.- 2-OOO.OOd r 1806 ruim .ui.. 0.640.006.— Oaderdom. JAARLÏJKKC1IK prorate voor 1000.— Oaderdom. DadolHk Ingaande JoAriJjkBcLe LMfrente too* IOO geatort kapitaal, ▼oor man a en. roor vrouwe*. bij Overlljdca alt te keeron. nu sfü Jarvn na 16 jaren of dadelijk bij overlijden uit te keoren. 30 35 g 60 18 30 80 20 40 60 41 M 41 :S 46 SI 10 60 40 90 70 57 57 58 59 61 «4 90 30 10 20 40 80 45 50 55 60 66 70 1 83 Sé 39 57 18 51 13 u 65 24 99 10 72 03 FLINKE IiELLNER. In een nette buitenzaalc wordt gevraagd een flinke, nette KEI.L.BVER, van goede ge tuigen voorzien. Aan hetzelfde adres wordt gevraagd, tegen November: een flinke MEID, die een goeden burgerpot kan koken. Brie ven aan bet Bureel van dit Blad onder No. 7410. 8 Deskundige, Oude "Vest No. 8S. ConsultDonderdag, Vrijdag en Zaterdag, van 11-2 uren. 7110 8 Ter overneming aangeboden: een prachtig Amerik. Orgel, met 10 registers,zeldzaam mooi van toon, zoo goed als nieuw, voor UO Old. Te bevragen: Rapenburg 76. 7369 7 BE EERSTE ZENDING tegen uiterst lage prijzen Aanbevelend, 7427 f op het mooiste gedeelte der Breestraat: eer zeer nette, ruime BOVBMWOVÏVG, voor zien van GaB-en Waterleiding, desverkiiz-nd# gemeubileerd of ongemeubileerd, voor korteu of langen tUd. Brieven aan het Bureel van dB Blad onder No. 7421. P y 11 fg^fyl OPENING WE MAGAZIJN T418 325 Donkerstee? 3 J. C. KORT. 84) Toen wy byna voor alttld zouden vereenigd wordeü, hoeft bij my verlaten, omdat het goud de hand, welke ik hom reikte, niet meer bedekte! Maar nu kan ik my wrekon opzijn zoon, en ik zal m\j wrekon. Want hij is ook de zoon van die vrouw, wier vermogen hem tot ongetrouwheid heeft verleidt" Tante, goede tante 1 doe zulke beschul digingen niet!" „Gy, Hedwig, durft gi) zoo tot my spreken? Hebt ge mij met daareven beloofd, dat ge m(j in alles onderdanig zoudt zijn? Ik heb u noodig om mjjn wraak to verzekerenvan alle personen, dio mij hebben doen lijdon, leeft er nog éénhet is de moeder van dien jongen man. Ik weet, dat zij hem onuit sprekelijk bemint; hij heeft het mij gezegd. Ik kan haar niet zekerder treffen dan door haar zoon ongelukkig te maken Ik wil, dat b(j het worde en door ui Terwijl het arme meisje, niet wetend wat te doen, woorden zocht om den toorn harer tante te ontwapenen, ging eensklaps de deur van het salon open en verscheen de heer Harry, door Walter vergezeld, op den drempel. Beiden deden van schrik een etap terug by het zien van het gelaat der freule en der trekken van Hedwig. „Homelsche goedheid 1" riep do heer Harry uit .Waarde freule, wat is er gebeurd?" Als antwoord wees de oude dame met minachting op Walter. „Kont u den naam van dien man?" vroeg zij. „Ja," antwoordde de émigró met kalmte, „en ik wilde hem u juist zeggen." „In dat geval," hernam zij, „zullen weinig woorden voldoende zijn om elkaar te begrijpen. U keDt de redenen, welke mij dien man en zijn familie doen hatenSinds het oogen- bllk, waarop zijn vader mij laag heeft ver laten, heb ik gezworen hem eeDB het kwaad, dat hy m\j aangedaan heeft, terug te be talen Nu is mijn wraak gekomen Zij zal mij niet ontsnappen I" Hedwig, die daar bleek en wankelend stond, ondervroeg met den blik den ouden vriend uit haar kindsheid. De oogen van den heer Harry wendden zich niet van de oude freule af. „Wilt u wraak nemen?" vroeg hy lang zaam; „en op wien?" „Vraagt u dat nog?" riep freule Von Laden uit. „Is by niet do zoon van baron Von Hartkirch „Werkeiyk, maar welken sterveling is het toegestaan op den zoon do misslagen van den vader te wreken?" Da oude freule deed een schaterlach hooren. „En welke sterveling, die geheel zyn leven beleedigingen en bitterheden gesmaakt hoeft, zal van do voldoening afzien kwaad met kwaad te vergelden, wanneer hy er de ge legenheid toe vindt?" „U spreekt van voldoening," hernam de heer H-arry; „wanneer ge het geluk van die kinderen verwoest zu't hebben, waarin zal dan uw voldoening bestaan? Hebt u vergeten hetgeen de haat dost ïyden aan het hart, waarin hy zetelt? Wanneer hebt u het zuiverste geluk gesmaakt? Is het de dag, waarop u koud en onvermurwbaar den laatsten zucht uws broeders ontvingt, of waarop u zyn kind, dat wees geworden was, in uw armen druktet De freule sloeg onwillekeurig een blik op het zachte gelaat van Hedwig, en een droeve glimlach kwam op haar lippen. Hier door aangemoedigd, liep Hodwig op haar toe. „Lieve moeder!" zeide zy met ontroering, „ge weet, hoe ik u bemin." De toon, welken in Hedwigs stem lag, de zoete Daam van moeder in den mond van haar aangenomen kind, gesproken tot haar, die het geluk V3n dat kind wilde Verwoesten, bewogen het hart der freule diep. „Hot kost my veel, geloof dat vry, het arme kind te bedroeven," zeide zy, zich tot den heer Harry wendend, „maar het is uit liefde tot haar, dat ik by myn besluit biyf: ik wil haar beschermster zyn." „Haar beschermster?" „Ja, tegen een verbintenis, welke haar ongeluk zou aanbrengen." Walter had tot nu toe met vrees het onder houd tusschen de freule en zyn ouden vriend aangehoord; by die laatste woorden echter kon hy zich niet meer inhouden. „Acb, mevrouw!" riep hy uit, „wat heb ik toch gedaan, dat u my zoo beoordeelt? Ik heb geen andere Een toornige blik trof hem. „Is u niet de zoon van baron Von Hart kirch, en ook de zoon van vrouwe Von Hartkirch?" vroeg zy hem, die beide namen uitsprekend met een nadruk van de hevigste verontwaardiging. „Ja," antwoordde Walter op vasten toon, „maar hetgeen u niet weet, is, dat myn stervende vader ons, myn moeder en my, de verplichting heeft opgelegd u vergiffenis voor hem te vragen, de rust en vrede uwer laatste dagen te verzekeren. U zult nimmer begrijpen, wat myn moeder heeft geleden," bierby overtoog een vluchtig rood de wangen van Walter en zyn stem werd zwakker „toen zy het gedrag myns vaders tegenover u vernam." „Ik neem geen hulp aan uit de hand van haar, die myn plaats heeft ingenomen 1" riep de freule uit, hem in do rede vallend. „Ge hebt u verbeeld, dat een aalmoes het verleden zou uitwisschen! Waarom steldet u eerst geen onderzoek in naar de harten der vrouweD, voordat ge u in myn zaken mengdet?" „Ik heb de harten der edelste en beste vrouwen leeren kennen," aotwoordde Walter, „dat myner moeder, myner zuster, het uwe, freule, en ik ben er zeker van, dat ik my niet vergist heb. Myn naam heeft in u wreede wonden heropend; u kont moeilyk gelooven, dat het geluk kan komen van een kant, waarvan u zooveel te lyden hebt gehad. Acb, kon ik toch doen begrypen, hoe, niettegen staande al het gebeurde, myn arme vader u bemiode, hoeveel tranen myn moeder over u heeft gestort, met hoeveel vreugde zy, indien het nog tgd ware geweest, haar plaats naa?t myn vader aan u had afgestaanIn zyn h u r, helaas, heeft zy nooit uw plaats ingenomen 1" Walter eprak met bevende stem, en toen hy zweeg, ontstond or een lang stilzwygen. Een ongekende verwarring had zich van freule Von Laden meester gemaakt; onge twijfeld was de liefde, welke zy vroeger dengene had toegedragen, die haar verlaten had, nog niet geheel dood. Waarom zou anders die smeekende blik van den jongen man haar zoo aandoen? Waarom zou anders die heldere en beveDde stem doordringen tot in den grond haars harten, als een echo uit vroegere schoone dagen? Maar zy schaamde zich weldra over haar zwakheid, en toen zy de hand, waarmede zy het gelaat had bedekt, liet zinken, hadden haar trekken de vorige gestrangheid hernomen. „Mynheer de baron," zeide zy op kalmen toon, zich tot Walter wendende, „vóór ik wist, wie n was, droeg ik u achting toe. Die achting hebt ge voor uzelvon en voor uw moeder verworven voor altyd. Ik geloof, dat zy onschuldig is aan al hetgeen ik geleden heb, en ik zal God bidden haar te zegenen. Ik zal haar dankbaar zyü, wanneer zy het zelfde gebed ten Hemel stuurt voor my en myn aangenomen kind. Dit zullen de eonigo banden wezen, die tusschen ons bestaan." By de beslistheid dier woorden huiverde de heer Harryhun zaak was verloren 1 "Walter trachtte ontmoedigd eenige woorden te spreken; de woorden bleven hem in de keel steken.. (Slot volgt.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 6