m iiii CIJFER: 2 THOMSON'S THEE. m k iii :X MENGELWERK. opzicht althans voor geen moeilijkheden zou den staan, in verband met de zucht naar be zuiniging van de militaire uitgaven. Het pad was geëffend voor de ministers der militaire departementen in een te ver wachten clericaal Kabinet; zoowel voor de marinekruisers als voor de Amsterdamsche forten was by de begrooting voor 1897 slechts een eerste termen toegestaan, de volksver tegenwoordiging was dus voor 1898 aan een tweeden termijn gebondeD, en wat de schepen betreft ook aan een derden termijn voor 1899. Het samengaan der clericale partijen was dus op militair gebied reeds in December 1896 deugdelijk voorbereid wat de materiëele zijde der quaestie betreft, doch ook het samengaan wat do personeele zijde van het vraagstuk aangaat, werd nog vóór de verkie zingen in het voorjaar van 1897 in orde gemaakt." Merkwaardig noemt de schrijver hoe in Dc(n) Standaard het in een hoek dringen van het defensie-vraagstuk werd verdedigd met het beweren, dat dit vraagstuk oog niet rijp was vcor oplossing. „Toch moet dat blad erkennen, dat de voorstanders van het volksleger, of liever van een legerstelsel dat de oefeningen inkrimpt, met bet exclusieve sfcslsel van beroeps officieren breekt en de weerkracht uit veel breeder rijen van het volk wil doen opkomen, deze laatste tien jaar veld wonnen. Eon merkwaardige erkentenis van het hoofdorgaan der anti-revolutionnairo party een party, welke zoo fanatiek de legerwet- Bergansius verdedigde, een legerwet, die aller minst een volksleger schiep; een party, die zoo heftig alle pogingen der regeering van 18911894 bestreed om door de proef te laten uitmaken of de eerste oefeningstyd voor de miliciens der troepen te vost niet kon worden verkort en tevens om door het meer en meer uitbreiden dor vrijwillige oefe ningen in den wapenhandel de volksweer baarheid te ootwikkelen en te verhoogen. Doch or meest toch een voorwendsel worden gezocht, en het werd blijkens het voorgaande ook gevonden, om den persoonlijken dienst plicht voorloopig te laten rusten". Maar, zegt de heer S., er werd, by het zooken naar een voorwendsel, vergeten, dat de invoering van den persooniyken dienstplicht de moreele zyde der zaak zelfs buiten rekening gelaten niet slechts dringend noodig is voor de kadervorming, doch ook, dat de be zwaren, aan die invoering verbondeD, ve9l kleiner dan vroeger zyn geworden, o. a. door de instelling van het reservekader; en dat het buitendien zeer gewenscht is, dat beginsel niet langer te mengen in den stryd over de voor ons vaderland meest geschikte wijze van vorming der levende strydkrachten in algemeenen zin, doch in een afzonderlijke wet zoo spoedig dooniyk te belichamen. Daar in alle programma's der verschillende anti-clericale partyen de persoonlyke dienst plicht een zeer voorname plaats innam, terwijl de anti-revolutionnaire party in be ginsel er volstrekt niet tegen is, ja zelfs ver heugd moot zyn als die twistappel tusschen hen en de katholieken van de baan komt, zoo verwacht de schrijver, dat dit vraagstuk al zeer spoedig aan de orde zal worden ge steld. Dat de invoering van den persoonlijken dienst plicht in onze tegenwoordige militiewet, ge heel buiten verband met de organisatie onzer weerkrachten, zoowel doode als leven ie, niet slechts dringend noodig is, noch than3 ook, veel beter dan voorhoen, mogelyk i3 geworden, wordt in een volgend artikel in het liebt gesteld. In het Overzicht van a. s. Woensdagavond deelen wy den hoofdinhoud daarvan mede. RECLAMES, 988 2 a 25 Cents per regei. SCHAAKRUBRIEIv. Maandag 20 September 1897. Redactie: L. S.-V. „Mobpuy". Adres: «F. F. 8. JESSEB, Woordeinde 18» Schaaknieuws. Berlyn: Het staat nu vast, dat de volgende meesters aan het aanstaand tornoo1 aldaar zullen meespelen: S. Alapin (St.-Petersburg), Adolf Albin (Weenen), C. v. Barddsb^n (Berlyn), J. H. Blackburn9 (Londen), A. Bum (Liverpool), H. Caro (Londen), R. Charousek (Buda-Pestb), W. Cohen (Bariyn), B. EngJisch (Weenen), D. Janowski (Parys), G. Marco (Weenen), J. Metzer (Kiel), E. ScbifTirs (St.-Petersburg), K. Scblecbter (Weenen), A. Scbott lander (Breslau), H. Suchting (Brackrade), R. Teichmann (Londen), M. Tschigorm (St. Peters- burg), S. Winawer (Warschau) en A. Zinkl (Znaim). Hastings: Janowski gaf 25 Aug. ren sumultaan-voorstelling te Hastings. Hjj speelde 13 partyen in 3'/a uur en won hiervan 26, remise 4 en verloor 3 partijen. Schaakpartij No. 40, gespeeld September *97. d 4 Opening. Ir. C. J. Str. t. Liorcb. I Jhr. II. J. H. 1 Str. r. L. Wit. Zwart. d 4 1 d5 L f 4 2 c 5 L b 88 T b 8 c 4 4 e 6 D a 4 -f- 6 Met dezen zet wint wit wel is waar een pion, doch als zwart na 6 Da7: Dc7 gespedd had, was het voor deel aan zyne zijde geweest. 6 L d 7 D a 76 cd4:? Veel beter ware D c 7. Nu kan wit kalm Dd4: spelen. Pd 2? 7 Beter wa3 D d 4 7 e 5 f4 8 D c 71 Dreigend L c 5. P b 3 I 9 Een goestige metbode om Lc5 te verhinderen. 9 d c 4 Tel 10 L b 4 4- Ed 1 11 Beter dan K f 2, waarop volgt 9 4, g 3, e3-K Kg2, L c 6 -f- en cb3: 11 c 3 bc3: 12 d c 3 a 3 I 13 D d6 -+-? Hier moest L d 6 gespeeld worden. Kei 14 L a 3 Tdll 15 Deze zet van wit in ver band met zyn 2 vorige zotten, vormt een aardig valletje, dat zwart niet gezien schynt te Lebben. ie D c 7 D a 3 16 c2 Tel 17 D c 3 K f 2 18 6(4. D a 2 19 Waarom niet Dc 5? OpDb3: volgt dan De 54-, D b 8 4^ en D f 4 en als zwart de Dames ruilt of laat ruilen, heeft wit het beste spel. 19 T c 8 Beter spel gaf Le6, Da7, Tc 8, Pal, Db2, D a 4 4-, b 5, D f 4 b 4 enz. P h 3 20 Nu kan zwart met L e 6 een officier winnen, want op D a 4 -f-, K f 8, P d 4 volgt De 3-}-. Wit moest Pf3 gespeeld hebben en op L e 6 kwam dan D a 4 en Pfd4. 20 De3H Kei 21 L h 3 T c 2 22 Ofschoon g h 3 er gevaar lijk uitziet, geeft bet wit eenige winstkansen, byv. g h 3f3, T c2Te 8, Pel, f2 -f- (als De4, Tg 1) Kdl, Td8 (Dei dan Da3-»-, P e 7, Df3) P d 3, De4, P f2: 22 T c 2 D c 2 23 L e 6 P c 5 24 P e 7 Hier moest L d 5. Da4-f 25 K f 8 Beter ware P c 6, P b 7 D b 6, enz. Pe 6 4: 26 f e6: Da8+ 27 K f7 D h 8 28 Dcl-f- K f 2 29 De3 Kel 30 D c 1 4- Remise. Probleem Mo. 40. (No. 15, oplcssingswedstryjd.) Zwart. ft HI 1É« uM MM life* Cl 4 'n\ -"T abcdofgh wit Mat in 4 zetten. CORRESPONDENTIE. Het probleem had twee ne.enoplossiogen met D e 8 -f- en T d 3 beide aangetoond door den heer 7. Dam; de heer Stricll 7. Linschoton zond er één ran in. Stand der stukken: Wit: Kh7, De 8, PdG, Pf4, b 2, e5, h 2. Zwart: Kd4, Tbl, Tdl, PaS, Ph4, Lc7, a 5, b4, c3, d 2, e3, e4, g4, g5. Oplossingen in te zenden by J. J. Colpa, Lange Maro 18, róór Zaterdag. OplosBing Probleem No. 39. Tb6 L X T 2 Dg7 KxP3De6 L x P 3 efi anders S Pb7^ Ponr. 2 «6+ onr. 3 De3ip L b 8 2 L a 4 onr. 3 T d 6 3= Ld8 2 Pb7-t- onr. 3 D X Lip: lste prysprobleem tornooi .Birming ham Daily post". Volledigo opl. No. 38 ontrangen van Leiden: J. v. Beveren, W. Ridder- hof, R. Paulides, H. J. Broekveldt, G. H. Key, J. J. De Casparis, R. r. Dam, A, C. Splinter, 1 Delft: Jhr. Strlck Tan l bu't™mede. Linschoten. oinging. „Coeur de Lion". Uit het Engelsch. Niet ik bon de held dezer geschiedenis, maar myn hond, een prachtig exemplaar, dat van zyn jeugd af steeds myn trouwe metgezel is geweest. Hy sliep voor myn bed en om al zyn voortreffeiyke eigenschappen had ik hem don naam van Coeur do Lion gegeven. Zoo groot zynde als een kleine ezel, had hy de zachtheid van een lam. Ik was jongste lid der firma Protheroe, SpriDgfield en Co., een zeer goede positie dus, en had nog slechts twee onvervulde wenschen de echtgenoot to worden van Lady Constance Glade8more en zitting te hebben in het Par lement. Voor het laatste was myn kans echter al even gering als voor het eerste, want de oude Lord Gladesmore was eon aristocraat en behoorde dus tot de party der Tory's, terwijl ik een Whig was. Toch gaf ik den moed niet op, beide wenschen nog eens ver vuld te zien. Wat ik 't meest tegen had op den ouden aristocraat was, dat hy ons gewoon behandelde Dus mjjn beide wenschen geiyktydig be vredigd I Alle krachten wilde ik inspannen, om die beloften tot werkelijkheid te kunnen maken. Ik voelde my gevleid, dat ik, eenvoudig bankier, den Lord zulk een grooten dienst kon bewyzen. En voor het redden zyner eer gaf hy een werkeiyk vorstelijke belooning, die zelfs myn stoutste verwachtingen verre overtrof! Ik dacht nog na over de beste manier, toen my eensklaps Inviel, dat ik over drie maanden de vrye beschikking zou krygon over myn grootvaders vermogon. Doch wat hielp dat voor 't oogehblik! Ik beefde van agitatie en vormde een groot contrast met den ouden beer, die doodbedaard een snuifje nam. Steeds peinzend hoe aan de benoodigde som te komen, nam ik haastig afscheid; ik herinner me, dat hy my zeer vriendschappeiyk de hand drukte en dat ik zeer verstrooid was. In de vestibule hielp de knecht my myn overjas aantrekken. „U 'reft prachtig weer voor een wandeling", zeide hy „en eenzaam zult ge u zeker niet voelen met dien prachtigen hond by u, mynheer." „O, is Coeur de Llon er al?** „Ja, mynheer, hy zit al een minuut of tien op de stoep." Wie het laatst lacht, lacht het best! zooals hy ieder handelsman zou gedaan heb ben, hoewel hy toch di9p by de firma in de schalden stak. Herhaaldelyk nam hy geld by ons op, wat we hem niet dan zeer ongaarne voorschoten. We waren eenvoudig zyn bankiers en hy behandelde ons juist met dezelfde voorname koelheid, waarmede hy zyn bakker of slager zou té woord gestaan hebben, hoewel Glades- morecourt toch voor meer dan de helft der waarde bezwaard was. Ik was dus zeer, verbaasd op een goeden dag een invitatie te ontvangen, waarin Lord Gladesmore my eigenhandig ten eten invi teorde. Ik verkropt© m(jn trots, die even groot was als die van den ouden Lord zelf, en nam uit liefde voor zyn dochter de uitnoodiging aan. Met veel zorg kleedde ik my, deed Lion de Coeur my een poot ten afscheid geven en vertelde hem waar ik heenging. Toen ik hem zoide, dat hy zich om halfelf op Gladesmore- court moest bevinden, zag ik duidelijk, dat hy my uitstekend begreep. Een uur later zat ik in de met eikenhout beschoten eetzaalwe waren slechts met ons drieën: de oude Lord, zyn dochter en ik. Nituuriyk was ik in den zevenden hemel en alles werd eensklaps donker, toen Lady Con stance 0D3 by onzen wyn liet. Ik luisterde naar de langgerekte verhalen met beleefde onverschilligheid, nu en dan een opmerking ten beste gevend als bewys, dat ik het gesprek volgde. Eensklaps veranderde hy van onder werp en vroeg my,< of ik hem de eer wilde aandoen, een glas punch met hem te drinkeD. Hy had een eenige manier, om die klaar te maken. Hy schelde en de 6tatige hofmeester bracht een bkuw-porselelnen kom, de noodige ingre diënten en een zilveren ketel kokend water. Met veel zorg bereidde de oude Lord ons nu ieder een glas en dadelyk, nadat de hofmeester het my op een zilveren blad had aangeboden, verliet hy de eetzaal. „Ik drink op de gezondheid van den koning, God zegeno heml" zeide Lord Gladesmore opstaande. Was het do invloed van de sterke punch of kwam het, doordat ik myn geliefde geruimen tyd van aangezicht tot aangezicht had gezien, ik weet 't niet, maar ik herinner me nog maar zeer flauw twee spellen tri kt rak mot myn gastheer gedaan le hebbeD. Daarna zette by zich in zfin armstoel alsof hy my iets gewichtigs te vragen had. Mynheer Springfield, ik wilde u een voor stel doen," begon by, met veel zwier my zyn snuifdoos reikend„ik heb dadeiyk 10,000 doll, noodig, met die som is myn eigendom bezwaard, en als ik morgen vóór twaalven het geld niet betaald heb, wordt die hypotheek voor altyd vastgemaakt." Hy wachtte even en zag my opmerk zaam aan. „Maar wat kan ik daarmede te maken hebben?" vroeg ik verbluft. „Zooveel mynheer, dat ge myn eer kunt reldc-n door my het geld te bezorgen; als belooning geef ik u de hand myner dochter en de toezegging van een zetel in het Parlement." Ik trad naar buiten en Coeur de Lion blafte my vrooiyk te gemoet, ging daarna bedaard naast my wandelen, terwyi ik hem myn wedervaren van den avond en al myn hoop en vrees meedeelde. Telkens hief hy den scbranderen kop omhoog en keek hy my aaD, als wilde hy zeggen, dat hy my heel goed begreep. Ik ben vast overtuigd, dat hy ieder woord, dat ik sprak, begreep en geheel met my instemde. n. Den volgenden morgen verzocht ik myn vader om een onderhoud in z\jo kamer in de Bank. Hy was een eenvoudig man van zaken en tusschen ons had nooit groote sympathie bestaan. Ik begon hem te zeggen, dat ik gaarne myn grootvaders geld drie maanden eerder zou ontvangen en vsrzocht hem, den oudsten partner der firma volmacht te geven, my de som dadelyk uit te betalen. Eerst weigerde by beslist, want hy had nooit anders verwacht dan dat ik dat geld in de zaak zou storten. Maar toen ik van een zetel m het Parlement sprak, draaide hy by. En het uitzicht op een huweiyk met Lady Constance bleek hem ook zeer te streelen, al gaf hy in zyn eigen huis ook nog zoo af op aristocraten. „Ik wil uw eerzucht en uw geluk niet in den weg staan," besloot hy eindelyk, na heel wat over en weer praten: „ik weet zelf wat het zeggen wil te worden gedwarsboomd in zyn liefste plannen." „Dus ik mag op uw hulp rekenen?" „Zeker, ik zal aan den heer Protheroe schrjjven en dan kont ge zelf vanmiddag, voordat de Bank sluit, hot geld halen." Ik kon slechts zyn band drukken, want ik kon geen woorden vinden om myn dank baarheid uit te drukken. Voor het eerst van myn leven ondervond ik, dat myn vader een goed hart had, niettegenstaande hy het ver borg onder schynbare onverschilligheid. Een paar uur daarna zat ik reeds in het zadel op weg naar Tavistock, een rit des- tyds niet zonder gevaar, daar de vorige maand nog een struikroover op heoterdaad was be trapt. Op den kruisweg hing nog zyn ïyk aan de galg. Ik had my voorzien van een paar pistolen en met mfin sterken hond by my maakte ik mij niet noodeloos angstig. Ik bereikte dan ook zonder gevaren myn bestemming en do heer Protheroe telde my de som uit, tien banknoten elk van 1000 doll., die ik zorgvuldig in den borstzak van myn jas borg. ïfooit in myn leven had ik my nog zoo opgeruimd, zoo van alle zorg ontheven ge voeld, en vrooiyk draafden we met ons drieën verder. Geen gedachte aan eenig gevaar kwam by my op, al werd 't ook weldra nachteiyk duister. Myn paard wist den weg en Coeur de Lion blafce vrooiyk. Reeds was ik halver wege gekomen, zoowat by den ongelukkigen struikroover, die aan de galg hing te bengelen, toen eensklaps de maan door de wolken brak, waarvan myn paard zóó schrikte, dat ik byna uit het zadel werd geworpen. Ik sprak hem bedarend toe, zoodat hy spoedig weer in den gewonen draf verviel. Plotseling miste ik myn hond en my omkeerend zag ik hem eon heel eind achter. Hy kwam naar m{j toe rennen; de tong uit den bek, sprong hy op my toe, trachtte in den teugel van het paard te byten en toen ik dien optrok, begon hy my aan de boenen te trekken en in myn pantalon te byten. Ik sprak hem kalmeerend toe, doch nu werden zyn bewegingen hoe langer bse woester. Hy was ongetwyfeld doll Hy beet my door myn ryiaarzon heen en dadelyk begrypend, dat spoedig handelen hier een weldaad was, greep ik myn pistool eh vuurde op hem af. Coeur de Lion wankelde achteruit met een byna menschelyken kreet en myn paard schrikte zóó geweldig, dat het met een sprong vooruit- vloog. Eerst enkele minoten later kon ik 'Lem tot staan brengen. Het was my onmogeiyk verder te gaan,' zonder dat ik wist wat er van myn hond geworden was; daarom wendde ikdenteagel en reed terug naar de plek, waar ik hem had neergeschoten. Er lag een plas bloed, maar geen hondl Doch ik kon duideiyk een bloedig spoor volgen, ik steeg dus af en myn paard by den toom leidend, vond Ik eindelyk een donkere harige massa. Het wa9 Coeur de Lion, die, zoodra hy my zag, even met zyn staart kwispelde. Nooit zal ik het vorwyt vergeten, dat in zyn trouwe oogen te lezen stond, toen hy my aankeek. Ik boog my over hem heen, dadelyk stak hy z\jn tong uit, om myn hand te lekken, maar zyn kop viel op zyn voorpooten, hy was dood. En toen zag ik, dat onder de uitgestrekte voorpooten myn pakje banknooten lag, die ik niet wiBt uit myn borstzak te hebben ver loren op het oogenblik, dat myn paard schichtig werd en een zysprong nam. Hoe ik thuis ben gekomen, weet ik niet; het eerste, wat ik deed, was het l(jk van myn hond te laten halen. Met een treurig hart bleef ik wachteD, tot de manneD, die ik uit gezonden had, hem thuisbrachten. Ik had de eer van Lord Gladesmore gerod en een lieve gade benevens het uitzicht op een zetel in het Parlement verworven, maai tot welken prijs! Nooit zal ik myn trouwen Coeur de Lion vergeten; zelfs nu na een halve oeuw, terwyi zfin nobele kop prijkt in myn eetzaal, vertel ik deze geschiedenis aan mj}n kleinkinderen. Programma van Muziekuitvoeringen, MUSIS SACBUM. Zondag 19 Sept., to twee oren, door hot Stafmaziekcorps van het 4de Regiment Infanterie. Directeur: de heer W. Van Erp. Eerste afdoeling: No. 1. JaamU-Mftrsch v. Suppó. 2. Ouverture .Martha"v. Flotow. 3. Air du .Btabat Mater", arr. Dunkier Roaaini. 4. Fantasie sur .Les Pêcbenra do Perles", Opera de Bizet Beide). Tweede afdoeling: No. 5. Onverture „La part du diable" Aober. 6. „Boeen aus dom Süden", Walzsr Strau&B* 7. „Kommt ein Vogol gedogen Betzt eich Dieder anf mein Fr.aa, Hat (in Zettol im Bchnabel, Von Mamachen ein Grues." Ein deutechea Volkslied. Im 8tyle altoror und nouerer MoisteT. Hnmoriatieoh boarbeitetScherz. 8. Crescent-Cycle Galop, (late uitv.). Maun. UITLOTINGEN. 2ys-pCta. Ernasolscho Loten van 1886 a fr. 100. TrekkÏDg van 15 Sept. 1897. Betaalbaar 2 JaD. 1898. Hoofdprijzen: Sorio 67 937 No. 6 fr. 40 000; b. 45146 n. 6. fr. 2500; e. 63374 n. 10. fr. 1000; e. 16220, n. 7 en e. 45145 n. 19 iedc-r fr. 500. 8-pCt Ooatenr. Boden Credit Anatalt v. 1869 a fl. 100. TrekkiDg van 9 Sept. 1897, betaalbaar 1 Febr. 1898. Premiêo" a 11. 50,000; seiis 6258 no. 14; a fl. 2000: e. G31S n. 29a fl. 10 0: t. 4776 d. 22, e. 6944 n. 29; a fl. 200: s. 911 n. 12. 1406 n. 27, a. 15 00 n. 12, e. 2681 d. 3, e. 2832 n. 6, e. 2900 r. 39, e. 2908 d. 40, a. 4499 n. 38, e. 4583 n. 22, e. 7562 d. 13. Voor amortisatie: eerie 678 1678 2952 3527 4001 6948 6627 7573 no. 1—GO a fl. 100. INGEZONDEN. Mijnheer de Eedacteur! In Uw nommer van 6 September jl. (Tweede Blad), onder opschrift „Persoverzicht", komt o. a. voor een onderworp betreffende den per sooniyken dienstplicht, dat uit het „Yenlooscfi Weekblad" is overgenomen. De schryver daarvan beweert daarin nl., cUn* by de opheffing der plaatsvervanging de minder bezittende klasse daarby niet zal win nen, doch wel verliezen. Ik kan my niet geheel mot die beschouwing vere9nigen. De geldelyke voordeelen toch, aan het rem- pla^anten-stelsel verbonden, zyn betrekkeiyk voor een gering aantal personen weggelegd, terwyl de geldelyke voordeelen, verbonden aan de invoering van den persooniyken dienst plicht, m. i. op grooter schaal de minder be^ zittende klasse ten goede zullen komen. Ik geloof wel te mogen aannemen, dat, wanneer de meergegoede jongelieden, die als dan onder de wapenen zyn, voldoende bedre ven zyn Sn het schoonmaken en het onder houden van hunne wapenen en ledergoed, enz., aan hen wel vergund zal worden dit tegen eene billyke geldelyke tegemoetkoming verder op te dragen aan anderen, die tot den dienst baren stand bebooren. Evenzoo ten opzichte van het verrichten der corvée-diensten, welke vergunning reeds werd verleend by Aanschryving van het Dep,y van Oorlog dd. 30 Juni 1879, IHde Afd. No. 88* Het komt my dus voor, dat by de invoering van den persooniyken dienstplicht het verlias niet zoo groot zal zyn en m. i. voor veld miliciens, die tot den dienstbaren stand bg- hooren, de gelegenheid zal geopend worden om gedurende den tyd, dat zy zich onder de wapenen bevinden, iets te verdienen, dat zog noodig kan worden aangewend ten behoeve van het gezin, waartoe deze miliciens be* hooren. A-Z.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 6