ze <§onrant wordt dagelijks, met uitzondering
van @on- en feestdagen, uitgegeven.
N°. 11514. Zaterdag 18 September.
A°. 1897
Leiden, 17 September.
Feuilleton.
De Triomf der Liefde.
PRUS DEZER 00DRAMT:
Voor Leiden per 3 maanden. f 1.10,
Franco per poet1.40,
AJzonderlyke HommersO.OS.
PBIJS DEB ADVERTENTIE*
Van 1-0 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.174. Grootore
letters naar plaatsruimte. - Voor bet incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend
LEIDSCH
Omciëelo Hcuuis^evinjjou.
HerhatlBfSonderwys.
Burgomeoatw en Wethouders van Leiden;
Gezien art. 8 der Tarwrdemng van den 12den Januari
1882, tot regeling van het llerhaliDgsonderwijs in do
gemeente Leiden (Gemeenteblad No. 11);
Brengen toe kennis van belanghebbenden, dat de
inscli yving van teorltetfon voor het Herhaling s-
onderwij* aal plaat» hebbon van den 20aten tot
en met den ^'eten Sept. a s voor meisjes in hot
schoollokaal u» d« Taa-dor-Werf-straat, voorjongons
in dat aan de Kort* Mare, telken dage des namiddags
van zevon tot aeht uren.
Tot het hei-UAliBgeoDderwije kunnen worden toe
gelaten
1°. de leerlinge* van de scholen der 8de en 4de
klaeso, die vtrkrrgen hebbon het getuigschrift, bedoeld
bij art. 18 2 der Verordening van 25 Januari
1894 (Gemoonteblad No. 5 van 1894);
2°. zij, die bij oen af te leggen examen blijken
geven aan de daarvoor gestelde vereisohten te kunnen
voldoen.
Burgemooeter en Wethouders voornoemd,
Leiden* P. WAS, Burgemeester.
18 Sopt. 1867. E. EIST, Secretaris.
Kostclooze Inenting.
Burgemeester en Wethouders van Leidon brengen
bij deze tor algetaeone kennis, dat op Dinsdag
2 1 S e p t. 18 9 7 en tot nadere aankondiging
op eiken volgenden Dinsdag, telkenmalo
des namiddags to twee uren, in het Elisabethshof
aan do Ondo Ye*4, gelegenheid zal worden gegeven
tot kosteloos* inoating van on- en min
vermogenden, wordende tevens aan belanghebbenden
herinnerd, dat sg slechte zullen worden toegelaten
op vortooa raa een bew{js hunner geboorte-
iDBcbryving.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Bargomeester.
16 Sopt. 1897. E. EIST, 8ecretarie.
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
Gezien het adres van W. A. T. MARIJT, houdondo
verzoek om verganniDg tot oprichting van een
huid Dzouterg in het ptroeel Looierstraat Seotio 0,
No. 1629;
Gelet op de taü. 6 en 7 der Hinderwet;
Geven bij deae kennis aan het publiek, dat ge
noemd verzoek met de bijladen op de Secretarie
dezer gemeente ter visie gelegd is; alsmede, dat op
Donderdag 39 Sept. a. e., 's voormiddags te elf uron,
op het Raodhsns gelegenheid zal worden gegeven,
om bozwares tegen dat verzoek in te brGBgon.
Burgemeester en Wothonders voornoemd,
Leiden, P. WA8, Burgemeeeter.
16 Sopt. 1897. E. EIST, Secretaris.
Mr. P. A. Tichelaar, opvolger van mr. H. L.
Drucker, zal Woensdag 6 October a. s. in het
groot auditorium van het academiegebouw hot
hoogleeraaranmbt in de rechtsgeleerde facultoit
aan do univ*r«iteifc alhier aanvaarden met het
uitspreken oooe* rede.
Met 1 October a. e. worct op non-activiteit
gesteld do eflkier van administratie der 2de
klasse E G. De Wtfs, behoorende tot de rol
van Hi*. Ms. wachtschip te Amsterdam en
gedetacheerd bij de Kwetkschool voor Zeevaart
te Leideo, t*rw\jl ter z\jner vervanging met
denzelfden datum geplaatst wordt de officier
van administratie der -2de klasse W. H. C.
Ten BrumnKder.
Do 1ste luit. H. M. J. Sark, van het
4de reg. inf., wordt 1 October ontheven van
zfine detacheering bg h6t 2de reg. veld art.
te Leiden en zal 1 November zgne studiën
bjj do hoogsrs krijgsschool weder vervolgen.
De kapitein Boonacker, van de Cadotten-
acbool te Alkmaar, die is overgeplaatst by
bet 4de reg. inf., is la suite gevoerd van
de 4de comp. 4de bat. van dat regiment te
Leiden.
De officier van gez. 2de kl. C. E. Gras-
winckel, van het lste reg. huzaren te Deven
ter, wordt 1 October a. s. gedetacheerd te
Leiden tot het volgen van een cursus aan de
universiteit alhier.
De rang van brigadier-titulair ie o a.
toegekend aan den rijksveldwachter Van de
Vfiver, te Sassenheim.
Door B. en Ws. van Den Haag is een
afwijzend praeadvies uitgebracht op het ver
zoek der gecomfineerde timmerlieden ver-
eenigingeo, om aanstelling tot onbezoldigd
opzichter der bouwpohtie van een door haar
gesalarlKrd persoon, oio zou belast worden
met het toezicht op de stipte naleving van
de artikelen 29 en 22 der verordening op de
bouwpolilie.
Te Delft is voor het publiek het Centraal-
Telephoonbureel geopend. Een 100 tal hebben
zich doen aansluiten.
Te Venloo is oen adres met 116 handtee-
keningen aan den Baad gezonden, verzoekende
om concessie te verleenen tot aanleg eener
telephoon.
Volgens bet „Geneeskundig Tijdschrift"
zal dr. Van Kleef met 1 Mei e. k. ontslag
nemen als eerste geneesheer van bet gesticht
„Calvariéaberg", doch ook nog na dien tyd
tot dat gesticht in betrekking blijven.
Z. Doorl. Hoogh. Prins Von Wied, H.
Kod. Hoogh. mevrouw de Prinses Von Wied,
Prinses Marie der Nederlanden, de Prinsessen
Louise en Elizabeth, hunne dochters, zyn
gitteravond om zeven uren per Staatsspoor in
de residentie aangekomen, ten einde eeDigen
tyd te ScheveniDgeo door te brengen.
Het vorsteiyk ge*fc\ vond by het verlaten
van den salon wagen op het perron een tal
rijken kring van dames en heeren ter ver
welkoming. Mevrouw de baronesse Sirtema van
Grovesttes bood peöeeee Marie al dadeiyk een
welriekendoo bouqovt aan, die saamgebonden
was aan oranje satftaeu linten, terwyi deze
dame zelve op haar marital voor deze gelegen
heid een strik droeg van linten in de Neder-
landsche driekleur.
Voorts werden de prins en de prinses begroet
door jhr. Schorer, vtee-president van den Raad
van Slate; mr. Fovk, Hr. Ms. Commissaris,
die don nieuw opde+rtd&n burgemeester jhr.
mr. De Beaufort vooruUide; baron Van Zuylen,
burgemeester van Wassenaar, en baron Van
Rhemen, oud-burgemeester dier gemeeDte;
baron Taets van Amerongen, stalmeester van
wyien Prins Fredeeék; b^ron Van Wassenaer
van Roaande, kamstfceer in buitengew. dienst;
den heer C. J. Van der Oudermeulen; den
gep. kol. der cav. De Bas; den beer Dietz,
waarn; administrateur der nalatenschap van
wyien den vader v*m H. K. H.; de kunstschil
ders Bisschop en Smits.
Met allen onderhield zich het Vorstoiyk
echtpaar geruimen tyd in de Koninklyke
wachtsalons, die voor HH. MM. geopend waren.
De prins en de prwases met kinderen begaven
zich in een open rgtuig uit de Koninklyke
stallen, door de Koningin-Regentes ter be
schikking gesteld, naar het Hotel „Garni" to
Sciieveningen, vriendelijk begroet door eene
belangstellende menigte, die op het stations
plein de komst der Nederlandsche prinses
stond af te wachten. Het gevolg van de
Vorstelijke personen bestaat uit de hofdames
jonk vrouwe Van Sucbtelen van de Haere,
jonkvrouw® Yon Harnitr en joDkvrouwe v.
Haröou (gouvernante der prinsessen), den
hofmaarschalk van Z. D. H. mr. C. H. graaf
Van Bylandt, kamerheer L b. d. van wijlen
Z. M. den Koning, en den secretaris van Z.
D. H., den beer Lochleitner.
Als g6woooiyk traden de prins en de prinses
met de meeste minzaamheid toe op de reeds
bejaarde dienaren aan het hof van wyien
Prins Frederik, die zich naby het rytuig
hadden geplaatst.
Behoudens nadere goedkeuring van den
minister van oorlog is de levering der fourages
o. a. voor onderstaande garnizoensplaatsen toe
gewezen aan de onderstaande firma's. De
prijzen zyn berekend per 10 KG.
Amsterdam, hooi, Kuiper v. d. Werf, 0.38;
etroo, id. id. 0.26, 0.28; haver Veldman
Van Dongen, 0.734.
's-Hage, hooi, Veldman Van Dongen,
ƒ0.41; stroo id., 0.325; haver, id., ƒ0.716,
Steensma 0.725.
Haarlem, hooi, W. De Roon, 0.42; stroo, id.
0.30; haver, id., 0.73.
Leiden, hooi, A. Oerlemans&Zn., 0 385;
stroo, v. Straten, 0.3175; haver, J. Poel
geest, 0.73.
De equipago van Hr. Ms. opleidingsschip
„Nautilus", dezer dagen van een oefenings-
tocht in den Atlantischen Oceaan terugkeerende,
kwam binnen met het droeve bericht, dat
zy onderweg haar commandant, den kapitein-
laitenanfc ter zee Jan A rnoldus Hendrik Beek,
had verloren. Een plotselinge ernstige harts-
aandoeniag maakte een 6inde aan zyn zoo
welbesteed leven. Zyn officieren en manschap
pen moeeten den droevigen plicht vervullen
zyn stoffaiyk overschot toe te vertrouwen aan
d6n Oceaan. Op een diepte van 4600 meter
rust hy, op een afstand van pL m. 360 KM.
van Kaap Finisterre, dus ongeveer dwars van
de plaat*, waar zoovele andere kameraden met
de „Friesland" zyn gebleven.
Zyn vriend «o promotie genoot, de gep. kapi
tein-luitenant ter zee B. J. G. Volck, directeur
van de Zeevaartschool en het Zeemanshuis te
Amsterdam, heeft aan zyn nagedachtenis een
treffend geschrift gewy d, dat tot titel voert „Een
begrafijuis op den Oceaan."
Na een korte beschryving van zyn 27 jari
gen dienst als zeeofficier, van zyn vyf achter
een volgeodo reizen naar O.-Iudië met het
daaraan telkenmale verbonden verbiyf van drie
jaar in de tropen en van de wyze, waarop
hy zich in den Atjeh-kryg onderscheidde, ver
haalt de schrijver hoe de luit. ter zee lste
kl-.sse Beck, in Juni 1894 vaa zyn vyfde
Indische reis naar Nederland teruggekeerd,
den lsten November van dat jaar bevorderd
werd tot kapt.-luit. ter zoe.
Achtereenvolgens commandeerde hg Hr. Ms.
„Luipaard" en „Tyger" en het opleidingsschip
„Admiraal van Wassenaer", van welken bodem
hg werd overgeplaatst op de „Nautilus" tot
het volvoeren van een oefeningstocht op den
N.-Atlantischen Oceaan.
Aan boord beerschte bg den dood van Beek
algemeene verslagenheid; do eerste officier,
de luit. ter zee lste kl. Van Praag, nam het
bevel over en moest helaas de uitvaart van
don algemeen geachten en beminden humanen
commandant voorbereiden en ten uitvoer bren
gen, hetgeen geschiedde op den 30sten April,
v.m 10 uur.
Deze droevige plechtigheid werd niet enkel
do r de bepalingen geregeld, maar diepvoelend
byge8taan door Beck's ondergeschikten en nu
in de verte door zyn vele kameraden in de
Marine, die hem hoogachtten om zyn een
voudig en edel gomood. Zg inspireerde den
heer Volck tot eene dichteriyke ontbodzeming.
Van die aandoeniyke hulde aan de nage
dachtenis van een braaf officier werd door den
heer Volck gebruik gemaakt om het schip,
dat zonder zyn uitgevaren commandant terug
kwam, op waardige wyzo te ontvangen. Aan
officieren en minderen, aan allen, ciie hun be
minden chef de laatste eer op den Oceaan
hadden bewezen en nu onder den diepen indruk
van het gebeurde terugkeerden, werd door den
heer Volck een exemplaar van zyn weemoe
dig „In memoriam" aangeboden.
De eerste exemplaren van deze dichtregelen
had de beer Volck, ter nagedachtenis van zyn
vriend, den trouwen dienaar van Vorst en
Vaderland, in zwart satgnlederen prachtband
aan HH. MM. de Koninginnen opgezonden. Zy
droegen tot opschrift: „E*n begrafenis op den
Oceaan a/b. Hr. Ms. „Nautilus", waarboven
een treurpalm in zilver.
De exemplaren gingen vergezeld van een
begeleidend schrgven, waarin de heer Volck
de aanleiding tot het dichten van deze strophen
voor HH. MM. virklaarde.
Behalve een officiöele dankbetuiging, ont
ving overste Yolck een particulier schryven
namens zgn Vorstinnen, waaruit hem mocht
blgken de hartelijke deelneming van Hare
Majesteiten in het verlies, dat de Nederland
sche Marine door den tragischen dood van
commandant Beek geleien beeft.
De minister van waterstaat, enz. heeft
ingetrokken de volgende bg de Tweede Kamer
aanhangige wetsontwerpen:
lo. betreffende algemeene regels omtrent
het waterstaatsbestuur;
2o. tot toekenning van eenige bevoegdheden
aan de besturen van waterschappen, veen-
schappen en veenpolders;
3o. tot verleenen van eene bydrage uit
's Rijks schatkist voor:
a. den aanleg van een kanaal uit den zytak
van het Oranjekanaal bg Odoorn, naar en in
de Weeröingervenen, aansluitende aan het
Groninger Stadskanaal met zykanaal in Zul-
deiyke richting naar de Emmerveenmarke, en
b. den bouw van een nieuwe schutsluis
te Zaandam.
De minister van oorlog heeft kennis ge ge
ven, dat door hem zyn ingetrokken de wets
ontwerpen
lo. houdende machtiging op de Alg. Reken
kamer, tot verevening ten laste van den
dienst van 1896, van op den dienst van 1894
niet in uitgaaf aangenomen mandaten 1 n in
verband daarmede verhooging van het VlIIst»
hoofdstuk der Staatsbegrooting voor 1896;
2o. tot beschikbaarstelling van gelden,
wegens door het Dep. v. Oorlog gedane ver
strekkingen voor den dienst van 1897.
De provinciale vergadering van christeiyke
onderwyzers en onderwyzeressen in Zuid-
Holland zal gehouden worden op Zaterdag
25 dezer, des namiddags te twee uren, in het
lokaal „Oöaija", Prinsenstraat, te Rotterdam.
De heeren K. J. G. baron Vaa Haróen-
broek van Bergambacht, voorzitter, en kolo
nel C. Do Mooy, lid van het hoofdcomité van
het Nederlandsche „Roode Kruis", zyn naar
Weenen vertrokken als gedelegeerden der
Regeering ter 6de internationale conferentie
van de „Roode-Kruis-vereenigiDg," den 19den
dezer al laar te openen.
Mede vertrok daarheen de oud-majoor van
het Indische leger da heer W. J. Vervloet,
secretaris van gemeld hoofdcomité, die het
Nederlandsche „Roode Kruis" ter conferentie
zal vertegenwoordigen.
Dr. G. A. F. Molengraaf!, buitengewoon
hoogleeraar io de mineralogie, geologie, enz.
aan de universiteit te Amsterdam, die zich
reeds sinds oen paar maanden in Transvaal
bevindt, zal, naar de „Tel." verneemt, aldaar
blgven als Staatsgeoioog van de Zuid Afri-
kaansche Republisk.
De gemeenteraad van Steenbergen heeft
aan de heeren Richter en Payens voor 23
jaren vergunning verleend tot de exploit-tie
van een gasfabriek en de Levering van lichtgas.
Ter vervulling der vacature van predi
kant by de Ned.-Horv. gemeente te 's-Gra-
vei-hage is gisteravond het volgend drietal
opgemaakt: dr. J. H. Gerretsen, te Dedems-
vaart; ds. A. De Haan, te Zwolle, en ds. A.
Tap, te Schiedam.
Hare Majesteiten de Koningionen zullen
op 22 en 24 September des namiddags ds
internationale landbouwtentoonstelling to
's-Gravenhage bezoeken.
Door het gerechtshof te Amsterdam is,
ter vervulling van een vacature van raadsheer
in dat college, opgemaakt de navolgende
alphabetische lgst van aanbeveling: mr. J. H.
Van Goor; mr. A. J. Karseboom, rechters in
de arrondissements rechtbank te Amsterdam,
en mr. F. A. Van Leeuwen, rechter in de
arrondis3ement8-rechtbank te Utrecht.
Naar men aan do „Haarl. Crt." meedeelt,
is de deelneming aan de voorgonomen reünie
van leerlingen en leeraren van de Militaire
School te Haarlem tot nog toe zeer gering.
Komen binnenkort nog niet velen zich aan
melden, dan zullen de voorgenomen plannen
in dezen niet kunnen doorgaan.
Is het „Vad." goed ingelicht, dan zal dö
oud-minister Seyffardt spoedig zyn wonschen
bevredigd zien. Aan het ministerie van oorlog
zou nl. reeds een wetsontworp tot Invoering
van persooniyken dienstplicht in bewerking
zgn, van eenvoudigen aard en niet omvattend
een reorganisatie der levende strydkrachten,
maar alleen datgene, wat met de invoering
van persoonlijken dienstplicht in onmiddellijk
verband staat.
25)
„Al ben ik zulk een onbeduidend persoon,
niet waar?" hernam "Walter met een mengsel
van droefheid en bitterheid. „Geloof vrg, dat
ik mgn nederigen stand erken, en daarom
koo3 ik den heer Sanders tot myn raadgever.
Vergeef m<|, bid ik u, freule, dat ik my een
oogenblik vergeten heb door u de wenschen
mede te de«Aen, welke ik gevormd heb."
Iiedwig vreesde de jonge kunstenaar be-
leedigd te hebben.
„U mee*t toch, hoop ik, niets van hetgeen
u gezogd hebt?" zoo viel zy hem in do rede.
„Tot wie zou u andtra sproken over uw
belangstelling jegens myn goede tante en het
verlangen kaar te helpen dan tot my, die
deze gevoelens nog inoiger bezit?"
„Ik weet het, freule 1 O, het is niet tever
geefs, dat u my de eer hebt aangedaan, om
mg gedurende verscheidene maanden toe te
laten in uw familieleven 1 Men zou niet van
zuiverder toewyding kunnen droomen. Zal ik
hot u bekennen? Hetgeen my vooral uw
tanto doet achten, die zoo wreed beproefd is,
is haar teederheid voor u."
De klem, waarmede de jonkman deze
woorden sprak, deed Hedwig het rood op het
voorhoofd komen Zy vroeg zich af, wat haar
tante wel van zulk een stoutheid zou gezegd
hebben, en toch deed een ongekende vreugde
haar hart kloppen. Er lag in deze enkele
woorden een beteokenis, welke zy niet begreep.
„Mynheer Walter," sprak zy na een pauze,
„is het soms mogdyk, dat er tusschen u en
myn tante een andere verhouding bestaat
dan die van een korten en voorbygaanden
aard?"
„Ik wilde u er niet mede hekend maken,
freule, maar nu ik my verraden heb, zal ik
het tegendeel niet beweren. De verhouding,
waarin ik tegenover uw tante sta, is van
een eigenaardig karakter en zoodanig, dat
het geluk van rnjja bostaan afhangt van de
wyze, waarop uw tante ze zal vernemen."
„U verontrust my," hernam Hedwig; „ik
weet, dat de jeugd van myn arme tante
zeer droevig is geweest Haar schoone jaren
zgn in eenzaamheid en tranen voorbggegaan.
Slechts Binds korten tyd geniet zy weder
eenigezina van het leven. Indien het mogeiyk
is, mynheer Walter, spaar haar dan nieuwe
droefheid. Zy verdient zoozeer gelukkig te
zyn en heeft zooveel verdriet gehad 1"
Walter had moeite zyn ontroering meester
te blgven.
„Freule Hedwig," antwoordde hy met tril
lende stem, „juist met het doel aan de freule,
uw tante, aangenamer dagen te bezorgen,
ben ik naar Schwarzgarten gekomen. Haar
toewyding voor u heeft my deze poging zoo
aangenaam gemaakt, dat ik de ongelukkigste
der menschen zou ayn, indien ik niet slaagdel"
Een vluchtig rood kleurde de wangen van
Hedwigzy aarzelde, niet wetend, of zy zich
beleedigd of verheugd moest gevoelen door
die vreemde verklaring.
„U is geroerd, dat begryp ik," zeide zy
eindeiyk, „door de onvermoeide toewyding
van myn lieve tante voor my, maar ik begryp
niet, hoe dat gevoel een vreemdeling kan
aansporen onze belangen ter harte te nemen.
Wat my betreft, ik beken het u, ik zou veel
liever myn welzyn alleen aan myn tante
willen te danken hebben."
Walter zag het joDge meisje met droefheid
aan; indien hy in den grond zyns harten
een oogenblik de geheime hoop zou gevoed
hebben, haar niet onverschillig te zyn, dan
zou nu die hoop verdwenen wezen.
„U hebt my onbescheiden geoordeeld, mis
se. lien indringerig, freule," hernam hy; „myn
byzondere genegenheid voor freule Von Laden,
die ik hoogacht als een moeder, moet my
voor verontschuldiging dienen. Alles, wat my
mogsiyk is, om haar oude dagen te vrywaren
van nieuwe beproevingen, zal ik aanwenden,
en de goede Sanders zal my, naar ik hoop,
zyn hulp niet weigeren."
De freule kwam op dit oogenblik in het
salon terug. Walter wisselde eenige woorden
met haar en ging heen om den ouden Sanders
op te zoeken.
Groot was de verrassing van den ouden
Sanders, toen hy zag, dat "Walter op hem
toe kwam. Niettegenstaande de toenadering,
welke de jonge man hem getoond had sedert
den eersten dag, had de vertrouweling zich
toch altijd op een afstand gehouden. Zyn
verwondering steeg nog, toen Walter hem
zonder omwegen vertelde, dat hy de geldoiyke
verlegenheid van de freule kende, dat hy
hulp wenschte te brengen en dat hy met
hem kwam spreken over de middelen om
daartoe te geraken.
„U hebt mg niet goed begrepen, denk ik,
mynheer Sanders," zoo vervolgde de jonge man
met een glimlach, terwyi de vertrouweling
voor hem stond, zwygend en als door den
bliksem getroffen.
Sanders antwoordde niet; hy richtte op
Walter een doorborenden blik.
„Het is toch zeer duidoiyk", antwoordde
Walter, wien dat stilzwggon niets beviel. „Ik
vraag u, wat op het oogenblik dien treurigen
toestand veroorzaakt, waarin de freule zich
bevindt."
„Maar wat gaan u de zaken van de freule
aan, mynheer?" riep de grysaard toornig uit.
„Komt u uit ik weet niet welk land, om u
te mengen in zaken, die u niet raken? Wilt
u een beschryving van den toestand, tracht die
by iemand anders te viDden; ik geef die niet I"
„Beste mynheor Sanders, ik begryp mots
van uw toom De zaak is, helaas, genoeg
bekend. Wanneer ik u van dien droevigen
staat van zaken spreek, is het met de hoop
er een eindo aan te maken."
„Er een einde aan te maken?" herhaalde
Sanders met de uitdrukking van de grootste
verontwaardiging. „Zou zoo'n jonkman als gy
er op pochen te zullen slagen, daar, waar ik,
die reeds grys ben, geheel myn leven schip
breuk heb geleden?"
„Ik vlei mij niet zonder reden met die hoop,
mgnheer Sanders; ik ben niet zonder middelen.
Indien uw meesteres eenige schuldeischers
heeft, dan heb ik geld, om voor haar te be
talen."
Sanders had zich opgericht, maar viel weder
op zyn stoel neor en zag den jongen man
vol twyfeling aan.
„U ook? U hebt dus ook gemeeno zaak
met die schurken gemaakt?" mompelde hy.
„Ik weet niet van welke schurken ge my
spreekt, mgnheer Sanders", antwoordde Wal-
ter, die zich begon op te winden. „Uw wan
trouwen doet my zeer leed. Moet a me nu'
nog beleedigen ook?"
„Maar zeg my dan, met welk recht u zich
komt mongen in onze zaken? Wy hebben u
niet geroepen; wy hebben u niet noodig."
„Neem my niet kwaiyk, dat ik u moet
tegenspreken, mynheer Sanders; u hebt my
wel noodig. Ik weet evengoed als de eersto
boer de beste, dat freulo Von Laden geruïneerd
is, dat haar landeryea achteruit gaan, en dat
de schuldeischers onmiddeliyk geld eiachen,
terwyi zy dreigen beslag op de landeryen to
leggen, wanneer zy niet betaald worden."
Sanders slaakte esn diepen zucht. Dat was
alles zeer juist, het kon geen woord tegen
spreken; maar by wekte zyn toorn op, to
hooren, dat een vreemdeling hem zoo zonder
omwegen die pynlgke waarheden vertelde.
Mynheer komt ons zeker het middel aan
bieden om uit die moeilykheid te geraken,
door ons bet kapitaal met de rente, hetwelk
wy schuldig zyn, te geven?" vroeg hy mö1
bittere ironie.
„Ik kwam het u vooretellen," antwoordde
Walter kalm.
(Wordt vervolgd.)