N». 11521.
Donderdag 16 September.
A6. 1897
feze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§on- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
Triomf der Liefde.
LEIDSCH
DA&BLAD.
TRIJS DEZER COURANTS
Voor Lelden per 8 maandenl.io.
Franco per poet1.40.
Afzondoriyke Nommere 0.05.
PRIJS DER ADVEBTENTIÈN:
Van 1—6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17- Grooterö
letters naar plaatsruimte. VooT'het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Dit nommer bestaat nit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Oillcïöel© Hennisgevingen.
Burgemeester en Wethouders yan Leiden,
Gezien bet adroo van do firma VAN 't HOOFT
Co. houdende yerzook om vergunning tot weder
oprichting van hare door brand vernieldo fabriek
van laioeuen garone en lampenpitteo, aan den Ouden
B\ju Noe. 29—83, kadastraal bekond Beolie I,
tfo. 2222;
Gelet op de artt. 6 en 7 der Hinderwet;
Geven bg deze kennis aan het publiek, dat ge
noemd verzoek met de bijlagen op de Secretarie
dezer gemeente ter visie gelogd is; alsmede, dat op
Dinsdag 28 Sept. a. s., 'e voormiddage te elf uren,
op bet Baadhuia gelegenheid zal worden gegeven,
Om bezwarea togen dat verzoek in te bresgen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
Bopt. 1897. E. KIST, Secretaris.
Het Ethnographiscli Museum te Leiden!
De nieuwe minister van binnenlandsche
zaken, mr. Goeman Borgesius, heeft den knoop
doorgebakt. De oude Tweede Kamer en de
Eerste konden bet met den nu oud-minister
mr. Van Houten niet eens worden omtrent
bovengenoemd Museum.
Van Houten wenschte het Museum naar
elders te verplaatsen en voerde het daarom
af van de lyst der „verzamelingen en hulp
middelen" voor het Hooger Onderwas.
Goaman BorgG3ius heeft, blijkens mede-
deeling in de „Staatscourant" van heden, het
er met ingang van 1 Oct. 1897 weer op ge
plaatst.
En aangezien het volgens dat besluit op
die l\jst moet gelezen worden onder het hoofd
„Rijks universiteit te Leiden" nëi het „Museum
van Oadhoden", bl|Jkt daaruit, dat het Museum,
waarover zooveel te doen geweest is, tóch
te Leiden zal blijven.
De tegenwoordige minister heeft dus hot
goed recht van Loiden erkend, de kapers op
de kust verslagen en den „keizer gegeven wat
des keizers is."
Als nu het nieuwe gebouw tot waardige
huisvesting der uitgebreide verzameling er
ook maar spoedig komtl
Leiden, 15 September.
De heer A. J. J. Sinclair de Rochemont,
is door den Commissaris der Koningin in dit
gewest benoemd tot secretaris van den militie
raad in het 3de district van Zuid-Holland
(hoofdplaats Leiden) voor de lichting van 1898.
Het inschrijvingsregister van de nationale
militie dezer gemeente voor de lichting 1898
is gesloten met een totaal van 456 inge
schrevenen.
Bij de aanbesteding voor de levering van
brandstoffen voor de onderscheidene univer-
sitaitsinstellingen te Loiden, voor het tijdvak
van 1 October a. 8. tot uit. September 1898,
waren minste inschrijvers de navolgende
handelaren voor de achter hunne namen ge
stelde artikelen en prijzen, t. w.: T. J. Huy,
korte turf, 4.90 per 1000 stuks; T. De Roode,
lange turf, 4.15 per 1000 stuks; T. J. Huy,
machinale geperste turf, ƒ6 per 1000 stuks;
W. J. Creyghton, N.-C. haardkolen, gesorteerd,
ƒ1.34 por HL.; W. J. Creyghton, N.-C. haard-
kolen, ongesorteerd, ƒ1.14 per HL.; W. J.
CreyghtOD, Ruhrkolen, ongesorteerd, 0.63
per HL.; T. De Roode, Engelsch gruis, ƒ0.725
per HL.; W. J. Creyghton, anthraciet, 1.17
per HL.
Gedurende de 2de helft der maand Aug.
zijn aan het postkantoor alhier bezorgd de vol
gende brieven, welke, door onbekendheid der
geadresseerden, niet besteld konden worden:
K. Vis, Alfen; Roos, H. De Vroede, J. Jekel,
W. Karspe, Amsterdam; P. Clercx, H. en P.
Van Schaik, Bokstel; Schaap, A. Van VeeD,
's-Gravenhage; C. De Best, Helder; Watten,
HilversumA. Bonot, LeidenJ. Meerkerk, J. v.
EwiJk, RotterdamDirect, fabriek Gepasteuri
seerde melk, Voorburg; W. Meyer, Zutphen.
Briefkaarten: W. Jongbloed, 's-Gravenhage;
M. Appel, De R\jp.
Brief, besteld geweest naar het buitenland:
W. Bronkhor8t, Bordeaux
De „Sts.-Ct." bevat heden het verslag
omtrent de handelingen van het XXIV3te
taal- en letterkundig congres, uitgebracht door
den vertegenwoordiger der Nederlandsche re
geering dr. Jan Ten Brink.
De 2de luit. J. L. M. Van den Brandhof,
van het 4de reg. inf. te Leiden, heeft 5 jaar
detacheering aangevraagd by het O.-I. leger.
Naar wy vernemen, zyn thans door den
deurwaarder den heer P. H. Van Thiel, alhier,
namens het college van kerkvoogden der
NeJ.-Herv. Gem. te Zoeterwoude, eenige leden
dier Gemeente, die nalatig bleven in het betalen
van hun kerkelyken hoofdelyken omslag,
aangeschreven dezen alsnog te voldoen, en
dit al3 laatste middel om hen tot voldoening
te bewogen vóór een dagvaarding.
De hoer J. Sjaardema, onderwyzer aan
de Chriatelyko school te Spakenburg, is in
gelyke betrekking te Haarlemmermeer (oost
zijde) benoemd en heeft die benoeming aan
genomen.
De naar de Geref. Kerk te Haarlem be
roepen predikant ds. D. Tibben heeft afscheid
genomen van zyn gemeente te Katwjjk, spre
kende naar aanleiding van Deuteronomium 30
V8. 19.
Na het uitspreken zfener rede werd by toe
gesproken door zyn ambtsbroeder ds. G. Wie-
lenga, die verzocht om den scheidenden leer-
aar toe te zingen Ps. 1214.
De Tweede Kamer der Staten-Generaal
zal hare eerste vergadering in het nieuwe
zittingjaar (1897 1898) houden op Dinsdag
21 September a. s., des namiddags te drie
uren.
Er wordt bekend gemaakt, dat op 1
September 1897 aan de Nederlandsche Bank,
wegens te verstrekken voorschotten, in onder
pand was gegeven een bedrag van 6,000,000
in schatkistbiljetten, en dat voorts op oven
genoemden datum in omloop was een bedrag
van 34,000,000 in schatkistpromessen.
Een Duitsche vertaling van Jonathan's
„Waarheid en Droomen", door O. Kohlschmidt
bewerkt, is by Priedrich Jansa, te Leipzig,
verschenen.
Het Bataafsch Genootschap voor proef-
ondervindelyke wy ^begeerte te Rotterdam heeft
de gouden medaille toegekend aan dr. Ernst
Cohen, te Amsterdam, voor de beantwoording
eener prysvraag op scheikundig gebied.
Hare Majesteiten zullen aanstaanden
Maandag des namiddags te 6 u. 2 m. in de
residentie terugkeeren.
Hr. Ms. gezant te Brussel, jhr. mr. Von
Postel, 1b naar zyn po^. teruggekeerd.
Harer Majosteits gezant te Beriyn, jhr.
mr. Van Tets van Goudriaan, met verlof in
Den Haag aanwezig, keert 20 dezer naar zyn
post terug.
In het Sociëteitsgebouw in de Diergaarde
te Rotterdam had gisteren een byeenkomst
plaats van leden der Maatschappy tot be
vordering der Bouwkunst. In de vergaderzaal
waren een aantal teekeningen tentoongesteld
van te Rotterdam of elders ln aanbouw zynde
of reeds voltooide werken.
De voorzitter der afdeeling Rotterdam, de
heer H. Cramer, riep den leden het welkom
toe, daarby herinnerende aan het feit, dat het
thans 18 jaar geleden is, dat de Maatschappy
te Rotterdam vergaderde. Toenmaals kon veel
merkwaardigs te zien gegeven worden, ditmaal
zal men nog meer belangryks aantreffen.
De voorzitter der Maatschappy, de heer A.
Salm Gbzn., gaf daarop een kort historisch
overzicht van het tot stand komen dezer
stichtiDg, waarvan de heer W. N. Rooze, oud
directeur van gemeentewerken te Rotterdam,
de vader is.
Daarop waren enkele bestuursmaatregelen
van buishoudeiyke zaken aan de orde, na
afdoening waarvan de heer H. Evers met den
heer J. P. Stok Mzn., den architect der nieuwe
Remonstrantsche kerkl een redevoering hield
over dat bouwwerk, ter inleiding van het
bezoek, dat men daaraan voornemens was
te brengen. Hierop gingen de vergaderden
uiteen om na bezichtiging van het hierboven-
genoemde Godshuis een boottocht langs de
havenwerken te doen, waarby de heer De
Jongh, de directeur der gemeentewerken, als
mentor optrad.
To 's-Gravenhage is gisteren door den
heer H. P. N. Halbersma, hoofd-ingenieur
der Tilburgsche waterleiding, aanbesteed het
maken van het machine en kotelgebouw met
sohoorsteen, zuig- en reinwaterputten, ont-
yzeringsinrichtlng, filters, reinwaterkelders,
woning voor den machinist en stoker, toe
gangskelders voor de prise d'eau en verdere
bybehoorende werkzaamheden ten dienste der
waterleiding te Tilburg. Minste Inschryver B.
"W. Blecourt, te Nymegen, voor ƒ91,900.
Gisterochtend is, na een kortstondige
ongesteldheid, overleden te 's-Gravenhage dr.
J. Haver Droeze, leeraar aan de H. B.-School
met 3-jarigen cursus aldaar, aan welke in
richting hy gisteren nog les gaf.
H|j werd 16 Juni 1849 te Ylaardingen
geboren, den 18den Juli 1870 werd hy aan
gesteld als officier der infanterie. In 1876
op zyn verzoek overgeplaatst naar Leiden,
werd hy nog datzelfde jaar op non-activiteit
gesteld om de studiën aan de hoogeschool
te kunnen volgen.
Aldaar gepromoveerd in de wis- en natuur
kunde, werd hy drie jaren later eervol uit
'sRyk8 dienst ontslagen en benoemd tot
leeraar in de natuurwetenschappen aan het
Koniuklyke Marine-Instituut te Willemsoord.
Kort daarna vertrok hy naar Indlë, van waar
hy, na gedurende 10 jaren leeraar aan de
H. B.-School te Semarang te zyn geweest,
wegens gezondheidsradenen naar Holland
terugkeerde.
Wyien de heer J. A. Heule, in leven
penningmeester van den Ned. Protestanten
bond, heeft aan die vereenigiog 5000 ver
maakt.
Maandagavond werd te Baarn aan den
scheldenden burgemeester, benoemd tot burge
meester van Den Haag, een warme hulde ge
bracht voor al hetgeen hy voor den bloei van
de schoone gemeente gedaan heeft
Te zeven uren vervoegde zich eene commis
sie van dertig leden uit alle rangen en standen
en van iedere gezindte op den huize „Poking",
om den heer De Beaufort een biyvond aan
denken aan te bieden.
Dit huldebiyk bestond uit een prachtig bron
zen beeld, door den bekenden Franschen artist
E. Picault vervaardigd en voorstellende „Le
génie du Progres."
De genius is byzonder artistiek uitgevoerd,
zittende op den wereldbol, wiens ecliptica het
opschrift draagt „Ad Lumen." Het beeld zelf
staat op een niet minder kostbaar piëdestal,
waarin een plaat is aangebracht met het Baarn -
sche wapen gegraveerd en met net opschrift
„Het dankbare Baarn. 13 September 1897."
Dit huldebiyk werd den burgemeester na
mens de Baarnsche burgery door den presideut
der commissie, den heer J. J. Veerman, onder
een hartelyke toespraak aangeboden, terwyl
de spreker aan mevr. De Beaufort een smaak -
vollen Maquart-bouquet aanbood.
Zichtbaar aangedaan dankte de burgemeester
voor. deze holde, op den vooravond van zijn ver
trek' gebracht, verzekerende, dat dit treffend
oogenblik zoowel hem als zyne echtgenootelang
in berinnerfhg zal biyven.
Gisteren, 'Dinsdagmiddag, was het perron
stampvol van belangstellenden, die den heer
De Beaufort by zyn vertrek naar Den Haag
uitgeleide deden. Onder meer merkte men
ook al de Raadsleden op. Tallooze hartelyke
handdrukken werden nog gewisseld, en ieder
verkeerde biykbaar onder den indruk van dit
treffend afscheid. Aan mevrouw De Beaufort
werden eenige fraaie fcouquetten aangeboden.
Toen de trein zich te twaalf uren in beweging
zette, riep de heer De Beaufort ten hoogste
aangedaan uit zyn coupé aan de opeengehoopte
menigte toe: „Nooit zal ik Baarn vergeten,
nooit l"
Stil keerde men weer terug, overtuigd, dat
Baarn door het vertrek van zyn burgemeester
een groot verlies lijdt.
De nieuwe burgemeester der residentie is
gisteren met zyne familie om 1.24 per Holl.
Spoor aldaar aangekomen.
Het nieuwbenoemde hoofd van het ge
meentebestuur nam tydeiyk intrek in het
pension der 's Gravenhaagsche Pension-maat-
schappy aan de Zeestraat.
Naar de „Amst. Ct." verneemt, heeft
de koning van Siam tydens zyn bezok aan
ons land zich de moeite getroost te bewerken,
dat van hier een bekwaam ingenieur naar
zyn ryk zou worden gezondeD. Dit nu staat
welhaast te gebeuren; de aanwyzing van den
persoon kan spoedig worden verwacht.
Het land van Siam nl. is een waterland
als het onze en vertoont in zoover met
Nederland veel punten van overeenkomst.
Alleen is men er in de waterbouwkunde
minder ver gevorderd dan wy hier.
Vandaar ook, dat het voornemen be3taat
eenige jongelieden uit Siam hierheen te zenden
om hen hier te doen uitrusten met practische
en theoretische kennis van waterbouwkunde,
die hun later in hun vaderland uitmuntend
te pas kan komen.
HH. MM. de Koninginnen zullen half
October deelnemen aan het diner te Arnhem,
aangeboden door de Provinciale Staten van
Gelderland.
Omtrent dit bezoek verneemt de „Arnh.
Crt." nog het volgende:
Het bezoek geldt dus ditmaal niet de
gemeente Arnhem, maar de Staten van de
provincie Gelderland. Dezen hadden toch reeds
vroeger en laatstelyk by de jongste ontvangst
te Arnhem by monde van hun voorzitter en
hun Gedeputeerden den eerbiedigen wensch
uitgesproken, in de gelegenheid te mogen
gesteld worden H. M. te mogen begroeten en
de Koninginnen in het midden der Provinciale
Vertegenwoordiging te mogen zien.
Met Hare gewone welwillendheid heeft het
H. M. behaagd, aan dien wensch gehoor te
geven en zich bereid te verklaren de uit-
noodiging aan te nemen tot het by wonen van
een diner, ter Harer eer in het Provinciehuis
te geven.
Zyn wy wel ingelicht, dan zullen de
Vorstinnen in den middag te Arnhem aankomen
en ten huize van den Commissaris der
Koningin afstappeD, waar Hoogstdezelven dan
waarschyniyk audiëntie zullen verleenon aan
autoriteiten en particulieren uit de provincie,
om daarna des avonds met de Staten en de
door deze uit te noodigen gasten aan dsn
eere maaltyd in het Gouvernementsgebouw
aan te zitten.
Volgens de „Zw. Ct." bestaat by den
minister van waterstaat, den heer G. Lely,
het voornemen, om, vergezeld van eenige
autoriteiten, dezer dagen persooniyk een bezoek
te brongen aan het terrein, waarlangs men
zich voorstelt den N.-Ooster-Locaalspoorweg
te doen loopen.
Mr. J. Van Kuyk, kantonrechter te
Gorkum, is overleden.
De „Sts. Ct." van heden bevat de wet
van 11 Aug. 1897, No. 86, waarby op voor
dracht van den Minister van Koloniën een
andere regeling van het Technisch Bureau
wordt ingesteld. Ook omtrent het personeel
van het aan het departement van Koloniën
verbonden Technisch Bureau wordt een ge
wijzigde regeling bepaald.
23)
Walter maakte gebruik van Toons tegen
woordigheid, om het onweder, dat boven zyn
hoofd dreigde, af to weren.
„Wees verstandig," zeide hy lachend tot
Bernard, „ik zal er niet op aandringon uw
beminde een suikerhart aan te bieden; ik
zal het integendeel myn ouden vriend geven."
Zóó sprekend, stopte hy het suikergoed in
Toons hand.
Allo aanwezigen schaterden van het lachen.
„Nu, mynheer, wat moet ik daarmede doen?"
riep Toon uit, die veel liever een pakje tabak
nad willen hebben.
„Eet het op of hang het aan den muur,
zooals Suzanne Lanting," antwoordde Walter.
Het kleermakortje zag bem verwonderd aan.
„Zooals Suzanne Lanting? Hebt u soms een
hart aan Suzanne gegeven, mynheer?"
„Ja, Toon, en hot was het mooiste uit de
gehoele kraam," antwoordde Suzanne plagend.
Zy had het ontevreden gelaat bemerkt van
Herman Sommerhoff, di9 op eenigen afstand
stond en het gesprek had aangehoord.
„Mijnheer kan niet dansen; wy hebben te
zamen een wandeling gemaakt."
„Ongelukkige," bromde Toon, „ziet ge dan
niet, dat Herman zoo bleek als een doek is
geworden
„Laat by dan maar weer rood worden,"
antwoordde het jonge meisje, en zich tot Walter
wendend, vervolgde zy:
„Kom, mynheer, vader en moeder zyn by
den koster, zy zullen biyde zyn u te zien."
Walter volgde haar, in zyn vuistje lachend,
dat hy weder wat jaloezie had opgewekt.
Terwyi zy samen weg gingen, naderde Toon
den jongen Sommerhoff, een flinken grooten
jongen man, die daar stom en onbeweegiyk
stond als een levend beeld van vreeseiyken
toorn.
„Wees bedaard, Herman," zeide de kleer
maker; „het is slechts een speldeprikje van
Suzanne. Zy wil je straffen, omdat je den
geheelen dag met de dochter van den timmer
man hebt gewandeld."
„En wie heeft my dat aangeraden Immers
niemand anders dan jy, gemeene bedrieger 1"
riep Herman dol van woede uit. „Jehadtme
verzekerd, dat ik haar na deze poging zeer
genegen zou vindon. In plaats daarvan hangt
ze nu aan don arm van dien avonturier."
„Het is geen avonturier, het is een groote
meneer," antwoordde de kleermaker; „men
zeide my in Ellrode
„Loop naar de maan! Wat kan het my
schel od, wat ze jou in Ellrode verteld hebben?"
Zoo viel de jonge boer hem in de rede, ziende,
dat Toon zich trachtte te verdedigen. „Ge
hadt me beloofd my te zullen helpen. Vervul
je zoo je beloften?"
„Ha zoo, uilskuiken," riep Toon veront
waardigd uit; „ga jy my zeggen hoe ik doen
moet? Dat is goedl Speel h6t zelf maar klaar.
Toon Lindert zal zich er niet meer mede
bemoeien!" Terwyi hy dit zeide, verdween
het kleermakertje onder de menigte, Herman
achterlatend ten prooi aan de hevigste woede,
welke by trachtte te bedwingen door ver
scheidene glazen brandewyn schieiyk uit te
drinken.
Walter echter was het gelukt, na een kort
onderhoud mot burgemeester Lanting en dienB
vrouw, te ontsnappen langs een smal voetpad,
dat achter het huis naar de kapel leidde. Hy
nam zich voor een wandeling te gaan maken
en had nog maar enkele schreden gedaaD,
toen hy zich plotseling voor de freule Von
Laden, Hedwig, den heer Harry en diens
zuster bevond, die allen uit het rytuig gestapt
waren.
Zyn goede vrienden van Ellrode herken
nend, begreep Walter, dat hy zich in de
tegenwoordigheid van de eerste verloofde zyns
vaders bevond. Voor de freule buigend met
evenveel eerbied, alsof zy zyn eigen moeder
was, wilde hy haar laten voorbygaan, toen
de heer Harry hem de hand toestak.
„Hoe, mynheer Walter," zeide hy op
vriendeiyken toon, „verlaat u het feest reeds?
Wy vleiden ons met de hoop nog bytyds
genoeg te komen, om er te genieten."
Walter sprak eenige vrooiyke woorden en
wilde zich verwyderen, maar de oude émigré
had den blik bemerkt, welken de freule met
opmerkzaamheid op zyn beschermeling ge
slagen had. Hy maakte van de gelegenheid
gebruik om hem voor te stellen.
„Dit is mynheer Floris Walter," zeide hy,
„de jonge kunstenaar, waarover ik u daar
even gesproken heb. Mynheer Walter, de freule
stelt zeer veel b i i g in u."
Walter had niet op zulk een spoedige
kennismaking gerekend. Het speet hem
eenigszins. De freule vermoedde niet de oor
zaak van die plotselinge ontsteltenis en
schreef haar toe aan haar stand en aan haar
naam, hetgeen haar zeer vleide. Zy zag den
jongen man met do grootste welwillend
heid aan, sprak hem over zyn arbeid en
noodigde hem uit, om, wanneer hy het
wonschte, een bezoek op Schwarzgarten te
breogen.
Men ging by den koster binnen. De komst
van freule Anna en van haar gezellen maakte
den goeden man zeer verlegen. De slotbe-
woonsters hadden zoo lang zyn uitnoodiging
van de hand gewezen, dat Bernard Wichering
haar niet meer verwachtte. Zyn vrouw en
hy bemerkten met schrik, dat hun geen
enkele kamer meer overbleef, om er hun
hooge gasten binnen te leiden. Zy maakten
verontschuldiging op verontschuldiging. Walter
kwam hun te hulp, de freule verzoekend van
de ga8tvryheid in zyn eigen kamer gebruik
te maken. Eenige oogenblikken later zaten
allen rond de tafel en vrouw Wichering, wier
gelaat straalde van ploizier, bracht hun vleesch,
brood en kersen, hetgeen de kosters van
Capellenberg sinds onheugiyke tyden gewoon
waren hun meesters van Schwarzgarten aan
te bieden, wanneer deze laatsten zich ver
waardigden hen te bezoeken.
„Wy zyn u wol dankbaarheid schuldig,
mynheer Walter," bemerkte Sophie; „de
temperatuur is hier zeer frisch!"
„U is wel spoedig tevreden, mejuffrouw,
wanneer u myn bescheiden kamer aangenaam
vindt, terwyi u uit uw beeriyk salon in
Ellrode komtl"
„Ziet u wel, juffrouw!" riep Hedwig uit,
„dat ik niet de eenige ben, die het aangename
van uw woning weet te waardeeren U hebt
er byzonderen tact toe, om uw verbiyfplaats
te verfraaien, en dat is niet de minst goede
eigenschap, welke u bezit 1"
De oude dame lachte over die vleiery.
„Laten wy het talent van myn zuster
bewonderen," zeide de heer Harry, „maar
ook dat van onzen jongen gastheer; deze
meubelen zyn dezelfde, welke ik hier altyd
gezien heb, en toch is uw aanzien veranderd."
„Dank de tegenwoordigheid van de edele
gasten," antwoordde Walter.
„Neen, dat is het niet," hernam de grysaard
„u hebt op deze kamer den stempel van
uw smaak gedrukt. Die maakt haar zoo aan
genaam."
„Werkeiyk," voegde de freule er by; „Ik
zie eenige teekeningen aan den muur; daar
een kleine bibliotheek, verder een schryftafel
en bloemen."
„Helaas, het zyn zwakke middelen om ten
uitvoer te brengen hetgeen ik wensch," zeide
Walter zuchtend. „Ik heb nog maar weinig
gearbeid sinds ik hier ben."
„U zult bezigheid vinden op hot kasteel,"
bemerkte de heer Harry, en van dit voor
Walter onaangename punt afstappend, ver
volgde hy:
„U hebt zeker geen ryken buit gevonden
in de kapel?"
(Wordt vervolgd,)