N°. 11520. Woensdag li"» ^eptembei'i A°. 1897 t§eze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van §pn- en feestdagen, uitgegeven. Concert liassisclie Zangers. Feuilleton. De Triomf der Liefde. PRIJS DEZES COURANT: Voor Leiden per 8 maanden Franco per poBt Afzonderlijke Nommers 1.10. 1.40. 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIES Van 1 6 regels 1.06. Iedere regel meer 0.17}. Gcootere letters naar plaatsruimte. - Voor het incassoeron buiten de stad wordt ƒ0.05 berekend. In dit nummer vinden onzö lezers het bewijs, waarop by de firma 538ankcnl>erg A Co., Mare, duaniel aaa ons Bureel plaatsen afgegeven wofden ad 50 Cents, natuurlijk voor zooverre het aantal zitplaatsen in de Stadszaal dit toelaat. ReoJs bedenavond kunnen de plaatsen worden genomen. Wie zich een plaats wil reserveeren, moet daarvoor 10 Cents extra betalen. DE UITGEVER. Leiden, 14 September. Morgen wordt in deze gemeente langs de huizen do zoogenaamde „Unie" collecte gehou don. Des avonds te acht uren heeft in aan sluiting daarmede in de Pieterskerk een open bare dank- en bedestond plaats, waarin als voorganger zal optreden os. D. J. Karros, predikant bij de Ned.-Herv. Gom. te 's-Gra- venbage. Op de conferentie te Laren van de Neder- landsche Christen-Studenten-Vere9nigïng be handelde da heer Couvóe, theol. prop. te Leiden, het onderwerp „Geestdrift", en hield ds. Briët, van Leiden, een referaat over „Christendom c-n Pe8simi3aie". Hot bestuur der N. C.-S. V. voor het vol gend jaar werd als volgt samengesteld: S. Schoch, praeses (herkozen), Utrecht; Th. Scharten, secretaris en reizend secretaris, Amsterdam; Duymaer van Twist, penning meester, Leidon. De Fran3che mail met berichten uit Inciië, wordt morgenochtend alhier verwacht. Aangenomen is het beroep naar de Ned.-Herv gemeente te Katwijk aan Zee door dsr* A. J. Van Wijngaarden, pred. to Krimpen aan de Lek. De vyfdo lijst van de negentiende jaar- collecte voor de Scholen met den Bijbel in de „Standaard" wijst voor Sassenheim met Voorhout een bedrag aan van 128.25. De „Staatscourant" bevat een koninklijk besluit, waetfn wordt bepaald, dat de tegen woordige zittmg van de Staten Gogeraaï zal worden gesloten op Zaterdag 18 SepUv^8(97, des namiddags te drie uren. Da minister van binnonlandsche zaken wordt gerawjhtigd zich te begeven naar de vergadering der Staten Generaal, ten einde in eene vtreocigde vergadering der beide Kamers de zitting in naam der Koningin te sluiten. Ook bevat de „Staatscourant" het program voor do ploertige opening van de vergadering der Staten-Generaal, op Dinsdag den 21sten September. Daarin wordt bepaald, dat alle leden der Staten-Goneraal des middags te twaalf uren zullen bijeenkomen in de vergaderzaal der Tweede Kamer, onder voorzitting van den president der Eerste Kamer, waartoe benosmd is mr. A. Van Naarnen van Eemnes. Ook de ministers en de leden van den Raad van State zullen daar tegenwoordig zijn. Te één uur begeeft zich H. M. de Koningin- Reger.tes, vergezeld van H. M. de Koningin, met het gebruikelijke ceremoniëel naar het gebouw der Staten Generaal op het Binnenhof. Daar aangekomen, zullen HH. MM. aan de deur van bet gebouw ontvangen worden door een commissie uit de vergadering, die, voorafgegaan door den ceremoniemeester, de kamerheeren, de groot-officieren en den opper- ceremoniemeester, HH. MM. zal geleiden naar de zaal der Staten-Gen oraal. De zitting geëindigd zijnde, gaan HH. MM. met denzelfden trein, waarmede HD. gekomen zijn, naar het Paleie terug. De voorzitter van de vereenigde ver gadering der Staten-Generaal geeft kennis: lo. dat aan de aanzoeken van anderen dan degenen, die deel uitmaken van de vereenigde vergadering, om toegangskaarten te ontvangen voor de vereenigde vergadering der Staten- Generaal op Dinsdag 21 September 1897, tot opening der zitting 1897—1898, geen gevolg kan worden gegeven, aangezien de beschik bare ruimte het niet toelaat. 2o. dat alle doorloopende en andere kaarten, afgegeven tot toegang voor de vergaderingen van de Tweede Kamer, niet geldig zijn voor de genoemde vereenigde vergadering. Deze mededeelingen strekken tot antwoord op de verzoeken van particulieren om toe gangskaarten, mondeling en schriftelijk bjj het bureau der vergadering ingekomen. Tot bijwoning der plechtige opening van de landbouwtentoonstelling, a. s. Zaterdag te 's-Gravenhage, zijn een 600-tal personen uitgo- noodigd. Onder meer zijn geïnviteerd do vice-president en de leden van den Raad van State, de ministers, hoofden der departe menten, de secretariwsen-generaal van alle mimster>es, de voorzitters en de leden der beide Kamers van de Staten Generaalde Commissarissen der Koningin in de provinciën Noord- en Zuid-Hollend, de leden van Gedep. Staten van Zuid-Holl«nd, burgemeester, wet houders en alle leikn van den gemeenteraad der residentie, allo Ryksl ndbouwleeraren in den lande en de zuivelconsul9nten in de ver schillende provincie-B, enz., enz. Aan der. gemeoneoaappelijken maaltijd in het Koninklyk Zoölogisch Botanisch Genoot schap zijn o. a. geaeo.igd gtdelegeerden van alle zuster-vereenigingen der Holl. Maat schappij van Landbouw, de leden van de af- deeling 's Graveuhage dier Maatschappij en de feestcommissie. Wegens de vele aanvragen tot deelneming aan dit diner herinnert het hoofdbestuur aan de wenschelfikheid om uiterlijk 20 September te doen blijken van den wensch om tot de dee'nemers te behoeren. Omtrent de plechtige ter-aarde-bestelling van het stoffelijk overschot van mej. Jo Kempees wordt aan het „N. v. d. D." het volgende medegedeeld: „De begrafenis geschiedde Zaterdagmorgen op het fraaie en indrukwekkende Frankforter kerkhof, waar, behalve de moeder en een familielid van de jonggestorvene, tegenwoordig waren de vice-consul van Nederland, Jhr. H. Yan Panhuys, benevens eenige belangstellenden ook uit Nederland. „Ei-n schat van kransen en bloemen, meest witte bloemen en bloeiend heidekruid, werd op het graf Doorgelegd. „By de droeve plechtigheid sprak eenDuitsch geestelijke, Pfarrer Jatko, woorden van troost tot de diepbedroefde moeder der jonge en veelbelovende kunstenares." De heer Daniel De Lange, die in het begin van Augustus mej. Kempees te Baynuth bezocht, vond haar ernstig ziek. „De vroeger zoo bloeiende, krachtige vrouw, uit wier geheele wezen slechts leven en levenslust straalde, lag op een sofa met ingevallen wangen; het lichaam waa al gebroken". Zjj had een vriendelijk tbuia by den heer en mevrouw Thompson, majoor in het Beiersche leger. „Van April af was s|j ziek geweest, de jonge vrouw. Wetende echter, dat men in Bayreuth geen rekening kan houden met ziekten, enz., enz., dat men moet zijn een kracht, of dat men niet in aanmerking komt voor wat het zij, heeft zij zich naar de voor bereidende oefeningen heengesleept, tot zij een paar weken voor de uitvoeringen niet meer kon. Jo Kempees was dit jaar aangewezen om als solo bloemenmeisje en al6 een der Walküren op te treden. Buitendien waren haar enkele partijen als doublure toegedacht. „In denbeginne meende do arts, die de zieke behandelde, dat de ongesteldheid niet van ernstlgen aard zou zijn; later bleek het, dat een hevig nierlijden de krachten gesloopt had. Toen ik to Bayreuth was, had de arts reeds verklaard, dat Jo Kempees zeker nog drie of vier weken volkomen rust zou moeten hebben, alvorens zij naar Holland zou kunnen reizen; van drie of vier weken zijn het zeven wekea geworden, en niettegenstaande den langoren tyd van ru3t, heeft zij toch haar wensch - om in haar eigen land nieuwe krachten voor haar verder leven te verzamelen niet vervuld mogen zien l* De komst van de vorstelijke familie Von Wied in de residentie is nader bepaald op a. 8. Donderdagavond te 6 u. 59 m. per Staatsspoor. Voor de vacature in de Remonstrantsche gemeente te Amsterdam, ontstaan door het emeritaat van dr. G. Van Gorkom, is het volgende viertal opgemaakt: dr. J. A. Beyer- man te Groningen, ds. A. Karei E. Horst te Lochem, ds. J. H. W. Bisschop Boele te Dokkum en dr. J. H. De Ridder te Rotterdam. De ministers van marine en financiën werden gisteren ter audiëntie by H. M. de Regentes ontvangen. De Nederlandsche gezanten te Stockholm en Madrid zyn van daar met verlof vertrokken. Behoudens goedkeuring van den gemeente raad, zal ten laste der gemeente Amsterdam een 3'/2-pcts geldleening worden aangegaan, groot 3,000,000. De opbrengst dezer leeoing is bestemd ter gedeeltelijke voorziening in de kosten van verschillende openbare werken, waaronder voorkomen: nieuw Entrepötdok 2,600,000, waterleidingswerken 2,000,000, nieuwe beurs ƒ1,350 000, telephoon ƒ960,000, vrouwen kliniek (Wilhelmina gasthuis) ƒ218,000, uit diepen van het IJ 330,000, schoolbouw 21) Wat was die tuin van Schwargaiten ver anderd, sinds wjj hem zoo verwaarloosd hebben gezien 1 Men vond er nu prachtige vruchtboo- men, de paden waren zorgvuldig onderhouden 6n bezoomd met bloemen. Alleen het aanzien van het slot was hetzelfde gebleven, want het geringe kapitaal van de freule stond haar niet toe het te verfraaien. Maar men had er toch de noodzakelijke herstellingen aan ver richt en het zag er niet meer verwaarloosd uit. Maar wat moeten wij wel zeggen van de eigenares? Hoe zullen wij zulk een volslagen verandering kunnen uitdrukken?.... Haar bleeko en vermoeide trokken hadden de uit drukking v*n gestrengheid verloren; haar anders zoo harde blik was verzacht, haar oog schitterde van teederheid, zoo dikwijls zij op het lieflijke gelaat van Hedwig zag. Sinds de beminnelijke eigenschappen barer nicht haar bewezen hadden, dat het beeld Gods toch nog wel somtijds op aarde teruggevonden wordt, had de freule gevoeld, dat zy weder begon te leven. Haar vertrouwen in anderen ont kiemde weer; zij bad geleerd de plichten der liefde te vervullen met een nieuwen ijver en rond haar den vrede te doen smaken, welke nu in den grond baars harten heerschte. Moeton wjj wat van Hedwig zeggen? Wan neer men dat jónge meisje, dat zoo frisch, zoo bevallig, zoo gereed is om haar hart te openen voor de eenvoudige vreugden van het leven, ziet, kunnen wij er niet aan twijfelen, of zij is volmaakt gelukkig. Geen enkele trek van haar ongelukkigs kinderjaren was in haar overgebleven. Omringd door de teederste zorgen, beschermd door een onvermoeide toe genegenheid, bood zij een beeld van bloeiende jeugd; het was genoeg haar aan te zien om de heerlijke gaven te ontwaren, welke de natuur en de opleiding haar gegeven hadden. Haar oude vrienden zagen haar voortdurend aan met een bewondering, welke zij niet trachtten te ontveinzen; gelukkig had de harde leerschool harer jeugd Hedwig behoed tegen de gevaren van trotschheid. Het gesprek tusschen de freule en haar gasten liep gedurende eenige oogenblikken over de kosten, welke het leven met zich medebrengt, toen de komst van een vierde persoon plotseling verandering er in bracht. „Ha, daar komt eindelijk mijnheer San ders!" riep Hedwig uit. De grijsaard naderde; hij groette de dames en ging by de tafel zitten. „Ge komt wel laat, mijnheer Sanders 1" zeide de freule met een glimlach. „Waar hebt ge zoo lang vertoefd?" „Ik verzoek de freule mijn late komst te verontschuldigen," antwoordde Sanders; „ik moest op den hof en in de stallen oerst zien, of alles in orde was. Wanneer men den lieden toestaat naar de kermis te gaan, komen zy er nooit vroeg van terug." „Zy hebben geiyk," bemerkte de heer Harry; „die vermaken zyn zeldzaam en zy mogen wol eens iets ter ontspanning hebben." „Ik ben het met den heer Harry eens," voegde de freule er by, die haar vertrouweling schuins aanzag. Sanders slaakte een diepen zucht. „De freule weet niet, hoe morgen hun hoofden op hol zullen zijn," zeide hy. „Ik wist niet, dat gy de gezworen vijand waart van elke verstrooiing, mynheer San ders," zeide Hedwig lachend. „U zult my ook wel kwaad beoordeelen; ik verlang zeer by het feest tegenwoordig te zijn, en ik heb myn tante verzocht, vroeg met my naar den koster te gaan." „De freule schertst!" zeide de grysaard met een ongeloovig gelaat. „Ik scherts in het minet niet. Ieder jaar noodigt de goede koster ons uit en spythem onze afwyzing; ditmaal heb ik myn tante er toe weten over te halen hem een plezier te doen. In haar jeugd ontbrak tante nooit op de kermis van Capellenberg." „Gy branddet van verlangen, en ik heb voor uw wensch gezwicht," zeide de freule. „Onze gasten zullen wel, naar ik hoop, uw kinderachtigheid verontschuldigen en ons naar den koster vergezellen?" „Gaarne," antwoordde Sophie, „ik zou zelfs wel de dansen der dorpelingen willen zien." „Ach, dames 1" zeide de oude Sanders, het hoofd schuddend en op melancholieken toon, „indien u eens wist, hoe de wereld is! In myn tyd was het anders: de boeren bielden zich op een afstand, wanneer de baron en freule Von Laden met hun kinderen het feest door hun tegenwoordigheid kwamc-n vereeren. Maar tegenwoordig! Ik wed, dat de jonge- 250,000 en aaDleg van straten en wegen ƒ1,000,000. Daar in dit alles niet gelyktydig behoeft te worden voorzien en men later misschien tot een lageren rentevoet een leening kan plaatsen, wordt voorloopig slechts 3,000,000 uitgegeven, en daar men by een 3-pcts leening thans een koers ver beneden pari zou be dingen, aohten B. en Ws. het wenscheiyk voor het thans benoodigd bedrag den rente voet van 3*/a pet. toe te staan. Volgens de „N. D. Ct." heeft door des- kunaigen een nader onderzoek van de vier hoektorens der Oude Kerk te Delft plaats gehad. Het werk der afbraak is nog steeds niet gegund en men twyfelt er nu sterk aan of het wel gegund zal worden. De minister van financiën deelt ln de „Staatscourant" mede, dat op 1 September aan de Nederlandsche Bank, wegens te verstrekken voorschotten, in onderpand was gegeven een bedrag van zes millioen gulden (ƒ6,000,000) in schatkistbiljetten, en dat voorts op even- gonoemden datum in omloop waa een bedrag van vior en dertig millioen gulden (ƒ34,000,000) in schatkistpromessen. Naar men verneemt, houdt men zich aan het departement van financiën bezig met een herziening van de comptabiliteitswet voor Nederland (wet van 5 October 1841, No. 40, betrokkeiyk de Rekenkamer). Ten vervolge op bet onlangs door het „Vaderland" vermelde bericht omtrent de invoering van een nieuw strafwetbook voor Nederlandsch-Indië, kan de „N R. Ct." thans mededeelen, dat reeds eenige weken geleden het desbetreffend advies van den Raad van State vastgesteld en aan de Regeering toe gezonden is, weshalve verwacht mag worden, dat deze gewichtige zaak, waaraan, gelyk bekend is, sedert een aantal jaren werd ge arbeid, eerlang haar beslag zal krygen. "Wy ontvingen nummer één van „Vereen voudiging", maandblad van de „Vereniging tot vereenvoudiging van onze schiyftaal" (redak- teuren; A. M. Kollewyn Nz., H. J. Eraous, J. Endendyk, Aug. Gittee, dr. F. Buitenrust Hettema, L. E. Gerdessen, dr. W. F. Gom- bault, J. L. C. A. Meyer, P. H. Mulder, dr. A. Smit en F. Smit Kleine), en wy weten niet betor te doen, ter inleiding van dit maandblad by onze iezers, dan hier over te nemen de woorden der redactie zelve, natuur- ïyk in de eigen spelling der „Vereniging." Een eigen orgaanaldus vangt No. 1 van „Vereenvoudiging" aan. De toenemende bloei van de „Vereniging tot vereenvoudiging van oaze schryftaai heeft dat mogelik en nodig gemaakt. Beter, en vooral ook geregelder dan tot dusver, zal het Maandblad gelegenheid geven om de belangen van onze Vereniging te behartigen, inlichtingen te geven aan wie ze wensen mocht, en opmerkingen, die de een of ander nuttig acht, algemeen bekend te maken. Hst Maandblad zal de lezers zo good mogelik op ce hoogte houden van hetgeen vóór of tegen de Vereenvoudiging wordt ge schreven; maar tevens zal de Redaksie er op bedacht zijn, dat menigeen, die geen lid van de Vereniging is, het vervelend vin.;t iets over spelling te lezen. Voor hem moet het Maandblad iets boeiends, iets pakkends, iets belangryks bevatten. Meer malen toch is het gebleken, dat een onbe vooroordeelde, die een boek of verhaal in de vereenvoudigde spelling las, er niet alleen spoe dig aan gewend raakte, maar erkennen moest, dat die nieuwe spelling toch niet zo afgryselik is als deze en gene het publiek heeft zoeke.i wys te maken. Het maandblad geeft: Berichten van het Bestuur, van do Af delingen en van de arbeid der leden voor do propaganda. Beoordelingen van geschriften, die betrek king hebben op de Vereenvoudiging. Beantwoording van vragen, de vereenvoudi ging van spelling en verbuiging betreffende. Oorspronkelike en vertaalde verhalen. Mededelingen van allerlei aard. Aan de leden wordt van ieder nummer van bet Maandblad een eksemplaar kosteloos toegezonden. Het Bestuur verwacht daarom, dat ieder lid zich de moeite zal getroosten om met zyn eksemplaar propaganda te maken, waar hy dat mogelik acht. Daarby is in 't oog te houden, dat mensen van middelbare of oudere leeftyd er moeilik toe gebracht worden te gaan „overspellen"; maar dat zQ in 't belang van hun kinderen of kleinkinderen of van de ganse schooljeugd voorstander» van het streven van de Vereniging kunnen worden. Het blad verschynt by Kluwer Co., te Deventer. Er is bygevoegd een jaarverslag der Ver- eeniging over 1896/97, waarin o. a. wordt medegedeeid, dat byna 300 nieuwo voorstan ders uit allerlei kring zyn toegetreden cn dat de Vereeniging op dit oogeDblik 37 corres pondentschappen telt. Het Maandblad doorziende, trof het ons, zegt de „Haarl. Ct.", in een artikel over „Do nieuwe richting in het taalonderwijs en de vereenvoudigde spelling en verbuiging" tot tweemalen toe het woord „definitie" te lezen. Men vergeve onzer onwetendheid de vraag, of dit volgens de regels der vereenvoudigde spelÜDg niet defioniesie behoorde te wezen? Het stoomschip „Kanzier", van Oost- Afrika naar Rotterdam tn Hamburg, arriv. 12 Sept. te Aden; do „Prins Hendrik" arriv, 13 Sept. van Batavia te Amsterdam; de „Borneo", van Rotterdam naar Java, passeerde 11 Sept. Gibraltar; do „Obdam" arriveerde 13 Sept. van Rotterdam te Nieuw-York; de „Rotterdam", van Ni. uw-York naar Rotterdam, met 38 kajuitspassagiers, pissjerde 13 Sept. Prawlepoint; do Koningin-Regentes", van Ba tavia naar Amsterdam, arriveerde 13 Sopt. te Suez. Boskoop: Do vereoni^ir.g „PlaatselijkNut" alhier, heeft met algemeene stemmen besloten tot overneming van de bad- en zweminrich ting, met bepaling, dat de aanaec-len zullen worden uitgekeerd a 50 pCt. Tot lid van de bibliotheek commissie werd gekozen de heer lieden zullen doorgaan met dansen in uw tegenwoordigheid, alsof u er niet waart." Een lichte schaduw toog over het voorhoofd van de barones; het speet haar niet minder dan haar vertrouweling aldus het prestige te zien verdwynoD, hetwelk vroeger de adel bezat. Ofschoon zy zeer goed begreep, dat de adel zelf daarvan voor oen groot deel de schuld was, betreurde zy toch den geest van den tyd en beschuldigde er met bitterheid de Fran8che revolutie van, wier invloed zich zelfs, zooaU zy zeide, in die verwyderde provincie deed gevoelen. Maar die sombere gedachten schaadden de opgeruimdheid van Hedwig ni6t-, en men maakte zich gereed in het rytuig te stappen. „Wilt u my toestaan een verzoek tot u te richten?" vroeg nu de heer Harry aan de freule. „Daar hebt u geen toestemming voor noodig," antwoordde de freule. „Ik zal u zeggen, freule, dat ik eenige dagen geleden kennis heb gemaakt met een onder alle opzichten zoer beschaafden jongen man. Die jonge man woont in by den koster van Capellenberg. Hy is liefhebber van oud heden en artist: hy zoekt in deze streek naar merkwaardigheden van vroegeren tyd. Hy beschryft naar do natuur de oude gedenk- teekenen, welke hy ontmoet, en voegt er den oorsprong en de byzonderheden by." „Dat moet een merkwaardige bezigheid zyD," merkte de freule op, „maar met welk doel heeft die-jonge man dien arbeid gekozen?" „Met het doel de aandacht der kenners te vestigen op het merkwaardige, dat onze streek bezit; hy hoopt alzoo een menigte zaken welke de tyd weldra zal verwoest hebben, aan de vergetelheid te ontrukken." Zulk een inlichting moest de freule behagen; zy stemde baar dadeiyk gunstig gezind jegens Walter. „Maar op welke manier hebt ge dan kennis gemaakt met dien jongen artist?" vroeg zy. „De koster van Capellenberg heeft hem gesproken over myn betrokkingen tot u," antwoordde do heer Harry; „hy zou gaarne de kapel zien, evenals het kasteel, en hy heeft my verzocht aan u toestemming te vragen." Freule Anna fronste ontevreden de wenk brauwen. „Schwarzgarten heeft niets van zyn luister behouden," zeide zy. „Neem my niet kwaiyk," antwoordde Harry, „maar het kasteel zelf is zeer oud, en de ridderzaal bevat byzonderheden, welke men nergens anders vindt." „Werkeiyk, ik geloof, dat u gelyk hebt. U zegt, dat die jonge man zeer net is?" „Zeer net." „En hy heet?" „Zyn naam is eenvoudig, byna burgeriyk Hy heet Walter." „Walter 1.... lieve hemelriep de barones verbleekond uit; maar bemerkend, dat Hedwig haar zeer verrast aanzag, ver volgde zy: „Ik meende, dat dat een doopnaam was.^ (Wordt vervolg dj.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 1