N°. 11507
Dinsdaj? 31 Augustus,
A0. 1897
feze (Qourant wordt dagelijks, met uitzondering
van don- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 30 Augustus.
Pemlletoiii
LEIDSCI
DA&BLAD.
PEUS DEZEB COURAJWi
Voor Leiden por 8 maanden. t f 1.10.
Franco per post1,40.
Afzonderlijke Nommers i 0.06.
PEUS DEB ADVERTENTIËN:
Van 1-6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17J. Groote re
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Ofllciëolo Kenuisgfovingen.
Inkomstenbelasting 1807*
Burgemeester on Wethouders van Leiden brengen
in herinnering, dat met 81 Augustus a. a. de eerste
teroi\ju vervalt van de Inkomstenbelasting,
en dat alzoo op don lsten Soptembsr a. e. minstens
één vijfde van den aanslag moet zya voldaan.
Ztj noodigen mitsdien belanghebbeudon uit om, ter
voorkoming van vervolglngekostöD, tot de betaling
van het versohuldi^de ten kantor-* van den Gemeente
ontvanger over te gaaD.
Burgemeester eu Wothouders voornoemd,
LoideD, H. O. JUTA, Wetb., lo.-Burgemeester.
2S Ang. 1897. E. KIST. Secretaris.
Koninginnedag.
Onder de deugden van bet Nederlandsche
volk beeft men ten all-n tijde gerekend z\jn on
afhankelijkheidszin, zijn liefde voor de vrijheid.
Dichters en redenaars hebben bet kleine, aan
de zee ontwoekerde land in geestesvervoering
bezongen en begroet als den „klassieken bodem
der vrijheid."
Vreemdelingen, om hunne politieke en gods
dienstige denkwijze in hun vaderland bemoei
lijkt en vervolgd, vonden binnen onze land
palen ten allen tijde en vinden er ook nu nog
een gastvrije wijkplaats.
Hoe de Nederlander de vrijheid in alles be
mint, het klinkt óns t-^gen uit de echt vader-
landsche leus: „Vrijheid blijheid."
In die vrijheidsliefde hebben we ongotwijfeld
een kostbaar nationaal goed te zien, niet het
minst wijl daarin de beste waarborg gelegen
is van ons zelfatandig, onafhankelijk volks
bestaan.
"Wil men zijne vrijheid door anderen geëer
biedigd zien, dan is het een eerste voorwaarde
haar zelf hoog te schatten en lief te hebben.
Nu is het echter met de vrijheidsliefde
geschapen als met zoovele andere goede rn
loffelijke zak*n: door de juiste grenzen te
overschrijden kan men de deugd omscheppen
tot een© ondeugd en een gevaar tevens. Waar
de vrijheidszin tot het overdrevene en uiterste
'wor.t doorgevoerd, daar ontaardt hi) nood
zakelijker wijze in band- en tuchteloosheid, in
oproer en verzet tegen de wettige overheid,
waar deze optreedt om rust en orde te hand
haven.
Wij zullen niet ontkennen, dat aan den
boom der vrijheidsliefde ook ten onzent zulke
ziekelijke uitwassen ontkiemen, dat het
wettig gezag niet steeds met gepasten eerbied
en betamelijke volgzaamheid wordt bejegend.
Doch wat wij daartegenover in het licht
wenschen te stellen, juist wijl het met den
bekenden vrijheidszin van het Nederlandsche
volk in tegenspraak schijnt, is de diepe
eerbied voor en de trouwe aanhankelijkheid
van datzelfde volk aan zijn regeerend
Vorstenhuis.
Van dat Huis is ons niets meer overgeble
ven dan ééne Dochter, van wie wij, dank zij
Haar voortreffelijke Moeder, zooveel, ja, alles
durven verwachten.
Het is voor een kind, voor een meisje
vooral, een uitnemende zegen, een goede, ver
standige moeder te bezitten, maar hoeveel
meer is dit hier het geval, waar het welzijn
van een gansch land en een gansch volk er
van afhangt, of de toekomst de vervulling
brengen zal van wat het heden doet ver
wachten.
Het volk van Nederland heeft van den aan
vang zich aangetrokken gevoeld tot Haar, die
de laatste levensdagen van wijlen Z. M.
Willem III met zooveel liefde en toewijding
verhelderd heeft; de moederlijke plichten,
die toen op de gemalin des Kor.ings rustten,
met zeldzaam beleid en groote geestkracht
vervuld heeft, en v?n den aanvang af de
opvoeding Harer Dochter leidde op eene
wijze, die tot de schoonste verwachtingen
recht gaf, en die by toeneming in vervulling
bracht.
Dat was zoo by het leven de9 Konings.—
Zou het zoo biyven na zyn dood? Door dien
dood veranderden de verhoudingen.
De Moeder werd nu de eerste onderdane
Harer Dochter, en de Dochter was aan
gewezen om de eerste plaats in te nemen
vóór Hare Moeder. En toch, de Moeder was
het, die als Regentes voor Hare Dochter
optrad. Die nieuwe verhoudingen konden tot
groote gevaren leiden. De wyze, waarop in
den constitutioneelen Staat de Kroon Haar
hooge roeping opvat en vervult, kan zeer
licht den onwil des volks wekken, vooral
omdat voor eene krachtige persoonlijkheid,
zooals de Regentes buiten twyfel is, de ver
leiding groot is, om zich meer op den voor
grond te stellen dan in onze Staatsinstel
lingen goed is te achten. Door deze of dergeiyke
aanleiding hadde licht in den tyd, die ver-
loopen moest tusschen het overiyden van den
laatsten Koning uit het Oranjohuis en het
optreden zyner Dochter als werkeiyk regeerond
Hoofd van den Staat, eene verslapping kunnen
ontstaan in den geheel eenigen band, die
eeuwen lang tusschen Oranje tn Nederland
heeft bestaan. En van den aDderen kant
hoe licht hadde de hooge plaats, die Koningin
Wilhelmina inneemt, de vereering, die Haar
reeds op jeugdigen leeftyd te beurt valt, er
toe kunnen leiden, dat Haar vriendelijk en
aanminnig wezen veranderd waro, dat Zy
zich op Haar voorrechten, Haar voorrang
hadde laten voorstaan! Ook dit zou, tot
wederzydsche schade, den band tusschen
Oranje en Nederland duurzaam hebben ver
zwakt.
Van dit alles niets! Waar het pas geeft en
mogeiyk is, doet de Regentes het met nadruk
uitkomeD, dat niet Zy, maar Haar Dochter de
Koningin is, en tochdie Koningin
biyft Haar Dochter, blyft dat ia Haar neigin
gen, in Haar opvattingen en in Haar deugden.
Door groote toewyding aan alle belangen des
lands, door een onvolprezen opvatting en ver
vulling Harer hooge plichten, bewaart de
Regentes voor Hare Dochtor de plaats, die
Hare voorvaderen ten allen tyde hebben inge
nomen, en door de leiding, die zy aan Haar
kind geeft, bewaart Zy voor Haar Dochter
tevens de plaats, die de Oranje-Vorsten steeds
in het hart der Nederlanders hebben inge
nomen.
Men heeft zich in de meeste plaatsen laten
leiden door een goede gedachte, toen men
den 31sten Aug. by voorkeur tot een feest
voor kinderen maakte. Zoo werd in de ont-
vanktlyke harten der jeugd, de by haar van
zelf krachtens haar Nederlandschen aard aan
wezige gehechtheid voor het Oranjehuis ge
wekt en ontwikkeld, en wy zi9n het en wy
voelen het, elk jaar meer wint, zoo Diet de
liefde zelve, dan toch hare openbariDg in de
wyze, waarop het feest gevierd wordt, in
omvang en kracht.
En zoo vieren we morgen Wilhelmina's
zeventiende verjaardag.
Terwyi men zich overal tegen het volgende
jaar reods to rust om op den kroningsdag
geheel Europa, ja geheel de wereld te toonen
hoe hoogon prys wy stellen op den schat,
dion wy in Koningin Wilhelmina bezitten,
en hoe dankbaar wy Haar zyn, die aan dezen
schat zoo naar waarde Hare zorgen wydde,
juichen en jubelen wy nu, als zonen en doch-
teren van eenen huize, waar eeD, waar het allen
meest geliefde lid verjaart.
Gaven des geestes en gaven des harten,
den telgen uit het roemruchtig Huis van
Oranje aaDgebcon, beeft de weduw geworden
Moeder in Haar kind aangekweekt en als
Nederland in de jaren, die komen, reden heeft
zyne Koningin dankbaar te zyn voor Haar
regeeringsbeleid, dan zal der Moeder, die be
scheiden op den achtergrond treedt, een groot
gedeelte van dien dank zyn gewyd.
Den 3d en September a, s. zal het 60 jaar
geleden zyn, dat de instrumentenfabriek van
den beer J. Hoefftcke, op de Breostraat alhier,
gevestigd werd.
In het jaar 1824 werd, naar men ons mede
deelt, genoemde heer door den hoogleeraar
dr. J. Van der Hoeven, directeur van het
Museum van Natuuriyke Historie, en dr. Broers,
hoogleeraar in de heel- en verloskunde, ver
zocht zich te Leiden metterwoon te vestigen,
en wel als instrumentmaker voor de anatomie
en do heel- en verloskunde, alsmede tot het
vervaardigen van toestellen voor verkrom
mingen van het menscheiyk lichaam, daar er,
volgens genoemde hocgleeraren, zich toenter-
tyd geen bekwame instrumentmaker op dat
gebied hier ter stede bevond.
Door ondervinding en samenwerking met
hoogleeraren mocht de heer Hoefftcke zich
verheugen stoeds in het vak vooruit te gaan
en zich meer te bekwamen tot het vervaar
digen van deugdelijke en fijne instrumenten.
Het vertrouwen op dit gebied werd zóó,
dat genoemde heer in 1828, op voordracht
van den toenmaligen minister, door curatoren
te Leiden werd benoemd tot academisch
instrumentmaker alhier.
In 1833 werd de heer Hoefftcke door Prins
Willem Frederik der Nederlanden benoemd
als hofmecbaoicus van het hnis van Z. K. H.,
met het brevet om het koninkiyke wapen
te voeren.
Dat de heer Hoefftcke by vorsteiyke families
hoog stond aangeschreven, bleek ook o. a.
uit de opdracht, di9 hem gewerd, om voor de
familie der Prinses van Saksen-Weimar
orthopaedische toestellen te vervaardigen.
De in 1837 op de Breestraat gevestigde
zaak in instrumenten, enz. heeft de heer I.
Hoefftcke in 1863 geheel aan zyn zoon, den
heer K. F. A. Hoefftcke, overgedragen, die
zich tot heden mag beroemen haar met eere
te vertegenwoordigen en zelfs uit te breiden.
Behalve bedoelde instrumenten is er sedert
langen tyd ook een orthopaedische korsetten-
zaak aan verbonden, welke zaak, onder leiding
van zyn vrouw, zich eveneens mag verheugen
in vooruitgang en vertrouwen, niet alleen by
stadgenooten, maar ook by velen daar buiten.
Moge het zyn, dat genoemde firma nog
tal van jaren biyve bestaan tot hulp der
menschheid
De heer W. Fontein is by Gedeputeerde
Staten dezer provincie in hooger beroep ge
komen over het besluit van den gemeenteraad
alhier wat betreft zyne niet-toelating als lid
van dien Raad, omdat by is leeraar aan het
Genootschap „Mathesis Scientiarum Genitrix"
en aan de Practische Ambachtsschool.
Met ingang van 1 September zyn aan
de onderwysinrichtlng der Handelsbedienden-
vereoniging „Kennis is Macht" alhier benoemd
tot onderwyzer in de Duiteche taal (afd. B)
de heer A. J. J. Yerbrugge en tot onderwyzer
aan den nieuwen cursus in rekenen de heer
A. Dirks.
De heer Koole, onderwyzer aan de school
aan den Stillen Ryn alhier (hoofd de heer
Meynen), is benoemd tot eersten onderwyzer
aan de Christelyke school voor M. U. L. O.
te Arnhem.
Evenals vorige jaren werd gisteren in de
R. K. kerken alhier, ter herdenking van den
verjaardag van H. M. Koningin Wilhelmina,
na de Hoogmis een „Te Deum Laudamu6"
(U, God, loven wy) gezongen.
In de Protestantsche kerken werd over
H. M. in het gebed 's Hemels zegen afgesmeekt.
Op de gistereen alhier gehouden verkoo
ping van cokes van partyen van 50, 10 en
5 Heet. waren de pryzen f 22, f 4.60 on f 2.30.
Te Voorschoten is in den ouderdom yan
43 jaar overleden de weleerw. heer F. W.
v. d. Pigge, sinds 1895 rector van het „Pen
sionaat N. D. de Lourdes" (huize Bydorp) aldaar.
Eenige predikanten en pastoors in ge
meenten, langs den Ryn en de Gouwe tus
schen Leiden en Gouda, hebben een adres
gericht tot de Koningin-Regentes, met het
verzoek de bruggen over den Ryn on de Gouwe
in de richting van Leiden en Gouda tydens
de godsdienstoefeningen des Zondags gesloten
te doen houden. Adressanten doen d:t verso-k
op grond, dat de godsdienstoefeningen des
Zondags door het fluiten, enz. der stoombooten
gestoord worden.
De minister van financiën, de heer Pierson,
heeft Zaterdag-middag de residentie verlaten,
om enkele dagen aan De Steeg door te
brengen.
'8 Hoogen Reads burgerlijke kamer zal
in bet aanstaande zittingjaar gepresideerd
worden door den nieuwbenoemden president,
den heer Coninck Liefsting, en do Kamer
van Strafzaken door den nieuwbenoemden
vice-president, den heer Kalff.
De minister van Staat mr. J. Heemskerk
Az. begaf zich Zaterdag-middag naar Brussel,
ter bywoning als gedelegeerde van de Neder
landsche Regeering van bet anti-alcohol-congres,
dat aldaar gehouden wordt.
De chef van het Militaire Huis van H.
M. de Koningin, generaal graaf Du Monceau,
is naar het Loo vertrokken.
De adjudant onderofficier H. Gisolf, van
het regiment grenadiers en jagers, herdacht
Zaterdag den rag, waarop hij 25 jaren geleden
werd aangesteld tot onderofficier.
Ten einde dien dag voor dien geachtcn
onderofficier niet onopgemerkt te doen voorby-
gaan, hadden de onderoffici ren van het regi
ment zich in de recreatiezaal op de achter
plaats der Oranje-kazerne te 's-Gravenhage
vereenigd en werd den jubilaris by monde van
den sergeant-onderwyzer Margadant van het
3de bat. grenadiers, een souvenir aangeboden,
bestaande uit een volledig kamer-ameublement
in mahoniehout, benevens een pièee de milieu
en album, waarin de namen der deelnemers,
die ruim vertegenwoordigd waren.
De jubilaris dankte voor het geschenk en de
hem bewezen e9r, terwijl e9n luid hoezee bli;k
gaf van de sympathie, welke de onderofficierec
van het reg. grenadiers en jagera dien adjudant-
onderofficier toedragen.
Vooraf hadden eenige officioren van hot
regiment hem onder een harteiyke toespraak
een prachtigen fauteuil aangeboden.
By den gemeenteraad te Rotterdam is
een voorstel van B. en Ws. ingekomen om
voor de gemeente aan t9 koopen de p°rceelen
aan de Boompjes, waarin laatsteiyk do kan
toren der Nederlandsche Stoom bootmaat-
scbappy gevestigd waren. Het doel is die
gebouwen af te broken, ten einde een nieuwen
verkeersweg te kunnen maken. Die gehouwen
liggen nameiyk juist in het verlengde van de
Glashaven, zoodat men, als zy afgebroken zyn,
door een brug te leggen over de Scheepma
kershaven een rechten weg zou krygen, die
aan het drukke verkeer met de Boompjes
zeer te stade zou komen.
Dit voornemen brengt in herinnering een
vroeger plan om, een nieuwen verkeersweg
aan te leggen, die in rechte lyn de geheele
stad van het zuiden naar het noorden zou
door3nyden. Ten behoeve daarvan werd een
kapitaal huis aangekocht op de Hoogstraat
tegenover de Korte Hoofdsteeg. Nog altyd is
dit huis eigendom van de gemeente, maar van
de uitvoering van het plan, hoe gewenscht
ook, is nooit iets gekomen.
Gistervoormiddag had in de Koninkiyke
Kspel van het paleis Het Loo een godsdienst
oefen ng plaats in tegenwoordigheid der Ko
ninginnen met gevolg en eenige genoodigden.
De plechtigheid werd geleid door ds. Hoger-
zeil, prehkant te Amsterdam.
Het bezoek van da vroedschap van Oud-
Antwerpen aan die van Oud-Dordrecht zal
a. s. Donderdag plaats hebben. Het gezelschap
bestaat uit de raadsleden met hun dames.
Eerst zal een bezoek worden gebracht aan de
verschillende bezienswaardigheden van Dor
drecht en vervolgens verechynt het geheels
gezelschap in 17de-eeuwsch kostuum op Oud-
Dordrecht.
Zaterdag was Groningen in feesttooi.
Het gold den berdenkdag van Gruno's ontzet
uit vreemde heerschappy. Van uit de torens,
alle openbare gebouwen, vele particuliere
woningen wapperde de oranjevlag of de Noder-
landsche kleuren. De feestdag werd ingeluid
door het beieren van de zware klok van den
Martini-toren. Het carillon speelde de vader-
lanasche wyzen.
Vrydag-avond werd door prof. Van Rhyn
ter herdenking van het feit van dezen dag
in de Martinikerk eene feestrede gehouden,
naar aanleiding van Ps. 77 vs. 12. Een zeer
groote menigte was daarby tegenwoordig.
Om 11 uren Zaterdag-morgen had er een
keuring van tuigpaarden by de hand plaats
waarvoor er 18 waren aangegeven. Op de Visch
markt werd een zomerkermis gehouden.
Om halftwee had er een harddravery plaats
buiten de voormalige Ebbingepoort.
Opoffering.
Slot.)
Die vriend nu bemint my. Gisteren heeft hy
myn hand gevraagd. En ik heb „ja" gezegd. Ik
weet, dat gö er door ïyden zult, want ik lyd
zolve; maar al zou het myn dood zijn, ik
moet deze schuld der dankbaarheid afdoen,
laat ons elkaar Diet weerzien."
En de onderteekenlng luidt Anna, niet
waar?" riep Frederik uit, die, de hand kramp
achtig op de borst geklemd, met rollende
oogen, als een waanzinnige het antwoord
afwachtte, terwyi het hem toescheen alsof de
grond onder zyn voeten wegzonk I
Piet deed een stap achterwaarts.
Wie zeide u dat?
Maar hy had geen tyd om den zin te
eindigen, Frederik had hem by de keel ge
grepen met yzeren vuist.
Gy liegt!" riep hy uit, „beken het
terstond, dat gij liegt, of ik worg u als
een diefl"
De jonge man zocht zich los te maken.
Ge zyt gek!" brulde hy.
Neen, niet gek!" ging Frederik voort;
„neon, jammer genoeg nietl Het meisje, dat
ge bemint, is Anna; hem, dien ze trouwt,
ben ik. Begrypt ge nu, dat ik u vermoorden
wil, gy, die my het hart hebt uitgerukt?"
Piet, die nog altyd vergeefsche pogingen
deed, antwoordde niet; ook hy had reeds
alles begrepen en gevoelde zich reddeloos
verloren.
Tevergeefs beproefde hy los te komen.
De yzeren vuisten van Frederik hielden
hem als een paar bankschroeven omklemd.
Zoo elkander vasthoudend, worstelden zy in
de kleine ruimte. Frederik zocht de zware
kolenschop te grypen. Het was intusschen
donker geworden, zwarte wolken jaagden aan
het uitspansel voorby, wedy verend in snelheid
met het voorthollend stoomros. Om hulp
roepen, Piet kon er niet aan denken.
Wie zou hem gehoord hebben? Den handle
omgooien? Daartoe had by zich uit de armen
van Frederik moeten losrukken.
Eensklaps dacht hy aan iets vreeseiyks,
terwyi zy beiden zoo onzinnig worstelden.
Niet ver van do plaats, waar zy zich be
vonden, was do weg opgebroken, en hier
moest de snelheid verminderd worden. De
rails, daar vernieuwd, waren nog niet zoo
ver in orde, dat zy weerstand zouden hebben
gebodeD, by zulk een woeste vaart. Een
vreeseiyke ramp was onvermydeiyk.
Frederik, dol van woede, hoorde of zag
niets; eensklaps rukte de jonge man
zich los.
Gooi den handle om!" riep by, „anders
zyn we allen verloren I"
Des te beterl" antwoordde Frederik:
„dan zyt gö er ook byi
En de schop grypen d, bief hy ze op, gereed
om te slaan, Piet keek hem strak aan.
Ga uw gaDg!" zeide hy; „maar ge zult
slechts een laaghartige moordenaar zyn, want
tegeiykertyd waagt gy het loven van hen,
wier lot u is toevertrouwdI"
Moordenaar I
By dat woord was Frederik achteruit ge
weken. Zyn plicht stond hem eensklaps weer
voor oogen; langzaam liet by de opgeheven
hand zakken, en toen de jonge man was
opgestaan en hyzelf weder op zyn post stond,
zeide hy:
Beveel, ik gehoorzaam!"
Het was hoog tydl Juist op de plaats, waar
het noodsein stond, kwam de trein tot staan.
Zy waren gered 1
Piet had zich een weinig hersteld, hy begreep
thans volkomen het verschrikkeiyk ïyden
van dion braven kerel, dien by, zonder het
te willen, zóó had gegriefd; eensklaps hoorde
hy den stoker achter zich hevig snikken, en
hem de hand reikend, zeide hy:
Frederik, vergeef myl"
Frederik greep de hand, die de ander hem
aanbood.
U vergeven," riep hy uit, „wanneer ik
het juist ben, die daar straksl... Achl ik
ben een ellendeling!Gy kondt niet weten,
dat ik dwaas genoeg ben, om een meisje van
dien leeftyd lief te hebben!.... Ik ben u
eigeniyk dankbaar, dat go my voor myzelf
gered bebtl"
Daar Piet dit volstrekt niet met hem eens
scheen, ging hy voort:
In een enkel oogenblik is my de waar
heid duidelyk geworden. Ach! ik heb vreeseiyk
geleden, maar het is nu voorby. Ik had naar
myn zwarte handen en myn grijze haren
moeten ky ken. Niet als de blaren vallen, bouwen
de vogels hun nest, Anna bemiDt u, zy moet
de uwe zyn. Ge zyt voor elkaar geschapen.
Ik weet wat me te doen blyft."
Frederikl" riep Piet verschrikt uit....
01 vrees niets," hernam hy, pogende
te glimlachen: Ik zal geen tranen in uw
vreugde mengen. Bovendien, ik ben genezen.
De slag was hard, maar hy heeft doel ge
troffen."
En toen Piet hem nogmaals in de rede
wilde vallen, zeide hy:
Geen woord meer. We zyn terstond aan
het station. Laat my begaan. Ik neem alles
op me."
Ik verlang slechts één ding, dat Anna
nimmer wete, wat er tusschen ons is voor
gevallen Ik zou my schamen," voegde
hy er by, de oogen nederslaande, terwyi de
jonge man zyn hand greep. En toen de trein
stilstoii(l; was het hem als gingen de wielen der
machtige machine over zyn eigen hart.
Den volgenden dag waren Anna en haar
moeder bezig eenig naaiwerk te verrichten,
toen er op de deur werd geklopt. Het meisje
ging open doen. Verbaasd bleef zy staan, toen
zy Piet zag in gezelschap van Frederik.
Bonjour," riep de laatste en zich tot de
moeder wendend:
Ik heb een verrassing voor u, moedertje;
ik heb u gisteren om de hand van Anna
gevraagd, maar dat was niet voor my, dat
was voor dezen braven jongen." En hy wees
op Piet.
Deze beefde, ja durfde nauwolyks nader
treden en het meisje meende te droomen.
Ik heb myn doel bereikt," hernam
Frederik; „kom, geef nu elkaar maar de hand
en den verlovingskus, maak 't nu maar met
elkaar af, wat deksel 1" Eu zachtkens duwde
by Anna in de armen van den jongen man;
dan, toen de moeder hem in de rede wilde
vallen, ging hy voort:
"Wat drommel I ik heb toch nu het recht,
om over haar hand te beschikken, ze behoort
toch aan myl"
Piet en Anna staarden hem aan, de oogen
vol tranen, geen woorden vindend om hem
te antwoorden.
Kom, 't is nu in ordel" zeide hy, laat
me nu niet huilen als een kindEn
gy, moedertje," voegde by er by, zich tot
de vrouw wendend, „binno:' een maand
bruiloft, hoorl"