feza (Qomant wordt dagelijks, met uitzondering van <gpn- en feestdagen, uitgegeven. Derde Blad. Feuilleton. N". 11506. Mauuciu^ 30 Augustus. IDSCH rEIJS BEZEtt COUEAÜT: Voor Leiden per 3 maanden. 1.10. Franco per postJ.40. Alzondorlyke Nommers 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—6 fègels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootera letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Persoverzicht. De heer Boissevain hoeft in het Handelsblad een aanval gedaan op dr. B r o n s v e 1 d. HU schreef o. a. „Nu heeft onze ervaring ons geleerd, dat een predikant, wanneer hy als journalist op treedt, meestal dominee biyft, wat in vele opzichten tot zijn eer is, want het is een mooi en eerbiedwaardig ambt, dat hy bekleedt, en z er begrijpelijk is het, dat de gewoonte om op plechtige en zeer ernstige wijze zondaars te kapittelen met algemeenheden, en zonder in bijzonderheden te treden, maar niet zoo dadelijk wordt afgelegd". Naar aanleiding biervan schrijft De Am- ster damsche Volksbode: „Dat is een bitiera pil, hoe keurig ook ver zilverd, voor de collega's van den schrijver van het Van dag tot dagdie den kar:S9l hebben verlaten en plaats namen op bet journalistenbureau. Hun aantal was en is niet gering. Maar de opmerking ia toch ook niet billijk. Wij meenen ons to herinneren, dat de heer Ch. Boissevain eens heel boos op dr. Bronsveld is geworden, toen deze op zeer ernstige wijze zonder algemeen heden en wel degelijk op den man af hem kapittelde over zjjn lofrede op Rome. Wij meenden, dat de predikanten in hunne prediking over 't algemeen flink op den man af gaan, het onderscheid tusschen kansel en binnenkamer natuurlijk in het oog houdende. In den kring, waarin wjj ons vooral bewegei., loerde de ervaring ons dit. Misschien heeft de schrijver zijne ervaring in andere kringen opgedaan. Intusschen is het goed nog eens herinnerd te worden aan het preken op den man af, zooals onze leermeesters in de hoini- litiek ons dat hebben voorgehouden. Mot algemeenheden komt ook de schrijver van het Van dag tot dag niet verder. Mis schien wil hij wel eens in bijzonderheden treden. Dat zou zeer leerzaam kunnen zijn, en wij luisteren gaarne naar zijn altijd belangwekkend schreven." Het Volksdagblad is van moening, dat de Nederlandache fabrikanten, die in het voet spoor van den heer Yan Marken, te Delft, treden, weinigen zullen blijven. „Welke arbeider laat zich inlichten door een blad, dat een halven gulden in de week kost; en welke arbeider zal een oud-patroon trachten te overtuigen van de voordoelen van een stelsel, dat door de scherpe concurrentie toch niet algemeen is toe te passen? Wan neer de eerlijke argumenten dezer hoeren zijn uitgeput, blijft hun immers nog de verdacht making over, on reeds van te voren geeft dan ook de oud-fabrieksdirecteur in het Han delsblad meer of minder bedekt te kennen, dat bij al den omslag van het stelsel-Van Marken de arbeiders hier er niet beter aan toe zijn dan elders, dat achteiklap en oogen cienarij te Delft een gunstigen bodem vinden en dat de reclame aan do geheele inrichting Diet het kleinste deel heeft. Al ging de geheele Nederlandsche arbeidersbevolking op haar achterste beenen staan, de patroons zouden er geen Yan Markens door worden. Het eonige nut van zulk een discussie is, dat de arbeiders, indien zij dit noodig hadden, er door tot de overtuiging komen, hoe weinig verbetering zy in hun toestand mogen ver wachten, indien zij van de patroons hun heil verwachten. Men versta ons wel: wij zien in het stelsel-Van Marken geenszins ons ideaal verwezenlijkt. Aangenomen, dat de direc teur der Gist-, Spiritus- en Oliefa- brieken, alleen door het lot der arbeiders bewogeD, zijn instellingen heeft gemaakt tot wat zi) zijn, gelooven wij, dat op den duur een grooto teleurstelling hem moet wachten, deze nl., dat de oude maatschappij, waarin hy leeft, de nieuwe, die hy wil scheppen, te machtig is, om de eenvoudige reden, dat zjjn nieuwe maatscbappy ten slotte afhankoiyk is van de oude door den sterkste aller ban den: dien van bet geld. Ook by den heer Van Marken moet ten slotte het kapitaal heer- schen en of zyn heerschappij een harde of een zachte zal zijn, h ngt niet af van Yan Markens wil, maar van de mate van concur rentie, die hy heeft t9 verduren." In het volgende jaar zullen eenige inland- sche vorsteiyke personen in ODze Oost zich naar Nederland begeven om de inhuldiging van Koningin Wilhelmina by te wonen. Dit noemt de Kamper Courier goede tyding, omdat dit bezoek strekken kan om den band tusschen Nederland en Indiö nauwer toe te halen. Het komt het blad voor, dat het gouvernoment een grooten dienst zou doen aan Nedeiland en Indië beiden, door dat bezoek te bevorderen. Dit kan geschieden door do reisgelegenheid to vergemakkelijken, zoo noodig door de kosten te dragen. „Het gebeurt zoo zoldon, dat iDlandscho vorsten en grooten ons land bezoeken. Wat men thans ziet van den kroonprins van Kuetei en zyn broeders, die zich door een langdurig verbiyf in ons land bekend maken met onze zeden en gowoonton, met onze nyveiheid, enz., en zich hechten aan het land, dat over het Ryk van hun vader souvertiniteitsrechtea u.toefent, behoort tot do uitzonderingen. Men kan er wel zeker van zyn, dat dit langdurig vertoeven van de Koeteiscbe prinsen in Nederland in de toekomst groote voordeekn zal opleveren, èn voor Nederland èn voor de beschaving van dat deel van Borneo, waar het sultanaat Koetei gelegen is. Die voordeelen zouden ook, wat andere deelen onzer ryke bezittingen in Oost-Indië betreft, te verkrijgen zyn, wanneer er maar meer aanraking was. Te weinig wordt het groote belang daar van door het Gouvernement en door onze ambtenaren in Indië ingezien. Welke over wegingen de sultan van Koetei gehad beeft, toen hy besloot zyn zoons bierheen te zen den, is niet bekend, maar men mag wel aan nemen, dat do assistent-resident, die de Bor- noosche piinsen op de reis vergezelt, op dat besluit een grooten invloed heeft uitgeoefend. Hy heeft zich daarmede zeer verdienstelijk gemaakt en zyn voorbeeld verdient door de overige ambtenaren in Indië, die op de min of meer afhankelijke inlandache vorsten in vloed hebben, te worden nagevolgd." Aanbeveling zou het, meent de Kamper Courierook verdienen, dat het bezoek aan Nederland by gelegenheid der inhuldiging van de Koningin niet beperkt bleef tot inlandsche vorsten en grooten, maar dat ook eenige inlanders uit de lagere klasse in staat ge steld werden om in Nederland de inhuldigings feesten by te wonen. Werd dan hier te lande voor een vriendeiyke ontvangst gezorgd, dan zou dat zeker bevorderiyk zyn aan het aan- kweeken van een goeden geest onder de inlandsche bevolking van Indië. Hollandsch vee in België. Het Centrum, in herinncriDg brengende, dat België jaariyks nog 80- tot 90,000 stuks van ons beste rundvee ncoaig heeft, zoowel omdat het vleesch van het Hollandeche vee by de fijnproevers gezocht is, als omdat de Holland- 8che fokdieren tot heden toe onmisbare ele menten worden geacht in de baitenlandsche veostallen, wyst er op, dat dit laatste niet meer geldig zou zyn, als de proefneming, door den Belgischen minister Da Bruyn op touw gezet, gelukt. De minister, en naar men zegt de beste Belgische fokkers met hem, is overtuigd, dat de methode van runderfokken in België geheel gewyzigd moet worden. Geen Durban-vee, ook geen Hollandsche stieren on fokkoeien meent men meer noodig te hebben. Het wachtwoord is thans, dat kruising onnoodig is geworden en elke slag het best veredeld wordt in eigen bloed en op zyn eigen geboortegrond. Om dit stelsel toe te passen, heeft men in iedere streek van België een bepaald type vastgesteld, hetwelk verschilt naar gelang men met Kassel6cta, Yeurne Ambacbter, Land van Herder, Ardenner, Kempener of Condroz veesbg te maken heeft, of mat het zoogenaamd Belgische ras, hetwelk in het hart des lands op half Ylaamsch, half Waalsch gebied gezegd wordt thuis te behooren. Grootte, kleur en byzondere eigenschappen van ieder slag moe ten wordoQ bepaald en met die kennis van het regioD&le type zal mtc nu aan het ver edelen trekken, zooals gezegd is: in eigen bloed. De Belgische regeering wil nu om de twee jaar eon groote tentoonstelling van runderen orgaDisc-eren en hoogo pryzen uitloven voor het beste fokvee, tcrwyi ook de fokkersver- eoniging en melksyndicaten zullen medewer ken. By oen eerste tentoonstelling van dien aard, verleden maand te Tervueren gehouden, (van de 1100 ingozofcden exemplaren warm t03n byna 1000 uit België zelf afkomstig) heeft minister De Bruyn reeds zyn hooge ingenomenheid betuigd met hetgeen voorloopig bereikt scheen te kunnen wordeD. Voor ons is nu niet de vraag, z-:gt Hd Centrumof de Belgen, indien zy niet slageD, niet een sterk in intensieve waarde vermin derden veestapel zuilen bekomen; maar wel wat de NedorlaDdsche fokkers, indien de proef want meer kan het niet heeten wèl gelukt en beantwoordt aan de hoogge stemde verwachtingen, met de 80- a 90,000 stuks runderen zullen uitvoeren, die België thaDs nog van ons nemen moet. Voor Nederland ia alzoo hetgeen op dit stuk by onze zuidelyke naburen geschiedt, van zeer veel belang. In België zelf schudden velen ook nu nog over do optimistische uiting van hun minister van landbouw bedenkeiyk het hoofd; maar wy leven snel en er gebeurt veel. In elk geval zal men zien, dat de sterk geprikkelde foklust der Belgische boerensyn dicaten van invloed wordt op de beschikbare hoeveelheid runderen; en al moge in sommige streken de qualitdt dalen, zoodat men spoedig om buitenlandsch fokvee zal schreeuwen als kinderen om de pap, 't verhindert niet, dat voor onzen veehandel een wyzigirg voor de deur staat, waarmede rekening zal moeten gehouden worden. Een middel om het op zichzelf zeer tegrypeiyke nationale streven onzer zuidelyke naburen te belemmeren of te fnuiken bestaat er niet. Tenzy men den weg vindo, om de betrekkelyke waarde van het HollaDdsche en Friesche rundvee zoo danig op te voeren, dat men elders allen stryd tegen de producten van onzen vetten bodem opgeeft, zich geslagen verklaart en ons weer de schatting betaalt, die wy voor het kost bare onderhoud van ons gezegend plekje grond noodig hebben." Gr e ïxi eng^d N ieu w Do volksspelen, welke ter gele genheid van den verjaardag van Koningin Wil'aelmina op 31 Augustas a. s des namid dags van 2 tot 4 uren, op het Schuttersveld ali- ic-r zullen get ouden worden voer de kor poraals en manschappen van li t 4de reg. infanterie, bestaan uit hindernisbaan, ma.-t- klimmen, touwtrekk n, zakioopLn, turfrapen, eiloopen, tonrollon tri blaastrappe.- Het is a^n de militairen overgelaten, aan welk spel zy wonschen deel te nemen. Do internationale lawn tenni 8- wedstryd op de tanen van „De Bataaf", in de Scheveningscbe Boschjes, zijn gistermiddag geëindigd. De heer en double werd na een mooien be slissingskamp tusschen de heeren K. en F. Beukema en de heeren H. Yan Rees en W. Locker de Bruyne door laatstgenoemd tweetal gewonnen. De damcs-double werd gewonnen door de dames B. en A. Van Aken, na een be6lis- singskamp tegen de dames C. Van Lennep en E. Viruly. De beslissing van de dames- en heeren-double tussch.n den Engelschman dr. H. A. Lownds met miss E. Lane en jhr. C. Van Rappard met mej. E. Viruly, leverde mooi spel en trok daardoor zeer do belangstelling van de vry talrijke toeschouwers. In iie?o party ble ven de Eugelschen overwinnaars. In do beslissing van de dames single-handicap werd miss E. Lane verslagen door moj. A. Yan Aken. De stand van den vyfdaagschen wedstryd is dus, dat in de heeren singlein de dames single en in de dames- en hetren douole ge wonnen werd door de Engelschea, terwyi do Hollanders overwinnaars waren in de heeren- doublein de dames-double en in de dames single-handicap. De heeren single handicap was nog onbe slist. Na afloop van den wedstryd werden de fraaie pryzen, welke op het terrein in een tent waren tentoongesteld, uitgereikt door den heer E. L. graaf VaD Limburg Sfirum. De geheele wedstryd mag uitmuntend ge slaagd heeten. De leiding was in goede han den, nl. de heer Knokko van der Meulen droeg zorg voor den geregelden gang van zaken, en wtrd hierin flink ter zyde gestaan dcor mej. B. Yan Aken en de ke%r?n Mulle- meister, K. Bsukeraa en jhr. Yan Rappard. Door het comité is het plan opgevat om in te stellen een internationaal kampioen schap, met daaraan verbonden beker, die drie maal door denzelfden speler moet worden gewonnen om diens eigendom te worden. Men hoopt de benoodigde gelden byeen te krygen ty inteekening. Bijdragen worden in ontvangst genomen door het comité. Reeds is voor 200 ingeteekend, doch er is ongeveer 500 noodig. De onverwachtste dingen kunnen soms gebenren. Nu komt er uit So9dan een bericht, dat het vooruitzicht: opent do treurige woestijnen van Soedan in lachende landouwen en vruchtbare akkers herschapen te zien. "Want als het waar L, dat men overdehtelo woo3tyn water k=n krygeD door z stig vott diep te boien, ie oort dat tot de mogeiyk- heden. Engelsche ingenieurs zeggen, dat dit zoo is. De trek naar de Klondik e-g oud- velien Loodt aan. Ongeveer 6000 goudzoekers zyn woder by de passen aangekomen. De Canaóet-sche regeering zal een telegraaflijn van Montreal naar Klonaiko aanleggen, cie tusschen 225,000 en 375,000 dollars zal kosten. En weder is er goud gevonden in een andere stieek. Uit Victoria, in Britsch- Coiumbla, meldt Reuter, dat aan de riviir Newart en de Yukon nieuwe beddingen out dekt zyn. Natuuriyk is ook hier goud in overvloed en do temperatuur van de goud koorts stygt. Uit een circulaire van den hou der van een „ortbopao-iisch instituut voor voetiydenden", te Elberftld: „Ton slotte is het my na veel moeite door myn jarenlange pr«ktyk gelukt, iederen voeüyder schoenen te kunnen maken, waarin zich dezelve, zooder do minste pyn by het loopen te gevoelen, voortbewegen kaD, welke kunstvaardigheid tot heden door getn van myn concurrenten bereikt is. Al is de voet nog zoo kroui ge groeid, dezelve moet zich by het aantrekken van de door my vervaarüigde laarzen dadeiyk strekken, en elke lyder zal dadelyk en makke- lyk kunnen loopen. Dit is zelfs het geval by cengene, diein 't geheel geen voeten beefi" Men kan moeiiyk meer verlangen l Een schooue Trouw. 8) Haar ongewoon groote gestalte, haar scherp gesneden gezicht waren inderdaad interessant, maar ik ontdekte spoedig, dat de dame zoowel voor haar uitwendige verschyning als voor haar doen en laten zeer veel kunst aanwendde. De bleeke, lydonde kleur van het gezicht dankte zy aan het blanketsel, de hooge, donkere wenkbrauwen werden stellig eiken morgen vernieuwd, en zelfs ten aanzien der echtheid van het donkere haar begon ik te twyfeleu. Doch ook haar mauier van spreken en van bewegen was geaffecteerd; zy was gracious, doch zy bezat do bestudeerde gratie van een middelmatige tooneelspeeltter, die nu en dan uit de rol valt en dan verraadt, dat haar voornaamheid aangeleerd is. Voor 't overige leefde de oificiersweduwe vry teruggetrokken in haar hut; tot des middags was zy nooit zichtbaar, en ik was overtuigd, dat zij eenige uren voor de vol tooiing van haar toilet noodig had. Het was een buitengewoon mooie avond, de zee zoo kalm, alsof haar golven zich met de ondergaande zon ter ruste hadden gelegd; de stoomboot gleed byna onhoorbaar door het water en liet een langen tijd lichtende vore achter zich. Wy zaten op het dekde schoone mevrouw Ton Salten, Schumann, de bierbrouwer en ik. Ella had hoofdpyn voorgewend en zich teruggetrokken. Het gesprek was zeer levendig daar elk der twee aanbidders zyn uiterste bost deed, om zyn persooniykheid in de oogen zyner aangebedene recht interessant te maken. Fetzer beproefde den jongen Beriyner be- lachelyk te maken door hem voor te stellen als iemand, die getn eigeniyk beroep had en niets kon dan den tyd doodslaan. „Ja, gy zyt te benyden, meneer Schumann," meeude hy iiouisch. „Gy waart in de keuze uwer ouders voorzichtig." „Dat waart gy niet," antwoordde Frits slagvaardig, „maar daarvoor hebt gy zekere voorzichtigheid ontwikkeld in de keuze uwer vrouw, die volgens uw eigen beschryving wel niet jong en niet mooi, maar heel ryk moet zyn geweest." De slag was gevallen. De bierbrouwer bloosde sterk, slikte evenwel zyn ergernis in, omdat hy bemerkte, dat hy niet opgewassen was tegen zyn tegenstander. Frits wilde party trekken van de behaalde zege. „Gy üeedt zooeven moeite, meneer Fetzer," ging hy voort, „my voor te stellen als iemand, die eigeniyk zonder bepaald doel in de wereld rondloopt. Nu ja, bierbrouwer kan niet ieder zyD, maar" hier wendde hy zich tot mevrouw Von Salten „zooals ik hier voor u sta, mevrouw, vertegenwoordig ik de firma Schumann, Grau Sc Co., te Berlyn, en aan my ligt het, of deze firma drie maal honderd duizend mark ryker of armer zal zyn." „Ia het mogeiyk?" riep mevrouw Von Salten, ongoloovig glimlachend. „Hebt gy dat in uw macht? Maar vertel verder, meneer Schumann." „Dat is juiet de geheime zending, waarover ik met deze beide heeren reeds gesproken heb. Als het u niet verveelt, mevrouw, vertel ik u het geval het is interessant." „O, hoe heerlyk," zei de jonge weduwe, „zoo iets boor ik graag." „Welnu, ik mag het u, mevrouw, en u, myne heereD, wel toevertrouwen, ik reis naar Nieuw York, om by de arrestatie van een misdadiger de behulpzame hand te bieden en voor myn firma een groot kapitaal te redden. Onze firma is nameiyk voor deze som bestolen door een ontrouwen kassier. Alfred Burke heet hy en moet een nog betrekkeiyk jonge man zyn." „Moet?" vroeg ik, „kont gö hem dan niet persooniyk „Hoe zon ik hem kennen?" antwoordde Frits met treffende openhartigheid. „Ik ben byna nooit op de kantoren gekomen en als ik er kwam, bepaalde myn bezoek zich tot het particuliere kantoor van myn vader." „Maar hoe wilt gy dan den gevluchten kassier herkennen?" ,0, ik verlaat my op myn instinct en op myn criminali8tischen blik. Ik ben nameiyk een geboren criminalist, mevrouw, en over- tuigd, dat ik den man direct ruik, als by my tegenkomt. Ook heb ik. eea portret van hem in myn portefeuille, dat men zyn liefje afge nomen heeft." Mevrouw Yon Salten strekte haastig de hand uit. „Laat zien," riep zy, „ik kan my niet voorstellen, hoe zoo'n brutale dief er uitziet. Driehonderd duizend mark welk een soml" Frits Schumann haalde een kleine loeren portefeuille to voorschyn. „Zy bevat alles, wat op het geval betrekking heeft," verzekerde hy. „Dus geen minnebrieven?" vroeg de schoone vrouw glimlachend, ter^yi zy de portefeuille in ontvangst nam. Zy wendde zich en stond nu dicht by de scheepsleuning. En welk een ongeluk voor Schumann, den grooten crimi nalist l Op hetzelfde oogenblik, waarop de dame het zakboekje wilde openen, gloed het haar uit de hand en viel in de zee. Mevrouw Yon Salten gaf eon gil. Zy was erg geschrokken en zou misschien in tranen uitgebarsten zyn, als Frits zelf haar niet ge- troo-it had. „Het Is wel onaangenaam voor my en het bemoeiiykt myn taak, maar ik bezweer u, mevrouw, dat gy u er niets van moogt aan trekken. Ik zal dea misdadiger ook zonder portret en papieren ontdekkon." „Yergeef my, waarde heer Schumann...." Frits kuste de hem toegestoken hand en werd door liefderyko blikken uit de oogen zyner aangebedene ryk beleond. De bierbrouwer uit Buffalo kreog eea hoest bui, waarin hy zyn woede verbergen wilde. Hy ruimde het veld en trok my met zich mee. „Dat kan ik niet aaDzieD," fluisterde hy my toe, „eon lafbek boven my my ver kiezen 1" Een uur later ontmoette ik Schumann by het roer. Het gezicht van don goeden joDgen gloeide van vreugde en opgewondenheid. Hy vatte myn hand en fluisterde my in 't oor: Wy hebben ons verklaard. Ik heb haar myn liefde bekend." „En zy heeft uw aanzoek aangenomen?" „Zoo half en half. Ik moet haar in Nieuw- York nog eenmaal alles herhalen. Ach, een schoone vrouw maar spreek er als 't u belieft niet over." Het was de zesde dag van onze reis, toen ik mevrouw Yon Salten des morgens reeds haar hut verlaten zag, wat geheel tegen baar gewoonte was. Zy scheen zeer opgewonden, was bleeker dan anders, en Dauweiyks had zy my gezien, of zy kwam naar my toe en vroeg my haastig: „Waar is do kapitein?" Ik bood my aan, haar by hem te brengen. Ik had hem oven te vorea met den betaal meester in het rooksaloa gezien. „Ia u een ongeluk overkomen, mevrouw?" vroeg ik. Op dat oogenblik kwam de kapitein, een bejaarde, maar sttrke en flinke man, one tegen. De weduwe ging onmiddellijk naar hem toe. „Ik ben bestolen, kapitein," riep zy, „men heeft een kistje met sieraden uit myn ki3t gestolen." De kapitein bewaarde zyn kalmte, hoewel zulk een incident zeer onaangenaam voor hem moeet zyn. Ja, het scheen my zelfs toe, alsof hy een glimlach niet kon onderdrukken. „Was de inhoud van dit kistje zeer kost baar?" vroeg hy. [Slct volgt.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 9