N°. 11503. Doiidti dag S6 Augustas. A0. 1897 {jouraat wordt dagelijks, met uitsondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nomnier bestaat uit TWEE Bladen. Leiden, 25 Augustus. Feuilleton» CILBERTE. LEIDSCH DA&BIA PBIJS DEZEB COUBAMT: Voor Leiden por 3 maanden. Franco per post Afzonderlijke Nommers V""V f 1.10. 1.40. 0.05. PBIJ8 DEB ADYEBTENTEËN Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Orootero letters naar plaatsruimte. Voor bet incasseeren buiten de etad wordt f 0.05 berekend. Eerste Blad. OlQciëcle Keunisjjeyin^on. Directe Belastingen. De Burgemoeater van Leldeu brengt ter algemeen# bonnis, dat aan don Ontvanger der Directe Belastingen is ter hand gesteld liet kohior der Belasting op bedrrjfe- en andere inkomsten No. 2 van den dienst 2897/38, execntoir verklaard don 23aten ug. Jl., en herinnert voorts den belanghebbenden aan hnnne ver plichting, om den aanslag op den brj de Wet bepaalden voet te voldoen. LeideD, De Burgemeester voornoemd, 24 Ang. 1897. F. WA3. Do vice-admiraal, directeur en commandant der Marine te Amsterdam, vergezeld van zyn adjudant en den dirigeerend officier van gezond heid in de directie aldaar, inspecteerde heden de Kweekschool voor Zeevaart alhier. Hedennamiddag zyn de miliciens, beboo- rende tot de lichtingen 1893 en 1894 525) by de bataljons iofanterie, alnier in garnizoen, voor herhalings-oefeningen onder de wapenen gekomen. Aangezien niet allo miliciens in de kazerne kunnen gelogeerd worden, is de gyrhnastiek- en schermzaal, staande op het terreio achter het Militair hospitaal aan den Morschsingel tot logies ingericht, terwyi bovendien nog eenige miliciens in de Doelen-kazerne worden gehuisvest. De hierboven bedoelde miliciens worden den 8sten September a. s. weder in het genot van groot verlof gesteld. Van de 25 miliciens, die deelgenomen hebben aan de opleidiDg voor militaire wiel rijder bi) het 4de reg. inf. zijn, met ingang van 26 Augustus a. s., er 20 door den regi ments-commandant tot milicien wielrijder aan gesteld. (Ptr compagnie en per lichting kan één milicien als zoodanig worden bevorderd). De milicien-wielrijders, behoorende tot de gedetacheerde bataljons (Haarlem, Delft en Gouda), blijven alhier gedetacheerd om verder de oefeningen in het wielrijden te volgen en keeren eerst 14 dagen vóór dat zy met groot verlof vertrekken naar de compagnie, waartoe zij behooren, terug. Met 1 Oct. a. s. gaan 103 jongens van de Kweekschool voor Zeevaart te Leiden over aan boord van de „Admiraal van Wassenaer" te Amsterdam. Geslaagd zijn voor het examen voor de hoofdakte de heeren M. M. Kleerkoper, van Leidon, en C. Brussee, van Rynsburg. Tot secretaris der permanente militaire spoorwegcommissie is benoemd de kapitein A. L. Klerk de Reus van het 4de regiment infanterie, die in verband daarmede is overge plaatst t.y den staf der infanterie. In de algemeone vergadering van onder wijzers in het arrondissement Woerden, school opziener de beer C. A. Zelvelder, Zaterdag a. s. te Alfen a/d. Rijn te houden, zullen als •preker optreden de heeren proL dr. J. Ten Brink, uit Leiden, over Hollandsche romans uit de 17de eeuw; G. C. Weeren, hoofd der school te Ter-Aar, over den zang in de volks school; C. Bijkerk, onderwijzer te Oudshoorn, over school en maatschappij. Te Benthuizen zijn tot taxateurs voor het des benooaigd leveren vaD paarden aan het Rfik benoemd de heeren W. Qualm, Johs. Erkelen8 en J. Mast, en als plaatsvervangers de heeran A. A. Van Velde, J. W. Van Staalduinen en P. Van der Eyk. Te Voorscheten tot taxateurs de heeren: J. Steeneveld, J. Hooymans en J. C. De Graaf en tot hun plaatsvervangers de heeren: L. H. Van Wissen, C. Dijkman en J. Van Santen. Te Leiderdorp tot taxateurs de heeren J. Buys, F. Fjlippo en J. Van Leeuwen; tot hun plaatsvervangers de heeren C. Bos, W. De Graaf en J. C. Van Langeveld. Uit de in de giaternamiddag gehouden gemeenteraadszitting van Den Haag gedane mededeelingen bleek, dat de pharmaceuten meemn, dat een der bunnen nl. een apotheker, eventueel aan het hoofd moet komen van het op te richten gemeentelijk bureau tot keuring van voedingsmiddelen. De wenk is in handen gesteld van de commissie betrekkelijk het onderzoek van levensmiddelen. Nog bleek, dat B. en Ws. gereed waren met de gemeentebegrooting voor 1898, welke ia deze zitting den Raad werd aangeboden, om weldra in druk te worden rondgedeeld. Voor één jaar zijn benoemd tot leeraar aan de H. B. S. voor jongens met 6-jarigen cursus: a. in Engelsche taal J. J. Heisdon Rix te 's-Gravenhage, b. in geschiedenis en aardrijks kunde docs. H. Boerma te Groningen, c. in wiskunde P. Tillema te Leideru Tegen de noodzakelijkheid om de kosten van de kiezerslijsten na de vroeger toege stane buitengewone f 5000, andermaal te ver- boogeD, thans met f 1000, viel niets in te brengen en zonder stemming stemde de Raad in, dat uit de nieuwe kieswet geboren kre diet toe. Hot voorstel tot onderhandsche opdracht van den bouw van oen nieuwon drieledigen gashouder in de kuip van een bestaanden gashouder op het terrein van de gasfabriek aan A. Klönne te Dortmund voor f 103,570, verbaasde zeer den heer Van Kempen, nu de pletteri) der firma Enthoven, bovendien een inlandsche firma, die aan vele handen werk verschaft, een aanbieding heeft gedaan, f 2500 lager dan de buitenlandscho fabrikant. Ware do binneDlandsche nijverheid duurder, bij zou Diet aarzelen het werk aan den vreemdeling te gunnen. Maar de firma Entho ven heeft vroeger bewezen de gemeente minstens evengoed te bedionon. De wethouder Bevers deelde verschillen 1e redenen mede, waarom de aanbieding van de plettery moest WGrden voorbijgegaan. Nadat de heer Var Kempen nogmaals zyn leodwezen had betuigd ovtr de in deze door B. en Ws. tegenover de binnenlandsche nijver heid aangenomen houding, lichtte de heer Van Malaen toe, dat het ontwerp Klönne superieur wa3 boven alle aDdere plannen en ook door den directeur der gasfabriek, een deskundige bij uitnemendheid, zeer was aan bevolen. Ten slotte vertolkte ook do waarn. voor zitter het leedwezen van B. en Ws. over het onmogelijke om het werk aan oen Haagsche firma op te dragen; maar hy hoopte, dat de verstrekte inlichtingen het voorstel van B. en Ws. zouden rechtvaardigen. Met algemeene stemmen op één na (die van den heer Van Kempen) werd het werk aan de firma Klönne gegund. In de gistermiddag te 's-Gravenhage gehouden aandeelhouders-vergadering van de Eerste NederlandscheXevensverzekering-maat- 8chappij werd aan mr. H. Goeman Borgesius, opgetreden als minister van binnenlandsche zaken, op zijn verzook eervol ontslag verleend als directeur der Maatschappij en door den voorzitter, mr. J. G. Patjjn, hulde gebracht wegens de vele diensten, aan de vereenigiDg bewezen. Tot directeur werd benoemd mr. A. F. C. Hartogh, lid van de Tweede Kamer, met 953 stemmen, tegen 701 op den hoer B. Jansen, oud-directeur der maatschappij. De kroniekschrijver van de „N. Gronin ger Ct." vertelt bet volgende omtrent de be noeming van jhr. De Beaufort tot burgemees ter van Den Haag: „Er waren geen liefhebbers voor het burge meesterschap; niemand had van zfin wensch doen blfiken, om den zetel van mr. Roest in te nemen (van bepaalde sollicitatie is by zulk een vacature geen sprake) en eigenlijk zat de Regeering er verlegen mede; enkele waren genoemd, gepolst, maar niemand wilde het aan. Toen moet van het Loo de wenk zijn ge komen, om den burgemeester van Baarn aan het hoofd van het Haagsche Gemeentebestuur te plaatsen. Of er daarna een officiéél aan zoek, dan wel slechts een officieozo vraag is gevolg-.1, weet ik niet; maar wèl is my, uit de meest vertrouwbars bron medegedeeld, dat de nieuwe Burgemeester, te Gastein mot zijn familie vertoevende, daar het bericht van zijn benoeming ontving als een wezenlijke verras sing. Eerst voor een paar dagen is hy van daar teruggekeerd, om alles in orde te bren gen voor zyn vertrek naar Den Haag, waar hy in een middag-vergadering van don Ge meenteraad op 15 Sept. zal worden geïnstal leerd. Men verzekert my, dat de heer De Beaufort zyn buitenverblijf te Baarn, 't prach tige „Peking", zal aanhouden als zomerresi dentie zyner familie, maar dat hy overigens reeds last gegeven heeft, om een groot perceel, in Voorbout, Vy verberg, Willemspark of in den omtrek aan te koopen; er is zelfs al sprake van, dat hy in onderhandeling is over den aankoop van het kapitale huis van den heer Van der Oudermeulen, op den Kneuter- dyk, tegenover het vroegere paleis van den eersten kroonprins een perceel, waarvan de eigenaa* bereid is voor f 160,000 afstand te doen. De nieuwe Burgemeester is ook, naar hy vertelt, „een der meest gefortuneerdenmis schien de rykste van de vermogende familie Do Beaufort, terwyi hy het elders een publiek geheim noemt, „dat hy een der bladen te Baarn ondersteunde, eigenlyk in het leven hield en iaspireerde". Omtrent den persoon van den nieuwen Gaagschen burgemeester deelt hy mede, dat hy aan de academie ais een zeer geschikt man, ietwat conservatief, te boek stond, „en als burgemeester van Baarn moet hy zich ik zal iet zeggen populair maar toch in sommige kringen zeer gezocht weten te maken. Hy staat als een zeer galant heer aangeschreven en way in de kring der Baarnsch- Amsterdamsche kolonie steeds oen enfant c h r i. Ook ten Hove stond hy in een goed blaadje; wanneer de Koninginnen op Soestdyk vertoefden, was de familie De Beaufort vaak ten paleize en ook wederkeerige bezoeken op „Peking" behoorden niet tot de zeldzaam heden." Wanneer de invordering van een aan slag in de personeele belasting of de belastiDg op bedryfs- en andere inkomsten bezwaar ontmoet, doordien do naam van den belasting pliebtige in het kohier onjuist is vermeld, kan de directeur machtiging verleenen tot verbetering van het kohier, mits in het eerste geval behalve den inspecteur ook het college van zetters, en in het tweeie geval de com missie van aanslag (of het college van zetters) zich met bet desbetreffend voorstel van den ontvanger vereenigt. Indien het bezwaar niet op die wyze uit den weg is te ruimen, behoort zoo spoedig mogoiyk een nieuwe aanslag tot stand te worden gebracht. De eerste aanslag kan dan later als oniabaar worden voorgedragen. Aldus is o. m. bepaald by een resolutie van den minister van financiön van 5 Aug. jl. Het koninkiyk besluit van 5 Augustus j. 1. omtrent het invoerrecht voor biscuits en drop, brengt geen verandering in den be staanden toestand. De bepalingen omtrent biscuits zyn eenigs- zins verduideiykt, in verband met de wyze, waarop die bepalingen sedert 1886 zyn toe gepast. Voor iedere gehaltebepaling van drop op verzoek van belanghebbenden wordt, te rekenen van 1 Sept. e. k., door hen twee gulden aao het Rfik vergoed. Overigens biyven de administratieve voor schriften omtrent het invoerrecht op biscuits en drop van toepassing. Het gezantschap aan ons Hof van Z. M. den koning van Siam, die de volgende maand te 's-Gravenhage komt, bestaat, behalve uit den markies Maha Yota, buitengewooo gezant en gevolmachtigd minister, sedert 17 Juni 1892, uit graaf Montri, secretaris van legatie lste klasse: den beer Yerney, Engelsch secre taris; baron Nephat Kulapongs, attaché, en den heer EdwarJ H. Loftus, attaché-tolk. De artsofficier van gezondheid 2da klasse A. Mynliïff, die, te Leeuwarden in garnizoen, tydelyk was gedetacheerd in het kamp by Laren, werd de vorige week plotseling ernstig ongesteld, met gevolg, dat hy Yrydag jl. overleed. Na in Leiden te hebben gestudeerd, irai hy 13 Mei 1895 in 's lands dienst; kort daarna werd hy ingedeeld ty het eerste bataljon lste reg. inf. te Leeuwarden. De overledene wist zich by allen, dis met hem in aanraking kwamen, bemind te maken om zyn vele en goede hoedanigheden. Het bericht, dat de minister van binnen landsche zaken allereerst de herziening der Armenwet t^r hand zou willen nemen en daarvoor een Staatscommissie in het leven zal worden geroepen, wordt door het „Vad." ia twyfel getrokken. Van een voornemen om zulk een commissie tot oit doel in te stellen, zou ter plaatse, waar men het weten moet, niets bekeDd zyn. De Antwerpsche „Matin" verneemt, dat het vooral aan de y verige bemoeiingen van den Nederlandschen minister-resident te Bucharest is te danken, dat Rotterdam het ein Jpunt is geworden van de nieuwe Rumeensche iyn. De vorige Rumeensche minister, die te Luik had gestudeerd en veel sympathie koesterde voor België, had herbaaldeiyk verklaard, dat hy Antwerpen wilde begunstigen. Het Antwerpsche blad hoopt echter, dat het nog slechts een proefneming geldt en dat do Rumeensche regeering op den duur zal gaan iozien, dat het in haar belang is, Antwerpen aan te doen. By den heer H. Masereeuw, uitgever te Rotterdam, is een brochure verschenen van de hand van den heer M. Valk Lz„ onder den titel „De Waarheid in zake de drie broeders Hogerhuis, onschuldig veroordeeld tot 12, 11 en 6 jaren gevangenisstraf." Deze brochure bevat het verhoor van do gebroeders Hogerhuis beschuldigd van in den nacht van 5 op 6 December 1895 inge broken te zyn in de woning van G. Haltsma te Britsum en daar poging tot doodslag ge pleegd te hebben voor de recht .ank te Leeuwarden en het Hof aldaar. Dit verslag is overgenomen uit de verslagen van ver schillende couranten, doch is er niet leesbaar der op geworden doordat do schryver al zyn op- en aanmerkingen in het verhoor heeft ingelascht. Een onbevooroordeeld lezer moet, dunkt ons, ook na het lezen van deze ten gunste der drie gebroeders gestelde brochure tot de slotsom komen, dat de rechter, na zoo pertinente verklaringen van drie hoofdgetuigen, niet anders kon doen, dan een veroordeelend vonnis uitspreken. (H. C) Gisteren werd te Deventer bet 100-jaiig bestaan vsn de Koninkiyko Deventer Tapyt- fabriek gevierd. Uit alle woningen van de Nieuwstraat en van de Smedenstraat werd gevlagd; de fabriek was mode in feestgewaad Slot.) Deze kreet welde zóó hartstochteiyk uit haar hart op, dat Courcier zich afvroeg„Hoe heb ik myn komst zoo lang kunnen uit stellen?" Daarna viel zyn oog op haar kleedy en opnieuw overmeesterde hem een bitter gevoel. „Moet ik u in zalk een kl©9ding weerzien?" Zy vlyde zich opnieuw tegen hom aan en fluisterde dicht by zyn oor: „Ben ik daarom mioder uw dochter?" Ach, papa, ik heb u hier nog meer leoren lief hebben! Myn eeaigo troost was met de goede zuster Theresia over u te spreken Zy heeft my steeds weer moed ingesproken, wanneer de scheidiog my te zwaar viel, en verzekerde my, dat gy wel te eeniger tyd zoudt hier komen Courciers voorhoofd rimpelde zich. Het kwam hem voor, dat deze verstandige direc trice te weinig op zyn standvastigheid ver trouwde. „Ik kwam, omdat ik hoorde, dat gy tot ruwen arbeid werdt gedwongen." „Gedwongen? O noen, ik ben volkomen vry. Ik heb alleen gevraagd, om evenals de anderen te mogen werken. En daarby, ziet ge, had ik te veel verdriet, ik kon niet eten, niet 9lapen; ik dacht, dat inspanning, werk my helpen zouen nu heb ik weer eet lust gekregen en kan slapen." „En dacht weer minder aan my?" vroeg Courcier spottend. „O neen, papa, integendeel l Ik herinnerde my, dat ge my verteld hadt, in uw jeugd ook lickameiyken arboid u hebben gedaan en u daardoor byzonde: goo i te hebben ge voeld. Uw voorbeeld wilde ik volgen en ver beeldde my u daarmede een genoegen to doen." „My een genoegeu doenherbaalde Cour cier zuchtend. „Dat hadt gy eerder moeten bedenken. Ach, myn kindl Gy hobt my veel verdriet gedaan." Gilberte liet de armen moedeloos zinken. „O, ik bid u, spreek zóó niet, papal" riep zy. „Dat breekt my het hart. Ik heb immers zelve zooveel geleden door de gedachte u verdriet te hebben gedaanuw vorwyten kan ik niet verdragen. Te denkeD, dat gy even ongelukkig geweest zyt als ik neen, dat zou te erg wezen! Zoo lang men de smart niet kent, gevoelt men zich krachtig, maar wanneer men zelve veol geleden heeft, kan men het denkbeeld, anderen verdriet aan te doen, niet verdragen." Courcier zag haar ernstig aan. „Wanneer ik u nu zeide, dat myn leven geheel vergald is geworden door uw vertrek, dat ik my niet aan de eenzaamheid gewennen kan, zoudt gy dan tot my terugkeeren?" „Het zou myn plicht zyn," zeide zy, haar hoofd buigend, „en ik zou my daaraan niet onttrekken." „Het was toch ook uw plicht eenige weken geleden." „Ik begryp dien thans beter." „Welnu, Gilberte," zeide haar vader met bevende lippen, „ik verlang, dat gy terug komt Gy zult geheel vry zyn, om uw godsdienst uit te oefenen, maar gy zult my niet meer alleen laten. Ik ben te eenzaam Gilberte omarmde haar vader en kuste hem hartelyk. „Ik wil my naar uw wil voegen, papa, en vraag u vergiffenis voor het verdriet, dat ik u heb aangedaan." Hy hield haar met uitgestrekte armen een weinig van zich af, als om haar geheimste gedachten te lezen. „Is dit uw volle ernst? Wilt go my niet misleiden Zy schudde gelaten het hoofd en antwoordde met een weemoedigen glimlach; „O neen, papa, ik heb niet geleerd te liegen." By trok haar tegen zich aan, klemde haar in zyn armen en deed geen poging om zyn ontroering to verbergen. „Hoe goed doet my uw besluit, Gilberte I Gy zyt een goed, dapper meisje l En toch, blyf bier, wanneer gy dit gaarne wiltl Blyf hier, en met myn toestemming!" Het gelaat van het jonge meisje werd door een straal van vreugde verhelderd. „Maar dan wilt ge my toch komen be zoeken „Zoo dikwyis gy dit verlangt l Dit beloof ik u." „Ik daDk u, papa. Nu hebt ge my gelukkig gemaakt I" Hy had zich by de tafel neergezet. Zy stond naast hem en boog zich over hem heen, zoodat haar hoofd op zyn schouder rustte. „Gy ziet het wel, Gilberte, heden ben ik in een stemming, waarin gij alles van my kunt verkrijgen, wat gy wenscht", zeide by na eenige oogenblikken met een door ontrooriüg beveDde stem. „Maak van dit goede uur ge bruik. Blyft u anders niets te wenscben over?" Zy gaf geen antwoord, maar hy voelde plotseling bet h3rt zyner dochter togen zyn borst kloppenhy zag groote, zware tranen langzaam op haar gewaad vallen. Hy begreop haar wel zy verlangde vurig te sproken, maar de aagst, dat zy zyn ongenoegen zou opwekken, weerhield haar zich te uiten. En deze onderwerping, deze zachtmoedigheid, vergeleken by haar vroegere vastberadenheid en geestkracht, troffen hem nog dieper dan hernieuwde smeekbeden en bezweringen zou den gedaan hebben. Hy gevoelde hoe zy in zyn arm van smart en angst beefde en be dacht hoe het slechts van hem afhing haar de gemoedsrust terug te geven en haar ge lukkig te maken. Zonder iets to zeggen, nam hy een der geliniéerde bladen, waarop zyn dochter de kleine jongens leerde schryven, doopte de pen in den inktkoker en schroef haastig met groote letters de woorden: „Ik geef mijn dochter Gilberte toestemming om de vrouw van den heer Henri Trésorier te worden." Daarna onderteekende hy dit en reikte haar het blad over. „ZiehierI Neem dit! Nu kan ik het niet weer herroepen 1" Zy las wat hy geschreven had, stiet een kreet van dankbaarheid uit, en bleeker dan zy ooit van droefheid geweest was, zonk zy aan zyn voeten neer, drukte haar gelaat tegen zyn knie en begon hartetochteiyk te snikken. H(j had haar gaarne tot bedaren gebracht, maar kon zelf g«on woorden vinden. Verschrikt, geheel onthutst door hetgeen hy gedaan bad, maar geen berouw daarovor gevoelend, kon hy niets doen dan het blonde hoofd van zyn kind streslen, evenals toen zy nog klein was en op zyn schoot in slaap viel. Henri Tré3oner en Gilberte Courcier wer den in de kerk Saint-Honoró d' Eylnau ge trouwd. De groot-vicaris Brossard zelf stond by het altaar en de afgevaardigde Courcier was bb de plechtigheid tegenwoordig. De geheele Kamer was aanwezig, de linkerzyde voor don vader der bruid, de rechter- ter eere van baron Trésorier. De president van den Senaat kwam in de sacristie de band drukken van zyn „besten afgevaardigde" en al de. vrienden van den volksvertegenwoor diger wenschten hem hartelyk geluk met een huweiyk, dat zich zeker in hunne oogon liet verontschuldigen, doordat het tot verdeeling van het kapitaal aanleiding gaf. By hot ver laten der kerk bood de radicale afgevaardigde den arm aan baroaes Trésorier. Hy bad een deftig voorkomen zoo en zyn baard had iets vreedzaams, iets verzoeniyks. Terwyi by door de dichte ryen der toeschouwers voortging, ving hy een paar woorden uit een gesprek zyner collega's op. „Zooals ik hoor, heeft hy „De Revolution naire Party" teruggekocht?" „Ja, maar het blad zal voortaan „Do Ropu- blikeinsche Party" heeten". „O, Courcier weet wat in de politiek kan verwezeniykt worden en wat niet. Hy U iemand, dien men ontzien moet „Hy? Binnen zes maanden zal hy Ministor zynl" Courcier trilde van vreugde by het hooren dezer woorden, terwyi hy Henri en Gilberte volgde, die, door den stralenkrans van bun geluk omgeven, verder gingen. Toen het jonge paar in het rjjtuig gestapt was, dat hen naar het huis in de rue de Presbourg zou brengen, waar het déjeuner zou plaats hebben, wendde mevrouw Trésorier zich tot haar geleider: „Mynheer Courcier, gy vergezelt my immera in myn coupé?" En de erfgenaam van Blanqui gaf met zyn vriendeiyksten glimlach ten antwoord: „Van ganscher harte, mevrouw de balneal}

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 1