N'. 11468. Vrijdag 16 Juli. A°. 1897 feze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 15 Jnli. Feuilleton. DWAALSTERREN. LEIBSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT» VSir Leiden per 3 maanden. 1.1Ö, Franco per poet1.40. AfzonderlUke Nommers 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: "Van 1 6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17 j. GrootefO letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. De gisteren door ons medegedeelde poging kan onzen Burgemeester, om een fonds te (stichten tot het door ods omschreven doel, pndervindt by ingezetenen en fabrikanten groote feyropathie. Uit vertrouwbare bron vernemen wy, dat Itbans reeds meer dan f 38,000 is toegezegd, waaronder eene aanzienlijke bijdrage van de mootschap„de Loidsche Katoenmaat- kchappi)" en verschillende bijdragen van de directeuren en de aandeelhouders dier maat schappij. De Burgemeester schijnt het voornemen hebben, binnenkort eene commissie voor erkverschaffing in het leven te roepen. Wjj kunnen niet anders dan ook dit plan feeer toajuichen. Immers het is niet voldoende, jflat de nood der werklieden door gelde- j k e bijdragen wordt gelenigd. De menschen roeten zooveel mogelyk aan werk geholpen gorden. Zij moeten begrijpen, dat de weer- latandskas ook voor latere rampen in de leerste plaats natuurlijk voor de jongste ramp bestemd is, maar dat zij zelven behooren [mede te werken, om in hunne behoeften te [voorzien en op die wijze zich de geldelijke ondersteuning moeten waaroig maken. Zooals men ziet, berust dus het geheel op leen goeden grondslag. En waar dit het geval is, kan men met een gerust hart eene ruime bijdrage geven; hier heeft men thans de vaste overtuiging, dat het bedrag op juiste, doel matige wijze zal worden verbruikt! Wij kun nen dus niet genoeg aansporen, dit fonds te steunen. Zendt, ingezetenen, aan den Burge meester Uwe bijdragen, opdat hem duidelijk blyke, dat zijn plan aller sympathie hoeft! VooraL hopen wjj, dat deze laatste regelen zullen gelezen worden door hen waaronder zéérvermogenden, die aan de leden der Commissie voor het Huldeblijk onomwonden 'verklaarden daaraan niet te zullen bijdragen, alsof ook deze gift niet aan de weldadigheid ten g06de zou komen! Maar - het zij zoo than3 hebt Gij gelegenheid te toonen, dat Uwe woorden, dat liever voor een ander doel moest gecollecteerd worden, werkelijk ge meend waren. Geeft t h a n 8 en verdubbelt desnoods Uwe oorspronkelijk toegedachte gavel Het was gisteren juist 12Va jaar ge leden, dat de heer J. B. Meynen, hoofd der Christelijke school voor meer uitgebreid lager onderwysc-aan den Stillen Rijn alhier, deze betrekking aanvaardde. Die dag ging niet onopgemerkt voorbij. De heer Meynen ontving vele verrassende en kostbare blijken van achting en waardeering jegens zijn persoon en zijn arbeid, in het belang der jeugd. Zoo ontving hij van het bestuur der school, dat hom bij monde van ds. S. H. J. De Wolff complimenteerde, een keurig schilderij. Namens de onderwijzers, onderwijzeressen en kweeke- lingen, aan die onderwijsinrichting verbonden, werd hy toegesproken door den heer L. Flipse, die zijn toespraak vergezeld deed gaan van twee prachtwerken. Ook de oud-leerlingen, die dit jaar slaagden voor de toelatingsexamens tot een hoogere onderwijsinrichting, hadden hun geachten leer meester niet vergeten. Dit toonden zi) door een fraai bloemstuk, hem aangeboden met een toespraak door den oud-leerling W. Van GiJlik. Dr. J. C. Van Ronkel, cand. te Leiden, is beroepen in de gecombineerde gemeenten te Nijehaske en Haskerdijke der Herv. Kerk. De lste luit. W. J. Tilanus, van het 3de reg. huzaren te 's-Gravenhage, is over geplaatst naar Leiden en tijdelijk belast met het bevel over het depot-escadron. Bij het gehouden toelatings-examen tot het lste studiejaar van den cursus bjj het 4de regiment infanterie, waaraan door 9 onder officieren werd deelgenomen, hebben de vol gende adspiranten voldaan: A. J. Friderichs, J. E. J. Yeldhuijsen, H. W. Mooij, J. Van der Vlugt en W. Van Leuven. Twee onderoffi cieren voldeden niet aan het examen, terwijl twee zich van het examen hebben terug getrokken. Zooals wordt aangekondigd, geeft de „Banda Municipale di Citta Saut' Angelo," een orkest bestaande uit 45 leden, Italiaanscbe bergjagers in uniform, onder leiding van den heer Carlo Cavina, de volgende week hier ter stede een concert Waar het zich tot heden in Nederland liet hooren, wist het zich geestdriftig te doen toejuichen. Vooral wordt geroemd de gloed en het en- train, waarmede deze Zuiderlingen de werken ten gehoore brengen. De directeur wordt be schreven als een man met goeden smaak, die aan een levendig temperament elegance en fijne opvatting paart. Reden te over om Donderdag 22 Juli den tuin van Zomerzorg goed bevolkt te mogen verwachten. De te 's-Gravenhage vertoevende Per zische ambassadeur en de leden van het ge zantschap maakten Dinsdag-namiddag een rtytocbt naar Scheveningen. Hun indruk van de badplaats was, dat zy een van de mooiste zeestations kun genoemd wordeü, vooral door den aanleg, tot wtlke meening de breede strandweg zeer zeker het z^jne bijdroeg. Te halfacht 's avonds begaf het gezantschap zich naar de woning van den minister van buitenlandsche zaken, ter bijwoning van het gala-diner, dat de beer Roëll te zijDer eere gaf. Het bestond uit 30 couverts en mevr. Roëll, echtgenoot© van den gastheer, nam mede de honneurs waar. Nasser el Molk was gezeten tU8schen mevr. Roëll en den deken van het corps diplomatique, den Russischen gezant. Verder zaten aan tafel: de ministers, hoofden der departementen; de buitengewone gezant mr. Ruyssenaers, chef van 's Ministers Kabinet; de waarn. burge meester jhr. Gevaerts Van Simonshaven; de vice-president van den Raad van State; de aftredende gezant der Amerikaansche Unie, do heer Quinby; de luit.-generaal Graaf Dumonceau; de generaal-majoor Doorman, gouverneur der residentie; dr. Leyds, Z. A. Staatssecretaris; de heer Muller, consul-gene raal van OraDje-Vrijstaat; de heer Coetermans, consul-generaal van Perzië te Antwerpeu; de consul van dat rijk te Rotterdam, die beiden tijdelijk aan het gezantschap toegevoegd zjjn. De minister van buitenl. zaken heeft een toost gedronken op de gezondheid van den Perzischen souverein, in antwoord waarop de ambassadeur een dronk instelde op Hare Majesteiten de Koninginnen. De vriendelijke ontvangst, hun door het hoofd der buitenlandsche betrekkingen bereid, bevestigde den vreemden Oosterlingen de aan gename herinneringen, welke reeds de gast vrijheid, die hun hier te Jande betoond werd, op hen achtergelaten heeft. Die gunstige indrukken zijn niet zonder invloed gebleven op den duur van hun verblijf, dat, Dadat het vertrek der missie aanvankelijk bepaald was op heden, Donderdag, alsnog tot Zaterdag zal verlengd worden, ook met het doel om nog enkele steden van ons land te bezoéken, met name Delft en Haarlem. De missie vertrok gisteren per Holl. spoor te 10 u. 20 m. naar Rotterdam, ter bezichtiging van do havenwerken. Het gezelschap, ook than3 vergezeld van de door H. M. de Koningin aan de leden van het gezantschap toegevoegde heeren der hofhouding, nam plaats in het salonrijtuig, dat te Amsterdam aan don trein was gekoppeld. Te ongeveer halfzes kwamen de heeren in Den Haag terug. Prachtig weder had het uitstapje naar Rotterdam begunstigd, zoodat de hooge be zoekers meer dan ooit in de gelegenheid waren van het zeldzaam riviergezicht te genieten en zich te overtuigen van de schoone en tevens doelmatige ligging der Maasstad. Aan het Centraal-station was Z.Ex. Nasser El Molk en gevolg ontvangen door den burge meester van Rotterdam F. B. 's Jacob, den consul van Perzië te Rotterdam, den heer F. Ch. H. Ropcke, en den heer "W. Voormolen, hoofdcommissaris van politie. Veel merkwaardigs van Rotterdam werd bezichtigd. De Perzische ambassadeur werd gisteravond te Scheveningen in het Kurhuis met veel eerbetoon ontvangen. In een voor deze gelegen heid ingerichte loge verschenen te 9 uren de leden van de missie. Het publiek stond op en Mannst&dt's orkest zette het Perzische Volkslied en daarna het „Wien Neerlandach Bloed" in, onder het spelen van welke natio nale hymnen de leden van het gezantschap en het publiek in staande houding bleven. De minister van buitenlandsche zaken Jhr. Röell nam naast het hoofd der ambassade plaats. Voorts werd in de loge opgemerkt de waarnemende burgemeester van do residentie. De heeren bleven een groot gedeelte van het concert bijwonen en plaatsten vóór hun vertrek huDne namen in het „Guldenboek" van het Kurhaus. Het Tziganer-orkest van de Kurhaus-Bar gaf tijdens de pauze een afzonderlijke uitvoe ring van eenige Dummers in de receptiezaal voor de leden van het gezantschap, die daar toen vereenigd waren. Te 's-Gravenhage is aangekomen de Nederlandsche gezant te Washington, mr. W. F. H. Von Weckherlin. Generaal Bergansius, inspecteur van het wapen der artillerie, begaf zich gisteren naar IJmuiaen, waar thans fortmanoeuvres worden gehouden. De minister van oorlog heeft bepaald, dat de vergunning tot uitoefening der buiten landsche zeevaart kan worden verleend door den commissaris der Koningin in de provincie, waarbinnen de milicien als verlofganger is gevestigd en niet in de provincie, waaruit de milicien afkomstig is, zoodat betrekkelijke aanvragen van in de gemeente gevestigde miliciens rechtstreeks aan den commissaris der Koningin in de provincie, waaronder die gemeenten behooren, door de burgemeesters kunnen worden toegezonden. De officiëele stemopneming door de hoofd- kiesbureelen te Amsterdam brengt eenige verandering in den voorloopig medegedeelden uitslag der Raadsverkiezing. In district VII zijn nl. voor de aftreding 1903 1670 geldige biljetten ingeleverd. De heer Dyserinck, die 828 stemmen verkreeg, is dus niet herkozen, maar komt in herstemming met den heer Wormser, op wien 682 waren uitgebracht. In district VIII zjjn 1155 geldige biljetten ingeleverd, zoodat prof. Fabius, op wien zich 535 stemmen hadden vereenigd, niet is her kozen, maar in herstemming komt met den heer Van Leeuwen, die 496 kreeg, maar reeds in district VII is herkozen. Er moet nu toch herstemd worden in district VIII, tenzij de beer Van Leeuwen vóór 27 Juli verklaart voor cistrict VII aan te nemen; dan moet een geheel nieuwe ver kiezing in district VIII worden uitgeschreven. Hetzelfde geldt van de districten I en IX, waar de heer Heineken in herstemming komt, die reeds in VIII is gekozen. Vermoedelijk zullen de heeren Van Leeuwen en Heineken met de verklaring of zjj de reeds uitgebrachte keus aanvaarden, wachten tot de herstemming is afgeloopen, omdat alsdan blijken kan, dat een nieuwe verkiezing over bodig is. In eene vergadering der „Radicale Vereeni- gicg" in district IX te Amsterdam is tot candidaat voor het lidmaatschap der Tweede Kamer gesteld de heer mr. A. Kerdijk. Gisteren opende de burgemeester van Haarlem de raadsvergadering aldaar met een gelukwensch aan de herkozen leden. Daarna werd zonder stemming aangenomen een voorstel van B. en Ws. tot het trekken van het tegenwoordige hoofdbureau van politie by de gemeente-secretarie en het bouwen van een nieuw politiebureau in de Smedestraat. Eenig debat lokte het voorstel uit tot aan koop van de huisjes naast de vleeschhal. Met het oog op het onsierlyke en gevaarlijke daarvan en de groote uitgaven, die het Rijk zich voor restauratie van 't gebouw had ge troost, achtten B. en Ws. het wenscheltjk, dat nu ook de gemeente een kleine opoffering zou doen en stelden voor, den eigenaren, kerkvoogden der Nederl.-Herv. Gem., de som van f 5250 te geven, die zij vroegen en die berekend is naar een zuivere opbrengst der huisjes van f 157 's jaars, gekapitaliseerd naar inschrijving op het grootboek van 3 pet. De commissie van financiën ging met het denkbeeld van aankoop mee, maar achtte f 3000 voldoende en meende, dat de Ned. Herv. Gem. wel een lager prijs moebt vragen, uit erkentelijkheid voor wat het Rijk sinds jaren doet tot restauratie van de St. Bavo. Na een uitvoerige verdediging door den heer J. De Breuk, wethouder en lid van 't College van Kerkvoogden, keurde met 15 tegen 10 stemmen de Raad het voorstel van B. en Ws. en daarmede den prijs van/"5250 goed. Een voorstel om aan den heer A. A. Sprenger voor zijn zwemschool in 't Noorderbuiten- spaarne een concsssieverlenging van tien jaar en een extra-subsidie van f 200 's jaars toe te staan, mits hij op vaste dagen en uren de inrichting kosteloos openstelt, lokto mede heel wat discussie uit. Omwonenden hadden tegen deze concessieverlenging bezwaar ge maakt, wegens de versperring door de inrich ting van het vaarwater en de ophooping aldaar van vuil, in verband met de uitbreiding, die aan deze zijde van Haarlem verwacht wordt, wanneer de sluis te Spaarndam gereed zal zijn. Ten slotte keurde de meerderheid van den Raad het voorstel goed, maar beperkte op voorstel van den heer Tjeenk Willink de verlenging der concessio en bepaalde, dat dez 31 Dec. 1906 zal eindigen. Wegens het vergevorderde uur stelde de Voorzitter voor, de behandeling der tramplan nen te laten rusten tot de volgende verga dering. Wel is waar viel de hamer spoedig, maar niemand verzette zich daartegen, tot dat bij de rondvraag de heer Stolp vrosg, een gedeelte van het desbetreffende vcorstel direct in behandeling te nemen. In weerwil van het verzet des Voorzitters, die wees op bet par genomen besluit en op het vertrek van enkele leden, besloot ae> Raad, mot slechts 2 stemmor tegen, de punten I, V en VI toch onverwijld te behandelen. Na een verwarde gedachten- wisseling en een misverstand over de vraat» wat er nu eigenlijk was besloten, nam d. Raad met meerderheid van stemmen aan. concessie te verleenen aan de heeren D. E. I Van den Arend en F. A. G. Van der Steur voor den aanleg en de exploitatie van een door ee^ Raadscommissie ontworpen electrische ceip tuurbaan in Haarlem eD een electrische tra*»- naar Bloemendaal en werden en bloc afga wezen de adressen van de heeren Kuiuder en Lubcké en Bonheur voor lijnen naar Zan voort en van de Haarlemsche Tramweg- maatschappij, den hoer Wolbers en de heeren Van Vassen en Korevaar, voor lijnen in de stad. B. en Ws. zullen voorstellen indienen voor een subsidie voor de kookschool. Den oud-ambtenaar ter secretarie, oen hoer J. Schouten, werd ƒ1000 pensiotn en f 800 personeel© toelage daarop verleend. In de bestuursvergadering van den Natio- nalen Bond van Handels- en Kantoorbedien den in Nederland z\jn tot leden der commissie tot het ontwerpen van het reglement voor het pensioen- en oodersteumngfonds van dien En nu waren al die fijngetrokken lijnen ver stoord; haar berekeningen waren valsch ge bleken elk uitzicht op het bezit van den ge liefden man was haar voor immer ontrukt. Haar blik steeg op naar den sterrenhemel. Hoe dikwijls had zij in haar gedachten aan Erich de baan van Jupiter daar boven nage gaan I nu was hij van Venus verder dan ooitII Thans begon het geweten zijn gerecht over haar handelingen. Aan sterke boomen schudt de orkaan het hevigst, en de storm van haar döor het geweten opgeschudde gedachten trok over haar heen. Al maar weer verzette zij zich daartegen met haar taaie, volle kracht. Met de gansche energie van haar wil, met volle bewustzijn was zy er op uit geweest een misdadigen aanval op rechten des harten te doen, die in zichzelve en door de wereld- i.ke wet beschermd waren. Ja dat had zij gedaan! Maar waarom was God haar voorbij gegaan, toen by het voorhoofd van andere vrouwen met dat geheimzinnig teeken zegende, waardoor de vrouw voor liefde en geluk be stemd werd? Zy moest ter zyde biyven staan. Geen sterke band drukte baar aan een hart, niemand fluisterde haar toe: „Gy zyt de mynel" Zy had dat vroeger ook wel gedacht, doch thans ondervond zy het eerst met volle geweld, want hy, de eenige, voor wien zy leven en alles gelaten zou hebben hy was voor haar verloren! „Waarom hebt Gy me geschapen? morde zy tegen God waarom hebt Gy een vrouw van my gemaakt, zoo Gy me niet evenalB myn geslacht voor de liefde geschapen hebt? Heb ik geen hart als de anderen? Klopt het myne niet met vollere slagen dan dat van Doris, die recht op dezen man ver kregen heeft? Waarom hebt Gy me het bloed van het Zuiden geschonken, waarom dit warme hart my in den boezem geplaatst, zoo het inneriyk verteren moet? Waarom hebt Gy my deze gestalte gegeven en geen andere, die vóór de wereld met alle bekooriykheden pronkt en behaagt en andere harten doet ontvlammen? En zoo Gy het brandende vuur van zuidelyben levenslust in my ontstaakt waarom benaamt Gy my dan het onverkort genot? Waartoe gaaft Gy me daarby den ruwen, onbehouwen aard van het Noorden, waarom dien noordelyken trek in myn denk beelden, die van den hartstocht een verfyning maakt, dien trek van zedeiyk bewu&tzyn, dat over den hartstocht waken moet en hem oordeelt? Waarom laat Gy my de schuld daarvan zoo zwaar gevoelen? Overgeving in een Hoogeren Wil ootmoed en geduld I Ja, dat zyn de leerstellingen, die my in myn jeugd zyn ingeprent, dat is de leiddraad, die den menscb, die een eenzame, door de liefde verlaten vrouw in de band worden gegeven! Zwakke, ellendige hulp, bedarende mid delen, waarmede men bloedarme individuen tot rust brengt. Ik kan in een Schepper geen liefde zieD, die het schepsel slechts kwelling biedt." Zoo raasde het wilde oproer in Regina's ziel. Toen kwam het oogenblik, dat een kalmer loop dor gedachten zyn recht verlangt, het oogenblik, waarin zy zich afvroeg, hoe het dan toch mogeiyk was, dat een voorval, hetwelk haar eigeniyk niets aanging, alle zielskrachten in haar in zulke hevige beroering kon brengen. Was dan met de gevangen neming van den president inderdaad alles voor haar verloren? Was Doris niet door Erich betrapt geworden? Op dien avond, toen deze by haar was, had zich de ontvankeiykheid zijns harten voor de uitingen van hek hare geopen baard. Zoo het van zyn kant nog al geen liefde was, zy kon toch daaruit ontstaan, zoodra hy zich van Doris losgerukt had. De smart is in zulke omstandigheden een machtige bemiddelaar. Dat was een combinatie van haar breiu, die echter in het volgende oogenblik weer machteloos was voor iets, dat als met donkere, zware vlerken op haar neerdaalde. Het was de schuld, die uit het bewustzyn van haar geweten vóór haar opsteeg. Elke harer handelingen, van het oogenblik af, toen zy met haar liefde voor Erich in het hart in beider leven was opgetreden, toen zy dien brief aan Erich gericht had elke was een schakel in de keten daarvan. Zy was niet beter dan de man, die achter slot en grendel zat een dwaalster evenals zy. Het eeregewaad van haar karakter was besmeurd - zy was Erichs liefde niet meer waard. Als door de almacht van God, zoo werd zy door deze gedachte getroffen. Onder deze diepste verootmoediging, die een vrouw kan overkomen, viel zy ter aarde. Haar verwarde gedachten gingen terug naar dien avond, toen zy tot zichzelve de woorden gesproken had: „Ja, ik wil! naar het meer, onder de ruischende boomen, naar de zwarte, jagende wolken daarboven, naar het donkere, onbe wogen water. Een uur later verliet zy haar eenzaam kamertje. Lideman'a arrestatie op den avond van het tuinfeest had onder de gasten een ontsteltenis veroorzaakt, die in oen algemeene vlucht eindigde. Ieder riep om bedienden, om rytuigen, welke laatsten, daar zy tegen een later uur waren be6teld, er natuuriyk niet waren. Alzoo moesten de meesten het voor lief nemen, den tamelyk langen weg naar de stad te voet af te leggen. Doris was de aanblik van dien pyniykon toestand bespaard gebleven. In haar mantel gebuid, wachtte zy in de vestibule op haar man. Toch zou zy vernemen, wat er gebeurd was. Een der bedienden yide met een ontsteld gelaat haar voorby en riep haar het nieuws toe. Op hetzelfde oogenblik echter verscheen Erich, bood haar den arm en zei niets dan „Het is in orde. Nu naar huisl" Het rytuig, het eenige, dat juist aanwezig was, stond nog sedert de aankomst van Erich vóór de deur; Erich hielp zyn vrouw er in en ging naast haar zitten. Geen woord werd tu38chen het echtpaar gewisseld, doch de diepe zuchten uit Doris' borst zeiden den echtgenoot duideiyk genoeg, wat zy onder al de gebeurtenissen van den avond leed. Daar buiten vlogen huizen en menschen in de schaduw voorby. Het zwygen begon ten laatste beiden pynlyk te vallen. „Zeg, wat is er dan toch gebeurd, Erich?" vroeg Doris eindelyk op schuwen, gedruk- ten toon. „De president is gevangengenomen," waa het antwoord. Toen werd bet weer stil als te voren. „Erich, Erich 1" „Wat wilt ge, myn kind? - Wy zyn weldra thuis." Het was Doris, als moest zy uit bet rytuig springen en haar weg te voet voortzetten overal heen, waar heur wanhoop haar heen voerde, alleen niet naar huis. En toch naderden zy hun woning al meer en meer, langs de groote élégante huizen der „fashionable" wyk, te midden waarvan hun bescheiden huisje, lag. O, had zy het toch nooit verlaten! Zjj trok de kap van haar mantel over het voor hoofd. De menschen, die langs de kanten op de trottoirs den verkwikkenden zomeravond genoten, zy kwamen haar voor, alsof zy eon haag vormden en elkander de geschiedenis van Lideman verteldenzy schenen op haa'O gewacht te hebben, om met vingers op haar te kunnen wyzen. De wereld moest zich immers altyd met haar oDledig houden dat was de schoone, bekoorlijke vrouw zoo gewoon. Daar hield het rytuig voor bun buis stil. Doris wachtte Diet, tot haar man uit stapte en het portier opende, om haar er uit te helpen. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 1