N'. 11468.
Vrijdag 16 Juli.
A°. 1897
feze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 15 Jnli.
Feuilleton.
DWAALSTERREN.
LEIBSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT»
VSir Leiden per 3 maanden. 1.1Ö,
Franco per poet1.40.
AfzonderlUke Nommers 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
"Van 1 6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17 j. GrootefO
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
De gisteren door ons medegedeelde poging
kan onzen Burgemeester, om een fonds te
(stichten tot het door ods omschreven doel,
pndervindt by ingezetenen en fabrikanten groote
feyropathie.
Uit vertrouwbare bron vernemen wy, dat
Itbans reeds meer dan f 38,000 is toegezegd,
waaronder eene aanzienlijke bijdrage van de
mootschap„de Loidsche Katoenmaat-
kchappi)" en verschillende bijdragen van de
directeuren en de aandeelhouders dier maat
schappij.
De Burgemeester schijnt het voornemen
hebben, binnenkort eene commissie voor
erkverschaffing in het leven te roepen.
Wjj kunnen niet anders dan ook dit plan
feeer toajuichen. Immers het is niet voldoende,
jflat de nood der werklieden door gelde-
j k e bijdragen wordt gelenigd. De menschen
roeten zooveel mogelyk aan werk geholpen
gorden. Zij moeten begrijpen, dat de weer-
latandskas ook voor latere rampen in de
leerste plaats natuurlijk voor de jongste ramp
bestemd is, maar dat zij zelven behooren
[mede te werken, om in hunne behoeften te
[voorzien en op die wijze zich de geldelijke
ondersteuning moeten waaroig maken.
Zooals men ziet, berust dus het geheel op
leen goeden grondslag. En waar dit het geval
is, kan men met een gerust hart eene ruime
bijdrage geven; hier heeft men thans de vaste
overtuiging, dat het bedrag op juiste, doel
matige wijze zal worden verbruikt! Wij kun
nen dus niet genoeg aansporen, dit fonds te
steunen. Zendt, ingezetenen, aan den Burge
meester Uwe bijdragen, opdat hem duidelijk
blyke, dat zijn plan aller sympathie hoeft!
VooraL hopen wjj, dat deze laatste regelen
zullen gelezen worden door hen waaronder
zéérvermogenden, die aan de leden der
Commissie voor het Huldeblijk onomwonden
'verklaarden daaraan niet te zullen bijdragen,
alsof ook deze gift niet aan de weldadigheid
ten g06de zou komen! Maar - het zij zoo
than3 hebt Gij gelegenheid te toonen, dat
Uwe woorden, dat liever voor een ander doel
moest gecollecteerd worden, werkelijk ge
meend waren.
Geeft t h a n 8 en verdubbelt desnoods Uwe
oorspronkelijk toegedachte gavel
Het was gisteren juist 12Va jaar ge
leden, dat de heer J. B. Meynen, hoofd der
Christelijke school voor meer uitgebreid lager
onderwysc-aan den Stillen Rijn alhier, deze
betrekking aanvaardde.
Die dag ging niet onopgemerkt voorbij.
De heer Meynen ontving vele verrassende en
kostbare blijken van achting en waardeering
jegens zijn persoon en zijn arbeid, in het
belang der jeugd.
Zoo ontving hij van het bestuur der school,
dat hom bij monde van ds. S. H. J. De Wolff
complimenteerde, een keurig schilderij. Namens
de onderwijzers, onderwijzeressen en kweeke-
lingen, aan die onderwijsinrichting verbonden,
werd hy toegesproken door den heer L. Flipse,
die zijn toespraak vergezeld deed gaan van
twee prachtwerken.
Ook de oud-leerlingen, die dit jaar slaagden
voor de toelatingsexamens tot een hoogere
onderwijsinrichting, hadden hun geachten leer
meester niet vergeten. Dit toonden zi) door
een fraai bloemstuk, hem aangeboden met
een toespraak door den oud-leerling W. Van
GiJlik.
Dr. J. C. Van Ronkel, cand. te Leiden,
is beroepen in de gecombineerde gemeenten
te Nijehaske en Haskerdijke der Herv. Kerk.
De lste luit. W. J. Tilanus, van het
3de reg. huzaren te 's-Gravenhage, is over
geplaatst naar Leiden en tijdelijk belast met
het bevel over het depot-escadron.
Bij het gehouden toelatings-examen tot
het lste studiejaar van den cursus bjj het
4de regiment infanterie, waaraan door 9 onder
officieren werd deelgenomen, hebben de vol
gende adspiranten voldaan: A. J. Friderichs,
J. E. J. Yeldhuijsen, H. W. Mooij, J. Van der
Vlugt en W. Van Leuven. Twee onderoffi
cieren voldeden niet aan het examen, terwijl
twee zich van het examen hebben terug
getrokken.
Zooals wordt aangekondigd, geeft de
„Banda Municipale di Citta Saut' Angelo,"
een orkest bestaande uit 45 leden, Italiaanscbe
bergjagers in uniform, onder leiding van den
heer Carlo Cavina, de volgende week hier
ter stede een concert
Waar het zich tot heden in Nederland liet
hooren, wist het zich geestdriftig te doen
toejuichen.
Vooral wordt geroemd de gloed en het en-
train, waarmede deze Zuiderlingen de werken
ten gehoore brengen. De directeur wordt be
schreven als een man met goeden smaak, die
aan een levendig temperament elegance en
fijne opvatting paart.
Reden te over om Donderdag 22 Juli den
tuin van Zomerzorg goed bevolkt te mogen
verwachten.
De te 's-Gravenhage vertoevende Per
zische ambassadeur en de leden van het ge
zantschap maakten Dinsdag-namiddag een
rtytocbt naar Scheveningen. Hun indruk van
de badplaats was, dat zy een van de mooiste
zeestations kun genoemd wordeü, vooral door
den aanleg, tot wtlke meening de breede
strandweg zeer zeker het z^jne bijdroeg.
Te halfacht 's avonds begaf het gezantschap
zich naar de woning van den minister van
buitenlandsche zaken, ter bijwoning van het
gala-diner, dat de beer Roëll te zijDer eere
gaf. Het bestond uit 30 couverts en mevr.
Roëll, echtgenoot© van den gastheer, nam
mede de honneurs waar.
Nasser el Molk was gezeten tU8schen mevr.
Roëll en den deken van het corps diplomatique,
den Russischen gezant. Verder zaten aan tafel:
de ministers, hoofden der departementen; de
buitengewone gezant mr. Ruyssenaers, chef
van 's Ministers Kabinet; de waarn. burge
meester jhr. Gevaerts Van Simonshaven; de
vice-president van den Raad van State; de
aftredende gezant der Amerikaansche Unie,
do heer Quinby; de luit.-generaal Graaf
Dumonceau; de generaal-majoor Doorman,
gouverneur der residentie; dr. Leyds, Z. A.
Staatssecretaris; de heer Muller, consul-gene
raal van OraDje-Vrijstaat; de heer Coetermans,
consul-generaal van Perzië te Antwerpeu; de
consul van dat rijk te Rotterdam, die beiden
tijdelijk aan het gezantschap toegevoegd zjjn.
De minister van buitenl. zaken heeft een
toost gedronken op de gezondheid van den
Perzischen souverein, in antwoord waarop de
ambassadeur een dronk instelde op Hare
Majesteiten de Koninginnen.
De vriendelijke ontvangst, hun door het
hoofd der buitenlandsche betrekkingen bereid,
bevestigde den vreemden Oosterlingen de aan
gename herinneringen, welke reeds de gast
vrijheid, die hun hier te Jande betoond werd,
op hen achtergelaten heeft.
Die gunstige indrukken zijn niet zonder
invloed gebleven op den duur van hun verblijf,
dat, Dadat het vertrek der missie aanvankelijk
bepaald was op heden, Donderdag, alsnog tot
Zaterdag zal verlengd worden, ook met het
doel om nog enkele steden van ons land te
bezoéken, met name Delft en Haarlem.
De missie vertrok gisteren per Holl. spoor
te 10 u. 20 m. naar Rotterdam, ter bezichtiging
van do havenwerken. Het gezelschap, ook
than3 vergezeld van de door H. M. de Koningin
aan de leden van het gezantschap toegevoegde
heeren der hofhouding, nam plaats in het
salonrijtuig, dat te Amsterdam aan don trein
was gekoppeld.
Te ongeveer halfzes kwamen de heeren in
Den Haag terug.
Prachtig weder had het uitstapje naar
Rotterdam begunstigd, zoodat de hooge be
zoekers meer dan ooit in de gelegenheid waren
van het zeldzaam riviergezicht te genieten en
zich te overtuigen van de schoone en tevens
doelmatige ligging der Maasstad.
Aan het Centraal-station was Z.Ex. Nasser
El Molk en gevolg ontvangen door den burge
meester van Rotterdam F. B. 's Jacob, den
consul van Perzië te Rotterdam, den heer
F. Ch. H. Ropcke, en den heer "W. Voormolen,
hoofdcommissaris van politie.
Veel merkwaardigs van Rotterdam werd
bezichtigd.
De Perzische ambassadeur werd gisteravond
te Scheveningen in het Kurhuis met veel
eerbetoon ontvangen. In een voor deze gelegen
heid ingerichte loge verschenen te 9 uren de
leden van de missie. Het publiek stond op
en Mannst&dt's orkest zette het Perzische
Volkslied en daarna het „Wien Neerlandach
Bloed" in, onder het spelen van welke natio
nale hymnen de leden van het gezantschap
en het publiek in staande houding bleven.
De minister van buitenlandsche zaken Jhr.
Röell nam naast het hoofd der ambassade
plaats. Voorts werd in de loge opgemerkt de
waarnemende burgemeester van do residentie.
De heeren bleven een groot gedeelte van
het concert bijwonen en plaatsten vóór hun
vertrek huDne namen in het „Guldenboek"
van het Kurhaus.
Het Tziganer-orkest van de Kurhaus-Bar
gaf tijdens de pauze een afzonderlijke uitvoe
ring van eenige Dummers in de receptiezaal
voor de leden van het gezantschap, die daar
toen vereenigd waren.
Te 's-Gravenhage is aangekomen de
Nederlandsche gezant te Washington, mr.
W. F. H. Von Weckherlin.
Generaal Bergansius, inspecteur van het
wapen der artillerie, begaf zich gisteren naar
IJmuiaen, waar thans fortmanoeuvres worden
gehouden.
De minister van oorlog heeft bepaald,
dat de vergunning tot uitoefening der buiten
landsche zeevaart kan worden verleend door
den commissaris der Koningin in de provincie,
waarbinnen de milicien als verlofganger is
gevestigd en niet in de provincie, waaruit de
milicien afkomstig is, zoodat betrekkelijke
aanvragen van in de gemeente gevestigde
miliciens rechtstreeks aan den commissaris
der Koningin in de provincie, waaronder die
gemeenten behooren, door de burgemeesters
kunnen worden toegezonden.
De officiëele stemopneming door de hoofd-
kiesbureelen te Amsterdam brengt eenige
verandering in den voorloopig medegedeelden
uitslag der Raadsverkiezing.
In district VII zijn nl. voor de aftreding
1903 1670 geldige biljetten ingeleverd. De
heer Dyserinck, die 828 stemmen verkreeg,
is dus niet herkozen, maar komt in herstemming
met den heer Wormser, op wien 682 waren
uitgebracht.
In district VIII zjjn 1155 geldige biljetten
ingeleverd, zoodat prof. Fabius, op wien zich
535 stemmen hadden vereenigd, niet is her
kozen, maar in herstemming komt met den
heer Van Leeuwen, die 496 kreeg, maar
reeds in district VII is herkozen.
Er moet nu toch herstemd worden in
district VIII, tenzij de beer Van Leeuwen
vóór 27 Juli verklaart voor cistrict VII aan
te nemen; dan moet een geheel nieuwe ver
kiezing in district VIII worden uitgeschreven.
Hetzelfde geldt van de districten I en IX,
waar de heer Heineken in herstemming komt,
die reeds in VIII is gekozen.
Vermoedelijk zullen de heeren Van Leeuwen
en Heineken met de verklaring of zjj de reeds
uitgebrachte keus aanvaarden, wachten tot
de herstemming is afgeloopen, omdat alsdan
blijken kan, dat een nieuwe verkiezing over
bodig is.
In eene vergadering der „Radicale Vereeni-
gicg" in district IX te Amsterdam is tot
candidaat voor het lidmaatschap der Tweede
Kamer gesteld de heer mr. A. Kerdijk.
Gisteren opende de burgemeester van
Haarlem de raadsvergadering aldaar met een
gelukwensch aan de herkozen leden.
Daarna werd zonder stemming aangenomen
een voorstel van B. en Ws. tot het trekken
van het tegenwoordige hoofdbureau van politie
by de gemeente-secretarie en het bouwen van
een nieuw politiebureau in de Smedestraat.
Eenig debat lokte het voorstel uit tot aan
koop van de huisjes naast de vleeschhal. Met
het oog op het onsierlyke en gevaarlijke
daarvan en de groote uitgaven, die het Rijk
zich voor restauratie van 't gebouw had ge
troost, achtten B. en Ws. het wenscheltjk,
dat nu ook de gemeente een kleine opoffering
zou doen en stelden voor, den eigenaren,
kerkvoogden der Nederl.-Herv. Gem., de som
van f 5250 te geven, die zij vroegen en die
berekend is naar een zuivere opbrengst der
huisjes van f 157 's jaars, gekapitaliseerd naar
inschrijving op het grootboek van 3 pet.
De commissie van financiën ging met het
denkbeeld van aankoop mee, maar achtte
f 3000 voldoende en meende, dat de Ned.
Herv. Gem. wel een lager prijs moebt vragen,
uit erkentelijkheid voor wat het Rijk sinds
jaren doet tot restauratie van de St. Bavo.
Na een uitvoerige verdediging door den
heer J. De Breuk, wethouder en lid van
't College van Kerkvoogden, keurde met 15
tegen 10 stemmen de Raad het voorstel van
B. en Ws. en daarmede den prijs van/"5250
goed.
Een voorstel om aan den heer A. A. Sprenger
voor zijn zwemschool in 't Noorderbuiten-
spaarne een concsssieverlenging van tien jaar
en een extra-subsidie van f 200 's jaars toe
te staan, mits hij op vaste dagen en uren
de inrichting kosteloos openstelt, lokto mede
heel wat discussie uit. Omwonenden hadden
tegen deze concessieverlenging bezwaar ge
maakt, wegens de versperring door de inrich
ting van het vaarwater en de ophooping aldaar
van vuil, in verband met de uitbreiding, die
aan deze zijde van Haarlem verwacht wordt,
wanneer de sluis te Spaarndam gereed zal
zijn. Ten slotte keurde de meerderheid van
den Raad het voorstel goed, maar beperkte
op voorstel van den heer Tjeenk Willink de
verlenging der concessio en bepaalde, dat dez
31 Dec. 1906 zal eindigen.
Wegens het vergevorderde uur stelde de
Voorzitter voor, de behandeling der tramplan
nen te laten rusten tot de volgende verga
dering. Wel is waar viel de hamer spoedig,
maar niemand verzette zich daartegen, tot
dat bij de rondvraag de heer Stolp vrosg, een
gedeelte van het desbetreffende vcorstel direct
in behandeling te nemen. In weerwil van het
verzet des Voorzitters, die wees op bet par
genomen besluit en op het vertrek van enkele
leden, besloot ae> Raad, mot slechts 2 stemmor
tegen, de punten I, V en VI toch onverwijld
te behandelen. Na een verwarde gedachten-
wisseling en een misverstand over de vraat»
wat er nu eigenlijk was besloten, nam d.
Raad met meerderheid van stemmen aan.
concessie te verleenen aan de heeren D. E. I
Van den Arend en F. A. G. Van der Steur voor
den aanleg en de exploitatie van een door ee^
Raadscommissie ontworpen electrische ceip
tuurbaan in Haarlem eD een electrische tra*»-
naar Bloemendaal en werden en bloc afga
wezen de adressen van de heeren Kuiuder
en Lubcké en Bonheur voor lijnen naar Zan
voort en van de Haarlemsche Tramweg-
maatschappij, den hoer Wolbers en de heeren
Van Vassen en Korevaar, voor lijnen in de stad.
B. en Ws. zullen voorstellen indienen voor
een subsidie voor de kookschool.
Den oud-ambtenaar ter secretarie, oen hoer
J. Schouten, werd ƒ1000 pensiotn en f 800
personeel© toelage daarop verleend.
In de bestuursvergadering van den Natio-
nalen Bond van Handels- en Kantoorbedien
den in Nederland z\jn tot leden der commissie
tot het ontwerpen van het reglement voor
het pensioen- en oodersteumngfonds van dien
En nu waren al die fijngetrokken lijnen ver
stoord; haar berekeningen waren valsch ge
bleken elk uitzicht op het bezit van den ge
liefden man was haar voor immer ontrukt.
Haar blik steeg op naar den sterrenhemel.
Hoe dikwijls had zij in haar gedachten aan
Erich de baan van Jupiter daar boven nage
gaan I nu was hij van Venus verder dan ooitII
Thans begon het geweten zijn gerecht over
haar handelingen. Aan sterke boomen schudt
de orkaan het hevigst, en de storm van haar
döor het geweten opgeschudde gedachten trok
over haar heen. Al maar weer verzette zij
zich daartegen met haar taaie, volle kracht.
Met de gansche energie van haar wil, met
volle bewustzijn was zy er op uit geweest
een misdadigen aanval op rechten des harten
te doen, die in zichzelve en door de wereld-
i.ke wet beschermd waren. Ja dat had zij
gedaan! Maar waarom was God haar voorbij
gegaan, toen by het voorhoofd van andere
vrouwen met dat geheimzinnig teeken zegende,
waardoor de vrouw voor liefde en geluk be
stemd werd?
Zy moest ter zyde biyven staan. Geen
sterke band drukte baar aan een hart, niemand
fluisterde haar toe: „Gy zyt de mynel" Zy
had dat vroeger ook wel gedacht, doch thans
ondervond zy het eerst met volle geweld,
want hy, de eenige, voor wien zy leven en
alles gelaten zou hebben hy was voor haar
verloren! „Waarom hebt Gy me geschapen?
morde zy tegen God waarom hebt Gy
een vrouw van my gemaakt, zoo Gy me niet
evenalB myn geslacht voor de liefde geschapen
hebt? Heb ik geen hart als de anderen?
Klopt het myne niet met vollere slagen dan
dat van Doris, die recht op dezen man ver
kregen heeft? Waarom hebt Gy me het bloed
van het Zuiden geschonken, waarom dit
warme hart my in den boezem geplaatst, zoo
het inneriyk verteren moet? Waarom hebt
Gy my deze gestalte gegeven en geen andere,
die vóór de wereld met alle bekooriykheden
pronkt en behaagt en andere harten doet
ontvlammen? En zoo Gy het brandende vuur
van zuidelyben levenslust in my ontstaakt
waarom benaamt Gy my dan het onverkort
genot? Waartoe gaaft Gy me daarby den
ruwen, onbehouwen aard van het Noorden,
waarom dien noordelyken trek in myn denk
beelden, die van den hartstocht een verfyning
maakt, dien trek van zedeiyk bewu&tzyn,
dat over den hartstocht waken moet en hem
oordeelt? Waarom laat Gy my de schuld
daarvan zoo zwaar gevoelen? Overgeving in
een Hoogeren Wil ootmoed en geduld I Ja,
dat zyn de leerstellingen, die my in myn
jeugd zyn ingeprent, dat is de leiddraad, die
den menscb, die een eenzame, door de liefde
verlaten vrouw in de band worden gegeven!
Zwakke, ellendige hulp, bedarende mid
delen, waarmede men bloedarme individuen
tot rust brengt. Ik kan in een Schepper
geen liefde zieD, die het schepsel slechts
kwelling biedt."
Zoo raasde het wilde oproer in Regina's
ziel. Toen kwam het oogenblik, dat een kalmer
loop dor gedachten zyn recht verlangt, het
oogenblik, waarin zy zich afvroeg, hoe het
dan toch mogeiyk was, dat een voorval,
hetwelk haar eigeniyk niets aanging, alle
zielskrachten in haar in zulke hevige beroering
kon brengen. Was dan met de gevangen
neming van den president inderdaad alles voor
haar verloren? Was Doris niet door Erich
betrapt geworden? Op dien avond, toen deze
by haar was, had zich de ontvankeiykheid zijns
harten voor de uitingen van hek hare geopen
baard. Zoo het van zyn kant nog al geen
liefde was, zy kon toch daaruit ontstaan,
zoodra hy zich van Doris losgerukt had. De
smart is in zulke omstandigheden een machtige
bemiddelaar.
Dat was een combinatie van haar breiu,
die echter in het volgende oogenblik weer
machteloos was voor iets, dat als met
donkere, zware vlerken op haar neerdaalde.
Het was de schuld, die uit het bewustzyn
van haar geweten vóór haar opsteeg. Elke
harer handelingen, van het oogenblik af, toen
zy met haar liefde voor Erich in het hart in
beider leven was opgetreden, toen zy dien brief
aan Erich gericht had elke was een schakel
in de keten daarvan. Zy was niet beter dan
de man, die achter slot en grendel zat een
dwaalster evenals zy. Het eeregewaad van
haar karakter was besmeurd - zy was Erichs
liefde niet meer waard.
Als door de almacht van God, zoo werd
zy door deze gedachte getroffen. Onder deze
diepste verootmoediging, die een vrouw kan
overkomen, viel zy ter aarde. Haar verwarde
gedachten gingen terug naar dien avond, toen
zy tot zichzelve de woorden gesproken had:
„Ja, ik wil! naar het meer, onder de
ruischende boomen, naar de zwarte, jagende
wolken daarboven, naar het donkere, onbe
wogen water.
Een uur later verliet zy haar eenzaam
kamertje.
Lideman'a arrestatie op den avond van het
tuinfeest had onder de gasten een ontsteltenis
veroorzaakt, die in oen algemeene vlucht
eindigde. Ieder riep om bedienden, om rytuigen,
welke laatsten, daar zy tegen een later uur
waren be6teld, er natuuriyk niet waren.
Alzoo moesten de meesten het voor lief nemen,
den tamelyk langen weg naar de stad te voet
af te leggen.
Doris was de aanblik van dien pyniykon
toestand bespaard gebleven. In haar mantel
gebuid, wachtte zy in de vestibule op haar
man. Toch zou zy vernemen, wat er gebeurd
was. Een der bedienden yide met een ontsteld
gelaat haar voorby en riep haar het nieuws
toe. Op hetzelfde oogenblik echter verscheen
Erich, bood haar den arm en zei niets dan
„Het is in orde. Nu naar huisl"
Het rytuig, het eenige, dat juist aanwezig
was, stond nog sedert de aankomst van Erich
vóór de deur; Erich hielp zyn vrouw er in
en ging naast haar zitten. Geen woord werd
tu38chen het echtpaar gewisseld, doch de
diepe zuchten uit Doris' borst zeiden den
echtgenoot duideiyk genoeg, wat zy onder al
de gebeurtenissen van den avond leed. Daar
buiten vlogen huizen en menschen in de
schaduw voorby. Het zwygen begon ten
laatste beiden pynlyk te vallen.
„Zeg, wat is er dan toch gebeurd, Erich?"
vroeg Doris eindelyk op schuwen, gedruk-
ten toon.
„De president is gevangengenomen," waa
het antwoord.
Toen werd bet weer stil als te voren.
„Erich, Erich 1"
„Wat wilt ge, myn kind? - Wy zyn
weldra thuis."
Het was Doris, als moest zy uit bet rytuig
springen en haar weg te voet voortzetten
overal heen, waar heur wanhoop haar heen
voerde, alleen niet naar huis. En toch naderden
zy hun woning al meer en meer, langs de
groote élégante huizen der „fashionable" wyk,
te midden waarvan hun bescheiden huisje,
lag. O, had zy het toch nooit verlaten! Zjj
trok de kap van haar mantel over het voor
hoofd. De menschen, die langs de kanten op
de trottoirs den verkwikkenden zomeravond
genoten, zy kwamen haar voor, alsof zy eon
haag vormden en elkander de geschiedenis
van Lideman verteldenzy schenen op haa'O
gewacht te hebben, om met vingers op
haar te kunnen wyzen. De wereld moest
zich immers altyd met haar oDledig houden
dat was de schoone, bekoorlijke vrouw zoo
gewoon. Daar hield het rytuig voor bun buis
stil. Doris wachtte Diet, tot haar man uit
stapte en het portier opende, om haar er uit
te helpen.
Wordt vervolgd.)