N°. 11464- MaaKdaj»: 12 Juli. feze Qaurant wordt dagelijks, met uitzondering van ($on- en feestdagen, uitgegeven. Derde Blad. Leiden. 10 Jnli. Feuilleton. DWAALSTERREN. LEIDSC PRIJS DEZER COURANT; Voor Leiden per 3 maanden. 1.1Q. Franco per post 1.40. Afzonderlijke Nommors t t t 0.05. PRIJS DEB ADVERTENTIES: Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grodtero letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stacl wordt f 0.05 berekend Ofllciëole Kennisgevingen. Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden brengen, naar aanleiding van artikel 27 der Verordening van den Ssten November 1894 (Gemeenteblad No. 10), op de keuring ven vee en vleesch binnen deze gemeente, ter algemeene kennis dat JOHANNES BERNARDUS PETRUS DE HAAS, wonende Haarlemmerstraat No. 272 te Leiden, op den 16den Februari 1897 werd bekeurd wegens, het met binnen acht dagen na de oprich ting van het bedrijf van vleeschverkooper. daarvan aaogifte doen aan Burgemeestor en Wethouders, en dat hij deswege den 5den April 1897 werd ver oordeeld tot 1 boete of 1 dag hechtenis; dat MARKUS VAN BLANRENSTEIN. wonende Janvossensteeg No. 15 te Leiden, op den 28sten Januari 1897 word bekeurd wegens het slachten van vee te Leiden zonder het binnen 48 uren vóór de slachting te hebben doen keuren, en dat i Jiij deswege den 17den April 1897 werd veroor deeld tot ƒ3 boete of 2 dagen hechtenis; dat J OH ANNUS A LOïSIUS EM I LI ANUS MARIA BRANDSEN, wonende Michielstraat No. 10 te Leiden, op den 6den Maart 1897 werd bekeurd wegens het invoeren van vleesch te Leiden, zonder voorzien te zijn van een duidelijke schriftelijke aanwijzing van den persoon, door wien het was verzonden, en van den persoon, voor wien bet was bestemd, en dat hij deswege den 5den April 1897 werd veroordeeld tot 5 boete of 3 dagen hech tenis; dat ANDRIES VAN SCHOONDERWOERD DEN BEZEMER, wonende Waardgracht No. 86 te Leiden, op den 15den Maart 1897 werd bekeurd, wegens het te Leiden invooren van deelen van aan ziekte ot door eenig toeval gestorven of in nood geslacht vee zonder toestemming van den Inspecteur der Vee- en Yleesclikearing, en dat hij deswege den 12den April 1897 werd veroor deeld tot 5 boete of 3 dagen hechtenis; dat JOHANNES CIERE, wonende Koolstraat No. 10 te Leiden, op den 17den Maart 1897 werd bekeurd wegens het invoeren van vleesch te Loiden, zonder voorzien te zijn vau een duidelijke schriftelijke aanwijzing van den persoon, door wien het was verzonden, en van den persoon, voor wien het bestemd was, en dat hij deswege den 12den April 1897 werd veroordeeld tot 3 boete of 2 dagen hechtenis; dat WILLEM SIRA, wonende Langegracht No. 68 te Leiden, op den 15den Maart 1897 werd bekeurd, wegens het als slager to Leiden voor banden -hebben van ongekeurd vleesch, co dat hij deswege den 12den April 1897 werd veroor deeld tot 3 boete of 2 dagen hechtenis; dat HENDRIK GERRITSEN, wonende teLisse, op den 13den Maart 1897 werd bekeurd wegens bet te Leiden vervoeren van ongekeurd vleesch, en dat hij deswege op 12 April 1897 werd ver oordeeld tot ƒ3 boeto of 2 dagen hechtenis; dat AR1EN ERIKS, wonende Groenesteeg No. 58 te Leiden, op den lsten Maart 1897 werd bekeurd, wegens het te Leiden als slager voorbanden hebben van vleesch zonder goedkeuringsmerk, en dat hij deswege den 17den April 1897 werd ver oordeeld tot -'5 boete of 3 dagen hechtonis; dat PETRUS DEN HOLLANDER, wonende te Voorschoten, op den 20sten Maart 1897 werd bekeurd, ten 1ste wegens het te Leiden voor een slager vleesch invoeren bij een geheel dier, zonder dat de mi t aan het ingevoerde vleesch bevestigd was; ten 2de, wegens net to Leiden invoeren van vleesch. zonder voorzien te zijn van een duidelijke schriftelijke aanwijzing van don portoon, door wien hot vleesch wa3 verzonden, en van den persoon, voor wien het bestemd was, en dat hij deswege op den 2Gsten April I897 werd veroor deeld tot 2 geldboeten van ƒ1 of voor elke boete 1 dag hechtenis; dat üE; -«rRDUS VAN DER HOEVEN, wonende te Zoeterwoude. op den 15den Maart 1897 werd bekeurd wegens het te Leiden (doen) invoeren van vleesch, niet voorzien van een duidelijke schriftelijke aanwijzing van den persoon,door wien het vleesch was verzomien, en van den persoon, voor wien het bestemd was, en dat hij deswege den 3don Mei 1897 werd veroordeeld tot J 5 boete of 3 dagen hechtenis; dat FERDINAND GERRIT DOESBURG LA- NOOY, wonende Korte Lijsbethsteeg No. 4 te .Leiden, op den ?6sten Maart 1897 werd bekeurd wegens het te Leiden vervoeren van ongekeurd vleesch en dat Lij deswege den 3den Mei 1897 werd veroordeeld tot 3 boete of 2 dagen hechtenis; dat JAN VAN ROSSEN, wonende Üiterstegracht No. 136a te Leiden, op den lsten April 1897 werd bekeurd, wegens het te Leiden invoeren van aan ziekte of door eenig toeval gestorven vee, zonder toestemming van den Inspecteur der Vee- en Vleeschkouring, en dat hij deswege den oden Mei 1897 werd veroordeeld tot 3 boete of 2 dagen hechtenis; dat JOHANNES HERREUR, wonende Wiel- makerssteeg No. 18 te Leiden, op den 29sten Maart 1897 werd bekeurd, wegens het te Leiden invoeren van aan ziekte of door oenig toeval gestorven vee zoDder toestemming van den Inspecteur der Vee- en Vleeschkeuring en dat hij deswege den 3den Mei 1897 werd veroordeeld tot ƒ1 boete of 1 dag hechtenis; dat JOHANNES BINK, wonende Wielmakers- ateeg, Koekebakkerspoort No. 2," op den 12den April 1897 werd bekeurd wegons het te Leiden invoeren van vleesch, dat tot bederf was over gegaan, en dat hij deswege den lOden Mei 1897 werd veroordeeld tot 2 boete of2 dagen hechtenis; dat JACOBUS DlSSELVELDT, wonende Van der-Werf-straat No. 42 to Leiden, op den lOden April 1897 werd bekeurd wegens het te Leiden invoeren van vleesch, dat tot nederf was overge gaan, en dat hij deswege den 17den Mei 1897 werd veroordeeld tot 8 boete of 4 dagen hechtenis; dat JOHANNES SIRA, wonende Doelensteeg No. 3 te Leiden, op den 13den April 1897 werd bekeurd, ten lste wegons het invoeren van vleesch te Leiden op verboden tijd. ten 2de wegens het t© Leiden invoeren van vleesch, dat tot bederf was overgegaan, en ten 3de wegens het te Leiden invoeren van aan ziekte of door eenig toeval ge storven vee, zonder toestemming van den Inspecteur der Vee- en Vleeschkeuring, en dat hij deswege op den 17den Mei 1897 werd veroordeeld tot geld boeten van ƒ0.50, ƒ3 en ƒ1 of hechtenis van 1,3 en 2 dagen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden. F. WAS, Burgemeester. 8 Juli 1897. E. KIST, Secretaris. De aangekondigde vergadering van Geheel onthouders werd gisteravond in de Nutszaal gehouden onder leiding van mr. D. A. Van Eek, algemeen secretaris van de Nederlandsche vereeniging tot afschaffing van sterken drank. De heer K. Sycsma sprak een kort voor woord, waarin by het doel der vergadering uiteenzette. Hier ter stede bestaan, volgens spreker, 69nige drankbestrydende vereenigingen lste afd. Leiden van de Nederl Ver. tot afsch. van sterken drank (opgericht 1848); 2de Studenten-Geheel-onthouders-vereeni- ging; 3de afd. Leiden van de Nationale Christen- Geheel-ontbouders-ver. (opgericht in 1890). Deze vereenigingen moeten ons aller sym pathie wegdragen, hoewel het noodig biykfc eene neutrale onthouders-vereeniging op te richten, welke spreker gaarne eene afdeeling zag van de Nederlandsche Vereeniging tot afschaffing van sterken drank. Hierna zette de heer Van Eek het algemeen reglement van de Nederl. Ver. tot afschaffing van sterken drank uiteen. Spreker merkte op, dat het hem z er verblijdde in Leiden geroepen te worden om eene oprichtmgs-vergadering van eeneL' idsche neutrale Geheel-onthouders-vereeniging te presideeren. Voorloopig bracht by het comité, dat deze vergadering belegde (de heeren K. Sytsma, Th. Gori en mej. E. C. Knappert), oen woord van hulde. Genoemde personen hebben de noodzakelijk heid gezien, zich samen te vereenigen, als geheel onthouders, hoewel niet allen dezelfde godsdienstige overtuiging deelende. Tot leden der op te richten vereeniging worden zy alleen toegelaten, die minstens 16 jaar oud zyn, zich onthouden van het drinken en aanbieden van alle alcoholische dranken. De vereeniging neemt ook als zoodanig (volgens art. 6 van het algemeen reglement) voorstanders op, die, zonder lid te zijn, jaar lijks aan een afdeeling minstens één gulden bijdragen. De vereeniging tracht haar doel te bereiken door: lo. den zedelyken en verstandelijken invloed harer leden; 2o. het verspreiden van juiste begrippen om trent den invloed van alcohol gebruik en -mis bruik op individu en maatschappij 3o. het uitoefenen van invloed by ver kiezingen 4o. het aanwenden van pogingen om hen, die aan het gebruik van sterken drank of van andere alcoholische dranken gewoon zyn, daar van terug te brengen; 5o. het beleggen van huishoudeiyke en openbare byeenkomsten, het houden van op tochten en dergeiyke; 6o. het verspreiden van geschriften, die op de zaak betrekking hebben; 7o. het uitlokken, by hoogere en lagere besturen, van maatregelen, die aan het be reiken van haar doel bevorderlijk kuDnen zyn; en 8o. het tot-stand brengen van vereenigingen, vooral van jonge menschen, tot bevordering van het doel der vereeniging, terwyi volgens art. 9 de vereeniging als zoodanig geen gods dienstige of staatkundige richting aanneemt. De heeren Franchimon, voorzitter, en G. A. Annokkée, vice-voorzitter der afd. Leiden van de Nationale Christen Gebeel-onth.-ver., traden herhaalde malen in debat en zagen alleen heil in eene drankbestrijding, die eene godscienstige richting aanneemt. Ds. De Koe, uit Nieuwveen, die ook aan wezig was, wilde eene vereeniging, wier leden het recht hebben zich t9 gro peeren (rechtzmnigen by rechtsinnigen, vryzinnigen by vryzinnigen) en zag daarom gaarne, dat de op te richten vereeniging van Geheel onthouders zich aansloot by de onlangs als rechtspersoon erkende vereeniging: rBond van Geheel-onthouders te Nieuwveen." Deze bezwaren en ook die der vorige sprekers werden weerlegd door den heer Yan Eek, die nogmaals het werken van de Nederl. ver. tot afsch. van sterken drank uiteen zette; geen geheel-onthouder behoefde bezwaren te hebben, ook niet wegens goisdionstige over tuigingen, waarin zy Ieders afdeelings-bestuur vry liet zich by haar aan te sluiten (een bewys gaf spreker hiervan, dat de hier ter stede bestaande Afschaffers vereeniging by r a geheel en al uit rechtzinnigen bestaat). Trots vele bezwaren, die zich voordeden en zich nog zullen voordoen, vormden aan- vankeiyk dertien personen der vergaderden eene Leidsche geheel onthouders-veroeniging der Nederl. ver. tot afschaffing van sterken "drank. Da andere broeders geheel-ontbouders, waartoa ook velen behoorden, by geen enkele geheel onthouders-vereeniging hier ter stede aangesloten zyede, schenen alsnog geen neiging te gevoelen zich by de vereeniging aao te sluiten. De heer Van Eek hoopte, dat dit spoedig geschieden mocht, en dat ook personen, die reeds lid zijn van de Nationale Chnsten- Geheel-ontbouders-Ver. afd. Leiden, zich mochten aansluiten om gezameniyk het be gmsfcl der Geheel-onthouding zien te ver breiden. Deze vrienden, die dus als gasten tegen woordig wareD, verlieten de z al, teiwyi den oprichters der nieuwe vereeniging nog een plicht te doen stond: nl. het kiezen van een bestuur. Als bestuursleden werden benoemd de beeren mr. Mendels, K. Sytsma en P. Mulder, die onderling de function van voorzitter, secre taris en penningmeester moaten verdeeten. De vergaderingen zulten voorloopig gehou den worden in de Fabrieksschool, Heerengracbt 96 (daartoe welwillend coor h t bestuur dezer school gratis afgestaan). Wy ontvingen het vyf en-twintigste jaar verslag der AlgemeeneNederlamsche Vrouwen- vereeniging „Tesselschade", van 1 April 1896 tot 31 Maart 1897. Daaruit biykt, dat de afdeeling Leiden telt 176 leden en 17 werksters; ttrwyl de iDge komen stortingen: der contributie, 0 der giften, ƒ21.50 bedroegen. Rijnstreek 27 leden; ingekomen stor tingen ƒ8. Lisse - Bennebroek 24 ledenstortingen 6. Verder wordt in het verslag o. a. gezegd: Leiden gaf veel geld voor opleiding van 4 eigen canoidaten, dia alten voor muziek studeeren; eene harer, eene uitstekende pia niste, hoopt weldra haar einddiploma aan de muziekschool te Leiden te behalen od zou daarna gaarne hare studiën buitenslands vol tooien, waartoe het Bestuur te zyner tyd een beroep op de kas van anderen zal moeten doen; eene andere beoogt slechts het geven van lessen; eene derde studeert nu theorie en heeft plan naar Indië te gaan, terwijl de vierde op de Hochschule te Berlyn is. De candidate-apothekeres moest om gezond- heid6iedeöen de studie staken; het haar toege dachte kwam daarna ten goede aan eene candidate van Zutfen. Htt gevarieerde arbeidsveld van „Tessel- schade" trekt het Bestuur aan; het behartigt dan ook met evenveel yver de belangen der werksters, aan wie dank z(j eene St. Nico- laas étalage en een buisboudelijken bazaar te Voorschoten byna ƒ650 werkloon kon worden uitbetaald, terwyi de depóthoudster daardoor ook een byzonder goed jaar had. Bestuurderessen gaan voort met het maan- delyks plaatsen in het „Leidsch Dagblad" van eene advertentie, waarby de aandacht van het publiek wordt geve-tigd op de verschil lende werkzaamheden der Vereeniging, een maatregel, die goe l werkt, blijkens de telkens nieuwe namen, die in de boeken voorkomen. Het gehalte van het werk is over net geheel zeer goed, borduren uitmuntend zelfs, en het bestuur kan bestellingen op alle mogelijke werk aannemen zonder zyn toevlucht te nemen tot andere Afdeelingen. Het Bemid delingsbureel had dit jaar meer succes dan hat vorige en vermocht vele adsp ranten te plaatsen. De kas van Rijnstreek verleende eene zeer ruime bydrage aan een jong meisje, dat voor onderwyzeres studeert, zoodat er voor andere belangen geen geld meer beschik baar was, niettegenstaande Gorkum en Haar- tem ieder een gift zonden. Andere bomoriingen had de correspondente dit jaar niet. De correspondente van Lisse-Benne* broek bezorgde wederom debiet van armen- goed aan Haarlem; vootts liet zy, met hulp van eene toelage uit de Fondskas, een jong meisje opleiden tot apothekersbediende, en schonk zy eene bydrage aan do Fondskas. Van het Bemiddelingsburoel werd tweemaal gebruik gemaakt, doch zonaer succes. In het verslag dezer algemeene Ne Ierland- scho vrouwen vereeniging wordt ook nog het volgende gez -gd; Het afgeloopen jaar wa3 belangrijk voor „Tesselschadedoor het feit, dat het het 25ste levensjaar oier Vereeniging was. Na een tydperk van ten kwart eeuw slaat men onwille keurig den blik terug, en ov.rztet wat is verricht en ook wat hai tot lAani kunnen komen, maar door verschillende omstandigheden is mislukt. Gtlukkig heelt Je voorspoed verre de overhand gehad toven den tegenspoed, en ui die 25 jareu heeft da tydgeest zi.h zoozeer gewijzigd, dat het werken van „Tes- selscha e" ook dadr, waar het de uitbrei ding van de oorspronkelijke bemoeiingen be treft haast overal met sympathie wordt begroet. Voor het akte-examen L. O. is toegelaten de heer J. H. Habermebl, te Nieuwveen. Tot leeraar in de zeevaartkunde, stoora- werktuigkuode, enzaan de zeevaartschool te Groningen is benoemd de heer J. H. Van Hoogstraten, gopensionoeerd luit. ter zee lsto kl. te 'a Graveohage. Met de nachtboot „Koningin-Regentes" van de Maatschappij „Zeeland" kwam gister ochtend te Vlissingen van Londen aan prinses Heinrich van Pruisen met gevolg, die met den aansluitenden sneltrein hare reis naar Duitschland voortzette. Ter kennis van belanghebbenden wordt gebracht dat, blijkens medeieeling van e Belgische Regeering, van 30 Augustus tor tn met 1 September 1897, onder eere-voorzitl^r- schap van de Belgische Ministers van Open bare "Werken en van Nijverheid en Fabrieken, te Brussel een internationaal congres zal worden gehouden betreffende de nyverheid der bouw vakken i n van do openbare werken. Voor deelneming aan en tot het verkrygen van programa's van htt congres kan men zich wenden tot den heer M. J. Carsoel, trésorier du Comité Organisateur, rue de Florence 53 te Brussel. (Sts. Ct.) Naar men verneemt, heeft de lieer L. Roosenburg, ontvanger der successi rechten te Utrecht, eervol ontslag aangevraagd uit 's Ryka I dienst, om redenen van gezondheid. 24) Zy hield boven alles van de muziek; zy vond in Else een bekwame deelgonoote by quatre-mains en beiden konden zich ternauwer nood daaraan verzadigen. De muziek alleen was de jonge vrouw, uit den glan3 van haar vroegere weelde, trouw gebleven en by de tonen van haar klavier droomde zy zich in haar vroeger leven terug. „Lieve Doris, een verzoek," zei Erich op zekeren dag, uit zijn kamer komend. „Gy speelt beiden prachtig, en het is een lust u aan te hooren een uurl Maar drie uren, vooral wanneer men met zulke gespannen zrnuwen aan een hersenwork bezig is 1 Bedenk dat eens, lief kindl" Het was de toon der reine goedheid, waarin Erich zyn verzoek kleedde. Van nu af opende Doris drie weken lang haar vleugel niet meer. „Gy en m\jn vrouw, ge 6chynt geen van beiden meer te spelen," zei Erich eenigen tyd later tot Else. „Ik hoor het zoo gaarne." „Waarlyk, mynheer Von Rechting? Maar uw vrouw gelooft het tegendeel; uw ver maning van oDiangs heeft haar zeer gekwetst. Nu zal ze in 't geheel niet meer spelen." „Een kort „Zoo?" wa3 Erichs antwoord, doch de uitdrukking op zijn gelaat was zoo smaiteiyk, dat het meisje schier de tranen in de oogen kwamen. Di nzelfden avond hoorde Erich in zyn kamer uit het salon het voorspel, waarmee, !u Wagners „Lohengrin," Else van Brabant het tooneel betreedt. Verrast trad hy uit zyn kamer en vond Doris en Else weer aan de piano zitten. Hy had zyn vrouw wel terstond aan zyn hart willen drukken. „Ik dank u, lieve Else", zei hy 's avonds, toen hy het jonge meisje een oogenblik alleen in zyn nabybeid had. „O, Doris was terstond bereid, toen ik haar verzekerde, dat het u genoegen zou verschaf fen; zy is zoo goed." Als droomend bleef Erich aan de blikken uit die trouwe, zielvolle oogen hangen. Nog denzelfden avond werd hy onverwacht by den Minister ontboden. Een uur later kwam hy terug en verklaarde zyn vrouw, in byzyn van Else, dat hy dien nacht nog op reis mosst, „op last van den Minister en in het belang van den Staat", voegde hy er by, terwyi hy tevens Doris verzocht hem elke verdere uiteen zetting te besparen. Brieven van Doris zou de Minister aannemen en opzendeD, en langs denzelfden weg zouden haar de zyne geworden. Er viel dien avond voor Doris nog flink wat te doen en Else bood baar do behulpzame hand; niets was natuurlyker dan dat Doris later haar man verzocht haar vriendin thuis te brengen. Zy moesten hun weg nemen door verscheidene straten, die nog verlevendigd werden door de gewone avonddrukte, en Erich verzocht Else hem een arm te geven. Zy voldeed aan zyn uitnoodigiDg en liep met lichten tred en vrooiyk keuvelend naast hem voort. Op een nog maar spaarzaam verlicht en met kastanjeboomen begroeid pleia vielen hun twee mannelyke gestalten in 't oog, die zy- waart8 onder de boomen in gesprek naast elkaar voortwandelden. De een droeg een wyden, langen regenmantel, en Rechtings scherp oog herkende Lideman. Zyn metgezel scheen een jonge man te zyn, naar de kleeding te oordeelen van ondergeschikte maatscbappe- lyke positie. Beiden spraken zeer levendig; toen nam de jongere een papier uit den zak en reikte het Lideman over, die het vlug by zich stak, waarop zy van elkaar giügen. Als in de vlucht had Erich deze waarneming gemaakt. Wel kwam het hem eenigszins vreemd voor, dat de president op deze plaats met iemand een byeenkomst besprak, maar hy had verder geen reden argwanende vermoedens daaraan vast te knoopen. Lideman had immers zoovele en velerlei vertakte zaken en verbintenissen! Wie weet, of de jongere niet een zyoer klerken was, die hem de een of andere mededeeling te doen hadl Else, die op beiden niet byzonder veel acht geslagen had, wikkelde Erich op dit oogenblik in een gesprek, waarby deze den president vergeten had, toen zy voor de deur van Von Wandelts huis aangekomen waren. „Wilt gy niet nog een oogenblik binnen- komoD, mynheer Von Rechting?" „Ik dank u, lieve Else. Gy weet ik heb nog veel te doen. Maar groet uw ouders van my." „En biyf niet te laDg op reis, mynheer de griffier I Hoort ge, niet te langl" „Dat zou u toch onverschillig moeten zyn l" „Meent gy dat werkeiyk? Ik niet, neen, mynheer de griffier l Ik veilde reeds lang „Wat wat?" drong Erich de dralende. Het meisje liet het hoofd zakken, zweeg een oogenblik en ging toen aarzelend voort: „Iets - wat my op het hart lag zwaar heel zwaar." Zy sprak niet uit, maar trok, om zich uit de verlegenheid te redden, ras aan de deur schel. Van boven werd de deur geopend en Else trad over den drempel. „Wanneer gy terugkomt, zult gy 't ver nemen." Zy wilde hem de hand reiken, maar trok ze snel weer terug en was achter de deur verdwenen. Acht dagen na Ericbs vertrek ontving Doris den eersten brief, dien de Minister van Buitenlandsche Zaken haar toezond. Daaruit gewerd haar de mededeeling, dat de afwezig heid van haar echtgenoot wel eens verlengd kon worden. De brief was voor haar en Liddy vol zonneschyn, doch gaf niet de geringste zekerheil, waar Erich was en wat hy ver richtte. Wat zy als een plicht had moeten eeren, dat nam zy op als een onrecht van zyn kant. Aan deze gedachten werd zy ontrukt door het bezoek van mevrouw Von Wandelt, die een gesprek over alles en allen aanknoopte, onrustig en haastig, gelyk het anders haar gewoonte niet was, van den hak op den tak springend. Zy begon met haar dochter en ging na eenige woorden over den duren tyd, over op gebroken straatriolen en de jongste hondenbelasting op het eerstvolgende bal by den geheimraad en den laatsten ontzetten den moordaanslag, waarna zy eindelyk by den naam Lidetnan aankwam. fIn zyn naam kom ik eigenlyk. Gij weet, lief, bekooriyk vrouwtje, zelf het best, dat uw wederzydsche omgang eenigszins is gaan haperen, en de president hqeft te veel tact gy verstaat me thans, nu uw man niet hier is, by u te verschynen; men moet voor do wereld vreeselyk voorzichtig zijn, en als er iets kwaads in stak, zou ik my met die aangelegenheid volstrekt niet inlaten, maar kortom, wy hebben eerstdaags een soiree champêtre." „Maar wat beeft die aoirée met den pre sident te maken?" vroeg Doris meer naïef dan van eenigen achterdocht bevangen. De vrouw van den geheimraad ontweek een rechtstreeksch aütwoord. „De dames komen allemaal, die wy uit- genoodigd hebben, en alleen zulke, dio gy kent; het is een vrij talrijk gezelschap; spijzen, alles in ys. En gy moet ook komen." „Dat zal niet gaan, waarde mevrouw 1 Myn man i6 niet hier; als hy vernam, dat ik een maatschappelyke verplichting op my had ge nomen, terwyl hy er tot dusver zoo string op stond, dat van onzen kant allo vroog9re verbintenissen opgezegd werden 't spyt my, maar „Neon, gy moogt niet van spijten praten Ik ga bepaald niet weg van hier. z mder uw toezegging ontvangen te hebbon Dat heb ik Lideman heilig on plechtig moeten üöloven." „Wat kan hy daar voor belang by hebben?" vroeg Doris. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 9