N°. 11464-
MaaKdaj»: 12 Juli.
feze Qaurant wordt dagelijks, met uitzondering
van ($on- en feestdagen, uitgegeven.
Derde Blad.
Leiden. 10 Jnli.
Feuilleton.
DWAALSTERREN.
LEIDSC
PRIJS DEZER COURANT;
Voor Leiden per 3 maanden. 1.1Q.
Franco per post 1.40.
Afzonderlijke Nommors t t t 0.05.
PRIJS DEB ADVERTENTIES:
Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grodtero
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stacl
wordt f 0.05 berekend
Ofllciëole Kennisgevingen.
Burgemeester en Wethouders der gemeente
Leiden brengen, naar aanleiding van artikel 27
der Verordening van den Ssten November 1894
(Gemeenteblad No. 10), op de keuring ven vee en
vleesch binnen deze gemeente, ter algemeene kennis
dat JOHANNES BERNARDUS PETRUS DE
HAAS, wonende Haarlemmerstraat No. 272 te
Leiden, op den 16den Februari 1897 werd bekeurd
wegens, het met binnen acht dagen na de oprich
ting van het bedrijf van vleeschverkooper. daarvan
aaogifte doen aan Burgemeestor en Wethouders,
en dat hij deswege den 5den April 1897 werd ver
oordeeld tot 1 boete of 1 dag hechtenis;
dat MARKUS VAN BLANRENSTEIN. wonende
Janvossensteeg No. 15 te Leiden, op den 28sten
Januari 1897 word bekeurd wegens het slachten
van vee te Leiden zonder het binnen 48 uren
vóór de slachting te hebben doen keuren, en dat
i Jiij deswege den 17den April 1897 werd veroor
deeld tot ƒ3 boete of 2 dagen hechtenis;
dat J OH ANNUS A LOïSIUS EM I LI ANUS MARIA
BRANDSEN, wonende Michielstraat No. 10 te
Leiden, op den 6den Maart 1897 werd bekeurd
wegens het invoeren van vleesch te Leiden, zonder
voorzien te zijn van een duidelijke schriftelijke
aanwijzing van den persoon, door wien het was
verzonden, en van den persoon, voor wien bet was
bestemd, en dat hij deswege den 5den April 1897
werd veroordeeld tot 5 boete of 3 dagen hech
tenis;
dat ANDRIES VAN SCHOONDERWOERD
DEN BEZEMER, wonende Waardgracht No. 86
te Leiden, op den 15den Maart 1897 werd bekeurd,
wegens het te Leiden invooren van deelen van
aan ziekte ot door eenig toeval gestorven of in
nood geslacht vee zonder toestemming van den
Inspecteur der Vee- en Yleesclikearing, en dat
hij deswege den 12den April 1897 werd veroor
deeld tot 5 boete of 3 dagen hechtenis;
dat JOHANNES CIERE, wonende Koolstraat
No. 10 te Leiden, op den 17den Maart 1897
werd bekeurd wegens het invoeren van vleesch te
Loiden, zonder voorzien te zijn vau een duidelijke
schriftelijke aanwijzing van den persoon, door wien
het was verzonden, en van den persoon, voor wien
het bestemd was, en dat hij deswege den 12den
April 1897 werd veroordeeld tot 3 boete of 2
dagen hechtenis;
dat WILLEM SIRA, wonende Langegracht
No. 68 te Leiden, op den 15den Maart 1897 werd
bekeurd, wegens het als slager to Leiden voor
banden -hebben van ongekeurd vleesch, co dat
hij deswege den 12den April 1897 werd veroor
deeld tot 3 boete of 2 dagen hechtenis;
dat HENDRIK GERRITSEN, wonende teLisse,
op den 13den Maart 1897 werd bekeurd wegens
bet te Leiden vervoeren van ongekeurd vleesch,
en dat hij deswege op 12 April 1897 werd ver
oordeeld tot ƒ3 boeto of 2 dagen hechtenis;
dat AR1EN ERIKS, wonende Groenesteeg No. 58
te Leiden, op den lsten Maart 1897 werd bekeurd,
wegens het te Leiden als slager voorbanden
hebben van vleesch zonder goedkeuringsmerk, en
dat hij deswege den 17den April 1897 werd ver
oordeeld tot -'5 boete of 3 dagen hechtonis;
dat PETRUS DEN HOLLANDER, wonende
te Voorschoten, op den 20sten Maart 1897 werd
bekeurd, ten 1ste wegens het te Leiden voor een
slager vleesch invoeren bij een geheel dier, zonder
dat de mi t aan het ingevoerde vleesch bevestigd
was; ten 2de, wegens net to Leiden invoeren van
vleesch. zonder voorzien te zijn van een duidelijke
schriftelijke aanwijzing van don portoon, door
wien hot vleesch wa3 verzonden, en van den
persoon, voor wien het bestemd was, en dat hij
deswege op den 2Gsten April I897 werd veroor
deeld tot 2 geldboeten van ƒ1 of voor elke boete
1 dag hechtenis;
dat üE; -«rRDUS VAN DER HOEVEN, wonende
te Zoeterwoude. op den 15den Maart 1897 werd
bekeurd wegens het te Leiden (doen) invoeren
van vleesch, niet voorzien van een duidelijke
schriftelijke aanwijzing van den persoon,door wien
het vleesch was verzomien, en van den persoon,
voor wien het bestemd was, en dat hij deswege
den 3don Mei 1897 werd veroordeeld tot J 5 boete
of 3 dagen hechtenis;
dat FERDINAND GERRIT DOESBURG LA-
NOOY, wonende Korte Lijsbethsteeg No. 4 te
.Leiden, op den ?6sten Maart 1897 werd bekeurd
wegens het te Leiden vervoeren van ongekeurd
vleesch en dat Lij deswege den 3den Mei 1897
werd veroordeeld tot 3 boete of 2 dagen hechtenis;
dat JAN VAN ROSSEN, wonende Üiterstegracht
No. 136a te Leiden, op den lsten April 1897 werd
bekeurd, wegens het te Leiden invoeren van aan
ziekte of door eenig toeval gestorven vee, zonder
toestemming van den Inspecteur der Vee- en
Vleeschkouring, en dat hij deswege den oden Mei
1897 werd veroordeeld tot 3 boete of 2 dagen
hechtenis;
dat JOHANNES HERREUR, wonende Wiel-
makerssteeg No. 18 te Leiden, op den 29sten Maart
1897 werd bekeurd, wegens het te Leiden invoeren
van aan ziekte of door oenig toeval gestorven vee
zoDder toestemming van den Inspecteur der Vee-
en Vleeschkeuring en dat hij deswege den 3den
Mei 1897 werd veroordeeld tot ƒ1 boete of 1 dag
hechtenis;
dat JOHANNES BINK, wonende Wielmakers-
ateeg, Koekebakkerspoort No. 2," op den 12den
April 1897 werd bekeurd wegons het te Leiden
invoeren van vleesch, dat tot bederf was over
gegaan, en dat hij deswege den lOden Mei 1897
werd veroordeeld tot 2 boete of2 dagen hechtenis;
dat JACOBUS DlSSELVELDT, wonende Van
der-Werf-straat No. 42 to Leiden, op den lOden
April 1897 werd bekeurd wegens het te Leiden
invoeren van vleesch, dat tot nederf was overge
gaan, en dat hij deswege den 17den Mei 1897 werd
veroordeeld tot 8 boete of 4 dagen hechtenis;
dat JOHANNES SIRA, wonende Doelensteeg
No. 3 te Leiden, op den 13den April 1897 werd
bekeurd, ten lste wegons het invoeren van vleesch
te Leiden op verboden tijd. ten 2de wegens het
t© Leiden invoeren van vleesch, dat tot bederf
was overgegaan, en ten 3de wegens het te Leiden
invoeren van aan ziekte of door eenig toeval ge
storven vee, zonder toestemming van den Inspecteur
der Vee- en Vleeschkeuring, en dat hij deswege
op den 17den Mei 1897 werd veroordeeld tot geld
boeten van ƒ0.50, ƒ3 en ƒ1 of hechtenis van 1,3
en 2 dagen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden. F. WAS, Burgemeester.
8 Juli 1897. E. KIST, Secretaris.
De aangekondigde vergadering van Geheel
onthouders werd gisteravond in de Nutszaal
gehouden onder leiding van mr. D. A. Van
Eek, algemeen secretaris van de Nederlandsche
vereeniging tot afschaffing van sterken drank.
De heer K. Sycsma sprak een kort voor
woord, waarin by het doel der vergadering
uiteenzette.
Hier ter stede bestaan, volgens spreker,
69nige drankbestrydende vereenigingen
lste afd. Leiden van de Nederl Ver. tot afsch.
van sterken drank (opgericht 1848);
2de Studenten-Geheel-onthouders-vereeni-
ging;
3de afd. Leiden van de Nationale Christen-
Geheel-ontbouders-ver. (opgericht in 1890).
Deze vereenigingen moeten ons aller sym
pathie wegdragen, hoewel het noodig biykfc
eene neutrale onthouders-vereeniging op te
richten, welke spreker gaarne eene afdeeling
zag van de Nederlandsche Vereeniging tot
afschaffing van sterken drank.
Hierna zette de heer Van Eek het algemeen
reglement van de Nederl. Ver. tot afschaffing
van sterken drank uiteen.
Spreker merkte op, dat het hem z er
verblijdde in Leiden geroepen te worden om
eene oprichtmgs-vergadering van eeneL' idsche
neutrale Geheel-onthouders-vereeniging te
presideeren. Voorloopig bracht by het comité,
dat deze vergadering belegde (de heeren K.
Sytsma, Th. Gori en mej. E. C. Knappert),
oen woord van hulde.
Genoemde personen hebben de noodzakelijk
heid gezien, zich samen te vereenigen, als
geheel onthouders, hoewel niet allen dezelfde
godsdienstige overtuiging deelende. Tot leden
der op te richten vereeniging worden zy alleen
toegelaten, die minstens 16 jaar oud zyn, zich
onthouden van het drinken en aanbieden van
alle alcoholische dranken.
De vereeniging neemt ook als zoodanig
(volgens art. 6 van het algemeen reglement)
voorstanders op, die, zonder lid te zijn, jaar
lijks aan een afdeeling minstens één gulden
bijdragen. De vereeniging tracht haar doel te
bereiken door:
lo. den zedelyken en verstandelijken invloed
harer leden;
2o. het verspreiden van juiste begrippen om
trent den invloed van alcohol gebruik en -mis
bruik op individu en maatschappij
3o. het uitoefenen van invloed by ver
kiezingen
4o. het aanwenden van pogingen om hen,
die aan het gebruik van sterken drank of van
andere alcoholische dranken gewoon zyn, daar
van terug te brengen;
5o. het beleggen van huishoudeiyke en
openbare byeenkomsten, het houden van op
tochten en dergeiyke;
6o. het verspreiden van geschriften, die op
de zaak betrekking hebben;
7o. het uitlokken, by hoogere en lagere
besturen, van maatregelen, die aan het be
reiken van haar doel bevorderlijk kuDnen
zyn; en
8o. het tot-stand brengen van vereenigingen,
vooral van jonge menschen, tot bevordering
van het doel der vereeniging, terwyi volgens
art. 9 de vereeniging als zoodanig geen gods
dienstige of staatkundige richting aanneemt.
De heeren Franchimon, voorzitter, en G.
A. Annokkée, vice-voorzitter der afd. Leiden
van de Nationale Christen Gebeel-onth.-ver.,
traden herhaalde malen in debat en zagen
alleen heil in eene drankbestrijding, die eene
godscienstige richting aanneemt.
Ds. De Koe, uit Nieuwveen, die ook aan
wezig was, wilde eene vereeniging, wier
leden het recht hebben zich t9 gro peeren
(rechtzmnigen by rechtsinnigen, vryzinnigen
by vryzinnigen) en zag daarom gaarne, dat
de op te richten vereeniging van Geheel
onthouders zich aansloot by de onlangs als
rechtspersoon erkende vereeniging: rBond
van Geheel-onthouders te Nieuwveen."
Deze bezwaren en ook die der vorige sprekers
werden weerlegd door den heer Yan Eek,
die nogmaals het werken van de Nederl. ver.
tot afsch. van sterken drank uiteen zette;
geen geheel-onthouder behoefde bezwaren te
hebben, ook niet wegens goisdionstige over
tuigingen, waarin zy Ieders afdeelings-bestuur
vry liet zich by haar aan te sluiten (een
bewys gaf spreker hiervan, dat de hier ter
stede bestaande Afschaffers vereeniging by r a
geheel en al uit rechtzinnigen bestaat).
Trots vele bezwaren, die zich voordeden
en zich nog zullen voordoen, vormden aan-
vankeiyk dertien personen der vergaderden
eene Leidsche geheel onthouders-veroeniging
der Nederl. ver. tot afschaffing van sterken
"drank.
Da andere broeders geheel-ontbouders,
waartoa ook velen behoorden, by geen enkele
geheel onthouders-vereeniging hier ter stede
aangesloten zyede, schenen alsnog geen
neiging te gevoelen zich by de vereeniging
aao te sluiten.
De heer Van Eek hoopte, dat dit spoedig
geschieden mocht, en dat ook personen, die
reeds lid zijn van de Nationale Chnsten-
Geheel-ontbouders-Ver. afd. Leiden, zich
mochten aansluiten om gezameniyk het be
gmsfcl der Geheel-onthouding zien te ver
breiden.
Deze vrienden, die dus als gasten tegen
woordig wareD, verlieten de z al, teiwyi den
oprichters der nieuwe vereeniging nog een
plicht te doen stond: nl. het kiezen van een
bestuur.
Als bestuursleden werden benoemd de
beeren mr. Mendels, K. Sytsma en P. Mulder,
die onderling de function van voorzitter, secre
taris en penningmeester moaten verdeeten.
De vergaderingen zulten voorloopig gehou
den worden in de Fabrieksschool, Heerengracbt
96 (daartoe welwillend coor h t bestuur dezer
school gratis afgestaan).
Wy ontvingen het vyf en-twintigste jaar
verslag der AlgemeeneNederlamsche Vrouwen-
vereeniging „Tesselschade", van 1 April 1896
tot 31 Maart 1897.
Daaruit biykt, dat de afdeeling Leiden telt
176 leden en 17 werksters; ttrwyl de iDge
komen stortingen: der contributie, 0
der giften, ƒ21.50 bedroegen.
Rijnstreek 27 leden; ingekomen stor
tingen ƒ8.
Lisse - Bennebroek 24 ledenstortingen 6.
Verder wordt in het verslag o. a. gezegd:
Leiden gaf veel geld voor opleiding van
4 eigen canoidaten, dia alten voor muziek
studeeren; eene harer, eene uitstekende pia
niste, hoopt weldra haar einddiploma aan de
muziekschool te Leiden te behalen od zou
daarna gaarne hare studiën buitenslands vol
tooien, waartoe het Bestuur te zyner tyd een
beroep op de kas van anderen zal moeten
doen; eene andere beoogt slechts het geven
van lessen; eene derde studeert nu theorie
en heeft plan naar Indië te gaan, terwijl
de vierde op de Hochschule te Berlyn is.
De candidate-apothekeres moest om gezond-
heid6iedeöen de studie staken; het haar toege
dachte kwam daarna ten goede aan eene
candidate van Zutfen.
Htt gevarieerde arbeidsveld van „Tessel-
schade" trekt het Bestuur aan; het behartigt
dan ook met evenveel yver de belangen der
werksters, aan wie dank z(j eene St. Nico-
laas étalage en een buisboudelijken bazaar te
Voorschoten byna ƒ650 werkloon kon
worden uitbetaald, terwyi de depóthoudster
daardoor ook een byzonder goed jaar had.
Bestuurderessen gaan voort met het maan-
delyks plaatsen in het „Leidsch Dagblad" van
eene advertentie, waarby de aandacht van
het publiek wordt geve-tigd op de verschil
lende werkzaamheden der Vereeniging, een
maatregel, die goe l werkt, blijkens de telkens
nieuwe namen, die in de boeken voorkomen.
Het gehalte van het werk is over net geheel
zeer goed, borduren uitmuntend zelfs, en het
bestuur kan bestellingen op alle mogelijke
werk aannemen zonder zyn toevlucht te
nemen tot andere Afdeelingen. Het Bemid
delingsbureel had dit jaar meer succes dan hat
vorige en vermocht vele adsp ranten te plaatsen.
De kas van Rijnstreek verleende eene
zeer ruime bydrage aan een jong meisje,
dat voor onderwyzeres studeert, zoodat er
voor andere belangen geen geld meer beschik
baar was, niettegenstaande Gorkum en Haar-
tem ieder een gift zonden. Andere bomoriingen
had de correspondente dit jaar niet.
De correspondente van Lisse-Benne*
broek bezorgde wederom debiet van armen-
goed aan Haarlem; vootts liet zy, met hulp
van eene toelage uit de Fondskas, een jong
meisje opleiden tot apothekersbediende, en
schonk zy eene bydrage aan do Fondskas.
Van het Bemiddelingsburoel werd tweemaal
gebruik gemaakt, doch zonaer succes.
In het verslag dezer algemeene Ne Ierland-
scho vrouwen vereeniging wordt ook nog het
volgende gez -gd;
Het afgeloopen jaar wa3 belangrijk voor
„Tesselschadedoor het feit, dat het het 25ste
levensjaar oier Vereeniging was. Na een
tydperk van ten kwart eeuw slaat men onwille
keurig den blik terug, en ov.rztet wat is
verricht en ook wat hai tot lAani kunnen
komen, maar door verschillende omstandigheden
is mislukt. Gtlukkig heelt Je voorspoed verre
de overhand gehad toven den tegenspoed,
en ui die 25 jareu heeft da tydgeest zi.h
zoozeer gewijzigd, dat het werken van „Tes-
selscha e" ook dadr, waar het de uitbrei
ding van de oorspronkelijke bemoeiingen be
treft haast overal met sympathie wordt
begroet.
Voor het akte-examen L. O. is toegelaten
de heer J. H. Habermebl, te Nieuwveen.
Tot leeraar in de zeevaartkunde, stoora-
werktuigkuode, enzaan de zeevaartschool
te Groningen is benoemd de heer J. H. Van
Hoogstraten, gopensionoeerd luit. ter zee lsto
kl. te 'a Graveohage.
Met de nachtboot „Koningin-Regentes"
van de Maatschappij „Zeeland" kwam gister
ochtend te Vlissingen van Londen aan prinses
Heinrich van Pruisen met gevolg, die met
den aansluitenden sneltrein hare reis naar
Duitschland voortzette.
Ter kennis van belanghebbenden wordt
gebracht dat, blijkens medeieeling van e
Belgische Regeering, van 30 Augustus tor tn
met 1 September 1897, onder eere-voorzitl^r-
schap van de Belgische Ministers van Open
bare "Werken en van Nijverheid en Fabrieken,
te Brussel een internationaal congres zal worden
gehouden betreffende de nyverheid der bouw
vakken i n van do openbare werken.
Voor deelneming aan en tot het verkrygen
van programa's van htt congres kan men
zich wenden tot den heer M. J. Carsoel, trésorier
du Comité Organisateur, rue de Florence 53
te Brussel. (Sts. Ct.)
Naar men verneemt, heeft de lieer L.
Roosenburg, ontvanger der successi rechten te
Utrecht, eervol ontslag aangevraagd uit 's Ryka
I dienst, om redenen van gezondheid.
24)
Zy hield boven alles van de muziek; zy
vond in Else een bekwame deelgonoote by
quatre-mains en beiden konden zich ternauwer
nood daaraan verzadigen. De muziek alleen
was de jonge vrouw, uit den glan3 van haar
vroegere weelde, trouw gebleven en by de
tonen van haar klavier droomde zy zich in
haar vroeger leven terug.
„Lieve Doris, een verzoek," zei Erich op
zekeren dag, uit zijn kamer komend. „Gy
speelt beiden prachtig, en het is een lust u
aan te hooren een uurl Maar drie uren,
vooral wanneer men met zulke gespannen
zrnuwen aan een hersenwork bezig is 1 Bedenk
dat eens, lief kindl"
Het was de toon der reine goedheid, waarin
Erich zyn verzoek kleedde. Van nu af opende
Doris drie weken lang haar vleugel niet meer.
„Gy en m\jn vrouw, ge 6chynt geen van
beiden meer te spelen," zei Erich eenigen
tyd later tot Else. „Ik hoor het zoo gaarne."
„Waarlyk, mynheer Von Rechting? Maar
uw vrouw gelooft het tegendeel; uw ver
maning van oDiangs heeft haar zeer gekwetst.
Nu zal ze in 't geheel niet meer spelen."
„Een kort „Zoo?" wa3 Erichs antwoord,
doch de uitdrukking op zijn gelaat was zoo
smaiteiyk, dat het meisje schier de tranen
in de oogen kwamen.
Di nzelfden avond hoorde Erich in zyn
kamer uit het salon het voorspel, waarmee,
!u Wagners „Lohengrin," Else van Brabant
het tooneel betreedt. Verrast trad hy uit
zyn kamer en vond Doris en Else weer aan
de piano zitten. Hy had zyn vrouw wel
terstond aan zyn hart willen drukken.
„Ik dank u, lieve Else", zei hy 's avonds,
toen hy het jonge meisje een oogenblik alleen
in zyn nabybeid had.
„O, Doris was terstond bereid, toen ik haar
verzekerde, dat het u genoegen zou verschaf
fen; zy is zoo goed."
Als droomend bleef Erich aan de blikken
uit die trouwe, zielvolle oogen hangen.
Nog denzelfden avond werd hy onverwacht
by den Minister ontboden. Een uur later kwam
hy terug en verklaarde zyn vrouw, in byzyn
van Else, dat hy dien nacht nog op reis mosst,
„op last van den Minister en in het belang
van den Staat", voegde hy er by, terwyi hy
tevens Doris verzocht hem elke verdere uiteen
zetting te besparen. Brieven van Doris zou de
Minister aannemen en opzendeD, en langs
denzelfden weg zouden haar de zyne geworden.
Er viel dien avond voor Doris nog flink wat
te doen en Else bood baar do behulpzame
hand; niets was natuurlyker dan dat Doris
later haar man verzocht haar vriendin thuis
te brengen. Zy moesten hun weg nemen door
verscheidene straten, die nog verlevendigd
werden door de gewone avonddrukte, en Erich
verzocht Else hem een arm te geven. Zy
voldeed aan zyn uitnoodigiDg en liep met
lichten tred en vrooiyk keuvelend naast hem
voort.
Op een nog maar spaarzaam verlicht en
met kastanjeboomen begroeid pleia vielen hun
twee mannelyke gestalten in 't oog, die zy-
waart8 onder de boomen in gesprek naast
elkaar voortwandelden. De een droeg een
wyden, langen regenmantel, en Rechtings
scherp oog herkende Lideman. Zyn metgezel
scheen een jonge man te zyn, naar de kleeding
te oordeelen van ondergeschikte maatscbappe-
lyke positie. Beiden spraken zeer levendig; toen
nam de jongere een papier uit den zak en
reikte het Lideman over, die het vlug by zich
stak, waarop zy van elkaar giügen. Als in de
vlucht had Erich deze waarneming gemaakt.
Wel kwam het hem eenigszins vreemd voor,
dat de president op deze plaats met iemand
een byeenkomst besprak, maar hy had verder
geen reden argwanende vermoedens daaraan
vast te knoopen. Lideman had immers zoovele
en velerlei vertakte zaken en verbintenissen!
Wie weet, of de jongere niet een zyoer klerken
was, die hem de een of andere mededeeling
te doen hadl Else, die op beiden niet byzonder
veel acht geslagen had, wikkelde Erich op dit
oogenblik in een gesprek, waarby deze den
president vergeten had, toen zy voor de deur
van Von Wandelts huis aangekomen waren.
„Wilt gy niet nog een oogenblik binnen-
komoD, mynheer Von Rechting?"
„Ik dank u, lieve Else. Gy weet ik heb
nog veel te doen. Maar groet uw ouders
van my."
„En biyf niet te laDg op reis, mynheer de
griffier I Hoort ge, niet te langl"
„Dat zou u toch onverschillig moeten zyn l"
„Meent gy dat werkeiyk? Ik niet, neen,
mynheer de griffier l Ik veilde reeds lang
„Wat wat?" drong Erich de dralende.
Het meisje liet het hoofd zakken, zweeg
een oogenblik en ging toen aarzelend voort:
„Iets - wat my op het hart lag zwaar
heel zwaar."
Zy sprak niet uit, maar trok, om zich uit
de verlegenheid te redden, ras aan de deur
schel. Van boven werd de deur geopend en
Else trad over den drempel.
„Wanneer gy terugkomt, zult gy 't ver
nemen." Zy wilde hem de hand reiken,
maar trok ze snel weer terug en was achter
de deur verdwenen.
Acht dagen na Ericbs vertrek ontving
Doris den eersten brief, dien de Minister van
Buitenlandsche Zaken haar toezond. Daaruit
gewerd haar de mededeeling, dat de afwezig
heid van haar echtgenoot wel eens verlengd
kon worden. De brief was voor haar en Liddy
vol zonneschyn, doch gaf niet de geringste
zekerheil, waar Erich was en wat hy ver
richtte. Wat zy als een plicht had moeten
eeren, dat nam zy op als een onrecht van zyn
kant. Aan deze gedachten werd zy ontrukt
door het bezoek van mevrouw Von Wandelt,
die een gesprek over alles en allen aanknoopte,
onrustig en haastig, gelyk het anders haar
gewoonte niet was, van den hak op den tak
springend. Zy begon met haar dochter en
ging na eenige woorden over den duren tyd,
over op gebroken straatriolen en de jongste
hondenbelasting op het eerstvolgende bal by
den geheimraad en den laatsten ontzetten den
moordaanslag, waarna zy eindelyk by den
naam Lidetnan aankwam.
fIn zyn naam kom ik eigenlyk. Gij weet,
lief, bekooriyk vrouwtje, zelf het best, dat
uw wederzydsche omgang eenigszins is gaan
haperen, en de president hqeft te veel tact
gy verstaat me thans, nu uw man niet
hier is, by u te verschynen; men moet voor
do wereld vreeselyk voorzichtig zijn, en als
er iets kwaads in stak, zou ik my met die
aangelegenheid volstrekt niet inlaten, maar
kortom, wy hebben eerstdaags een soiree
champêtre."
„Maar wat beeft die aoirée met den pre
sident te maken?" vroeg Doris meer naïef
dan van eenigen achterdocht bevangen.
De vrouw van den geheimraad ontweek
een rechtstreeksch aütwoord.
„De dames komen allemaal, die wy uit-
genoodigd hebben, en alleen zulke, dio gy
kent; het is een vrij talrijk gezelschap; spijzen,
alles in ys. En gy moet ook komen."
„Dat zal niet gaan, waarde mevrouw 1 Myn
man i6 niet hier; als hy vernam, dat ik een
maatschappelyke verplichting op my had ge
nomen, terwyl hy er tot dusver zoo string
op stond, dat van onzen kant allo vroog9re
verbintenissen opgezegd werden 't spyt
my, maar
„Neon, gy moogt niet van spijten praten
Ik ga bepaald niet weg van hier. z mder uw
toezegging ontvangen te hebbon Dat heb ik
Lideman heilig on plechtig moeten üöloven."
„Wat kan hy daar voor belang by hebben?"
vroeg Doris.
(Wordt vervolgd.)