N°. 11461 A0. 1897' feze fioarant wordt dagelijks, met uitzondering van (§on- en feestdagen, uitgegeven. Dit nomincr bestaat uit TWEE Diaden. LEIDSCH DAGBLAD Leiden. 7 Jnli. Feuilleton. DWAALSTERREN. Donderdag; 8 JTnli. IEIBSCH DAG-BLAD. PRLIS DEZER CODRAMTj Voor Leiden per 3 maanden. i f 1.10, Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommere 0.06. PRIJS DER AD VEBTENTIËN Van 1-6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor bet incasseeren buiten de stad wordt A 0.06 berekond. Eerste Blad. Woensdag- en Zaterdag avond is thans bet A 2 Cents ook verkrijgbaar gesteld by den Heer A. SOMERWIL Azn., Sigarenbandel, Moogewoerd 24, hoek Watersteeg. Ofliciëele Honuisgovingon. Kennisgeving, Rationale Militie. OPROEPING TOT DEN WERKELIJKEN DIEN8T. De Burgemeester van Leiden, Qeeien de oircalaire van den teer Commiaafirie der Koningin in de provincie Zuid-Holland, dd. 14 April 11., Provinoiual blad No. 20, betreffende de oproeping in activiteit van milicien-verlofgangers d r lichtingen van 189J, 1994 en 1895; Brengt ter kennis van de milicien-verlofgangeia: OIJSBEBT KABEL BOOT. loteling t.q do l.oh- ting van 1894, onder nummer 20, nit de gemeonte Leiden, en JACOB DIRK VAN BATENBURG, adepirant- vfBtingtelegrafist, loteling van de li hting van 1895, onder nummer 158, nit de gemeente Leiden, beiden beboorende bij het corps Genietroepen, dat zij, krachtens art. 126 der Mil.tiewet, tot den veirLelgken dienst worden opgeroepen, eerstgenoemde ton einde gedurende bet tgdvak van 21 Juli tot en met 24 Augustus a&nst. en laatst genoemde ten einde gednronde het tijdvak van 12 Augustus tot en met15 8eptember a a s t. in den wapenhandel te worden geoefend, zollonde zij daartoe respectievelijk op 21 Jnli eu 12 Augustus aanst., dos namiddags vóór vier uren, bij hun oorps, in garnizoen to Utreobt, tegenwoordig moeten zyn, in uniform gekleed en voorz en van al de voorworpen van kleeding on uitrustiBg, door hen bij. hun vertrek met groot verlof modegeromen, alsmede van hunne verlofp&esen en zakboekjes. De bedoelde verlofgangers beboeren zich mitsdien vóór of op den dag v»n het vertrek natr hun corps, voprzien van hun verlofpas, tor plaatselijke Becretarie alhier aan te melden tot het ontvangen van een vervoerbewge en, deeverlangd, van het bun toe komend daggeld; terwgl xg voorts vc-rplicbt zgn, bijaldien ziekte of andere wettige redenen hen moohten verhinderen aan deze oproeping te voldoen, daarvan tjjdig ter Secretario voormeld kennis te geven, in het eerste geval onder overlegging van oor e geneeskundige verklaring, zijnde zij echter gebonden zich na hun herstel onverwijld bg hun oorps te vervoegen. Leiden, De Burgemeester voornoemd, 6 Jnli 1807. F. WAS. Directe Belastingen. De Burgemeester van Leiden brengt ter algemeene kennis, dat aan den Ontvanger der Directe Belastingen is tor hand gesteld het kohier der Personeels Belasting No. 3 van den dienst 1897, exeontoir verklaard den 5'^eD Juni Jl., on herinnert voorts do belangbebbendon aan hanne verplichting, om den aanslag op den bg de Wet bepaalden voet te voldoen. Leiden, De Burgemeester voornoemd, Juli 1897. F. WA8. In den loop dezer week zal een begin Wörden gemaakt met het doen circuleeren van een inteekenlyst voor een concert (ge mengd koor a capeila), te geven in deStads- zaal op een nader te bepalen tyd en waarvan de opbrengst zal ten bate komen van de werklieden der Leidsche Katoenmaatscbappy. Wy zagen de lyst der namen van de heeren en dames, die hunne medewerking hebben toegezegd, en kunnen op grond daarvan ver klaren, dat de zaak in goede handon is. Benoemd Is tegen 1 September a. s. tot onderwyzeres aan de bijzondere school voor meer uitgebreid lager onderwijs, Buitenhof 48 te 's-Gravenhage, mejuffrouw P. J. B. Cramer, alhier. In plaats van den lsten luit. H. G. Van Meurs, die tot kapt. is bevorderd, is de 1ste luft N. J. Kooyman benoemd tot officier voor speciale diensten by bet 4de reg. inf. te Leiden. De lste luit. J. J. C. Van Dyk, van het 4de reg. inf. te Haarlem, wordt 1 September eervol ontheven van zyne detacheering by de militaire schooi en overgeplaatst naar Leiden. Beroepen is by de Geref. Kerk te Hattem ds. J. H. Dooner Jrpredikant to Nieuwdorp. De Nederlanische Maatschappy van Geneeskunde vergadert thans te Leeuwarden. In de vergadering van gisteren kwam aan de orde een voorstel van de afdeeling Lriden en Omstreken, om op kosten der Maatscbappy een gouden medaille uit te loven voor hem of haar, die het beste en op zichzelf voldoende werk in de Nederl. taal samenstelt over medische gedragsleer. De mededingers moeten vóór 15 Maart 1899 hun werk hebben inge leverd aan bet hoofdbestuur. Het hoofdbestuur doet op-de hem bet meest geschikt voorkomende wyze beoordeelen, welke der ingekomen werken aan het doel beant woorden en kent in casu aan den schryver van het beste werk de medaille toe. De afd. 's-Gravenbage stelde voor te lezen: een gouden medaille ter waarde van 250 of bet bedrag in geld. Na discussie werd het voorstel aangenomen met 84 tegen 25 stemmen. Tot leden van het hoofdbestuur, in de plaats van de heeren prof. R. H. Saltet en dr. J. A. M. T. Sannes, die op 31 Dec. a. s. aftreden, en van wie de eerste niet, de tweede dadeiyk herkiesbaar is, werden benoemd de heeren dr. Jac. Baart de la Faille te Leeuwarden en dr. J. A. M. T. Sannes te Rotterdam. Ter vervulling van de vacature, ontstaan door het overiyden van dr. S. K. Hulshoff, werd prof. Stokvis verkozen. De heeren dr. J. B. Van Geuns, dr. M. Juda en dr. C. E. Daniels werden onder scheidenlijk benoemd tot secretaris, penning meester en bibliothecaris in het hoofdbestuur. Het aftredende lid der commissie vau het ondersteuningsfonds, dr. C. J. Vaillant, werd by acclamatie herkozen. De 498te algemeene vergadering zal worden gehouden te 's-Hertogenbosch. Met een 20 tal open rytuigen maakten de leden een ryto:rtje in de omstreken der stad. Te zes uren was er feestmaaltyd in „De Harmonie". Het bestuur der Yereeniging voor Handel, Nyverheid en Gemeentebelangen, te 's-Gra venbage, heeft besloten zich zoo spoedig mogeiyk met een adres tot den gemeenteraad te wenden, daarin te wyzen op den ondraaglyken en voor de gezondheid der bewoners gevaar - ïyken toestand eer grachten, tengevolge van den verpestenden stank, welke daaruit opstygt, met dringend verzoek om onverwyld maat regelen te nemen om daaraan een- einde te maken, zoo noodig in overleg met Delfland, indien biyken mocht, dat de dit jaar erger lijke vervuiling der binnengrachten haar oor zaak mocht vinden in de afsluiting van wateren door werken in DelfUnds boezem. Naar de „Midd. Ct."jtevens verneemt, wordt te 'b Gravenhage het plan overwogen, om iu een adres de aandacht van de Regentes te vestigen op het gevaar, dat het leven en de gezondheid van de Koningin bedreigt by een eenigszins langdurig verblyf in den door de uitwaseming der grachten verpesten damp kring der residentie. Men zou daarom H. M. in overweging geven den terugkeer van het Hof naar Den Haag niet te doen plaats hebben vóórdat, hetzy vanwege het Ryk, hetzy vanwege de gemeente, hetzy door samen werking, afdoende verbetering gebracht zal zyn in een toestand, dio wd is waaralleen ge durende de zomermaanden voor deiogezetenen nagenoeg ondraagiyk is, doch in alle seizoenen het weerstandsvermogen der gestellen tegen ziekte-invloeden ondtrmynt. Deze motiveering wordt gestaafd door de statistiek, welke over een reeks van jaren steeds een hooger percentsgewys sterftecyfer aanwy&t voor de Haagsche buurten, die aan grachten, dan voor de zoodanige, welke op eenigen afstand van deze besmettingshaarden gelegen zyn. - Onder leiding van den voorzittêr, prof. H. Wefera Bettink, van Utrecht, vergaderde gisteren te Middelburg de Ned. Maatschappy tot bevordering dor Pharmacie. Op de vergadering waren vertegenwoordigd de volgende departementen: Limburg, Noord- Brabant, Noord Holland, Overtysel, Rotterdam, Utrecht, Zeeland, Amsterdam, Dordrecht, Friesland, Gelderland, 's-Gravenhage, Gro ningen, Haarlem en Leiden. De byeenkomst was druk bezocht. Tn de plaats van de niet-herkiesbare twee leden in het hoofdbestuur, prof. Wefers Bettink en dr. P. A. Vos, werden gekozen de heeren W. H. J. Gantvoort, van Rotterdam, en C. A. Yan den Byilaardt Jr., te 's Gravenhage. Als eereleden der Maatscbappy zyn be noemd dr. P. Ankersmit, te Amsterdam, Bellingrodt, te Beriyn, Froelich, te Beriyn, Herm. Yan Gelder, te Kleef, en prof. H. P. Wysman, te L iden. Na de pauze hield prof. H. P. Wysman, ua eeu woord van hulde gebracht te hebben aan wyien prof. Plugge, eeu voordracht over „sommige ontledingen, door schimmels ver oorzaakt." Spreker gaf eene, door platen ver- duideiykte, omscbryving van onderscheidene schimmelsoorten, en verschillende voorbeelden van de vorming van zuren door sommige, van suiker en alcohol door andere schimmels. Daarna werd voortgegaan met de behande ling der agenda. Verworpen werd na breede discussie een voorstel-Utrecht: „Het hoofdbestuur noodige de departementen uit, commission te benoemen met opdracht, om, in hunnen kring, gegevens te verzamelen omtrent de samenstelling van koemelk in verschillende jaargetyden, zooals die uit atalproeven biykt." Besloten werd, naar aanleiding van een 8chryven van een lid der Maatschappy, die mededeelt, dat een apothekers weduwe ge dwongen wordt een proces te voeren t-gen een dokter, die het bestaan barer apotheek bedreigt, dat de Maatschappy zich de zaak dezer vrouw zal aantrekken en daarvoor een bedrag beschikbaar stellen. Aan den Zuidgevel van het gebouw der Grafeiyke Zalen te 's-Gravenhage (Binnenhof) is eeu venster met Gothiscbe traceeringen ontdekt en blootgelegd. BoutokWbl) Het Bestuur der Noord- en Zuid Neder- landscho Opera-YereenigiDg verzoekt ons mede te deelen, dat behalve de reeds ver melde artiaten nog zyn geëngageerdMevr. Maria Levering, van Antwerpen, als forte chanteuse; de heer Carl Möncb, als orkest meester, solo-repetiteur en koorchef (naast den heer Gottfried Mann), en de heer Jos. Willemse als basse cbantante. De heer Jacob B. Citroen, te Amsterdam, heeft een adres gezonden aan den minister van waterstaat, om, gedrongen door den nood der tyden, diens krachtdadige tusschenkomst of medewerking in te roepen ten behoeve der goud- en zilverindustrie. O. a. driogt de adressant er op aan, dat den ambtenaren van den waarborg meer macht ver leend wordt, om te helpen fraudes tegen te gaan. Zoo moet aan die ambtenaren het recht worden gegeven, om by aanbieding van ver- moedeiyk buitenlandsch werk den oorsprong te onderzoeken, of er dient bepaald te worden, dat geen afgewerkte, d. w. z. gekleurde of afge- polyste werken, ter stempeling mogen worden aangeboden, tenzy men bewyze "dat het werkelyk Hollandsch fabrikaat is. Te Leeuwarden hebben de anti-revol. tot hunnen candidaat voor de Tweede Kamer gekozen den heer G. H. Wagenaar, predikant by de Ned.-Herv. gemeente aldaar. In het district Leeuwarden roept een voorloopig comitó tot een vergadering op de anti revolutionnaire kiezers ia dat district, die niet langer kunnen instemmen met het begiDsel, noch tevreden zyn met het beleid der georganiseerde a.-r. party, ten einde over te gaan tot de oprichting van een zelfstandige a.-r. of cbr -hist, kiesverec-niging op dezen voor loopig vastgestelden grondslag„Da kies- vereenigiog verwerpt het door de revolutie ln ons staatsleven ingodragen beginsel der neutraliteit en wenscht langs wettigeD weg onze staatsinstellingen te helpen harvorn*)n naar eisch der chr.-hist. beginselen, zooals deze door mr. Groen zyn beltfnd." Na het onderhoud, dat de hoer Gleich- man jl. Zaterdag met H. M. de Koningin- Regentes heeft gehad, zou, gelyk gistermiddag te 's-Gravenhage het gerucht liep, ook de heer Tak van Poortvliet door H. M. zyn ge raadpleegd. De beer Tak, die Maandag uit Middeltiurg te 's Gravenhage is teruggekeerd was gisteren niet in de residentie aanwezig. De Fransche gezant te 's Gravenhage, de heer Bihourd, verrrok gistermiddag naar Parys. De fraaie vleeschhal op de Groote Markt te Haarlem is vóór eenigen tyd door de ge meente aan het Ryk verhuurd, om te dienen voor het ryks-arebief. Uit- en inwendig is het gebouw van Rykswege gerestaureerd, zoo- dat het een sieraad van de Groote Markt is. Aan één zyde evenwel bevinden zich tegen het gebouw kleine huiles, toebeboorende aan de Nederd.-Hervormde gemeente te Haarlem, die het gebouw in hooge mate ontsieren, daar gelaten, dat zy ook een voortdurend brandge vaar opleveren. Door don minister van binnenlandsche zaken is er by het gemefntebestuur op aangedion- gen, dat het noodige werd gedaan oji dezen misstand weg te nemen en dat door aankoop en wegruiming van bedoelde huisjes <ie g- me-nte het bare bijdraagt, om dat gedenk- teeken van Oud-Hollandsche kunst geheel tot zfcn recht te doen komen. KerkvoogJen der Nedtrd.-Hcrv. gemeente hebben op de aanvrage van het gemeo. tebe- stuur zich bereid verklaard die gebouw'jes samen ter oppervlakte van 53 centiaren te verkoopen voor f 5250, zynde een kapitaal, benoodigd om een gelyke som aan rente te verkrygen, als thans na aftrak van onder- bouds- en aodere kosten jiarlyks netto van de opbrengst van die buisjes ten bate komt van de kerkekas. Burg. en Weths. hebben daarop aan den minister voorgesteld, te overwogen of de aan koop niet zou kunnen geschieden gedeeltelyk vóór rekening van het ryk, gedeeltelyk voor die van de gemeente. In antwoord hierop wordt door den minis ter met klem betoogd, dat hét op den weg der gemeente ligt bedo.lden aankoop uitslui tend voor hare rekening te nemen. De minister wyst daarby onder meer op de belangrijke sommen, welke het Ryk aan verschillende Qaarlemsche monumenten beeft besteed en andere bevoordeehogen der ge meente. Na ryp overleg stellen B. en Ws. thans aan den gemeenteraad voor den aankoop voor rekening der gemeente te nemen. Door B. en Ws. van Haarlem wordt aan den Gemeenteraad voorgesteld de concessie aaa den heer A. A. Sprenger voor het heoben oener zwem- en badinrichting in het Noorder- Buitenspaarne te Haarlem te verlengen tot 31 December 1909. Onder de voorwaarden is de bepaling op genomen, dat met uitzondering vari een ondtr goedkeuring van B en Ws. aan te wyzen gedeelte van do inrichting kosteloos ge bruik kan worden gemaakt. In verband hier mede wordt het subsidie der gemeente van f 350 gebracht op f 550 per jaar. Te Prin8enhage is overleden de heer J. F. Hoogeveen, gep. majoor O. I. 1 ger, in den ouderdom van byna 73 jaren. De heer A. H. Van Thiel, hoofdinspecteur der telegrapbie, zal naar de r„N. R. C." meldt den lsten Oct. aanst., na 54 jarigen dienst, op zyn verzoek worden gepensionneerd. De byzondere commissie voor groep XIII (geweven stoffen, kleedingstukken, gareDs) der Parij8che wereldtentoonstelling in 1900, onder voorzitterschap van hot lid der centrale commissie baron L. Michiels van Yerduynen, 20) O, welk een goddeiyk geheim is dat der getallen, met behulp waarvan ik de diepten der aarde peilen en my in de ruimten des hemels verheffen kanDe honderdste, de duizendste pennelikker heeft er geen gryntje vermoeden van, met welk een wereldmacht hy alle dagen en uren omspringt; het getal is voor hem het teeken, waarmee men per centen uitrekent, de zwemgordel, waarmee hy zich met moeite boven het water des levens dryvende houdt verder niets. En daarby leeft by voort zoo dom als een oester. Vandaag heb ik u van de zon en de vaste sterren verteld; den volgenden keer spreken wy over de planeten, de zoogenaamde dwaal sterren." „Kunnen sterren ook dwalen?" vroeg Be gins, opeens uit haar gedachten ontwakend. „Niet in den zin van uw vraag. Aan den hemel zoo good als op aarde heeft alles zyn vaste wetten. Evenals deze dwalende lichamen ons in hun banen, hun bewegingen, dikwyis vol tegenspraak, zonder regels, afwykend toe- schyn9n, zoo zyn zy toch alle onderworpen aan de wet in hun verhouding tot het groote, alomvattende iets, dat ge liefde, wat my aangaat ook aantrekkingskracht der lichamen noemen moogt; ds sterren daarboven zyn evenzeer onderworpen, zeg ik, aan die wet als het menacheiyk hart bier beneden". „Als het menschelyk hart", herhaalde Regina en ging daarby in gedachten de beteekenis dier woorden na. Behoorde zy niet zelve tot die dwaalsterren? Was zy niet een schepsel van de zon der liefde, verkreeg ook zy niet van deze baar licht en ontleende zy aan haar niet haar richting en haar baan? Dwaalster ren daarboven geiyk het menschelyk hart hier beneden Kort daarop daalde Regina de trap af naar baar kamer. By het binnentreden bemerkto zy de donkere omtrekken van een mensche- lyke gedaante. „Vrees niets, Regina, het is geen dief 1 Ik ben het. Ik zag van de straat af licht by u en wilde u terrassen. "Wat ia het hier ge zellig en vreedzaam! Ware het by my thuis toch ook zool" „Erich"l Deze zyn naam klonk van haar lippen schier als een vreugdekreet. Dikwyis reeds bad by zyn hart by haar uitgestort; Regina had Doris verdedigd, getroost ook hem dikwyis do schuld zelf toegeschreven, wanneer zy hem zoo gaarne had willen zeggen: „Ja, ge hebt gelyk. Uw vrouw bemint u niet I Hier is er een, die u begrijpt, die voor u gloeit, sedert zy u kent, en die eeuwig over het geluk, dat voor uw hart verloren gegaan is, klagen zal." Zy zeide hem dat echter niet. Zy hulde haar kloppend, verlangend hart in zachte scheldwoorden, ja zelfs in verwyten. Daarmee richtte zy een dam tusschen haar en hem op. En nu was hy tot haar gekomen, hetgeen vroeger nooit gebeurd was, en hy blikte haar zoo bedroefd aan I Zy had de canapé, waarop zy een oogenblik was gaan zitten, willen verlaten, doch hy duldde dat niet, maar drukte haar zacht neder, zoodat zy gedwongen was op haar plaats te biyven. Het is een armzalige troost, wanneer degenen, die men bemint en die hun hart elders vergeven hebben, wanneer dezen onbe vredigd en ongelukkig hun toevlucht komen zoeken een armzalige troost en toch weer een gevoel van diepe voldoening: de wellust der versmaden. Hy zat by haar, tegenover haar. Hy sprak over alles, over de inrichting der kleine kamer, over de boeken, die er opgesteld stonden, over den eigenaardigen indruk, welken dit huis met de beide een zame bewoners maakte, Regina en Warbusch, zyn voormaligen huurder van het Planeten- buisje. Daarop bemerkte Rechtiog ook zyn portret, dat ia een lyst van donker fluweel op een latafel geplaatst was; een immortelle was er boven vastgehecht Als met bloed werd Regina's gelaat over goten, toen hy zyn blikken op zyn eigen afbeeldsel vestigde. „Het is hetzelfde portret, dat ge my laatst leden Kerstmis geschonken hebt," meende Regina, zyn opmerkzaamheid daarvan trach tende af te leiden. „Doch zonder de immortelle, Regina," ant woordde hy. „Ik schrikte byna, toen ik ze bespeurde. Alsof ik reeds gestorven en my hier een trouw aandenken verzekerd was!" „Dat zal u steeds geworden, Erich, eeuwig! Het sterven kunt ge intusschen voorloopig nog wel achterwege laten 1" Zy poogde den laatsten volzin een vroolyke uitdrukking te geven, doch het gelukte haar niet. Toen nam Erich het boek op, dat op de tafel lag, en liet blik eo gedachte op den titel verwyien. „„Die Leiden des jungon Werther." Een van de eerste uitgaven dezer wonderbare legende van den hartstocht", merkte hy aan. „Noemt ge dat een legende?" vroeg Regina. „Is de bron, die u de smachtende lip en het brandende hart laaft, voor u ook een legende?" „Op zestienjarigen leeftyd", zei Erich, „heb ik dit boek verslonden; toen ik een en twintig jaar was, heb ik het als een dierbaar pand aan myn hart gedrukt; op myn vyf-en twin tigste jaar heb ik het ter zyde geworpen en nu lees ik het iedere lente weer. Het houdt het hart frisch. Ik heb het daarom als een legende aangeduid, omdat deze stroo mingen des harten, deze kwellingeD, dit fijne ontleden der gloeiendste gevoelens, dit roeren in zyn bartebloed onzen nuchteren tyd als een legende-achtigen toestand moeten voor komen. Het boek moest ecbt9r ook als een legendarische geschiedenis beginnen„Er was eens een man; die had op Gods aardbodem volstrekt niets te doendaarom werd hy Werther." Maar dat gy dat nog leest, gy, een persooniykhoid, zoo volkomen, zoo zaak rijk! U moest het boek eigenlijk afstooten." „Gedeeltelyk stoot het my ook af, ja, maar over 't geheel verkwikt het my zeer. Het is my een voldooning te lezen, te onderzoeken, hoe de hartstocht in het hart van een man woelen kan." Zy zeide r.i9t, dat Int haar een genot was met den ongelukkigen Werther alle stadiën eener hopelooze liefde te doorloopen. Zy wil !o toch reeds het onderwerp van hun gesprek niet verder voortzetten, want reeds klopten haar polsen sneller, haar woorden kwamen slechts in korte zinnen uit een hygenden boezem. Eindeiyk vroeg zy hoe het Doris ging- Hy haalde de schouders op en glimlacht® somber. „Hoe het haar gaat? Waai toe die vraag? Gy kunt het u wel voorstellen Regina als altyd! Yandaag bad zy wee* een schitterende equipage zien voorbyryden waarin Lideman en de vrouw van den ge heimraad zaten en zy was er niet by; zy moest thuis en by baar kind zitten. Daar van liep haar het hart over." „Hm, Lideman 1" sprak Regina als by zich- zelve „Sinds eenigen tyd komt hy niet meer by u, wel?" „Neen," was Erichs kort antwoord. „Ja juist, Doris heeft het my verteld." Wederom aarzelde zy voort te gaan. Slechts weinig ware er op dit oogenblik noodig ge weest, om Erich achterdochtig te maken, Erich, dien slechts de volkomen, kinderiyb naïeve argeloosheid zyns harten tot dusverr belet kon hebben de ware reden der gehecht beid van den president aan zyn huis U te zien. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 1