N». 11458, Maandag 5 Juli. A". 1397 (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. DWAALSTERREN. EEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZJER COURANT? Voor Leiden per 3 maanden.f 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEJT Van 1 6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17 J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor bet incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Derde Blad. Aan de Abonnés op het „Leidsch Dagblad", die tijdelijk elders bin- nens- of buitenslands gaan vertoeven, wordt meegedeeld: d it het Dagblad, tegen vergoeding der frankeerkosten, gaarne wordt opgezonden; dat echter niet kan worden vol daan aan het verzoek om de Bladen te „bewaren", noch aan eenig ander verzoek tot bezorging van het Blad anders dan aan het adres van den geabonneerde. DE UITGEVER. Olllciëele Kenuisgovingo.n. Kennisgeving. Rationale Militie. ONDERZOEK VjN VERLOFGANGER8. BurgomO' eter en Wethouders van Leiden brengen tij dsze ter kennis van de miiicien-verlofgaDgere 1". GERARDUS BRUGMAN, il ae ervangor van de liohting ran 1891, gomeoute RoUord-.ru, lotingDr. 605, van liet 4de rogitneut I.f-nttr.e; 2d. VN OUTER JAN HOLVERUA, lottling van de lichting va i 189), gemeente Leiden lotiDgnr. 170, van htt 4de regiment Infanterie; dat zij worden opgeroepen tot het maken eener na-inepcc'ie voor do beer Militie Commreariu, welke zal plaats liebben op Donderdag den 1 den Juli lS97f dt8 voorm ddage te elf uren, in bet Iu» ahdcnhnie ie LeideD, met last om op gemel ieu tyd ti r aangewezen plaatse tegenwoordig to zijn, in uniform guklted en voorzien van de kleediug- en uitradi: gatakken, hnn bij het vertrek met verlof meJegegeveD, alsmede Van buuLO zakboo' jee en verlofp.eser. Burgomec-eter en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 9 Juli 1897. E. KIST, Secretarie. Kostelooze Inenting. Bnrgomeester. en Wethouders van Leiden brertgen bij deze ter algomeene kennis, dat op Dinsdag Juli 1 8 9 7 en tot nadere aankondiging op eiken volgenden Dine dag, telkenu ale dee namiddags to twee uren, in het Elieabetbshof aan de Oude Veet, gelegenheid zal wordeu gegeven tot kostelooze inenting van on- en rmu- vormogenden, wordende tovern» aan bolaogheboenden herinnerd, dat zfi eleohts zullen worden toogelaten op vertoon van een bewge hunner geboorte- inaobTijviDg. Burgomeester en Wethondere voornoomd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. S Juli 1897. E. KIST, Secreian.. De Sint-Petrus-kerk aan de Langebrug. Terwyl de parochianen van de Hartebrugs- kerk dezer dagen Haarlems Bisschop in bun midden gingen ontvangen voor de wading van een nieuw hoogaltaar, begroette de feest dag van Sint-Petrus het heiligdom van dezen heilige aan de Langebrug in ongekenden luister. Inderdaad, het groote, het schier onmoge- 1 ,kb werk, van ook aan de Roomsche Petrus- kerk gloed en leven in te storten, is waarlik gelukt: Wat wond're kleuren van porfier Van marmer, van graniet, van steenen, Hier lichtende in het licht verschenen!... Eerstens had de kunst hier rekeDing te houden met den achtermuur der kerk. Gewoekerd is er waarlik met een kleinen uitbouw, die enorme heerlijkheden heeft geschapen. Voor eerst is het licht, bet alles-bezielende, htt alles-verheffende licht, door een drietal ramen te hulp geroepen. Vervolgens beeft de uit bouw ronding om het altaar gegeven, zooJat de rechte lyn van den achtermuur met hare verveling is weggevallen. Tertio heeft men een kolonnade, welke hier onmogelijk op den benedenvloer rond het hoofdaltaar kon begin nen, nu boven het altaar uit geplaatst, op zulke breede wijze, dat die zuilenrij zich ook met twee sierlijke bochten omhoog achter de z\j-altdren voortoeweegt. Eindelijk ontstond er aan het plafond de groote schelpruimte, in welke de majestueuze groep van Christus met de twee hoofd-aposteleo heel de kerk overheerscht. Dewijl nu de reeds vermelde zuilengroep zich op vrij beteekenende hoogte op den achtermuur van bet altaar beweegt, dewijl verder tusschen de kolommen de kleurspelingen vallen der geschilderde ramen, en dewijl eindelijk die pijlers zeiven overvloedig met goudglans en scbittering aan basementen, aan kapiteelen en aan schachten zijn versierJ, zoo weet waarlijk de bezoeker der kerk op bet eerste gezicht niet, wat een woud van majesteit zich daar voor zijn blikken vtrheft; heel het onversierde gedeelte der kerk, heel het plaatseDruim der menschen ontgaat hem, maar verband en getroffen gaat zijn aandacht in verrukking onderscheiden, hoe alle gloiie van de kolonnade begint tfj het altaar, om langs kroonlijsten en bogen, langs opschrift en kleurenpracht op te klimmen Tot Koning Christus, 's Vaders Zoon, Gezeten op den wolkentroon! Zoo wordt hipr de zetel Gods op de aarde zeer schoon vereenigd met de afbeelding van Z\jn zetel in do Hemelenzoo is hier de stoffe lijke tempel een voorber. iding en wegwijzer naar den Onstoffelijke; zoo is dit heiligdom inderdaad de mysterieuze plek, waar de Jacobs- lidder tusschen Hemel en aarde staat opgehe ven. De kunstenaar, cie dit werk tot stand hoeft gebracht, heeft hetz lf Je verheffingslied coor de ziele booren ruischen, dat ook do bouw meester der Lieve Vrouwe Kerk aan de Harte- brug moet hebben geboord. Voo-zeker, hunno werkfn konden slechts verbeteringen en geen scheppingen zijn, maar toch, ook bh die verbeteringen roept men uitex ungue leonem, de leeuw wordt erkend aan zijn koningsslag Het onontbeerlijke licht wordt door middel van drie kunstramen tusschen de kolommen in het ruim der k^rk verspreid. Wat die ramen betreft, zij zjjn zoo geheel in harmonie ge bracht met de zware omgeving, dat het onge oefend oog hior bepaald rekening mode houden moet, ten einde tot geen valsche oordeelvel lingen te komen. Geen gro -»te vlakten konden en mochten hier op de ramen worden gege ven; maar primo: zij vertoonen hunne voor stellingen onder een eereboog of omlijstiDg, welke op het eigen glas staat geschilderd, en secundozij vertoonen alle zeer zwaargevulde tafereelen, waarin o. a. het oude glasrelief is gehandhaafd. Onzes inziens kan dit alleen afge- 15) „Dat zal ik je zeggen. Wjj zullen deze groote, prachtige woning verlaten on het stille, bescheiden buitentje vóór de stad be trekken, bet eenige, dat ik van mijns vaders erfdeel bezit." „Dat eenzame, sombere, smakelooze huis," wierp Dons tegen. „Natuurlijk zullen wij onze equipage afschaffen de bedienden, over 't geheel zullen wij onze huishouding tot het een voudigste beperken." „O, dat zal een heerlijk leventje worden, als ik door do voorstad by wind en regen te voet voortdraven en de kool in een mand naar huis dragen moet. Hoe hoonend zullen de menschen mij aangapen l In mijn ooren hoor ik het reeds klinken: „Kijkt toch eens, die die élégante mevrouw! Vroeger op gummi- wielen nu met gummi-schoenen 1" „Allemaal slechts uitwendige dingen I Doris, wanneer zal het oogenblik komen, dat je geest li die richting keert, waar alleen al bet duur zame geluk verborgen ligt in het binnenste, in de diepte van 's menschen borst?" „Berisp, smaal maar! Scheld op mij ik zal iiy nimmer aan andere, kleinere toe standen gewennen. Ik houd van de bekoor lijkheid, den glans, de schoooheid en de volheid des levens. Het is de atmosfeer, waarin ik adem. Waarom heb je m\j zoo keurd worden door hem, die Diet rekent met de omstandigheid, dat gewone vlakke raam* tifereelen bier, door de kolommen-liniën, ge heel zonder effect zouden blijven. En wie -r last van moge hebben, dat uit de verte de tafereelen niet te onderscheiden zijn, welnu, by moet zich de moeite geven, meer tot het altaar te naderen! En hoe by dan verrukt zal zjjn I Het linker raam vertoont de roeping van St. Petrus. Heel de woeligheid der won fervolle vischvangst, al de verbazing der omstanders en geheel het materieel van net en scheepje op den voor grond, en op den achtergrond de Htiland met htt veelzeggende woord op de lippen: Van nu af (Petrus) zult gij menschen vangen. Het rechterraam vertoont de belijdenis van Sint- Petrus. Ontroerd en bleek ligt daar de anders zoo vurige, de anders zelfs overmoedige Gali- leër neergeknield, want, nadat hem het woord van de lippen is gegaan Gij z{jt de Christus de Zoon van den levenden Godheeft op Zyne beurt de Verlosser tot hem, den eenvoudig, n zoon van Jona, gezegd „U zal Ik de sleutels geven van het Rijk der Hemelen." En eindeiyk, op het derde raam wordt Sint-Fetrus gekruisigd. Na vergrysd te zfln in den arbtid voor zijnen onvergetelyken Meester, ziet Petrus nu aan zicbzelven de profetie verduld, die Jezus hem eenmaal deed: Wanneer gij oud geworden zijtzal een ander u een gordel omslaan en daarheen voeren, waarheen gij niet wilt. Op dit tafereel is verder een zeer rijk vergezicht geschilderd, zoodat men achter Italië'8 stranden de zoe ziet opdoemen. En, naar de wyze der Midueleeuwscbe kunst stukken is hier eindeiyk nog eeo Anachronisme toegelaten, dat wil zeggen, boven het tafereel van Petrus' kruisiging is, in een afzoniirlyk medaillon, de kerk opgehangen, welke natuuriyk, tydens Petrus' kruisiging, nog in geene eeuwen was te zien. Maar het gebruik der oude kunstenaars heeft aan deze wyze van doen nu eenmaal burgerrecht gegeven. En nu, met dit geheele drietal ramen nog voor de oogen onzer verbeelding, durven wy ons reeds uitgesproken oordeel herhalende aandachtige toeschouwer zal by het gezicht dezer voorstellingen weldra in verrukking komen. Hier is zelfs meer spel en poëzie dan op de Petrus tafereelen, welke in de 15de eeuw Filippino L ppi te Florence heeft ge schilferd. Wat byzonder den dood van Sint- Petrus betreft, vieren smaak en kieschheid hier de beste triomfen. Zoo ziet men byv. hier, dat het kruis, aan hetwelk Petrus, met het hoofd ter aarde ge keerd, gaat geplaatst worden, en dit voldoet beter dan te zien, dat het kruis by zulke onaesthetische bevrachting daar geplaaut staat. Immers, het hoofdidee, hier weer te geven, is de triomf van het geloof, van de liefde en van de noderigheid over den dood, en niet de dood, op zichzelven. Zoo^ra het tafereel dus den gang der marteling maar heeft afgebeeld, kan het vreeseiyk martelen zelf een weinig worden ter zyde gesteld, ten einde hoogere gezichtspunten wordtn gevierd. En tot die hoogere gezichtspunten nu, behoort hier zeer zeker de victorie van Petrus, juist by zyn schynbaren ondergang. Daarom begreep d kunstenaar terecht, dat een vergezicht over de wereld, welke straks alom aan Petrus' gezag zoade gehoorzamer, juist op het iafe- rjtl van zyn kruisiging thuisbeboorde, mits cat v< rgezicht door een afbeelding van den Christentempel werde overheerscht. Mocht evenwel iemand, na oit alles, toch deze ramen niet schoon kunnen vinden, dan kan hy niet beter do9n dan eerst de welbe kende ramen in de Sint Jans-Kerk te Gouda te gaan zien. De schrik voor de „volheid" zal hem dan waarschyniyk verlatenalthans, de modern gevormde kunstsmaak leert by bet werk der gebroeders Crabeth zyn eenzydig- heid afleggeo. Geëindigd dus met een harteiyken geluk- wensch aan parochianen, kerkbestuur en her der van SintPetru8l P. M. Bots, Oud-Rector. Leiden, 3 Jnli. De heer G. A. Van den Bergb van Ey>inga, candidaat in de godgeleerdheid te Leiden, is door de theologische faculteit alhier met goud bekroond voor de beantwoording van een prys- vraag „Over de verwantschap van denkbeelden tusschen Bernhard vaQ Olairvaux en Grego rius den Grooten." By koni klyk besluit is benoemd tot burgemeester der gemeente Zwammerdam d© heer G. B. Fortuyn. De Nationale Velddag van het Leger des Heils zal dit jaar worden gehouden op Woensdag 18 Augustus a. s., op het landgoed „Velzcrbeek", te Velzen, by Haarlem. Voor deze gelegenheid zal generaal Booth overkomen, die de by» enkomsttn zal leid-n. M-.t de Bollandscbe Spoorweg-Maatschappy zyn reeds schikkingen gemaakt voor eenige extra treinen en voor verlaagd tarief voor deelnemers van de stations aan de lynen dier Maatschappy. Voor de rechtbank te 'sGrav.nhage werd gisteren mr H. A. Van Raalte, benoemd kantonrechter aldaar, als zoodanig beëedig De heer Van Raalte nana in de gisteren gehouden burgerlyfce terechtzittirg van het kantongerecht zitting, na voorlezing, door dtn griffier, van het proces-verraai der eeds af legging. De deurwaarder, de heer J. B. Mansveld, maakte gebruik van de gelegenheid dat by in deze zitti ig voor een zyner cliënten moest compareeren, om eenige barteiyke woorden van gelukwensching te richten tot den be noemde, ook namens zyne collega's en allen, die uithoofde hunner betrekking veelvuldig als vertegenwoordigers van partyen met d.n kantonrechter in aanraking komen. Hy be tuigde daarby dat de keuze van H. M. de Koningin veler sympathie genoot. Mr. Van Raalte bedankte den heer Mans veld voor de tot hem gerichte felicitatie. 's Middags van den vierden dag van de lustrumfeesten te Amsterdam, had in het Paleis vóór Volksvlyt eene matinee plaats van de grenadiers, aangeboden door de Kon. Studenten schistvereemging. Nadat er 's namiddags particuliere feesten geweest waren in verschillende studenten clubs, kwam men 's avonds weder byeen in den Stadsschouwburg, waar de Amsterdamscho studenten-tooneelvereeniging Shakespeai e's „Much ado about nothing" op zou voeren, regie Henri Poolman. De drom van bezoekers was zoo groot, dat er nogal eenige tyd verliep, eer alle ontevredenen goed en wel onderdak gebracht waren. Wat de voorstelling zelve betreft, dio mag in alle opzichten uitstekend geslaagd heeten. Door de liberale kiesvereeniging te Warga is by acclamatij de heer H. Pytter6«n Tz. candidaat gesteld voor de Tweeue Kamer. Mr. A. Keroyk heefc ontkennend geant woord op de tot hem gerichte vraag, of hy eene candidatuur voor de Tweede Kamer in het district Leeuwarden zou willen aannemen. Naar gemeld wordt, zou de radicale ver- eeniging in district IX, van Amsterdam, nu reeds den heer Gerritsen gepolst hebben, of hy eone candidatuur voor de Tweede Kamer zou willen aannemen, natuuriyk voor 't geval de beer Tak voor Beverwyk optreedt. De hter GerritseQ zou verklaard hebben, alleen in aan- merkiDg te willtn komen, als debeerKerdyk co candi latuur nitt mocht wenschen. Als redacteur van het „D. v. Z.-H." is opgetreden jhr. J. P. Van der Willige von Schmidt auf Altenstadt. Te Broek-Sittard, waar drie leden van den gemeenteraad periodiek aftreden, doet zich htt zonderlinge geval voor, dat geen candidaat op de candidatenlijst is gebracht. Tot gemeente-ontvanger te Grauw is benoemd de heer E. J. Verhaegen. Ter gelegenheid van het 25-jarig be staan der Amsterdam8che Omnibus-Maat- schappü ontving elk lid van het pertoceel zooveel guldens als hy dienstjaren achter den rug had, plus een inleg op de spaarbank ten bedrage van het dubbele dier som. Als minimum werd voor deze berekening het loon van ééne week aangenomen, zoodat ccn pas benoemd conducteur fll in geld en f 22 in de spaar bank werd toegelegd. Onder de makingen en schenkingen, tot aanvaarding waarvan door de Koningin in overeenstemming met het gevo len van Gede puteerde Staten van Limburg machtiging is verleend, behoort eon legaat van C. G. H. Lhoneux aan het burgerlijk armbestuur te S.ttard, groot f 12,000, vry vac successie rechten. Biykbaar als e?n tegenspraak op wat omtrent het ministerie gem.ld is, sclreefhet „Dagbl. v. Z.-H.": „Do minister van buitenlandsche zaken, jhr. mr. J. Rösll, die Zondag middag naar zyn buitengoederen te Doorn was vertrokken, is Maandagavond te 8 uren alhi ;r teruggekeerd. „Z Exc. zou, naar men v.rzekert, door H. M, de Koningin-Regentes in gewone audiëntie zyn ontvangen. Dinsdagmiddag, evenals Vrydag jlzyn do gewone Minist rriden gehouden." Dit bericht draagt, zoo merkt de „Haagsche Ct." 'èp, in zyn voorzichtigen vorm alle ken- fceekenen van een officieuze (onderhandsche) tegenspraak op hetgeen anderen vernamen. laten begaan? Waarom hebt ge u om myn verengen niet bekommerd? U kwam dat in di eerst» pl ats toe. Ben ik zoo onnoozel, dat ik naar je vermaningen niet zou geluisterd hebben En ons kind 1 Daaraan heb je niet gedacht in je zelfzucht, die wenschte, dat het met myn bezit ten gronde ging." „Z9ker well Het is beter, dat Liddy arm is aan geld en goed dan dat haar kinderhart de liefde moet ontberen, die haar in deza drukte verstoord en onttrokken zou worden. Doris, lieve Doris, laten wy ons er in schikken 1" De aangesprokene hoorde deze biddende, schier smeekende vermaning zyns harten Diet. Met een driftige beweging maakte zy zich van haar man los en snelde in het ruischende balgewaad naar de kamer, waar de kleine rustig in haar bedje lag te slapen. Wat z\j hier had moeten vindentroost en overgeving, moed en zelfvertrouwen zy vond het niet. Zy zag vóór haar geostesblik slechts de wereld en haar toekomst als een woeste, ledige ruimte, waarin zy tevergeefs haar ik trachtte te voegen. En Rechting was hst, of met dien avond en zyn roededeeling tusschen hem en zyn ▼rouw een schaduw was geslopen, die hen op hun toekomstigen levensweg dreigde te ver gezellen. IV. Het was een zeer bescheiden huis, dat de Rechtings nu bewoonden. Erichs vader bad het van zyn schoonvader, een welgesteld lionenkoopman, geërfd, die het als zomor- verbiyf gebouwd had, om zich daar des avonds met zyn gezin van de vermoaierissan des daags te ontspannen, rozen en druiven te telen en z^ch in den schoot van zyn gezin de zure melk als avondmaal goed te laten smaken. Destyds lag het huis ver buiten de stad, en de familie bespaarde daardoor zomer- reisjo8 en dure uitstapjes'naar buiten. In de dertig jaren sinds den dood van den goeden linnenkoopman was de stad uitgebreid en uitgt zet; terreinen gronds om het huis he n werden bebouwd, de eenvoudige buiten plaatsen gesloopt en door sieriyke villa's vei vangen; alleen de bezitting der Rechtings bb ef zooals ze geweest was en natuuriyk, h<t huis met den simpelen voorgevel, het oi derwetsche puntdak, do lage venstertjes, die nog nist van spiegelruiten voorzien waren, met zyn bescheiden voortuintje, dat nog door een heiniDg vaD de straat gescheiden was, dat buis, zeg ik, stak by de ryk geornamen teerde gevels, de kolommen en de vergulde balkons links en rechts zeer armzalig af; het maakte den indruk van een arm wees kind onder mooi uitgedoste kinderen van ryke en voorname ouders. Hier nu had de griffier zyn domicilie opgeslagen. De equipage was afgeschaft, hy en zyn vrouw bedienden zich van de tram, hy, om naar het bureau te ryden, zjj, Doris, om in de stad haar inkoopen te doen. By de veel eenvoudiger geworden huishouding had den de leveranciers het versmaad de warer. thuis te bezorgen, zcoals zy dat vroeger deden. Men had ook goen, wat men noemt, personeel meer: dit was tot een dienstbode eu eon kiodermeisje beperkt- Doris kleedde zich op een allorminst in 't oog loopende wyze. Zy had op een zeer gering gedeelte na al haar kostbare kleederen verkocht. Erich had zich daartegen trachten te verzetten; Regina sloot zich by hem aan, maar juist dit afraden versterkte Doris in zyn voor nemen. Zy werd eigenzinnig, bitter in haar gemoedsstemming. „Ge zegt immers zelf, dat wy ons op vol komen nieuwe toestanden moeten inrichton?" „„Uw kleed zy overeenkomst'g uw leven en denken,"" zegt het woord van e.n wyzo, dot ik opvolg. Wat moet ik nu met die ge tuigen van voormalige heerlijkheid doen? Arme menschen behoeven zich niet meer op te pronken; voor hen i3 een linnen kleed voldoende. En het is beter zóó, Erich; ik zou door die japonnen slechts aan het Eéos herinnerd worden en men moet toch een maal vergeten." „Een parel van een vrouw l" riepon de buren, die heel spoedig vernomen hadden, waarom de eigenaar van het „Planetenhulsje" den man, die het tot dusver bewoond had, de huur had opgezegd. Het huis heette in den omtrek zoo, omdat het plaDetensL hel, wel is waar op zeer onduidelyke wyze, bovea het middelste venster was aangebracht. Daarom ook had de heer Warbusch het tot zyn woning gekozen en lange jaren er in gehuisd, totdat de griffier genoodzaakt werd den ouden, eenzamen vrygezel de woning te doen ontruimen. „Een juweel," Z9i men van Djris, „een vrouw, die men aan alle andere vrouwen ten voorbeeld i'tellen moet, v/anneor men de schoon© vrouw vroeger, trotsch achter over liggend in de kussens van haar rytuig, hier zag voorbysnellen en haar thans gade slaat, als zy haar eigen equipage rydt, dat wil zeggen, het wagentje van ba^r kind, en op een bank in de deftiga prom-, n ie gaat zitten en handwerkjes maakt on da-roy den slaap van haar kind bewaakt, geiyk een goede moeder doen moet." Dit had Doris nu wel niet behoeven te doen: den kinderwagen had het kindermeisje eveDgoed kunnen voortduwen, zoo het over het geheel noodig was. Want achter htt kleine buitenverbiyf lag een vry groote tuin, die de kleine Liddy in voldoende hoeveelheid lucht en licht had kunnen verschaffen. Maar er lag in de gedragingen van Doris ten op zichte van de nieuwe toestanden een te grooto yver, een streven, dat alle perken te buiten ging, en slechts de smarteiyke herinnering aan het verleden, de inneriyke onvoldaanheid en verbittering blcot legde. Elke andere vrouw van een ootmoediger en meer overgegeven karakter zou het vermeden hebban de plaatsen op te zoeken, waar zy de gezelschaj pon uit haar voormalige kringen moest aantreffen. Voorzeker, en daarin had zy weer geiyk zy behoefde het oog der wereld niet te schuwen, zy en haar man waren volkomen ongeschonden uit den vroegeren glans in het duister getreden. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 9