N«. 11450 Vrijdag 25 Juni. A".1897 feze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van gon- en (feestdagen, uitgegeven. JDe Herstemming. Leiden. 24 Juni. Feuilleton. Wacht u voor de Zigeuners! LEIDSCH PRIJS DEZER COURANT* Voor Leiden per 8 maanden. n.io, Tranco per post1.40. Alzonderlyke Nommers 0.0S. PRIJS DEK ADVERTENTIES: Van t—6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17$. Grooteré letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Den uitslag der herstemming morgenavond achten wy voor iedereen van zeer veel belang en wy zullen dan ook zorgen tijdig dien uitslag bekend te maken. De directeur van het telegraafkantoor te dezer stede heeft op onze vraag, of het kantoor op dien avond na het daarvoor bepaalde uur geopend bleef, met de meeste welwillendheid geantwoord, dat dit het geval zal zijn. Op enkele districten na zullen we dus den ge- heelun uitslag morgenavond nog weten. De leden der Sociëteiten „Amicitia" en „M in er va" kunnen den uitslag aldaar gaan vernemen, terwijl wij voor belangstel lenden twee borden voor ons Bureel hebben doen gereed mak- n, omdat gebleken is, dat één bord onvoldoende was. Toch zal het menigeen bezwaarlik zijn en moeite kosten by een van die twee bor den te komen, maar ook voor die belang- Btellencen zullen we zorgen. Op ons verzoek toch zal de heer C. Ir. Hazenberg de eigenaar van het wèlvoor- ziene magazijn van pbotograpbie-toestellen voor amateurs aan den Apothekersdyk den uitslag der herstemmingen van elk district afzon derlijk op het raam van onze vestibule op een daarvoor aangebracht doek voor ieder een zichtbaar doen verschijnen. Aangezien echter deze methode in den waren zin des woords het daglicht niet zien kan en wy op höt oogenblik nog verkeeren in de periode der lange dagen, kan daar mede eerst te negen uren worden aange vangen. Elke kwart-minuut zal men een uitslag zien verschynen; wanneer al de bekend ge- w.ordei districten zyn gegeven, wordt weder opnieuw begonnen, zoodat men, door een oogenbiik te biyven staan, de geheele reeks op bet doek zal zien. Zoowel op de borden als op het dosk zullen achter de namen alleen gegeven worden de cyfers van het door de in herstemming gekomen candidaten verkregen aantal stemmen. Qekozen is natuuriyk de candidaat, die de meeste stemmen verwierf. Naar aanleiding van art. 3 van het regle ment van beheer der Stodelyke "Werkinrichting dragen bestuurderen do volgende dubbeltallen voor van de Jeden van hun bestuur buiten den Gemeenteraad, die den lo Juli a. s. moeten aftreden, zynde de heerendr. D. De Loos, dr. J. G. Van der Sluys en F. De Stoppelaar, die echter opnieuw benoambaat zyn: lo. dr. D. De Loos en dr. J. F. A. Mei link; 2o. dr. J. G. Van der Sluys en dr. C. L. Rümke; 3o. F. De Stoppelaar en C. Bongor. De Commissie van Financiën heeft geeDe bedenkingen tegen de rekening der Kamer van Koophandel en Fabrieken over 1896, in ontvangst ad f 475, in uitgaaf ad f 460.915, sluitende met een barig saldo van f 14.085. Zy stelt voor die rekening goed te keuren en het overschot ad f 14.08* in mindering te doen strekken van de toegestane toelage ait de Gemeentekas voor 1897. Naar aanleiding van een desbetreffend verzoek van den heer J. M. Van Baak, geven B. en Ws. in overweging aan adressant, wegens vestiging in de gemeente op 29 Mei jl., terugbetaling te verleenen van schoolgeld voor drie kinderen, leerlingen der Jongensschool lete klasse, over de maanden April en Mei, tot een bedrag van f 22.50. Ten aanzien van het verzoek van de weduwe A. M. HesperSchmitt, geven zy in over weging om adressante, wegens vestiging in de gemeente met Juni, terugbetaling te ver leenen van schoolgeld voor haar zoon, leer ling van de Leerschool, over de maanden April en Mei, tot een bedrag van f 2.66. Ten gevolge van de periodieke aftreling van mr. H. L. Drucker met 1 Juli a, s. als Com missaris der Stads-Bank van-Leening, bieden B. en Ws. den gemeenteraad aan eene krach tens art. 1 van de Verordening, houdende Reglement op de Bank-van-Leening, opge maakte alphabetische voordracht, met verzosk tot eene benoeming te willen overgaan: lo. mr. H. L. Drucker, 2o. dr. Th. W. Van Lidth de Jeude, 3o. P. Zilles.-n. Aan den gemeenteraad leggen B. en Ws. over een schryven van den heer A. L. De Stürler, waaroy hy om de daarby ver melde redenen ontslag neemt als wethouder. Krachtens art. 84 der Gemeentewet geschiedt de verkiezing ter vervulling der plaatsen, die door ontslag, overiyden of om eene andere reden openvallen, binnen veertien dagen na dit openvallen. B. en "W8. geven daarom in overweging in de eerstvolgende Raadsvergadering, die zal gehouden worden op Donderdag 1 Juli a. s., tot de benoeming van een wethouder over te gaan. Bedoeld schryven luidt aldus: „Yelzerboscb, 18 Juni 1897. „Aan den Raad der gemeente Leiden. „Ten gevolge zyner drukke bezigheden ziet ondergetüektnde zich verplicht voor bet Wet houderschap der gemeente Leiden te bedanken. „Hy Zegt Uwen Raad oprechten dank voor bet vertrouwen, steeds in hem gesteld, en de medewerking, door hem ondervonden. A. L. De Stürler." Ten gevolge van het by gemeenteraads besluit van 10 Juni jl. aan mej. A. M. J. Cambier veileend eervol ontslag, vaceert met 1 September a. s. de betrekking van leerares in de NeJerlandscbe taal- en letterkunde aai de Hoogere Burgerschool voor Meisjes, zoodat tot de benoeming van eene leerares moet worden overgegaan. Biykens do aan den Raad overgelegde rapporten van de Commissie van Toezicht op de scholen voor Middelbaar Onderwys en van den Inspecteur van bet Middelbaar Onderwys te 's-Gravtnhage, wordt voor die betrekking aanbevolen mej. A. Nassau Noordewier, thans tydeiyk met de waarneming dier betrekkiDg belast. Zich met deze aanbeveling vereenigende, geven B. en Ws. in overweging tot eene benoeming van eene leerares aan genoemde school over te gaan, mot bepaling, dat aan de benoemde zonder verhooging van traktement (aanvankeiyk f 1400), zoo noodig, enkele uren onderwys in de geschiedenis en aardryks- kunde zullen kunnen worden opgedragen, tot een maximum van 24 uren voor alle vakken gezamenlyk. Naar aanleiding van een rapport van commissarissen der Stads-Bank van Leenir.g, is ook B. en Ws. gebleken, d-it het nadeelig saldo der rekening van gemelde instelling over 1895 met f 442.195 te Lag is berekend, zoodat de uitkeonng door de gemeente van dit nadeelig saldo in plaats van f 694.16 had moeten bedragen f 1036.355. Vermits ten gevolge van deze te lage uit- keering het batig saldo der gemeeDterekening over 1895 feitelyk f 442.19s te hoog ia ge weest, welk saldo in de begrooting van 1897 is overgebracht, stöllen B. en Ws. den Raad voor gemeld bedrag van f 442.195 uit de ge- meentebegrooting van 1897 aan Commissaris sen der Bank-van-Leening uit te keeren, te vinden uit d6n post voor Onvoorziene Uit gaven, waardoor het bedryfskapitaal dier inst-lling weder tot f 67,000 zal zyn terug gebracht. In de Raadszitting van 25 Maart j. 1. werd beslot n lot onderhandschen aankoop van de erven Gevers van Endegeest van de perceelen land, gelegen in ce gemeente Oegst- geest en kadastraal bekend sectie E Nrs 41—52 en 1697, vry op naam van de ge meente Leiden, voor de som van f 45,000. Dit besluit is goedgekeurd door de Gedepu teerde Staten van Zuid-Holland den 30sten Maart 1897. Ten einde deze uitgaaf in de begrooting van dit jaar te regelen, bieden B. en Ws. den gemeenteraad aan een suppletoiren st*at van begrooting, in ontvaDgst „geldleening ter voorziening in de koeten van buitengewone werken" ad f 45,000, en in uitgaaf een nieuw volgn. 103c „aankoop van de perceelen ge meente Oegstgeest, sectie E Nrs. 4162 en 1697" tot gelyk becrag. By de commissie van financiën bestaan hiertegen geen bedenkingen. De Yryzinnige Kiesvereeniging alhier stelde i.i de volgende gro3p-vergaderingen tot candidaten voor den gemeenteraad, voor district II prof. dr. M. J. De Goejb en prof. dr. D. E. Siegenbeek van Heukelom (aftreden de leden in district I) en prof. mr. J. Oppen- heim; en voor district III de heeren P. L. C. Drie8sen en W. F. Verbey van Wyk (aftreden de leden in dat district) en mr. Q L. Drucker (airedend lid in district II), de laatste met het lot tegen dr. P. J. Kaiser (aftr. lid in district III). Zooals gemeld, is de heer Drucker ook gecandideerd in district I. Uit het verslag der Commissie van Beheer van het Stedeiyk Museum over 1S96 nemen wy het volgende over: De Commissie moest in 't laatst van't jaar het verlies lyden van haar medelid D. Har- tevelt, een zeer belangstellend lid. Had hy ter nagedachtenis van zyn overleden broeder, wyien H. C. Hartevelt, eene aanmerkeiyke som aan den Raad aangebodep ter besteding aan een nieuw op te richten zaal, later, nadat deze zaal gebouwd was en Hartevelt lid eer Commissie was geworden, gaf by verschil lende geschenken, fraaie parures, teekeningen, enz. Getrouw nam hy aan de werkzaamheden deel; kort voor zyn dood deed hy een voor stel tot uitbreiding van de werkzaamheid der Commissie, dat nog in behandeling is en eerlang tot eene nieuwe regtling aanleidiDg zal kunnen geven. Zyne plaats is thans in- genomen door den heer mr. J. A. F. Coabergb, die op 19 December geïnstalleerd werd. Twee dagen daarna overleed de heer Du Rieu, die met opgewektheid de vergadering bad bygewoond. Plotseling stierf hy en werd gerukt uit het midden zyner bezigheden. Hy was een begunstiger van het Staddyk Museum, evenals -de beer Hartevelt, en lang zal ook zyn gemis in de Commissie worden gevoeld. De kunstzaal werd wederom den conser vator afgestaan tot het houden van de vol gende tentoonstellingen, die door het publiek trouw werden bezocht: lo. Tentoonstelling van de Vereeniging „Kunst toegepast op boekbanden." 2o Van de teekeningen door Cbarles Rochussen, De Famar Testas en David Bles, indertyd gebruikt voor de uitgave van Van Lennep. 3o. Van de titelbladen voor het Tydschrift „Da Hollandscbe Revue" (Prysvraag van dat tydschrift). 4o. Van Fransche, Engelsche en Ameri- kaansche affiches. 5o. Van monumentale en decoratieve kunst door Jac. Van Gils en F. Ludawig. 6o. Van werken van moderne Fransche en Belgische meesters. Het museum werd op Zondagen van lo. Januari tct ulto. December bezocht door 11,407 bezoekers. Betalenden op de werk dagen 5799, op 3 October 1022, totaal 18,133 bezoekers. Onder de aankoopen wordt vermeld een schildery van Jacques Da Claeuw, door de welwillendheid van dr. A. Bredius bezorgd. Jacques De Claeuw werd lid van h.t Lsidsche Schildersgild in 1651 en schilderde hier tot 1665. Eene onderhandeling omtrent eene schildtry van Jan Steen en eene andere omtrent eene schildery van Rembrandt mislukte. Twee geschonken verrykten de verzameling, een zeer fraai familiestuk van J. v. Merck 1660, voorstellende de fami.ie De Ryt, van het kasteel „Endegeest" afkomstig, een tweede gaf de familie V. d. Waag, „het Lriische oproer in 1748," meer belangryk dan fraai. Door de drukte met de verkiezingen op 15 Juni waren wy niet in de gelegenheid, het 1ste concert, op „Zomerzorg" gegeven door het muziekcorps van het 4de regt. infan terie, by te wonen en er den volgenden dag eenig verslag van te geven. Wy Vernamen echter van bevoegde zyde, dat dit concert uitmunt.nd geslaagd is. Het was een uitgezochte zomeravond; de inteeke- naron war an met hunne dame3 in groo en getale opgekomen en het orkest handhaafde meesterlijk zyn gevestigden roem. Alles werkte er toe mede, om het een zeldzaam rustige en heerlyke avond te doen zijn. Doch h laas, er ontbrak een machtige f ctor aan, om er by te kunnon zeggen „in Leidens lusthof", zooals wy „Zomerzorg" wel eens plachten te noemen. Alle bloemengeur en •kleur werd er gemist; de tuin zag er inéén woord treurig, somber uit. Wel waren de anders zoo schitterende bloemperken met groen gevuld, maar meer oak niet. Vol verbazing informeerden wy naar de oorzaak hiervan, en vernamen toen tot onze geruststelli- g, dat al die fra:.ie planten niet dood waren, rn ook, dat de lust tot versiering den heer Couvóe niet bad begeven; maar dat het integendeel juist de groote opofferende liefde van den eigenaar voor de kindoren van Flora was, die hem de toestemming deed geven, niet alleen om zijn tuin gratis ten dienste te stellen van do Ned. Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde, doch ook zyne blomip-rken ledig to laten voor de aanstaande tentoonstelling van 7 tot 11 Juli, om ze eerst daarna met zyn eigen planten te versieren. De bezoekers van „Zomerzorg" weten nu door deze mededeeling, waarin de oorzaak van een en ander gelegen is, wanneer zy a. s Dinsdag 29 Juni het 2de concert aldaar zullen by wonen, d it, naar wy hopen, wederom door fraai zomerweder zal begunstigd worden. Benoemd is tot leeraar in ae wis- en werktuigkunde aan de H. B.-S. met 3- en 5 jar gen cursus le Haarlem de heer A. Van Eldik, te LeideD. Door Ged. Staten der prov. Zuid-Holland worJt de lyst bekend gemaakt der by de in Ma rt en April dezes jaars wegens hun uit stek nde ho danigheden bekroonde stieren. Onder de stier n roven l'/i jaar, bekroond met oen preroi u f 150, komen voor die van N Plomp, te Nieuwkoop, M. Oliemans, te Stonipwyk, i Zwetïlo.'t, te Hoogmade (Wou- brugge), L. Bouwmeester, te Noorawijkerhout. Onaer do piiiksrieren 'oeneden l'/i jaar, be kroond met een premie van f 100, worden op gegeven die van J Go s, te Vlist, A. W. Veelenturf, to Zwammerdam, C. Da Gier, to Boitgraven, C. De Jong, to Riatveld, A Bree- dyk, te W-td ringsveen, J. C. Van d6r Torren, te Waddingsveen, J. C. Van der Torren, to Wadciingaveen, B. Uiterlinde, te Z?gwaard, A. Van Poelgeest Pz., te Leimuiden, J. Hoog straten, te Sassenheim. De bekroonde stieren zyn met de letters Z. H. op den rechterhoorn gebrand en rno t-n tot 1 September 1897 in oe prov. Zuid-Hol- lant ter dekking beschikbaar zyn tegen een springgell van hoogstens f 1, op straffo van ni t-uitbetaling der toegekende premie. Ten bureele der Militaire Bakkery to 's Grivenhage werd aanbesteed de levering van 60,000 KG. harde tarwe en 60,000 KG zachte tarwe, waarvoor minste inschryvers waren: do heer H. H. Van Wavtren, te Hil- legom, voor f 8.38 per 100 KG. harde, en de beer F. R. Haan, te Groningen, voor f 8 25 per 100 KG. zachte tarwe. In een buitengewone vergadering der Kamer van Koophandel, te 's-Gravenhage it In een der steden m dal van den Theiss woonde een koopman, Ale een jonge, lieftallige vrouw bezat. De man was evenwel verbazend jaloersch, zoodat er Hidschen hem en zyn vrouw menige heftige scène voorviel, omdat hy telkens meende, dat zy h&m door woord of daad ontrouw was geworden. Meermalen reeds had hy deze en gene hunner kennissen met een duel bedreigd, zoodat hy langzamer hand een aantal personeD, met wie zy vroeger vriendschappelyk omgiDgen, van zich had ver vreemd en overal don naam had gekregen, ongemotiveerd jaloersch en y verzuchtig te zyn. Eenigen tyd nadat er weder een heftig tooneel tusschen de beide echtgenooten had plaats gehad, kwam op een vroegen morgen de vader der jonge vrouw op zyn doorreis naar Zevenbergen in het stadje, waar zyn kinderen woonden, en begaf zich onmiddellijk van het station naar hun woning, daar hy syn schoonzoon, wiens zaken hem verplichtten vroeg op te staan, wel reeds by de hand dacht te vinden. By de woning aangekomen, be merkte hy, dat de deur nog gesloten scheen, doch toen hy er eenige beweging aan maakte, ging zy vanzelf open. De man trad binnen, vond evenwel in huis alles nog in diepe rust, trad de huiskamer binnen, waar hy ook niemand zag, en richtte toen zyn schreden naar de slaapkamer, die hy zachtjes opende, om het volgend oogenblik hevig ontsteld terug te deinzen. Een ontzettend tooneel vertoond* zich daar aan zyn blikken. De jonge vrouw lag dood op den grond, met een gordijnkoord geworgd; terwyi de man, alsof er niets ware gebeurd, in een zwaren slaap te bed lag. Op de hulpkreten van den ouden man kwamen spoedig een aantal personen van buiten aangesneld, wien het na veel moeite eindelyk gelukte den koopman wakker te krygen. Toch zat deze na zijn ontwaken half verdoofd rond te staren tot hy eindelyk het ïyk zyner vrouw in het oog kreeg en zich met een luiden smartkreet over haar heen stortte. Niettegenstaande dit alles, hielden de aan wezigen hem toch voor den bedrijver van het gruwelstuk, omdat men wist, dat de ver houding tusschen hem en zyn vrouw dikwyis veel te wenschen had gelaten en de jonge ▼rouw geen vyanden had; integendeel, ieder mocht haar gaarne. De politie werd natuuriyk te hulp geroepen, die den koopman in verhoor nam. Hy kon omtrent het geval geen verklaring geven en wist ook niemand te noemen, tegen wien hy eenige verdenking koesterde. Het koord was van een der raamgordynen genomen en de koopman verklaarde, dat zich by het ter ruste gaaD, den vorigen avond, buiten hem en zyn vrouw niemand in huis had bevonden, omdat hun dienstbode verlof was gegeven den nacht bij baar familie door te brengen. Het einde van de zaak was, dat de koopman in arrest werd genomen en dat een paar dagen later een bevel werd uitgevaardigd, hem voorloopig in hechtenis te houden. Voor den rechter van instructie loochende hy standvastig iets met den moord uitstaande te hebben en toonde integendeel zulk een diepe droefheid over het verlies zyner vrouw, dat men langzamerhand aan zyn schuld begon te twyfelen, te meer, omdat ook geen enkel feit aan het licht kwam, dat het tegen hem gerezen vermoeden bevestigde. Op zekeren dag verzocht hy den directeur der gevangenis, hem zoo spoedig mogeiyk voor den rechter van instructie te voeren, omdat hy dezen een belangryke mededeeling wilde doen. Aan zyn verzoek werd voldaan. Voor den rechter verschenen, verzocht hy dezen, wat hy zou mededeelen strikt geheim te houden, omdat hy vreesde, dat by ruchtbaar wording van zyn onthullingen de werkelyke misdadiger weder zyn maatregelen zou kunnen nemen tegen ontdekking. „Hebt gö vermoeden tegen iemand?" vroeg de rechter van instructie. „Ja, ofschoon ik volstrekt geen bewys heb. Alles is slechts een vermoeden. Hoe langer ik evenwel nadenk, hoe meer zich de overtuiging by my vestigt, dat de gruweiyke moord door geen ander kan bedreven zyn." „En wien verdenkt gy?" „Myn eerste vrouw." „Wat? Hebt gy dan nog een andere vrouw? Daar heb ik nooit iets van gehoord, ofschoon men in een kleine plaats als deze toch nogal gauw van allerlei familiezaken op de hoogte komt." „Dat komt, omdat niemand er bier iets van weet. Ikzelf zou er my weinig meer van herinneren, ware het niet, dat dit treurige geval my alles weer voor den geest heeft teruggeroepen. Ik tracht de herinnering aan myn eerste huwelyk zooveel raogelyk uit myn geheugen te wisschen." „Waarom en wanneer hebt gy u van uw eerste vrouw laten scheiden?" „Wy waren volgens het heidensche geloof getrouwd en hebben elkander eenvoudig ver laten." „Volgens heidensch geloof? In welk wereld deel hebt gy dan vroeger gewoond?" „Hier, in Hongarye." „Maar, mynheer, dan was zy toch eigeniyk niet uw wettige vrouw l?" „Toch wel! Ten minste de vrouw en haar familie bielden ons huwelyk voor volkomen wettig, want wy waren geheel volgens hun godsdienstige gebruiken getrouwd." „Maar dat is onmogelijk! Ik ken zulke heidensche gewoonten in Hongarye niet." „En toch is het zoo! Opdat ge my zult kunnen begrypen, veroorloof my u myn geschiedenis In het kort mede te deelen." „Heel gaarne!" „Ik was nauwelyka achttien jaren oud, toen ik met myn vader een hevigen twist kreeg. Hy sloeg my hardvochtig en in myn woede greep ik een mes en stak naar hem. Hy diende een aanklacht by de politie in, doch vóór deze zich met de zaak had kunnen bemoeien, was ik het ouderlyke huis ontvlucht. Ik zwierf eenigen tyd rond, tot ik een anderen zwerve ling ontmoette, die zich by my aansloot. Het was een kortelings ontslagen gevangene. Op zekeren dag hielden wy h .lt aan den zoom van een bosch en terwyl wy ons hadden neder- gelegd om eeDigen tyd rust te nemen, overviel myn metgezel my ploisedng, sloeg my met zyn knuppel op het hoofd tot ik bewusteloos nederstortte en beroofde my van alles, wat ik bezat. 't "Was reeds nacht, toen ik uit myn ver- dooving ontwaakte en den roof bemerkte. Toer. ik genoog tot myzelven was gekomen om over myn toestand ce kunnen oordeelen, keek ik eens rond en ontdekte op eenigen afstand door het woud heen een licht, dat,' naar het my voorkwam, door een brandend vuur werd veroorzaakt. „Waar vuur is, daar zyn menschen 1" dacht ik en raapte al myn krachten samen om het vuur te bereiken, zonder te bedenken of het zyn ontstaan te danken had aan vriendelyke herders dan wel aan een troep woeste roovers. Ik bekommerde my daar op dat oogenblik niet om en dacht er alleen aan, dat ik daar onder menschen zou komen, die my spy's en drank en een legerstede zouden ver schaffen. Toen ik het vuur reeds tameiyk dicht ge naderd was, werd ik plotseling aangegrepen en eenige oogenblikken later omringden my wel 30 of 40 donkere gestalten, die met elkander beraadslaagden wat lij met my zouden aanvangen. {Slot volgt.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 1