N°. 11431
Wo en aid;? 2 Jmii.
Ao. 1897
feze fëourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§pn- en feestdagen, uitgegeven.
JPremieplaat.
Schepen voor anker,
H. W. Mesdag.
Leiden, 1 Juni.
Feuilleton.
Jonkvrouw Denise.
LEIDSCH
DA&BLAD.
PEU8 DEZER COURAjfTi
Voor Leid 00 per 8 maanden.1.18.
Tranco por post1.40.
AlzonderUjke Nommers O.OB.
PRIJS DEB ADVERTENTIES
Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J.Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de sta4
wordt f 0.05 berekend.
Voor onze abonné's hebben wy aangekocht
een werkelijk mooie premieplaat, getiteld:
door
De tyd is weer daar, dat, getrouw aan onzen
roep van Hollandsclie zindeljjkheiJ, de huisvrou
wen bezig zijn met e?n niet genoeg te waar-
deeren ijver om kamers van alle gezelligheid
to ontdoen, alle stofdeeltjes te verplaatsen,
om daarna alle meubelen weder netjes op hun
plaats te zetten. Maar ook dan wordt eerst
gezian„ dat hier of d3ar een plaat in een
voudige lijst oen zeer goed effect zou maken.
In deze beho r'te wenschen we te voorzien
door bovenstaande premieplaat aan te bieden,
zijnde een lichtdruk naar dc schilderij
van H. W. CTE£E>A<G, en wel voor slechts
SS Cents.
De premiiplaat is te bezichtigen by de
firma D. SALA A ZOMEN, bfi wie lij9ten
in verschillende prijzen verkrijgbaar zyn, als
mede in onze vestibule, en ia verkrijgbaar
naar keuze in bruine of blauwe tint.
Donderdagavond zal in ons blad een
Bon worden afgedrukt, waarop de Plaat voor
zooverre onze voorraad strekt Vrijdag 4
Juni zal worden afgegeven.
Abonné's, die het Dagblad per post ont
vangen, wordt de Plaat toegezonden tegen
toszending van 35 Cents. Postwissel,
waarop de naam des afzenders is vermeld, is
voldoende.
Op plaatsen, waar Agenten zyn ge
vestigd,is bestelling vóór Vrydag gewenscht.
In de dissertatie „Hoofdelyke omslagen
in gemeenten der Ned. Herv. Kerk", waarmede
gisteren de heer H. Van Manen cum laude
te Leiden promoveerde, worden de quaesties
en belangrijkste geschilpunten, die by een
hoofdelyken omslag kunnen ryzen, juridisch
uiteengezet en behandeld.
Na in het eerste hoofdstuk behandeld te
hebben den aard van de Ned.-Herv. Kerk en
hare gemeenten, in bet tweede de wording
der tegenwoordige beheersorganisatie, in het
derde de regeling der hcofdelyke omslagen ia
de verschillende reglementen te hebben nage
gaan (waarby zich aansluit eene be6tryding
van het vornis van den Leidschen kantonrech
ter in zake de bevoegJheid der gemeente-com
missie), komt schrijver in het vierde en vyfde
hoofdstuk aan de behandeling der vragen „wie
kunnen verplicht worden in den hoofdelyken
omslag by te dragen" en „wie kunnen in een
bepaalde gemeente aangeslagen worden?"
Wat do eerste vraag betreft, tracht de schryver
aan te toonen, dat alleen zy, die vallen onder
do 1ste en 4de catogorie van art. 2 algemeen
reglement, in juridischen zin als leden zyn te
beschouwen en derhalve verplicht den hoofde
lyken omslag te voldoen. By de tweede vraag
komt schrgver tot de conclusie, datdegroote
quaestie is, waar iemand woont. Bg de her
ziening van het algemeen reglement op het
beheer der kerkelijke goederen in 1896 is
dan ook in dien geest verandering gebracht,
waardoor de lastige, en door do rechteriyke
macht op zoo verschillende wyze opgeloste
quaestie, hoe men tot bet lidmaatschap eener
bgzoDdero gemeente komt, vermeden is ge
worden. Vreemd en te betreuren, volgens schr.,
is het daarom, dat de Synode in 1896, in
een voorloopig aangenomen beheersreglement,
weer den ouden eisch „volgens art. 2 van
het algemeen reglement tot de gemeente be-
hooren" heeft ingevoegd. In het laatste hoofd
stuk zet schrgver de bevoegdheid uiteen der
rechteriyke macht en toont, door aange
haalde vonnissen, dat de inrichting der Ned.-
Herv. Kerk vooral in zake beheersorganisatie,
bg vele scheidslieden nog terra incognita is.
Door den heer J. Klimke, Staatsmynen-
ingenieur der Zuid-A frikaanscbe Republiek,
is aan de Nederlandsche Regeering ten be
hoeve van eenig museum of openbare instelling
hier te lande ten geschenke aangeboden eene
kist met gouderts en alluviaal goud, af
komstig uit bovengenoemde Republiek.
Dit kostbaar geschenk is aan het Geologisch-
Mineralogisch Museum by de Rijksuniversiteit
te Leiden afgestaan.
Den schenker is de dank dar Regeering
betuigd.
De „Ned. Sport" meldt, dat dr. P. H.
Damsté, te Leiden, de bekende roeispecialiteit,
de redactie der roeisport voor dit orgaan zal
waarnemen met 1 Juni a. 8.
Verder verneemt men, dat de ploegen der
studenten roeirereenigingen „Laga"en „Triton"
voldoen aan de eischen door het Henley-Comitó
gesteld om aan de wedstryden aldaar te kunnen
deelnemen, dat van „Triton" do heeren C. Har-
tog, C. Lulof8, L. E. Brandt, J. G. Moltzer zyn
ingeschreven voor Tha Stewards Challenge Cup,
4 riems outriggers zonder stuurman, en dat
„Laga" te Delft, toestemming ontving van het
Henley-Comité om voor de Grand en Thames
Challenge in te schryven, onder beding dat
slechts in één dezer nummers zal worden ge
start.
Indien hare ploeg nu in Haarlem of op de
Koninklyke wint, zal zy in do Grand Challenge
starten, in het tegenovergestelde geval in de
Thames Challenge.
De heer G. Akryn, commie» lste kl. by
'sRyks belastingen te Rotterdam, is met 1
Juni verplaatst naar Leiden; B. Vos, te
Nymegen, on G. Zuurman, te Leiden, is
met dien datum Rotterdam ais standplaats
aangewezen.
Bg kon. besluit is aan mr. P. A. Van
Buttingha Wichers, op zyn verzoek, met
ingang van 14 Juni, eervol ontslag verleend
als substituut-officier van justitie by de
arrondissements-rechtbank te 's-Gravenhage.
In do gistermiddag gehouden algemeene
vergadering van den 'a-Gravenhaagschen
8toombootdien8t werden de balans- en de
winst- en verliesrekening goedgekeurd.
Er is besloten geen dividend uit tekeeren.
Do benoeming van een nieuwen directeur
werd aangehouden.
Mr. W. A. Baron Van Ittersum werd als
commissaris herkozen.
Begunstigd door heerlijk weder, speelde
Zondag in h6t Haagsche Bosch wederom de
bekende Koninklijke Kapel en voerde met
opgewektheid een programma uit, dat zeer
in den smaak viel. Al zwaait de nieuwe
directeur, de heer Bouwman, nog eerst sedert
korten tyd den maatstok, toch valt hut,
volgens „De Residentiebode", reeds te be
speuren, dat er meer entrainmeer animo
onder de leden der Kapil valt waar te nemen.
Met de zeurige sleur, die in de laatste jaren
de uitvoeringen van wat eens Dunkler's
beroemde Kapel was, kenmerkte, is gebroken.
Hopen wg voorgoed.
De „Haagscho Kouter" van de „Provinciale
Groninger" zegt, een vergeiyking makende
tusscben het „thans"^en het jongste voorheen,
daarover het navolgende:
„De blazers en strykers bliezen tirdege
uit en streken me:r ineen of ander kapelletje
neer, dan in De Kapel. Kortom, het schjjnt
wel, dat Van der Linden de teugels slap liet
hangen, en al heel woinig tucht onder zijne
musici uitoefende. Daar komt de heer Bouw
man uit Bergen op Zoom, en onmiddellijk
worden de heeren kras en ernstig aan't werk
gezet. Muzikanten, die de straat veel beter
dan hun instrument kenden, zitten nu uren
achtereen te blazen of te strgken. Repetition
zonder einde, met en zonder den kapelmeester.
Men leert marscben blazen, omdat de nieuwe
kapelmeester wenscht, dat de kapel al mar-
cheerende met den troep bekooriyk kunne
blazen en toeteren. Kortom, de nieuwe aan
voerder drilt en schoolt zyn corps, hardt en
richt het af, en wel op zulk eene ernstige
wyze, dat men er weldra de goede gevolgen
van vernemen zal. Muzikant by de Konink
lyke Kapel te zyn, is waariyk geene sinócure
meer."
Onder voorzitterschap van den heer J. F.
"W. Conrad vergaderde gisteravond het depar
tement 's-Gravenhage der Nederlandsche Maat-
schappy ter Bevordering van Ny verheid.
Onder meer was ingekomen een brief van
de Kamer van Koophandel en Fabrieken te
's-Gravenhage, waarin verzocht wordt adhaesie
te betuigen aan een door de K. v. K. en F.
aan de Tweede Kamer gericht adres, hou
dende verzoek om hare goeikeuring te ver-
leenen aan het door den minister ingediende
wetsvoorstel tot verhooging van de begrooting
voor Hoofdstuk V van dit dienstjaar, strek
kende om het ethnographisch museum van
Leiden naar 's Gravenhage over te plaatsen.
Uit de gedachten wisseling, die ontstond
over dit verzoek, bleek, dat de vergaderiog ten
volle de zienswgze van de Kamer van Koop
handel deelde en zy zich geheel veroenigde
met de door den minister in do memorie van
totlichting aangevoerde argumenten ten be-
tooge van de billijkheid en de wenschelijkheid
van de verplaatsing.
Besloten werd om (met toestemming van
het hoofdbestuur) op het voetspoor van de
Kamer van Koophandel, een zelfstandig adres
over dezo aangelegenheid aan de Tweede
Kamer in te dienen, en hierin vooral te doen
uitkomen, dat Den Haag als 't ware een histo
risch recht heeft op het museum, en dat de
verplaatsing zeer in 't algemeen belang is,
omdat in een stad als 's-Grave hage het be
zoek aan het museum 't druket zal zyn.
De minister van oorlog heelt bepaald, dat
voor zoover zulks slechts eenigszins met de
belangen van den dienst is overeen te brengen
de militairen, die kiesgerechtigd zyn, op den
dag eener stemming, eventueel door het vor-
Iconen van het daartoe noodige verlof, in do
gelegenheid moeten worden gestel!, dat recht
uit te oefenen.
Hare Majesteiten de Koninginnen bezoch
ten Vrydag de zoutgroeven van Alt-Aussee
en woonden Zondag de godsdienstoefe; ing te
Hallstatt by.
Uit Weimar wordt aan de „Köln. Ztg."
bericht, dat onze Koninginnen de Pinkster
dagen bij den Groot-Hurtog van Saksen zou
den doorbrengen.
Het vertrek van Hare Majesteiten uit Alt-
Aussee is bepaald op 8 Juni. Na een oponthoud
van twee dagen te Weimar en van twee dagen
te Arolsen zullen Hare Majesteiten 14 Juni
op het Loo aankomen.
Heden maken Hare Majesteiten een tocht
naar dtn Schafsberg.
In het dezer dagen verschenen corres
pondentieblad van het Nederlandsch Onder
wijzersgenootschap komt nog een nieuw
voorstel der afdeeling Lisse ter behandeling
in.de aanstaande algemeene vergadeiing van
het genootschap voor.
Het voorstel strekt tot hot oprichten eener
uitgeverszaak, hetzij door het genootschap
alleen, hetzij met medewerking van den Bond
van Nederlandsche onderwijzers, en wel ten
einde de studieboeken voor de onderwijzers
goedkooper verkrygbaar te stellen en den
schryvers dier boeken hooger honorarium te
verzekeren dan zy thans in den regel genieten.
In eene memori9 van toelichting worden
eenige berekeningen overgelegd, waaruit zou
moeten biyken, dat de prys van studieboeken,
by uitgave door het genootschap, 40 tot 50
pet. lager gesteld zou kunnen worden.
In het voorstel is echter de bepaling op
genomen, dat tot de uitgave van eenig werk
eerst zal worden overgegaan na gunstig advies
van twee deskundigen, wier namen geheim
zullen worden gehouden.
Het hoofdbestuur, zulke censuur verderfelijk
achtend en over 't algemeen de schoollittera
tuur vrij van eiken band willende houden,
ontraadt de aanneming van bet voorstel ten
sterkste, ook met het oog op het risico van
het uitgeversbedryf.
Gisteren werd het stoffeiyk overschot
van Ver-Huell te Arnhem grafwaarts gebracht.
Do lijkwagen en slechts één volgkoets vormden
den stoet.
De overledene vermaakte zyne nalatenschap,
behoudens eenige legaton, ten voordeele van
het Museum der gemeente Arnhem. De Arnh.
Ct." voegt aan die mededeeling o. m. het
volgende toe:
„Uit deze uiterste beschikking blykt hoe
Ver-Huell ook in zyn laatste levensdagen de
bevordering beoogde van hetgeen hem het
liefste was: de kunst.
By hefde sedert by de academie verliet
als ambteloos burger te Arnhem. Met de zaken,
waarmede anderen zich bezighouden, bemoeide
hg zich niet; ook in maatschappelijke kringen
bewoog hij zich weinig, behalve in die, welke
oen meer aesthetisch karakter hadden. Hg bleef
ongehuwd en leefde geheel op zichzelf. Zoolang
hy daartoe de kracht had, maakte hy uit
gestrekte wandelingen in den omtrek van
Arnhem.
Ver-Huell had eigenaardigheden, onder
anderen behield hg de kloederdracht, die in
zgn jorg lingsjaren in zwang was.
Bekend is het, dat to< n zgn zevei.tigst®
jaar naderde, een aantal van hen, die liem
hoogachtten, zich vereenigdea, om hem een
huldeblijk aan te bieden, waarvan de t9ekö-
nïi!g in tydscbriften voorkwam.
Men verwachtte, en allereerst de heer Ver-
Huell zelf, dat hem tevens van hooger hand
een bewys van erkc-nmng zou ten deel vallen.
Dit is echter n et gebeurd.
De aanbieding van het eereblyk geschiedde
dan ook zonder eenige plechtigheid De mis-
kenniog van hooger zyde trok hij zich zeer
aan en hy gaf daarvan openlyk blgk. In een
door bomzelveri ontworpen grafschrift kwa
men dan ook de regels voor: by deed veel
voor zgn land, zyn lan deed niets voor hem."
In verband met de mededeeling omtrent
zgne nalatenschap wordt nog herinnerd, dat-
Ver Hu* 11 indeityd aan Doesburg, zgne ge
boorteplaats, bet bedrag van een halve ton
beschikbaar stelde als bijdrage voor eene vaste
brug over den IJsel.
Uit Deutichem melct men, dat aan die
gemeente is gelegateerd de weide „bet
Harreveid", gelegen nabp „de Kemnade",
groot ruim 30 HA. Door kenners woiuc de
waarde geschat op f 40,000.
Door de arrondissementsrechtbank te
's Gravenhage is, ter vervulling ven de vaca
ture van kantonrechter aldaar, opgemaakt de
navolgende alphabetische lyst van aanbeveling:
mr. P. Dyckmeester, laatstelijk proa, 'an den
raad van justitie te Padang; mr. L. iiounier,
oud-rechterlgk ambtenaar en adv. iu N*u Indiè,
thans wonende te 's-Gravunhage, »n xr.r. H. A.
Van Raalte, advocaat-piocureur en kanton-
rechter-plaatsvervanger t> 's-Oravenhaga.
By de door do vereeniging tBouwkunst
en Nijverheid" to Harliogen uitgeschreven
prijsvraag voor het ontwerpen van een bad
en zweminrichting, behaalde de hoer G. Lange-
veld, opzichter bg de gemeentewerken te Delft,
onder het motto „Zeezicht", de hoogste onder
scheiding.
In de gisteravond gehouden vergaderiog
van aandeelhouders in het „Dagblad van Zuid-
Holland en 's-Gravenhage" is door commis
sarissen do vraag gesteld, of tot liquidatie
dan wel tot voortzetting der ondernemiog zou
worden overgegaan. Bg stemming is besloten
tot voortzetting.
De leden van den Haarlemschen ge
meenteraad boden den burgemeester een
diner aan.
Graaf De Sógur d'Aguesseau, secretaris
46)
Op dat oogenblik trad Thérèse baar kamer
binnen, on toen deze zag, dat haar meesteres
mot aandacht naar den tuin keek, zei zo
lachend
Ik geloof, dat de graaf weer met de kleine
Bernardina bezig ie, nietwaar, mevrouw?"
Hg schgnt veel belang in haar te stellen,"
zei Rosa met gemaakte onverschilligheid.
Ja, dat zou ik geloovent Torwyi de
graaf anders tot niemand een woord spreekt,
geniet de kleine Bernardina dikwyis de eer,
dat hy zich met haar bezighoudt," zei Thérèse
ontevreden.
"Wat zouden beiden toch wel met elkaar
te bespreken hebben?" vroeg Rosa nieuws
gierig.
Soort zoekt soort," antwoordde Thérèse.
„De kleine Bernardina is al even zonderling
als graaf George De Vódelles. Nooit heb ik
zulk een vreemd kind ontmoet. Ze is koppig
ook, en er valt weinig met haar te beginnen.
Gisteren hoorde ik, dat de graaf haar aller
hande sprookjes vertelde en hy toonde haar
ook een verzameling fraaie schelpen. De
graaf zou beter doen, als hy zich wat meer
met ernstige zaken bemoeide."
Dat is in elk geval uw zaak niet," ant
woordde Ro3a eenigszins verstoord. „Gy hebt
zyn gedrag niet te beoordeelen."
Welnu* mevrouw," antwoordde Thérèse,
„als u met zyn manier van doen tevreden
zyt, dan kan het my ook niet schelen."
Wat bevatte toch die groote kist, die
gisteren door den tuinman en den koetsier
naar boven werd gebracht?" vToeg Rosa, om
aan het gesprek een andere wending te geven.
Weet u dat nog niet, mevrouw? Die
kist komt uit Parys. Eerst was zy naar het
kasteel van La Pinède gezoDden, en van daar
heeft de oude Vincent haar naar hier gezon
den. De graaf heeft de kist van morgen al
vroeg open gemaakt, en heeft er toen al de
boeken uitgehaald, die er in waren. De vloer
van zyn kamer is nu met boeken bedekt,
die daar in de grootste wanorde liggen. Hebt
u er van morgen dan niets van gehoord,
mevrouw, toen alles werd uitgepakt?"
Neen, ik heb zeer lang geslapen. Ik had
een slechten nacht gehad, en daardoor was
ik zoo vermoeid."
Dat verwondert my niet, mevroaw. U
ziet er ook ziek uit."
Ik ben Diet ziek. De lucht is hier gezond."
O ja, mevrouw, ik zeg ook niet, dat u
van de lucht hier ziek zyt geworden, maar
Ik geloof, dat ge beter zoudt doen, nu
voor het eten te zorgen, Thérèse. Ik hoor
den graaf aankomen," zei Roaa een weinig
norsch.
XVL
ThérèBe verliet de kamer vaa haar mees
teres. Ze begaf zich naar de keuken, en
luchtte haar ontevredenheid in tegenwoordig
heid van Simon, deD ouden tuinman, die haar
wegens zyn doofheid maar half verstond. Ze
voer hevig tegen den echtgenoot van haar
jeugdige meesteres uit, die tot niets in staat
was, van niets verstand had, niets uitvoerde,
en aan het gezelschap van een onnoozelkind
als Bernardina de voorkeur gaf boven dat
van zyn ochtgenoote. Zoo iets kon ze niet
langer aanzieD, zoo beweerde ze, en ze zou
dan ook aan Rosa's ouders alles een3 gaan
mededeelen.
Toen Rosa dien middag tegenover haar
echtgenoot aan tafel zat, kon ze zich niet
weerhouden van tyd tot tyd haar oogen op
hem te vestigen, en dan bemerkte ze het
verschil tusschen het treurig en onverschillig
uiteriyk, dat hy nu had, en de levendigheid
van zyn gelaatstrekken, terwyi hy met de
kleine Bernardina aan het spreken was.
Na het middagmaal bracht de brieven
besteller, die maar driemaal per week op
„Belbouequet" kwam, een pakje brieven en
couranten voor George mee en ook een brief
van mevrouw Lescalle voor Rosa, waarin te
lezen stood, dat de notaris gedurende eenige
dagen afwezig was, om per rytuig de kiezers
van den omtrek te bezoeken, ten einde zich van
hun stemmen te verzekeren ton gunste van
Jacques De Vódelles, en dat zy dientengevolge
haar bezoek aan „Belbousquet" nog eenige
dagen moest uitstellen. Twee dagen vroeger
had Rosa aan baar moeder een brief gezon
den, waarin ze wel 13 waar geen bepaalde
onwaarheden had geschreven, maar waarin
ze alles toch zooveel mogeiyk op eon wyze
had voorgesteld, dat mevrouw Lescalle den
indruk moest ontvangen, dat haar k'nd zich
tevreden en gelukkig gevoelde. Rosa had
daarin uitvoerig medegedeeld, hoe bekooriyk
de villa er uitzag en hoe vol bewondering
George was over de schoonheid van de natuur.
"Ze had er ook bygevoegd, dat beiden lange
wandelingen maakten, maar ze had er zich
wel voor gewacht, er bg te schry ven, dat elk
op eigen gelegenheid wandelde.
Zy had haar brief geëindigd met Thérèse te
prjjzen om haar grooten yver en toewijding.
Toen mevrouw Lescalle zag, dat alles zoo
naar weosch ging, dacht ze by zichzelve, dat
het maar beter was, beide jonggehuwden nog
eenigen tyd alleen te laten. Ook Rosa's tante,
aan wie ze den brief liet lezen, was van
hetzelfde gevoelen, en tot haar groote teleur
stelling zag Tbérè3e geen enkelen bezoeker
op „Belbousquet" komen.
Sedert het oogenblik, dat Rosa gezisn had,
hoeveel belangstelling George in de kleine
Bernardina toonde, had ze de gelegenheid
opgezocht, om met het kleine meisje kennis
te maken, en op deze wyze te ontdokken,
wat toch wel het onderworp kon zyn, waar
over beiden zich zoo langen tyd konden
onderhouden. Dit viel haar niet byzonder
gomakkelyk, want, zooals Thérèse gezegd had,
wa3 de kleine Bernardina een schuw meisje,
waarmee niet gemakkeiyk een gesprek was
aan te koopen. Na verscheidene vruchtelooze
pogingen gelukte het haar op zekeren morgen,
toen George ean verre wandeling had onder
nomen, de kleine Bernardina te ontmoeten
by een bron, omringd door haar geitjes, die
rustig aan haar voeten lagen uit te rusten.
Toen B&rnardina haar zag naderen, stond
het kind -np en wilde met snelle schredon
den heuvel opklimmen, maar toen Rosa haar
in het eigenaardige volksdialect toesprak en
terugriep, bleef ze staan, en zag toen haar
jeugdige meesteres half aarzelend, half nieuws
gierig aan.
Kom eens by my, Bernardina I" zoo
riep zo h&t kind toe. „Ik beb iets moois voor
u meegebracht l"
Rosa had van Thérèse gehoord, hoeveel do
kleine Bernardina van vogels en bloemen
hield, en daarom had ze een vergrootglas
meegebracht, dat tot hiertoe nutteloos in baar
werkdoosje had gelegen. Ze plukte nu een
klein bloempje, hield haar vergrootglas er
voor on liet het kleine meisje er doorheen zien.
O, hos mooil" riep Bernardina vol
bewondering uit, nadat ze van haar eerste
schuwheid was bekomen.
Toan plukte Rosa nog eenige andere bloemen
voor haar en toonde haar ook fraaie vederen
van vogels en kleine insecten. Onder het
vergrootglas bood dit alios het kleine meisje
een ongewoon schouwspel, dat haar met groote
biyd8chap vervulde.
- Gebruikt mynheer George dat vergroot
glas ook wel eens?" vroeg ze verlegen.
Deze vraag bracht by Rosa een zonderlinge
aandoening teweeg.
- Ik geloof, dat mynheer George dikwerf
over bloemen en insecten met u spreekt, niet
waar?" vroeg Rosa nieuwsgierig.
Wordt vervolgd.)