N°. 114-30 Dinsdag: 1 Juni. A».1897 feze {jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van (gon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden. 3i Mei. Feuilleton. Jonkvrouw Denise. LEIDSCH PRIJS DEZER COURANTj Voer Leiden pér 8 maanden. r. f 1.10, Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIES: Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17$. Grooter# letters naar plaatsruimte. Yp<jr liet Incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Het jaarljjksch examen aan de Kweek school voor Bewaarschoolhouderessen alhier, in de vorige week gehouden, eindigde Zater dagavond 29 Mei in eene gemeenschappelijke vergadering van afgevaardigden der plaatselijke schoolcommissie, het bestuur en als gewoonlijk den burgemeester en prof. dr. M. J. De Gosje. De hoofdakte werd toegekend aan de volgende leerlingen der Kweekschool (alpha- betisch gerangschikt): de dames A. C. Gelpke, te LeidenC. L. v. d. Hoek Ostende, te Rot terdam; 0. J. Knol, te Leiden, W. Pisuisse, to Vlissingen; L. Van R\jn en H. Van Rijn, te Djokjakarta; J. M. Romunde, te Alkmaar, en J. Van Wijk, te Leiden. In de alhier gehouden jaarlijksche alge meens vergadering der L idsche Duinwater- Maatschappij deelde de president-commissaris, de heer Verhey van Wijk, mede, dat 45 aan- deelen vertegenwoordigd waren, uitbrengende 22 stemmen. Uit het verslag, door den directeur uitge bracht, blijkt, dat 1,105,595 kub. meters duin water in 1896, tegen 1,025,217 kub. meters in 1895 z(jn opgepompt. De stoomwerktuigen voor het hooge reser voir werkten gemiddeld 14 uren 47 min. De machines, Worthlngtonpompen, ketels, klaarbassins en filters werkten uitmuntend en vorderden slechts het gewone onderhoud. Ter vergrooting der capaciteit van de prise deau werden verschillende proeven genomen, waarvan de uitkomst nog niet voldoende is om een voorstel te kunnen doen. Het water werd geregeld aangevoerd en was van zeer goede hoedanigheid, zooals bleek uit de analyse, door dr. De Loos gemaakt. De uitbreiding van het buizennet bedraagt 2705 meters, waaronder 3 groote en 2 kleine zinkers. Deze groote uitbreiding is een gevolg van dc uitbreiding van de gemeente Leiden. Het bestuur der Maatschappij heeft niet ge aarzeld in alle straten en wegen der gemeente waterbuizen te doen leggen, waaraan woningen gelegen z(jn, ofschoon de tien ten honderd van de kosten van aanleg niet door de op brengst van het waterverbruik was gedekt; het wil hopen, dat door de behoefte aan goed drinkwater ook in die gedeelten van de ge meente en door den lofFelflken aandrang van het gemeentebestuur van Leiden weldra zoo vele aansluitingen zullen gemaakt worden, dat deze uitbreldingskosten door een behoor lijke rente zullen gedekt worden. Het aantal contracten is met 466 vermeer derd, waaronder 429 abonnementen en 37 metercontracten. Het waterverbruik aan de standpijpen ver minderde met 30 kub. meters, een gewoon gevolg van het sluiten van meerdere abon nementen, terwijl van de gratislevering van duinwater aan de straatdrinkfonteinen een druk gebruik gemaakt werd. Na afschrijving van 24,394.34 blijft ter uitdeeling over ƒ71,943.69, zoodat kon voor gesteld worden te verdeelen 69,750 volgens de bepalingen der Statuten en ƒ2193.69 op nieuwe roiceniDg over te schrijven, zoodat aan aandeelhouders een dividend zal uitbe taald worden van 7*/« ten honderd. De directeur voegde bierbjj, dat de toestand der Maatschappij zeer gunstig is; dat de op brengst van zooveel gesloten contracten, waar onder trouwens zeer veel voor kleine woningen, die door den aandrang van het Dageljjksch Bestuur van de gemeente om gezondheids redenen aansluiting wenschten, oogenschyoiyk een grooter winstcijfer zoude aanwijzen, indien die opbrengst voor een groot deel niet slechts over eenige maanden liep en eerst later geheel als bate te beschouwen zal zijn en indien niet de vele uitbreidingen volgens de loffelijke gewoonte der Maatschappij afge schreven werden. Het verslag, de balans en winst- en ver lies rekening werden goedgekeurd en het dividend, zooals voorgesteld was, bepaald op 77.50 per aandeel. Prof. dr. J. H. Gunning, te Leiden, roept de hulp In voor vijf studenten in de godgeleerd heid, die dezer dagen als kweekelingen van de vereeniging, bedoelende opleidiDg van jonge lingen tot predikanten, gevestigd te Doetin- chem, door den directeur, den heer J. v. Dijk, zijn ontslagen. Prof. Gunning verklaart, dat zij dit ontslag niet verdienen. Aan het slot van zjjn verzoek om hulp schrijft de hoogleeraar: „Voor deze vyf jongelieden, die nu midden in hun universitaire loopbaan plotseliDg hulpeloos staan, roep ik den bijstand van het publiek in. Zoowel ik als mijne geëerde ambt- genooten kunnen getuigen, dat tegen hun gedrag en hunne studie geene bedenkingen bestaan. Ik verzoek dus allen, die hun verdere opleiding tot den dienst onzer Hervormde Kerk willen helpen mogelijk maken, my hunne bydragen daartoe te zenden, van welke ik gaarne in de „Kerkel. Courant" verantwoor ding zal doen." Gedurende de 1ste helft der maand Mei zyn aan het postkantoor alhier bezorgd de volgende brieven, welke, door onbekendheid der geadresseerden, niet besteld konden worden: Andriessen, P. Colla, D. Leling, C. M. De Roos, "Wed. Melgers, Amsterdam; C. Mechelse, Bodegraven; Meirink, Bolsward; Gebr. Hout man, 's-Gravenhage; J. Clansing, Hilversum A. Windhorst, Ryp-Wetering; P. Boman, (X De Bruyn, Rotterdam; J. Kraeneveld, G. v. d. Hoest, J. Mulder, niet vermeld. Briefkaarten: J. v. d. Kolk, EL Tenbouw- huizen, Amsterdam; A. Frederiks,Nymegen; Wed. v. d. Laan, Wessel, Rotterdam. Brieven, besteld geweest naai het buiten land: Bosschaardt, Brussel; J. J. Ripping, Londen; G. v. d. Post, niet vermeld. By beschikking van den minister van binneDlandsche zaken is bepaald, dat bet scbrlfteiyk gedeelte van het examen ter verkryging der akte van bekwaamheid als hoofdonderwyzer of hoofdonderwijzeres, voor het jaar 1897, zal plaats hebben op 30 Juni e. k., dat de mondelinge examens zullen aan vangen op 21 Juli daaraanvolgende en dat de commission, met het afnemen dezer examens belast, zullen zitting houden te Breda, Arnhem, 's-Gravenhage, Amsterdam, Zwolle en Groningen; en zyn benoemd o. a: tot lid en voorzitter der commissie te 's-Gravenhage: J. C. Fabius, inspecteur van het lager onderwys in do 2de inspectie; tot lid en onder-voorzitter: W. Miödelveld Vier8en, schoolopziener in het district Mid delburg; tot leden: dr. J. J. Couvée, schoolopziener in het arrondissement Loenen, L. Gerhardt, te Utrecht, dr. J. H. Jonnes, te Rotterdam, A. Van de Griendt, te Rotterdam, mej. M. G. Kramers, te Rotterdam, mej. A. J. A. Bridge, to 's-Gravenhcge, J. D. De Visser Smits, te 's-Gravenhage, F.» Gedeking, P. J. Teebaal, J. J. Ten Have, D. Kanon, te 's-Gra venhage, H. Eerdbeek, te 's-Gravenbage; G. A. Laagland, te 's-Gravenhage; tot leden-plaatsvervangersdr. W. F. Van Vliet Jr., H. V. Leopold, E. Van Everdingen, allen te Delft, G. Japikse, te Leiden, D. H. Cocheret, te Rotterdam, R, Husen, te Utrecht, C. W. Hoenkamp, idem. Mr. R. baron Van Zuylen van Nyevelt heeft bedankt voor de candidatuur voor het lidmaatschap der Tweede Kamer, hem aange boden door de liberale kiesvereeniging te Wassenaar (hoofdkiesdi6trict Katwyk). Na een 10 jarig verbiyf in de tropen repa trieerde gisteren per 8.8. „Bromo" mr. I. Reep maker, procureur generaal by het Hoogge rechtshof in Nederlandsch-tndiö. Mr. Reepmaker is naar Den Haag ver trokken. In eene algemeene vergadering van .het „Indisch Genootschap", ia Den Haag gehou den, werd door den seqjetaris, den heer J. Boudewynse, het jaarverslag uitgebracht, waaruit bleek, dat het ledenbal eenigsains is verminderd, ten gevolge van de zuivering die de Indische ledeniyst had ondergaan. Ér zyn 38 leden in 't geheel afgeschreve^eaè bijge komen. Verder deelde de Secretaris mede, dat de catalogus van h<4* Genootschap, over eenige weinige maanden gereed zal zyn. De aftredende bestuursleden, de heeren E. B. Kielstra, mr. T. H. Der Kinderen en G. H. Van Soest, werden herkozen. Op 12 Juli en volgende dagen zal te 's-Gravenhage worden afgenomen het eerste examen voor de betrekking van surnumerair der directe belastingen, invoerrechten en accijn zen, en wel voor vyf en twintig plaatsen. De verzoekschriften om toelating tot dit examen moeten vóór of uiterlijk op 20 Juni e. k. by het Departement van Financiën zyn ingekomen met eone geboorte-akte van den adspirant en het bewys, dat hy Nederlander is. Om tot dit examen te worden toagelaten, moet men by den aanvang van 1897 den leeftijd van 18 jaar bereikt en dien van 20 niet over schreden hebben. Nadere bijzonderheden bevat de „Staats Cou rant" No. 125. Uit 's-Gravenhage wordt aan de „Tel." gemeld, dat de minister van marine bepaald heeft, dat werklieden, die door leveranciers van het Ryk gebezigd^worden tot lossing van materialen, waaraan gevaar verbonden is, tegen ongelukken moeten verzekerd zyn. Plotseling is Zondag te Haarlem over. leden de heer P. Scherpenhuizen, commies der Prov.'Griffie van Noord-Holland. Naar men verneemt, is de oproeping van het Hoofdbestuur der Nederlandsche Vereeni ging tot bescherming van dieren aan de leden dier vereeniging in de provincie Zuid-Holland tot het verkryging van gelden ten behoeve van de houders van trekhonden, die behoorlijk voor bunne dieren zorg dragen en de bepalingen van het nieuwe reglement behoorlijk naleven, niet tevergeefs geweest. Het Hoofdbestuur is althans in staat gesteld voor den tyd van drie jaren, zy het dan ook op een bescheiden schaal en in een deel der provincie, belooningen tot bet beoogde dool uit loven. Dezer dagen worden door bet Hoofdbestuur zoodanige- information ingewonnen als kunnen sfcrekkefp om tot het beoogde doil te geraken. De Nationale Bond van handels- en kan toorbedienden in Nederland heeft de eerste algemeene vergadering in het lokaal „Concor dia", to. Amsterdam, gehouden. De statuten werden vastgesteld, waarop de koninklijke goedkeuring gevraagd zal worden, gd tot leien van het bestuur werden gekozen: J. H. Odink, van Amsterdam, voorz.; J. C. Van der Kam van LeideD, penningmeester; F. W. v. d. Berkhof, van UtrechtC. Küblmann, van Leiden; J. J. Swart, van Leeuwarden; J. F. Ulmer, van Rotterdam; A. V. M. M. Verminnen, van Zwolle, en W. C. De Graaff, van Amster dam, secretaris. Te Arnhem is in den ouderdom yan 75 jaren overleden de bekende teekenaar en schrijver jhr mr. Alexander Willem Maurits Carel Ver-Huell. Ver Huell was 7 Maart 1822 te Doesburg geboren, studeerde te Leiden, waar bU in 1848 promoveerde, on woonde sedert te Arn hem. Hy toekende niet alleen, maar schreef ook oikwyis in tijdschriften en dagbladen en er kwamen bovendien van bbnl uit: „Schetsen met de. £>en", „De mensch op en buiten de aarde", „Volk en kunst", „Cornelis Troost en zijn* wirken", enz. Maar Vooral heeft Ver Huell zich onver- gankelykén roem verworven als de auteur /fan DZyttrer zoo?" en „Zoo zyn er" en als illustfitor van de eerste uilgaaf van Klik- spaan's „ètudenten-typen". Voor leeraar in de scheikunde aan het gymnasium te Haarlem wordt aanbevolen dr. H. A. J* Valkema Blouw, aldaar. De heer C A. Kuipers, leeraar aan de ryks hoogere burgerschool te Leeuwarden, is benoemd tot leeraar m de wiskunde aan het gymnasium te Nymegen. Naar het „Hbl." verneemt, heeft de heer Fokker dén poging aangewend om den heer Kouw te bewegen zyn candidatuur in District I van „Vooruitgang" to Amsterdam in te trekken ten behoeve van den heer Kerdyk, die door de afd. Amsterdam van de „L. U." on door de „Radicale Vereeniging" is gestel 1. Da heer Kouw heeft echter gemeend hieraan niet te moeten voldoen en ook „Vooruitgang" hand haaft zyn candidaat, te meer, daar deze indertijd weigerde in aanmerking te komeD, wanneer hy tegenover Kerdyk of gelijkgezinden werd gesteld. Met de houding, door de afdeeling der „L. U." in de laatste dagon aangenomen, kan de heer Kouw zich niet vereenigen. Hr. Ms. fregat „Van Speyk", OQder bevel van den kapitein-luitenant ter zee J. G. Snethlage, is 26 dezer te Beyrouth aange komen. Het stoomschip „Jason", van Java naar Amsterdam, vertrok 27 Mei van Penang; de „Palinurus", van Amsterdam naar Java, ver trok 23 Mei van Djeddah; de „Schiedam", van Nieuw-York naar Amsterdam, passeerde 30 Mei Dover; de „Koningin-Regentes", van Batavia naar Amsterdam, vertrok 29 Mei van Genua; de „Prins Frederik Hendrik" arriveerde 29 Mei van West-Indië te Ni:uw- York; de „Prins Willem I", van Amsterdam naar Suriname, passeerde 29 Mei Ouessant; de „Obdam" arriveerde 30 Mei van Rotterdam te Nieuw-York; de „Werkendam" vertrok 29 Mei van Nieuw-York naar Rotterdam. Alfen aan den Ryn. (Niet van onzen gewonen correspondent). Van de audiëntie by den minister van binnenlandsche zaken, ver leend aaD de gedelegeerden van het Bestuur der Christelijke School, alhier (waarvan dezer dagen werd melding gemaakt) valt niet veel mede te deeien; de afgevaardigden moeten Z.'E. hebben opgemerkt, dat het maken van muziekniet alleen zéér hinderiyk zou zyn voor de kinderen en onderwijzers hunner school, doch vooral ook voor de zieken in de Martbastichting alhier. Oogenscbynlyk is dit een grondig argument; doch als men weet, dat het bestuur dier stichting er volstrekt niet tegon opziet, het door hen, uit de kin- derép der stichting, opgericht muziekcorps en dasftónboven nog de zangvereoniging byna i o d7e r e n" a v o%n d tusschen 8 en 10 uren hunne krachten op, koperen en andere instru menten te laten beproeven, dan kanmen wëï gerust zeggen, dat dit tegen den minister gebruikt argument van nie't veel beteekenis is. Daar het voornemen schynt te zyn, om de vermakelijkhedenals caroussels, schiet tenten, hoofden van jut, enz. 'smiddags om 4 uren te doen beginnen, zal er ook wel niet veel gevaar bestaan, dat de schoolkinderen gedurende den schooltyd worden afgeleid. De oppositie, welke bier door sommige raads- en gemeenteleden tegen de feestelijk heden, ter gelegenheid van het 15-jarig bestaan der roei- en zeil vereeniging „Hollandia", zoo heftig wordt gevoerd, kan dus nog wel eens blyken niets anders te zyn dan een storm in een glas water! Hazerswoude: Zondag-middag te één uur ontstond er brand in het Westeinde, op de boerenhofstede van den heer C. Bol en bewoond door den arbeider M. Havenaar. De hooiberg is geheel en van het dak van de woning is een gedeelte verbrand. De oorzaak is onbekend. Hi lieg om: Yan de onderwyzers, die zich hebben aangemeld ter vervulling eener vacature aan de openbare lagere school alhier, is door B. en Ws. het volgende drietal voor gedragen: R. Van Waard te Haarlem, C. Van *5) Dan vroeg Rosa zichzelve af, hos lang dat leven zon duren, en of George haar zoo maar eens onverwachts zou verlaten. Eiken morgen nam zo do pen op, om aan haar tante te schril ven, maar telkena deed een zenuw achtige gejaagdheid haar de pen neerleggen en stelde ze het uit tot den volgenden dag. Op zekeren avond ontmoette ze George in de vestibule. Hy hield een gevulden zak in de hand. - Zjjt ge gelukkig op de jacht geweest?" vroeg Rosa. Neen," luidde het antwoord, ,ik heb vandaag niets geschoten." Zonder nog een woord te zeggen, begaf hy zich naar zijn vertrek. Wat zou die zak dan bevatteD, als hij geen wild heeft meegebracht?" dacht Rosa bij zichzelve. Toen wierp ze een blik in het rond, om zich te overtuigen, dat niemand haar zag, opende den zak en tot haar groote verwondering zag ze, dat de zak in plaats van hazen of patrijzen niets dan boeken bevatte. Zoodra ze voetstappen in de gang hoorde, ging Rosa weer naar het salon terug. jWat zou George toch wei met die boeken doen?" zoo dacht ze bij zichzelve. ,Zoo hfl er in lezen gedurende de lange uren, die hij in de bOBschen doorbrengt? Zou ik hem eens vragen of hy veel van lezen houdt? Maar het schynt wel, dat hy weinig lust heeft om over ernstige zaken met my te sprekeD, en als wy tegenover elkaar aan tafel zitten, weet ik nooit wat Ik zal zeggen. Alleen uit nieuwsgierigheid zou ik wel gaarne eens met hem praten, maar na hetgeen hy my geschre ven heeft, ben ik zoo bevreesd, dat ik daardoor den schyn zal aannemen, hem hier te willen houden, en daarom ben ik altyd de eerste, die van tafel opsta, als de maaltyd is afge- loopen." Zoo werd het Zondag en Rosa vroeg zich eenigszins ongerust af, hoe laat George wel naar de kerk zou gaan. De hoogmis is morgen om negen uren," zei ze Zaterdagsavonds tot George. Ja," antwoordde hy, ,maar ik ga naar de vroegmis van zessen, in de dorpskerk, en daarna ga ik een wandeling maken op de bergen. Als ge er niets tegen hebt, kom ik van middag niet by u eten. De moeder van Bemardina zal wat eten voor my klaar maken." Rosa was over deze mededeeling bedroefd, en terwyl ze zich to voet naar de dorpskerk begaf, was ze aan een groote moedeloosheid ten prooi. De toekomst scheen haar donker en onzeker toe, en byna kwam het haar voor, alsof ze zich moest verheugen over de ver andering, die in haar lot zon plaats grypen. Ze had immers ai vroeger tot haar ouders gezegd, dat ze veel liever niet zou trouwen en liever thuis by hen zou biyven leven Zou haar tante dan ook niet verheugd zyn, als ze weer te La Ciotad kwam wonen? Maar naarmate dit vooruitzicht een duidelyker vorm in haar geest aannam, vermeerderde ook haar droefheid. Ze wist niet welke ge- dragsiyn ze nu moest volgen, en ze gevoelde een onoverkomelyken weerzin, om den inhoud van den brief van George, aan wien ook, zelfs aan haar tante, mede te deeien. In geen geval wilde ze er met haar ouders over spre ken, en zelfs als George vertrokken zou zyn, wilde ze het niet aan hen mededeelen. In droevige stemming woonde ze den dienst by, en toen ze weer teruggekomen was in de eenzame woning, waar ze zich zoo weinig thuis gevoelde, was ze er zelve ver wonderd over, dat ze met zooveel ongeduld op de thuiskomst van George wachtte, en toen ze er eindelijk zyn voetstappen in de gang hoorde, moest ze haars ondaoks een zekere vreugde daarover gevoelen. George was vermoeid van zfln langen tocht en klaagde over hoofdpyn. Hy at maar weinig en begaf zich dadeiyk na het souper naar zyn kamer. Rosa bad hem wel willen vragen of hy niets verlangde om zyn hoofd pyn wat te verlichten, maar ze waa tegen over hem, na den brief, dien hy haar geschre ven had, zoo verlegen geworden, dat ze het niet durfde, en ze liet zelfs deze gelegenheid voorbijgaan, om hem eenig bewys van belang stelling te geven. Ze zond Thérèse naar boven om hem te vragen, of by aoma ergens behoefte aan had, maar deze kweet zich tame- lyk onverschillig van haar opdracht. Tbérèse had namelyk voor George een grooten weerzin opgevat en beschouwde hem als volkomen onnoozei, en als ze zag, hoe treurig en be zorgd haar jeugdige meesteres er uit zag en hoe bleek haar gelaat werd, dan was ze altyd geneigd, om aan George, die haar als echt genoot was opgedrongen, de schuld daarvan te geven. Twee dagen later zat Rosa in haar slaap vertrek by hst venster, dat uitzicht gaf op den straatweg, en ze vroeg zichzelve af, of zo dien dag geen enkel bezoek zou ontvan* gen. Haar moeder verwachtte ze eerst den volgenden Donderdag, zooals overeengekomen was, toen ze La Ciotad had verlaten, maar misschien zou haar vader of andera haar tante wel eens komen zien hoe ze het maakte. Deze gedachte verontrustte haar een weinig, maar tevens verlangde ze naar het een of ander, dat eenige afwisseling in baar eentoDig be staan zou komen brengen. Haar mymermgen werden onderbroken door het herhaald geblaf van den jachthond van George. Ze hief het hoofd op en zag in de richting van den straatweg of er ook iemand □aderde, maar ze zag niemand dan de kleine Bernardina, dis met een grooten bos Btroo op het hoofd by het hok stond on tevergeefs trachtte baar geitjes by elkaar te houden, die, verschrikt door het geblaf van den jacht hond, naar alle kanten uiteenstoven. Daar het haar niet wilde gelukken, legde ze haar bos stroo op den grond, liep de geitjeB achterna, en na veel moeite slaagde ze eindeiyk er in, ze in het geitenhok terug te drijven. Toen trachtte ze den bos stroo weer op haar hoofd te leggen, maar door vermoeienis uit geput, wankelde ze en viel op den grond. Op dat oogenblik naderde George. Toen by het kleine meisje op den grond zag liggen, hielp hu bet om op te staan, lei toen den bos stroo op haar hoofd en richtte eenige vrien delijke woorden tot haar. Het kleine meisje antwoordde en er scheen zich tusschen beiden een gesprek te ontspinnen. Rosa kon niet verstaan wat er gesproken werd, maar volgde beiden met de oogen. Toen beiden den tuin hadden bereikt, ging Bernardina tegen een boomstam leunen en George bleef vóór haar staan, leunende op den loop van zyn geweer, terwyl hy met blykbaar genoegen naar het gepraat van het kleine meisje bleef luisteren. Hy lachte haar vriendeiyk toe en Rosa was getroffen door de groote verandering, die daardoor op zyn gelaat was waar te nemen. Tot hiertoe had ze George nog nooit byzonder oplettend tn het gelaat gezien. Vóór haar huwelyk had de afkeer, dien ze voor hem gevoelde, haar. daarvan weerhouden, en na den brief, dien ze van George ontvangen bad, was het een onoverkomelyke beschroomdheid, die het haar had belet. Nu kon ze haar echtgenoot voor de eerste maal gadeslaan zonder dat hyzolf het bemerkte, en nu zag ze hos regelmatig zUn gelaatstrekken en hoe sieriyk en voor naam zyn geheele houding waren. - O, was hy maar wat minder zonderling/1 zoo dacht ze by zichzelve, .misschien Sou ik dan nog van hem kunnen hout^N" (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 1