N°. 114-30
Dinsdag: 1 Juni.
A».1897
feze {jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van (gon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden. 3i Mei.
Feuilleton.
Jonkvrouw Denise.
LEIDSCH
PRIJS DEZER COURANTj
Voer Leiden pér 8 maanden. r. f 1.10,
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIES:
Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17$. Grooter#
letters naar plaatsruimte. Yp<jr liet Incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Het jaarljjksch examen aan de Kweek
school voor Bewaarschoolhouderessen alhier,
in de vorige week gehouden, eindigde Zater
dagavond 29 Mei in eene gemeenschappelijke
vergadering van afgevaardigden der plaatselijke
schoolcommissie, het bestuur en als gewoonlijk
den burgemeester en prof. dr. M. J. De Gosje.
De hoofdakte werd toegekend aan de
volgende leerlingen der Kweekschool (alpha-
betisch gerangschikt): de dames A. C. Gelpke,
te LeidenC. L. v. d. Hoek Ostende, te Rot
terdam; 0. J. Knol, te Leiden, W. Pisuisse,
to Vlissingen; L. Van R\jn en H. Van Rijn,
te Djokjakarta; J. M. Romunde, te Alkmaar,
en J. Van Wijk, te Leiden.
In de alhier gehouden jaarlijksche alge
meens vergadering der L idsche Duinwater-
Maatschappij deelde de president-commissaris,
de heer Verhey van Wijk, mede, dat 45 aan-
deelen vertegenwoordigd waren, uitbrengende
22 stemmen.
Uit het verslag, door den directeur uitge
bracht, blijkt, dat 1,105,595 kub. meters duin
water in 1896, tegen 1,025,217 kub. meters
in 1895 z(jn opgepompt.
De stoomwerktuigen voor het hooge reser
voir werkten gemiddeld 14 uren 47 min.
De machines, Worthlngtonpompen, ketels,
klaarbassins en filters werkten uitmuntend en
vorderden slechts het gewone onderhoud.
Ter vergrooting der capaciteit van de prise
deau werden verschillende proeven genomen,
waarvan de uitkomst nog niet voldoende is
om een voorstel te kunnen doen.
Het water werd geregeld aangevoerd en
was van zeer goede hoedanigheid, zooals bleek
uit de analyse, door dr. De Loos gemaakt.
De uitbreiding van het buizennet bedraagt
2705 meters, waaronder 3 groote en 2 kleine
zinkers. Deze groote uitbreiding is een gevolg
van dc uitbreiding van de gemeente Leiden.
Het bestuur der Maatschappij heeft niet ge
aarzeld in alle straten en wegen der gemeente
waterbuizen te doen leggen, waaraan woningen
gelegen z(jn, ofschoon de tien ten honderd
van de kosten van aanleg niet door de op
brengst van het waterverbruik was gedekt;
het wil hopen, dat door de behoefte aan goed
drinkwater ook in die gedeelten van de ge
meente en door den lofFelflken aandrang van
het gemeentebestuur van Leiden weldra zoo
vele aansluitingen zullen gemaakt worden,
dat deze uitbreldingskosten door een behoor
lijke rente zullen gedekt worden.
Het aantal contracten is met 466 vermeer
derd, waaronder 429 abonnementen en 37
metercontracten.
Het waterverbruik aan de standpijpen ver
minderde met 30 kub. meters, een gewoon
gevolg van het sluiten van meerdere abon
nementen, terwijl van de gratislevering van
duinwater aan de straatdrinkfonteinen een
druk gebruik gemaakt werd.
Na afschrijving van 24,394.34 blijft ter
uitdeeling over ƒ71,943.69, zoodat kon voor
gesteld worden te verdeelen 69,750 volgens
de bepalingen der Statuten en ƒ2193.69 op
nieuwe roiceniDg over te schrijven, zoodat
aan aandeelhouders een dividend zal uitbe
taald worden van 7*/« ten honderd.
De directeur voegde bierbjj, dat de toestand
der Maatschappij zeer gunstig is; dat de op
brengst van zooveel gesloten contracten, waar
onder trouwens zeer veel voor kleine woningen,
die door den aandrang van het Dageljjksch
Bestuur van de gemeente om gezondheids
redenen aansluiting wenschten, oogenschyoiyk
een grooter winstcijfer zoude aanwijzen,
indien die opbrengst voor een groot deel niet
slechts over eenige maanden liep en eerst
later geheel als bate te beschouwen zal zijn
en indien niet de vele uitbreidingen volgens
de loffelijke gewoonte der Maatschappij afge
schreven werden.
Het verslag, de balans en winst- en ver
lies rekening werden goedgekeurd en het
dividend, zooals voorgesteld was, bepaald op
77.50 per aandeel.
Prof. dr. J. H. Gunning, te Leiden, roept
de hulp In voor vijf studenten in de godgeleerd
heid, die dezer dagen als kweekelingen van de
vereeniging, bedoelende opleidiDg van jonge
lingen tot predikanten, gevestigd te Doetin-
chem, door den directeur, den heer J. v. Dijk,
zijn ontslagen. Prof. Gunning verklaart, dat
zij dit ontslag niet verdienen. Aan het slot van
zjjn verzoek om hulp schrijft de hoogleeraar:
„Voor deze vyf jongelieden, die nu midden
in hun universitaire loopbaan plotseliDg
hulpeloos staan, roep ik den bijstand van het
publiek in. Zoowel ik als mijne geëerde ambt-
genooten kunnen getuigen, dat tegen hun
gedrag en hunne studie geene bedenkingen
bestaan. Ik verzoek dus allen, die hun verdere
opleiding tot den dienst onzer Hervormde
Kerk willen helpen mogelijk maken, my hunne
bydragen daartoe te zenden, van welke ik
gaarne in de „Kerkel. Courant" verantwoor
ding zal doen."
Gedurende de 1ste helft der maand Mei
zyn aan het postkantoor alhier bezorgd de
volgende brieven, welke, door onbekendheid der
geadresseerden, niet besteld konden worden:
Andriessen, P. Colla, D. Leling, C. M. De
Roos, "Wed. Melgers, Amsterdam; C. Mechelse,
Bodegraven; Meirink, Bolsward; Gebr. Hout
man, 's-Gravenhage; J. Clansing, Hilversum
A. Windhorst, Ryp-Wetering; P. Boman,
(X De Bruyn, Rotterdam; J. Kraeneveld, G.
v. d. Hoest, J. Mulder, niet vermeld.
Briefkaarten: J. v. d. Kolk, EL Tenbouw-
huizen, Amsterdam; A. Frederiks,Nymegen;
Wed. v. d. Laan, Wessel, Rotterdam.
Brieven, besteld geweest naai het buiten
land: Bosschaardt, Brussel; J. J. Ripping,
Londen; G. v. d. Post, niet vermeld.
By beschikking van den minister van
binneDlandsche zaken is bepaald, dat bet
scbrlfteiyk gedeelte van het examen ter
verkryging der akte van bekwaamheid als
hoofdonderwyzer of hoofdonderwijzeres, voor
het jaar 1897, zal plaats hebben op 30 Juni
e. k., dat de mondelinge examens zullen aan
vangen op 21 Juli daaraanvolgende en dat
de commission, met het afnemen dezer
examens belast, zullen zitting houden te
Breda, Arnhem, 's-Gravenhage, Amsterdam,
Zwolle en Groningen;
en zyn benoemd o. a:
tot lid en voorzitter der commissie te
's-Gravenhage: J. C. Fabius, inspecteur van
het lager onderwys in do 2de inspectie;
tot lid en onder-voorzitter: W. Miödelveld
Vier8en, schoolopziener in het district Mid
delburg;
tot leden: dr. J. J. Couvée, schoolopziener
in het arrondissement Loenen, L. Gerhardt,
te Utrecht, dr. J. H. Jonnes, te Rotterdam,
A. Van de Griendt, te Rotterdam, mej. M.
G. Kramers, te Rotterdam, mej. A. J. A.
Bridge, to 's-Gravenhcge, J. D. De Visser
Smits, te 's-Gravenhage, F.» Gedeking, P. J.
Teebaal, J. J. Ten Have, D. Kanon, te 's-Gra
venhage, H. Eerdbeek, te 's-Gravenbage; G.
A. Laagland, te 's-Gravenhage;
tot leden-plaatsvervangersdr. W. F. Van
Vliet Jr., H. V. Leopold, E. Van Everdingen,
allen te Delft, G. Japikse, te Leiden, D. H.
Cocheret, te Rotterdam, R, Husen, te Utrecht,
C. W. Hoenkamp, idem.
Mr. R. baron Van Zuylen van Nyevelt
heeft bedankt voor de candidatuur voor het
lidmaatschap der Tweede Kamer, hem aange
boden door de liberale kiesvereeniging te
Wassenaar (hoofdkiesdi6trict Katwyk).
Na een 10 jarig verbiyf in de tropen repa
trieerde gisteren per 8.8. „Bromo" mr. I. Reep
maker, procureur generaal by het Hoogge
rechtshof in Nederlandsch-tndiö.
Mr. Reepmaker is naar Den Haag ver
trokken.
In eene algemeene vergadering van .het
„Indisch Genootschap", ia Den Haag gehou
den, werd door den seqjetaris, den heer J.
Boudewynse, het jaarverslag uitgebracht,
waaruit bleek, dat het ledenbal eenigsains is
verminderd, ten gevolge van de zuivering die
de Indische ledeniyst had ondergaan. Ér zyn
38 leden in 't geheel afgeschreve^eaè bijge
komen. Verder deelde de Secretaris mede,
dat de catalogus van h<4* Genootschap, over
eenige weinige maanden gereed zal zyn.
De aftredende bestuursleden, de heeren E.
B. Kielstra, mr. T. H. Der Kinderen en G.
H. Van Soest, werden herkozen.
Op 12 Juli en volgende dagen zal te
's-Gravenhage worden afgenomen het eerste
examen voor de betrekking van surnumerair
der directe belastingen, invoerrechten en accijn
zen, en wel voor vyf en twintig plaatsen.
De verzoekschriften om toelating tot dit
examen moeten vóór of uiterlijk op 20 Juni
e. k. by het Departement van Financiën zyn
ingekomen met eone geboorte-akte van den
adspirant en het bewys, dat hy Nederlander is.
Om tot dit examen te worden toagelaten,
moet men by den aanvang van 1897 den leeftijd
van 18 jaar bereikt en dien van 20 niet over
schreden hebben.
Nadere bijzonderheden bevat de „Staats Cou
rant" No. 125.
Uit 's-Gravenhage wordt aan de „Tel."
gemeld, dat de minister van marine bepaald
heeft, dat werklieden, die door leveranciers
van het Ryk gebezigd^worden tot lossing van
materialen, waaraan gevaar verbonden is, tegen
ongelukken moeten verzekerd zyn.
Plotseling is Zondag te Haarlem over.
leden de heer P. Scherpenhuizen, commies
der Prov.'Griffie van Noord-Holland.
Naar men verneemt, is de oproeping van
het Hoofdbestuur der Nederlandsche Vereeni
ging tot bescherming van dieren aan de leden
dier vereeniging in de provincie Zuid-Holland
tot het verkryging van gelden ten behoeve
van de houders van trekhonden, die behoorlijk
voor bunne dieren zorg dragen en de bepalingen
van het nieuwe reglement behoorlijk naleven,
niet tevergeefs geweest.
Het Hoofdbestuur is althans in staat gesteld
voor den tyd van drie jaren, zy het dan ook
op een bescheiden schaal en in een deel der
provincie, belooningen tot bet beoogde dool uit
loven.
Dezer dagen worden door bet Hoofdbestuur
zoodanige- information ingewonnen als kunnen
sfcrekkefp om tot het beoogde doil te geraken.
De Nationale Bond van handels- en kan
toorbedienden in Nederland heeft de eerste
algemeene vergadering in het lokaal „Concor
dia", to. Amsterdam, gehouden. De statuten
werden vastgesteld, waarop de koninklijke
goedkeuring gevraagd zal worden, gd tot leien
van het bestuur werden gekozen: J. H. Odink,
van Amsterdam, voorz.; J. C. Van der Kam
van LeideD, penningmeester; F. W. v. d.
Berkhof, van UtrechtC. Küblmann, van
Leiden; J. J. Swart, van Leeuwarden; J. F.
Ulmer, van Rotterdam; A. V. M. M. Verminnen,
van Zwolle, en W. C. De Graaff, van Amster
dam, secretaris.
Te Arnhem is in den ouderdom yan 75
jaren overleden de bekende teekenaar en
schrijver jhr mr. Alexander Willem Maurits
Carel Ver-Huell.
Ver Huell was 7 Maart 1822 te Doesburg
geboren, studeerde te Leiden, waar bU in
1848 promoveerde, on woonde sedert te Arn
hem. Hy toekende niet alleen, maar schreef
ook oikwyis in tijdschriften en dagbladen en
er kwamen bovendien van bbnl uit: „Schetsen
met de. £>en", „De mensch op en buiten de
aarde", „Volk en kunst", „Cornelis Troost
en zijn* wirken", enz.
Maar Vooral heeft Ver Huell zich onver-
gankelykén roem verworven als de auteur
/fan DZyttrer zoo?" en „Zoo zyn er" en als
illustfitor van de eerste uilgaaf van Klik-
spaan's „ètudenten-typen".
Voor leeraar in de scheikunde aan het
gymnasium te Haarlem wordt aanbevolen dr.
H. A. J* Valkema Blouw, aldaar.
De heer C A. Kuipers, leeraar aan de
ryks hoogere burgerschool te Leeuwarden, is
benoemd tot leeraar m de wiskunde aan het
gymnasium te Nymegen.
Naar het „Hbl." verneemt, heeft de heer
Fokker dén poging aangewend om den heer
Kouw te bewegen zyn candidatuur in District I
van „Vooruitgang" to Amsterdam in te trekken
ten behoeve van den heer Kerdyk, die door
de afd. Amsterdam van de „L. U." on door
de „Radicale Vereeniging" is gestel 1. Da heer
Kouw heeft echter gemeend hieraan niet te
moeten voldoen en ook „Vooruitgang" hand
haaft zyn candidaat, te meer, daar deze
indertijd weigerde in aanmerking te komeD,
wanneer hy tegenover Kerdyk of gelijkgezinden
werd gesteld. Met de houding, door de afdeeling
der „L. U." in de laatste dagon aangenomen,
kan de heer Kouw zich niet vereenigen.
Hr. Ms. fregat „Van Speyk", OQder bevel
van den kapitein-luitenant ter zee J. G.
Snethlage, is 26 dezer te Beyrouth aange
komen.
Het stoomschip „Jason", van Java naar
Amsterdam, vertrok 27 Mei van Penang; de
„Palinurus", van Amsterdam naar Java, ver
trok 23 Mei van Djeddah; de „Schiedam",
van Nieuw-York naar Amsterdam, passeerde
30 Mei Dover; de „Koningin-Regentes", van
Batavia naar Amsterdam, vertrok 29 Mei
van Genua; de „Prins Frederik Hendrik"
arriveerde 29 Mei van West-Indië te Ni:uw-
York; de „Prins Willem I", van Amsterdam
naar Suriname, passeerde 29 Mei Ouessant;
de „Obdam" arriveerde 30 Mei van Rotterdam
te Nieuw-York; de „Werkendam" vertrok 29
Mei van Nieuw-York naar Rotterdam.
Alfen aan den Ryn. (Niet van onzen
gewonen correspondent). Van de audiëntie by
den minister van binnenlandsche zaken, ver
leend aaD de gedelegeerden van het Bestuur
der Christelijke School, alhier (waarvan dezer
dagen werd melding gemaakt) valt niet veel
mede te deeien; de afgevaardigden moeten
Z.'E. hebben opgemerkt, dat het maken van
muziekniet alleen zéér hinderiyk zou zyn
voor de kinderen en onderwijzers hunner
school, doch vooral ook voor de zieken in de
Martbastichting alhier. Oogenscbynlyk is dit
een grondig argument; doch als men weet,
dat het bestuur dier stichting er volstrekt
niet tegon opziet, het door hen, uit de kin-
derép der stichting, opgericht muziekcorps en
dasftónboven nog de zangvereoniging byna
i o d7e r e n" a v o%n d tusschen 8 en 10 uren
hunne krachten op, koperen en andere instru
menten te laten beproeven, dan kanmen
wëï gerust zeggen, dat dit tegen den minister
gebruikt argument van nie't veel beteekenis is.
Daar het voornemen schynt te zyn, om de
vermakelijkhedenals caroussels, schiet
tenten, hoofden van jut, enz. 'smiddags om
4 uren te doen beginnen, zal er ook wel niet
veel gevaar bestaan, dat de schoolkinderen
gedurende den schooltyd worden
afgeleid.
De oppositie, welke bier door sommige
raads- en gemeenteleden tegen de feestelijk
heden, ter gelegenheid van het 15-jarig bestaan
der roei- en zeil vereeniging „Hollandia", zoo
heftig wordt gevoerd, kan dus nog wel eens
blyken niets anders te zyn dan een storm
in een glas water!
Hazerswoude: Zondag-middag te één
uur ontstond er brand in het Westeinde, op
de boerenhofstede van den heer C. Bol en
bewoond door den arbeider M. Havenaar. De
hooiberg is geheel en van het dak van de
woning is een gedeelte verbrand. De oorzaak is
onbekend.
Hi lieg om: Yan de onderwyzers, die
zich hebben aangemeld ter vervulling eener
vacature aan de openbare lagere school alhier,
is door B. en Ws. het volgende drietal voor
gedragen: R. Van Waard te Haarlem, C. Van
*5)
Dan vroeg Rosa zichzelve af, hos lang dat
leven zon duren, en of George haar zoo maar
eens onverwachts zou verlaten. Eiken morgen
nam zo do pen op, om aan haar tante te
schril ven, maar telkena deed een zenuw
achtige gejaagdheid haar de pen neerleggen
en stelde ze het uit tot den volgenden dag.
Op zekeren avond ontmoette ze George
in de vestibule. Hy hield een gevulden zak
in de hand.
- Zjjt ge gelukkig op de jacht geweest?"
vroeg Rosa.
Neen," luidde het antwoord, ,ik heb
vandaag niets geschoten."
Zonder nog een woord te zeggen, begaf
hy zich naar zijn vertrek.
Wat zou die zak dan bevatteD, als hij
geen wild heeft meegebracht?" dacht Rosa
bij zichzelve.
Toen wierp ze een blik in het rond, om zich
te overtuigen, dat niemand haar zag, opende
den zak en tot haar groote verwondering
zag ze, dat de zak in plaats van hazen of
patrijzen niets dan boeken bevatte. Zoodra
ze voetstappen in de gang hoorde, ging Rosa
weer naar het salon terug.
jWat zou George toch wei met die boeken
doen?" zoo dacht ze bij zichzelve. ,Zoo hfl
er in lezen gedurende de lange uren, die hij
in de bOBschen doorbrengt? Zou ik hem eens
vragen of hy veel van lezen houdt?
Maar het schynt wel, dat hy weinig lust heeft
om over ernstige zaken met my te sprekeD,
en als wy tegenover elkaar aan tafel zitten,
weet ik nooit wat Ik zal zeggen. Alleen uit
nieuwsgierigheid zou ik wel gaarne eens met
hem praten, maar na hetgeen hy my geschre
ven heeft, ben ik zoo bevreesd, dat ik daardoor
den schyn zal aannemen, hem hier te willen
houden, en daarom ben ik altyd de eerste,
die van tafel opsta, als de maaltyd is afge-
loopen."
Zoo werd het Zondag en Rosa vroeg zich
eenigszins ongerust af, hoe laat George wel
naar de kerk zou gaan.
De hoogmis is morgen om negen uren,"
zei ze Zaterdagsavonds tot George.
Ja," antwoordde hy, ,maar ik ga naar
de vroegmis van zessen, in de dorpskerk, en
daarna ga ik een wandeling maken op de
bergen. Als ge er niets tegen hebt, kom ik
van middag niet by u eten. De moeder van
Bemardina zal wat eten voor my klaar maken."
Rosa was over deze mededeeling bedroefd,
en terwyl ze zich to voet naar de dorpskerk
begaf, was ze aan een groote moedeloosheid
ten prooi. De toekomst scheen haar donker
en onzeker toe, en byna kwam het haar voor,
alsof ze zich moest verheugen over de ver
andering, die in haar lot zon plaats grypen.
Ze had immers ai vroeger tot haar ouders
gezegd, dat ze veel liever niet zou trouwen
en liever thuis by hen zou biyven leven Zou
haar tante dan ook niet verheugd zyn, als
ze weer te La Ciotad kwam wonen? Maar
naarmate dit vooruitzicht een duidelyker
vorm in haar geest aannam, vermeerderde
ook haar droefheid. Ze wist niet welke ge-
dragsiyn ze nu moest volgen, en ze gevoelde
een onoverkomelyken weerzin, om den inhoud
van den brief van George, aan wien ook,
zelfs aan haar tante, mede te deeien. In geen
geval wilde ze er met haar ouders over spre
ken, en zelfs als George vertrokken zou zyn,
wilde ze het niet aan hen mededeelen.
In droevige stemming woonde ze den
dienst by, en toen ze weer teruggekomen
was in de eenzame woning, waar ze zich zoo
weinig thuis gevoelde, was ze er zelve ver
wonderd over, dat ze met zooveel ongeduld
op de thuiskomst van George wachtte, en
toen ze er eindelijk zyn voetstappen in de
gang hoorde, moest ze haars ondaoks een
zekere vreugde daarover gevoelen.
George was vermoeid van zfln langen tocht
en klaagde over hoofdpyn. Hy at maar
weinig en begaf zich dadeiyk na het souper
naar zyn kamer. Rosa bad hem wel willen
vragen of hy niets verlangde om zyn hoofd
pyn wat te verlichten, maar ze waa tegen
over hem, na den brief, dien hy haar geschre
ven had, zoo verlegen geworden, dat ze het
niet durfde, en ze liet zelfs deze gelegenheid
voorbijgaan, om hem eenig bewys van belang
stelling te geven. Ze zond Thérèse naar
boven om hem te vragen, of by aoma ergens
behoefte aan had, maar deze kweet zich tame-
lyk onverschillig van haar opdracht. Tbérèse
had namelyk voor George een grooten weerzin
opgevat en beschouwde hem als volkomen
onnoozei, en als ze zag, hoe treurig en be
zorgd haar jeugdige meesteres er uit zag en
hoe bleek haar gelaat werd, dan was ze altyd
geneigd, om aan George, die haar als echt
genoot was opgedrongen, de schuld daarvan
te geven.
Twee dagen later zat Rosa in haar slaap
vertrek by hst venster, dat uitzicht gaf op
den straatweg, en ze vroeg zichzelve af, of
zo dien dag geen enkel bezoek zou ontvan*
gen. Haar moeder verwachtte ze eerst den
volgenden Donderdag, zooals overeengekomen
was, toen ze La Ciotad had verlaten, maar
misschien zou haar vader of andera haar tante
wel eens komen zien hoe ze het maakte. Deze
gedachte verontrustte haar een weinig, maar
tevens verlangde ze naar het een of ander,
dat eenige afwisseling in baar eentoDig be
staan zou komen brengen.
Haar mymermgen werden onderbroken door
het herhaald geblaf van den jachthond van
George. Ze hief het hoofd op en zag in de
richting van den straatweg of er ook iemand
□aderde, maar ze zag niemand dan de kleine
Bernardina, dis met een grooten bos Btroo
op het hoofd by het hok stond on tevergeefs
trachtte baar geitjes by elkaar te houden,
die, verschrikt door het geblaf van den jacht
hond, naar alle kanten uiteenstoven. Daar het
haar niet wilde gelukken, legde ze haar bos
stroo op den grond, liep de geitjeB achterna,
en na veel moeite slaagde ze eindeiyk er
in, ze in het geitenhok terug te drijven.
Toen trachtte ze den bos stroo weer op haar
hoofd te leggen, maar door vermoeienis uit
geput, wankelde ze en viel op den grond.
Op dat oogenblik naderde George. Toen
by het kleine meisje op den grond zag liggen,
hielp hu bet om op te staan, lei toen den bos
stroo op haar hoofd en richtte eenige vrien
delijke woorden tot haar. Het kleine meisje
antwoordde en er scheen zich tusschen beiden
een gesprek te ontspinnen. Rosa kon niet
verstaan wat er gesproken werd, maar volgde
beiden met de oogen.
Toen beiden den tuin hadden bereikt, ging
Bernardina tegen een boomstam leunen en
George bleef vóór haar staan, leunende op
den loop van zyn geweer, terwyl hy met
blykbaar genoegen naar het gepraat van het
kleine meisje bleef luisteren. Hy lachte haar
vriendeiyk toe en Rosa was getroffen door
de groote verandering, die daardoor op zyn
gelaat was waar te nemen. Tot hiertoe had
ze George nog nooit byzonder oplettend tn
het gelaat gezien. Vóór haar huwelyk had
de afkeer, dien ze voor hem gevoelde, haar.
daarvan weerhouden, en na den brief, dien
ze van George ontvangen bad, was het een
onoverkomelyke beschroomdheid, die het haar
had belet. Nu kon ze haar echtgenoot voor
de eerste maal gadeslaan zonder dat hyzolf
het bemerkte, en nu zag ze hos regelmatig
zUn gelaatstrekken en hoe sieriyk en voor
naam zyn geheele houding waren.
- O, was hy maar wat minder zonderling/1
zoo dacht ze by zichzelve, .misschien Sou
ik dan nog van hem kunnen hout^N"
(Wordt vervolgd.)