het by die ééne vraag zou bly ven; de inner- lyke zielsangst zet zicb om in talloozo vragen en vraagjes; ze overstelpen elkander!.... Zooals: of de voerman ons ook zal „mis zetten", door een paar uren over den tyd met zijn korre te komen opdagen; of hij goed by zyn positieven is en niet naar drank riekt; of hy genoeg touwen en ander mate riaal meebrengt; of er by 'topladen al dade- lyk Iets genekt zal worden; of er onder den rit ook stukken van den wagon zullen vallen; of men in de andere woning terstond terecht kan, dan wel moet wachten op don uittocht van die lui; of dezen „geschikt" of vreese- ïyk „ongeschikt" zijn, of de helpers by 't afladeü, het naar binnen dragen en 't neer zetten voorzichtig of lomp to werk gaanof er by de nog volgende transporten óók onge lukken zullen gebeuren; of - ja, wat dringen zich niet al voor vragen aan een tusschen hoop en vrees dobberende verhuizersfamilie op! En dan de fooien, de borrels, de onwil van den buiseigenaar om zware stukken met katrolion in plaats van met ladders omboog te laten zeulen; tot eindelijk de heele bende vreemd volk is afgedankt en men te midden van een wildernis biyft zitten, radeloos, waar wèl en waar niet bet eerst mee t9 begin- non 1Of ja, men weet bet tochEerst de beddon! want als men na zóó'n dag 's avonds zyn mosde leden nog niet behoorlyk kon uitstrokkon, maar op den grond moest omhoezeoren Den volgenden dag nieuwe ellende. Breekbare waar, met de grootste behoedzaamheid om wonden en ingepakt, zoo niet ingebakerd, hoeft, ten spyfe van alle papieren, lappen en zwachtels, de reputatie van haar broosheid schitterend gehandhaafd: in duizend scherven! Die prachtige vaas genekt! De huisvrouw had er wel om willen schreien, „want 't was nog een gedachtenis uit 't ouderlijke huis en in de heele stad was zoo'n stuk niet weer te krygon!" Hoe de troostelooze dame met één gee8tesblik alle pakhuizen en magazijnen van onze ruim gesorteerde handelaren in galanterieën heeft weten te monsteren, is baar geheim; genoeg, zij zegt hot en dan zal 't ook wel zoo wezen„In de hesle stad te zoo'n stuk niet weer te krygen!" Zij stoet het denkbeeld, dat de ramp per slot van rekening toch nog een beetje minder groot kon zyn wegens de mogelykheid om do ge broken vaas door een precies gelykend exemplaar te vervangen, met afschuw van Zich; zy wil lijden en treuren; er mag niets zan haar smart ontbreken en zy schept be hagen in do wreede zelfkwelling om de icherven tegen elkaar aan te voegen en te vlyen, onder het uitsnikken der gevleugelde woorden: „Kijk, kinderen, zóó heeft bet gezeten I" En dan komen de vermiste stukken; of liever, ze komen niet; 't zou veeleer te wenschen zijn, dat ze kwamen! Dadelyk de meid met een boodschap naar de vorige woning, waar oDdertusschen een familie ondor soortgelijke omstandigheden bez'g is zich te ergeren en dus buitengewoon kitteloorig is uitgevallen. Men had bet niet ongelukkiger met z'n boodschap kunnen treffen. „De kompelment van juffrouw X. en hier waren zeker nog een scbildery en een zilveren theepot biyven staan; of ze die wel mee kon krygen." „Een scbildery en een zilveren theepot? Doe jy maar de kompelment weerom aan juffrouw X. en zeg, dat we wel wat anders te doen hebben dan op haar schilderyen en theepotten te letton; hier is niks biyven staan en we vorkiezen geen gezanik aan de deur om andermans verhuisboel; we hebben genoeg aan onzen eigen!" De verhuisde familie moet intusschen niet denken, dat ze al door 't geld-uitgeven heen is. Na de onkosten, verbonden aan het ver voer van den inboedel en het weder aanschaf fen van huishoudelyke of luxe stukken in de plaats der beschadigde, gebroken en vermiste voorwerpen, komt de allergewichtigste gordy- nen- en tapytenquaestie. Dlt is te groot, dat te klein; dit moet verbreed, dit versmald; dit moet zus, dat moet zoo het wordt eon aardige behanger3rokeningl Dag aan dag is *t een rommel; men is er nog in geen tydon door; 's avonds zakt de familie amechtig op haar koetsen neer, om 's morgens voor dag en dauw weer te gaan ploeteren, terechtzetten, vlyen, schikken, meten en passen; men ziet „geen zon of maan", geeft zjjn besten vrien den belet, gaat niet behoorlyk aan tafel, maar %9choft", blyft mylen ver by de binnen- en juitenlandsche politiek ten achter en zou he3l Griekenland door Turkye laten opslokken, zonder éénmaal van de planken der provisie kast op to kyken of een hoender uit zyn band te laten glippen. Eindelyk, ja, eindelyk „han gen de gordynen er voor", waarmee nog een soms tameiyk vervelende plechtigheid gemoeid is: het belet vragen der buren, om u „in uw nieuwe woning te verwelkomen." Maar natuur lijk, beleefdheidshalve moet die eer op pry's gesteld worden, en men offert zich gratieus op. Nu eerst herneemt het leven zyn gewonen loopl nu ziet men weer „zon en maan" als de eerste ten minste niet achter een wolkensluier verborgen zit, wat haar nogal eens overkomt, en de laatste toevallig niet de andere helft van don aardbol bescbynt nu ontvangt men weer „volk", nu neemt men weer behoorlyk zyn nat en droog er van, nu laat men de Turken den armen Grieken weer het eone pak na het andere voor do broek geven KOLONIËN. BATAVIA, 8—13 April. Engtlsche en Kederlandschc mail. Aan een van den civielen en militairen gouverneur van Atjeh en Onderhoorigheden ontvangen telegram wordt in de „Jav. Ct." het volgende ontleend: Den lOden dezer in den namiddag vertrok oen colonne van 2 compagnieën met drie dagen vivres over ze9 naar Kwala Posloet, debarkeerde aldaar den volgenden dag om 2 oren in den voormiddag en rukta door Lepong naar LohoDg op, ten einde met een colonne van 3 compagnieën, welke den llden dezer vertrok en den volgenden ochtend in Lohong, te.n zuilen van Kwala Poeding, zou landen, de vyandelyke benden van T. Oemar van daar te verdrijven en hangende zaken met dat landschap te beëindigen. Den lOden dezer om 10 uren 's namiddags rukten tien brigades marechaussee op naar Ba Tjira, oostwaarts van Djahom (aan den voet van het gebergte in het noordelyk ge deelte der V Moekims Indrapoeri) gelegen, om een vyandelyke bende te verrassen, welke die streek onveilig maakte. Drie vyanden werden aangetroffen, die allen werden dood geschoten. Den volgen Ion dag om 10 uren in den voormiddag keerden de troepen te Lambaroe terug, zonder verliezen te hebben geleden. Blykens een telegram aan de „J.-B." is by de landing in Lohong één mindere ge sneuveld en zyn de luitenant Hoetjer en drie minderen gewond, de eerste licht, met een schot door den arm. Goedgekeurd is, dat door den civielen on militairen gouverneur van Atjeh gedurende het 4de kwartaal 1896 fondsen zyn beschik baar gesteld van de werken: a. Het bouwen van logiès voor de in Atjeh verwacht wordende troepen waarvan de kosten bedragen f 6453.06'/2. b. Voorzieningen tot verhooging van het defensief vermogen van de geconcentreerde stelling voor de operatiën tegen de YI Moekims, enz., waarvan de kosten bedragen /"759,012.39. Het Gouvornements-stoomschip „Zwaan" is "Woensdag 24 Maart van zyn tocht naar Sumbawa teruggekeerd. Do Chineesche wang- kang, het doel der reis heelt men aangetrof fen, doch niet mede kunnen nemen, daar de opvarenden moedwillig het vaartuig de den zinken. Aan wal moeten echter een driehonderd vaatjes buskruit achterhaald zyn, die de „Zwaan" te Makassar aangebracht hetft. Het vermoeden ligt voor de hand, dat op Sumbawa een meer uitgebreide smokkelhan del in buskruit bestaat en dat deze contra bande verder over straat Alas haar weg naar Lombok vindt, mag als zeker worden aange nomen. (Mak Ct.) De stad Semarang is in opschudding ge bracht door anonieme briefkaarten, aan ver schillende adressen, waarin verscheidene onzer eerste burgers, zoo ambtenaren als niet-amL te- naren, deerlijk bezwadderd worden. Overigens leveren zy het bewijs, dat onder de kalme oppervlakte van het Semarangsche laven nogal zware woeling is. De byzonderh9den van den inhoud dhr briefkaarten liggen buiten ons bestek. Alleen willen wy nog mededeelen, dat de justitie van de zaak is gesaississeard. (Loc.) De inlander Redjo van de desa Kramas, ongeveer elf paal van Semarang gelegen, is gisteravond, toen hy buiten op bet veld zyn geiten hoedde, door een geriekten tyger aan de dy verwond. Het roofdier was namelyk met een kameraad op de kudde geiten afgekomen Redjo sloop, hen ziende, naar de twee tijgers toe en sloeg naar een hunner met zyn golok. Waarschyniyk bierdoor verschrikt, sloeg een der beesten zjjn klauw in de dy des inlanders. Op het hulpgeroep van Redjo kwamen zyn buren aanloopen, terwyl de tygers de vlucht namen. De krygsraad te Padang veroordeelde den korporaal J. P. Unterhorst tot vyftien jaren militaire gevangenis ter zake van feitelijke insubordinatie onder verzachtende omstandig heden. In eene Atjeh-correspondentie van de „J.-B." leest men het volgende: „Van een driester optreden van den vyand na ommekomst van de poeasa en na het binnenhalen van do padi is tot nog toe niets gemerkt en zri ook wel niets gemerkt wor den de schrik zit er meer dan ooit in, vooral nu de vyand zich nergens meer veilig waant en nu by ziet, dat wat den guerillakryg betreft, wy de rollen omgedraaid bobben en wy het zyn, die hem geen rust schenken en hem in zyn uiterste schuilhoeken in het gebergte weten te naderen en te bekruipen. „Stemde de gelukte overvalling van To-koe Rajoot het vyandelyke kamp tot nadenken, meer dan ooit moet dit thans het geval zyn, nu ook Toekoe Tjoet Machmoed Lam-Tengah, een broer van Toekoe Baid, van eenige bri gades marechaussees een reiswyzer naar betere gewesten kreeg, en daar deze gebeurtenis, ook uit een politiek oogpunt, tot de belang rijkste in de afgeloopen dagen behoort, open ik deze militaire revue met eene beschrysing van de verrassing van dit heerschap. „Zooals ik in myne vorige brieven u reeds verteld heb, stond al 8ind6 weken by de macht hebbenden alhier op het programma het in banden krygen van Toekoe Tjoet Machmoed Lam-Tengah, betzy dood of levend, daar hy, als broeder van Toekoe Baid, niets naliet om de moekims Baid in beroering te houden en onze transporten alzoo gevaar liep3n om door hem aangevallen te worden, zoodat het zelfs noodig geoordeeld werd om ter beveiliging van den transportweg Lambaroe Samahani dagelijks het gebergte tusschen Biloel en Samahani door twee compagnieën te do<n doorkruisen. „Do marechaussees zouden het zaakje wel opknappen. Gedurig kon men dan ook de laatsto weken des avonds eenige brigades marechaussees den trein zien instappen om via Lampeneroet en Tjot Goë het gebergte in te gaan met het doel te trachten hst huis van don Toekoe te omsingelen. „Al de gedane pogingen bleken vergeefscb, de plaats, waar hy zich moest ophouden, was nu eens door zwaren regen, dan weder door het zware terrein niet te bereiken. De wd. controleur te Indrapoeri, de Isto luitenant Boon, die van gidsen de juiste plaats was te weten gekomen, en de schuilplaats, voorzien van de noodige toelichtingen, netjes in kaart gebracht, den gouverneur had aangeboden, besloot daarom zelf het zaakje maar eens te entaraeeren, vroeg en verkreeg verlof naar Kotta-Radja en wist de zaak zoodanig voor te dragen, dat hem het bevel over zes bri gades marechaussees werd opgedragen, waar mede hy het heerschap wel zou knippen. En waarlijk, hy knipte hem ook. Des avonds om 7 uren van den 21sten Maart, het was Zondag, trok hy aan het hoofd van de zes brigades, waarby de 1ste luitenants "Wagener en Campioni waren ingedeeld, de linie uit, met bestemming naar het gebergte. „Zonder ophouden werd doorgemarcheerd, heuvel op en heuvel af, ravyn in, ravyn uit, toch werd er, niettegenstaande bier en daar in de colonne al van oververmoeidheid sprake was, geen oogenblik aan rusten gedacht, de af te leggen weg was lang, vóór het aan breken van den dageraad mo3st het zaakje opgeknapt zyn. „Vol vertrouwen, met een volhardiDg en taai geduld, boven allen lof verheven, mar cheerde Boon tot tegen vier uren 's morgens door, toen de gids tot de grootst mogeiyke stilte aanspoorde, daar meD tegenover de schuilplaats was aangekomen. Nu was de omsingeling eon quaestie van een oogenblik, zacht klonken de commando's „aan" en „vuur", donderend weerklonk het rrrrang- rrrrang door het gebergte, nog eens en nog eens doorboorden de kogels de zwakke wan den van de twee huisjes, geen kwartier werd verleend. Na het laatste salvo nog een oogen blik gewacht, niet het minste geluid ver stoorde de rust van den goheimzinnigen nacht, ademloos werd gewacht op wat het inwendige van de huisjes zou te aanschouwen geven. „En dat het vertrouwen op den goeden uitslag van de onderneming op goede gronden berust had, bleek, to:n Toekoe Tjoet Mach moed Lam Tengah met zeven zyner volge- liDgon zielloos op den vlo?r uitgestrekt lageD. Dat niet op de komst der compagDie gerekend was, viel af te leiden uit de aanwezigheid van vrouw en kind, eveneens beiden doodeiyk ge troffen. „Na de huisjes nauwkèurig te hebben onderzocht, waarby zes achterlaadgeweren, een repeteerkarabyn en een dubbelloops jacht geweer gevonden werden, en nidat vooral de indentiteit van Machmoed Lam Tengah was vastgesteld, die aan zyn baard gemakkeiyk herkenbaar was, begreep Boon, dat het zaak was niet te lang meer op de plek te blyveD, maar zoo spoedig mogelijk den terugmarsch aan rie nemen. „En dat dit goed gezien was, bleek alweder, toen kort na den afmarsch het wa6 inmid dels begonnen te dagen eenige vyanden kwamen opzetten en do kleine colonne onder vuur namtn. Niet, dat men voor dien vijand vrees koest rde, maar Boon wilde thuiskomen zonder eenig verlies, dat 6tond zie je volgens hom meer gekleed. „Tegen elf uren bracht de trein de kleine colonne knapj9s vcTmoeid te Kotta-Radja terug, de vele hoszees by het binnenstoomen verkondigden maar al te duidelyk, dat er succes behaald was. „Een welverdiende dankbetuiging van den civiel en militair gouverneur aan luitenant Boon, aan wien de geheele onderneming te danken is, is de voorloopige belooning voor deze met schitterend succes bekroonde affaire, die by den vyand overal diepen indruk on groote verslagenheid mo3t teweeg gebracht bobben". Men schryft uit Palembang aan het „Bat. Nwbl.": In myn vorig schryven vermeldde ik, dat de heer Grosby te Moeara Enim was bestolen van alles, wat hy daar had meegebracht; volgens nadere berichten zyn do dieven slim geweest en hebben, na den koffer te hebben opengebroken, het geld alleen meegenomen; dien koffer hebben zy laten staan niet ver van en vóór de controleurswoningl De gevolgen daarvan zyn: dat de controleur van Moeara Enim het zoo druk heeft gekregen, dat hy een helper heeft aangevraagd en hem onmiddellyk daarop is toegezonden esn yverig en in politiezaken doorkneed ambtenaar ter beschikking, gevormd op de hoofdplaats en dat de hear Grosby reeds op weg is over Singapore en Kanada naar Edison om eenige koffers te billen mot electrische revolver sluitingen, want: „Een ezel stoot zich geen driemaal aan denzelfden steen" hy is op Langkat ook al eens bestolen voor f 1500. De diefstal doet my denken aan verschil lende reeds vroeger gepleegde en waarvan er geen enkele tot klaarheid kwam; by gelegen heid zal ik daarvan eens esn lystje maken met aanhahng van de hoegrootheid der som men, die werden ontvreemd. Over de laatst voorgevallen moordzaken valt nog niets te zeggen; de daders loopen nog steeds lo3. Intusschen heerscht er een paniek in de kampongs. "Wie moeten de daders opsporen? "Want ook al kostte het 10 mille, zulke sujetten moeten niet los bly- ven loopen; daarvoor betaalt men immers belasting? Daareven verneem ik, dat gisternacht by den heer S. de geldkist is gestolen; het zal wel zoo zyn, mocht het 6en canard wezen, dan zal ik het in myn volgenden brief ver melden en een streepje aan den balk doen. Als hier geen zeer goed georganiseerde dio?enbende bestaat, moeten hier toch zeker eenige zeer geroutineerde dieven rondloopen. Door den gouverneur-gen era al van Ned.-Indië zijn do volgende beschikkingen genomen: CIVIEL DEPARTEMENT. Benoemd: Met ingang vau 3 Mei 1897 tot landmeter 3de klasse G. J. La Bastide, ambtenaar op non-activiteit, laatstelijk die betrekking bekleed hebbende, thans ter beschikking van den directeur der B. O. W met bepaliog, dat hij als chef geplaatst wordt bij de opnomingssectie te Tjiandjoer (Preanger Re gentschappen». Overgeplaatst: Van de opnemingssectie te Tjiandjoer naar het kadastraal bureau te Poer- woredjo (Bagelen) de landmeter der 3de klasse L. C. F. Polderman. DEPARTEMENT VAN OORLOG. Benoemd: Tot burgerambtenaar, lithograaf lste klasse de civiele ambtenaar, lste graveur bij het lithogra- phiscli établissement van den generalen staf F. Vogelzang; tot burgerambtenaar, lithograaf 3de kl. de civiele ambtenaar, helper graveur bij het lithographisch établissement van den generalen staf F. B. W. H. Schrouders; tot burgerambtenaar, eerste steendrukker, de civiele ambtenaar steendrukker by het lithogra phisch établissement v. d. generalen staf A. Leget; tot burgerambtenaar, topograaf lste kl., tevens onderwijzer in het topographisch teekenen. de militaire opzichter lste klasse van den topogra- phischen dienst E. Van Acker; tot burgerambtenaar, teekennar lste klasse, do militaire opzichters lste en 2do klasse van den topographiscben dienst V. De Tijssonsk en B. W. J. Van Rheenen tot burgerambtenaar, topograaf lste klasse, de militaire opzichter lsto kl. van den topographischen dienst 13. M. V. Schleenstein; tot burgerambtenaar, topograaf 2do klasse, de militaire opzichters 2de klasse van den topogra phischen dien9t H. J. Preis en W. H. G. Soleer; tot burgerambtenaar, instrumentmaker lste kl. by den instrumentmakerswinkel van den topogra phischen dienst, de ambtenaar op non-activiteit J. A. Hamburg, thans met de waarneming dier betrekking belast. Belast: Met de waarneming der betrekking van burgerambtenaar, tweeden steendrukker, de adjudant onderofficier-drukker C. J. H. Meis, met bepaling, dat bij gedurende het nog loopend ver band bij het Leger zal worden gevoerd voor memorie. Verleend: Een maand verlof naar Sooka- boemi en Garoot wegens ziekte aan den lsten luit. der infanterio, adjunct bij de lste afdeeling van het Departement van Oorlog. S. A. Schut; een maand verlof naar Soekaboomi wegens ziekte aan den 2den luit. bij het 10de bat. infanterie A. A. Den Hoed. Overgeplaatst: Bij den gew. en plaats, gen dienst in de lste militaire afdeeling op Java to Batavia, de oil. van gez. 2de klasse van Atjeh en Onderhoorigheden, J. F. Langenbergh. Ingetrokken: De overplaatsing naar den gcw. en plaats, gen. dieDst ter {Sumatra's Westkust (Padang) en overgeplaatst naar dien van Atjeh in Onderb., de off. van gezondheid 2de klasse, over geplaatst van Malang naar Padang, P. J. Kldering. CIVIEL DEPARTEMENT. Benoemd: Tot predikant bij de Protestantscbe gemeente: te Semarang, de prodikant bij de protestanlsche gemeente to Buitenzorg J. F. Verhoef!; te Buitenzorg, de be noemde predikant bij do protestnntsclie gemeonle te Cheiïbon J. A. Tijdeman; te Cberibon, de predikant bij de protestantsc.he gemeente to Fort-de-Kock A. J. Ten Bokkel iJuiuink; te Fort-de-Kock, de predikant bij de protestant- sclic gemeente te Kotta Radja C. M. Van Oosterzee; te Kotta-Radja, J II. Heckman, thans met de waarneming dier betrekking belast. Benoemd: Met ingang van 10 April 1897 tot opzichter machinist der eerste klasse bij de exploi tatie van staatsspoorwegen on Java, de opzichter machinist der tweede klasse i'h. Jentink. Bij de in- en uitvoerrechten en accijnzen: Werkzaam: Gesteld als ontvanger op f 150 'sinaands, J. Sibenius Trip, thans verificateur 5do klasse als verificateur 5de klasse J. W. L. Brocx, thans ontvanger op ƒ150 's maands. Overgeplaatst: Van Batavia naar Anjer (Bantain) Sibenius Tripvd.; van Anjer (Bantam) naar Batavia Brocx vu MILITA1R DEPARTEMENT. Verleend: Met ingang van 5 Mei 1897, wegens langdurigen dienst, een jaar verlof naar Europa, aan den officier van gezondheid der lste kl. J. Haga. Bevorderd: Tot lsten luit. bij het wapen der artillerie, de 2de luitenants Jhr. J. Wichera (met verlof in Nederland) en G. L. J. Holle. V er le end: Twee maanden verlof naar Soe- kaboemi en Garoet, wegens ziekte, aan den lston Init. der artillerie bij hot subs.-kader te Batavia, T. F. M. Bilckor. Overgeplaatst: Naar Atjeh tor beschikking v. d. gew. intendant aldaar ae 2de luit-kwm. administrateur van het militaire hospitaal te Wil lem I, J. H. A. Van de Water; naar Willem I als administrateur van bet hospitaal aldaar de 2de luit. van het bureau v d. kwm. van het subs.-kader Semaraog, L. Verboon; bjj bet lste reserve bataljon de lste luit der infanterie bij het garnizoens bataljon van Celebes, Menado en Tirnor te Balang- nipa, W. F. Dinger; bij het Garnizoens bataljon van Celebes, Menado en Timor dc 2de luit bij het 2de bataljon infanterie te Magelang. P. J. De Roock. DEPARTEMENT VAN MARINE. Herbe noemd: Bij den dienst der kustverlichting in Nederl -Indië, tot lichtopzichter lsfe klasse F. J. Hamwijk, vroeger die betrekking bekleed hebben de, thans belast met de waarneming der betrek king van lichtopzichter 2de klasse en geplaatst bij het kustlicht der lste orde op Po. Besar (res. Bangka) tot lichtopzichter 2do kl. de ambtenaar op wacht geld J. W H. Brilman, laatst die betrekking be kleed hebbende en ter beschikking gesteld van den inspecteur over de bebakening, ae kustver lichting en hot loodswezen. Overgeplaatst: Van het kustlicht der2de orde op P. Noordwachter bij dat der lste orde op den Vlakkenboek van Sumatra den lichtopzichter lste klasse D. W. Tarenskeen; van liet kustlicht der 4de orde op Oedjong Soengei Bramei (Sumatra's Westkust) bij dat der 5de orde op P. Edam (Batavia) den wd. lichtop zichter 2de kl. A. Wijkman; van het kustlicht der 2de orde op P. Edam (Batavia) bij dat der 4de orde op Oedjong Soengei Bramei (Sumatra's Westkust) de lichtopzichter 2de kl. A. C. Meischke. Ontslagen: Op verzoek, eervol uit 's lands dienst, de 3de machinist bij de Gouvernements marine Th. Droop. Benoemd: Tot 2den machinist bij de gouvei- nements-niarine, do 3de machinist bij gemelden dienst V. L. Portier. Gemeenteraad van Sasscnhelm. De gisteravond gehouden zitting werd te halfacht geopend in tegenwoordigheid van zes Raadsleden. Afwezig was, met kennisgeving, de heer S. baron Van Heemstra, wegens ongesteldheid. Ingekomen waren twee missives van Gede puteerde Staten, de eene bevattende goedkeu ring van het kohier van deo hoofdeiyken omslag, de andere vrystelling voor vyf jaren van de verplichting, om onderwys te do?n geven in de viye- en orde oefeningen der gym nastiek op de openbare school in deze go* maente; een schryven van den heer S. H. Van Ravenstein en andero aanwonenden van de Hoituslaan, dat zy bewilligen in do over dracht dier laan aan de gemeente en in het verleenen eener subsidie tot eon bedrag van 300proces verbaal van kasopneming by den gemeenteontvanger, waariiy bly kt, dat f 2080 in kas was en de boaken in orde zyn bevon^ den; en het verslag van den toestand der gemeente over 1896, dat aan de Raadsleden, op verzoek van den heer Kruyf, zal worden rondgezonden. Vastgesteld werd een Raadsbesluit, waarby als stemlokaal de Raadszaal wordt aangewezen; besloten werd in de kosten der verpleging van de krankzinnige B. f 105 by te dragen en dr. Metzlar voor het verleenen van genees kundige hulp aan de vrouw van M. W., die tot geen kerkgenootschap schynt te behooren, f 20 toe te leggen. Ten slotte keurde de Raad eenige af- en overschryviDgen goed, o. a. noodig door het verleenen eener gratificatie aan de weduwe Zwart, en genoemde toelage van f 20. Hi°rna werd do vergadering gesloten. Verkieziu^dag:. De verkiezing van de nieuwe Tweede Kamer heelt, volgens de nieuwe rogoling, op Dinsdag 1 Juni plaats. Toch zal de eigeniyke stryd eerst 14 dagen later gevoerd worden, .op Dinsdag 15 Juni, gelyk door den minister van binnenlandscho zaken bepaald is. Dit is een gevolg van de candidaatstelling. Op 1 Juni (eersten Dinsdag der maand) moeten van 9 tot 4 uren by den burgemeester der hoofdplaats van het kiesdistrict opgaven van candidaton worden ingeleverd, met ten minste 40 onderteekeningen van kiezers. Een formulier is daarvoor vastgesteld, dat koste loos verkrijgbaar is en door één of meer der onderteekenaars tegen bewys van ontvangst moet worden ingeleverd, waarby de candidaat tegenwoordig kan zyn. De ingekomen opgaven worden tor secreta-, rio voor ieder ter inzage gelegd en zoo spoe^ dig mogelyk in afschrift aangeplakt. Wanneer geen enkele candidaat is opgege* ven, bepaalt de Minister een nieuwen dag voor de verkiezing (binnen 14 dagen) Is slecht één candidaat opgegeven, dan ver klaart de burgemeester dezen voor gekozen en dan is het verkiezingswak afgeloopen. Dit zal echter slechts zelden voorkomen; alleen vermoedelyk in enkele districten van Brabant en Limburg. Zyn meer dan één candidaat op de lyst gebracht, dan heeft de stemming plaats op den dag, door den Minister te bepalen. Voor dit jaar is daarvoor de 15de Juni aangewezen Ten minste 3 dagen te voren ontvangt elk kiezer een opioepingskaart, welke hjjaanhe, stembureel moet meebrengeD. In verreweg de meeste districten zal dup Dinsdag de 15de Juni do dag der beslissing zyn; voor vel9 eerst Vrydag de 25ste Juni, de dag, waarop de herstemmingen zullen plaats hebben. Vroeger had de herstemming byna altyd eerst 14 dagen na de eerste stemming plaats. Do Minister heeft dien termyn thans tot 10 dag^n ingekort. CORRESPONDENTIE. - S. schryft ons o. a. het volgende: Zondag avond begaf ik my per fiets via Lsiden huiswaarts. By myn vertrek in den vroegen norgen had ik ge meend voor zonsondergang terug te zyn en had dus geen lantaarn medegevoerd. Onvoor ziene omstandigheden hielden my op en zoo kwam ik te ruim 10 uren binnen de grenzen uwer gemeente. Om met in conflict te komen met do politie verordening aangaande het voeren van licht, liep ik by de fiets. Zoo meende ik ongestoord Leiden te kannen door trekken. Nauwelyks echter buiten 't station, werd my een halt toegeroepen en verzocht myn lantaarn op te stekeD. Daar stond ik. Natuuriyk antwoordde ik den spreker, een politiaman, dat ik geen lantaarn by my had en meende, dat ik loopende myn fiets wel door de stad mocht vervoeren, zooals ik wel eens onbespannen rijtuigen onverlicht door da stad had zien voortduwen, „'t Is een voertuig en dat behoort licht op te hebben, mynheer", was 't bescheid. Op myn vraag, wat my nu te doen stond,1 kreeg ik welwillend vergunning, voor ditmaal dan maar door te trekken. Dankbaar, maar niet voldaan, maakte ik daarvan gebruik ca was spoedig buiten de stad. Wellicht, M. de Red., is of eon der lezers van Uw blad wel in staat deze zaak wat nader op te helder.n. Den inzender kunnen we mededeelen, dat wy tor bevoegder plaatse om inlichtingen hebben verzocht, met het volgende resultaat Aitikel 84 der verordening op het ryden luidt: „Het is den bestuurders van rywielen verboden op den openbaren weg tuBschen een uur na zonsondergang en een uur vóór zons opgang te ryden of stil te staan zonder aan da voorzyde een beider brandend licht te vertoonec." In verband met dat artikel, ook met hot oog op het 81 i 1 s t a a n met een fiets, als wanneer licht moet vertoond worden, is de opvatting deze: „dat een wiel, al wordt het met de hand vervoerd, een licht moet toonen." Evenals men met een handkar rijdt zonder er op te zitten, r y d t men met een wiel, wanneer dit met de hand wordt voort geduwd. [Red.]

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 6