het by die ééne vraag zou bly ven; de inner-
lyke zielsangst zet zicb om in talloozo vragen
en vraagjes; ze overstelpen elkander!....
Zooals: of de voerman ons ook zal „mis
zetten", door een paar uren over den tyd
met zijn korre te komen opdagen; of hij
goed by zyn positieven is en niet naar drank
riekt; of hy genoeg touwen en ander mate
riaal meebrengt; of er by 'topladen al dade-
lyk Iets genekt zal worden; of er onder den
rit ook stukken van den wagon zullen vallen;
of men in de andere woning terstond terecht
kan, dan wel moet wachten op don uittocht
van die lui; of dezen „geschikt" of vreese-
ïyk „ongeschikt" zijn, of de helpers by 't
afladeü, het naar binnen dragen en 't neer
zetten voorzichtig of lomp to werk gaanof
er by de nog volgende transporten óók onge
lukken zullen gebeuren; of - ja, wat dringen
zich niet al voor vragen aan een tusschen
hoop en vrees dobberende verhuizersfamilie op!
En dan de fooien, de borrels, de onwil
van den buiseigenaar om zware stukken met
katrolion in plaats van met ladders omboog
te laten zeulen; tot eindelijk de heele bende
vreemd volk is afgedankt en men te midden
van een wildernis biyft zitten, radeloos, waar
wèl en waar niet bet eerst mee t9 begin-
non 1Of ja, men weet bet tochEerst
de beddon! want als men na zóó'n dag
's avonds zyn mosde leden nog niet behoorlyk
kon uitstrokkon, maar op den grond moest
omhoezeoren
Den volgenden dag nieuwe ellende. Breekbare
waar, met de grootste behoedzaamheid om
wonden en ingepakt, zoo niet ingebakerd,
hoeft, ten spyfe van alle papieren, lappen en
zwachtels, de reputatie van haar broosheid
schitterend gehandhaafd: in duizend scherven!
Die prachtige vaas genekt! De huisvrouw
had er wel om willen schreien, „want 't was
nog een gedachtenis uit 't ouderlijke huis en
in de heele stad was zoo'n stuk niet weer
te krygon!" Hoe de troostelooze dame met
één gee8tesblik alle pakhuizen en magazijnen
van onze ruim gesorteerde handelaren in
galanterieën heeft weten te monsteren, is
baar geheim; genoeg, zij zegt hot en dan
zal 't ook wel zoo wezen„In de hesle stad
te zoo'n stuk niet weer te krygen!" Zij stoet
het denkbeeld, dat de ramp per slot van
rekening toch nog een beetje minder groot
kon zyn wegens de mogelykheid om do ge
broken vaas door een precies gelykend
exemplaar te vervangen, met afschuw van
Zich; zy wil lijden en treuren; er mag niets
zan haar smart ontbreken en zy schept be
hagen in do wreede zelfkwelling om de
icherven tegen elkaar aan te voegen en te
vlyen, onder het uitsnikken der gevleugelde
woorden: „Kijk, kinderen, zóó heeft bet
gezeten I"
En dan komen de vermiste stukken; of
liever, ze komen niet; 't zou veeleer te
wenschen zijn, dat ze kwamen! Dadelyk de
meid met een boodschap naar de vorige
woning, waar oDdertusschen een familie ondor
soortgelijke omstandigheden bez'g is zich te
ergeren en dus buitengewoon kitteloorig is
uitgevallen. Men had bet niet ongelukkiger
met z'n boodschap kunnen treffen. „De
kompelment van juffrouw X. en hier waren
zeker nog een scbildery en een zilveren
theepot biyven staan; of ze die wel mee kon
krygen." „Een scbildery en een zilveren
theepot? Doe jy maar de kompelment weerom
aan juffrouw X. en zeg, dat we wel wat
anders te doen hebben dan op haar schilderyen
en theepotten te letton; hier is niks biyven
staan en we vorkiezen geen gezanik aan de
deur om andermans verhuisboel; we hebben
genoeg aan onzen eigen!"
De verhuisde familie moet intusschen niet
denken, dat ze al door 't geld-uitgeven heen
is. Na de onkosten, verbonden aan het ver
voer van den inboedel en het weder aanschaf
fen van huishoudelyke of luxe stukken in de
plaats der beschadigde, gebroken en vermiste
voorwerpen, komt de allergewichtigste gordy-
nen- en tapytenquaestie. Dlt is te groot, dat
te klein; dit moet verbreed, dit versmald;
dit moet zus, dat moet zoo het wordt eon
aardige behanger3rokeningl Dag aan dag is
*t een rommel; men is er nog in geen tydon
door; 's avonds zakt de familie amechtig op
haar koetsen neer, om 's morgens voor dag
en dauw weer te gaan ploeteren, terechtzetten,
vlyen, schikken, meten en passen; men ziet
„geen zon of maan", geeft zjjn besten vrien
den belet, gaat niet behoorlyk aan tafel, maar
%9choft", blyft mylen ver by de binnen- en
juitenlandsche politiek ten achter en zou he3l
Griekenland door Turkye laten opslokken,
zonder éénmaal van de planken der provisie
kast op to kyken of een hoender uit zyn band
te laten glippen. Eindelyk, ja, eindelyk „han
gen de gordynen er voor", waarmee nog een
soms tameiyk vervelende plechtigheid gemoeid
is: het belet vragen der buren, om u „in uw
nieuwe woning te verwelkomen." Maar natuur
lijk, beleefdheidshalve moet die eer op pry's
gesteld worden, en men offert zich gratieus
op. Nu eerst herneemt het leven zyn gewonen
loopl nu ziet men weer „zon en maan"
als de eerste ten minste niet achter een
wolkensluier verborgen zit, wat haar nogal
eens overkomt, en de laatste toevallig niet
de andere helft van don aardbol bescbynt
nu ontvangt men weer „volk", nu neemt
men weer behoorlyk zyn nat en droog er
van, nu laat men de Turken den armen
Grieken weer het eone pak na het andere
voor do broek geven
KOLONIËN.
BATAVIA, 8—13 April.
Engtlsche en Kederlandschc mail.
Aan een van den civielen en militairen
gouverneur van Atjeh en Onderhoorigheden
ontvangen telegram wordt in de „Jav. Ct."
het volgende ontleend:
Den lOden dezer in den namiddag vertrok
oen colonne van 2 compagnieën met drie
dagen vivres over ze9 naar Kwala Posloet,
debarkeerde aldaar den volgenden dag om 2
oren in den voormiddag en rukta door Lepong
naar LohoDg op, ten einde met een colonne
van 3 compagnieën, welke den llden dezer
vertrok en den volgenden ochtend in Lohong,
te.n zuilen van Kwala Poeding, zou landen,
de vyandelyke benden van T. Oemar van daar
te verdrijven en hangende zaken met dat
landschap te beëindigen.
Den lOden dezer om 10 uren 's namiddags
rukten tien brigades marechaussee op naar
Ba Tjira, oostwaarts van Djahom (aan den
voet van het gebergte in het noordelyk ge
deelte der V Moekims Indrapoeri) gelegen,
om een vyandelyke bende te verrassen, welke
die streek onveilig maakte. Drie vyanden
werden aangetroffen, die allen werden dood
geschoten.
Den volgen Ion dag om 10 uren in den
voormiddag keerden de troepen te Lambaroe
terug, zonder verliezen te hebben geleden.
Blykens een telegram aan de „J.-B." is
by de landing in Lohong één mindere ge
sneuveld en zyn de luitenant Hoetjer en drie
minderen gewond, de eerste licht, met een
schot door den arm.
Goedgekeurd is, dat door den civielen
on militairen gouverneur van Atjeh gedurende
het 4de kwartaal 1896 fondsen zyn beschik
baar gesteld van de werken:
a. Het bouwen van logiès voor de in Atjeh
verwacht wordende troepen waarvan de kosten
bedragen f 6453.06'/2.
b. Voorzieningen tot verhooging van het
defensief vermogen van de geconcentreerde
stelling voor de operatiën tegen de YI Moekims,
enz., waarvan de kosten bedragen /"759,012.39.
Het Gouvornements-stoomschip „Zwaan"
is "Woensdag 24 Maart van zyn tocht naar
Sumbawa teruggekeerd. Do Chineesche wang-
kang, het doel der reis heelt men aangetrof
fen, doch niet mede kunnen nemen, daar
de opvarenden moedwillig het vaartuig de
den zinken. Aan wal moeten echter een
driehonderd vaatjes buskruit achterhaald zyn,
die de „Zwaan" te Makassar aangebracht hetft.
Het vermoeden ligt voor de hand, dat op
Sumbawa een meer uitgebreide smokkelhan
del in buskruit bestaat en dat deze contra
bande verder over straat Alas haar weg naar
Lombok vindt, mag als zeker worden aange
nomen. (Mak Ct.)
De stad Semarang is in opschudding ge
bracht door anonieme briefkaarten, aan ver
schillende adressen, waarin verscheidene onzer
eerste burgers, zoo ambtenaren als niet-amL te-
naren, deerlijk bezwadderd worden. Overigens
leveren zy het bewijs, dat onder de kalme
oppervlakte van het Semarangsche laven nogal
zware woeling is.
De byzonderh9den van den inhoud dhr
briefkaarten liggen buiten ons bestek. Alleen
willen wy nog mededeelen, dat de justitie van
de zaak is gesaississeard. (Loc.)
De inlander Redjo van de desa Kramas,
ongeveer elf paal van Semarang gelegen, is
gisteravond, toen hy buiten op bet veld zyn
geiten hoedde, door een geriekten tyger aan
de dy verwond. Het roofdier was namelyk met
een kameraad op de kudde geiten afgekomen
Redjo sloop, hen ziende, naar de twee tijgers
toe en sloeg naar een hunner met zyn golok.
Waarschyniyk bierdoor verschrikt, sloeg een
der beesten zjjn klauw in de dy des inlanders.
Op het hulpgeroep van Redjo kwamen zyn
buren aanloopen, terwyl de tygers de vlucht
namen.
De krygsraad te Padang veroordeelde
den korporaal J. P. Unterhorst tot vyftien
jaren militaire gevangenis ter zake van feitelijke
insubordinatie onder verzachtende omstandig
heden.
In eene Atjeh-correspondentie van de
„J.-B." leest men het volgende:
„Van een driester optreden van den vyand
na ommekomst van de poeasa en na het
binnenhalen van do padi is tot nog toe niets
gemerkt en zri ook wel niets gemerkt wor
den de schrik zit er meer dan ooit in, vooral
nu de vyand zich nergens meer veilig waant
en nu by ziet, dat wat den guerillakryg betreft,
wy de rollen omgedraaid bobben en wy het
zyn, die hem geen rust schenken en hem in
zyn uiterste schuilhoeken in het gebergte
weten te naderen en te bekruipen.
„Stemde de gelukte overvalling van To-koe
Rajoot het vyandelyke kamp tot nadenken,
meer dan ooit moet dit thans het geval zyn,
nu ook Toekoe Tjoet Machmoed Lam-Tengah,
een broer van Toekoe Baid, van eenige bri
gades marechaussees een reiswyzer naar betere
gewesten kreeg, en daar deze gebeurtenis,
ook uit een politiek oogpunt, tot de belang
rijkste in de afgeloopen dagen behoort, open
ik deze militaire revue met eene beschrysing
van de verrassing van dit heerschap.
„Zooals ik in myne vorige brieven u reeds
verteld heb, stond al 8ind6 weken by de macht
hebbenden alhier op het programma het in
banden krygen van Toekoe Tjoet Machmoed
Lam-Tengah, betzy dood of levend, daar hy,
als broeder van Toekoe Baid, niets naliet om
de moekims Baid in beroering te houden en
onze transporten alzoo gevaar liep3n om door
hem aangevallen te worden, zoodat het zelfs
noodig geoordeeld werd om ter beveiliging
van den transportweg Lambaroe Samahani
dagelijks het gebergte tusschen Biloel en
Samahani door twee compagnieën te do<n
doorkruisen.
„Do marechaussees zouden het zaakje wel
opknappen. Gedurig kon men dan ook de
laatsto weken des avonds eenige brigades
marechaussees den trein zien instappen om
via Lampeneroet en Tjot Goë het gebergte
in te gaan met het doel te trachten hst huis
van don Toekoe te omsingelen.
„Al de gedane pogingen bleken vergeefscb,
de plaats, waar hy zich moest ophouden, was
nu eens door zwaren regen, dan weder door
het zware terrein niet te bereiken. De wd.
controleur te Indrapoeri, de Isto luitenant
Boon, die van gidsen de juiste plaats was te
weten gekomen, en de schuilplaats, voorzien
van de noodige toelichtingen, netjes in kaart
gebracht, den gouverneur had aangeboden,
besloot daarom zelf het zaakje maar eens te
entaraeeren, vroeg en verkreeg verlof naar
Kotta-Radja en wist de zaak zoodanig voor
te dragen, dat hem het bevel over zes bri
gades marechaussees werd opgedragen, waar
mede hy het heerschap wel zou knippen. En
waarlijk, hy knipte hem ook. Des avonds
om 7 uren van den 21sten Maart, het was
Zondag, trok hy aan het hoofd van de zes
brigades, waarby de 1ste luitenants "Wagener
en Campioni waren ingedeeld, de linie uit,
met bestemming naar het gebergte.
„Zonder ophouden werd doorgemarcheerd,
heuvel op en heuvel af, ravyn in, ravyn uit,
toch werd er, niettegenstaande bier en daar
in de colonne al van oververmoeidheid sprake
was, geen oogenblik aan rusten gedacht, de
af te leggen weg was lang, vóór het aan
breken van den dageraad mo3st het zaakje
opgeknapt zyn.
„Vol vertrouwen, met een volhardiDg en
taai geduld, boven allen lof verheven, mar
cheerde Boon tot tegen vier uren 's morgens
door, toen de gids tot de grootst mogeiyke
stilte aanspoorde, daar meD tegenover de
schuilplaats was aangekomen. Nu was de
omsingeling eon quaestie van een oogenblik,
zacht klonken de commando's „aan" en
„vuur", donderend weerklonk het rrrrang-
rrrrang door het gebergte, nog eens en nog
eens doorboorden de kogels de zwakke wan
den van de twee huisjes, geen kwartier werd
verleend. Na het laatste salvo nog een oogen
blik gewacht, niet het minste geluid ver
stoorde de rust van den goheimzinnigen
nacht, ademloos werd gewacht op wat het
inwendige van de huisjes zou te aanschouwen
geven.
„En dat het vertrouwen op den goeden
uitslag van de onderneming op goede gronden
berust had, bleek, to:n Toekoe Tjoet Mach
moed Lam Tengah met zeven zyner volge-
liDgon zielloos op den vlo?r uitgestrekt lageD.
Dat niet op de komst der compagDie gerekend
was, viel af te leiden uit de aanwezigheid van
vrouw en kind, eveneens beiden doodeiyk ge
troffen.
„Na de huisjes nauwkèurig te hebben
onderzocht, waarby zes achterlaadgeweren,
een repeteerkarabyn en een dubbelloops jacht
geweer gevonden werden, en nidat vooral de
indentiteit van Machmoed Lam Tengah was
vastgesteld, die aan zyn baard gemakkeiyk
herkenbaar was, begreep Boon, dat het zaak
was niet te lang meer op de plek te blyveD,
maar zoo spoedig mogelijk den terugmarsch
aan rie nemen.
„En dat dit goed gezien was, bleek alweder,
toen kort na den afmarsch het wa6 inmid
dels begonnen te dagen eenige vyanden
kwamen opzetten en do kleine colonne onder
vuur namtn. Niet, dat men voor dien vijand
vrees koest rde, maar Boon wilde thuiskomen
zonder eenig verlies, dat 6tond zie je
volgens hom meer gekleed.
„Tegen elf uren bracht de trein de kleine
colonne knapj9s vcTmoeid te Kotta-Radja
terug, de vele hoszees by het binnenstoomen
verkondigden maar al te duidelyk, dat er
succes behaald was.
„Een welverdiende dankbetuiging van den
civiel en militair gouverneur aan luitenant
Boon, aan wien de geheele onderneming te
danken is, is de voorloopige belooning voor
deze met schitterend succes bekroonde affaire,
die by den vyand overal diepen indruk on
groote verslagenheid mo3t teweeg gebracht
bobben".
Men schryft uit Palembang aan het
„Bat. Nwbl.":
In myn vorig schryven vermeldde ik, dat
de heer Grosby te Moeara Enim was bestolen
van alles, wat hy daar had meegebracht;
volgens nadere berichten zyn do dieven slim
geweest en hebben, na den koffer te hebben
opengebroken, het geld alleen meegenomen;
dien koffer hebben zy laten staan niet ver van
en vóór de controleurswoningl
De gevolgen daarvan zyn:
dat de controleur van Moeara Enim het zoo
druk heeft gekregen, dat hy een helper heeft
aangevraagd en hem onmiddellyk daarop is
toegezonden esn yverig en in politiezaken
doorkneed ambtenaar ter beschikking, gevormd
op de hoofdplaats en
dat de hear Grosby reeds op weg is over
Singapore en Kanada naar Edison om eenige
koffers te billen mot electrische revolver
sluitingen, want: „Een ezel stoot zich geen
driemaal aan denzelfden steen" hy is op
Langkat ook al eens bestolen voor f 1500.
De diefstal doet my denken aan verschil
lende reeds vroeger gepleegde en waarvan er
geen enkele tot klaarheid kwam; by gelegen
heid zal ik daarvan eens esn lystje maken
met aanhahng van de hoegrootheid der som
men, die werden ontvreemd.
Over de laatst voorgevallen moordzaken
valt nog niets te zeggen; de daders loopen
nog steeds lo3. Intusschen heerscht er een
paniek in de kampongs. "Wie moeten de
daders opsporen? "Want ook al kostte het
10 mille, zulke sujetten moeten niet los bly-
ven loopen; daarvoor betaalt men immers
belasting?
Daareven verneem ik, dat gisternacht by
den heer S. de geldkist is gestolen; het zal
wel zoo zyn, mocht het 6en canard wezen,
dan zal ik het in myn volgenden brief ver
melden en een streepje aan den balk doen.
Als hier geen zeer goed georganiseerde
dio?enbende bestaat, moeten hier toch zeker
eenige zeer geroutineerde dieven rondloopen.
Door den gouverneur-gen era al van Ned.-Indië
zijn do volgende beschikkingen genomen:
CIVIEL DEPARTEMENT. Benoemd: Met
ingang vau 3 Mei 1897 tot landmeter 3de klasse
G. J. La Bastide, ambtenaar op non-activiteit,
laatstelijk die betrekking bekleed hebbende, thans
ter beschikking van den directeur der B. O. W
met bepaliog, dat hij als chef geplaatst wordt bij
de opnomingssectie te Tjiandjoer (Preanger Re
gentschappen».
Overgeplaatst: Van de opnemingssectie
te Tjiandjoer naar het kadastraal bureau te Poer-
woredjo (Bagelen) de landmeter der 3de klasse
L. C. F. Polderman.
DEPARTEMENT VAN OORLOG. Benoemd:
Tot burgerambtenaar, lithograaf lste klasse de
civiele ambtenaar, lste graveur bij het lithogra-
phiscli établissement van den generalen staf F.
Vogelzang;
tot burgerambtenaar, lithograaf 3de kl. de civiele
ambtenaar, helper graveur bij het lithographisch
établissement van den generalen staf F. B. W. H.
Schrouders;
tot burgerambtenaar, eerste steendrukker, de
civiele ambtenaar steendrukker by het lithogra
phisch établissement v. d. generalen staf A. Leget;
tot burgerambtenaar, topograaf lste kl., tevens
onderwijzer in het topographisch teekenen. de
militaire opzichter lste klasse van den topogra-
phischen dienst E. Van Acker;
tot burgerambtenaar, teekennar lste klasse, do
militaire opzichters lste en 2do klasse van den
topographiscben dienst V. De Tijssonsk en B. W.
J. Van Rheenen
tot burgerambtenaar, topograaf lste klasse, de
militaire opzichter lsto kl. van den topographischen
dienst 13. M. V. Schleenstein;
tot burgerambtenaar, topograaf 2do klasse, de
militaire opzichters 2de klasse van den topogra
phischen dien9t H. J. Preis en W. H. G. Soleer;
tot burgerambtenaar, instrumentmaker lste kl.
by den instrumentmakerswinkel van den topogra
phischen dienst, de ambtenaar op non-activiteit
J. A. Hamburg, thans met de waarneming dier
betrekking belast.
Belast: Met de waarneming der betrekking
van burgerambtenaar, tweeden steendrukker, de
adjudant onderofficier-drukker C. J. H. Meis, met
bepaling, dat bij gedurende het nog loopend ver
band bij het Leger zal worden gevoerd voor
memorie.
Verleend: Een maand verlof naar Sooka-
boemi en Garoot wegens ziekte aan den lsten luit.
der infanterio, adjunct bij de lste afdeeling van
het Departement van Oorlog. S. A. Schut;
een maand verlof naar Soekaboomi wegens ziekte
aan den 2den luit. bij het 10de bat. infanterie A. A.
Den Hoed.
Overgeplaatst: Bij den gew. en plaats,
gen dienst in de lste militaire afdeeling op Java
to Batavia, de oil. van gez. 2de klasse van Atjeh
en Onderhoorigheden, J. F. Langenbergh.
Ingetrokken: De overplaatsing naar den
gcw. en plaats, gen. dieDst ter {Sumatra's Westkust
(Padang) en overgeplaatst naar dien van Atjeh in
Onderb., de off. van gezondheid 2de klasse, over
geplaatst van Malang naar Padang, P. J. Kldering.
CIVIEL DEPARTEMENT. Benoemd: Tot
predikant bij de Protestantscbe gemeente:
te Semarang, de prodikant bij de protestanlsche
gemeente to Buitenzorg J. F. Verhoef!;
te Buitenzorg, de be noemde predikant bij do
protestnntsclie gemeonle te Cheiïbon J. A. Tijdeman;
te Cberibon, de predikant bij de protestantsc.he
gemeente to Fort-de-Kock A. J. Ten Bokkel
iJuiuink;
te Fort-de-Kock, de predikant bij de protestant-
sclic gemeente te Kotta Radja C. M. Van Oosterzee;
te Kotta-Radja, J II. Heckman, thans met de
waarneming dier betrekking belast.
Benoemd: Met ingang van 10 April 1897 tot
opzichter machinist der eerste klasse bij de exploi
tatie van staatsspoorwegen on Java, de opzichter
machinist der tweede klasse i'h. Jentink.
Bij de in- en uitvoerrechten en accijnzen:
Werkzaam: Gesteld als ontvanger op f 150
'sinaands, J. Sibenius Trip, thans verificateur 5do
klasse
als verificateur 5de klasse J. W. L. Brocx, thans
ontvanger op ƒ150 's maands.
Overgeplaatst: Van Batavia naar Anjer
(Bantain) Sibenius Tripvd.; van Anjer (Bantam)
naar Batavia Brocx vu
MILITA1R DEPARTEMENT. Verleend: Met
ingang van 5 Mei 1897, wegens langdurigen dienst,
een jaar verlof naar Europa, aan den officier van
gezondheid der lste kl. J. Haga.
Bevorderd: Tot lsten luit. bij het wapen
der artillerie, de 2de luitenants Jhr. J. Wichera
(met verlof in Nederland) en G. L. J. Holle.
V er le end: Twee maanden verlof naar Soe-
kaboemi en Garoet, wegens ziekte, aan den lston
Init. der artillerie bij hot subs.-kader te Batavia,
T. F. M. Bilckor.
Overgeplaatst: Naar Atjeh tor beschikking
v. d. gew. intendant aldaar ae 2de luit-kwm.
administrateur van het militaire hospitaal te Wil
lem I, J. H. A. Van de Water; naar Willem I
als administrateur van bet hospitaal aldaar de 2de
luit. van het bureau v d. kwm. van het subs.-kader
Semaraog, L. Verboon; bjj bet lste reserve
bataljon de lste luit der infanterie bij het garnizoens
bataljon van Celebes, Menado en Tirnor te Balang-
nipa, W. F. Dinger; bij het Garnizoens bataljon
van Celebes, Menado en Timor dc 2de luit bij het
2de bataljon infanterie te Magelang. P. J. De Roock.
DEPARTEMENT VAN MARINE. Herbe
noemd: Bij den dienst der kustverlichting in
Nederl -Indië, tot lichtopzichter lsfe klasse F. J.
Hamwijk, vroeger die betrekking bekleed hebben
de, thans belast met de waarneming der betrek
king van lichtopzichter 2de klasse en geplaatst bij
het kustlicht der lste orde op Po. Besar (res.
Bangka)
tot lichtopzichter 2do kl. de ambtenaar op wacht
geld J. W H. Brilman, laatst die betrekking be
kleed hebbende en ter beschikking gesteld van
den inspecteur over de bebakening, ae kustver
lichting en hot loodswezen.
Overgeplaatst: Van het kustlicht der2de
orde op P. Noordwachter bij dat der lste orde op
den Vlakkenboek van Sumatra den lichtopzichter
lste klasse D. W. Tarenskeen;
van liet kustlicht der 4de orde op Oedjong
Soengei Bramei (Sumatra's Westkust) bij dat der
5de orde op P. Edam (Batavia) den wd. lichtop
zichter 2de kl. A. Wijkman;
van het kustlicht der 2de orde op P. Edam
(Batavia) bij dat der 4de orde op Oedjong Soengei
Bramei (Sumatra's Westkust) de lichtopzichter
2de kl. A. C. Meischke.
Ontslagen: Op verzoek, eervol uit 's lands
dienst, de 3de machinist bij de Gouvernements
marine Th. Droop.
Benoemd: Tot 2den machinist bij de gouvei-
nements-niarine, do 3de machinist bij gemelden
dienst V. L. Portier.
Gemeenteraad van Sasscnhelm.
De gisteravond gehouden zitting werd te
halfacht geopend in tegenwoordigheid van zes
Raadsleden. Afwezig was, met kennisgeving,
de heer S. baron Van Heemstra, wegens
ongesteldheid.
Ingekomen waren twee missives van Gede
puteerde Staten, de eene bevattende goedkeu
ring van het kohier van deo hoofdeiyken
omslag, de andere vrystelling voor vyf jaren
van de verplichting, om onderwys te do?n
geven in de viye- en orde oefeningen der gym
nastiek op de openbare school in deze go*
maente; een schryven van den heer S. H.
Van Ravenstein en andero aanwonenden van
de Hoituslaan, dat zy bewilligen in do over
dracht dier laan aan de gemeente en in het
verleenen eener subsidie tot eon bedrag van
300proces verbaal van kasopneming by den
gemeenteontvanger, waariiy bly kt, dat f 2080
in kas was en de boaken in orde zyn bevon^
den; en het verslag van den toestand der
gemeente over 1896, dat aan de Raadsleden,
op verzoek van den heer Kruyf, zal worden
rondgezonden.
Vastgesteld werd een Raadsbesluit, waarby
als stemlokaal de Raadszaal wordt aangewezen;
besloten werd in de kosten der verpleging
van de krankzinnige B. f 105 by te dragen
en dr. Metzlar voor het verleenen van genees
kundige hulp aan de vrouw van M. W., die
tot geen kerkgenootschap schynt te behooren,
f 20 toe te leggen.
Ten slotte keurde de Raad eenige af- en
overschryviDgen goed, o. a. noodig door het
verleenen eener gratificatie aan de weduwe
Zwart, en genoemde toelage van f 20.
Hi°rna werd do vergadering gesloten.
Verkieziu^dag:.
De verkiezing van de nieuwe Tweede
Kamer heelt, volgens de nieuwe rogoling, op
Dinsdag 1 Juni plaats.
Toch zal de eigeniyke stryd eerst 14 dagen
later gevoerd worden, .op Dinsdag 15 Juni,
gelyk door den minister van binnenlandscho
zaken bepaald is.
Dit is een gevolg van de candidaatstelling.
Op 1 Juni (eersten Dinsdag der maand)
moeten van 9 tot 4 uren by den burgemeester
der hoofdplaats van het kiesdistrict opgaven
van candidaton worden ingeleverd, met ten
minste 40 onderteekeningen van kiezers. Een
formulier is daarvoor vastgesteld, dat koste
loos verkrijgbaar is en door één of meer der
onderteekenaars tegen bewys van ontvangst
moet worden ingeleverd, waarby de candidaat
tegenwoordig kan zyn.
De ingekomen opgaven worden tor secreta-,
rio voor ieder ter inzage gelegd en zoo spoe^
dig mogelyk in afschrift aangeplakt.
Wanneer geen enkele candidaat is opgege*
ven, bepaalt de Minister een nieuwen dag voor
de verkiezing (binnen 14 dagen)
Is slecht één candidaat opgegeven, dan ver
klaart de burgemeester dezen voor gekozen en
dan is het verkiezingswak afgeloopen.
Dit zal echter slechts zelden voorkomen;
alleen vermoedelyk in enkele districten van
Brabant en Limburg.
Zyn meer dan één candidaat op de lyst
gebracht, dan heeft de stemming plaats op
den dag, door den Minister te bepalen. Voor
dit jaar is daarvoor de 15de Juni aangewezen
Ten minste 3 dagen te voren ontvangt elk
kiezer een opioepingskaart, welke hjjaanhe,
stembureel moet meebrengeD.
In verreweg de meeste districten zal dup
Dinsdag de 15de Juni do dag der beslissing
zyn; voor vel9 eerst Vrydag de 25ste Juni,
de dag, waarop de herstemmingen zullen plaats
hebben.
Vroeger had de herstemming byna altyd
eerst 14 dagen na de eerste stemming plaats.
Do Minister heeft dien termyn thans tot 10
dag^n ingekort.
CORRESPONDENTIE. - S. schryft ons o. a.
het volgende: Zondag avond begaf ik my
per fiets via Lsiden huiswaarts. By myn
vertrek in den vroegen norgen had ik ge
meend voor zonsondergang terug te zyn en
had dus geen lantaarn medegevoerd. Onvoor
ziene omstandigheden hielden my op en zoo
kwam ik te ruim 10 uren binnen de grenzen
uwer gemeente. Om met in conflict te komen
met do politie verordening aangaande het
voeren van licht, liep ik by de fiets. Zoo
meende ik ongestoord Leiden te kannen door
trekken. Nauwelyks echter buiten 't station,
werd my een halt toegeroepen en verzocht
myn lantaarn op te stekeD. Daar stond ik.
Natuuriyk antwoordde ik den spreker, een
politiaman, dat ik geen lantaarn by my had
en meende, dat ik loopende myn fiets wel
door de stad mocht vervoeren, zooals ik wel
eens onbespannen rijtuigen onverlicht door da
stad had zien voortduwen, „'t Is een voertuig
en dat behoort licht op te hebben, mynheer",
was 't bescheid.
Op myn vraag, wat my nu te doen stond,1
kreeg ik welwillend vergunning, voor ditmaal
dan maar door te trekken. Dankbaar, maar
niet voldaan, maakte ik daarvan gebruik ca
was spoedig buiten de stad.
Wellicht, M. de Red., is of eon der
lezers van Uw blad wel in staat deze zaak
wat nader op te helder.n.
Den inzender kunnen we mededeelen, dat
wy tor bevoegder plaatse om inlichtingen
hebben verzocht, met het volgende resultaat
Aitikel 84 der verordening op het ryden
luidt: „Het is den bestuurders van rywielen
verboden op den openbaren weg tuBschen een
uur na zonsondergang en een uur vóór zons
opgang te ryden of stil te staan zonder aan
da voorzyde een beider brandend licht te
vertoonec."
In verband met dat artikel, ook met hot
oog op het 81 i 1 s t a a n met een fiets, als
wanneer licht moet vertoond worden, is de
opvatting deze: „dat een wiel, al wordt het
met de hand vervoerd, een licht moet toonen."
Evenals men met een handkar rijdt
zonder er op te zitten, r y d t men met een
wiel, wanneer dit met de hand wordt voort
geduwd. [Red.]