N°. 11414.
A". 1897
Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§pn- en feestdagen, uitgegeven.
CONCEHT.
Leiden, 11 Mei.
^©izilleton.
Jonkvrouw Deuise.
PEIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden. 1.10.
Franco per post1.40.
A/zonderlUko Nommera0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17J. Grootero
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
In onze Vestibule hangt de plattegrond
der Stads-Gehoorzaal, opdat allön kunnen zien,
waar hunne zitplaatsen ongeveer zyn.
Voor hen, die niet in de gelegenheid zyn
dezen platten grond te komen zien, deelen we
mede, dat de stoelen in drie gedeelten staan.
Aldus:
Toonecl
Links Middenvak Rechts
Wie dus kaarten heeft links kan by het
binnenkomen der zaal links, wie kaarten
heeft met reebis zijn plaats rechts vinden.
De nummers loopen aldus:
Tooneel
lste ru129,
2de rij: 5830,
3de rl): 5987,
enz., enz.
Officiöele Kennisgevingen.
Vergadering van den Gemeenteraad van Leiden,
op Donderdag 13 Mti, dea Damiddaga te twee area.
Panton ter behandeling:
1°. Voorstel omtrent de regeling der jaarwedde
van den bewaarder der btadstimmervrerf. (ö6)
2°. benoeming van een Bewaarder der blads-
timmorwerf. (86)
3°. Verzoek van Mr. J. M. Meiss, om terug
betaling van schoolgeld, Lager onderwijs. (83)
4°. Idem van J. M. C. Paap, om ontslag als
onderwijzer aan de school Heerenstraat. (84)
5°. Voorstel tot aanwijzing van stemlokalen voor
do verschillende stembureau*. (97)
6\ Idem tot opneming in het Pensioenfonds van
den Geneesheer-Directeur van het Krank
zinnigengesticht „Eudegeest" en verdere be
ambten. (85)
T. Suppletoir© staat van bogrooting. dienst 1897,
ad '224,107.85'. Kosten vau op- en inrichting
van het Krankzinnigengesticht „Eudegeest",
enz. (87 en 92)
8°. Vooratol omtrent de tijdelijke aanstelling van
twee ambtenaren ter Secretarie. (89)
9 Idem van Commissarissen der Bank-van-
Leening tot het verleenen van eene toelage
aan twee beambten dier instelling. (90)
10°. Verzoek van F. De Boer, om vrijstelling
van schoolgeld, Hoogere Burgerschool voor
Jongens. (91)
11°. Idem als voren van H. F. Hoosemans- (94)
12 Voorstel omtrent de regeling van de be
zoldiging van het onderwijzend personeel der
school Heerenstraat. (93)
13°. Voorstel omtrent bet leggen van een brug
over de sloot langs den Hoogervoortweg
door C. J. L. Van der Meer. (98)
14°. Idem tot onderhandsche verpachting van de
tienden onder Leiderdorp. (96)
15°. Rekening van de Vereeniging lot bevordering
van don bouw van Werkmanswoningen, over
1896. (110)
16'. Verzoek vau de Vereeniging tot bevordering
van den bouw van Werkmanswoningen, omtrent
het stratenplan op het terrein van de voor
malige Eendenkooi aan den HeerensiDgel en
het verleenen van rontogarautie voor eene
tweede geldleening. (99)
IV. Idem van J. Van Raven, om terugbetaling
van schoolgeld, Lager onderwijs. (1ÜU)
IS11. Idem als voren van do weduwe P. M. J.
Jeltes, geboren F. Van Daalen. (101)
19°. Idem van L. H. De Jongh, omtrent het
dempen vaD een sloot langs den Hoogcn
Rijndijk. (103)
20°. Voorstel omtrent wijziging van het besluit
op de beffing van havengeld. (102)
21°. Idem tot aankoop van torroin aan den
Maresingel voor de oprichting van de vijfde
school van de derde klasse. (107)
22°. Idoin omtrent de overneming van de straten,
enz. van Vreewijk. il03)
23°. Idem omtrent bestrating van een gedeelte
van den Haarlemmerweg. (105)
24°. Idem omtrent telephonische aansluiting van
de politie posthuisjes. (104)
25°. Verzoek van G. Ritman c. s. om het gebruik
van de Gymnastiokschool voor gymnastische
oefeningen. (109)
26°. Idem als voren van de Leidsche Gymnastiek-
en Schermvereeniging „Hercules." (109)
27°. Voorstel tot afstand van eene kaart, zich
bevindende in het Archief, voor hot Algemeen
Rijksarchief te 's-Gravenhage. (106)
28°. Kohier dor Plaatselijke Directe Belasting,
dienst 1897, (Eerste gedeelte).
s
Voor de arrondissements-rechtbank te
's Gravenhage werd heden de heer A. D.
Vygb, benoemd tot notaris binnen het arron
dissement 's Gravenhage, met standplaats de
gemeente Leiden, als zoodanig "beëedigd.
Door het bestuur der .Vereeniging tot
bevordering van den boutv van Werkm2ns
woningen" is ingevolge art. 8 der statuten
den gemeenteraad ingezonden de rekening
over 1896 met de daarbü baboorende be
scheiden.
Vermits noch by de Commissie van Financiën
noch by B. en "Ws. tegen de rekening bezwaren
bestaan, geven zy in overweging die rekening
goed te keuren.
Met betrekking tot de voordracht van
Burgemeester en Wethouders van 30 April
1897 (Ing. Stukken No. 99) rapporteert de
Commissie van Financiën het volgende:
„Toen wy, ongeveer drie jaren geleien,
geroepen wtrden ons gevoelen uit te spreken
over het vcorstel van het Dagelyksch Bestuur
tot verleening van rentegarautie voor eene
doör de „Vereeniging tot bevordering van den
bouw van Werkmanswoningen" uit te geven
geldletning, was ons oordeel, dat geldelijke
steun van de gemeente in deze alleszins ge
wettigd is en dat de vorm, waarin Burge
meester en Wethoaders voorstellen dien steun
te verleenen, genoegzaam waarborgen voor
de gemeente oplevert.
„De gunstige ervaring, -sedert opgedaan,
omtrent de werkzaamheid der genoemde
Vereeniging, alsmede omtrent de geldelijke
uitkomsten daarvan, rechtvaardigen, naar onze
meening, volkomen een tweeden stap te zetten
op den in 1894 ingeslagen weg."
De Commissie geeft derhalve in overweging
overeenkomstig de Qoncluaie der voordracht
te besluiten.
Onder overlegging van desbetreffende
verzoeken geven B. en Ws. na ingewonnen
advies van den Directeur der Kweekschool
voor Onderwijzers, belast met de regeling van
het onderwijs in de gymnastiek, in overweging
tot wederopzeggen8 vergunning to verleenen
om de Gymnasliekschool te gebruiken aan
G. Hitman c. s. op Dinsdag des avonds van
8 tot 10 uren en op Zaterdag van halfnegen
tot halfelf en aan de Leidsche Gymnastiek*
en Schermvereeniging „Hercules" op Maandag
en Woensdag des avonds van 8 uren tot halfelf
tegen betaling van 20 voor elk uur per
jaar en onder bepaling, dat alle kosten van
verwarming, verlichting, schoonhouden en
bediening en van herstel van eventueel aan
gebouw of meubilair toegebrachte schade
komen ten laste van de gebruikers en dat
door hen de door B. en Ws. gegeven of te
geven voorschriften ton aanzien van het
gebruik der zaal moeten worden nagekomen.
Een bedrag van 20 wordt voorgesteld
wegens het gebruik van de gymcastiek-
toestellen; hetzelfde bedrag is voor „Arena"
vastgesteld.
In de gemeenteraadsvergadering van 11
Febr. jl. met gesloten deuren werd in zake
de havengelden besloten o. a. Burg. en Weths.
te machtigen, in nadere correspondentie te
treden met Gedep. Staten, over de vraag of
de gemeenteraad op den steun van het collego
zal kunnen rekenen, wanneer besloten wordt
tot wijziging van bet Raadsbesluit van 30
Juli 1896, overeenkomstig bet schrijven van
Gedep. Staten van 31 Augustus/11 September
1896; namens den Raad te protesteeren bfl
gemotiveerd schrijven tegen de gronden,
waarop door het college van Gedep. Staten
de volledige goedkeuring van het Raadsbesluit
aan de Regeering is ontraden, met verzoek
van mededeeling van dat protest aan den
minister van binnenl. zaken en om met
Gedep. Staten in onderhandeling te treden
over de overneming door de gemeente van
de openbare werken in deze gemeente, wolke
nog in onderbouj zyn bij dö provincie.
A-m dit besluit is door Burg. en Weths.
uitvoering gegeven by schrijven, waarbij aan
Gedep. Staten o. m. is verzocht te willen
mededeelen of op den steun van dat college
zal kunnen worden gerekend ter bekoming
van de koninklijke goedkeuring, wanneer de
gemeenteraad mocht besluiten, met intrekking
van het Raadsbesluit van 30 Juli 1896, art.
5, litt. d, van het Raadsbesluit van 27
September 1894 te wijzigen als volgt:
„Aan deze belasting zijn niet onderworpen
„a., enz.
ud. Vaartuigen en houtvlotten, die de
gemeente binnenkomen van den Ouden Rijn
aan de zijde van de Schry versbrug of aan
den Vliet aan de z\jde van do Staatsspoorbrug,
het territoir der gemeente Lci len in de richting
Ouden Rijn, Scbrijvtrsbrug, Haven, Oude
Vest, Galgewater, Ni-uwe Vaart (Haagsche
trekvaart), en Vli.t in de richting Leidschen-
dam of omgekeerd, rechtstreeks doorvaren
en van de „wateren, bij do gemeente in
bebesr en onderhoud", geen gebruik maken
als los- of laadplaats of als verblijfplaats."
Daarop is ontvangen oen schrijven vrn
Gedeputeerde Staten, waaruit blijkt, det zy
zich met bovenomschreven wijciging nUt
zouden kunnen vereenigen.
Burg. en Weths., alsnu aan de bezwaren
van Gedeputeerde Staten wensehende te ge-
moet te komen, stellen den Raad de volgende
wijziging van redactie voor van art. 5, al.
d, dor onderwerpaiyke verordening:
Art. 5. Aan deze belasting 2(jn niet onder
worpen:
Vaartuigen en houtvlotten, die de gemeente
binnenkomen van den Ouden Ryn aan de
zijde van de Schryversbrug, aan do zyde van
den Ryn of Galgewater of van den Vliet, het
territoir der gemeente Leiden in de richting
Oude Ryn, Haven, Oude Vest, Galgewater,
Nieuwe Vaart (Haagscho trekvaart) of Ryn
of Galgewater in de richting Leidschendam
of Katwijk of omgekeerd rechtstreeks door
varen en van de wateren bij de gemeente
„in beheer en onderhoud", geen gebruik
maken als los- of laadplaats of als verblyfplaats.
Verder blykt uit het schry ven van Gedepu
teerde Staten, dat overeenkomstig dezerzyds
gedaan verzoek, het protest en de beschou
wingen van Burg. en Weths. omtrent de by
Gedeputeerde Staten en de Regeering tegen
het Raadsbesluit van 30 Juli 1896 bestaande
bezwaren, ter kennis zyn gebracht van den
minister van binnenlandsche zaken en dat
Gedeputeerde Skaten bezwaar hebben om in
onderhandeling-to 'treden over eene eventueele
overneming door de gemeente van de openbare
werken in deze gemeente, welke in onderhoud
zya by de provincie.
Naar het oordeel van Burg. en Weths. be
staan geen termen om te trachten nadere
onderhandelingen in deze aan te knoopen
en kan er van eene overncmiDg door de
provincie van bedoelde openbare werken thans
geen sprake wezen.
De Commissie van Financiën heeft tegen
deze voordracht geen bedenkingen, zoodat
zy den Raad vo^fstelt zich er mede te ver
eenigen.
De Nederlandsche en Engelsche mails
met berichten uit Nederlandech Indië worden
hedenavond alhier Verwacht.
Naar aanleidïn» van het overlyden van
dr. J. P. N. Land, in leven oud-hoogleeraar
aan de ryks universiteit te Leiden, wordt aan
diens nagedachtenis, onder dagteekening van
7 dezer, een „In Memoriam" gewyd in de
te Edinburgh verschonende „Schotsman", een
der toongevende Scdotsche nieuwsbladen, door
dr. Hastie, hoogleeraar in de wysbegeerte
aan de universiteit te Glasgow.
D? meest ondubbelzinnige hulde en waar
deering worden daarin gebracht aan den
ontslapene en bet groote verlies wordt ge
schetst, ton gevolge van zyn overlyden door
de wetenschap geleden. Ook als mensch
en staatsburger worden Lands verdiensten
uitvoerig besproken en in 't licht gesteld.
Prof. Land heeft een byna volledige Ge
schiedenis der Wysbegeerte in ons land nage
laten.
Te Oud8boorn is overleden de heer L.
Piek, voorzitter van de Gecombineerde, Groote,
Kleine en Kalkovenscbe polders en van den
Gnephoekpolder, heemraad van den Vier-
Ambacbtspolder en sedert 2 Sept. 1879 lid
van den Raad.
By de te Öillegom gehouden aanbesteding
van het Chr.-Geref. kerkgebouw was de
uitslag als volgt: G. J. P. Baccarie, te Haarlem,
15,000; A. Van Dam, te Aarlanderveen,
13,223; H. Van der Wal, te leiderdorp,
ƒ12.690; A. G. Van Osnabrugge, idem,
12,686; B. Steenweg, te Amsterdam, ƒ12 445;
J. Molenaar Az., te Sassenheim, 12,340.
De gunning zal over acht dagen geschieden.
Aan bet Postkantoor aldaar werd gedurende
de maand April ingelegd 2247.62 en terug
betaald 579 33.
Door de commissie van beheer der
Stads Bank-van-Leening te Delft is in haai
jaarverslag over 1896 het voorstel gedaas
die inrichting geheel of, indien dit niet moge-
lyk blykt, tydoiyk te sluiten.
De aanleiding tot dit ingrypende voorstal
vindt de commissie in de belangryke ver
liezen, door de bank geleden; van haar be-
dryfskapitaal, oorspronkelyk groot ƒ12,000,
rest haar nog slechts 5,595.85, zoodat z(j
in 14 jaar meer dan de helft daarvan ver
loren heeft.
De hoofdoorzaak dezer verliezen meent de
commissie te vinden in de zoogenaamde
„Weekpanden." Deze panden, 's Maandags b3-
leend, worden des Zaterdags weder gelost,
zoodat de interest belangryk lager is dan de
kosten van administratie; in den zomer wor
den van de op Maandag beleende panden
71 pet. en in den winter 68 pet. in dezelfde
week gelost.
Een geldelijke bydrage uit de gemeentekas
acht de commissie met het oog op het
minder nuttige der inrichting niet gewtnscht;
immers, toch is zy overtuigd, dat het wtke-
ïykscb misbruik, dat van de bank gemaakt
wordt, demoraliseerend op het volk wirkt,
vooral waar dit beleenen wordt gedaan door
jonge meisjes, die later, in eigen huishou ien,
het kwaad er van niet inzien en op den
zelfden weg biyven voortgaan.
Het aantal dergenen, die werkelyk door
oogenblikkelyke geldverlegenheid gebruik van
de bank maken, is zoo gering, dat de com
missie daarin geen beletsel voor haar voorstel
vindt.
Na des morgens bevestigd te zyn door
ds. H. Metz, met eene leerrede naar aanleiding
van Joh. 1 8b: „Gezonden, opdat hy van
het Licht getuigen zou," aanvaardde Zondag
avond ds. C. B. Oorthuys zyn dienstwerk
by de Ned.-Herv. gemeente te Rotterdam met
eene rede, welke tot grondslag hadLukas
24 46—48. Des morgens, na het uitspreken
van het: „Ja ik, van ganscher harte!" zoog
de gemeente haren nieuwen leeraar Psalm
21 6 toe, hetzelfde vers, dat hem by het
afscheid te Katwyk was toegezongen. Das
avonds na het uitspreken van de zegebede,
werd ds. Oorthuys door de schare de bekende
bede uit Psalm 134 toegezongen.
Beide keeren vulde eene groote menigte het
ruime kerkgebouw.
Naar men verneemt, heeft de subst.-
oflicier van justitie te 's-Gravenhage, mr. Van
Buttingha Wichers, die wegens gezondheids
redenen geruimen tijd met verlof heeft door
gebracht, eervol ontslag uit zyne betrekking
gevraagd.
De heer Van Naamen, president der
Eerste Kamer, is voor korten tyd naar Wies-
baden vertrokken.
De beer Leemans, inspecteur van den
waterstaat, Ned. commissaris in de centrale
commissie voor de Rynscheepvaart, is naar
Heidelberg vertrokken.
Op de internationale kunsttentoonstelling
te Dresden werd de gouden medaille lste klasse
toegekend aan den Nederlander Alexander
Struys en de gouden medaille 2de klasse aan
de heeren De Bock, Luyten, Jacob Smits, Jan
Hij scheen zich nog geen duideiyke reken
schap te kunnon geven van hetgeen er was
voorgevallen, en by kon zich niet schikken
in het denkbeeld, dat zyn echtgenoote voor
de eerste maal sedert acht en twintig jaren
dien avond niet tegenover hem in het salon
zou zitten. George zat in een hoek van het
vertrek van zyn moeder, en hield de oogen
onafgewend op haar gevestigd. Toen echter
haar smartkreten steeds veelvuldiger werden,
kon hy het niet lauger uithouden. Hy greep
zyn hoed, snelde naar buiten en ging daar
plat op het gras liggen, met het gelaat tegen
den grond. In deze houding bleef hy tot aan
de komst van den geneesheer, die door
Jacques, den eenige, die zyn zelf baheersching
nog had behouden, dadelyk was gehaald. De
geneesheer zette den gebroken arm, verbond
de wonde aan het sleutelbeen, en hoewel hy
moest erkennen, dat de toestand ernstig was,
gaf hy toch goede hoop op herstel. Den
volgenden morgen kreeg de zieke een hevige
koorts, en toen stelde Jacques aan zyn vader
voor, om nog een geneesheer van beteekenis
uit Toulon te laten ontbieden. Daarom schreef
hy een brief aan jonkvrouw De la Pinède,
om haar in kennis te stellen van het ongeval,
dat zyn moeder was overkomen, en haar te
verzoeken, zoo spoodïg mogelyk den bekwaam-
sten geneesheer uit Toulori naar het kasteel
te zendea.
Dokter Dubois kwam in allerijl en vond
den toestand van de gravin tameiyk onrust
barend, maar toch niet hopeloos. Hy beval de
grootste voorzichtigheid en rust aan en drong
er vooral op aan, een ervaren ziekenver
pleegster te laten ontbieden. Gaarne wilde
by in persoon b(j do gravin blyven, tot deze
zou zyn gekomen.
Weer zond Jacques in alleryi een bode naar
Toulon, om by mevrouw De Briasac een brief
te bezorgen, waarin by Denise smeekte, toch
zoo spoedig mogelyk een verpleegster te
wiilen zoeken, daar dokter Dubois gezegd
had, dat het leven van zyn moeder daarvan
afhing, omdat de zieke nacht en dag de
grootste oplettendheid vereischte, waarin door
de hui8genooten alleen onmogeiyk kon worden
voorzien.
Het antwoord liet niet lang op zich wachten.
Denise schreef, dat ze te Toulon niemand
kende, die ze als ziekenverpleegster durfde
aanbevelen, daar er geen liefdezusters in de
6tad waren, maar alleen bezoldigde zieken
verpleegsters, waarin ze maar weinig ver
trouwen stolde. „Misschien zult u hot onbe
scheiden vinden", zoo eindigde ze haar brief,
„wanneer ik myzelve als verpleegster aanbied,
maar dokter Dubois zou u kunnen getuigen,
dat ik niet al te onervaren in dit opzicht ben.
U kunt er verzekerd van zyn, dat ik niets
zal verzuimen, om uw moedor met de grootste
toewyding te verplegen. Over een uur vertrek
ik van hier, en als God myn vurige gebeden
verhoort, dan zal uw moeder zeker genezen."
Moge God het haar belooDent" riep
Jacques uit, terwyi hy dokter Dubois den
inhoud van den brief mededeelde. „Is het
waar, dat Deni3e zooveel ervaring op dit punt
heeft, dokter?"
Ja, ze heeft inderdaad veel ondervinding
van zaken," zei dokter Dubois. „Ik ben dan
ook zeer verheugd, dat ze hier komt. Ik zou
u geen betere verpleegster kunnen aanwyzen.
Ik heb haar aan het ziekbed werkzaam
gezien en nooit beb ik iemand ontmoet, die
zooveel verstand aan zooveel toewyding en
handigbeid paarde. Ik wenscb u geluk met
zulk een buitenkansje, en als zy hier is, zal
ik met meer gerustheid de beterschap van
de gravin te gemoet zien."
Ds oude graaf en zyn zoon hadden er niet
op gerekend, Demso zoo spoedig na haar
eerste bezoek weer op het kasteel te zullen
terugzien, en toen het jonge meisje twee uren
later arriveerde, was bet de moeite waard
de uitwerking te zien, die baar komst op
allen teweegbracht. Het was alsof allen vryer
adem haalden en met meer vertrouwen het
verloop van de ziekte van de vrouw des huizes
afwachtten.
Toen Jacques de biyde tyding aan zyn
moeder mededeelde, kwam er een lichte
blos van vreugde op de wangen van de
gravin, en een dankgebed ontwelde aan haar
lippeD, toen ze hoorde, dat Denise by haar
wilde blyven tot ze volkomen genezen
zou zyn.
- Reeds alleen haar tegenwoordigheid doet
my weldadig aan," zoo zei ze tot haar echt
genoot, toen Denise zich oenige oogenblikken
had verwyderd. „Ik waa zoo bedroefd by de
gedachte, dat myn ziekte voor Denise een
beletsel zou zyn om hier te komen, en nu
is deze juist de oorzaak, dat ze met Jacques
nader kennis zal kunnen maken. O, ik geloof
waariyk, dat het ongeluk, hetwelk my over
komen is, een beschikking is der Voor
zienigheid."
Inderdaad zou het ongeval met zonder uit
werking zyn op de toekomst van beida jonge
lieden, maar toch zou die uitwerking van
geheel anderen aard wezen dan mevrouw De
Védelles zich had voorgesteld.
Zorg er toch vooral voor," zoo drukte
de gravin haar echtgenoot op het hart, „dat
Denise zoowel 's middags al3 's avonds met
u en onze kinderen haar maaltyd gebruikt.
Ik zou niet willen, dat zy zich den geheelen
dag in bet benauwde ziekenvertrek opsloot.
Ook moet ze alle dagen een wandeling met
u maken."
De drie maanden, welke nu volgden, gingen
voor al de bewoners van het kasteel met een
gehoele verandering van levonswyze gepaard.
De oude graaf De Védelles had altyd ver
langd naar het bezit van een dochter, en
hoewel hy zeer ernstig van karakter, ja zelfs
eenigszins somber was, had toch de vrooiyk-
held van anderen voor hem een eigenaardige
en onweerstaanbare bekooriykheid. Zyn brave
echtgenoote was voor hem altyd een groote
steun geweest, en in zooverre dit van haar
afhing, had ze altyd do doornen van zyn
levensweg verwyderd. Van den vroegen
morgen tot den laten avond was zy met de
meeste toewyding bezig, hem het leven zooveel
mogelyk te veraangenamen
Wat hun beide zoons betrof, was de graaf
bet meest op Jacques gesteld, by wien hy
zelfs dikwyis te rade ging.
De graaf was trotsch op zyn oudsten zoon,
maar toch heerschte tusschon beiden geen
groote vertrouwoiykbeid.
Jacques was al vroeg oen man van de
wereld geworden. Toen hy negentien of twintig
jaar oud was, beschouwde hy menschen en
zaken al met zulk een koele berekening, dat,
niettegenstaande zyn jeugdig en schoon go-
laat, er toch in zyn gemoed niets jeugdigs
was overgobleven, zoodat de graaf zich dik
wyis nog jeugdiger van hart gevoelde dan
zyn zoon.
George was eenige jaren jonger dan zyn
broeder. De graaf en zyn echtgenoote hadden
altyd naar de geboorte van een tweede kind
verlangd, en hoewel zy liever een dochter
zouden gehad hebben, begroetten zy de ge
boorte van hun tweeden zoon toch met groote
vreugde. Toen George nog klein was, waa
hy zwak van gezondheid, en daardoor bedierf
zyn moeder hem wel een weinig, hetgoea
den graaf deed besluiten, zyn tweeden zoon
vroegtydig naar een kostschool te zenden.
George gedroeg zich daar voorbeeldig ea
maakte in zyn studiën groote vorderingen.
Hy had den leeftyd van twaalf jaar bereikt,
toen de vader van de gravin De Védelles op
het eiland Cuba kwam te sterven, waai>
door de graaf en zyn echtgenooto in de nood-
zakelykheid kwamen, zich in persoo i daar
heen te begeven, om de nalatenschap to
regel
(Wordt vervolgd.)