N°. 11414. A". 1897 Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (§pn- en feestdagen, uitgegeven. CONCEHT. Leiden, 11 Mei. ^©izilleton. Jonkvrouw Deuise. PEIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. 1.10. Franco per post1.40. A/zonderlUko Nommera0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17J. Grootero letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. In onze Vestibule hangt de plattegrond der Stads-Gehoorzaal, opdat allön kunnen zien, waar hunne zitplaatsen ongeveer zyn. Voor hen, die niet in de gelegenheid zyn dezen platten grond te komen zien, deelen we mede, dat de stoelen in drie gedeelten staan. Aldus: Toonecl Links Middenvak Rechts Wie dus kaarten heeft links kan by het binnenkomen der zaal links, wie kaarten heeft met reebis zijn plaats rechts vinden. De nummers loopen aldus: Tooneel lste ru129, 2de rij: 5830, 3de rl): 5987, enz., enz. Officiöele Kennisgevingen. Vergadering van den Gemeenteraad van Leiden, op Donderdag 13 Mti, dea Damiddaga te twee area. Panton ter behandeling: 1°. Voorstel omtrent de regeling der jaarwedde van den bewaarder der btadstimmervrerf. (ö6) 2°. benoeming van een Bewaarder der blads- timmorwerf. (86) 3°. Verzoek van Mr. J. M. Meiss, om terug betaling van schoolgeld, Lager onderwijs. (83) 4°. Idem van J. M. C. Paap, om ontslag als onderwijzer aan de school Heerenstraat. (84) 5°. Voorstel tot aanwijzing van stemlokalen voor do verschillende stembureau*. (97) 6\ Idem tot opneming in het Pensioenfonds van den Geneesheer-Directeur van het Krank zinnigengesticht „Eudegeest" en verdere be ambten. (85) T. Suppletoir© staat van bogrooting. dienst 1897, ad '224,107.85'. Kosten vau op- en inrichting van het Krankzinnigengesticht „Eudegeest", enz. (87 en 92) 8°. Vooratol omtrent de tijdelijke aanstelling van twee ambtenaren ter Secretarie. (89) 9 Idem van Commissarissen der Bank-van- Leening tot het verleenen van eene toelage aan twee beambten dier instelling. (90) 10°. Verzoek van F. De Boer, om vrijstelling van schoolgeld, Hoogere Burgerschool voor Jongens. (91) 11°. Idem als voren van H. F. Hoosemans- (94) 12 Voorstel omtrent de regeling van de be zoldiging van het onderwijzend personeel der school Heerenstraat. (93) 13°. Voorstel omtrent bet leggen van een brug over de sloot langs den Hoogervoortweg door C. J. L. Van der Meer. (98) 14°. Idem tot onderhandsche verpachting van de tienden onder Leiderdorp. (96) 15°. Rekening van de Vereeniging lot bevordering van don bouw van Werkmanswoningen, over 1896. (110) 16'. Verzoek vau de Vereeniging tot bevordering van den bouw van Werkmanswoningen, omtrent het stratenplan op het terrein van de voor malige Eendenkooi aan den HeerensiDgel en het verleenen van rontogarautie voor eene tweede geldleening. (99) IV. Idem van J. Van Raven, om terugbetaling van schoolgeld, Lager onderwijs. (1ÜU) IS11. Idem als voren van do weduwe P. M. J. Jeltes, geboren F. Van Daalen. (101) 19°. Idem van L. H. De Jongh, omtrent het dempen vaD een sloot langs den Hoogcn Rijndijk. (103) 20°. Voorstel omtrent wijziging van het besluit op de beffing van havengeld. (102) 21°. Idem tot aankoop van torroin aan den Maresingel voor de oprichting van de vijfde school van de derde klasse. (107) 22°. Idoin omtrent de overneming van de straten, enz. van Vreewijk. il03) 23°. Idem omtrent bestrating van een gedeelte van den Haarlemmerweg. (105) 24°. Idem omtrent telephonische aansluiting van de politie posthuisjes. (104) 25°. Verzoek van G. Ritman c. s. om het gebruik van de Gymnastiokschool voor gymnastische oefeningen. (109) 26°. Idem als voren van de Leidsche Gymnastiek- en Schermvereeniging „Hercules." (109) 27°. Voorstel tot afstand van eene kaart, zich bevindende in het Archief, voor hot Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage. (106) 28°. Kohier dor Plaatselijke Directe Belasting, dienst 1897, (Eerste gedeelte). s Voor de arrondissements-rechtbank te 's Gravenhage werd heden de heer A. D. Vygb, benoemd tot notaris binnen het arron dissement 's Gravenhage, met standplaats de gemeente Leiden, als zoodanig "beëedigd. Door het bestuur der .Vereeniging tot bevordering van den boutv van Werkm2ns woningen" is ingevolge art. 8 der statuten den gemeenteraad ingezonden de rekening over 1896 met de daarbü baboorende be scheiden. Vermits noch by de Commissie van Financiën noch by B. en "Ws. tegen de rekening bezwaren bestaan, geven zy in overweging die rekening goed te keuren. Met betrekking tot de voordracht van Burgemeester en Wethouders van 30 April 1897 (Ing. Stukken No. 99) rapporteert de Commissie van Financiën het volgende: „Toen wy, ongeveer drie jaren geleien, geroepen wtrden ons gevoelen uit te spreken over het vcorstel van het Dagelyksch Bestuur tot verleening van rentegarautie voor eene doör de „Vereeniging tot bevordering van den bouw van Werkmanswoningen" uit te geven geldletning, was ons oordeel, dat geldelijke steun van de gemeente in deze alleszins ge wettigd is en dat de vorm, waarin Burge meester en Wethoaders voorstellen dien steun te verleenen, genoegzaam waarborgen voor de gemeente oplevert. „De gunstige ervaring, -sedert opgedaan, omtrent de werkzaamheid der genoemde Vereeniging, alsmede omtrent de geldelijke uitkomsten daarvan, rechtvaardigen, naar onze meening, volkomen een tweeden stap te zetten op den in 1894 ingeslagen weg." De Commissie geeft derhalve in overweging overeenkomstig de Qoncluaie der voordracht te besluiten. Onder overlegging van desbetreffende verzoeken geven B. en Ws. na ingewonnen advies van den Directeur der Kweekschool voor Onderwijzers, belast met de regeling van het onderwijs in de gymnastiek, in overweging tot wederopzeggen8 vergunning to verleenen om de Gymnasliekschool te gebruiken aan G. Hitman c. s. op Dinsdag des avonds van 8 tot 10 uren en op Zaterdag van halfnegen tot halfelf en aan de Leidsche Gymnastiek* en Schermvereeniging „Hercules" op Maandag en Woensdag des avonds van 8 uren tot halfelf tegen betaling van 20 voor elk uur per jaar en onder bepaling, dat alle kosten van verwarming, verlichting, schoonhouden en bediening en van herstel van eventueel aan gebouw of meubilair toegebrachte schade komen ten laste van de gebruikers en dat door hen de door B. en Ws. gegeven of te geven voorschriften ton aanzien van het gebruik der zaal moeten worden nagekomen. Een bedrag van 20 wordt voorgesteld wegens het gebruik van de gymcastiek- toestellen; hetzelfde bedrag is voor „Arena" vastgesteld. In de gemeenteraadsvergadering van 11 Febr. jl. met gesloten deuren werd in zake de havengelden besloten o. a. Burg. en Weths. te machtigen, in nadere correspondentie te treden met Gedep. Staten, over de vraag of de gemeenteraad op den steun van het collego zal kunnen rekenen, wanneer besloten wordt tot wijziging van bet Raadsbesluit van 30 Juli 1896, overeenkomstig bet schrijven van Gedep. Staten van 31 Augustus/11 September 1896; namens den Raad te protesteeren bfl gemotiveerd schrijven tegen de gronden, waarop door het college van Gedep. Staten de volledige goedkeuring van het Raadsbesluit aan de Regeering is ontraden, met verzoek van mededeeling van dat protest aan den minister van binnenl. zaken en om met Gedep. Staten in onderhandeling te treden over de overneming door de gemeente van de openbare werken in deze gemeente, wolke nog in onderbouj zyn bij dö provincie. A-m dit besluit is door Burg. en Weths. uitvoering gegeven by schrijven, waarbij aan Gedep. Staten o. m. is verzocht te willen mededeelen of op den steun van dat college zal kunnen worden gerekend ter bekoming van de koninklijke goedkeuring, wanneer de gemeenteraad mocht besluiten, met intrekking van het Raadsbesluit van 30 Juli 1896, art. 5, litt. d, van het Raadsbesluit van 27 September 1894 te wijzigen als volgt: „Aan deze belasting zijn niet onderworpen „a., enz. ud. Vaartuigen en houtvlotten, die de gemeente binnenkomen van den Ouden Rijn aan de zijde van de Schry versbrug of aan den Vliet aan de z\jde van do Staatsspoorbrug, het territoir der gemeente Lci len in de richting Ouden Rijn, Scbrijvtrsbrug, Haven, Oude Vest, Galgewater, Ni-uwe Vaart (Haagsche trekvaart), en Vli.t in de richting Leidschen- dam of omgekeerd, rechtstreeks doorvaren en van de „wateren, bij do gemeente in bebesr en onderhoud", geen gebruik maken als los- of laadplaats of als verblijfplaats." Daarop is ontvangen oen schrijven vrn Gedeputeerde Staten, waaruit blijkt, det zy zich met bovenomschreven wijciging nUt zouden kunnen vereenigen. Burg. en Weths., alsnu aan de bezwaren van Gedeputeerde Staten wensehende te ge- moet te komen, stellen den Raad de volgende wijziging van redactie voor van art. 5, al. d, dor onderwerpaiyke verordening: Art. 5. Aan deze belasting 2(jn niet onder worpen: Vaartuigen en houtvlotten, die de gemeente binnenkomen van den Ouden Ryn aan de zijde van de Schryversbrug, aan do zyde van den Ryn of Galgewater of van den Vliet, het territoir der gemeente Leiden in de richting Oude Ryn, Haven, Oude Vest, Galgewater, Nieuwe Vaart (Haagscho trekvaart) of Ryn of Galgewater in de richting Leidschendam of Katwijk of omgekeerd rechtstreeks door varen en van de wateren bij de gemeente „in beheer en onderhoud", geen gebruik maken als los- of laadplaats of als verblyfplaats. Verder blykt uit het schry ven van Gedepu teerde Staten, dat overeenkomstig dezerzyds gedaan verzoek, het protest en de beschou wingen van Burg. en Weths. omtrent de by Gedeputeerde Staten en de Regeering tegen het Raadsbesluit van 30 Juli 1896 bestaande bezwaren, ter kennis zyn gebracht van den minister van binnenlandsche zaken en dat Gedeputeerde Skaten bezwaar hebben om in onderhandeling-to 'treden over eene eventueele overneming door de gemeente van de openbare werken in deze gemeente, welke in onderhoud zya by de provincie. Naar het oordeel van Burg. en Weths. be staan geen termen om te trachten nadere onderhandelingen in deze aan te knoopen en kan er van eene overncmiDg door de provincie van bedoelde openbare werken thans geen sprake wezen. De Commissie van Financiën heeft tegen deze voordracht geen bedenkingen, zoodat zy den Raad vo^fstelt zich er mede te ver eenigen. De Nederlandsche en Engelsche mails met berichten uit Nederlandech Indië worden hedenavond alhier Verwacht. Naar aanleidïn» van het overlyden van dr. J. P. N. Land, in leven oud-hoogleeraar aan de ryks universiteit te Leiden, wordt aan diens nagedachtenis, onder dagteekening van 7 dezer, een „In Memoriam" gewyd in de te Edinburgh verschonende „Schotsman", een der toongevende Scdotsche nieuwsbladen, door dr. Hastie, hoogleeraar in de wysbegeerte aan de universiteit te Glasgow. D? meest ondubbelzinnige hulde en waar deering worden daarin gebracht aan den ontslapene en bet groote verlies wordt ge schetst, ton gevolge van zyn overlyden door de wetenschap geleden. Ook als mensch en staatsburger worden Lands verdiensten uitvoerig besproken en in 't licht gesteld. Prof. Land heeft een byna volledige Ge schiedenis der Wysbegeerte in ons land nage laten. Te Oud8boorn is overleden de heer L. Piek, voorzitter van de Gecombineerde, Groote, Kleine en Kalkovenscbe polders en van den Gnephoekpolder, heemraad van den Vier- Ambacbtspolder en sedert 2 Sept. 1879 lid van den Raad. By de te Öillegom gehouden aanbesteding van het Chr.-Geref. kerkgebouw was de uitslag als volgt: G. J. P. Baccarie, te Haarlem, 15,000; A. Van Dam, te Aarlanderveen, 13,223; H. Van der Wal, te leiderdorp, ƒ12.690; A. G. Van Osnabrugge, idem, 12,686; B. Steenweg, te Amsterdam, ƒ12 445; J. Molenaar Az., te Sassenheim, 12,340. De gunning zal over acht dagen geschieden. Aan bet Postkantoor aldaar werd gedurende de maand April ingelegd 2247.62 en terug betaald 579 33. Door de commissie van beheer der Stads Bank-van-Leening te Delft is in haai jaarverslag over 1896 het voorstel gedaas die inrichting geheel of, indien dit niet moge- lyk blykt, tydoiyk te sluiten. De aanleiding tot dit ingrypende voorstal vindt de commissie in de belangryke ver liezen, door de bank geleden; van haar be- dryfskapitaal, oorspronkelyk groot ƒ12,000, rest haar nog slechts 5,595.85, zoodat z(j in 14 jaar meer dan de helft daarvan ver loren heeft. De hoofdoorzaak dezer verliezen meent de commissie te vinden in de zoogenaamde „Weekpanden." Deze panden, 's Maandags b3- leend, worden des Zaterdags weder gelost, zoodat de interest belangryk lager is dan de kosten van administratie; in den zomer wor den van de op Maandag beleende panden 71 pet. en in den winter 68 pet. in dezelfde week gelost. Een geldelijke bydrage uit de gemeentekas acht de commissie met het oog op het minder nuttige der inrichting niet gewtnscht; immers, toch is zy overtuigd, dat het wtke- ïykscb misbruik, dat van de bank gemaakt wordt, demoraliseerend op het volk wirkt, vooral waar dit beleenen wordt gedaan door jonge meisjes, die later, in eigen huishou ien, het kwaad er van niet inzien en op den zelfden weg biyven voortgaan. Het aantal dergenen, die werkelyk door oogenblikkelyke geldverlegenheid gebruik van de bank maken, is zoo gering, dat de com missie daarin geen beletsel voor haar voorstel vindt. Na des morgens bevestigd te zyn door ds. H. Metz, met eene leerrede naar aanleiding van Joh. 1 8b: „Gezonden, opdat hy van het Licht getuigen zou," aanvaardde Zondag avond ds. C. B. Oorthuys zyn dienstwerk by de Ned.-Herv. gemeente te Rotterdam met eene rede, welke tot grondslag hadLukas 24 46—48. Des morgens, na het uitspreken van het: „Ja ik, van ganscher harte!" zoog de gemeente haren nieuwen leeraar Psalm 21 6 toe, hetzelfde vers, dat hem by het afscheid te Katwyk was toegezongen. Das avonds na het uitspreken van de zegebede, werd ds. Oorthuys door de schare de bekende bede uit Psalm 134 toegezongen. Beide keeren vulde eene groote menigte het ruime kerkgebouw. Naar men verneemt, heeft de subst.- oflicier van justitie te 's-Gravenhage, mr. Van Buttingha Wichers, die wegens gezondheids redenen geruimen tijd met verlof heeft door gebracht, eervol ontslag uit zyne betrekking gevraagd. De heer Van Naamen, president der Eerste Kamer, is voor korten tyd naar Wies- baden vertrokken. De beer Leemans, inspecteur van den waterstaat, Ned. commissaris in de centrale commissie voor de Rynscheepvaart, is naar Heidelberg vertrokken. Op de internationale kunsttentoonstelling te Dresden werd de gouden medaille lste klasse toegekend aan den Nederlander Alexander Struys en de gouden medaille 2de klasse aan de heeren De Bock, Luyten, Jacob Smits, Jan Hij scheen zich nog geen duideiyke reken schap te kunnon geven van hetgeen er was voorgevallen, en by kon zich niet schikken in het denkbeeld, dat zyn echtgenoote voor de eerste maal sedert acht en twintig jaren dien avond niet tegenover hem in het salon zou zitten. George zat in een hoek van het vertrek van zyn moeder, en hield de oogen onafgewend op haar gevestigd. Toen echter haar smartkreten steeds veelvuldiger werden, kon hy het niet lauger uithouden. Hy greep zyn hoed, snelde naar buiten en ging daar plat op het gras liggen, met het gelaat tegen den grond. In deze houding bleef hy tot aan de komst van den geneesheer, die door Jacques, den eenige, die zyn zelf baheersching nog had behouden, dadelyk was gehaald. De geneesheer zette den gebroken arm, verbond de wonde aan het sleutelbeen, en hoewel hy moest erkennen, dat de toestand ernstig was, gaf hy toch goede hoop op herstel. Den volgenden morgen kreeg de zieke een hevige koorts, en toen stelde Jacques aan zyn vader voor, om nog een geneesheer van beteekenis uit Toulon te laten ontbieden. Daarom schreef hy een brief aan jonkvrouw De la Pinède, om haar in kennis te stellen van het ongeval, dat zyn moeder was overkomen, en haar te verzoeken, zoo spoodïg mogelyk den bekwaam- sten geneesheer uit Toulori naar het kasteel te zendea. Dokter Dubois kwam in allerijl en vond den toestand van de gravin tameiyk onrust barend, maar toch niet hopeloos. Hy beval de grootste voorzichtigheid en rust aan en drong er vooral op aan, een ervaren ziekenver pleegster te laten ontbieden. Gaarne wilde by in persoon b(j do gravin blyven, tot deze zou zyn gekomen. Weer zond Jacques in alleryi een bode naar Toulon, om by mevrouw De Briasac een brief te bezorgen, waarin by Denise smeekte, toch zoo spoedig mogelyk een verpleegster te wiilen zoeken, daar dokter Dubois gezegd had, dat het leven van zyn moeder daarvan afhing, omdat de zieke nacht en dag de grootste oplettendheid vereischte, waarin door de hui8genooten alleen onmogeiyk kon worden voorzien. Het antwoord liet niet lang op zich wachten. Denise schreef, dat ze te Toulon niemand kende, die ze als ziekenverpleegster durfde aanbevelen, daar er geen liefdezusters in de 6tad waren, maar alleen bezoldigde zieken verpleegsters, waarin ze maar weinig ver trouwen stolde. „Misschien zult u hot onbe scheiden vinden", zoo eindigde ze haar brief, „wanneer ik myzelve als verpleegster aanbied, maar dokter Dubois zou u kunnen getuigen, dat ik niet al te onervaren in dit opzicht ben. U kunt er verzekerd van zyn, dat ik niets zal verzuimen, om uw moedor met de grootste toewyding te verplegen. Over een uur vertrek ik van hier, en als God myn vurige gebeden verhoort, dan zal uw moeder zeker genezen." Moge God het haar belooDent" riep Jacques uit, terwyi hy dokter Dubois den inhoud van den brief mededeelde. „Is het waar, dat Deni3e zooveel ervaring op dit punt heeft, dokter?" Ja, ze heeft inderdaad veel ondervinding van zaken," zei dokter Dubois. „Ik ben dan ook zeer verheugd, dat ze hier komt. Ik zou u geen betere verpleegster kunnen aanwyzen. Ik heb haar aan het ziekbed werkzaam gezien en nooit beb ik iemand ontmoet, die zooveel verstand aan zooveel toewyding en handigbeid paarde. Ik wenscb u geluk met zulk een buitenkansje, en als zy hier is, zal ik met meer gerustheid de beterschap van de gravin te gemoet zien." Ds oude graaf en zyn zoon hadden er niet op gerekend, Demso zoo spoedig na haar eerste bezoek weer op het kasteel te zullen terugzien, en toen het jonge meisje twee uren later arriveerde, was bet de moeite waard de uitwerking te zien, die baar komst op allen teweegbracht. Het was alsof allen vryer adem haalden en met meer vertrouwen het verloop van de ziekte van de vrouw des huizes afwachtten. Toen Jacques de biyde tyding aan zyn moeder mededeelde, kwam er een lichte blos van vreugde op de wangen van de gravin, en een dankgebed ontwelde aan haar lippeD, toen ze hoorde, dat Denise by haar wilde blyven tot ze volkomen genezen zou zyn. - Reeds alleen haar tegenwoordigheid doet my weldadig aan," zoo zei ze tot haar echt genoot, toen Denise zich oenige oogenblikken had verwyderd. „Ik waa zoo bedroefd by de gedachte, dat myn ziekte voor Denise een beletsel zou zyn om hier te komen, en nu is deze juist de oorzaak, dat ze met Jacques nader kennis zal kunnen maken. O, ik geloof waariyk, dat het ongeluk, hetwelk my over komen is, een beschikking is der Voor zienigheid." Inderdaad zou het ongeval met zonder uit werking zyn op de toekomst van beida jonge lieden, maar toch zou die uitwerking van geheel anderen aard wezen dan mevrouw De Védelles zich had voorgesteld. Zorg er toch vooral voor," zoo drukte de gravin haar echtgenoot op het hart, „dat Denise zoowel 's middags al3 's avonds met u en onze kinderen haar maaltyd gebruikt. Ik zou niet willen, dat zy zich den geheelen dag in bet benauwde ziekenvertrek opsloot. Ook moet ze alle dagen een wandeling met u maken." De drie maanden, welke nu volgden, gingen voor al de bewoners van het kasteel met een gehoele verandering van levonswyze gepaard. De oude graaf De Védelles had altyd ver langd naar het bezit van een dochter, en hoewel hy zeer ernstig van karakter, ja zelfs eenigszins somber was, had toch de vrooiyk- held van anderen voor hem een eigenaardige en onweerstaanbare bekooriykheid. Zyn brave echtgenoote was voor hem altyd een groote steun geweest, en in zooverre dit van haar afhing, had ze altyd do doornen van zyn levensweg verwyderd. Van den vroegen morgen tot den laten avond was zy met de meeste toewyding bezig, hem het leven zooveel mogelyk te veraangenamen Wat hun beide zoons betrof, was de graaf bet meest op Jacques gesteld, by wien hy zelfs dikwyis te rade ging. De graaf was trotsch op zyn oudsten zoon, maar toch heerschte tusschon beiden geen groote vertrouwoiykbeid. Jacques was al vroeg oen man van de wereld geworden. Toen hy negentien of twintig jaar oud was, beschouwde hy menschen en zaken al met zulk een koele berekening, dat, niettegenstaande zyn jeugdig en schoon go- laat, er toch in zyn gemoed niets jeugdigs was overgobleven, zoodat de graaf zich dik wyis nog jeugdiger van hart gevoelde dan zyn zoon. George was eenige jaren jonger dan zyn broeder. De graaf en zyn echtgenoote hadden altyd naar de geboorte van een tweede kind verlangd, en hoewel zy liever een dochter zouden gehad hebben, begroetten zy de ge boorte van hun tweeden zoon toch met groote vreugde. Toen George nog klein was, waa hy zwak van gezondheid, en daardoor bedierf zyn moeder hem wel een weinig, hetgoea den graaf deed besluiten, zyn tweeden zoon vroegtydig naar een kostschool te zenden. George gedroeg zich daar voorbeeldig ea maakte in zyn studiën groote vorderingen. Hy had den leeftyd van twaalf jaar bereikt, toen de vader van de gravin De Védelles op het eiland Cuba kwam te sterven, waai> door de graaf en zyn echtgenooto in de nood- zakelykheid kwamen, zich in persoo i daar heen te begeven, om de nalatenschap to regel (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 1