N°. 11406 Maandaa 3 Mei. Ao,1897 feze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van §pn- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 1 Mei. Feuilleton. Jonkvrouw Dcnise. PRIJS DEZER COURANT: Vóbr Leidêtf~per 3 maanden. f'l.Tfo Franco per post0 1.40* Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DES ABVERTENTEEN: Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het mcasseeren buiten de etad wordt 0.06 berekend. Derde Blad. Oiliciëele Kennisgevingen. DRANKWET. Burgemooster en Wethouders van Leiden brengen ter algemeone kennis, dat door D. J. O. BPEET, Tronende alhier, on G. WORMER, wonende te Gouda, verzoekschriften zijn ingodiend om vergunning voor den kleinhandol in sterken drank, respectievelijk in de perceelon 1de Binnenvestgracht No. SI en Breeetraat No. 175. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 80 Aprii 1897. E. Klaï, Secretaris. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gelet op art. 8 dor Wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad No. 95), zooals dio ia gewijzigd en aangevuld bij de Wot van 4 September 1896 (Staatsblad No. 162); Brengen bij deze ter algemoene kennis, dat de beslissing op het verzoek van J. G. LANGEVELD, tot het plaateen on in vrorking-stellen van een gas motor en de oprichting van een cacao- on koffie branderij in do perceelen Mare Nos. 82 en 81, is verdaagd op grond van een nader in te stellen onderzoek omtront de op to leggen voorwaard» n. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WA8, Bnrgomeeeter. 30 April 1897. E. KIST, Socretaris. Inenting. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen bij doze ter algomeene kennie, dat op Dinsdag 13 April a. s. en tot Dadoro aankondiging op eiken volgenden Dinsdag, telkens des namiddags te twee aren, in het Eluabethshof aan de Oude Vest, gelegenheid zal worden gegeven tot kosteloozo inenting van on- en minvermo genden, terwijl op Woensdag 14 April a. s. en tot nadere aankondiging op olken vol gendon Woensdag, dos namiddags te h a 1 f- drie, mede in het Elisahethshof, gelegenheid zal bestaan tot inonting tegen betaling van één Kulded. Belanghebbenden worden tevens horinnerd, dat zjj filechta zullen worden toegelaten op vertoon van een bewijs hunner geboorte-inechrijviDg. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 9 April 1897. E. KI3T, Seorotarii. Aan het voorstel van den minister van bionenlandsche z-iken, om te 's-Gra ven hage een gebouw te stichten voor een Ryks-Etbno- graphisch Museum, is nog het volgende ontleend: Van 1831 tot 81 December 1880, dus gedurende 50 jaren, werd volstrekt niet het minste verband met de Hoogescbool gezocht noch gelegd en toen, nu 15 jaren geloden, het Etbnographisch Museum op de lyst der Academische inrichtingen werd gebracht, ge schiedde zulks zonder eenig onderzoek naar den oorsprong van het Museum of eenige overweging van zijne beteekenis of bestemming. Deze maatregel had zooais te verwachten was dan ook op den aard der zaak niet den geringsten invloed. Het Museum is onder het beheer der afdeeling Kunsten on Weten schappen gebleven en is voortdurend verrijkt, zonder eenig verband met hot universitair onderwijs. Ook dit universitair onderwijs heeft zich wederkeerig om het Etbnographisch Museum zoo goed als niet bekommerd. Gaat men den aard van het Museum na, dan blijkt toch vooreerst, dat het niet slechts de volkenkunde van den Indisch en Archipel betreft (waarvoor alloen te Leiden een leerstoel bsstaat), maar dat het van veel wijder strekking is en de ethnographie der geheele wereld omvat. Het is voor de behoeften van het Leidsche onderwijs te veel omvattend en plaatsing en beheer zijn daarop niet ingericht. Voor de wetenschappelijke studie der ethnographie is het evenmin noodig, dat zulk een uitgebreid algemeen museum juist te Leiden gevestigd worde, en voor het nut, dat kunst en ni) verheid er uit kunnen putten, ware deze plaatsing geheel verkeerd; voor het universitair onderwijs, dat zich tot de ethnologie van den Indischen Archipel bepaalt, kan, ook volgens het oordeel dor Leidsche letterkundige faculteit zelve, op betere wijze gezorgd worden. Deze onomstootelijke feiten zijn beslissend voor do beantwoording der vraag, of het Rijks Etbnographisch Museum, nu daarvoor een kostbaar gebouw gesticht moet worden, in een kleine plaats als Leiden mag blijven, dan wel naar een groot centrum dient over gebracht te worden. Alleen in eene uitgebreide stad, waar op een gestadig en groot bezoek te rekenen valt, kan verwacht worden, dat het Museum het veelzijdig nut voor wetenschap, kunst en kunst nijverheid zal afwerpen, zonder hetwelk noch de gelden, tot vorming der verzameling besteed, noch de uitgaven, aan het gebouw ten koste to leggen, verantwoord zouden z\jn. Is het derhalve in het algemeen belang wenschelijk, dat het Museum in een groot centrum worde geplaatst, het komt den minister ook na vernieuwde overweging der zaak, voor, dat 's-Gravenhage de aangewezen plaats is. De geschiedenis van het Museum pleit onge twijfeld voor deze stad. Immers, de collectiën Royer, Cock BlomhofF, Van Overmeer Fischer en Von Siebold, welke de kern en het be langrijkste gedeelte der verzameling vormen, alsmede een deel der modelkamer van Marine, zijn aanvankelijk in Den Haag tentoongesteld, of uitirükkel;jk voor Den Haag bestemd ge weest, en daaraan alleen door eene toevallige omstandigheid het gebrek aan lokalen thans onttrokken. Nog krachtiger dan deze overweging is de omstandigheid, dat te 's-Gravenhage een zeer groot bezoek, zoo van landgenooten als vreem delingen, zoo van geleerden, ethnographen en kunstenaren als van industriöelen, ambtenaren in overzeesche gewesten en andere belang stellenden te verwachten is. Te 's-Gravenhage zal het museum boven dien In eene bepaalde behoefte voorzien. In deze stad tellen de onderscheiden takken der kunst en der kunstnijverheid veelvuldige be oefenaren en 's-Gravenhage is een hoofdzetel der kunst en van alle bedrijven, die met kunst in verband staan. Bjj de Leidsche Spaarbank werd in de maand April ingelegd 48,167.05 en terugbe taald 74,766.754, terwijl zjjn afgegeven 60 nieuwe en geheel afgelost 97 boekjes. Het gezamenlijk tegoed der 10,819 deel hebbers bedroeg einde April 2,066,707.66. Het post- en telegraafkantoor [te Voor schoten zal, met ingang van 10 Mei aan staande, op werkdagen open zijn van 8 u. 50 m. voor- tot 12 u. 50 m. namiddags, en van 2 u. 20 m. tot 4 u. 20 m. en 5 u. 50 m. tot 8 u. 50 m. namiddags. De diensturen op Zon- en feestdagen blijven onveranderd. De te 's-Gravenhage overleden oud- resident in Nederlandsch-Indië, mr. F. A. Loudon, was gedurende ruim 30 jaren in 's lands dienst, toen hy in 1877 eervol werd ontslagen uit zijne betrekking van resident van Krawang. Na in 1846 te zijn aangesteld als klerk bij het Hooggerechtshof in Nederlandsch-Indië, doorliep hij daarna verschillende functiën bij de rechterlijke macht als griffier en lid van den Raad van Justitie te Semarang en later te Batavia en als omgaand rechter in de 3de afdeeling op Java. In 1859 werd hij benoemd tot assistent- resident voor de politie te Semarang en 't was in deze betrekking, dat van Regeerings- woge aan mr. Loudon tevredenheid werd betuigd over de wyz°, waarop hy den resi dent van Semarang ter zyde had gestaan ter onderdrukking van den in Augustus 1860 in de Wurtembergsche kazerne aldaar uitgebro ken opstand. De Eerste Kamer is, gelijk wy meldden, gisteren tot nadere byeenroeping uiteengegaan. Onafgedaan zijn gebleven de regeling der ge raeentefinanciën, de vorhooging van het zegel recht op effecten, de nadere regeling van de heffing der successiebelasting, de spoorweg- ven inding Tarik-Soerabaia, de stoomtram verbinding in Atjeh, het tractaat met Pruisen betreffende de Eems en de interpellatie van den heer Muller omtront het uitvoerrecht op suiker in Nod.-Indiö. De Kamer van Koophandel te Amsterdam hield gisteravond een vergadering. De heer Hubrecht vroeg of het bureau der Kam«r stappan wil doen in zake het voorstel des Ministers betreffende het Ethnographisch Museum. De Voorzitter vroeg op zfin beurt of de Kamer wensebt, dat men zich hier weder mede zal inlaten, nu de pogingen schipbreuk led en om bet Museum te Amsterdam te krygen. Hy voor zich is daar zeer voor. De Kamer besloot zich weder in deze te wenden lot de Tweede Kamer en weder op stichting van een Museum te Amsterdam aan te dringen. De ministers van marine en oorlog en de Commissaris der Koningin in de provincie Zuid-Holland hebben het eerelidmaatschap van de Dordtsche Tentoonstelling aangenomen. De werkzaamheden op het terrein zyn nu zoo ver gevorderd, dat do bureaux van 1 et hoofdbestuur en der administratie a. s. Maan dag naar het Hoofdgebouw worden overge bracht. Het bestuur der „Liberale Unie" heelt aan de besturen der kiesvereenigingen, leden daarvan, de volgendo circulaire gezonden: Myne HeerenNu de verkiezingen naderen, komen van verschillende aangesloten kies vereenigingen verzoeken by ons om steun, hetzy in den vorm van tegemoetkoming in de verschillende kosten, hetzy door bet doen optreden van sprekers. Beperkt als wy zyn in onze geldmiddelen, zal deze steun niet overal kunnen worden verleend in die mate, als ook door ons zou worden verlangd. Reeds daarom zal het onze roeping zyo, by het ouderzoek der aanvragen met omzichtigheid te werk te gaan. Bovendien zal het bestuur, dat in de eerste plaats rekening heeft te houden met de be slissing der algemeens vergadering van 14 November 1896, er prys op moeten stellen, dat het ingelicht zy omtrent den candidaat, die gesteld is of zal worden gesteld. Onze organisatio brengt mede, dat het be stuur der „Liberale Unie" 2kh, waar advies niet wordt gevraagd, van inmenging onthoudt by de keuze der candidatan door de kies vereenigingen. Toch spreekt het wel vanzelf, dat de „Liberale Unie" als zoodanig alleen aan die kiesvereenigingen steun zal kunnen verleenen, welker candidaat geheel in den geest zooals dezerzijds herhaaldelijk is ont wikkeld, niet enkel instemming betuigt met de strekking van het geheele hervormings programma, maar ook met volle overtuiging de urgentie erkent van de in het programma van urgentie genoemde maatregelen. Wat onze geóragslyn in bovenbedoeld op zicht by herstemming zal zyn, zullen wy zoo noodig u nader mededérlen. Wy hebben gemeend, het bovenstaande reeds nu te uwer kennis te moeten brengen en voegen daaraan toe, dat het aanbeveling verdient, de aanvragen tijdig in te zenden, daar vaak briefwisseling, ook met sprekers over tyd en plaats, aan een door ons te nemen beslissing moet voorafgaan. De door het Dagelykech Bestuur van Rotterdam toejgSLegde nieuwe ontwerp-ver- ordeningen op do verschillende markten zyn in druk verschenen. De redactie van het eerHte artikel is zoo gc-nomen, dat bij de behandeling een princi pieel debat ove£ het al of hitt voortbestaan der kermis is to wachten. Er stait toch: Onverminderd het bepaalde In de artt. 22 en 23 der wot, houdende voorziening tegen be- smetteiyke ziekten en tenzy de gemeenteraad in buitengewone omstandigheden anders mocht bepalen, wordt elk jaar eea jaarmarkt of kermis gehoudenf enz. Aan de beslia^fig, welke.ff zake de kermis- quaestie thans 2al vallen, zal dus een meer definitief karakter dan tot dusverre worden verzekerd. Wordt toch deze bepaling onver anderd aangenomen, dan zalèlechts in buiten gewone- omstandigheden tot bet niet houden der kermis kunnen worden besloten. Voorts zyn uK het ontwerp al die bepa lingen gelicht, welke eventueel iu den weg zouden kunnen staan aan een bepaling der staanplaatsen, een denkbeeld, dat een punt vaD onderzoek by de commiesie voor de finan cién uitmaakt. Het 508to NederlandschS Landhuishoud- kundig congres wordt Dinsdag 8 Juni te Hoorn geopend met de ontvangst van de congresleden. De vergadering wordt gedurendo de drie volgende dagen voortgezet en afgc wisseld door plaatselyke feestelykheden, vee tentoonstelling en excursie naar de kwrekerflen der heeren Sluis en Groot, te Enkhuizen. Te Heerlen is op 71 jarigen leeftyd overleden de heer Ego Van der Eist, ingenieur der mynen en Commissaris dor Koningin voor de DomaDiale Mynen. Wylen moj. de wed. A. J. Seret Schram, te Sliedrecht, legateerde aan het oude man nen- en vrouwenbuis aldaar en aan de diaconie der Ned.-Herv. gem. 2000. De heer M. Keulemans, predikant by de geref. Kerk te Schoonhoven, hoopt den 21ste:i Mei den dag te herdenken, dat hy vóór 40 jaren te Woerden in de evangeliebediening werd bevestigd. De heer Keulemans was achtereenvolgens nog als predikant werkzaam te Zwartslui3, Middelburg, Zieriksee, en sedert 11 Aug. 1895 te Schoonhoven. Het stoomschip „Amsterdam", van Rot terdam naar Nieuw-York, pass erde 29 April Prawlepoint; de „Burgemeester D n Tex", v n Amsterdam naar Batavia, vertrok 29 April van Genua. v.*-ouien»d Nieuws. De Spaansche legatie te 's-G r a- venhage, kennis genomen hebbende van eene advertentie in de „Limburger Koerier," volg s welke een te Rotterdam gevestigd agentschap Spianscbe ridderorden bezorgt, waarschuwt het publiek, in zijn belang, jegens het agent schap op zyne hoede te zyn. Met don handel in Goudsche kaas bleef het de vorige week vry goed gaan; wel liepen de noteeringen van afwijkende qualiteitrn eer achter- dan vooruit, doch de aanvoeren van goe3e soorten namen toe, en de laatst medegedeelde hoogste noteeringen bleven gehandhaafd. Veel kaas van prima qualiteit wordt tegenwoordig opgelegd voor expo.t, eene speculatie, die by de tegenwoor dige matige pryzen wel eens kon blyken eene voordeelige te zyn. Naar zware, voor winkel kaas g schikte seort-n is ook veel vraag; de aanvoer van jrima zware Goudsche is echter nog beperkt, wat ook het geval is met eerste soorten Derby en Edammer, waarvan de notee- ringen op het oogenblik nog vry laag staan. In de Alblas9erwaard werd de vorige week van ƒ15— Z' 19 besteed, in de Lopiker- en Krimpemrwaard liepen de pryzen van lsto soort Goudsche van 20ƒ23, 2de soort van ƒ15—ƒ18.50; Derby 1ste soort 21.50 en ƒ22.50, 2de soort van ƒ18 50ƒ21; Edam mer 1ste soort van 2124, 2do soort v_n ƒ18—ƒ19.50. (U. D.) By vonnis van de arrondissements rechtbank te Arnhem is G. F. N. Sklerk by de posterijen te Arnhem, wogens het als ambtenaar van eenige openbare instelling van vervoer een aan cie instelling toevertrouwden brief, die een voorwerp van geldswaarde be vat, opzettelyk zich toe te eigenen, veroordeeld tot zes maanden gevangenisstraf. Een 23jarige schipper uit Grauw (Z.-Vl.) is by het uitzetten van een baken in het Koeigat op do Ooster-Schelie over boord geslagon en verdronken. Het lijk is opgevischt en per vaartuig naar Grauw gebracht, ooi daar ter aarde besteld te worden. Ten minste, wanneer er geen ernstige mededingers komen," antwoordde de baron, „maar die mynheer DeDe Hoe heet hy ook weer?" My'nheer De Védelles," vulde de notaris in. Juist! Die mynheer De Védelles komt ons tamelyk ongelegen." Ik heb gedaan wat ik kon," zei de notaris. „De verkoop is te Marseille, waar hy eerst sedert acht dagen is aangeplakt, ter nauwernood bekend." Maar van wien heeft de heer De Védelles het dan toch in 's Hemels naam gehoord?" riep de baron uit. O, dat is zeer eenvoudig. Jonkvrouw Deniso heeft haar opvoeding ontvangen in een kostschool, waar mevrouw De Védelles ook wel eens komt. Zy heeft met Denise kennis gemaakt en schynt zich met haar verstaan te hebben. Zoo iets kon men onmogelyk voorzien." Nu dry ven zy den prys op tot tver de tweehonderd duizend franken!" riep de baron toornig uit. „Nu moet ik er wel van afzien, want zelfs al zou ik schulden willen maken •en al zou myn broeder my willen bystaaD, toch zou ik boven dien orys niet kunnen opbieden." Dat is wel jammer," zei notaris Lescalle. Toen zwegen beiden eenige oogenblikken. Eindeiyk voegde de notaris er aarzelend by Misschien zou er toch nog wel een mid del te vinden zyn om de zaak tot een goed einde te brengen." We'k middel dan?" Ik zou onder bepaalde voorwaarden mis schien in staat zyn, een som van vyftig duizend franken ter beschikking te stellen van mynheer Césaire, uw zoon." Zoudt- ge dat willen doen, Lescalle?" vroeg de baron onrustig. Jawel, heer baron," antwoordde de notaris, terwyi by langzaam eprak, en byna op elk woord een nadruk lei, „maar u weet wel, baron, dat deze som een groot gedeelte van den bruidsschat van myn dochter ver tegenwoordigt, enRosa begint nu al groot te worden." O, bedoelt ge het fortuin van uw doch ter? In dit geval De baron sprak niet uit, maar de uitdruk king van zyn gelaat zei welsprekend genoeg, dat hy over dit onderwerp nu liever wilde zwygen. Kunt u vast op uw kiezers rekenen, baron?" vroeg notaris Lescalle. Ik denk van ja. In dit opzicht ben ik tamelyk gerust." Wanneer wy het met elkaar eens kon den worden," hernam de notaris, „dan zou ik u misschien nog een zeker aantal stemmen kunnen verzekeren." O, doe het daü, als ik u verzoeken mag. Wy moeten geen enkel middel verzuimen." Jawel, heer baron, maar begrypt u wel, dat het voor mij oen ernstige zaak is? Zonder een degeiyk motief daarvoor te hebben kan ik toch moeilyk ontrouw worden aan de party, die mynheer Richer De Montlouis steunt." Ook ter wille van juffrouw Rosa?" vroeg de baron op spottenden toon. Natuurlyk, heer baron l Met u wil ik open kaart spelenArtémon Richer. De Montlouis!" vulde de baron spot tend aan. Het schynt, dat Artémon Richer op Rosa verliefd is," vervolgde de notaris, „en ik moet u openhartig verklaren, dat hy een al te goede party voor haar zou zy'D, om my te kunnen doen besluiten, hem in de wielen te ryden en met zyn geheele familie in onmin te geraken, door de verkiezing van zyn oom tegen te werken." Maar zyt ge dan ernstig van plaD, uw dochter uit te huwelyken aan zulk een grooten lummel, die zyn tyd in koffiehuizen door brengt?" Wanneer ik een betere party voor haar kon vinden, zou ik er zeker niet aan denken," zei de notaris, „maar nu De baron zette zjjn hoed op en richtte zyn schreden naar buiten, terwyl hy deod alsof hy de bedoeling van den notaris niet begreep. De heer Lescalle zweeg nu ook verder over dit onderwerp, en onder het voortwandelen begonnen beiden de waarde te berekenen van elk stuk grond, terwyi zy zich verheugden over den toestand van verwaar- loozing, waarin zy alles aantroffen, en die wel in staat was alle koopers af te schrikken, die op de gedachto waren gekomen, „La Pinède" eerst eens te bezichtigen alvorens tot den koop over te gaan. Toen beiden hun schattingswerk hadden geëindigd, gingen zij weer naar de plaat9, waar het paard was vastgebonden, dat rustig aan den voet van de rots stond te grazen. De baron steeg te paard en sloeg den weg naar Croixfonds in. De notaris vergezelde hem nog eenige oogenblikken, pratende over eenige kleine bijzonderheden, tot by opeens uitriep Ik geloof inderdaad, dat de verkiezing van mynheer Césaire niet zal gelukken Zonder den baron tyd tot antwoorden te geven, groette hy hom en vertrok haastig in de richting van zyn woning. Onder het wandelen mompelde hy tusschen de tanden: „Die oude aristocraat! Ik hoop, dat hy nu be grepen heeft, dat ik zyn plannen kan verydelen." Intusschen maakte baron De Croixfonds by zichzelven de volgende opmerking: „Wat een onuitstaanbaar volk! Zulk een gewoon burgernotaris, die my zyn dochter durft aan bieden als een party voor myn zoon! Nu zal hy ongetwyfeld de candidatuur van Césaire gaan bestrydenen toch moet Césaire gekozen worden Ja, het moet geschieden 1" Zoo voerden hoogmoed en eerzucht stryd met elkaar in het gemoed van den afstam meling van den wapenbroeder van koning Renéj en tamelyk slecht gohumeurd keerde hy in zyn woning terug. Drie weken later was graaf De Védelles eigenaar geworden van „La Pinède." Een bod van nog twintig duizend frarken hooger had de zaak definitief bês.J;t- Toen baron De Croixfonds dit vernam, betreurde by het byna, dat hy de voorstellen van notaris Lescalle zóó beslist had afge slagen, want om de verkiezing van zyn zoon mogelijk to maken, was het noodig, dat deze oen landgoed in deze streek van do proviocio in eigendom bezat; en zooals de notaris hem terecht had doen opmerken, was dat niet bijzonder gemakkeiyk in een land, waar de vaste goederen zoo zelden van eigenaar veranderen. Do baron wist dit maar al 1e goed, en daarom had de opmerking van don notaris hem zóó ontstemd, dat hy zyn ontevredenheid moeilyk had kunnen ver bergen. II. Graaf Dj Védelles en zyn buisgezin kwamen op het kasteel van „La Pinède" bun intrek nomen togen het eindo van Maart, dit, in togensleli g vap voor ons, Nederlanders, zoo aargename ja rgetyde in Piovonce, waar de lente dan in al haar p; acht is en do schoonste bloemen overal bloeien, óls ten ternauwernood in 't begin van Mei. Perzik- en amandelboomen bedekten nu het zuidelyke landschap met witte on rose tinten. Kamperfoelie, valeriaan en wilde druivtnran- ken gaven aan de heuvelen eigenaardige en schitterende kleuren en verspreidden balsem geuren door de lucht. De atmosfeer was hel der en zacht, maar soms - want ook bier is het klimaat niet volmaakt deed de Noord westenwind, dio in Provence zoo guur kan zyn, zich gevoelen. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 9