N°. 11406
Maandaa 3 Mei.
Ao,1897
feze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van §pn- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 1 Mei.
Feuilleton.
Jonkvrouw Dcnise.
PRIJS DEZER COURANT:
Vóbr Leidêtf~per 3 maanden. f'l.Tfo
Franco per post0 1.40*
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DES ABVERTENTEEN:
Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het mcasseeren buiten de etad
wordt 0.06 berekend.
Derde Blad.
Oiliciëele Kennisgevingen.
DRANKWET.
Burgemooster en Wethouders van Leiden brengen ter
algemeone kennis, dat door D. J. O. BPEET,
Tronende alhier, on G. WORMER, wonende te Gouda,
verzoekschriften zijn ingodiend om vergunning voor den
kleinhandol in sterken drank, respectievelijk in de
perceelon 1de Binnenvestgracht No. SI en Breeetraat
No. 175.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
80 Aprii 1897. E. Klaï, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gelet op art. 8 dor Wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad
No. 95), zooals dio ia gewijzigd en aangevuld bij de
Wot van 4 September 1896 (Staatsblad No. 162);
Brengen bij deze ter algemoene kennis, dat de
beslissing op het verzoek van J. G. LANGEVELD,
tot het plaateen on in vrorking-stellen van een gas
motor en de oprichting van een cacao- on koffie
branderij in do perceelen Mare Nos. 82 en 81, is
verdaagd op grond van een nader in te stellen
onderzoek omtront de op to leggen voorwaard» n.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WA8, Bnrgomeeeter.
30 April 1897. E. KIST, Socretaris.
Inenting.
Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen
bij doze ter algomeene kennie, dat op Dinsdag
13 April a. s. en tot Dadoro aankondiging
op eiken volgenden Dinsdag, telkens des
namiddags te twee aren, in het Eluabethshof aan
de Oude Vest, gelegenheid zal worden gegeven tot
kosteloozo inenting van on- en minvermo
genden, terwijl op Woensdag 14 April a. s.
en tot nadere aankondiging op olken vol
gendon Woensdag, dos namiddags te h a 1 f-
drie, mede in het Elisahethshof, gelegenheid zal
bestaan tot inonting tegen betaling van
één Kulded.
Belanghebbenden worden tevens horinnerd, dat zjj
filechta zullen worden toegelaten op vertoon van
een bewijs hunner geboorte-inechrijviDg.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
9 April 1897. E. KI3T, Seorotarii.
Aan het voorstel van den minister van
bionenlandsche z-iken, om te 's-Gra ven hage
een gebouw te stichten voor een Ryks-Etbno-
graphisch Museum, is nog het volgende
ontleend:
Van 1831 tot 81 December 1880, dus
gedurende 50 jaren, werd volstrekt niet het
minste verband met de Hoogescbool gezocht
noch gelegd en toen, nu 15 jaren geloden,
het Etbnographisch Museum op de lyst der
Academische inrichtingen werd gebracht, ge
schiedde zulks zonder eenig onderzoek naar
den oorsprong van het Museum of eenige
overweging van zijne beteekenis of bestemming.
Deze maatregel had zooais te verwachten
was dan ook op den aard der zaak niet
den geringsten invloed. Het Museum is onder
het beheer der afdeeling Kunsten on Weten
schappen gebleven en is voortdurend verrijkt,
zonder eenig verband met hot universitair
onderwijs. Ook dit universitair onderwijs heeft
zich wederkeerig om het Etbnographisch
Museum zoo goed als niet bekommerd.
Gaat men den aard van het Museum na,
dan blijkt toch vooreerst, dat het niet slechts
de volkenkunde van den Indisch en Archipel
betreft (waarvoor alloen te Leiden een leerstoel
bsstaat), maar dat het van veel wijder
strekking is en de ethnographie der geheele
wereld omvat. Het is voor de behoeften van
het Leidsche onderwijs te veel omvattend en
plaatsing en beheer zijn daarop niet ingericht.
Voor de wetenschappelijke studie der
ethnographie is het evenmin noodig, dat
zulk een uitgebreid algemeen museum juist
te Leiden gevestigd worde, en voor het nut,
dat kunst en ni) verheid er uit kunnen putten,
ware deze plaatsing geheel verkeerd; voor
het universitair onderwijs, dat zich tot de
ethnologie van den Indischen Archipel bepaalt,
kan, ook volgens het oordeel dor Leidsche
letterkundige faculteit zelve, op betere wijze
gezorgd worden.
Deze onomstootelijke feiten zijn beslissend
voor do beantwoording der vraag, of het
Rijks Etbnographisch Museum, nu daarvoor
een kostbaar gebouw gesticht moet worden,
in een kleine plaats als Leiden mag blijven,
dan wel naar een groot centrum dient over
gebracht te worden.
Alleen in eene uitgebreide stad, waar op
een gestadig en groot bezoek te rekenen valt,
kan verwacht worden, dat het Museum het
veelzijdig nut voor wetenschap, kunst en kunst
nijverheid zal afwerpen, zonder hetwelk noch
de gelden, tot vorming der verzameling besteed,
noch de uitgaven, aan het gebouw ten koste
to leggen, verantwoord zouden z\jn.
Is het derhalve in het algemeen belang
wenschelijk, dat het Museum in een groot
centrum worde geplaatst, het komt den minister
ook na vernieuwde overweging der zaak, voor,
dat 's-Gravenhage de aangewezen plaats is.
De geschiedenis van het Museum pleit onge
twijfeld voor deze stad. Immers, de collectiën
Royer, Cock BlomhofF, Van Overmeer Fischer
en Von Siebold, welke de kern en het be
langrijkste gedeelte der verzameling vormen,
alsmede een deel der modelkamer van Marine,
zijn aanvankelijk in Den Haag tentoongesteld,
of uitirükkel;jk voor Den Haag bestemd ge
weest, en daaraan alleen door eene toevallige
omstandigheid het gebrek aan lokalen
thans onttrokken.
Nog krachtiger dan deze overweging is de
omstandigheid, dat te 's-Gravenhage een zeer
groot bezoek, zoo van landgenooten als vreem
delingen, zoo van geleerden, ethnographen en
kunstenaren als van industriöelen, ambtenaren
in overzeesche gewesten en andere belang
stellenden te verwachten is.
Te 's-Gravenhage zal het museum boven
dien In eene bepaalde behoefte voorzien. In
deze stad tellen de onderscheiden takken der
kunst en der kunstnijverheid veelvuldige be
oefenaren en 's-Gravenhage is een hoofdzetel
der kunst en van alle bedrijven, die met kunst
in verband staan.
Bjj de Leidsche Spaarbank werd in de
maand April ingelegd 48,167.05 en terugbe
taald 74,766.754, terwijl zjjn afgegeven 60
nieuwe en geheel afgelost 97 boekjes.
Het gezamenlijk tegoed der 10,819 deel
hebbers bedroeg einde April 2,066,707.66.
Het post- en telegraafkantoor [te Voor
schoten zal, met ingang van 10 Mei aan
staande, op werkdagen open zijn van 8 u.
50 m. voor- tot 12 u. 50 m. namiddags, en
van 2 u. 20 m. tot 4 u. 20 m. en 5 u. 50 m.
tot 8 u. 50 m. namiddags. De diensturen op
Zon- en feestdagen blijven onveranderd.
De te 's-Gravenhage overleden oud-
resident in Nederlandsch-Indië, mr. F. A.
Loudon, was gedurende ruim 30 jaren in
's lands dienst, toen hy in 1877 eervol werd
ontslagen uit zijne betrekking van resident
van Krawang.
Na in 1846 te zijn aangesteld als klerk bij
het Hooggerechtshof in Nederlandsch-Indië,
doorliep hij daarna verschillende functiën bij
de rechterlijke macht als griffier en lid van
den Raad van Justitie te Semarang en later
te Batavia en als omgaand rechter in de 3de
afdeeling op Java.
In 1859 werd hij benoemd tot assistent-
resident voor de politie te Semarang en 't
was in deze betrekking, dat van Regeerings-
woge aan mr. Loudon tevredenheid werd
betuigd over de wyz°, waarop hy den resi
dent van Semarang ter zyde had gestaan ter
onderdrukking van den in Augustus 1860 in
de Wurtembergsche kazerne aldaar uitgebro
ken opstand.
De Eerste Kamer is, gelijk wy meldden,
gisteren tot nadere byeenroeping uiteengegaan.
Onafgedaan zijn gebleven de regeling der ge
raeentefinanciën, de vorhooging van het zegel
recht op effecten, de nadere regeling van de
heffing der successiebelasting, de spoorweg-
ven inding Tarik-Soerabaia, de stoomtram
verbinding in Atjeh, het tractaat met Pruisen
betreffende de Eems en de interpellatie van
den heer Muller omtront het uitvoerrecht op
suiker in Nod.-Indiö.
De Kamer van Koophandel te Amsterdam
hield gisteravond een vergadering. De heer
Hubrecht vroeg of het bureau der Kam«r
stappan wil doen in zake het voorstel des
Ministers betreffende het Ethnographisch
Museum.
De Voorzitter vroeg op zfin beurt of de
Kamer wensebt, dat men zich hier weder mede
zal inlaten, nu de pogingen schipbreuk led en
om bet Museum te Amsterdam te krygen. Hy
voor zich is daar zeer voor.
De Kamer besloot zich weder in deze te
wenden lot de Tweede Kamer en weder op
stichting van een Museum te Amsterdam aan
te dringen.
De ministers van marine en oorlog en
de Commissaris der Koningin in de provincie
Zuid-Holland hebben het eerelidmaatschap van
de Dordtsche Tentoonstelling aangenomen.
De werkzaamheden op het terrein zyn nu
zoo ver gevorderd, dat do bureaux van 1 et
hoofdbestuur en der administratie a. s. Maan
dag naar het Hoofdgebouw worden overge
bracht.
Het bestuur der „Liberale Unie" heelt
aan de besturen der kiesvereenigingen, leden
daarvan, de volgendo circulaire gezonden:
Myne HeerenNu de verkiezingen naderen,
komen van verschillende aangesloten kies
vereenigingen verzoeken by ons om steun,
hetzy in den vorm van tegemoetkoming in
de verschillende kosten, hetzy door bet doen
optreden van sprekers.
Beperkt als wy zyn in onze geldmiddelen,
zal deze steun niet overal kunnen worden
verleend in die mate, als ook door ons zou
worden verlangd. Reeds daarom zal het onze
roeping zyo, by het ouderzoek der aanvragen
met omzichtigheid te werk te gaan.
Bovendien zal het bestuur, dat in de eerste
plaats rekening heeft te houden met de be
slissing der algemeens vergadering van 14
November 1896, er prys op moeten stellen,
dat het ingelicht zy omtrent den candidaat,
die gesteld is of zal worden gesteld.
Onze organisatio brengt mede, dat het be
stuur der „Liberale Unie" 2kh, waar advies
niet wordt gevraagd, van inmenging onthoudt
by de keuze der candidatan door de kies
vereenigingen. Toch spreekt het wel vanzelf,
dat de „Liberale Unie" als zoodanig alleen
aan die kiesvereenigingen steun zal kunnen
verleenen, welker candidaat geheel in den
geest zooals dezerzijds herhaaldelijk is ont
wikkeld, niet enkel instemming betuigt met
de strekking van het geheele hervormings
programma, maar ook met volle overtuiging
de urgentie erkent van de in het programma
van urgentie genoemde maatregelen.
Wat onze geóragslyn in bovenbedoeld op
zicht by herstemming zal zyn, zullen wy
zoo noodig u nader mededérlen.
Wy hebben gemeend, het bovenstaande
reeds nu te uwer kennis te moeten brengen
en voegen daaraan toe, dat het aanbeveling
verdient, de aanvragen tijdig in te zenden,
daar vaak briefwisseling, ook met sprekers
over tyd en plaats, aan een door ons te
nemen beslissing moet voorafgaan.
De door het Dagelykech Bestuur van
Rotterdam toejgSLegde nieuwe ontwerp-ver-
ordeningen op do verschillende markten zyn
in druk verschenen.
De redactie van het eerHte artikel is zoo
gc-nomen, dat bij de behandeling een princi
pieel debat ove£ het al of hitt voortbestaan
der kermis is to wachten. Er stait toch:
Onverminderd het bepaalde In de artt. 22 en
23 der wot, houdende voorziening tegen be-
smetteiyke ziekten en tenzy de gemeenteraad
in buitengewone omstandigheden anders mocht
bepalen, wordt elk jaar eea jaarmarkt of
kermis gehoudenf enz.
Aan de beslia^fig, welke.ff zake de kermis-
quaestie thans 2al vallen, zal dus een meer
definitief karakter dan tot dusverre worden
verzekerd. Wordt toch deze bepaling onver
anderd aangenomen, dan zalèlechts in buiten
gewone- omstandigheden tot bet niet houden
der kermis kunnen worden besloten.
Voorts zyn uK het ontwerp al die bepa
lingen gelicht, welke eventueel iu den weg
zouden kunnen staan aan een bepaling der
staanplaatsen, een denkbeeld, dat een punt
vaD onderzoek by de commiesie voor de finan
cién uitmaakt.
Het 508to NederlandschS Landhuishoud-
kundig congres wordt Dinsdag 8 Juni te
Hoorn geopend met de ontvangst van de
congresleden. De vergadering wordt gedurendo
de drie volgende dagen voortgezet en afgc
wisseld door plaatselyke feestelykheden, vee
tentoonstelling en excursie naar de kwrekerflen
der heeren Sluis en Groot, te Enkhuizen.
Te Heerlen is op 71 jarigen leeftyd
overleden de heer Ego Van der Eist, ingenieur
der mynen en Commissaris dor Koningin voor
de DomaDiale Mynen.
Wylen moj. de wed. A. J. Seret Schram,
te Sliedrecht, legateerde aan het oude man
nen- en vrouwenbuis aldaar en aan de diaconie
der Ned.-Herv. gem. 2000.
De heer M. Keulemans, predikant by de
geref. Kerk te Schoonhoven, hoopt den 21ste:i
Mei den dag te herdenken, dat hy vóór 40
jaren te Woerden in de evangeliebediening
werd bevestigd. De heer Keulemans was
achtereenvolgens nog als predikant werkzaam
te Zwartslui3, Middelburg, Zieriksee, en sedert
11 Aug. 1895 te Schoonhoven.
Het stoomschip „Amsterdam", van Rot
terdam naar Nieuw-York, pass erde 29 April
Prawlepoint; de „Burgemeester D n Tex", v n
Amsterdam naar Batavia, vertrok 29 April
van Genua.
v.*-ouien»d Nieuws.
De Spaansche legatie te 's-G r a-
venhage, kennis genomen hebbende van eene
advertentie in de „Limburger Koerier," volg s
welke een te Rotterdam gevestigd agentschap
Spianscbe ridderorden bezorgt, waarschuwt
het publiek, in zijn belang, jegens het agent
schap op zyne hoede te zyn.
Met don handel in Goudsche
kaas bleef het de vorige week vry goed gaan;
wel liepen de noteeringen van afwijkende
qualiteitrn eer achter- dan vooruit, doch de
aanvoeren van goe3e soorten namen toe, en
de laatst medegedeelde hoogste noteeringen
bleven gehandhaafd. Veel kaas van prima
qualiteit wordt tegenwoordig opgelegd voor
expo.t, eene speculatie, die by de tegenwoor
dige matige pryzen wel eens kon blyken eene
voordeelige te zyn. Naar zware, voor winkel
kaas g schikte seort-n is ook veel vraag; de
aanvoer van jrima zware Goudsche is echter
nog beperkt, wat ook het geval is met eerste
soorten Derby en Edammer, waarvan de notee-
ringen op het oogenblik nog vry laag staan.
In de Alblas9erwaard werd de vorige week
van ƒ15— Z' 19 besteed, in de Lopiker- en
Krimpemrwaard liepen de pryzen van lsto
soort Goudsche van 20ƒ23, 2de soort van
ƒ15—ƒ18.50; Derby 1ste soort 21.50 en
ƒ22.50, 2de soort van ƒ18 50ƒ21; Edam
mer 1ste soort van 2124, 2do soort v_n
ƒ18—ƒ19.50. (U. D.)
By vonnis van de arrondissements
rechtbank te Arnhem is G. F. N. Sklerk
by de posterijen te Arnhem, wogens het als
ambtenaar van eenige openbare instelling van
vervoer een aan cie instelling toevertrouwden
brief, die een voorwerp van geldswaarde be
vat, opzettelyk zich toe te eigenen, veroordeeld
tot zes maanden gevangenisstraf.
Een 23jarige schipper uit Grauw
(Z.-Vl.) is by het uitzetten van een baken in
het Koeigat op do Ooster-Schelie over boord
geslagon en verdronken. Het lijk is opgevischt
en per vaartuig naar Grauw gebracht, ooi
daar ter aarde besteld te worden.
Ten minste, wanneer er geen ernstige
mededingers komen," antwoordde de baron,
„maar die mynheer DeDe Hoe heet
hy ook weer?"
My'nheer De Védelles," vulde de notaris in.
Juist! Die mynheer De Védelles komt
ons tamelyk ongelegen."
Ik heb gedaan wat ik kon," zei de
notaris. „De verkoop is te Marseille, waar hy
eerst sedert acht dagen is aangeplakt, ter
nauwernood bekend."
Maar van wien heeft de heer De Védelles
het dan toch in 's Hemels naam gehoord?"
riep de baron uit.
O, dat is zeer eenvoudig. Jonkvrouw
Deniso heeft haar opvoeding ontvangen in
een kostschool, waar mevrouw De Védelles
ook wel eens komt. Zy heeft met Denise
kennis gemaakt en schynt zich met haar
verstaan te hebben. Zoo iets kon men
onmogelyk voorzien."
Nu dry ven zy den prys op tot tver de
tweehonderd duizend franken!" riep de baron
toornig uit. „Nu moet ik er wel van afzien,
want zelfs al zou ik schulden willen maken
•en al zou myn broeder my willen bystaaD,
toch zou ik boven dien orys niet kunnen
opbieden."
Dat is wel jammer," zei notaris Lescalle.
Toen zwegen beiden eenige oogenblikken.
Eindeiyk voegde de notaris er aarzelend by
Misschien zou er toch nog wel een mid
del te vinden zyn om de zaak tot een goed
einde te brengen."
We'k middel dan?"
Ik zou onder bepaalde voorwaarden mis
schien in staat zyn, een som van vyftig
duizend franken ter beschikking te stellen
van mynheer Césaire, uw zoon."
Zoudt- ge dat willen doen, Lescalle?"
vroeg de baron onrustig.
Jawel, heer baron," antwoordde de
notaris, terwyi by langzaam eprak, en byna
op elk woord een nadruk lei, „maar u weet
wel, baron, dat deze som een groot gedeelte
van den bruidsschat van myn dochter ver
tegenwoordigt, enRosa begint nu al
groot te worden."
O, bedoelt ge het fortuin van uw doch
ter? In dit geval
De baron sprak niet uit, maar de uitdruk
king van zyn gelaat zei welsprekend genoeg,
dat hy over dit onderwerp nu liever wilde
zwygen.
Kunt u vast op uw kiezers rekenen,
baron?" vroeg notaris Lescalle.
Ik denk van ja. In dit opzicht ben ik
tamelyk gerust."
Wanneer wy het met elkaar eens kon
den worden," hernam de notaris, „dan zou
ik u misschien nog een zeker aantal stemmen
kunnen verzekeren."
O, doe het daü, als ik u verzoeken mag.
Wy moeten geen enkel middel verzuimen."
Jawel, heer baron, maar begrypt u wel,
dat het voor mij oen ernstige zaak is? Zonder
een degeiyk motief daarvoor te hebben kan
ik toch moeilyk ontrouw worden aan de
party, die mynheer Richer De Montlouis
steunt."
Ook ter wille van juffrouw Rosa?" vroeg
de baron op spottenden toon.
Natuurlyk, heer baron l Met u wil ik
open kaart spelenArtémon Richer.
De Montlouis!" vulde de baron spot
tend aan.
Het schynt, dat Artémon Richer op
Rosa verliefd is," vervolgde de notaris, „en
ik moet u openhartig verklaren, dat hy een
al te goede party voor haar zou zy'D, om
my te kunnen doen besluiten, hem in de
wielen te ryden en met zyn geheele familie
in onmin te geraken, door de verkiezing van
zyn oom tegen te werken."
Maar zyt ge dan ernstig van plaD, uw
dochter uit te huwelyken aan zulk een grooten
lummel, die zyn tyd in koffiehuizen door
brengt?"
Wanneer ik een betere party voor haar
kon vinden, zou ik er zeker niet aan denken,"
zei de notaris, „maar nu
De baron zette zjjn hoed op en richtte
zyn schreden naar buiten, terwyl hy deod
alsof hy de bedoeling van den notaris niet
begreep. De heer Lescalle zweeg nu ook
verder over dit onderwerp, en onder het
voortwandelen begonnen beiden de waarde te
berekenen van elk stuk grond, terwyi zy zich
verheugden over den toestand van verwaar-
loozing, waarin zy alles aantroffen, en die
wel in staat was alle koopers af te schrikken,
die op de gedachto waren gekomen, „La
Pinède" eerst eens te bezichtigen alvorens
tot den koop over te gaan.
Toen beiden hun schattingswerk hadden
geëindigd, gingen zij weer naar de plaat9,
waar het paard was vastgebonden, dat rustig
aan den voet van de rots stond te grazen.
De baron steeg te paard en sloeg den weg
naar Croixfonds in. De notaris vergezelde
hem nog eenige oogenblikken, pratende over
eenige kleine bijzonderheden, tot by opeens
uitriep
Ik geloof inderdaad, dat de verkiezing
van mynheer Césaire niet zal gelukken
Zonder den baron tyd tot antwoorden te
geven, groette hy hom en vertrok haastig
in de richting van zyn woning. Onder het
wandelen mompelde hy tusschen de tanden:
„Die oude aristocraat! Ik hoop, dat hy nu be
grepen heeft, dat ik zyn plannen kan verydelen."
Intusschen maakte baron De Croixfonds
by zichzelven de volgende opmerking: „Wat
een onuitstaanbaar volk! Zulk een gewoon
burgernotaris, die my zyn dochter durft aan
bieden als een party voor myn zoon! Nu zal
hy ongetwyfeld de candidatuur van Césaire
gaan bestrydenen toch moet Césaire
gekozen worden Ja, het moet geschieden 1"
Zoo voerden hoogmoed en eerzucht stryd
met elkaar in het gemoed van den afstam
meling van den wapenbroeder van koning
Renéj en tamelyk slecht gohumeurd keerde
hy in zyn woning terug.
Drie weken later was graaf De Védelles
eigenaar geworden van „La Pinède." Een bod
van nog twintig duizend frarken hooger had
de zaak definitief bês.J;t-
Toen baron De Croixfonds dit vernam,
betreurde by het byna, dat hy de voorstellen
van notaris Lescalle zóó beslist had afge
slagen, want om de verkiezing van zyn zoon
mogelijk to maken, was het noodig, dat deze
oen landgoed in deze streek van do proviocio
in eigendom bezat; en zooals de notaris hem
terecht had doen opmerken, was dat niet
bijzonder gemakkeiyk in een land, waar de
vaste goederen zoo zelden van eigenaar
veranderen. Do baron wist dit maar al 1e
goed, en daarom had de opmerking van don
notaris hem zóó ontstemd, dat hy zyn
ontevredenheid moeilyk had kunnen ver
bergen.
II.
Graaf Dj Védelles en zyn buisgezin kwamen
op het kasteel van „La Pinède" bun intrek
nomen togen het eindo van Maart, dit, in
togensleli g vap voor ons, Nederlanders, zoo
aargename ja rgetyde in Piovonce, waar de
lente dan in al haar p; acht is en do schoonste
bloemen overal bloeien, óls ten ternauwernood
in 't begin van Mei.
Perzik- en amandelboomen bedekten nu het
zuidelyke landschap met witte on rose tinten.
Kamperfoelie, valeriaan en wilde druivtnran-
ken gaven aan de heuvelen eigenaardige en
schitterende kleuren en verspreidden balsem
geuren door de lucht. De atmosfeer was hel
der en zacht, maar soms - want ook bier is
het klimaat niet volmaakt deed de Noord
westenwind, dio in Provence zoo guur kan zyn,
zich gevoelen.
Wordt vervolgd.)