N\ 11406 A°J897. (jouraat wordt dagelijks, met uitzondering tan <§pn- en feestdagen, uitgegeven Vierde Blad. Leiden, 1 Mei. Jonkvrouw Dcnise. Maandag 3 Mei» LEIBSCH TBU8 OEZEH COUSAHTj Voor Loidon per 3 maanden,1.10, ifranco por poat1.40 Aöonderlyko Nommers o.05. PRIJS DER AD VERTEN 'i'ii&W Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 J. Grootere letters naar plaatsruimte. -» Yoor het incasseeron buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Van het Woordenboek der Noderlandsche Taal is heden verschenen van het tweede deel do negende aflevering, behandelende de woorden BeekBegrypen, bewerkt door dr. A. Kluyeer. Yoor het akto-eiamen lager ©nderwys is geslaagd do heer C. Do Klerk, alhier. Men schryft ons uit KampenHeden, 1 Mei, is bet een heuglyke dag voor de firma W. G. Bo le Senior, daar het thans eene halve eeuw geleden is, dat de Sigarenfabriek door den heer W. G. Boele Senior is opgericht, en sedert zulk een grooten omvang verkreeg, dat hond'.rden er hun bestaan vinden, en welke industrieels onderneming ni9t weinig tot de algemeene welvaart dezer gemeente bijdraagt. Dat die dag niet onopgemerkt zou voorbij gaan, valt ligt te begrijpen. Integendeel, het personeel was er voor, ooi aan dien dag een feestelijk karakter te geven, zoodat uit de woningen van do aan de fabriek verbondenen de vlaggen wapperen, welk voorbeeld bij vele particulieren navolging vond. Eene commissie uit de verschillende groepen van het personeel, in rijtuigen gebeten, met den medevennoot den heer W. v. d. Muelen aan het hoofd, haalde don jubilaris, die heden morgen te halftien met den trein arriveerde, in. Onderwijl had het overige personeel zich voor de fabriek in de Hofstraat opgesteld, om onder de [tonen der muziek den oprichter te ontvangen en hem daarna in 't versierde kan toor do gelukwenschen aan te bieden. Verder werd do firma als blijk van hoogachting en sympathie door eene commissie namens het geheele personeel een geschenk aar geboden, bestaande in oene sierlijke fabrieksvlag, als ook nog eene keurigo en kostbare gouden medaille. Ook ontving do firma van de verschillende magazijnhouders, het kantoorpersoneel, eenlge chefs der fabriek en verder pouoneel een prachtig bronzen beeld met name „Le livro d'or", rustende op eene zuil van onyx, welk cadeau aan de heeren W. G. Boele en W. v. d. Muelen, bij monde van den heer L. Do Jong namens allen werd opgedragon. 's Avonds zou er rog een optocht met fak kels en seinlichten door het geheele personeel gehouden worden, om na afloop daarvan in de Buiten-Sociöteit samen Dog gezellig een uurtje door te brengen. De burgemeester van Amsterdam brengt ter kennis van de ingezetenen, dat Haro Majesteit de Koningin en Hare Majesteit de Koningin Regontes hem verzocht hebben bij de burgerij de tolk te willen zijn van Hoogst Derzelver diop gevoelde erkentelijkheid voor (de vele en [velerlei blijken van gehechtheid, 'aan Haro Majesteiten betoond, en voor de warme ontvangst, ook weder dit jaar by Haar bezoek aan de hoofdstad onderbonden. Hy bericht verder, dat hem namens Hare Majesteit do Koningin eene som van ƒ2000 is ter hand gesteld ten behoove van de alge meene armen dezer gemeente. Op het stedelijk Gymnasium te Nijmegen is een hart6lyk afscheid bereid aan dr. M. J. H. Houba, die door zijne benoemiog tot districts schoolopziener te Eindhoven zyne betrekkiDg van leeraar in de wiskunde aan die inrich ting met 1 Mei neerlegt. Aan dit huldebetoon werd deelgenomen door curatoren, den rector en de leeraren, die den heer Bouba allen groote achting toedragen, en ook door de leerlingen, wier liefde en dankbaarheid zich dr. H. in de jaren zijner werkzaamheid mocht verwerven. Ook buiten de school heeft zich dr. H. te Nymegen vele vrienden gemaakt, niet het minst als majoor commandant der schutterij en als arrondissements-schoolop- ziener. De correspondent te Weenen van de „N. R. C." seint: De Keizer heeft aan de Nederlandsche Koninginnen appartementen in den Hofburg aangeboden. Dozo aanbieding is evenwel, omdat de Koninginnen incognito reizen, niet aan vaard. Wel is aangenomen de uitnoodiging om van een hofrijtuig en van de keizerlijke loge in de Opera gebruik te maken. In Schönbrunn of den Hofburg zal een groot diner gegeven worden. In de gisteren gehouden algemeene ver gadering van aandeelhouders der Brood- en Meelfabriek te 's Gravenhage zyn na veel discussie de balans en de winst- en verlies rekening, deze laatste sluitende met een ver lies van 38,598, aangenomen. De commissie voor het nazien der rekening had verklaard, dat sommige hoofden der balans, zooira de stand van zaken dit mogelyk maakte, nog zouden worden herzien en geleidelijk tot een lager bedrag teruggebracht. Tot commissaris werd benoemd de heer C. J. Pastor. De directeur van het bureau voor den industriëelen eigendom brengt ter kennis van bolanghebbenden, dat genoemd bureau op Vrijdag 7 Mei aanstaande voor het publiek gesloten zal zyn on van af Zaterdag 8 Mei zal gevestigd wezen op de Heerengracht No. 13. Het provinciaal kerkbestuur van Utrecht heeft den heer C. P. N. Pikaar, predikant aldaar, weg6ns don ongun3tigen staat van zyn gezondheid, op zyn verzoek, eervol emeritaat verleend, ingaande den 15den Mei e. k. Met Ingang van 1 Mei wordt door de Belgische postadministratie de öoorloopende uuraanwyzing van 1 tot 24 ingevoerd. Benoemd is tot gemeente-secretaris te Ter- munten do heer Klaas Vortman, ambtenaar ter secretarie aldaar. Te Arnhem is overleden de heer P. H. J. A. De Booy, oud-kolonel der artillerie, in den ouderdom van 78 jaren. Hr. Ms. schoener „Zeehond", onder bevel van den kapitein-luitenant ter Z90 I. Van den Bosch, is den 30sten April jl. naar Salonika vertrokken. De algc-meene vergadering van do ver- eeniging „Ambachtsschool" te Utrecht vond gisteren plaats. Uit het verslag blykt, dat de inrichting gestadig vooruit gaat, zoodat naar meerdere onderwijskrachten n.oet worden uit gezien. De toestand der geldmiddelen is mede uitstekend. By een uitgave van ƒ21,419.37 is er nog een saldo van 3722.68. Bjj do gewone jaariyksche prijsuitreiking- aan de leerlingen werd medegedeeld, dat een vermogend stadgenoot een som gelds had be schikbaar gesteld om jaarlijks aan 4 van de beste leerlingen een extra-prys uit te reiken, waartoe ditmaal 4 zilveren horloges waren aangekocht. Tot de hoofdofficieren der marine, die gisteren by den minister van marine op audiëntie kwamen, behoorde de kapitein ter zee Zegers Vceckens, adjudant van H. M., belast met het bevel over de divisie voor binneLlandschen dienst, bestaande uit do pants9r8cbepen „Piet Hein", „Evertsen" en „Kortenaer." Als gevolg van eeno ten stadhuize te Rotterdam gehouden vergadering door een honderdtal notabelen heeft zich aldaar een comité gevormd, onder voorzitterschap van den burgemeester, ter aanbieding van een huldeblyk aan de Koningin-Regentes bij de troonsbestijging van Koningin Wilhslmina. Yereeniging lot bevordering dor Bouwkunst te Leiden. Elfde vergaderinggehouden in het Nuisgebouw. Aanwezig 24 leden en één introducé. Aan deze vergadering ging vooraf eene kunstbeschouwing van de plaatwerken „Over blijfselen onzer Nationale Kunst" en „Kunst en Industrie". Voor de expositie werd dank gebracht aan de heeren De Koning on Wempe De voorzitter, do heer C. R. v. Ruyven, opende met een kort woord de vergadering. De notulen werden ongewijzigd ioedg^keurJ. Met waardeerende bewoordingen werd de Practische Ambachtsschool te Leiden door den voorzitter besproken, terwijl ook de heer Verster, niettegenstaande zijn vroegere oppo sitie tegen de richting, die by het onderwijs werd gevolgd, met veel lof het tegenwoordige onderwijs besprak. Een ingekomen vraag werd door het be stuur beantwoord, terwijl twee vragen betref fende carbolineeren in handen zyn gesteld van den heer v. d. Kloes, te Delft. De heer Verster zil aan de commissie van het Stedelijk Museum voorstellen, de banier der Vereeniging te huisvesten. Op voorstel van het bestuur werl besloten, op nader te bepalen datum een zomeruitstapje te maken naar Dordrecht, ten einde ook de tentoonstelling te bezoeken. Hiervoor werd een krediet van 30 toegestaan, terwijl een 18-tal leden zich voorloopig bereid verklaarde deze excursie mede te maken. De heer H. Do Kltr werd ala lid aange nomen. Voor de leoscirkels zal nog worden aange schaft „Das Museum". Alsnu was het woord aan den directeur orz3r Ambachtsschool, den lieer Adr. J. Van Achterberg, die tot onderwerp had gekozen: „Het ontwerpen van ornament." Spreker ver klaarde op duidelijke wijza hoe men met be hulp slechts van teekenhaak en driehoek ontwerpen kan. Door eene samenstelling van hoeken van 15°, 30°, 45°, enz., kan men op verrassende wyze bijv. blad- en diervormen ontwerpen. Z9cr handig schetste spreker tal van figuren, di9 een duilelijk bewijs leverden, hoedanig men op een zeer gemakkelijke manier de schoonste vormen kan daarstellen. De ver schillende mededeelingen hieromtrent werden door den heer Van Achterberg gedaan aan de hand van een werkje, geschreven door den heer J. H. De Groot, leeraar aan de kunst- nijverheil-school „Quellinus", te Amsterdam. Verscheidene teekeningen werden in verband met dezo mar.ier van ontwerpen door spreker geëxposeerd. Aan 't slot zijner voordracht dankte de heer Van Achterberg nog hartelijk voor de waardeerende woorden, over de Leidsche Ambachtsschool gesproken. Onder applaus bracht de voorzitter spreker den dank o'er vergadering. De secretr.r.8 sprak den wensch uit en corps de genoemde inrichting te bezoeken, waar vooral het schilderen en smeden zoo uitstekend worden onderricht. De heer Verster zal in z(jn „Vlokken" deze inrichting nader bespreken. De Vereeniging besloot lid te worden van de „Vereeniging tot bevordering van Vak onderwijs." Na rondvraag sloot do voorzitter deze vergadering. Universiteit te Amsterdam. Prijsvragen, uitgeschreven op 1 Mei 1S97 en te beantwoorden vóór 1 Md 1S98 door studeerenden aan eene Nederlandsche in stelling van universitair onderxoijs. Faculteit der rechtsgeleerdheid. De faculteit verlangt: „een verhandeling over het recht betreffende den binnenlandschen on den internationalen postwissel." Faculteit der geneeskunde. De facultoit verlangt: „een critisch en ex perimenteel ondrrzosk omtrent den invloed van aethy! alcohol op het hart, met name op de hartspier." De vragen moeten worden beantwoord in de taal, waarin zij zyn gesteld. Do antwoorden, met eene andere hand dan die des vervaardigers geschreven, moeten vóór of op 1 Mei 1898 worden toegezonden aan don Secretaris van den Senaat der Universiteit van Amsterdam. Zy moettn geteekend zyn met een kenspreuk, en daiarby mo9t gevoegd worden een verzegeld briefje, dat dezelfde kenspreuk tot opschrift heeft en den naam, het studievak en bet adres des schrijvers bevat. Op don derden Dinsdag van do maand Sep tember 1898 wordt het oordeel der Facultei ten over do ingekomen verhandelingen in het openbaar medegedeeld en aan de schrijvers der meest voldoende antwoorden, die door de Faculteit do eer der bekroning zjjn waardig gekeurd, de gouden eerepenning uitgereikt. Goudvelden in Nederlandsch-Guyniia. De Britsch9 consul in Nederlandsch-Guyana (Suriname) hoeft aan bet departement van buitenlandsche zaken te Londen het volgende hoogst belangrijke rapport gezonden ovcr de goudvelden in de kolonie: De mislukking der goudindustrie in de kolonie ia te wyten aan de volslagen onwe tendheid omtrent het goudgraven en aan ge brek aan kapitaal, De ondernemingen, waar van het publiek tot dusver beeft geboord, hebben het ongeluk gehad van in den beginne door het geluk begunstigd te worden. Zy, die geluk hebban gehad, hebben daaruit tot bun eigen nadeel de gevolgtrekking gemaakt, dat zij bevoegd zijn, ora mijnen te besturen. Aangemoedigd door hun succes, zyn zij in eigen oogen en naar het oordeel hunner medeburgers, deskundigen geworden in myn- zaken. Zoo zijn zy er too gekomen, om de noodzakelijkheid van een deskundig toezicht to ontkmnen. Tot dusver is nog geen enkele mijn in Suriname in handen gegeven aan een bevoegd deskundige onder omstandigheden, die het mogelijk maken over de blijvende waardeals onderneming to oordeelen. „Het alluviale goudland is, met ui'zondoring van strooken Sa^annahland, bedekt met dichte bosschen, die weggehakt moeten worden, voordat de grond behandeld kan worden. Timmerhout voor het bouwen van hutten, brandstof of mijnbouw wordt op de goud veldon gevonden; maar hoewel de kolonie rijkelijk doorsneden is door rivieren met vele zijtakken, gebeurt het niet zelden, dat op do goudvolden gebrek aan water is. Het vraag stuk der draineering is dus van het hoogste gewicht. Tot dusvor waren de goudgraver* voor hun alluviale wassobingen in hoofdzaak afhankelijk van den regentijd. Gedurende het droge seizoen kan er slechts weinig gedaan worden en gebeurde het somtijds, dat het buitengewoon droog was, dan moest het werk gestaakt worden. De toegankeiykheii van de goudvelden is ook een vraagstuk van drin gend belang; tot dusver is ze afhankelijk van do gesteldheid der rivieren. Ongelukkig zijn de goudveldon gelegon in het ongezondste deel van het land. „De waarde aan goud, uitgevoerd gedurende do jaren 1879 tot en met 1895, is pd. st. 1,640,000. Men mag aannemen, dat ongeveer tien percent van dit bedrag is ingevoerd uit Cayenne, do rest is het voortbrongsel der kolonie, waarvan rechten zijn betaald. Om een vry juist denkbeeld te krygen van de werkelijke productie gedurende het genoemde tijdpark, zou men de som van pd. st. 1,640,000 moeten vermeerderen met ongeveer 50 per cent, zijnde de waarde van het goud, dat uitgevoerd is zonder dat daarvan rechten zyn betaald. Dit p9roentage is eer te laag dan te boog geschat. „Men moet zich in Engeland vooral niet een te hoog denkbeeld vormen van Suriname als goudland. Meer dan eenig ander land heeft Nederlandsch-Guyana kapitaal en ervaring ncodig. Wie er heengaat met ledige zakken, overtuigd wel werk te zullen vinden, zal teleurgesteld uitkomen. Reizen in het binnen land is bovendien kostbaar en gevaarlijk. Da regeering van Suriname moedigt de goud-in- 5| Op zekeren avond, toen deze gur® wind weer liovig woei, zaten drie dor nieuwe be woners van „La Pinèie" in het salon bijeen, rondom den haard, waar groote houtblokken een heerlyke warmte on een eigenaardigen harsgeur verspreidden. Deze drie personen warengraaf en gravin De Védelles en Jacques, hun oudste zoon. De graaf zat achterover in een grooten leuningstoel en was bezig te lezen, mevrouw De Védelles was met oen handwerkje bezig, en Jacques, die half op de canapé lag uit gestrekt, hield zich onledig met het opstoken vaa h9t vuur, terwijl zyn oogen gevestigd waren op de vonken, die hy deed opvliegen. Zyn gelaat had een droomerlge uitdrukking. Niemand sprak een woord en men hoorde Diets dan het regelmatig getik van de groote pendulo, het geknettor van het vuur en hot geloei van den wind, die eigenaardige geluiden door do takken der pynboomen deed ruischen. Eiadelyk liet mevrouw De Védelles een bal katoen op den grond vallen, en toon Jacques zich boog, om hem op te rapen, fluisterde zy hem ia het oor Is Goorge nog altyd buiten?" Ik denk het wel," antwoordde Jacques, ©venzoo fluisterende. Hoewel beidon zoo zacht hadden gesproken, scheen de graaf het toch te hebben gohcord want hy trok aaQ hot schelkoord, en een oogenblik later kwam een oude bediende bin nen, met grijze haren en gerimpeld gelaat. Is mynheer George al terug?" vroeg de graaf, terwijl hy de oogen opsloeg. Mynheer George beeft juist zyn avond maal gebruikt in de kleine eetzaal," ant woordde de bediende; „mijnheer scheen byzonder goeden eetlust te hebben," voegde hij er met biykbare nevenbedoeling by. Een oogenblik later trad George De Védelles het salon binnen. By was een jonkman van ongeveer twintig jarigen leeftijd, maar naar het uiterlyk te oordeelen zou men hem nauweiyks zeventien jaren gegeven hebben. Hy was lang en mager, en do trekken van zyn lelieblank gelaat waren zóó regelmatig, dat ze als uit marmer gebeeld houwd schenen. Alleen zyn groote zwarte oogen, die een zachte uitdrukking hadden, maar toch ook konden schitteren, gaven daaraan een zekere levendigheid. Soms hadden zyn blikken zulk een droomerige uitdrukking, dat zyn gelaat daardoor nog zonderlinger scheen. Het toilet van George gaf blyken van byzondere achteloosheid, in tegenstelling met dat van alle overige leden van het huis gezin. Dien avond was hy gekleed in een oud jachtkostuum, en aan zyn voeten had hy grove schoenen met dikke lederen kappen. Wanneer zyn gelaat en handen niet zoo fijn geweest wareD, dan zou men hem voor een jachtopziener hebben gehouden. George groette zyn ouders eerbiedig en ging toen naast Jacques zitten, wion hy vroolyk toelachte. Wat heb je vandaag uitgevoerd, George?" vroeg de graaf. „Waarom ben je van middag Diet komen dinec-ren?" Ik heb den geheelen dag gejaagd, papa", luidde het antwoord, „en toen ik thuiskwam, was het al later dan ik dacht." Dan zult ge zeker wel veel wild geschoten hebben, nietwaar?" Het is tegenwoordig een slechte tijd om te jagen en het wild is tegenwoordig schaarsch in deze streek." Maar waarom brengt ge dan al uw tyd met jagen door? Wat beteekent het dan toch, dat ge altyd met een geweer op schouder ronddwaalt?" In plaats van te antwoorden begon George te spelen met de ooren van een fraaien jachthond, die met hem het salon was binnen getreden. Toen wy nog te Valsec wareD, waar het wild overvloedig was," vervolgde de heer De Védelles, „deedt go evenals hier. Ge gaaft u zelfs niet de minste moeite, om een stuk wild te schieten, en ge zult uw geheele leven een droomer blyven, zonder den mineten lust tot Duttigen arbeid of gezellig verkeer." Ik houd zooveel van wandelen," ant woordde George, „en zelfs als ik geen onkel schot doe, ken ik geen aangenamer bezigheid dan buiten rond te dwalen. Ik geloof ook, dat die wandelingen goed voor myn gezond heid zyn." Altyd die zorg voor do gezondheid I" riep de graaf ontevreden uit. „Altyd dezelfde verontschuldiging! Ik kan je verzekeren, dat ik nu genoog heb van dergelijke uitvluchten." Maar als nu dio wandelingen eens werkelyk noodzakelyk waren om zyn krachten te versterken," bracht mevrouw De Védelles in het midden. My dunkt, dat hy nu al sterk genoeg geworden is," antwoordde de graaf. „Ik geloof, dat het nu wel tyd zou worden, zijn verstandeiyke vermogens eens wat me3r te ontwikkelen. Wat denkt gy er van, George?" voegde hy er op vriendelyken toon by. „Zoudt ge nu uw studién niet kunnen hervatten onder leiding van Jacques?" O, papa, spreek my toch niet daarover. Het is my bepaald onmogelyk om te stu- deeren. Ik heb beproefd om de boeken in te zien, die Jacques my geleend beeft, maar het was my onmogelyk er mee voort te gaan." Begryp je dan niet wat je leest?" vroeg mevrouw Do Védelles. Het scbynt wol, dat je nog altyd lust hebt in sterrenkundige studiën," zei graaf De Védelles op spottenden toon. „Ik zag je gisteravond in de groote laan ronddwalen met het hoofd omhoog, alsof je bezig waart de sterren te beschouwen." -- Ja, ik bewonder zoo gaarne de pracht van den sterrenhemel." En komt je geheugen dan ook weer terug? Herinnert ge u dan ook weör de namen van de verschillende sterrenbeelden? Als ik my niet bedrieg, hebt ge vroeger op school den eersten prys behaald in de sterren kunde." Ja, papa, maar dat was vóór mijn ziekte, en sedert dien tjjd ben ik al de namen van de sterren vergeten. Als ik nu naar den sterrenhemel zie, dan denk ik aan ni-.ts anders dan aan de grootheid en almacht van God, Die dat alios geschapen heeft." De heer De Véielle3 slaakte een zucht, en de gravin, die dit gesprok gaarne wilde afbreken, richtte zich tot Jacques, v«n wien zo veel hield, en zei: Komaan, Jacques, ge mo3t ons oens iets voorlezen." Met genoegen, mama. Wat wilt u hooren? Ik heb een paar romans meegebracht." Zyn het wel goede romans?" vroeg do gravin bezorgd. Dat behoeft go niet te vragen," ze; graaf Ü3 Védelles, die een blik op de titel^ had geworpen, op strengen toon. „Ik ker de namen van de schrijvers. Zy zoeken ge woonlijk hun onderwerpen in do mee3t ver óorven omgeving en weten het kwaad met do verleidelykste kleuren af te schilderen. Wanneor de romanscbryvors zoo voortgaan, zullen zy onze geheele literatuur nog in dis krediet brengen." U zyt wel streng in uw oordeel, papa," zei Jacques. Ge zult er zeker wel niet op gesteld z\jn, dergelyko producten to hooren voorlezen, niet waar?" vroeg de graaf, terwijl hy zich tot zyn echtgenoóce riebtto. Neon, zeker niet," antwoordde de gtavin, „Maar zou Jacques ons niot iets anders kun nen voorlezen?" Ja," zei do graaf, tcrwyi hy opstond, cn een boek opensloeg, dat do treurspelen van Racino bevatto. {Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 13