Pinanciëele gevolgen der annexatie. PERSOVERZICHT. De suppletoirs kohieren der inkomstenbe lasting over 189G, die werden gedrukt, bene vens eenige andere opgaveD, die ik van betrouwbare ztfde ontving, gaven my aanlei ding om een onderzoek in te stellen naar den invloed der annexatie op den financiöelen toestand onzer gemeente. De uitkomsten, langs dezen weg verkregen, zijn weliswaar slechts als voorloopige te beschouwen, doch aangezien zjj betrekking hebben op het tijd stip waarin de overgang plaats had* en dus vrij blijven van de wisselwerking, die de annexatie op den socialen toestand der ge meente noodzakelijk moet uitoefenen, brengen zij de verhoudingen beter aan het licht, don een later kohier, dat de gezamenlijke bevol king bevat, kan geven. Ik heb my althans beyverd om deze gegevens aan eene nieuwe becyfering te onderwerpen en de uitkomsten hiervan met de vroeger verkregene te verge lijken. Eenmaal zoover gekomen, achtte ik het raadzaam ze hier in verkorten vorm deze moedeeling door mijne medeburgers met eenige belangstelling zal worden nagegaan. Zy geeft toch een vaster grondslag aan alle beschouwingen over de gevolgen der annexa tie dan de vele redeneeringen en nevelachtige verwachtingen, die zoowel mondeling als schriftelijk tot nu toe ten beste werden ge geven. De vorkregen uitkomsten zyn saamgevat in eeDige staten, waarbij bet myn streven was zonder veel omhaal zoodanige cijfers op te stellen en zoodanige rangschikking in acht te nemen, dat de gevolgen der annexatie in helder licht te voorschijn treden. Onder „oudo stad" wordt hier kortheidshalve verstaan de gemeente vóór de annexatie; de uitkomsten, welke hierop betrekking hebben, zyn ontleend aan mijne vroegere in dit blad gepubliceerde staten met de noodige aanvulling; de groot heden, welke op het „geannexeerd gedeelte" betrekking hebben, zijn nieuw on getrokken uit de bovengenoemde bronnen. Door de inrichting der volgende staten kan breede toelichting overbodig worden geacht, zoodat ik meen met een kort woord te kunnen volstaan. moe te deelen, io bet vertrouwen dat ook Aantal aangeslagenen cn som hunner lnkomcn9 over het Jaar 1890. Grtnirn Oude Stad. Gcannereerd gedeelte. Klasse. van hi t inkomen. Aantal. Som hunner Som tonner 'nkemeus. Aantal. inkomens. I 400-f 450 964 409.715 365 f 155.125 o 450-, 500 705 0 334.360 288 B 136.800 3 w 500-, 600 629 n 343.795 197 B 108.350 4 600-700 520 n 335.925 143 V 92.950 6 a 700-850 480 D 369.795 112 B 86.800 6 a 850-, 1.000 374 9 3d 3 780 82 75.850 7 ti 1.000-„ 1.250 418 n 460.110 103 B 115.875 8 a 1.250-1.500 313 n 427.680 67 B 92.125 9 a 1.500-1750 190 n 308.250 54 V 87.750 10 a 1.750-, 2.000 201 9 376 080 65 B 121.875 11 a 2 000-, 2.500 171 B 382.425 i 52 B 117.000 12 a 2.500-, 3.000 133 B 363.200 53 B 145.750 13 a 3.000-, 3.600 104 V 336.916 i 30 B 97.500 14 a 3 500-, 4,000 68 D 253 880 25 93.750 15 a 4.000-, 5 000 70 313.100 18 a 81.000 16 a 5.000-, 6.000 53 V 291.200 7 B 38.500 17 a 6.000-, 7.000 56 V 362.250 6 B 39.000 18 a 7.000-, 8.000 36 V 269.200 6 45.000 19 a 8.000-, 9.000 23 1) 193.000 2 B 17.000 20 a 9.000- 10.000 18 170.500 2 B 19.000 21 10.000-,12.000 20 n 216.900 2 B 22.000 22 a 12.000-, 14.000 11 n 141.600 23 a 14.000-, 16.000 7 B 105.000 24 a 16.000-, 18.000 7 B 118.800 25 18.000-, 20.000 4 V 76.000 2 D 38.000 26 a 20.000-, 25,000 2 B 45.000 2 B 42.500 27 a 25.000-, 30.000 6 B 137.500 28 a 30 000-„35.000 2 1) 63.500 29 a 35 000-„40.000 1 B 37.500 meer dan 40.000 4 V 280.000 Som 5589 f 7,872.960 1 1633 f 1.869.500 Deze staat is getrokken uit de kohieren; de eerste vier kolommen zijn ontleend aan den staat, gepubliceerd in bet Dagblad van 28 September 11.; thans zijn er naast go- plaatst de overeenkomstige gotallen voor het geannexeerd gedeelte. Hierdoor ontstaat een eerste blik op de iinanciö9le gevolgen der annexatie, tegenover 5589 aangeslagenen met oen gezamenlijk inkomen van f 7.872.960 in Verdccling over de A. Oude Stad. de oude stad komen 1683 aangeslagenen met een gezamenlijk inkomen van f 1.869.500 in het geannexeerd gedeelte. Blijkbaar is de toe name niet evenredig over de verschillende klassen verdeeld, maar het grootst in de lagere, terwyl de hoogste geheel ontbreken. Duidelijker echter wordt dezo vergelijking door den volgenden staat. wyken der gemeente* Aantal Aantal aan Som hunner Gemiddeld Verbending t. aantal aan- bewoners. geslagenen. inkomens. inkomen. gesl. tot aant. bewoners. I 2888 388 f 768.575 f 1981 13% II 4-244 375 304.677 813 9 III 4287 578 974.450 1686 14 IV 4322 1005 2.027.225 „2017 23 V 7036 767 808.950 1055 11 VI 8233 1192 1.273.625 1069 14 VII 5426 735 1.195 785 1627 13 VIII 5897 380 335.570 883 6 IX 892 169 184,105 1089 19 Som 43.225 5589 f 7.872.960 f 1409 16% B. Geannexeerd gedeelde. IX 2362 511 f 616.415 f 1206 22 X 2654 357 229.050 641 13 XI 754 185 313.125 1692 25 XII 2727 630 710.800 „1128 23 Som 8497 1683 f 1.869.500 f 1100 20 Hierby beeft de rangschikking plaats gehad volgens do wijken; kortheidshalve is echter de verdeeling naar klassen vervallen. Nu is ook opgenomen het aantal bewoners van elke wijk, daarnaast geplaatst het aantal aangeslage nen met de som hunner inkomens en hieruit berekend het gemiddeld inkomen dezer aan geslagenen. In de laatste kolom staat vermeld de verhouding van het aantal aangeslagenen tot het aantal inwoners der wijk, uitgedrukt in procenten. Do oude stad en het geannexeerd gedeelte zyn hierby afzonderlijk gehouden; alleen wijk IX behoort gedeeltelijk tot de eene en het andere; de wyken X, XI en XII z\jn nieuw, om do oude stad gelegen in de rich ting van het noorden over het oosten naar het zuiden en westen. Groot is blykbaar hst verschil in welstand in de verschillende wijken zoowel in do oude stad als in het nieuwo gedeelte, de getallen in de laatste kolom stellen dit in helder licht. De wyken II en VIII blijven ver ten achter, in de oude stad staat wyk IV bovenaaD, wordt echter overtroffen door wyk XI in het nieuwe doel. Rekent men het gezin van den belas tingbetaler op gemiddeld 4 personen, dan blykt, dat in do oude stad ongeveer 50 procent der bevolking buiten de belasting valt, terwyl dit in het geannexeerd gedeelte slechts 20 pro cent bedraagt. De uiterste grenzen zyn derhalve slechts in de oude stad te vinden, het nieuwe gedeelte nadert meer tot het gelykmatige. In een derden straat zyn de verhoudingen nader uitgewerkt. Hierby zyn de wijken weder saamgevoegd en voor de beide deelen der gemeenten de verhoudiDgscyfers opgesteld van eenige voor name grootheden. In de eerste plaats de be volking der gemeentezy nam door de annexatie toe met 20 procent en bedraagt nu volgens de Jaat^to telling 51.722 zielen. Het aantal am geslagen en in de gemeentebelasting nam toe met 30 procent, en bedraagt 7272, zoo dat kan worden aangenomen, dat 56 jjrocent der bevolking bydraagt; de overige 44 proc. zyn hiervan vrygesteld, omdat zy blyven be noden het minimum van belastbaar inkomen, zynde f 400. Deze verhouding is nog ver van gunstig te noemen. De som der inkomens van de aangeslagenen nam toe met 24 procent en de som der belastbare inkomens met 21 procent, waaruit volgt, dat de gemiddelde finan- ciëele toestand der aangeslagenen in het gean nexeerd gedeelte biyft benedon dien der aan geslagenen ln de oude stad. Dit komt over een met het volgende cyfer; het gemiddeld inkomen der eerstgenoemden Is f 1409 tegen 1100 voor dat der laatstgenoemden. Het verschil vindt gedeelteiyk zyne verklaring in het ontbreken der hoogste klassen. Het hoofdkohier gaf voor de oude stad naar het percentage van 3.10 procent eene opbrengst van f 170.013. neemt men tot maatstaf het belastbaar inkomen, dan blykt, dat het geannexeerd gedeelte eene verhooging van f 35.705 zal geven, waarby is aaDgeno men, dat de aftrek voor kinderen bier in ge lijke Verhouding als voor de oude stad zal plaats hebben. Derhalve is het laatste cyfer als de vooruitgang in den financiëelen toestand der gemeente ten gevolge der annexatie te be schouwen. Of de vermeerdering der lasten hiermede gelijken tred houdt, moet ik thans in het midden laten; eerst de toekomst kan ons dat openbaren. A B Verhouding Oade stad. Geannexeerd gedeelte. B/A 43.225 8.497 20 Aantal aangeslagenen. 5.589 1.683 30 Som huDner inkomens. f 7.872.960 f 1.869.500 24 Som belastbare inkomens 5.637.360 1.196.300 21 o Gemiddeld inkomen j 1.409 S 79 der aangeslagenen 1.100 Opbrengst der belasting. 170.031 35.705 21 Trouwens, aan de annexatie zyn nog andere financiëele voordeelen verbonden. De nieuwe wet op de regeling der financiëele verhouding tusschen het Ryk en de gemeenten door de Tweede Kamer met zulk eene groote meer derheid aangenomen, dat aan de goedkeuring door de Eerste Kamer niet valt te twijfelen is voordeelig voor onze gemeente, omdat tot maatstaf der uickeering wordt genomen het zielental, zoodat de verhooging evenredig toe neemt met de bevolking van het geannexeerd gedeelte. Het voordeel hiervan kan op minstens f 25,000 geschat worden, waarby nog kan gevoegd worden de verhooging der opcenten op het personeel. De waarde hiervan kan eerst bepaald worden nadat de nieuwe wet in werking is getreden en de opbrengst aan het licht gekomen. De eerstvolgende begroo ting voor de gemeente zal hiermede rekening moeten houden; met belangstelling zie ik haar te gemoet om na te gaan in hoever de hier meegedeelde cyfers daarmede overeen- stemo^pn. By verstandig beleid kan de annexatie eer voordeelig dan nadeelig voor de financiën onzer gemeente genoemd worden. Ziedaar de eenige conclusie, welke uit de hier meegedeelde cyfers voortvloeit. De verhoudingscyfers zyn niet ongunstig, de gemiddelde financiëele toe stand van de geannexeerde bevolking staat eer boven dan beneden dien van de bevolkiDg der oude stad. Het bezwaar, dat de kohieren der belastiog vele fictieve inkomens in plaats van de ware bevatten, kan hierby niet wegen. By het opstellen der verhoudingen valt het weg, omdat mag worden aangenomen, dat de in vloed daarvan zich gelykmatig verdeelt en derhalve by het opstellen der verhoudingen wordt geëlimineerd. Kon een afdoend middel van controle worden gevonden, waarscbyniyk zou de opbrengst der belastiDg zonder ver hooging van het percentage aanzienlek stygen. Moesten allen, die verkeerde opgaven doen, het lot van Ananias en Saffira (zie Handelingen V 1 11) ondergaan, ik kan de vrees niet onderdrukken, dat dit een merkbaren invloed op het zielental onder alle rangen en standen der gemeente zou uitoefenen! De schrijver der Handelingen getuigt aan het slot van zyn verhaal: „en er kwam groote vreeze over de geheele gemeente en over allen, die dit hoorden" in den loop des tyds is blykbaar die vreeze zoozeer ver minderd, dat daar van thans geen spoor is terug te vinden. Leiden, 20 April 1897. P. Van Geer. Graanrechtenl - Sommigen gelooven aan een spoedige overwinning der voorstanders van beschermende rechten. Dit blykt uit de omstandigheid, dat in een huurcontract van zeker landbezitter een artikel is opgenomen, waarbij bepaald wordt, dat do verhuurder zich het recht voorbehoudt den pachtprijs nog vóór den afloop van den huurtyd to verhoogen, indien de invoer van graneD belast wordt. Een ander grondeigenaar schreef, dat hij met het verhuren der plaats nog wat wildo wachten met het oog op mogelijke protectie. Protectie dus van kapitalisten, roept do Amsterdamsche Courant uit: Protectie door heel het volk, de allerarmsten iDCluis. Dit nu is een stelsel als een ander. Alleen maar, democratisch is het niet. En in het algemeen belang is het ook niet. Ziedaar uitnemende antwoorden, zegt do Mddelburgschc Courantop de vraag, in wier zakken de graanpremión, door antirevolution- nairon en Roomschen voorgestaan, terecht komen. Jammer, aldus Dc Hollander dat die grondbezitters hun naam niet noemen. Zoolang ze dat niet doeD, zal niemand het ons ton kwade kunnen duiden, dat we er niets anders in zien dan stembus-manoeuvres. Gefingeerde brieljes derhalve. Derhalve zonder waarde. Ja toch, men zou or do waarde uit kunnen afmeten van de argumentatie der doctrinaire vrtjhandelaars. Of ziet men nn niet in, dat door die manoeu vres het vrühandelsstelsel zelf in een verdacht licht gesteld wordt? Wat kan die „invloed op de verhuringen der landerijen" anders beteekonen vraagt Het Nieuws van den Dag dan door die bescherming zult gü, graanverbou- wer, hoogere prijzen voor het graan kunnen bedingen; daardoor zult gij in staat zijn boogere pacht op te brengen; daardoor kan ik hoogere pacht eischen. Dat is natuurlijk geen droombeeld, maar de ware werkelykheid. Do centen, die arm en rijk betalen voor duurder brood, vloeien langs een kleinen omweg naar den „beschermden" land eigenaar. Was dat het doel? Dat men met zulk een bot wapon zegt De Tijd aan de bescborming zware wonden zal toebrengen, gelooven wjj niet. Het komt ons echter goed voor, tijdig tegen deze soort van strijden te waarschuwen. De Arnhcmsche Courant vraagt: Wanneer de grondeigenaren de kapitalisten het geld in don zak steken, hoe kunnen dan voor den landarbeid moer handen noodig zjjn, de loonen hooger worden, de welvaart op het platteland grooter worden. Het eenige gevolg zal wezen, dat allen, rijken en armen, hun brood duurder zullen moeten betalen, ten gevolge waarvan do nijver heid, bU minder koopkracht, in bloei zal af nemen in plaats van toenemen en do welvaart achteruit zal gaan in plaats van bevorderd worden. Als een staaltje van taal in officiééls 8 tuk ken citeert Handelsbelangen den eersten zin van een bekendmaking, in de Staatscourant onder het hoofd „uittroksel" gepubliceerd. (De namen, de plaats en de data zijn veranderd.) „Bij akte, verleden op 3 Mei 1893 voor den te Stompwjjk resideerenden notaris jhr. Van Repum, is, ten gevolge van de uittreding en het op 30 Maart 1897 ophouden der relation, welke betrekkelijk de te Stompwjjk geves tigde en aldaar kantoor houdende handels vennootschap onder de firma H. P. Jongklens en Zood, tot het dryven van handel in wijnen, gedistilleerd en daarmede verwante artikelen, bestaan hebbende tusschen den heer Henricus Jongklens Petruszoon en de heeren Aafke Josuah Rumstol en Johannes zich ook nosmende en schrijvende Johannes Roepke— Volber, allen wonende te Stompwijk, met aanvang van 31 Maart 1800 zeven en negentig ter voortzetting van de zaken dier bestaan hébbende vennootschap welker zaken geheel zullen worden goliquideerd door de heide laatstgemelde vennooten, eene handelsven nootschap gereconstrueerd en opgericht tus schen die laatstgenoemde vennooten Aafke Josuah Rumpstol en Johannes ook Johannes RoepkeVolber en den heer Hendrik Rudolfus Rumpstol, de laatste medo wonende te Stomp wijk, welke handelsvennootschap onder de firma H. P. Jongklens en Zoon, tot het drijven van handel in wijnen, gedistilleerd en aan verwante artikolen, gevestigd te Stompwijk en aldaar kantoor houdende tusschen do drie laatstgemelde als firmanten, aan te vangen met 31 Maart '97 wordt aangegaan voor den tijd van negen achtereenvolgende jaren en negen achtereenvolgende maanden, te eindigen op Dertig December 1900 en zes, indien daarvan opzeggiDg zal zijn gedaan door een of meer der vennooten, maar die anders tot aan het doen van dergelijke opzegging zal continueeren, telkons voor den tijd van één jaar." Wijlen Tborbecke zou als kantteekening op het blad voor zulk een stuk hebben ge schreven: „Dezo zinsnede in tienen te ver- deelen." De Middelburgse/te Courant is den Burge meester van Haarlem erkentelijk, dat hij door Z(jn optreden de aandacht gevestigd beeft op het onhoudbare van de Zondagswet. Is men hem daarover lastig gevallen, en bleef hem geen ander middel om zijn doel te be reiken, de wet zelve is schuld van de dwaza gevolgen van zijn optreden. Alleen, zegt de Middelburgsche Cf., heeft hij zich te wachten voor machtmisbruik. In hoever bij zich daaraan schuldig maakte, zooals o. a. door De Gemeen testem is beweerd, door het handhaven van deze wet, die uitsluitend het Rijksbelang geldt, is eene quaestie, Diet zoo gemakkelijk uit te maken. In de gaDScbe wet is, 't is waar, van plaatselijke besturen alleen sprake, waar het geldt uitzonderingen te veroorloven, wat be treft openbaren arbeid of openbare verma kelijkheden; en van plaatselijke politie, aan wie de zorg is opgedragen, „ten einde alle hinderlijke bewegingen en gerucht iD de nabij heid der gebouwen, tot den openbaren eere- dienst bestemd, en in het algemeen alles wat denzelven zoude kunnen hinderlijk zijn, voor te komen of to doen ophouden". Maar de groote vraag geldt, duDkt ons, in deze: Hoe luidt de plaatselijke verordening? Is daarby dit onderwerp nader geregeld, de Zondagswet aangevuld, dan valt de hand having daarvan vanzelf onder do bevoegd heid van het hoofd der politie. En uit verschillende beslissingen op dit punt blijkt, dat gemeentebesturen in deze eene vr(j groote macht hebben en het hun vr(j staat omtrent onderwerpen, tot hunne bevoegdheid behoorendo, maar welke reeds door den alge- meenen of provincialen wetgever waren gere geld, by plaatselyke verordening eene nadere suppletoirs regeling vast te stellen. Een vry sterk voorbeeld op dit punt is wel het volgende: By de Zondagswet ie voorgeschreven, dat gedurende den tyd, voor de openbare gods dienstoefening bestemd, de deuren der her bergen en andere plaatseD, alwaar drank ver kocht wordt, zullen gesloten zijn. By het ontwerp dier wet wilde men veel verder gaan en ook bepalen, dat gedurende dien tyd geen ingezetenen, maar wel reizende personen in die gelegenheden mochten toe gelaten worden, maar de Raad van State had daartegen ernstig bezwaar, omdat zulk een verbod hem te streng voorkwam. Op grond daarvan werd die bepaling dan ook wegge laten. Het voorschrift betreft dus alleen het verbod van de deur te laten openstaan. En toch werd te Dirkaland by verordening bepaald, dat op Zon- en feestdagen de boiv ders van koffiehuizon, tapperyen, siyteryen kroegen of dergelyke buizen, die huizen niet mogen openen, noch gelagmakende personen ontvangen, dan na het eindigen der laatst» openbare godsdienstoefeningen op die dagen. Een tapper aldaar werd by vonnis van 28 April 1871 wegens overtreding door den kanton rechter veroordeeld tot f 10 boete, terwyl de Hooge Raad by arrest van 17 Juli van dat jaar verwierp bet ber09p in cassatie van den ambtenaar van het O. M., die meende, dat de geest der Zondagswet in deze was geschon den en gehandeld tegen art. 160 der Gemeentewet. Da Hooge Raad maakte uit, dat er geen 8tryd bestond tusschen art. 198 der toege paste gemeenteverordening en art. 3 der Zondagswet en dat by deze wet de regeling van de viering der Zon- en feestdagen niet uitsluitend aan don rykswetgever wordt voor behouden, vermits die wet ook plaatselyke en andere reglementen omtrent dat onderwerp nevens zich bestaanbaar acht. De gemeentebesturen blyken dus in deae ook eene vrij groote bevoegdheid te bezitten, tenzy van administratieve zyde tegen der gelyke bepalingen in plaatselyke verordeningen bezwaren worden gemaakt. Maar zelfs, al bevat een plaatselyke verofj denicg zulke bepalingen niet, waarom zou voor ean burgemeester ook alt. 10 van bek wetboek van strafvordering niet gelden; ea by niet bevoegd zyn zyn proces-verbaal cp ta maken by overtreding der Zondagswet? Waar de gevoelens echter verschillen, zou het goed zyn, dat van hoogerhand eene bwlis» sing werd geDomeD, die ook al weer zou kunnen meewerken om het dwaze en in verband mot bet te Dirksland gebeurde bet gevaar lijke van de Zondagswet in het licht te stellen. Dat de ambtenaren der Rykspolitie in deze niet handelend optreden en het voorbeeld vau Haarlem's Burgemeester volgeD, ie echter een feit. Zelden of nooit hooren wy van procossen- verbaal, door hen op grond van overtreding der Zondagswet opgemaakt. En in alle steden, evenals op het platteland, vooral in Noord- Brabant en Gelderland, zou daartoe nogal eeos gelegenheid bestaan. Zoo wordt dus in deze met twee of wel met nog meer maten gemeten; en dat met een wet, wier strekking van algemeenen aard is, en waarmee men tot hoofddoel had hare zegeningen uit te spreiden over de .ge heele uitgestrektheid der Yereenigde Neder; landen". Die ongelykmatige toepassing; dat niet handhaven dezer wet ia juist hare gevaar- lyke zyde; omdat nu velen blootstaan aan verrassingen, als te Haarlem, en gestraft kunnen worden, terwyl anderen ongemoeid worden gelaten. By de strooming, die zich tegenwoordig meer en meer openbaart, blyft een dergelyke wet een gevaarlyk wapen. Laat daarom gelykheid in deze beerschen en ook 's Ryks politie aan hare handhaving de hand houden of laat men de wet intrekken. Gemeenteraad van Llssc. Zitting van 20 April. Tegenwoordig alle leden, behalve de hee$ M. Van der Veld. Voorzitter: de Burgemeester. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd. Modedeeling wordt gedaaD, dat het Raadsf besluit tot verhoogieg der jaarwedde van do onderwijzeres aan de openbars lagere school door Ged. Staten is goedgekeurd. Aangenomen voor kennisgeving. De Voorzitter stelt aan de orde de aanwyzing van een Raadslid, dat eventueel den voorzitter van bet stembureau zal vervangen. Aangewezen wordt de heor R. Huyg. Aangeboden wordt het verslag van det( toestand der gemeente over 1896. Zal ter secretarie voor de leden ter inzagq worden nedergelegd. Ten aanzien van de schoolvergrooting wordt na breedvoerige discussie besloten om den tuin van Vreeburg te koopen tegen f 40 per roede en over te gaan tot het bybouwen van twee lokalen. I Niets meer aan de orde zynde, wordt dl vergadering gesloten,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 6