Pinanciëele gevolgen der annexatie.
PERSOVERZICHT.
De suppletoirs kohieren der inkomstenbe
lasting over 189G, die werden gedrukt, bene
vens eenige andere opgaveD, die ik van
betrouwbare ztfde ontving, gaven my aanlei
ding om een onderzoek in te stellen naar den
invloed der annexatie op den financiöelen
toestand onzer gemeente. De uitkomsten,
langs dezen weg verkregen, zijn weliswaar
slechts als voorloopige te beschouwen, doch
aangezien zjj betrekking hebben op het tijd
stip waarin de overgang plaats had* en dus
vrij blijven van de wisselwerking, die de
annexatie op den socialen toestand der ge
meente noodzakelijk moet uitoefenen, brengen
zij de verhoudingen beter aan het licht, don
een later kohier, dat de gezamenlijke bevol
king bevat, kan geven. Ik heb my althans
beyverd om deze gegevens aan eene nieuwe
becyfering te onderwerpen en de uitkomsten
hiervan met de vroeger verkregene te verge
lijken. Eenmaal zoover gekomen, achtte ik
het raadzaam ze hier in verkorten vorm
deze moedeeling door mijne medeburgers met
eenige belangstelling zal worden nagegaan.
Zy geeft toch een vaster grondslag aan alle
beschouwingen over de gevolgen der annexa
tie dan de vele redeneeringen en nevelachtige
verwachtingen, die zoowel mondeling als
schriftelijk tot nu toe ten beste werden ge
geven.
De vorkregen uitkomsten zyn saamgevat
in eeDige staten, waarbij bet myn streven
was zonder veel omhaal zoodanige cijfers op
te stellen en zoodanige rangschikking in acht
te nemen, dat de gevolgen der annexatie in
helder licht te voorschijn treden. Onder „oudo
stad" wordt hier kortheidshalve verstaan de
gemeente vóór de annexatie; de uitkomsten,
welke hierop betrekking hebben, zyn ontleend
aan mijne vroegere in dit blad gepubliceerde
staten met de noodige aanvulling; de groot
heden, welke op het „geannexeerd gedeelte"
betrekking hebben, zijn nieuw on getrokken
uit de bovengenoemde bronnen. Door de
inrichting der volgende staten kan breede
toelichting overbodig worden geacht, zoodat
ik meen met een kort woord te kunnen
volstaan.
moe te deelen, io bet vertrouwen dat ook
Aantal aangeslagenen cn som hunner lnkomcn9
over het Jaar 1890.
Grtnirn
Oude Stad.
Gcannereerd gedeelte.
Klasse.
van hi t inkomen.
Aantal.
Som hunner
Som tonner
'nkemeus.
Aantal.
inkomens.
I
400-f 450
964
409.715
365
f
155.125
o
450-, 500
705
0
334.360
288
B
136.800
3
w
500-, 600
629
n
343.795
197
B
108.350
4
600-700
520
n
335.925
143
V
92.950
6
a
700-850
480
D
369.795
112
B
86.800
6
a
850-, 1.000
374
9
3d 3 780
82
75.850
7
ti
1.000-„ 1.250
418
n
460.110
103
B
115.875
8
a
1.250-1.500
313
n
427.680
67
B
92.125
9
a
1.500-1750
190
n
308.250
54
V
87.750
10
a
1.750-, 2.000
201
9
376 080
65
B
121.875
11
a
2 000-, 2.500
171
B
382.425 i
52
B
117.000
12
a
2.500-, 3.000
133
B
363.200
53
B
145.750
13
a
3.000-, 3.600
104
V
336.916 i
30
B
97.500
14
a
3 500-, 4,000
68
D
253 880
25
93.750
15
a
4.000-, 5 000
70
313.100
18
a
81.000
16
a
5.000-, 6.000
53
V
291.200
7
B
38.500
17
a
6.000-, 7.000
56
V
362.250
6
B
39.000
18
a
7.000-, 8.000
36
V
269.200
6
45.000
19
a
8.000-, 9.000
23
1)
193.000
2
B
17.000
20
a
9.000- 10.000
18
170.500
2
B
19.000
21
10.000-,12.000
20
n
216.900
2
B
22.000
22
a
12.000-, 14.000
11
n
141.600
23
a
14.000-, 16.000
7
B
105.000
24
a
16.000-, 18.000
7
B
118.800
25
18.000-, 20.000
4
V
76.000
2
D
38.000
26
a
20.000-, 25,000
2
B
45.000
2
B
42.500
27
a
25.000-, 30.000
6
B
137.500
28
a
30 000-„35.000
2
1)
63.500
29
a
35 000-„40.000
1
B
37.500
meer dan 40.000
4
V
280.000
Som
5589
f 7,872.960
1
1633
f 1.869.500
Deze staat is getrokken uit de kohieren;
de eerste vier kolommen zijn ontleend aan
den staat, gepubliceerd in bet Dagblad van
28 September 11.; thans zijn er naast go-
plaatst de overeenkomstige gotallen voor het
geannexeerd gedeelte. Hierdoor ontstaat een
eerste blik op de iinanciö9le gevolgen der
annexatie, tegenover 5589 aangeslagenen met
oen gezamenlijk inkomen van f 7.872.960 in
Verdccling over de
A. Oude Stad.
de oude stad komen 1683 aangeslagenen met
een gezamenlijk inkomen van f 1.869.500 in
het geannexeerd gedeelte. Blijkbaar is de toe
name niet evenredig over de verschillende
klassen verdeeld, maar het grootst in de
lagere, terwyl de hoogste geheel ontbreken.
Duidelijker echter wordt dezo vergelijking
door den volgenden staat.
wyken der gemeente*
Aantal
Aantal aan
Som hunner
Gemiddeld
Verbending t. aantal aan-
bewoners.
geslagenen.
inkomens.
inkomen.
gesl. tot aant. bewoners.
I
2888
388
f 768.575
f 1981
13%
II
4-244
375
304.677
813
9
III
4287
578
974.450
1686
14
IV
4322
1005
2.027.225
„2017
23
V
7036
767
808.950
1055
11
VI
8233
1192
1.273.625
1069
14
VII
5426
735
1.195 785
1627
13
VIII
5897
380
335.570
883
6
IX
892
169
184,105
1089
19
Som
43.225
5589
f 7.872.960
f 1409
16%
B. Geannexeerd gedeelde.
IX
2362
511
f 616.415
f 1206
22
X
2654
357
229.050
641
13
XI
754
185
313.125
1692
25
XII
2727
630
710.800
„1128
23
Som
8497
1683
f 1.869.500
f 1100
20
Hierby beeft de rangschikking plaats gehad
volgens do wijken; kortheidshalve is echter
de verdeeling naar klassen vervallen. Nu is
ook opgenomen het aantal bewoners van elke
wijk, daarnaast geplaatst het aantal aangeslage
nen met de som hunner inkomens en hieruit
berekend het gemiddeld inkomen dezer aan
geslagenen. In de laatste kolom staat vermeld
de verhouding van het aantal aangeslagenen
tot het aantal inwoners der wijk, uitgedrukt
in procenten. Do oude stad en het geannexeerd
gedeelte zyn hierby afzonderlijk gehouden;
alleen wijk IX behoort gedeeltelijk tot de eene
en het andere; de wyken X, XI en XII z\jn
nieuw, om do oude stad gelegen in de rich
ting van het noorden over het oosten naar
het zuiden en westen.
Groot is blykbaar hst verschil in welstand
in de verschillende wijken zoowel in do oude
stad als in het nieuwo gedeelte, de getallen
in de laatste kolom stellen dit in helder licht.
De wyken II en VIII blijven ver ten achter,
in de oude stad staat wyk IV bovenaaD, wordt
echter overtroffen door wyk XI in het nieuwe
doel. Rekent men het gezin van den belas
tingbetaler op gemiddeld 4 personen, dan blykt,
dat in do oude stad ongeveer 50 procent der
bevolking buiten de belasting valt, terwyl dit
in het geannexeerd gedeelte slechts 20 pro
cent bedraagt. De uiterste grenzen zyn derhalve
slechts in de oude stad te vinden, het nieuwe
gedeelte nadert meer tot het gelykmatige.
In een derden straat zyn de verhoudingen
nader uitgewerkt.
Hierby zyn de wijken weder saamgevoegd
en voor de beide deelen der gemeenten de
verhoudiDgscyfers opgesteld van eenige voor
name grootheden. In de eerste plaats de be
volking der gemeentezy nam door de annexatie
toe met 20 procent en bedraagt nu volgens
de Jaat^to telling 51.722 zielen. Het aantal
am geslagen en in de gemeentebelasting nam
toe met 30 procent, en bedraagt 7272, zoo
dat kan worden aangenomen, dat 56 jjrocent
der bevolking bydraagt; de overige 44 proc.
zyn hiervan vrygesteld, omdat zy blyven be
noden het minimum van belastbaar inkomen,
zynde f 400. Deze verhouding is nog ver van
gunstig te noemen. De som der inkomens
van de aangeslagenen nam toe met 24 procent
en de som der belastbare inkomens met 21
procent, waaruit volgt, dat de gemiddelde finan-
ciëele toestand der aangeslagenen in het gean
nexeerd gedeelte biyft benedon dien der aan
geslagenen ln de oude stad. Dit komt over
een met het volgende cyfer; het gemiddeld
inkomen der eerstgenoemden Is f 1409 tegen
1100 voor dat der laatstgenoemden. Het
verschil vindt gedeelteiyk zyne verklaring in
het ontbreken der hoogste klassen.
Het hoofdkohier gaf voor de oude stad
naar het percentage van 3.10 procent eene
opbrengst van f 170.013. neemt men tot
maatstaf het belastbaar inkomen, dan blykt,
dat het geannexeerd gedeelte eene verhooging
van f 35.705 zal geven, waarby is aaDgeno
men, dat de aftrek voor kinderen bier in ge
lijke Verhouding als voor de oude stad zal plaats
hebben. Derhalve is het laatste cyfer als de
vooruitgang in den financiëelen toestand der
gemeente ten gevolge der annexatie te be
schouwen. Of de vermeerdering der lasten
hiermede gelijken tred houdt, moet ik thans
in het midden laten; eerst de toekomst kan
ons dat openbaren.
A
B
Verhouding
Oade stad.
Geannexeerd gedeelte.
B/A
43.225
8.497
20
Aantal aangeslagenen.
5.589
1.683
30
Som huDner inkomens.
f 7.872.960
f 1.869.500
24
Som belastbare inkomens
5.637.360
1.196.300
21 o
Gemiddeld inkomen j
1.409
S
79
der aangeslagenen
1.100
Opbrengst der belasting.
170.031
35.705
21
Trouwens, aan de annexatie zyn nog andere
financiëele voordeelen verbonden. De nieuwe
wet op de regeling der financiëele verhouding
tusschen het Ryk en de gemeenten door de
Tweede Kamer met zulk eene groote meer
derheid aangenomen, dat aan de goedkeuring
door de Eerste Kamer niet valt te twijfelen
is voordeelig voor onze gemeente, omdat tot
maatstaf der uickeering wordt genomen het
zielental, zoodat de verhooging evenredig toe
neemt met de bevolking van het geannexeerd
gedeelte. Het voordeel hiervan kan op minstens
f 25,000 geschat worden, waarby nog kan
gevoegd worden de verhooging der opcenten
op het personeel. De waarde hiervan kan
eerst bepaald worden nadat de nieuwe wet
in werking is getreden en de opbrengst aan
het licht gekomen. De eerstvolgende begroo
ting voor de gemeente zal hiermede rekening
moeten houden; met belangstelling zie ik
haar te gemoet om na te gaan in hoever de
hier meegedeelde cyfers daarmede overeen-
stemo^pn.
By verstandig beleid kan de annexatie eer
voordeelig dan nadeelig voor de financiën
onzer gemeente genoemd worden. Ziedaar de
eenige conclusie, welke uit de hier meegedeelde
cyfers voortvloeit. De verhoudingscyfers zyn
niet ongunstig, de gemiddelde financiëele toe
stand van de geannexeerde bevolking staat
eer boven dan beneden dien van de bevolkiDg
der oude stad.
Het bezwaar, dat de kohieren der belastiog
vele fictieve inkomens in plaats van de ware
bevatten, kan hierby niet wegen. By het
opstellen der verhoudingen valt het weg,
omdat mag worden aangenomen, dat de in
vloed daarvan zich gelykmatig verdeelt en
derhalve by het opstellen der verhoudingen
wordt geëlimineerd. Kon een afdoend middel
van controle worden gevonden, waarscbyniyk
zou de opbrengst der belastiDg zonder ver
hooging van het percentage aanzienlek stygen.
Moesten allen, die verkeerde opgaven doen, het
lot van Ananias en Saffira (zie Handelingen V
1 11) ondergaan, ik kan de vrees niet
onderdrukken, dat dit een merkbaren invloed
op het zielental onder alle rangen en standen
der gemeente zou uitoefenen!
De schrijver der Handelingen getuigt aan
het slot van zyn verhaal: „en er kwam
groote vreeze over de geheele gemeente en
over allen, die dit hoorden" in den loop
des tyds is blykbaar die vreeze zoozeer ver
minderd, dat daar van thans geen spoor is
terug te vinden.
Leiden, 20 April 1897.
P. Van Geer.
Graanrechtenl - Sommigen gelooven
aan een spoedige overwinning der voorstanders
van beschermende rechten.
Dit blykt uit de omstandigheid, dat in een
huurcontract van zeker landbezitter een artikel
is opgenomen, waarbij bepaald wordt, dat do
verhuurder zich het recht voorbehoudt den
pachtprijs nog vóór den afloop van den huurtyd
to verhoogen, indien de invoer van graneD
belast wordt.
Een ander grondeigenaar schreef, dat hij met
het verhuren der plaats nog wat wildo wachten
met het oog op mogelijke protectie.
Protectie dus van kapitalisten, roept do
Amsterdamsche Courant uit:
Protectie door heel het volk, de allerarmsten
iDCluis.
Dit nu is een stelsel als een ander. Alleen
maar, democratisch is het niet. En in het
algemeen belang is het ook niet.
Ziedaar uitnemende antwoorden, zegt do
Mddelburgschc Courantop de vraag, in wier
zakken de graanpremión, door antirevolution-
nairon en Roomschen voorgestaan, terecht
komen.
Jammer, aldus Dc Hollander dat die
grondbezitters hun naam niet noemen. Zoolang
ze dat niet doeD, zal niemand het ons ton
kwade kunnen duiden, dat we er niets anders
in zien dan stembus-manoeuvres.
Gefingeerde brieljes derhalve.
Derhalve zonder waarde.
Ja toch, men zou or do waarde uit kunnen
afmeten van de argumentatie der doctrinaire
vrtjhandelaars.
Of ziet men nn niet in, dat door die manoeu
vres het vrühandelsstelsel zelf in een verdacht
licht gesteld wordt?
Wat kan die „invloed op de verhuringen
der landerijen" anders beteekonen vraagt
Het Nieuws van den Dag dan
door die bescherming zult gü, graanverbou-
wer, hoogere prijzen voor het graan kunnen
bedingen;
daardoor zult gij in staat zijn boogere pacht
op te brengen;
daardoor kan ik hoogere pacht eischen.
Dat is natuurlijk geen droombeeld, maar de
ware werkelykheid. Do centen, die arm en rijk
betalen voor duurder brood, vloeien langs een
kleinen omweg naar den „beschermden" land
eigenaar. Was dat het doel?
Dat men met zulk een bot wapon zegt
De Tijd aan de bescborming zware wonden
zal toebrengen, gelooven wjj niet. Het komt
ons echter goed voor, tijdig tegen deze soort
van strijden te waarschuwen.
De Arnhcmsche Courant vraagt: Wanneer
de grondeigenaren de kapitalisten het
geld in don zak steken, hoe kunnen dan voor
den landarbeid moer handen noodig zjjn, de
loonen hooger worden, de welvaart op het
platteland grooter worden.
Het eenige gevolg zal wezen, dat allen,
rijken en armen, hun brood duurder zullen
moeten betalen, ten gevolge waarvan do nijver
heid, bU minder koopkracht, in bloei zal af
nemen in plaats van toenemen en do welvaart
achteruit zal gaan in plaats van bevorderd
worden.
Als een staaltje van taal in officiééls
8 tuk ken citeert Handelsbelangen den eersten
zin van een bekendmaking, in de Staatscourant
onder het hoofd „uittroksel" gepubliceerd. (De
namen, de plaats en de data zijn veranderd.)
„Bij akte, verleden op 3 Mei 1893 voor
den te Stompwjjk resideerenden notaris jhr.
Van Repum, is, ten gevolge van de uittreding
en het op 30 Maart 1897 ophouden der relation,
welke betrekkelijk de te Stompwjjk geves
tigde en aldaar kantoor houdende handels
vennootschap onder de firma H. P. Jongklens
en Zood, tot het dryven van handel in wijnen,
gedistilleerd en daarmede verwante artikelen,
bestaan hebbende tusschen den heer Henricus
Jongklens Petruszoon en de heeren Aafke
Josuah Rumstol en Johannes zich ook
nosmende en schrijvende Johannes Roepke—
Volber, allen wonende te Stompwijk, met
aanvang van 31 Maart 1800 zeven en negentig
ter voortzetting van de zaken dier bestaan
hébbende vennootschap welker zaken geheel
zullen worden goliquideerd door de heide
laatstgemelde vennooten, eene handelsven
nootschap gereconstrueerd en opgericht tus
schen die laatstgenoemde vennooten Aafke
Josuah Rumpstol en Johannes ook Johannes
RoepkeVolber en den heer Hendrik Rudolfus
Rumpstol, de laatste medo wonende te Stomp
wijk, welke handelsvennootschap onder de
firma H. P. Jongklens en Zoon, tot het drijven
van handel in wijnen, gedistilleerd en aan
verwante artikolen, gevestigd te Stompwijk
en aldaar kantoor houdende tusschen do drie
laatstgemelde als firmanten, aan te vangen
met 31 Maart '97 wordt aangegaan voor den
tijd van negen achtereenvolgende jaren en
negen achtereenvolgende maanden, te eindigen
op Dertig December 1900 en zes, indien
daarvan opzeggiDg zal zijn gedaan door een
of meer der vennooten, maar die anders tot
aan het doen van dergelijke opzegging zal
continueeren, telkons voor den tijd van één
jaar."
Wijlen Tborbecke zou als kantteekening
op het blad voor zulk een stuk hebben ge
schreven: „Dezo zinsnede in tienen te ver-
deelen."
De Middelburgse/te Courant is den Burge
meester van Haarlem erkentelijk, dat hij door
Z(jn optreden de aandacht gevestigd beeft op
het onhoudbare van de Zondagswet. Is
men hem daarover lastig gevallen, en bleef
hem geen ander middel om zijn doel te be
reiken, de wet zelve is schuld van de dwaza
gevolgen van zijn optreden. Alleen, zegt de
Middelburgsche Cf., heeft hij zich te wachten
voor machtmisbruik. In hoever bij zich daaraan
schuldig maakte, zooals o. a. door De Gemeen
testem is beweerd, door het handhaven van
deze wet, die uitsluitend het Rijksbelang geldt,
is eene quaestie, Diet zoo gemakkelijk uit
te maken.
In de gaDScbe wet is, 't is waar, van
plaatselijke besturen alleen sprake, waar het
geldt uitzonderingen te veroorloven, wat be
treft openbaren arbeid of openbare verma
kelijkheden; en van plaatselijke politie, aan
wie de zorg is opgedragen, „ten einde alle
hinderlijke bewegingen en gerucht iD de nabij
heid der gebouwen, tot den openbaren eere-
dienst bestemd, en in het algemeen alles wat
denzelven zoude kunnen hinderlijk zijn, voor
te komen of to doen ophouden".
Maar de groote vraag geldt, duDkt ons, in
deze: Hoe luidt de plaatselijke verordening?
Is daarby dit onderwerp nader geregeld, de
Zondagswet aangevuld, dan valt de hand
having daarvan vanzelf onder do bevoegd
heid van het hoofd der politie.
En uit verschillende beslissingen op dit
punt blijkt, dat gemeentebesturen in deze eene
vr(j groote macht hebben en het hun vr(j staat
omtrent onderwerpen, tot hunne bevoegdheid
behoorendo, maar welke reeds door den alge-
meenen of provincialen wetgever waren gere
geld, by plaatselyke verordening eene nadere
suppletoirs regeling vast te stellen.
Een vry sterk voorbeeld op dit punt is wel
het volgende:
By de Zondagswet ie voorgeschreven, dat
gedurende den tyd, voor de openbare gods
dienstoefening bestemd, de deuren der her
bergen en andere plaatseD, alwaar drank ver
kocht wordt, zullen gesloten zijn.
By het ontwerp dier wet wilde men veel
verder gaan en ook bepalen, dat gedurende
dien tyd geen ingezetenen, maar wel reizende
personen in die gelegenheden mochten toe
gelaten worden, maar de Raad van State had
daartegen ernstig bezwaar, omdat zulk een
verbod hem te streng voorkwam. Op grond
daarvan werd die bepaling dan ook wegge
laten. Het voorschrift betreft dus alleen het
verbod van de deur te laten openstaan.
En toch werd te Dirkaland by verordening
bepaald, dat op Zon- en feestdagen de boiv
ders van koffiehuizon, tapperyen, siyteryen
kroegen of dergelyke buizen, die huizen niet
mogen openen, noch gelagmakende personen
ontvangen, dan na het eindigen der laatst»
openbare godsdienstoefeningen op die dagen.
Een tapper aldaar werd by vonnis van 28 April
1871 wegens overtreding door den kanton
rechter veroordeeld tot f 10 boete, terwyl de
Hooge Raad by arrest van 17 Juli van dat jaar
verwierp bet ber09p in cassatie van den
ambtenaar van het O. M., die meende, dat de
geest der Zondagswet in deze was geschon
den en gehandeld tegen art. 160 der
Gemeentewet.
Da Hooge Raad maakte uit, dat er geen
8tryd bestond tusschen art. 198 der toege
paste gemeenteverordening en art. 3 der
Zondagswet en dat by deze wet de regeling
van de viering der Zon- en feestdagen niet
uitsluitend aan don rykswetgever wordt voor
behouden, vermits die wet ook plaatselyke
en andere reglementen omtrent dat onderwerp
nevens zich bestaanbaar acht.
De gemeentebesturen blyken dus in deae
ook eene vrij groote bevoegdheid te bezitten,
tenzy van administratieve zyde tegen der
gelyke bepalingen in plaatselyke verordeningen
bezwaren worden gemaakt.
Maar zelfs, al bevat een plaatselyke verofj
denicg zulke bepalingen niet, waarom zou
voor ean burgemeester ook alt. 10 van bek
wetboek van strafvordering niet gelden; ea
by niet bevoegd zyn zyn proces-verbaal cp ta
maken by overtreding der Zondagswet?
Waar de gevoelens echter verschillen, zou
het goed zyn, dat van hoogerhand eene bwlis»
sing werd geDomeD, die ook al weer zou kunnen
meewerken om het dwaze en in verband
mot bet te Dirksland gebeurde bet gevaar
lijke van de Zondagswet in het licht te stellen.
Dat de ambtenaren der Rykspolitie in deze
niet handelend optreden en het voorbeeld vau
Haarlem's Burgemeester volgeD, ie echter een
feit. Zelden of nooit hooren wy van procossen-
verbaal, door hen op grond van overtreding
der Zondagswet opgemaakt. En in alle steden,
evenals op het platteland, vooral in Noord-
Brabant en Gelderland, zou daartoe nogal
eeos gelegenheid bestaan.
Zoo wordt dus in deze met twee of wel
met nog meer maten gemeten; en dat met
een wet, wier strekking van algemeenen
aard is, en waarmee men tot hoofddoel had
hare zegeningen uit te spreiden over de .ge
heele uitgestrektheid der Yereenigde Neder;
landen".
Die ongelykmatige toepassing; dat niet
handhaven dezer wet ia juist hare gevaar-
lyke zyde; omdat nu velen blootstaan aan
verrassingen, als te Haarlem, en gestraft
kunnen worden, terwyl anderen ongemoeid
worden gelaten.
By de strooming, die zich tegenwoordig
meer en meer openbaart, blyft een dergelyke
wet een gevaarlyk wapen.
Laat daarom gelykheid in deze beerschen
en ook 's Ryks politie aan hare handhaving
de hand houden of laat men de wet intrekken.
Gemeenteraad van Llssc.
Zitting van 20 April.
Tegenwoordig alle leden, behalve de hee$
M. Van der Veld.
Voorzitter: de Burgemeester.
De notulen der vorige vergadering worden
gelezen en goedgekeurd.
Modedeeling wordt gedaaD, dat het Raadsf
besluit tot verhoogieg der jaarwedde van do
onderwijzeres aan de openbars lagere school
door Ged. Staten is goedgekeurd.
Aangenomen voor kennisgeving.
De Voorzitter stelt aan de orde de aanwyzing
van een Raadslid, dat eventueel den voorzitter
van bet stembureau zal vervangen.
Aangewezen wordt de heor R. Huyg.
Aangeboden wordt het verslag van det(
toestand der gemeente over 1896.
Zal ter secretarie voor de leden ter inzagq
worden nedergelegd.
Ten aanzien van de schoolvergrooting wordt
na breedvoerige discussie besloten om den
tuin van Vreeburg te koopen tegen f 40 per
roede en over te gaan tot het bybouwen van
twee lokalen. I
Niets meer aan de orde zynde, wordt dl
vergadering gesloten,