N°. 11389 feze Bonrant wordt dagelijks, met uitzondering van <§pn- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. GETROUWD. Zaterdag lO April. Ao.1897 IEIDSCH PKLJS DEZER COCRAKT: Voor Leiden p«r 8 maandenf\ r f MOk Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommera 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN Van 1 6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17 J. Grooter® letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de sta4 wordt f 0.05 berekend. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Officieel© Kennisgevingen* Inenting. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen bij deze ter algemoene kennis, dat op Dinsdag 13 April a. s. en tot nadere aankondiging op eiken volgenden Dinsdag, telkens des namiddags te twee nren, in het Elieabethehof aan de Oude Vest, gelegenheid zal worden gegeven tot koatelooze inenting vau on- en minvermo gendon, terwijl op Woensdag 14 April a. 0. en tot nadere aankondiging op eiken vol genden Woensdag, des namiddags te bal f- d r i e, mede in het Elisabethsbof, gelegenheid zal bestaan tot inenting tegen betaling van één l' n 1 d o d. Belanghebbenden worden tevens herinnerd, dat zij slechts zullen worden toegelaten op vertoon van een bewys banner geboorte iDechrijviDg. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 9 April 1897. E. KIST, Secretaris. Leiden, 9 April. De nieuwbenoemde hoogleeraar by de facul teit der godgeleerdheid aan de Rijks-universiteit te Leiden, dr. F. Pijper, zal waarschijnlijk zijn ambt aanvaarden op Woensdag 5 Mei, met het uitsproken eener inaugureels oratie in het groot-auditorium van het academiegebouw. De koninklpke bewilliging is verleend op de statuten der Christelijke Jongelings- vereeniging „Uw Bewaarder zal niet sluime ren" (afceeling van het Nederlandsch Jonge lingsverbond) alhier, zoodat de vereeniging als rechtspersoon is erkend. De minister van waterstaat, handel en nijverheid heeft naar aanleiding van het koninklijk besluit van 16 Febr. jl., tot be noeming van een centrale-commissie voor de in 1900 te Parijs te houden wereldtentoon stelling en tot machtiging om bijzondere coramissiën in het leven te roepen, voor de verschillende groepen en klassen der tentoon stelling bedoelde bijzondere commission be noemd voor het bijeenbrengen der inzendingen. Daarin hebben als leden o. a. zitting de volgende heeren: Groep I (Education et enseignement) dr. D. De Loos. Groep III (Instruments et procédés généraux des lettres, des sciences et des arts) dr. P. J. Kaiser. Groepen VII (Agriculture) en IX (Fórets, cbasse, pêche, cueillettes) T. A. O. De Ridder, te Katwijk. Groep VIII (Horticulture et Arboriculture) H. Witte. Groep XIII (Fils et Tissus, vêtements) W. A. Leembruggen. De Nederlandsche mail van West-Indië, per stoomschip „Prins Maurits," wordt hier morgen verwacht. Hare Majesteit de Koningin maakte gisteren een rijtoer met Haar nichten, de prinsessen van Bentheim. De burgemeester van Haarlem jhr. mr. Boreel van Hogelanden wordt door de anti- revolutionnairen te Beverwijk candidaat ge steld voor de Tweede Kamer. By de regeling8-commissie van het 24ste Ned. Taal- en Letterkundig Congres is van de Belgische regeering bericht ont vangen, dat zij op het congres vertegenwoor digd zal worden door den heer F. Heuvel- mans, advocaat te Antwerpen en lid der Kamer van Volksvertegenwoordiging. KoDing Leopold van België heeft voor het hem aangeboden beschermheerschap bedankt en wel uit de hoffelijke overweging, dat, nu het Congres in Noord-Nederland gehouden wordt, het „patronage exclusif" aan H. M. de Koningin Regentes toekomt Na een langdurige ongesteldheid overleed in het Zustergesticht aan de Korte Havön te Schiedam, in den ouderdom van vijf en ze8tig jaren, de eerw. Zuster Celestina, van de Congregatie van de H. Catharina van Siena, in de wereld Anna Christina Wouterlood. Te Amsterdam is overleden de heer R. Blok, oud-burgemeester van Lekkerkerk en oud-lid van de Provinciale Staten van Zuid-Holland. Bij koninklijk besluit is op de voordracht van den minister van binnenlandsche zaken aan het bestuur der gemeente Rotterdam ver gunning verleend, op het terrein van het gemeentelijk ziekenhuis aldaar een doorgangs huis voor krankzinnigen op te richten over eenkomstig bet bi) besluit van den Gemeente raad van 18 Februari 1897 goedgekeurde plan. In dat huis mogen niet meer dan 24 krank zinnigen, 12 mannen en 12 vrouwen, ver pleegd worden. In elk, voor meer dan één verpleegde be stemd, slaapvertrek wordt op eene duidelijk zichtbare plaats het aantal personen aange wezen, waarvoor het bestemd is. Zonder goedkeuring van den minister van binnenlandsche zaken mag noch in de lokalen, noch in hunne bestemming eene verandering gemaakt worden, die invloed heeft op de plaatsruimte of den aanvoer van versche lucht, in de, voor de verpleegden bestemde, dag- of nachtverblijven. De geneeskundige behandeling der verpleeg den wordt opgedragen aan ten minste één geneeskundige, die in of nabij het doorgangs huis gevestigd most zijn. Bij koninklijk besluit van 8 dezer is bepaald, dat de stembriefjes ter verkiezing van een lid der Provinciale Staten in het hoofdkiesdistrict Dokkum op 20 April e. k. en, in geval van herstemming, op 4 Mei daaraanvolgende in te leveren, zullen worden geopend onderscheidenlijk op 22 April en 6 Mei a. s. Behalve het Hollandache Spoor hebben ook de Staatsspoorwegen en de Centraal- Spoorwegmaatschappij besloten, bh gelegen heid van het Paaschfeest alle retourbiljetten naar Nederlandsche en Duitsche stations afge geven van heden af, voor zoover hun gewone geldigheidsduur korter is, geldig te doen zijn tot en met Dinsdag 27 April. Gisteren overleed te Amsterdam mr. P. A. Tenckinck, een der directeuren van de Cre- dietvereeniging. H{) bereikte den leeftijd van 61 jaar. De commissie, belast met het afnemen van het eind examen van de lste afdeeling der krijgsschool te Breda, zal bestaan uit: generaal-majoor G. F. W. Borel, voorzitter, koloDel C. L. Van Pesch, luit.-kolonel P. C. De Wilde, kolonel F. R. Froger, kapt. der genie C. J. Snijders, gepens. kolonel H. J. Krantz, hoogleeraar N. C. Grotondorst, kapts. P. C. J. Ncorduijn, J. J. Berkhout en A. Hoogeboom, ritmeester W. H. Piepers en de lste luit. J. W. Scbolten, leden; lste luit.- adj. T. M. Roest Van Limburg, secretaris. Het verlof naar Nederland van den luit.- kolonel der inf. O.-I. leger P. D. W. Wilken is met zes maanden verlengd. Het engagement van Berwolf, als orkest- directeur der Haagsche Fransche Opera voor het volgend seizoen, is thans zeker. Vad De „Arasterdamsche Courant" heeft ge meld dat de heer C. Lely, lid der Tweede Kamer, benoemd is tot hoogleeraar aan de Polytechnische School te Delft, als opvolger van wijlen dr. Schols. Uit de beste bron kan de „Zutf. Ct." dit bericht beslist tegenspreken. Blijkens bij het departement van marine ontvangen berichten is Hr. Ms. schoener „Zeehond", onder bevel van den kapitein luitenant ter zee I. Van den Bosch, den 8sten dezer te Smyrna aangekomen, en is Hr. Ms. pantserschip „Pist Hein", onder bevel van den kapitein ter zee H. R. J. J. Thorbecke, den 7den dezer van Algiers vertrokken, ter voortzetting van de terugreis naar Nederland. Hier £e laöde is bericht ontvangen, dat de lste luit. van het O.-I. leger A. J. Lette is bevorderd tot kapitein. Het stoomschip „König", van Hamburg en Amsterdam naar Oost Afrika, passeerde 7 April Peniche; de „Obdam" vertrok 8 April van Rotterdam naar Niouw-York. Rijpwetering: Van twee gebroeders, J. en A. Strijk, te Rijpwetering, resp. 16 en 7 Jaren oud, viel de eerste Donderdagmorgen uit een bootje in de vaart aldaar en wist zichzelven te redden. De andere geraakte op den middag van dienzelfden dag al spelende in de vaart en werd door den twaalfjarigen knaap J. L. Van Tol gered. Ter -Aar: De onderwijzeres aan de R.-K. Parochiale School te Langer Aar, mej. M. C. G. Van Herw\jnen, is in gelijke betrekking benoemd en reeds in functie getreden te Leimuiden. Langer-Aar en vooral de jeugd zag deze bekwame en algemeen be minde onderwijzeres met leede oogen ver trekken. Een veertigjarig joblié. Den 12den April 1857 opende mejuffrouw J. A. Wjjland in de gemeente Leiden, Apothe- kersdijk No. 3, een Parijsche handschoenen- wasschery, chemische stoomwasscherij en ver verij ZÜ heeft dus haar 25-jarig jubilé lang achter den rug, dat destijds niet onopge merkt is voorbij gegaan. Vele gelukwenschen mocht zjj toen ont vangen, alsook stoffelijke blijken van belang stelling, zoowel van binnen als buiten de stad, voor de altoos goede en nauwe plichts betrachting tegenover haar cliënteele. Den 12den April a. s. hoopt zij nu haar 40-jarig jubilé te vieren. Wie kent haar niet, die altoos vriendelijke juffrouw, die met zooveel attentie de bestel lingen met nauwgezetheid uitvoerde? Wat haar werd toevertrouwd, was goed vertrouwd. Al wat er van daan komt, ziet er zoo goed als nieuw uit. Hoewel ze wat ouder wordt, is ze altoos met haar tjjd meegegaan. Het bekende spreek woord is ook wel op de jubilarisse van toe passing: Er zijn geen jongeren, die 't de ouden verbeteren. Dat het haar gegeven moge worden nog een tal van jaren na dezen feestdag met den zelfden lust, ijver on nauwgezetheid haar werkzaam leven voort te zetten, is zeker de wensch van velen. Misschien ontbreekt het baar ook nu niet aan bewijzen van belangstelling. Uit de „Staatscourant". Bij koninklijk besluit zijn benoemd tot ontvan ger der directe belastingen en accijnzen te Hil versum c. a., A. Bruist, ontvanger derzelfde mid delen te Meppol; tot ontv. der dir. bel. te Leeuwar den, H. J. Lamoraal Wichers, ontv. der dir. bel., invoerr. en acc. te Gorkum c. a., J. H. H. Elsingh, ontv der dir. bel. en acc. te Hoogezand; tot ontv. der dir. bel. en acc. te Amersfoort c. a., N. J. M. Schelfhout, ontv. der dir. bel. te Dordrecht c. a. tot ontv. der dir. bel. en acc. te Marrum c. a. (residentie Hallum) H. Veltman, ontv. der dir. bel., invoerr. en acc. te Termunterzijl c. a. Benoemd tot adviseur voor wis-, natuur- en scheikundige zaken aan het Departement van Financiën, standplaats Amsterdam, dr. C. A. Lobry van Troostenburg de Bruyn, hoogleeraar bij de Gemeentelijke Universiteit aldaar. Min. beschikkingen De minister van marine heeft het volgende bepaald: De luitenants ter zee der 2de kl. L. G. Bouricius en A. J. M. Nolet worden met 16 April a. 8. ge plaatst onderscheidenlijk aan boord van Hr. Ms. monitor .Cerberus" en wachtschip te Amsterdam, en de luitenant tor zee der 2de klasse G. A. F. Raland met den 21sten d. a. v. aan boord van Hr. Ms. wachtschip te Willemsoord. Met den lsten Mei a. s. worden de luitenant ter zeo der lste klasse A. M. P. C. Van de Laar en de officier van gezondheid der lste kl. dr. Th. Koppeschaar, beiden dienende aan boord van Hr. Ms. pantserschip .Piet Hein", eerstgonoemde als lste officier, op non-activiteit gesteld en daar aan boord vervangen onderscheidenlijk door den luite nant ter zoe der lste klasse K. J. Karseboom en den officier van gezondheid der lste klasse H. A. Molema. Verder worden met laatstgenoemden datum ge plaatst de luitenant ter zee der lste klasse C. A. Dominicus als lste officier aan boord van Hr. Ms. wachtschip te Amsterdam, en de officieren- machinist der 2de klasse J. Vogtel en J. M. Sporry, onderscheidenlijk bij de werf en de conservatie in de directie der marine te Hellevoetsluis en aan boord van Hr. Ms. pantserschip .Piet Hein." De luitenant ter zee der 2de klasse P. C. Coops, gedetacheerd bij het departement van marine en werkzaam gesteld bij het bureau der Indische by- drographie, wordt mot 1 Mei a. s. op non-activiteit gesteld en vervangen door den luitenant ter zee der 2de kl. D. E. Keus. De officier vau gezondheid der lste kl. J. T. Brust, geplaatst bij het hospitaal der marine te Willemsoord, wordt inet 1 Mei a. s. overgeplaatst aan boord Hr. Ms. instructieschip .Admiraal Van Wassenaar,en bij gemeld hospitaal vervangen door den officier van gezondheid der lstekl. J. A. Rademaker. EERSTE KAMER. Antwoord op het Adres van Rouwbeklag. Het antwoord van Hare Majesteit de Koningin- Weduwe, Regentes van het Koninkryk, op het Adres van Rouwbeklag der Eerste Kamer wegens het overlijden van H. K. H. Mevrouw de Groothertogin van Saksen-Weimar-Eisenach, geboren prinses Wilhelmina Maria Sophia Louise der Nederlanden, luidt als volgt: „M(jne 'HeerenI Met groote waardeering ontvang Ik van de Eerste Kamer derStaten- Generaal de gevoelens harer deelneming in den rouw, die Hare Majesteit de Koningin en My getroffen heeft door het droevig overlijden van Hare Koninklijke Hoogheid mevrouw de Groothertogin van Saksen Weimar-Eisenach, zeer beminde tante van Hare Majesteit de Koningin, en Ik verzoek U, Mjjne Heeren, aan de Eerste Kamer der Staten-Generaal daar voor Onzen dank te willen betuigen". Jaarwedden van rechterlijke ambtenaren Bij het afdeelingsonderzoek der Eerste Kamer van het wetsontwerp tot nadere wij ziging van de wet van 9 April 1877 (Stsbl. No. 79) „tot vaststelling van de klassen en samenstelling der arrondissementsrechtbanken, van de jaarwedden der leden en van de ambte naren bg die rechtbanken, alsmede van de klassen der kantongerechten en van de jaar wedden der kantonrechters en der ambtenaren by de kantongerechten", verklaarden een aan tal leden zich met dat wetsvoorstel te kunnen vereenigen. Anderen achtten een voorstel tot traktementsverhooging van ambtenaren by de daling van den rentevoet en den achteruitgang in verdiensten in vele takken van handel en nyverheid niet voldoende gemotiveerd. Toegevende, dat de traktementen in grooter© plaatsen niet meer in overeenstemming zijn met de kostbaarheid der levenswyze en met het belang en den omvang van den gevor derden arbeid, kon men in dit wetsontwerp geen ernstige poging zien om het euvel te verhelpen, in de eerste plaats omdat er geen reden scheen te bestaan om alleen in do behoefte van deze categorie van rechteriyko ambtenaren te voorzien en aan alle andere— ook waar traktementsverbetering aangewezen is een billyke verhooging te onthouden;in de tweode plaats omdat door het ontwerp, zooals het in de andere Kamer ie geamendeerd, voor deze categorie van ambtenaren een nieuw beginseldat van bezoldiging naar an< ienniteit, wordt ingevoerd, dat onze rechteriyko wet geving tot dusverre niet kent en dat ook voor nagenoeg de gebeele rechteriyko macht niet zal gelden. Dit beginsel van anciënniteit waarvan sommige leden zich voorstanders v. i klaar den zou in de eerste plaats toegepast behooren te worden ten aanzien der leden van de boogere magistratuur en niet op dez© categorie van jonge ambtenaren, voor wier ontwikkeling een langdurig waarnemen van dezelfde werkzaamheden allerminst bevorder lijk is. Men wee3 er voorts op, dat de vraag in hoeverre de instelling van de zelfstandige 6) Maria, die er vaak heenging, wilde my het drama uitleggen. Die mooie jonge man daar," zei zy, „is de oude man uit de eerste acte. En die andere met de dunne beenen is de duivel, die hem jong heeft laten worden ten koste van zyn ziel. En nu zal je eens zien, hoe mooi het is. Hy, Faust, wordt, nauwelyks volwassen, verliefd op Margherita." Toen begon ik veel belang te stellen in het stuk. Hoe zou dat in zyn werk gaan? O, wat verlangdo ik naar dat oogenblik! ToenFaust zich verliefd tot Margherita vooroverboog en haar allerlei liev9 woordjes toekweelde met een zachte, zachte stem, smolt ik weg van verteedering, alsof hy ze my toefluisterde. Ik wilde zoo graag weten wat hy zei. Maar zy zongen en de muziek voerde de woorden weg. Yan 't geheele drama begreep ik niet veel. Maar de liefdescènes bleven my in de gedachten. Toen ik vlug, arm in arm met Maria, naar huis liep want het was koud, en te Novara stonden geen huurrytuigen klaar zei zy: „Weet je, dat je een verovering hebt gemaakt, lieve?" Ik vroeg met een nieuwsgierigheid en een biydscbap, die ik vohtrekt niet trachtte te verbergen: - Hél - Ja? - Wie?" Ik moet hier even aanstippen, dat ik de uitdrukking „een verovering maken" nooit had gehoord; zy kwam niet in ons huis woor denboek voor. Maar ik vatte ze by intuïtie, met instinctmatige coquetterie. Maria ant woordde: Zy houdt zich onnoozell Wil je zeggen, dat je er niets van hebt gemerkt?" Echt niet, weet je? Ik keek met zoo'n genoegen in dien langen spiegel, achter jouw rug, dat ik niemand heb gezien." Maria begon te lachen en zei: Jou ydeltuit! En dat bekent zy maar zoo openiyk; schaam je je niet zoo ydeltezyn?" Ik dacht een oogenblik na en hernam toen vry moedig: Neen. Maar wien heb ik veroverd? Zeg?" Marruchotti. Je weet wel: de zoon van die oude menschen, die daar beneden aan den weg naar de Sint Eufemia-kerk wonen. Hy is hun eenig kind en heel ryk. Hy heeft je don geheelen avond gefixeerd door den tooneel- kyker." Hèl wat jammer, dat ik hem niet gezien hebl Hoe ziet hy er uit? Is hy mooi?" Ja hy ia i is een beetje dik. Maar als men hem goed aankykt, beeft hy wel mooie trekken, 't Is een mooie jongen 1 En hy ondergaat een vermagerings kuur. Zyn ouders ontzien niets als 't hem betreft, hoewel zy heel gierig zyn. Verleden zomer zyn zy met hem naar Monsummano, in Toscane, gegaan om dampbaden te nemen; je begrypt om dat vet te laten wegsmelten." Hé, hy lykt wel een walvischl" Toen hebben zy hem naar Oiopa ge voerd, ik weet niet hoeveel meters boven de oppervlakte der zee, óók om hem te doen vermageren, maar nu door koude en door een waterkuur En is hy magerder geworden?" Ja ja wel wat. Maar kom: dik of mager, hy is altijd een mooie party. Zyn moeder heeft tweehonderd duizend lires als bruidsschat meegebracht. En zyn vader beeft meer dan het dubbele." Ik stond verbaasd. Wat wist Maria veel l.... Van alles: de badplaatsen; de provinciën, waarin zy lagen; de uitwerking der kuren; de geldelyke omstandigheden der families. En dat alles vertelde zy zoo gemakkeiyk, zoo ongedwongen. Was het mogelijk, dat er iemand op my lette zoolang er zulke meisjes waren als Marie? Weldra waren wy by haar huis aangeland en namen wy afscheid. Wy gingen nu met vader mede en ik zei geen woor£ meer. Myn hart was vol liefde voor Maria. Ik had be hoefte myn bewondering voor haar te uiten en nauwelyks was ik met Titina alleen in onze kamer, of ik barstte uit: Wat was Maria van avond mooi!" Titina antwoordde onverschillig, het dek van haar bed opslaande: Giuseppina was mooier." Giuseppina was werkeiyk mooier. Maar zy had niet met my gesproken over bewonderaars. Zy had zich nooit om myn schoonheid be kommerd, nooit eens gezegd, dat het jammer was, dat ik geen betere kleeren had. Zy was werkeiyk veel mooier dan ik, slanker, langer, blond, fijn, zy zag er gedistingeerd uit en bewonderde my volstrekt niet. Ik kon niet zooveel van haar houden als van haar zuster, die zichzelf vergat om zich met my bezig te houden en een bewonderaar voor my had ontdekt. Ik meende hem aan haar verschul digd te zyn, ik was haar nu innig dankbaar en wilde dit uitspreken. Ik houd meer van Maria; zy is altyd myn lieveling geweest. Zy is myn vriendin." Titina haalde de schouders op, glimlachte en zei: „Je lykt wel mail Sedert wanneer is Maria jouw vriendin? Wy zien elkaar zoo zelden." Neen, nu zy vaQ school zgn, zien wy elkaar vaker." Minder zelden, moest je zeggen. Maar in elk geval is er geen tyd geweest voor die groote vriendschap." Vriendschap heeft niet veel tyd noodig. 't Is een gevoel van sympathie Waar heb je dat gelezen?" vroeg Titina ironisch. Ik was boos en mompelde: Wat flauw l" Ik wist niets meer aan te voeren. Titina was uit haar humeur, arm kind! Misschien had zy gemerkt, dat in de opera niemand naar haar keek; dat zy naast mg in 't niet verdween en ik aller blikken tot my trok Zy was achttien jaar! Maar misschien was zy ook jaloersch over mgn plotseling opkomend zwak voor Maria, terwyi tot nu toe zg myn eenige vriendin en vertrouwde was geweest. Van dien avond af leefde ik in een andere wereld. Myn nieuwe gedachten namen veel van het vervelende en drukkende van myn huisiyke bezigheden weg. Ik bracht mgn stiel broertje naar bed, kleedde hel aan, was in d© keuken bezig; maar ik deed alles werktuigiyk, als in een droom, steeds vervuld van de zoet© gedachte, die my geheel Innam. Mgn eenig verlangen was Marruchetti te zien, en daarom met Maria uit te gaan ora mg bem te wyzen. Ik bedacht allerlei listen. Ik zei aan moeder„ dat wy wel eens een visite by de BonellT* mochten maken om hen te bedanken voor den heerlyken avond in de opera. Moeder antwoordde „Dit heeft nog den tyd." Toen zei ik, dat ik den volgenden Zondag zo© graag in de Sint-Eufemia-kerk de mis wilde gaan hooren." Ook dat vond geen goedkeuring. 'tLgkt wel of jy er op uit bent allerlei byzondere wenschen te scheppen, als een be dorven kind, dat gewend is al zyn grillen te zien ingewilligd. Wy hebben de Siot Gau- densia kerk hier vlak by, en de Sint-Markus en de Dom zgn ook niet ver af." Ik had het wel voorzienniet alleen dt weigering, maar ook de serie van beschouwin gen, die de antwoorden van moeder altyd var- gezelden. Maar Maria had my gezegd, dat do Marruchetti's by de Sint-EufemU kerk woon den, en de hoop mgn bewonderaar te zien, was zoo groot, dat zy my tot deze wanhopig© poging bracht. Oplettend keek ik op straat naar alle cor pulente personen; magere kon ik niet uitstaan Wordt vervolgd jÉÜÜÊ DAGrBLAD.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 1