N#. 11384 Maandag 5 April. A». 1897 LEILSCI DA&BLAD. PBUS DEZER COURANT* Yoor Leiden per 3 maanden. r »-r r-« I.IOi Franco per post g tf, 1.40. Afzonderlyke Nommers 0.06. £ourant wordt dagelijks, met uitzondering van (§pn- en feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTD5N: •f Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17}. - Orooftt» letters naar plaatsruimte. Voor het incaaseeren buiten de staA wordt f 0.05 berekend. Dit nommer bestaat uit TIER Bladen. Eerste Blad. Leiden. 3 April. Bfl den Kerkeraad der Ned.-Herv. ge meente te Leiden it onderstaand adres inge diend „De ondergeteekenden, leden der Neder- duitsch-Hervormde gemeente te Leiden, nemen de vrijheid het volgende onder uw aandacht te brengen en te verzoeken. „Met dr. H. O. Hagen, die tegen 1° Mei a. 8. zijn eervol ontslag als predikant ge vraagd en verkregen heeft, ontvalt aan de gemeente haar laatst overgebleven herder en leeraar van vrijzinnige richting. Velen hebben reeds, met het oog daarop en de miskenning hunner rechten als vrijzinnigen, voor het lid maatschap van de gemeente bedankt. Het is te vreezen, dat anderen eerlang hun voor beeld zullen volgen, tenzij er verandering kome in den voor hen onhoudbaren toestand. Daarom willen ondergeteekenden het nog eenmaal duidelijk uitspreken voor u, en door u voor de machthebbende meerderheid, hoe groot de verantwoordelijkheid is, die zij op zich laadt door haar hardnekkig vasthouden aan de sedert jaren gevolgde gedragslijn van uitsluitend zorgen voor de eigen belangen, met volkomen miskenning van die der min derheid, vertegenwoordigd door hen. Aan haar de schuil, indien straks bij vernieuwing een aanzienlijk aantal personen, on onder hen niet weinigen, die behooren tot de meest ontwikkelde en gegoede leden der gemeente, zich genoopt ziet haar te verlaten, zoodat zij meer en meer, stoffelijk en geestelijk, een kommerlijk bestaan te gemoet gaat. „Ondergeteekenden richten nog eenmaal tot u de ernstige bede: gebruik uw invloed om het Kiescollege te bewegen, in d"e vacature- Hagen te voorzien door het benoemen van een predikant in diens geest, d. i van vrij zinnige richting. Wees niet langer eenzijdig in de vervulling van uw plicht, door alleen te zorgen voor uw geestverwanten, en u niet te bekommeren om de godsdienstige belangen van anderen, die evenzeer behooren tot de gemeente, waarvan het bestuur aan u is opgedragen. „Verbat het heillooze standpunt der leer stellige overtuiging, van waar het niet mogelijk is, oog en hart te hebben voor de behoeften van andersdenkenden. En plaats u op dat der verkregen rechten van verschillende partijen of richtingen. „Zie af van den zondigen waan dat üw opvatting van de godsdienstige waarheid u zou noodzaken, onrecht te pl-gen of te helpen plegen jegens een groot aantal personen, wier belan.-en te behartigen mede uw roeping is. „Zoek niet langer alleen rechtzinnig te zijn in de leer, maar ook in het leven, door u niet te verzetten tegen het werk des Heiligen Geestes in de gemeente, zichtbaar in de voortdurende vernieuwing tn ontwikke ling der leerstellige overtuiging by vele barer leden, zij het ook buiten den kring uwer geestverwanten. Bovenal, door niet stelselmatig aan anderen te onthouden wat hun toekomt. „Indien gij geloof hebt, toon uw geloof, door te buigon voor een staat van zaken in de gemejnte, dien g\j niet gewenscht hebt en die-i wij niet begeerlijk achten, maar dien G »a heeft doen worden, voor een goed deel buiten ons om. Aanvaard dien toestand, met de daaruit voortvloeiende verplichting om o.'.dergeteekenden en hun geestverwanten niet slechts te dulden, en goed genoeg te achten om mede de lastèn der gemeente te dragen, maar ook als andersdenkende broeders be hulpzaam te zyn in de behartiging hunner godsdienstige belangen. „Indien gij geloof hebt, toon uw geloof, door te vertrouwen op de macht der waar heid, die voor haar triomf geen behoefte heeft aan de onrechtpleg^nae handreiking van tijdelijk machthebbende menschen. Geef en h lp geven aan anderen, vrijzinnige mode l-don der gemeente, wat zij niet zonder schade, d. i. tevens: niet zonder schade voor de aan uw zorg toevertrouwde gemeente, kunnen missen. „Meent gy, in alle bescheidenheid, krachtens u.v leerstellige overtuiging, ondergeteekenden en hun geestverwanten te moeten houden voor gevaarlyke ketters, voor grooter zondaren dan gy zyt, voor het onkruid op den akker der gemtente; zy blyven u toeroepenindien g« geloof hebt, toon uw geloof, door de zifting van hot koorn en de verzameling van het kaf ter verbranding over te laten aan den Heer des oogstes, en u te durven betoonen kinderen van Hem, die Zyn zon doet opgaan over boozen en goeden, en regent over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. „Zyn geest verlichte uw geest, en zty n genadig in het zoeken en volbrengen van uw plicht tegenover de g e h e e 1 e gemeente." Volgen ruim 1700 handteekeningen van personen, die lid der Ned.-Herv. Kerk te Leiden zyn. Handteekeningen van geannexeerden komen nüt voor. Deze behooren nog kerkeiyk tot de omliggende Dorpen. Zooals bekend is, veranderen telken jare op den laatsten April, by hst inluiden der Meimaand, de voorspelen voor heel- en halfslag van den Stadhuistoren alhier. Dit jaar zullen voor het halfslag weerklinken de tonen van „G'iyck den grootsten rap-sack (Valerius' „Gedenck-clanck") uit het „Neder- lanö8ch Volksliederenboek", samengesteld door Daniël De Lange, jhr. mr. J. C. M. Van Riemsdyk en dr. G. Kalff (Amsterdam, S. L. Van Looy, 1896uitgave van de|Maatschappy tot Nut van 't Algemeen). De woorden van dit lied luiden als volgt: G'iyck den grootsten rap-sack, Vloot den Speek verbaest, Als een wind die blaest, Siet hem mét «yn knapsack Loopen in der haest Als een hond die rasst. O ghy stad van Ley den l Dit stuck bamerek En laet toch verbreyden Gods wonderwerek. De Bourgoensche vanen Vlogen op de vlucht, Met een groot gerucht En de Castiljaenen Waren oock toI sucht*) En geheel beducht Door de booge stromen En menig man Die sy sagen komen Dick krielen aen. Wilt Gods eer verbreyen Die du kleyn en groot Vry maeckt van de dooi En naer droevig schreyen dus sent in noot Overvloedig broot. Lof dan, prys en e3re Moet i-yn goseyt God ons aller Heere In eeuwigheyt. Voor het heel slag wordt door het carillon gegeven t bekende „Koninginnelied", mede uit dat boek, compositie van W. F. O. Nicolaï, woorden van Nic. Beets. Men ziet, dat de stadsklokkenisi, de heer R. H. Th. Van LeeuwsD, werk van die voor spelen maakt. In de vergadering van de Maatschappy van Nederlandsche Letterkunde, gisteravond alhier gehouden, sprak mr. J. E. Heeres, uit 's-Gravenhage, over den afstand van de Kaap aan Engeland in 1814. Hy trachtte daarin te betoogen dat ODzen staatslieden van toen ten onrechte de blaam is aangewreven, dat ze de Kaap vrywillig hadden verkocht. Door sommigen wordt de meening voorgestaan dat Nederlanl in staat was geweest de Kaap terug te krygen. Spreker gelooft dat niet, en ia van oordeel dat niet langer die smet op den souvereinen vorst en onze staatslieden mag kleven, daar de rechtmatigheid er van niet is bewezen. Den 13den Augustus 1814 is het tractaat van Londen gesloten. Engeland gaf daarby terug alle koloniën en vestigingen, die vóór den laatsten oorlog in Nederlands bezit waren geweest, uitgezonderd de Kaap, Geilon, Berbice, Demerary en Essequebo, waarover in een convention supplómentaire van denzelfden datum werd beslist. Daarin kwam voor dat Engeland 6,000,000 pd. st. zou betalen voor verschillende afzonderiyk omschreven doel einden, maar dat de met name genoemde koloniëo aan Engeland souden blyven. Het eerst werd over de teruggaaf van de Nederlandsche koloniën gesproken den 27sten April 1813 tu8schtD den Prins van Oranje en Lord Castlereagh. Toen ls er echter Dog niets gepreciseerd, en bovendien was het een par ticulier gesprek. In het midden vso November 1813 begon Hogendorp aan den ambassadeur te Londen Pagel over de quaestie te schryven, maar Fagel achtte het beter nog wat te wachten. Den 3den December reeds stelde Engeland zich officieus op het standpunt: Kaap en Ceilon moet Engeland behouden. In een brief van den 14den December van Hogendorp aan Fagel werd nog gesproken van teruggaaf van alles wat Holland bezeten De Spanjaard. Dolle bond. Ziekte. bad, als grondslag van de onderhandelingen met Engeland, maar den 8sten Januari 1814 schreef lord Castlereagh dat de souvereine vorst erkende dat Engeland te beslissen bad wat het terug wilde geven „in her way and at her own discretion." Willem I meende nameiyk dat de teruggaaf was een vrywillige daad van Engeland. Dit standpunt mag onjuist zfin of niet, de vorst nam het nu eeDmaal in. Van een vrywilligen verkoop zynerzyds was geen sprake. By den vrede van Parys, den 30aten Mei gesloten, word vaD de koloniën niet gerept, teg^n de verwachting van Van Nagel, den Holland8chen minister van buitenlandsche zaken, die aan Fagel vooraf had opgedragen, bet geheele koloniale bezit terug te vorderen. Waarscbyniyk meende zoowel de vorst als de minister dat Engeland nog niets bepaald had over wat het terug zou geven, maar achtten beiden het mogeiyk dat Engeland bereid gevonden zou worden om alles te restitueeren. Beide partyen waren toen nog geheel vry tegenover elkaar. Do Engelsche staatslieden wisten dat do souvereine vorst hun niet erg tegen zou werken, en dat ook Fagel en Falk meegaande waren; alleen Van Nagel wilds teruggaaf van alles. Den llden Juni vroeg Fagel om instructies, den 17den beloofde van Nagel binnenkort een definitief antwoord. Maar iotusschen deelde Fagel mee dat Eugdand misschien alles terug zou willen geven, behalve de Kaap en Qsylon, en een schadevergoeding aan zou bieden ter verdediging van de zuideiyke Nederlandsche grenzen. Over de West-Indischs bezittingen had Castlereagh zich niet zoo stellig uitgelaten. In overleg met Falk, Six en anderen keurde de souvereine vorst do instructie voor Fagel welke van Nagel had opgesteld goed, maar uit de stukken blykt dat van Nagel nog steeds de teruggaaf van de koloniën beschouwde als een récht, dat Nederland van Engeland te vorderen had. Eerst na de teruggaaf kon z. i. aan den verkoop van sommige worden gedacht. De souvereine vorst daarentegen bleef by zyn vroeger standpunt: dat de teruggaaf wel willendheid van Engeland was. Fagel kreeg ten slotte in last, zich op het stuk van de Kaap toegevend to betoonen en tevens te trachten geheel Guyana voor Nederland te behouden. Den 30sten Juni schreef Fagel dat zyn instructie onuitvoerbaar was: geheel Guyana zou men niet terugkrygen, en Nederland zou moeten eindigen met toegeven. Onderwyi was den Sisten Juni het protocol over de vereeniging van Holland met België vastge steld, en de aarzeling van Willem I om daaraan zyn goedkeuring te hechten bracht Castlereagh tot den eisch dat deze zaak in verband met de teruggaaf van de koloniën zou worden ge bracht en afgsdaan. De 80uverein ried Yan Nagel, die zyn ontslag vroeg, aan, om af te wachten, en gaf aan den Engelschen gezant in Den- Haag te kennen, dat by toe zou geven op het stuk van het protocol, ten einde de koloniën te kunnen be houden. Het gevolg was, dat Yan Nagel aan bleef en Engeland de onderhandelingen open de. Den 21sten Juli merkte Castlereagh aan Fagel op, dat Nederland wel niet het recht had op teruggaaf van de koloniën, maar dat Engeland nu onderhandelen wilde, aangezien thans Nederland sterk genoeg was geworden om zyn koloniën te verdedigen. Engeland bood aan zes millioen pond sterling te betalen voor eenige bepaalde doeleinden, maar het moest de Kaap mogen behouden. Fagel ried aan, op dezen gronaelag te onder handelen, en ondanks het verzet van Yan Nagel eindigde het er mee, dat die raad werd gevolgd: de souvereine vorst meende niet meer te mogen verlangen. Den 13den Augustus werd de conventie in dien geest gesloten. Het was Fagel zelfs niet gelukt om Berbice te redden. Engeland was van den beginne af aan van plan geweest de Kaap, die het veel had ge kost en na aan 't hart lag, te behouden; im mers: „Het was aan Engeland om te beslissen wat het geliefde terug te geven, en wat te houden." De hatelyke beschuldiging tegen den souve reinen vorst en zyne staatslieden vervalt, en Van Nagel zelf levert een pleidooi voor hun houding als hy in een brief aan Fagel her innert aan den gebiedenden toon van Engeland. Als zy de keus hadden gehad tusschen de Kaap en een geldsom, dan hadden zy gisping verdiend, maar die keus was hun niet gelaten. Yan Nagel heeft onbesuisd gehandeld, en wa9 verstandiger geweest met zich te schikken naar de omstandigheden. De oudste predikant in Den Haag, ds. Oort Hzn., die geruimen tyd ziek ie geweest, maar thans gelukkig herstellende, heeft tegen 1 Juni z(jn emeritaat aangevraagd. Gebo ren in 1809, werd de heer Oort candidaat in 1833, predikaot te Eemnes-Buiten op 15 Dec. 1833 en achtereenvolgens beroepen te Hoorn, te Delft en Den Haag. De hooggeachte prediker is reeds van 2 Augustus 1848 in Den Haag werkzaam. De „Nederlandsche Opera" geeft te Amsterdam weer Meyerbeer's „Hugenoten", onder leiding van den heer Van der Linden. Volmaakt was de opvoering niet, zegt Joh. Brngmans in de DTel.", maar er was toch zooveel te genieten, dat het doek meermalen moest ryzen, eer handen en voeten van Meyer beer's vurige vereerders tot rust kwamen. Van de artisten, die zich op voortreffeiyke of wel verdiensttlyke wyze van hun taak kweten, plaatst de bekende criticus bovenaan den heer Johan Schmier. „Zonder twyfel be hoort zijn Marcel opvatting tot de beste te worden gerekend. Niet slechts dat zyn krach tig en zeer diepgaand orgaan zich by uitstek leent voor deze party, maar ook zyo muzikale voordracht, het volkomen beheerschen der vele moeilykbeden en daarby zyn flinke gestalte en krygsbaftige manieren, zfin alleen de moeite overwaard om een opvoering van „De Huge noten" te gaan by wonen. „Natuuriyk bleef het publiek, dat over het algemeen zich weinig sympathiek toont voor bassen, na het met vuur gezongen Pif-paf- aria niet in gebreke om door een flink applaus, dat gelukkig spoedig werd onderdrukt, uiting te geven aan zfin ingenomenheid met de wyze, waarop de oude Hugenootsche soldaat, over eenkom8tig Scribe's en Meyerbeer's bedoeling, zich van zyn taak kweet." In den ouderdom van 75 jaar is gisteren te Delft overleden do heer C. G. E. Gerlach, oud-griffier van het kantongerecht aldaar. De Pauselijke internuntius monseigneur Francois Tarnassi bezocht eergisteren en gis teren het bisdom te 's-Hertogenbosch en was de gast van monseigneur W. Yan de Ven, aldaar. Z. D. H. bezocht de kathedraal van St.-Jan, de R-K. kweekschool, het seminarie te St.-Michiels-Gestel en moer R.-K. inrich tingen. Te Jaarsveld is de oud-stryder, drager van het metalen kruis J. Reinberk iu 92-jarigen ouderdom overleden. Te Rotterdam is overleden do zeereerw. pater Van Gulick, sedert 1880 kapelaan der kerk van O. L. Vrouw aldaar. Den 21sten Nov. 1813 te '8 Hertogenbosch geboren, deed de ontslapene zyne lagere studiën te Eindhoven en Oudenbosch en vertrok van daar naar het groot seminarie te Haarlem. Den 6den Jan. 1835 trad by te Nivelles in België in de Sociëteit van J©zus. In 1839 werd hy belast met het gymnasiaal onderwys te Aalst, en in 1840 met dat to Katwyk. Vervolgens studeerde hy vier jaren, van 1845 tot 1849, aan de boogeschool te Leuven In de theologie en bracht ver volgens een jaar door in Drontgen (Gent) tot voorbereiding zyner geestelyke loopbaan. Van 1849 tot 1852 bekleeddo pater v. Gulick het professoraat in de wysbegeerto en natuur kunde aan het seminarie te Kuilenburg, de tweo volgende jaren was hy secretaris van den Provinciaal der Sociëteit in Nederland, en den 16den April 1854 werd hy zelf tot Provinciaal benoemd, weike hooge betrekking by tot 3 Oct. 1859 vervulde. Nu werd ny weder professor te Kuilenburg en vervolgens rector van het studiehuis te Maastricht, waarna hy van 9 Jan. 1866 tot in 1874 voor de tweede maal Provinciaal van de Sociëteit in Nederland was. Na alsnu eenige jaren weder te Maastricht doorgebracht te hebben, kwam hy in 1880 naar Rotterdam, waar by in hoog aanzien stond. Aan de Beurs te Amsterdam liepen gisteren geruchten, dat de Rotterdameche Tramweg My. bezig zou zyn eene - uitgifte voor te bereiden van óén miilioen guluen in S'/j-pcts.-obligatiën, tot den koers van 99 pet. In verband hiermede worden de heeren Laboucbère Oyens k Co. genoemd. By koninkiyk besluit is Victoria Diane Van La wiek, te Parys, erkend als te be hooren tot den Nederlandschen adel met het praeaicaat van jonkvrouw. Het voornemen bestaat, het surnume rairs-examen der directe belastingen, tweeie gedeelte, voor hen, die daaraan in 1898 zouden kunnen deelnemen, in plaats van in dat jaar, in het laatst van 1897 te houden. De openingsdag van de voorjaarsver gadering der algemeene Synode van de Ned.- Herv. Kerk is bepaald op Dinsdag den llden Mei a. g. Dr. Rutgers, de overleden rector vw het gymnasium te 's-Gravenbage, heeft be paald, dat zyn hulsel het ïykverbranding» proces moet ondergaan, ingevolge weikei wensch het stoffeiyk overschot de volgendr week naar het crematorium te Gotha wori overgebracht. Het stoomschip „Voorwaarts," van Am sterdam naar Batavia, vertrok 2 April va» Perim; de „EJam," van Amsterdam naai Nieuw York, passeerde 2 April Scilly; A „KoniDgin Wilhelmina" vertrok 3 April var Amsterdam naar Batavia; de „Palinurus", van Batavia naar Amsterdam, passeerde 2 Apr? Perim. Aarlanderveen: De kiezersiysten it de gemeente Aarlanderveen bevatten 4®, kiezers voor leden van de Tweede Kamer m de Provinciale Staten en 358 kiezers voci leden van den Gemeenteraad. Bodegraven: Gedurende de maan# Maart werd aan het postkantoor alhier lage- legd f 1398.03, terugbetaald f 2162.20. Hef laatst uitgegeven boekje draagt het No. 498 L e i m u i d e n Nauweiyks was de tydinp hier aangekomen, dat onze burgemeester, dt heer Th. C. C. Ninaber, tevens benoemd is tol burgemeester van Rynzatorwoude, of van voir publieke en andere gebouwen werd als blgk van ingenomenheid de driekleur uitgestoken, Noordwyk: Door een twintigtal inge zetenen dezer gemeente, grootendeels nering doenden, werden per circulaire hun dorpsge- nooten gisteravond in hot „Hof van Holland* uitgenoodigd, ten einde te geraken tot de op richting van een Vereeniging ter „Bevordertnf van het Vreemdelingenverkeer." De vergade ring werd geleid door den heer A. Dorsman, boekhandelaar alhier, die het nut van een dergelyke Vereeniging beknopt en duidelflk uiteenzette. Staande de vergadering traden ruim vyftig leden tot de Vereeniging toe. Het concept reglement werd schier ongewyzifd goedgekeurd. Tot leden van het bestuur wer den gekozen de heeren W. Van Beelen, C. Th, Van den Berg, A. Dorsman, E. De Groot, N. Den Hollander, L. Janszen, A. Van Raai van Konijnenburg, W. H. Van KonyDenburg, C. M. Van der Lee, H. Medemblik, A. J. Orer- meer, G. Van Parys, C. Van Reyzen, J. Van der Werf en S. J. Zandvoort. Ownr applaus der vergadering kon de voorzitter mededeelen, dat de edelachtbare heer burge meester het eere-voorzitterschap heeft willsa aanvaarden. Noordwykerhout: Het jachtseizoen ie reeds lang ten einde, het wild weinig wanrd en er is op het veld volop werk. Toch zga er nog stroopers, die hun dryt ook na doq vooitzetten. De onbezoldigd ryks veld wachter C. Duivenvoorden, jachtopziener by jhr. mr. G. W. Dedel, ontdekte gisteren twee per sonen, ui. P. v. d. A. en G. Van O., beiden van Hillegom, terwyl zy met een geweer op fazanten loerden. Na een worsteling met r. d. A. van ongeveer een uur gelukte het Duivenvoorden de kolf van het geweer machtig te worden, die by stroopers-geweren meestal gemakkelijk van den loop is te scheiden. De ander, die zyn collega-strooper gaarne was te hulp gekomen, moest inmiddels met de revolver in bedwang gehouden worden. Proces verbaal werd natuuriyk opgemaakt. Op het bulppostkantoor werd in dsmaac4 Maart by de Rykspostspaarbank ingelegd f 1013.45 in 29 inlagen. Terugbetaald werd f 2673 in 9 keeren. 0eg8tgee8t: Over de maand Maart zfin aan bet telephoon kantoor alhier behandeld 56 berichten, waarvan 28 ontvangen en SS verzonaen. Oud8boorn: By den winkelier TuQn ontstond heden een binnenbrand, door het omvallen van een petroleumlampje. Met wol len dekens, enz. gelukte het den braad meester te worden. Rynsburg: Het mond- en klauwzeer fs in de gemeente Rijnsburg verklaard gewoksn te zyn; alle stallen zyn ontsmet verklaard. Ter-Aar: Gedurende de maand Maart zyn aan het Rykstelephoonkantoor in de ge meente Ter Aar behandeld 55 telegrammen nameiyk ontvangen 39 en verzondea 16. Aan de kinderen van de openbare scheel in de gemeente Ter-Aar ls in deze week een genoeglijke dag bereid. De3 morgens om 9 uren in de school bijeengekomen, werd la tegenwoordigheid van het bestuur dergemeent* met den heer H. Kroft, als waarmend burge meester, eene openbare les gegeven, waarna den kinderen, die daarop aanspraak mochtaa maken, eene belooning voor getrouw school bezoek werd uitgereikt, hetwelk door hen met blykbare tevredenheid werd aangenomen. D biydschap oncte2 de kinderen verhoogdo, tos

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 1